Etaamb.openjustice.be
Programmadecreet van 30 juni 2023
gepubliceerd op 29 augustus 2023

Programmadecreet houdende bepalingen tot begeleiding van de begrotingsaanpassing 2023

bron
vlaamse overheid
numac
2023044295
pub.
29/08/2023
prom.
30/06/2023
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

30 JUNI 2023. - Programmadecreet houdende bepalingen tot begeleiding van de begrotingsaanpassing 2023 (1)


Het VLAAMS PARLEMENT heeft aangenomen en Wij, REGERING, bekrachtigen hetgeen volgt: PROGRAMMADECREET houdende bepalingen tot begeleiding van de begrotingsaanpassing 2023 HOOFDSTUK 1. - Algemeen

Artikel 1.Dit decreet regelt een gewest- en gemeenschapsaangelegenheid. HOOFDSTUK 2. - Cultuur, Jeugd, Sport en Media Afdeling 1. - Opheffing artikel 14, negende lid, van het decreet van

11 februari 2022 tot vaststelling van de regels voor de subsidiëring van jeugdverblijven, hostels, ondersteuningsstructuren en de vzw Algemene Dienst voor Jeugdtoerisme

Art. 2.In artikel 14 van het decreet van 11 februari 2022Relevante gevonden documenten type decreet prom. 15/06/2007 pub. 31/08/2007 numac 2007036482 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het volwassenenonderwijs sluiten6 tot vaststelling van de regels voor de subsidiëring van jeugdverblijven, hostels, ondersteuningsstructuren en de vzw Algemene Dienst voor Jeugdtoerisme wordt het negende lid opgeheven. Afdeling 2. - Opheffing Eigen Vermogen Koninklijk Museum voor Schone

Kunsten Antwerpen

Art. 3.De saldi op de rekeningen van het Eigen Vermogen van het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten te Antwerpen, alsook de rechten en verplichtingen die eraan verbonden zijn, worden uiterlijk voor 31 december 2023 overgedragen aan het privaatrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap Koninklijk Museum voor Schone Kunsten Antwerpen in de vorm van een vereniging zonder winstoogmerk, opgericht bij het decreet van 26 januari 2018Relevante gevonden documenten type decreet prom. 15/06/2007 pub. 31/08/2007 numac 2007036482 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het volwassenenonderwijs sluiten0 tot oprichting van het privaatrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap Koninklijk Museum voor Schone Kunsten Antwerpen in de vorm van een vereniging zonder winstoogmerk.

Art. 4.Artikel 1 van het koninklijk besluit van 22 september 1931 betreffende het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten te Antwerpen - rechtspersoonlijkheid wordt opgeheven.

Art. 5.In het decreet van 29 maart 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 15/06/2007 pub. 31/08/2007 numac 2007036482 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het volwassenenonderwijs sluiten1 houdende diverse bepalingen in het beleidsveld cultuur wordt hoofdstuk 6, dat bestaat uit artikel 19 tot en met 33, opgeheven. Afdeling 3. - Subsidies aan de vzw Centrum voor de Bibliografie van de

Neerlandistiek

Art. 6.De Vlaamse Regering subsidieert de vzw Centrum voor de Bibliografie van de Neerlandistiek. Deze werkingssubsidie omvat de subsidiëring van een kern van personeelsleden, een basistoelage voor de werking en een subsidiëring op grond van werkelijk gepresteerde activiteiten.

De subsidie, vermeld in het eerste lid, wordt toegekend op voorwaarde dat de vereniging de strategische doelstelling vervult om de publicaties die verschijnen op het gebied van de neerlandistiek in de meest ruime zin te inventariseren en te ontsluiten. De vereniging is daarbij verantwoordelijk voor de beschrijving en de indexering van de Vlaamse publicaties in verband met de Nederlandse taal- en letterkunde en stelt deze informatie digitaal ter beschikking voor externe gebruikers.

De vereniging dient daartoe jaarlijks voor 1 december een actieplan in voor het komende jaar.

De Vlaamse Regering bepaalt op basis van dit actieplan en op basis van de beschikbare informatie over de werking van de vereniging in de voorbije werkingsjaren de hoogte van de subsidie.

De vereniging dient jaarlijks uiterlijk op 31 maart een verantwoording in over het voorbije jaar.

Art. 7.De vereniging die op basis van artikel 6 een subsidie ontvangt, erkent het belang van het gebruik van het Nederlands bij de uitvoering van de gesubsidieerde activiteiten.

De vereniging kan een sociaal passief aanleggen ten laste van de subsidie.

Art. 8.De Vlaamse Regering kan voor de vereniging, vermeld in artikel 6, de nadere regels bepalen voor de volgende aspecten: 1° de indiening van het actieplan;2° de beoordeling van het actieplan;3° de toekenning van de subsidie op basis van het actieplan;4° de uitbetaling van de subsidie in een voorschot en een saldo na toezicht;5° de verantwoording van de subsidie bestaande uit de volgende elementen: a) een functionele verantwoording die bestaat uit een overzicht en evaluatie van de werking;b) een financiële verantwoording die bestaat uit al de volgende elementen: 1) de jaarrekening, die bestaat uit de balans, de resultatenrekening en de toelichting;2) de specificatie van alle bezoldigingen;3) een verslag van een gecertificeerde accountant of bedrijfsrevisor die niet betrokken is bij de dagelijkse inhoudelijke, organisatorische en zakelijke werking van de organisatie;c) eventuele bijkomende beleidsrelevante gegevens met het oog op monitoring;6° de categorieën van subsidiabele en niet-subsidiabele kosten;7° het toezicht op de aanwending van de subsidie door de bevoegde administratie;8° de eventuele remediëring en de maatregelen naar aanleiding van het toezicht;9° de indicatoren die toelaten om bij de beleidsevaluatie de subsidie inhoudelijk en financieel te evalueren;10° de openbaarmaking van de resultaten van de gesubsidieerde activiteiten. HOOFDSTUK 3. - Omgeving Afdeling 1. - Betaalbevoegdheid geconventioneerde huur

Art. 9.Aan artikel 4.17, eerste lid, van de Vlaamse Codex Wonen van 2021, vervangen bij het decreet van 3 juni 2022Relevante gevonden documenten type decreet prom. 15/06/2007 pub. 31/08/2007 numac 2007036482 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het volwassenenonderwijs sluiten3, wordt een punt 6° toegevoegd, dat luidt als volgt: "6° de subsidies, vermeld in artikel 4.42, § 4, en in artikel 5.52/1, tweede lid, uitbetalen.". Afdeling 2. - Decreet van 23 december 2011Relevante gevonden documenten type decreet prom. 23/12/2011 pub. 28/02/2012 numac 2012035118 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen type decreet prom. 23/12/2011 pub. 27/01/2012 numac 2012035076 bron vlaamse overheid Decreet houdende wijziging van diverse bepalingen van het decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid en van diverse bepalingen van andere decreten die betrekking hebben op het grond- en pandenbeleid sluiten betreffende het duurzaam

beheer van materialenkringlopen en afvalstoffen - OVAM-heffingen

Art. 10.In artikel 46, § 2, vijfde lid, van het decreet van 23 december 2011Relevante gevonden documenten type decreet prom. 23/12/2011 pub. 28/02/2012 numac 2012035118 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen type decreet prom. 23/12/2011 pub. 27/01/2012 numac 2012035076 bron vlaamse overheid Decreet houdende wijziging van diverse bepalingen van het decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid en van diverse bepalingen van andere decreten die betrekking hebben op het grond- en pandenbeleid sluiten betreffende het duurzaam beheer van materialenkringlopen en afvalstoffen, gewijzigd bij de decreten van 19 december 2014, 8 juli 2016 en 18 december 2020, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in punt 8° wordt de zinsnede "in de heffingsjaren 2020, 2021 en 2022" vervangen door de zinsnede "in de heffingsjaren 2020 tot en met 2024";2° in punt 9° wordt het jaartal 2023 vervangen door het jaartal 2025;3° in punt 10° wordt het jaartal 2024 vervangen door het jaartal 2026;4° in punt 11° wordt het jaartal 2025 vervangen door het jaartal 2027. HOOFDSTUK 4. - Onderwijs en Vorming Afdeling 1. - Aanpassing aanvullende werkingsmiddelen voor centra voor

volwassenenonderwijs in het kader van EVC-trajecten

Art. 11.In artikel 108, § 5, van het decreet van 15 juni 2007Relevante gevonden documenten type decreet prom. 15/06/2007 pub. 31/08/2007 numac 2007036482 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het volwassenenonderwijs sluiten betreffende het volwassenenonderwijs, ingevoegd bij het decreet van 26 juni 2020, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het eerste lid wordt de zinsnede "en daarvoor een financiële bijdrage van minder dan 96 euro heeft ontvangen" vervangen door de zinsnede "bij een specifieke doelgroep die recht heeft op een verminderde financiële bijdrage als vermeld in artikel 8 van het decreet van 26 april 2019 betreffende een geïntegreerd beleid voor de erkenning van verworven competenties"; 2° het tweede lid wordt vervangen door wat volgt: "De aanvullende werkingstoelage bedraagt de helft van de volledige financiële bijdrage voor een EVC-traject met het oog op het verwerven van een beroepskwalificatie of een deelkwalificatie als vermeld in het besluit van de Vlaamse Regering van 19 juli 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 15/06/2007 pub. 31/08/2007 numac 2007036482 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het volwassenenonderwijs sluiten9 betreffende de uitvoering van het decreet van 26 april 2019 betreffende een geïntegreerd beleid voor de erkenning van verworven competenties, zoals van kracht op de datum van de inwerkingtreding van artikel 11 van het programmadecreet van 20 juni 2023 houdende bepalingen tot begeleiding van de begrotingsaanpassing 2023."; 3° het vierde lid wordt opgeheven. Afdeling 2. - Aanpassing asielmiddelen voor centra voor

volwassenenonderwijs in het kader van zomeraanbod NT2

Art. 12.Aan artikel 196sexies, § 1, van het decreet van 15 juni 2007Relevante gevonden documenten type decreet prom. 15/06/2007 pub. 31/08/2007 numac 2007036482 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het volwassenenonderwijs sluiten betreffende het volwassenenonderwijs, ingevoegd bij het decreet van 18 december 2015Relevante gevonden documenten type decreet prom. 18/12/2015 pub. 29/12/2015 numac 2015036624 bron vlaamse overheid Decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2016 type decreet prom. 18/12/2015 pub. 13/01/2016 numac 2016035013 bron vlaamse overheid Decreet houdende diverse financiële bepalingen type decreet prom. 18/12/2015 pub. 29/04/2016 numac 2016035398 bron vlaamse overheid Decreet houdende de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2016 sluiten en het laatst gewijzigd bij het decreet van 16 december 2022Relevante gevonden documenten type decreet prom. 15/06/2007 pub. 31/08/2007 numac 2007036482 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het volwassenenonderwijs sluiten7, wordt een negende lid toegevoegd, dat luidt als volgt: "De centra voor volwassenenonderwijs kunnen na een voorafgaand akkoord in het bevoegde lokale comité de toegekende leraarsuren ten laste van het begrotingsjaar 2023 omzetten in werkingsmiddelen voor contractuele aanwervingen ten belope van de lesopdracht tijdens de maanden juli en augustus. Voor de omzetting geldt één leraarsuur voor 63,64 euro.

Uiterlijk twee maanden na de melding aan het Agentschap voor Hoger Onderwijs, Volwassenenonderwijs, Kwalificaties en Studietoelagen van de om te zetten leraarsuren voor de aanwerving van contractuele personeelsleden worden 80% van deze omgezette werkingsmiddelen als voorschot aan de centra uitbetaald. Het resterende saldo van 20% wordt uitbetaald uiterlijk in de loop van de maand december van het kalenderjaar 2023. Het centrum moet alle aangewende middelen bewijzen met facturen of betalingen die werden gedaan in het kader van deze contractuele aanstellingen. Niet-aangewende middelen worden na het einde van het kalenderjaar 2023 teruggestort. Daarvoor deelt het centrum het niet-aangewende bedrag mee aan de bevoegde administratie.". Afdeling 3. - Technische correctie van het bedrag van de

nascholingsmiddelen voor de centra voor volwassenenonderwijs in het decreet van 8 mei 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/05/2009 pub. 28/08/2009 numac 2009035790 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de kwaliteit van onderwijs type decreet prom. 08/05/2009 pub. 28/08/2009 numac 2009035809 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het onderwijs XIX sluiten betreffende de kwaliteit van onderwijs

Art. 13.In artikel 9, § 2, eerste lid, 3°, van het decreet van 8 mei 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/05/2009 pub. 28/08/2009 numac 2009035790 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de kwaliteit van onderwijs type decreet prom. 08/05/2009 pub. 28/08/2009 numac 2009035809 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het onderwijs XIX sluiten betreffende de kwaliteit van onderwijs, vervangen bij het decreet van 19 december 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 19/12/2014 pub. 30/12/2014 numac 2014036946 bron vlaamse overheid Decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2015 type decreet prom. 19/12/2014 pub. 27/01/2015 numac 2015035071 bron vlaamse overheid Decreet houdende diverse bepalingen onderwijs type decreet prom. 19/12/2014 pub. 13/01/2015 numac 2015035022 bron vlaamse overheid Decreet houdende diverse fiscale bepalingen type decreet prom. 19/12/2014 pub. 03/02/2015 numac 2015035083 bron vlaamse overheid Decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de tweede aanpassing van de begroting 2014 type decreet prom. 19/12/2014 pub. 03/07/2015 numac 2015035711 bron vlaamse overheid Decreet houdende de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2015 sluiten, wordt het bedrag "418.000 euro" vervangen door het bedrag "354.000 euro". Afdeling 4. - Invoegen mogelijkheid tot reserve-opbouw voor de

accreditatieorganisatie voor het hoger onderwijs

Art. 14.In de Codex Hoger Onderwijs van 11 oktober 2013, het laatst gewijzigd bij het decreet van 16 december 2022Relevante gevonden documenten type decreet prom. 15/06/2007 pub. 31/08/2007 numac 2007036482 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het volwassenenonderwijs sluiten7, wordt een artikel II.29/2 ingevoegd, dat luidt als volgt: "Art. II.29/2. De Vlaamse Regering financiert, binnen de perken van het verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Vlaamse Gemeenschap van België inzake de accreditatie van opleidingen binnen het Nederlandse en het Vlaamse hoger onderwijs, ondertekend te Den Haag op 3 september 2003 en van de Vlaamse begroting, de werking van de accreditatieorganisatie.

De accreditatieorganisatie kan het gedeelte van de toegekende financiële ondersteuning dat de aanvaarde kosten overschrijdt, aanwenden voor de aanleg van reserves van maximaal 20% van het maximale jaarlijkse subsidiebedrag. De totale gecumuleerde reserves mogen maximaal 50% van het maximale jaarlijkse subsidiebedrag bedragen. De accreditatieorganisatie rapporteert jaarlijks over de reservevorming.". Afdeling 5. - Toekenning van een bijkomend transitiebudget van 60.000

euro en 25.000 euro werkingsmiddelen aan de Posthogeschool voor Podiumkunsten vzw voor het begrotingsjaar 2023

Art. 15.Aan artikel III.119, § 1, van de Codex Hoger Onderwijs van 11 oktober 2013, vervangen bij het decreet van 8 juli 2022Relevante gevonden documenten type decreet prom. 15/06/2007 pub. 31/08/2007 numac 2007036482 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het volwassenenonderwijs sluiten4 en gewijzigd bij het decreet van 16 december 2022Relevante gevonden documenten type decreet prom. 15/06/2007 pub. 31/08/2007 numac 2007036482 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het volwassenenonderwijs sluiten7, wordt een achtste lid toegevoegd, dat luidt als volgt: "Aan PoPoK wordt voor het begrotingsjaar 2023 een bijkomend transitiebudget van 60.000 euro voor een transitie- en onderzoekscoördinator en 25.000 euro aan werkingsmiddelen toegekend om de gesprekken en onderhandelingen met betrekking tot structurele, inhoudelijke en financiële samenwerkingen verder te zetten, en tegelijkertijd met deze transitie de programma's van de huidige studenten te bestendigen.". Afdeling 6. - Projectspecifieke DBFM en DBFM-Scholen van Vlaanderen -

Overschrijding machtiging

Art. 16.Aan artikel 15 van het decreet van 25 november 2016Relevante gevonden documenten type decreet prom. 25/11/2016 pub. 10/01/2017 numac 2016036651 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de alternatieve financiering van schoolinfrastructuur via projectspecifieke DBFM-overeenkomsten sluiten betreffende de alternatieve financiering van schoolinfrastructuur via projectspecifieke DBFM-overeenkomsten, gewijzigd bij het decreet van 22 december 2017, wordt een paragraaf 3 toegevoegd, die luidt als volgt: " § 3. AGION is er toe gemachtigd om verbintenissen aan te gaan die meebrengen dat het maximum zoals bedoeld in paragraaf 1 wordt overschreden, in dit geval wordt de reguliere begrotingsmachtiging van AGION of het Gemeenschapsonderwijs, naargelang het geval, geblokkeerd ten belope van het bedrag van de overschrijding.".

Art. 17.Aan artikel 16 van het decreet van 10 december 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 15/06/2007 pub. 31/08/2007 numac 2007036482 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het volwassenenonderwijs sluiten5 over DBFM-Scholen van Vlaanderen wordt een derde lid toegevoegd, dat luidt als volgt: "AGION is er toe gemachtigd om verbintenissen aan te gaan die meebrengen dat het maximum zoals bedoeld in het eerste lid wordt overschreden, in dit geval wordt de reguliere begrotingsmachtiging van AGION of het Gemeenschapsonderwijs, naargelang het geval, geblokkeerd ten belope van het bedrag van de overschrijding.". Afdeling 7. - DBFM-Scholen van Vlaanderen - Aandelenparticipatie

Art. 18.Aan artikel 2, 5°, van het decreet van 10 december 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 15/06/2007 pub. 31/08/2007 numac 2007036482 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het volwassenenonderwijs sluiten5 over DBFM-Scholen van Vlaanderen wordt de volgende zin toegevoegd: "School Invest nv kan maximaal 10% van de aandelen van de DBFM-vennootschap aanhouden, mits akkoord van de Vlaamse Regering;". Afdeling 8. - DBFM-Scholen van Vlaanderen - ODII-verdeling

Art. 19.In artikel 10, derde lid, van het decreet van 10 december 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 15/06/2007 pub. 31/08/2007 numac 2007036482 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het volwassenenonderwijs sluiten5 over DBFM-Scholen van Vlaanderen worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° tussen het woord "gebeurt" en de woorden "op basis van" worden de woorden "in principe" ingevoegd;2° de zinsnede ", voor zover de ingediende en geselecteerde scholenbouwprojecten per onderwijsnet voormelde verdeling mogelijk maken" wordt toegevoegd. Afdeling 9. - Extra werkingsbudget voor bijkomende capaciteit voor

leerlingen met een verslag

Art. 20.§ 1. Vanaf het begrotingsjaar 2023 kan de Vlaamse Regering jaarlijks per schooljaar, startend met het schooljaar 2023-2024, binnen de beschikbare begrotingskredieten een extra werkingsbudget toekennen aan gefinancierde of gesubsidieerde scholen voor gewoon en buitengewoon basisonderwijs en secundair onderwijs die extra capaciteit inrichten voor regelmatige leerlingen met een verslag, IAC-verslag of OV4-verslag. De toekenning gebeurt onder de volgende voorwaarden: 1° de scholen voor buitengewoon onderwijs richten het betreffende type of de betreffende combinatie van type en opleidingsvorm in hun aanbod in op het moment van de aanvraag;2° de scholen van het gewoon of het buitengewoon onderwijs die extra capaciteit creëren voor leerlingen met een verslag, IAC-verslag of OV4-verslag hebben per type voor het basisonderwijs en per combinatie van type en opleidingsvorm, waarbij de leerlingen per type worden samengeteld over de in aanmerking komende opleidingsvormen heen, in het secundair onderwijs, ten minste 7 regelmatige leerlingen met een verslag, IAC-verslag of OV4-verslag meer op de eerste schooldag van februari van het jaar X, startend in 2024, in vergelijking met het aantal regelmatige leerlingen met een verslag, IAC-verslag of OV4-verslag van het betreffende type op de eerste schooldag van februari van het jaar X-1. Voor het schooljaar 2023-2024 kunnen scholen extra werkingsbudget ontvangen als ze extra capaciteit creëren voor leerlingen met een verslag of IAC-verslag van type 2 of 3 van het buitengewoon basisonderwijs en opleidingsvorm 1, type 2 of type 3 en opleidingsvorm 2, type 2 of 3 van het buitengewoon secundair onderwijs.

De Vlaamse Regering bepaalt vanaf het schooljaar 2024-2025, in functie van de bestaande capaciteitstekorten voor leerlingen met een verslag, IAC-verslag of een OV4-verslag, welke types en welke combinaties van types en opleidingsvormen in aanmerking komen voor extra werkingsbudget.

De Vlaamse Regering kan, in functie van de bestaande capaciteitstekorten voor leerlingen met een verslag, IAC-verslag of een OV4-verslag, een prioritering tussen de types en de combinaties van types en opleidingsvormen bepalen, alsook een prioritering voor een onderwijsniveau; 3° de scholen die tellen of hertellen op de eerste schooldag van oktober van het jaar X-1 komen niet in aanmerking voor extra werkingsbudget;4° de leerlingen die permanent onderwijs aan huis volgen op de eerste schooldag van februari van het jaar X kunnen niet meegeteld worden voor het bekomen van het vereiste aantal van minimum 7 bijkomende leerlingen per type of combinatie van type en opleidingsvorm in vergelijking met het aantal op de eerste schooldag van februari van het schooljaar X-1;5° de scholen dienen tegen uiterlijk 15 juni of op de eerstvolgende werkdag als 15 juni in een weekend valt, van het jaar X-1 een aanvraag in waarin de beoogde bijkomende capaciteit wordt vermeld die zal worden ingericht vanaf de eerste schooldag van september van het jaar X-1.De bevoegde diensten van de Vlaamse Gemeenschap stellen daarvoor een digitaal aanvraagformulier ter beschikking; 6° in voorkomend geval, worden de scholen conform de aanvraag, vermeld in punt 5°, gerangschikt volgens de prioritering van de types en de combinaties van types en opleidingsvormen, alsook volgens de prioritering van een onderwijsniveau als vermeld in punt 2° ;7° de school is gelegen in een onderwijszone als vermeld in artikel 53 van de Codex Secundair Onderwijs van 17 december 2010 waar zich een capaciteitstekort voordoet voor leerlingen met een verslag, IAC-verslag of OV4-verslag voor de in aanmerking komende types of combinaties van types en opleidingsvormen, vermeld in punt 2°.De bevoegde diensten van de Vlaamse Gemeenschap bepalen jaarlijks voor de in aanmerking komende types of combinaties van types en opleidingsvormen een rangorde per type, van de onderwijszones waarin zich een capaciteitstekort stelt door rekening te houden met ontbrekend of ontoereikend aanbod voor de in aanmerking komende types of combinaties van types en opleidingsvormen, op basis van de volgende criteria. Hierbij worden voor het secundair onderwijs de leerlingen per type samengeteld, over de in aanmerking komende opleidingsvormen heen: a) eerst de mismatch in absolute cijfers tussen het aantal leerlingen dat ingeschreven is in het buitengewoon onderwijs en woonachtig is in de betreffende onderwijszone (a) en het aantal leerlingen dat ingeschreven is in het buitengewoon onderwijs in een vestigingsplaats voor buitengewoon onderwijs gelegen in de betreffende onderwijszone (b), waarbij het resultaat van (b) min (a) altijd negatief moet zijn;b) vervolgens, bij een ex aequo van a), de procentuele uitgaande pendel tussen de woonplaats en de onderwijsplaats voor de leerlingen woonachtig in de betrokken zone, waarbij een hogere pendel tot een hogere rangschikking leidt;8° binnen de gerangschikte onderwijszones, vermeld in punt 7°, en rekening houdend met het bepaalde in punt 6°, worden de scholen die een aanvraag indienden op hun beurt gerangschikt op basis van het beoogde aantal bijkomende inschrijvingen in verhouding tot het absoluut tekort, vermeld in punt 7°, a), in de onderwijszone voor dat type, waarbij een school die meer extra inschrijvingen realiseert gunstiger wordt gerangschikt dan een school die minder extra inschrijvingen realiseert;9° in afwijking van punt 7° en 8° en indien er nog te besteden werkingsbudget over is nadat alle aanvragen uit zones met tekorten gehonoreerd zijn, kunnen scholen met aanvragen uit andere onderwijszones gerangschikt worden.Deze scholen worden gerangschikt op basis van de afstand, vermeld in artikel 3, 4°, van het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997, van de vestigingsplaats waar extra inschrijvingen gerealiseerd zullen worden tot de grens van de onderwijszone met tekorten. Een school met een vestigingsplaats waar extra inschrijvingen gerealiseerd zullen worden die dichter gelegen is, wordt gunstiger gerangschikt dan een school met een vestigingsplaats die verderaf gelegen is tot de grens van de onderwijszone met tekorten. Bij een ex aequo in afstand wordt de school die meer extra leerlingen inschrijft gunstiger gerangschikt dan een school die minder extra leerlingen inschrijft.

De scholen die, rekening houdend met de beschikbare begrotingskredieten, gunstig gerangschikt zijn, komen in aanmerking voor extra werkingsbudget. De toewijzing van extra werkingsbudget gebeurt telkens aan de hoogst gerangschikte onderwijszone voor elk type van de hoogst gerangschikte zones tot de laagst gerangschikte zones en daarbinnen van de hoogst naar de laagst gerangschikte scholen. De scholen die niet gunstig gerangschikt zijn, krijgen een brief met de motivering waarom ze niet gunstig gerangschikt werden.

Het extra werkingsbudget bedraagt voor het schooljaar 2023-2024 18.000 euro per extra leerling met een verslag, IAC-verslag in het basisonderwijs en 24.000 euro per extra leerling met een verslag, IAC-verslag of OV4-verslag in het secundair onderwijs. Deze bedragen worden jaarlijks vermenigvuldigd met de aanpassingscoëfficiënt A, die berekend wordt conform de volgende formule: A = (Cx-1/Cx-2), waarbij: 1° Cx-1: de gezondheidsindex van de maand januari van het begrotingsjaar x-1;2° Cx-2: de gezondheidsindex van de maand januari van het begrotingsjaar x-2. § 2. Het extra werkingsbudget wordt aangewend voor de personeels- en werkingskosten die verbonden zijn aan de inrichting van extra capaciteit. § 3. Een eerste schijf van 60% wordt, uiterlijk op 31 december van het jaar X-1, uitbetaald op basis van het beoogde aantal leerlingen die per type bijkomend zullen worden ingeschreven, vermeld in paragraaf 1, 5°. Het saldo van maximaal 40% wordt uiterlijk op 30 juni van het jaar X uitbetaald na verificatie van het werkelijke aantal bijkomende inschrijvingen per type op de eerste schooldag van februari van het jaar X in vergelijking met de eerste schooldag van februari van het jaar X-1.

Indien het vooropgestelde minimum van 7 leerlingen niet wordt gehaald, wordt alle extra werkingsbudget teruggevorderd, behalve in geval van overmacht. Indien door overmacht het vooropgestelde minimum van 7 leerlingen niet wordt gehaald, wordt er uitbetaald voor het aantal leerlingen dat effectief extra is ingeschreven.

Indien evenveel leerlingen werden ingeschreven als vooropgesteld in de aanvraag, krijgt de school het saldo volledig uitbetaald.

Indien er meer leerlingen werden ingeschreven dan vooropgesteld in de aanvraag, wordt er uitbetaald tot het aantal leerlingen uit de aanvraag.

Indien er minder leerlingen werden ingeschreven dan vooropgesteld in de aanvraag, maar het vooropgestelde minimum van 7 leerlingen werd bereikt, wordt berekend hoeveel de school nog als saldo moet ontvangen of hoeveel er teruggevorderd zal worden van de eerste schijf van 60%.

De berekening gebeurt op basis van het aantal extra leerlingen dat daadwerkelijk extra werd ingeschreven. Afdeling 10. - Ondersteuningsbeleid voor cognitief sterk

functionerende leerlingen

Art. 21.§ 1. Vanaf het begrotingsjaar 2023 kan de Vlaamse Regering jaarlijks per schooljaar, startend met het schooljaar 2023-2024 en telkens voor een periode van maximaal vijf schooljaren, binnen de beschikbare begrotingskredieten een financiële ondersteuning toekennen: 1° van maximaal 300.000 euro aan een interuniversitair expertisecentrum met wetenschappelijke kennis over het onderwijs aan cognitief sterk functionerende leerlingen; 2° van maximaal 35.000 euro aan maximaal 14 ankerscholen voor gewoon basisonderwijs elk en van maximaal 45.000 euro aan maximaal 6 ankerscholen voor gewoon secundair onderwijs elk die een passend beleid en een passende onderwijspraktijk hebben uitgebouwd voor cognitief sterk functionerende leerlingen en die per school expertise delen in een lerend netwerk met andere scholen die een dergelijk beleid en een dergelijke onderwijspraktijk willen ont- wikkelen.

De bedragen, vermeld in het eerste lid, 1° en 2°, worden, voor zover de begrotingskredieten dit toelaten, jaarlijks vermenigvuldigd met de aanpassingscoëfficiënt A, die berekend wordt conform de volgende formule: A = (Cx-1/Cx-2), waarbij: 1° Cx-1: de gezondheidsindex van de maand januari van het begrotingsjaar x-1;2° Cx-2: de gezondheidsindex van de maand januari van het begrotingsjaar x-2. § 2. Het expertisecentrum neemt de volgende opdrachten op: 1° de coaching, ondersteuning en coördinatie van de lerende netwerken die de ankerscholen opzetten met de deelnemende scholen.Deze opdracht houdt ten minste de volgende taken in: het opnemen van vragen en waar nodig het dispatchen ervan, en het organiseren van werkgroepen en meetings met de ankerscholen; 2° het voorzien in intervisie en professionalisering voor de ankerscholen en scholen die deelnemen aan de lerende netwerken;3° het bieden van wetenschappelijke input aan de ankerscholen en de deelnemende scholen aan de lerende netwerken ter ondersteuning van het evidence informed werken en het ter beschikking stellen van nieuwe wetenschappelijke inzichten op het gebied van onderwijs aan cognitief sterk functionerende leerlingen met vertaling ervan naar bruikbare materialen voor de onderwijspraktijk;4° het wetenschappelijk onderbouwen van de praktijken in de ankerscholen en de deelnemende scholen aan de lerende netwerken en het verzekeren van de opvolging van de scholen op dit gebied;5° het ontwikkelen en valideren van nieuwe praktijken en materialen en het actueel houden van bestaande praktijken en materialen en het breed beschikbaar stellen ervan voor alle onderwijsactoren via deling op een online kennisplatform;6° het uitvoeren van onderzoek en reviewstudies en het formuleren van aanbevelingen voor onderwijsactoren over onderwijs aan cognitief sterk functionerende leerlingen binnen de context van een bredere leerlingenpopulatie en binnen de context van een schoolbeleid in functie van die brede leerlingenpopulatie;7° het fungeren als aanspreekpunt voor scholen, ouders, leerlingen, ondersteunende diensten, waaronder centra voor leerlingenbegeleiding, pedagogische begeleidingsdiensten en leersteuncentra, en andere relevante actoren met betrekking tot het onderwijs aan cognitief sterk functionerende leerlingen;8° het opnemen van de coördinatie, samen met de ankerscholen van de jaarlijkse rapportering over de uitvoering van de in paragraaf 2 en paragraaf 3 geformuleerde opdrachten;9° het jaarlijks indienen van een aanvraag met een planning en begroting voorafgaand aan de start van het schooljaar. De Vlaamse Regering sluit een beheersovereenkomst af met het geselecteerde expertisecentrum. De beheersovereenkomst heeft maximaal een duurtijd van vijf schooljaren. Ze bevat minstens de doelstellingen, vermeld in het eerste lid, die het expertisecentrum in de genoemde termijn moet realiseren, geconcretiseerd in een plan van aanpak, en de rapporteringsverplichtingen die daarmee samengaan. § 3. Scholen voor gewoon basisonderwijs en gewoon secundair onderwijs kunnen zich onder de volgende voorwaarden kandidaat stellen om een rol als ankerschool op te nemen: 1° de school heeft een voortraject doorlopen als ankerschool of als deelnemende school aan een lerend netwerk in het kader van het project `Voorbeeldscholen ter ondersteuning van cognitief sterk functionerende leerlingen' met een looptijd van 1 november 2020 tot en met 31 oktober 2023 of heeft deelgenomen aan een lerend netwerk in het kader van het nieuwe project, vermeld in paragraaf 1, dat start vanaf het schooljaar 2023-2024;2° de school toont aan al een wetenschappelijk onderbouwd beleid en een wetenschappelijk onderbouwde praktijk te hebben voor cognitief sterk functionerende leerlingen en engageert zich om met het expertisecentrum, vermeld in paragraaf 2, samen te werken om de schooleigen expertise te evalueren en verder te ontwikkelen;3° de school engageert zich om in te zetten op aspecten van de werking van de eigen school ten aanzien van cognitief sterk functionerende leerlingen, inclusief het versterken van het evidence informed werken en dit binnen de context van de bredere leerlingenpopulatie en het algemene beleid op leerlingenbegeleiding in de school;4° de school engageert zich om in te zetten voor de uitbouw van gedifferentieerde thematische lerende netwerken, werkgroepen en intervisie met de andere ankerscholen;5° de school engageert zich om als netwerkcoach en ondersteuner een lerend netwerk aan te sturen met ten minste 12 scholen om expertise over beleid en onderwijspraktijk voor cognitief sterk functionerende leerlingen te delen met andere scholen en deze scholen te ondersteunen bij de eigen professionalisering op het gebied van wetenschappelijke onderbouwing en het evidence informed werken.Personeelsleden van ondersteunende diensten kunnen toegelaten worden tot deelname aan een lerend netwerk; 6° de school is aanspreekpunt voor de deelnemende scholen in het lerend netwerk voor onder andere vragen over implementatie van praktijken en materialen, intervisie bij individuele casuïstiek, inzage in of uitlenen van materialen;7° de school is aanspreekpunt voor ondersteunende diensten, zoals centra voor leerlingenbegeleiding, pedagogische begeleidingsdiensten en leersteuncentra;8° de school draagt bij tot expertisedeling en professionaliseringsinitiatieven in samenwerking met het expertisecentrum;9° de school doet in samenwerking met andere ankerscholen en het expertisecentrum aan materiaalontwikkeling gebaseerd op wetenschappelijke inzichten;10° de school rapporteert, onder coördinatie van het expertisecentrum, jaarlijks over de uitvoering van de opdrachten, vermeld in punt 2° tot en met 9° ;11° de school dient jaarlijks een aanvraag met een planning en begroting in voorafgaand aan de start van het schooljaar. § 4. De Vlaamse Regering doet een oproep om te komen tot de aanduiding van een interuniversitair expertisecentrum en de selectie van de maximaal 20 ankerscholen voor gewoon basisonderwijs en gewoon secundair onderwijs. De oproep wordt ten minste herhaald na telkens een periode van vijf schooljaren en in geval het expertisecentrum zijn activiteiten wenst stop te zetten, of wanneer het contingent van maximaal 20 ankerscholen niet meer volledig opgevuld is.

De beoordeling van de projectvoorstellen en de selectie van de scholen en het expertisecentrum gebeurt door een selectiecommissie, bestaande uit vertegenwoordigers van het Departement Onderwijs en Vorming en de Onderwijsinspectie.

De Vlaamse Regering bepaalt de rapporterings- en uitbetalingsmodaliteiten van de financiële ondersteuning, vermeld in paragraaf 1. Afdeling 11. - Tenlasteneming van juridische kosten van schoolbesturen

Art. 22.§ 1. Binnen de perken van de begroting van de Vlaamse Gemeenschap neemt de Vlaamse Gemeenschap bepaalde juridische kosten in hoofde van de school- of centrumbesturen in de Vlaamse Gemeenschap ten laste.

Deze tenlasteneming is onderworpen aan onderstaande voorwaarden: 1° de school- of centrumbesturen uit het basisonderwijs, secundair onderwijs of deeltijds beroepssecundair onderwijs hebben de juridische kosten (met inbegrip van advocatenkosten en de betaalde rechtsplegingsvergoeding) gemaakt voor: a) hun externe verdediging in rechte als verweerder van hun beslissingen inzake deliberaties en tucht over leerlingen waarbij zij optreden als verdedigende partij;of b) voor het in rechte optreden als eisende, benadeelde of burgerlijke partij tegen daders van onrechtmatig gedrag tegen hun personeelsleden, zoals bedoeld in artikel 32bis van de wet van 4 augustus 1996Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/08/1996 pub. 21/10/1999 numac 1999015088 bron ministerie van buitenlandse zaken, buitenlandse handel en internationale samenwerking Wet houdende instemming met het Protocol tussen de regering van het Koninkrijk België en de regering van de Franse Republiek betreffende het kraamgeld, ondertekend te Brussel op 26 april 1993 sluiten betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk;2° als een school- of centrumbestuur een beroep kan doen op een rechtsbijstandsverzekering is de tenlasteneming beperkt tot de kosten die niet door de rechtsbijstandsverzekering betaald werden;als een school- of centrumbestuur geen beroep kan doen op een rechtsbijstandsverzekering en in elk ander geval is de tenlasteneming beperkt tot maximaal 10.000 euro per aangevochten tucht- of deliberatiebeslissing met toepassing van paragraaf 1, 1°, a), of per procedure inzake onrechtmatig gedrag met toepassing van paragraaf 1, 1°, b). § 2. De tenlasteneming wordt aangevraagd bij de bevoegde diensten van de Vlaamse Gemeenschap. Een aanvraag is enkel ontvankelijk als bij de aanvraag de gerechtelijke uitspraak en de financiële verantwoording is gevoegd. De bevoegde diensten van de Vlaamse Gemeenschap kunnen de aanvrager om bijkomende informatie vragen om de ontvankelijkheid en gegrondheid van de aanvraag te beoordelen. De Vlaamse Regering beslist over de tenlasteneming bij elke aanvraag met toepassing van paragraaf 1, 1°, b). Afdeling 12. - Extra werkingsbudget voor materiaalintensief

studieaanbod in het secundair onderwijs

Art. 23.§ 1. Naast het extra werkingsbudget, bedoeld in artikel 95 van het programma decreet van 16 december 2022Relevante gevonden documenten type decreet prom. 15/06/2007 pub. 31/08/2007 numac 2007036482 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het volwassenenonderwijs sluiten7 bij de begroting 2023, wordt voor het begrotingsjaar 2023 een extra werkingsbudget van 10.000.000 euro toegekend aan de scholen voor het voltijds gewoon secundair onderwijs, de scholen voor buitengewoon secundair onderwijs, de centra voor deeltijds beroepssecundair onderwijs en de centra voor de vorming van zelfstandigen en kleine en middelgrote ondernemingen, voor materiaalintensieve structuuronderdelen.

Met materiaalintensieve structuuronderdelen wordt bedoeld: 1° groep 1: a) alle niet-duale structuuronderdelen van de finaliteit arbeidsmarkt, behalve binnen het studiedomein Taal en Cultuur en het studiedomein Economie en Organisatie;b) alle niet-duale structuuronderdelen van de onderwijsvorm bso, behalve de studiegebieden Toerisme, Handel en Maatschappelijke Veiligheid;c) alle niet-duale structuuronderdelen van de opleidings-, kwalificatie- en integratiefase van opleidingsvorm 3 van het buitengewoon secundair onderwijs;2° groep 2: a) alle niet-duale structuuronderdelen van de dubbele finaliteit, behalve binnen het studiedomein Economie en Organisatie, het studiedomein Maatschappij en Welzijn, het studiedomein Taal en Cultuur en de niet-duale structuuronderdelen Ballet, Creatie en Mode en Fotografie binnen het studiedomein Kunst en Creatie;b) alle niet-duale structuuronderdelen binnen het studiegebied Beeldende Kunsten van de onderwijsvorm kso;c) alle niet-duale structuuronderdelen van de onderwijsvorm tso, behalve de studiegebieden Handel, Personenzorg, Toerisme en Maatschappelijke Veiligheid;3° groep 3: a) alle duale structuuronderdelen, behalve binnen het studiedomein Economie en Organisatie, het studiegebied Handel, het studiegebied Personenzorg tso en het studiegebied Toerisme;b) alle opleidingen binnen het deeltijds beroepssecundair onderwijs. § 2. Een basisbedrag per gewogen regelmatige leerling wordt bekomen door het extra werkingsbudget, vermeld in paragraaf 1, te delen door het aantal gewogen regelmatige leerlingen op de teldatum voor de berekening van de werkingsbudgetten voor het schooljaar 2022-2023, vermeld in artikel 169 tot en met 172 en artikel 357/26 van de Codex Secundair Onderwijs van 17 december 2010, en in artikel 86, § 1, 2°, van het decreet van 10 juli 2008Relevante gevonden documenten type decreet prom. 10/07/2008 pub. 03/10/2008 numac 2008203342 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het stelsel van leren en werken in de Vlaamse Gemeenschap sluiten betreffende het stelsel voor leren en werken in de Vlaamse Gemeenschap.

De regelmatige leerlingen, vermeld in het eerste lid, worden als volgt gewogen: 1° de regelmatige leerlingen die ingeschreven zijn in structuuronderdelen uit de groep 1, vermeld in paragraaf 1, tweede lid, 1°, worden gewogen aan factor 1;2° de regelmatige leerlingen die ingeschreven zijn in structuuronderdelen uit de groep 2, vermeld in paragraaf 1, tweede lid, 2°, worden gewogen aan factor 0,75;3° de regelmatige leerlingen die ingeschreven zijn in structuuronderdelen uit de groep 3, vermeld in paragraaf 1, tweede lid, 3°, worden gewogen aan factor 0,50. § 3. Het extra werkingsbudget per school of centrum is het resultaat van de vermenigvuldiging van het basisbedrag per gewogen regelmatige leerling, vermeld in paragraaf 2, met het aantal gewogen regelmatige leerlingen in de school of het centrum op de reguliere teldatum voor de berekening van de werkingsbudgetten voor het schooljaar 2022-2023, vermeld in artikel 169 tot en met 172 en artikel 357/26 van de Codex Secundair Onderwijs van 17 december 2010, en in artikel 86, § 1, 2°, van het decreet van 10 juli 2008Relevante gevonden documenten type decreet prom. 10/07/2008 pub. 03/10/2008 numac 2008203342 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het stelsel van leren en werken in de Vlaamse Gemeenschap sluiten betreffende het stelsel voor leren en werken in de Vlaamse Gemeenschap.

De regelmatige leerlingen, vermeld in het eerste lid, worden als volgt gewogen: 1° de regelmatige leerlingen die ingeschreven zijn in structuuronderdelen uit de groep 1, vermeld in paragraaf 1, tweede lid, 1°, worden gewogen aan factor 1;2° de regelmatige leerlingen die ingeschreven zijn in structuuronderdelen uit de groep 2, vermeld in paragraaf 1, tweede lid, 2°, worden gewogen aan factor 0,75;3° de regelmatige leerlingen die ingeschreven zijn in structuuronderdelen uit de groep 3, vermeld in paragraaf 1, tweede lid, 3°, worden gewogen aan factor 0,50. § 4. Het extra werkingsbudget wordt aan de schoolbesturen uitbetaald uiterlijk op 31 oktober 2023. Afdeling 13. - Herziening verdeling bedrag bijzondere salarisschalen

Art. 24.In artikel III.5, § 12, van de Codex Hoger Onderwijs van 11 oktober 2013, gewijzigd bij de decreten van 18 december 2020 en 8 juli 2022, worden tussen het derde en het vierde lid twee leden ingevoegd, die luiden als volgt: "Het bedrag bijzondere salarisschalen, vermeld in het eerste lid, wordt gedurende de begrotingsjaren 2022 tot en met 2028 volgens de volgende percentages verdeeld over de hogescholen:

Hogeschool Gent

31,35%

Erasmushogeschool Brussel

20,66%

LUCA School of Arts

23,17%

Karel de Grote Hogeschool, Katholieke Hogeschool Antwerpen

5,11%

Hogeschool PXL

4,86%

Artesis Plantijn Hogeschool Antwerpen

14,85%


Met ingang van het begrotingsjaar 2023 wordt ieder jaar 1/7 van het bedrag bijzondere salarisschalen, vermeld in het eerste lid, overgedragen naar VOWhko2014.". Afdeling 14. - Extra werkingsbudget digitalisering Centra voor

Leerlingenbegeleiding

Art. 25.Artikel 18 van het decreet van 27 april 2018Relevante gevonden documenten type decreet prom. 27/04/2018 pub. 25/06/2018 numac 2018012790 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de leerlingenbegeleiding in het basisonderwijs, het secundair onderwijs en de centra voor leerlingenbegeleiding sluiten betreffende de leerlingenbegeleiding in het basisonderwijs, het secundair onderwijs en de centra voor leerlingenbegeleiding wordt vervangen door wat volgt: "

Art. 18.Vanaf het begrotingsjaar 2023 wordt jaarlijks per schooljaar, startend met het schooljaar 2023-2024, binnen de beschikbare begrotingskredieten een extra werkingsbudget van maximaal 1.000.000 euro toegekend aan de permanente ondersteuningscellen. Het werkingsbudget wordt toegekend aan de gefinancierde permanente ondersteuningscel, de gesubsidieerde vrije permanente ondersteuningscel, de permanente ondersteuningscel van de Onderwijsvereniging van Steden en Gemeenten en de permanente ondersteuningscel van het Provinciaal Onderwijs Vlaanderen verrekend conform hun personeelsomkadering, vermeld in artikel 40, § 2, eerste lid, 1°, en tweede lid. Het extra werkingsbudget wordt netoverstijgend ingezet door alle permanente ondersteuningscellen samen.

De middelen worden ingezet voor netoverstijgende innovatieve digitaliseringsprojecten, met het oog op het kwaliteitsvol begeleiden van leerlingen, waaronder minstens: 1° de ontwikkeling, het onderhoud en de implementatie van een online hulpverleningsaanbod door alle centra voor leerlingenbegeleiding;2° de ontwikkeling, het onderhoud en de implementatie van een digitaal multidisciplinair dossier voor de leerling als vermeld in artikel 10 en de gegevensoverdracht vanuit het digitaal multidisciplinair dossier van de leerling, vermeld in artikel 17;3° de ontwikkeling, het onderhoud en de implementatie van een laagdrempelig toegankelijk digitaal platform voor leerlingen, ouders, scholen, leersteuncentra en netwerkpartners. Alle permanente ondersteuningscellen werken tegen 31 december 2023 netoverstijgend samen aan hun visie op digitalisering met doelstellingen die ze op korte en lange termijn willen bereiken en hoe ze deze doelstellingen op korte en langere termijn zullen realiseren.

Hierbij worden ook de opdrachten, vermeld in het tweede lid, opgenomen, alsook de inzet van de middelen, vermeld in het eerste lid.

De visie wordt door alle permanente ondersteuningcellen samen besproken met de bevoegde diensten van de Vlaamse Regering voor 31 januari 2024. Op het einde van elk schooljaar gaan alle permanente ondersteuningscellen samen in overleg met de bevoegde diensten van de Vlaamse Regering om te rapporteren over de realisatie van hun doelstellingen en de inzet van de middelen van het lopende schooljaar en de planning met inzet van de middelen voor het volgende schooljaar.

Het extra werkingsbudget wordt ten laatste in december van het lopende schooljaar uitbetaald.

Vanaf het begrotingsjaar 2024 wordt het extra werkingsbudget van maximaal 1.000.000 euro geïndexeerd conform de bepaling opgenomen in artikel 29, § 1, vijfde lid.". Afdeling 15. - Extra werkingsbudget Centra voor Leerlingenbegeleiding

Art. 26.Aan hoofdstuk 2, afdeling 4, van het decreet van 27 april 2018Relevante gevonden documenten type decreet prom. 27/04/2018 pub. 25/06/2018 numac 2018012790 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de leerlingenbegeleiding in het basisonderwijs, het secundair onderwijs en de centra voor leerlingenbegeleiding sluiten betreffende de leerlingenbegeleiding in het basisonderwijs, het secundair onderwijs en de centra voor leerlingenbegeleiding, gewijzigd bij het decreet van 20 december 2019 en de decreten van 9 juli 2021, wordt een artikel 32/2 toegevoegd, dat luidt als volgt: "

Art. 32/2.Vanaf het begrotingsjaar 2023 wordt jaarlijks per schooljaar, startend met het schooljaar 2023-2024, binnen de beschikbare begrotingskredieten een extra werkingsbudget van maximaal 7.562.000 euro toegekend aan de centra. Het extra werkingsbudget wordt onder de centra verdeeld op basis van hun aandeel in de nieuwe omkadering, berekend conform artikel 40 en 41.

De middelen worden ingezet voor de versterking van de leerlingenbegeleiding en laten de centra toe om: 1° meer in de scholen aanwezig te zijn en hierbij extra in te zetten op het verhogen van het psychosociaal functioneren van de leerlingen;2° in te zetten op en mee te werken aan initiatieven inzake het voorkomen van vroegtijdig schoolverlaten en ongekwalificeerde uitstroom;3° onderling samen te werken rond de thema's, vermeld in artikel 16, § 2, eerste lid, 1°, a) tot en met i). Het extra werkingsbudget wordt ten laatste in december van het lopende schooljaar uitbetaald.

Vanaf het begrotingsjaar 2024 wordt het extra werkingsbudget van maximaal 7.562.000 euro geïndexeerd conform de bepaling opgenomen in artikel 29, § 1, vijfde lid.". Afdeling 16. - Ondersteuning duaal leren door de regionale

technologische centra (RTC's)

Art. 27.In artikel 3 van het decreet van 14 december 2007Relevante gevonden documenten type decreet prom. 14/12/2007 pub. 01/02/2008 numac 2008035118 bron vlaamse overheid Decreet houdende de organisatie en werking van de regionale technologische centra sluiten houdende de organisatie en werking van de regionale technologische centra, vervangen bij het decreet van 8 juli 2022Relevante gevonden documenten type decreet prom. 15/06/2007 pub. 31/08/2007 numac 2007036482 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het volwassenenonderwijs sluiten4, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in punt 3° wordt de zinsnede "/of" opgeheven;2° in punt 4° worden tussen het woord "werkplekleren" en het woord "faciliteren" de woorden "inclusief duaal leren" ingevoegd.

Art. 28.Aan hoofdstuk III, afdeling II, van hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 13 mei 2011, 19 juni 2015 en 8 juli 2022, wordt een artikel 6/1 toegevoegd, dat luidt als volgt: "

Art. 6/1.In het kader van de beheersovereenkomst met de Vlaamse Regering en binnen de beschikbare begrotingskredieten heeft een RTC recht op specifieke werkingstoelagen ter ondersteuning van het duaal leren. De specifieke werkingstoelagen worden geïndexeerd.

Deze specifieke werkingstoelagen worden per schooljaar per RTC bepaald zoals omschreven in artikel 6, § 2, 2°. In afwijking hiervan gaat voor het schooljaar 2023-2024 de periode in op 1 oktober 2023.

Naast het actieplan, vermeld in artikel 4, § 2, eerste lid, 3°, maken de vijf RTC's samen voor de periode 1 oktober 2023 tot 31 augustus 2024 een actieplan op met de concrete stappen ter ondersteuning van het duaal leren, inclusief een financieel plan per RTC. Het actieplan is complementair aan de activiteiten van het Vlaams Partnerschap Duaal Leren en de sectorale partnerschappen Duaal Leren. Het actieplan wordt voor advies voorgelegd aan het Vlaams Partnerschap Duaal Leren.

De Vlaamse Regering bepaalt de rapporterings- en uitbetalingsmodaliteiten van de specifieke werkingstoelagen, vermeld in het eerste lid.". Afdeling 17. - Bijkomende omkadering voor de afstemming tussen school,

internaat en sportfederatie voor topsportleerlingen

Art. 29.Aan artikel 221 van de Codex Secundair Onderwijs, gewijzigd bij het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 15/06/2007 pub. 31/08/2007 numac 2007036482 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het volwassenenonderwijs sluiten2, wordt een paragraaf 3 toegevoegd, die luidt als volgt: " § 3. Aan elke school voor voltijds secundair onderwijs met ten minste één regelmatige leerling op de toepasbare teldatum in structuuronderdelen met in de benaming "topsport", wordt een aantal specifieke uren-leraar toegekend onder de volgende modaliteiten: 1° het aantal uren-leraar bedraagt 0,2 uren-leraar per regelmatige leerling vanaf de 26e regelmatige leerling;2° indien het aantal regelmatige leerlingen lager ligt dan 25, bedraagt het aantal uren-leraar 0,85 uren-leraar per regelmatige leerling;3° het aantal toegekende uren-leraar bedraagt maximaal 22. De specifieke uren-leraar, vermeld in het eerste lid, worden ingericht onder de vorm van uren die geen lesuren zijn, meer bepaald als bijzondere pedagogische taken.

De desbetreffende uren worden niet verrekend bij toepassing van de bepaling dat maximum 3% van het aantal uren-leraar van een school gebruikt kan worden voor bijzondere pedagogische taken als vermeld in artikel 212.

Voor de toepassing van deze paragraaf worden scholen van hetzelfde schoolbestuur als één school beschouwd. De specifieke uren-leraar worden in dat geval steeds toegekend aan de school die valt onder de toepassing van het gesloten topsportconvenant.". Afdeling 18. - Aanpassing van de nascholingsmiddelen voor de

instellingen om het nascholingsplan uit te voeren in het decreet van 8 mei 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/05/2009 pub. 28/08/2009 numac 2009035790 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de kwaliteit van onderwijs type decreet prom. 08/05/2009 pub. 28/08/2009 numac 2009035809 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het onderwijs XIX sluiten betreffende de kwaliteit van onderwijs

Art. 30.In artikel 9, § 2, eerste lid, van het decreet van 8 mei 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/05/2009 pub. 28/08/2009 numac 2009035790 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de kwaliteit van onderwijs type decreet prom. 08/05/2009 pub. 28/08/2009 numac 2009035809 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het onderwijs XIX sluiten betreffende de kwaliteit van onderwijs, vervangen bij het decreet van 19 december 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 19/12/2014 pub. 30/12/2014 numac 2014036946 bron vlaamse overheid Decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2015 type decreet prom. 19/12/2014 pub. 27/01/2015 numac 2015035071 bron vlaamse overheid Decreet houdende diverse bepalingen onderwijs type decreet prom. 19/12/2014 pub. 13/01/2015 numac 2015035022 bron vlaamse overheid Decreet houdende diverse fiscale bepalingen type decreet prom. 19/12/2014 pub. 03/02/2015 numac 2015035083 bron vlaamse overheid Decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de tweede aanpassing van de begroting 2014 type decreet prom. 19/12/2014 pub. 03/07/2015 numac 2015035711 bron vlaamse overheid Decreet houdende de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2015 sluiten en gewijzigd bij het decreet van 25 februari 2022, wordt de zinsnede "De nascholingsmiddelen per niveau bedragen voor het begrotingsjaar 2015" vervangen door de zinsnede "De volgende bedragen worden per begrotingsjaar en met ingang vanaf begrotingsjaar 2023 toegekend, met uitzondering van de leersteuncentra waarvoor het toe te kennen bedrag vanaf het begrotingsjaar 2024 wordt vermeld".

Art. 31.In artikel 9, § 2, eerste lid, 1°, van hetzelfde decreet, vervangen bij het decreet van 19 december 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 19/12/2014 pub. 30/12/2014 numac 2014036946 bron vlaamse overheid Decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2015 type decreet prom. 19/12/2014 pub. 27/01/2015 numac 2015035071 bron vlaamse overheid Decreet houdende diverse bepalingen onderwijs type decreet prom. 19/12/2014 pub. 13/01/2015 numac 2015035022 bron vlaamse overheid Decreet houdende diverse fiscale bepalingen type decreet prom. 19/12/2014 pub. 03/02/2015 numac 2015035083 bron vlaamse overheid Decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de tweede aanpassing van de begroting 2014 type decreet prom. 19/12/2014 pub. 03/07/2015 numac 2015035711 bron vlaamse overheid Decreet houdende de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2015 sluiten, wordt het bedrag "4.007.000 euro" vervangen door de zinsnede "5.342.667 euro in begrotingsjaar 2023 en 7.931.000 euro vanaf begrotingsjaar 2024".

Art. 32.In artikel 9, § 2, eerste lid, 2°, van hetzelfde decreet, vervangen bij het decreet van 19 december 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 19/12/2014 pub. 30/12/2014 numac 2014036946 bron vlaamse overheid Decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2015 type decreet prom. 19/12/2014 pub. 27/01/2015 numac 2015035071 bron vlaamse overheid Decreet houdende diverse bepalingen onderwijs type decreet prom. 19/12/2014 pub. 13/01/2015 numac 2015035022 bron vlaamse overheid Decreet houdende diverse fiscale bepalingen type decreet prom. 19/12/2014 pub. 03/02/2015 numac 2015035083 bron vlaamse overheid Decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de tweede aanpassing van de begroting 2014 type decreet prom. 19/12/2014 pub. 03/07/2015 numac 2015035711 bron vlaamse overheid Decreet houdende de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2015 sluiten, wordt het bedrag "6.335.000 euro" vervangen door de zinsnede "7.307.000 euro in begrotingsjaar 2023 en 9.419.000 euro vanaf begrotingsjaar 2024".

Art. 33.Aan artikel 9, § 2, eerste lid, van hetzelfde decreet, vervangen bij het decreet van 19 december 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 19/12/2014 pub. 30/12/2014 numac 2014036946 bron vlaamse overheid Decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2015 type decreet prom. 19/12/2014 pub. 27/01/2015 numac 2015035071 bron vlaamse overheid Decreet houdende diverse bepalingen onderwijs type decreet prom. 19/12/2014 pub. 13/01/2015 numac 2015035022 bron vlaamse overheid Decreet houdende diverse fiscale bepalingen type decreet prom. 19/12/2014 pub. 03/02/2015 numac 2015035083 bron vlaamse overheid Decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de tweede aanpassing van de begroting 2014 type decreet prom. 19/12/2014 pub. 03/07/2015 numac 2015035711 bron vlaamse overheid Decreet houdende de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2015 sluiten en gewijzigd bij het decreet van 25 februari 2022, wordt een punt 7° toegevoegd, dat luidt als volgt: "7° voor de leersteuncentra: 167.000 euro.".

Art. 34.In artikel 9, § 2, tweede lid, van hetzelfde decreet, vervangen bij het decreet van 19 december 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 19/12/2014 pub. 30/12/2014 numac 2014036946 bron vlaamse overheid Decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2015 type decreet prom. 19/12/2014 pub. 27/01/2015 numac 2015035071 bron vlaamse overheid Decreet houdende diverse bepalingen onderwijs type decreet prom. 19/12/2014 pub. 13/01/2015 numac 2015035022 bron vlaamse overheid Decreet houdende diverse fiscale bepalingen type decreet prom. 19/12/2014 pub. 03/02/2015 numac 2015035083 bron vlaamse overheid Decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de tweede aanpassing van de begroting 2014 type decreet prom. 19/12/2014 pub. 03/07/2015 numac 2015035711 bron vlaamse overheid Decreet houdende de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2015 sluiten, wordt het jaartal "2016" vervangen door het jaartal "2025".

Art. 35.Aan artikel 10, eerste lid, van hetzelfde decreet wordt de zin "Indien het decreet houdende de aanpassing van de algemene uitgavenbegroting of het programmadecreet houdende bepalingen tot begeleiding van de begrotingsaanpassing, van het begrotingsjaar waarin de nascholingsmiddelen voor het betrokken begrotingsjaar zijn opgenomen, aanleiding geeft tot meer nascholingsmiddelen voor de instellingen, dan worden deze bijkomende middelen uitbetaald binnen de twee maanden na de bekrachtiging door de Vlaamse Regering van betrokken decreet." toegevoegd.

Art. 36.In artikel 132 van het decreet van 5 mei 2023Relevante gevonden documenten type decreet prom. 15/06/2007 pub. 31/08/2007 numac 2007036482 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het volwassenenonderwijs sluiten8 over leersteun wordt punt 1° opgeheven. Afdeling 19. - Tijdelijke bijkomende steun aan hogescholen en

universiteiten ter versterking van studentenvoorzieningen

Art. 37.In de Codex Hoger Onderwijs van 11 oktober 2013, het laatst gewijzigd bij het decreet van 16 december 2022Relevante gevonden documenten type decreet prom. 15/06/2007 pub. 31/08/2007 numac 2007036482 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het volwassenenonderwijs sluiten7, wordt een artikel III.70/1 ingevoegd, dat luidt als volgt: "Art. III.70/1. Ter versterking van de studentenvoorzieningen kan de Vlaamse Regering binnen de perken van de begroting van de Vlaamse Gemeenschap aan de hogescholen en universiteiten een bijkomende toelage toekennen in de volgende gevallen: 1° bij een onvoorziene stijgende financiële hulpvraag van studenten die aanwijsbaar leidt tot een tekort van de toegekende sociale toelage, vermeld in artikel III.67 en III.68; 2° bij een onvoorziene stijging van de kosten voor het uitvoeren van de activiteiten in een van de werkvelden, vermeld in artikel II.348, ten opzichte van de toegekende toelage, vermeld in artikel III.67 en III.68.

Het vaststellen van het bedrag van de bijkomende toelage per hogeschool of universiteit gebeurt als volgt: 1° het aandeel van elke hogeschool of universiteit in de bijkomende toelage wordt berekend op basis van het aandeel van elke hogeschool en universiteit in het totale aantal opgenomen studiepunten van alle hogescholen en universiteiten samen;2° de bijkomende toelage voor een hogeschool of een universiteit kan nooit hoger zijn dan: a) het bedrag berekend overeenkomstig punt 1° ;en b) de aangetoonde tekorten en de aangetoonde stijging van de kosten, vermeld in het eerste lid. De opgenomen studiepunten, vermeld in het tweede lid, 1°, in een hogeschool of universiteit voor het begrotingsjaar t zijn het gemiddelde aantal studiepunten over de academiejaren t-7/t-6 tot en met t-3/t-2 waarvoor studenten onder diplomacontract zich hebben ingeschreven voor een graduaatsopleiding of een initiële bachelor- of masteropleiding in de desbetreffende instelling.

De Vlaamse Regering legt de modaliteiten vast hoe de universiteiten en hogescholen hun tekorten of hun stijging van de kosten, vermeld in het eerste lid, kunnen aantonen.". HOOFDSTUK 5. - Vangnetbepaling ontbrekende CO2-waarden volgens WLTP

Art. 38.Aan artikel 2.2.4.0.7 van de Vlaamse Codex Fiscaliteit van 13 december 2013, gewijzigd bij het decreet van 18 december 2015Relevante gevonden documenten type decreet prom. 18/12/2015 pub. 29/12/2015 numac 2015036624 bron vlaamse overheid Decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2016 type decreet prom. 18/12/2015 pub. 13/01/2016 numac 2016035013 bron vlaamse overheid Decreet houdende diverse financiële bepalingen type decreet prom. 18/12/2015 pub. 29/04/2016 numac 2016035398 bron vlaamse overheid Decreet houdende de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2016 sluiten, waarvan de bestaande tekst paragraaf 1 zal vormen, wordt een paragraaf 2 toegevoegd, die luidt als volgt: " § 2. Als de CO2-uitstoot van het voertuig niet bekend is, wordt die parameter voor de toepassing van artikel 2.2.4.0.1, § 2/2 en artikel 2.2.4.0.1, § 3/3, bepaald volgens volgende formule: CO2-uitstoot = Constante + (Parameter_CC x CC) + (Parameter_KW x KW) + (Parameter_FPK x FPK) + (Parameter_ZP x ZP) + (Parameter_CC_KW x CC x KW) + (Parameter_CC_FPK x CC x FPK) + (Parameter_KW_FPK x KW x FPK) + (Parameter_CC_KW_FPK x CC x KW x FPK).

De parameters, vermeld in het eerste lid, worden gedefinieerd als volgt: 1° CC = de cilinderinhoud in cc gedeeld door 1000;2° KW = het vermogen van de motor uitgedrukt in kilowatt gedeeld door 100;3° FPK = het vermogen van de motor uitgedrukt in fiscale pk;4° ZP = het aantal zitplaatsen. De overige parameters, vermeld in het eerste lid, worden voor de toepassing van deze formule, bepaald aan de hand van de brandstofsoort, vermeld in de volgende tabel:

Benzine en andere brandstoffen, met uitzondering van aardgas, diesel en plug-inhybride

Diesel

Benzine plug- inhybride

Diesel plug- inhybride

Aardgas

Parameter constante

58.3304

1017.5710

75.3124

1716.4604

7627.0345

Parameter_CC

2.9316

-403.6269

-126.9417

-102.5352

-8617.6901

Parameter_KW

53.6921

-817.4980

56.3978

-1333.5261

-8710.9573

Parameter_FPK

5.0617

-96.0669

27.1787

-229.5888

-606.3489

Parameter_ZP

1.9861

1.9861

1.9861

1.9861

1.9861

Parameter_CC_ KW

17.2267

399.2770

-51.8607

-344.2686

8134.2581

Parameter_CC_ FPK

-0.2578

41.8433

-1.0233

51.2497

817.4474

Parameter_ KW_FPK

-5.4089

76.3656

-2.7148

245.7955

905.1812

Parameter_CC_ KW_FPK

0.1784

-34.3605

3.1869

-30.2220

-854.6351


De CO2-uitstoot, zoals berekend in het eerste lid, is minstens gelijk aan nul.

Een plug-inhybride voertuig is een voertuig dat aangedreven wordt door een elektrische motor en een verbrandingsmotor waarvoor de energie geleverd wordt aan de elektrische motor door batterijen die volledig opgeladen kunnen worden via een aansluiting aan een externe energiebron buiten het voertuig.

Een voertuig op aardgas is een voertuig waarvan de motor, ook al is het maar gedeeltelijk of tijdelijk, aangedreven wordt met aardgas.".

Art. 39.In artikel 2.3.4.1.6 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 18 december 2015Relevante gevonden documenten type decreet prom. 18/12/2015 pub. 29/12/2015 numac 2015036624 bron vlaamse overheid Decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2016 type decreet prom. 18/12/2015 pub. 13/01/2016 numac 2016035013 bron vlaamse overheid Decreet houdende diverse financiële bepalingen type decreet prom. 18/12/2015 pub. 29/04/2016 numac 2016035398 bron vlaamse overheid Decreet houdende de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2016 sluiten, waarvan de bestaande tekst paragraaf 1 zal worden, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° tussen de woorden "parameter" en "bepaald" wordt de zinsnede "voor de toepassing van artikel 2.3.4.2.1," ingevoegd; 2° een paragraaf 2 wordt toegevoegd, die luidt als volgt: " § 2.Als de CO2-uitstoot van het voertuig niet bekend is, wordt die parameter voor de toepassing van artikel 2.3.4.1.2/1, bepaald volgens volgende formule: CO2-uitstoot = Constante + (Parameter_CC x CC) + (Parameter_KW x KW) + (Parameter_FPK x FPK) + (Parameter_ZP x ZP) + (Parameter_CC_KW x CC x KW) + (Parameter_CC_FPK x CC x FPK) + (Parameter_KW_FPK x KW x FPK) + (Parameter_CC_KW_FPK x CC x KW x FPK).

De parameters, vermeld in het eerste lid, worden gedefinieerd als volgt: 1° CC = de cilinderinhoud in cc gedeeld door 1000;2° KW = het vermogen van de motor uitgedrukt in kilowatt gedeeld door 100;3° FPK = het vermogen van de motor uitgedrukt in fiscale pk;4° ZP = het aantal zitplaatsen. De overige parameters, vermeld in het eerste lid, worden voor de toepassing van deze formule, bepaald aan de hand van de brandstofsoort, vermeld in de volgende tabel:

Benzine en andere brand- stoffen, met uitzondering van aardgas, diesel en plug-inhybride

Diesel

Benzine plug- inhybride

Diesel plug- inhybride

Aardgas

Parameter constante

58.3304

1017.5710

75.3124

1716.4604

7627.0345

Parameter_ CC

2.9316

-403.6269

-126.9417

-102.5352

-8617.6901

Parameter_ KW

53.6921

-817.4980

56.3978

-1333.5261

-8710.9573

Parameter_ FPK

5.0617

-96.0669

27.1787

-229.5888

-606.3489

Parameter_ ZP

1.9861

1.9861

1.9861

1.9861

1.9861

Parameter_ CC_KW

17.2267

399.2770

-51.8607

-344.2686

8134.2581

Parameter_ CC_FPK

-0.2578

41.8433

-1.0233

51.2497

817.4474

Parameter_ KW_FPK

-5.4089

76.3656

-2.7148

245.7955

905.1812

Parameter_ CC_KW_ FPK

0.1784

-34.3605

3.1869

-30.2220

-854.6351


De CO2-uitstoot, zoals berekend in het eerste lid, is minstens gelijk aan nul.

Een plug-inhybride voertuig is een voertuig dat aangedreven wordt door een elektrische motor en een verbrandingsmotor waarvoor de energie geleverd wordt aan de elektrische motor door batterijen die volledig opgeladen kunnen worden via een aansluiting aan een externe energiebron buiten het voertuig.

Een voertuig op aardgas is een voertuig waarvan de motor, ook al is het maar gedeeltelijk of tijdelijk, aangedreven wordt met aardgas.". HOOFDSTUK 6. - Inwerkingtreding

Art. 40.Dit decreet treedt in werking de tiende dag na de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad, met uitzondering van: 1° artikel 27 en 28, die in werking treden op 1 augustus 2023;2° artikel 11, 21, 22, 25, 26 en 29, die in werking treden op 1 september 2023;3° artikel 4 en 5, die in werking treden op 31 december 2023. Artikel 10 heeft uitwerking met ingang van 1 juli 2023. Artikel 12, 15 en 20 hebben uitwerking vanaf 1 juni 2023.

Artikel 2, 6 tot en met 8, 14 en 30 tot en met 35 hebben uitwerking vanaf 1 januari 2023.

Artikel 24 heeft uitwerking vanaf 1 januari 2022.

Artikel 38 en 39 hebben uitwerking vanaf 1 januari 2021.

Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Brussel, 30 juni 2023.

De minister-president van de Vlaamse Regering, De Vlaamse minister van Buitenlandse Zaken, Cultuur, Digitalisering en Facilitair Management, J. JAMBON De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, H. CREVITS De Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Bestuurszaken, Inburgering en Gelijke Kansen, B. SOMERS De Vlaamse minister van Onderwijs, Sport, Dierenwelzijn en Vlaamse Rand, B. WEYTS De Vlaamse minister van Justitie en Handhaving, Omgeving, Energie en Toerisme, Z. DEMIR De Vlaamse minister van Financiën en Begroting, Wonen en Onroerend Erfgoed, M. DIEPENDAELE De Vlaamse minister van Mobiliteit en Openbare Werken, L. PEETERS De Vlaamse minister van Brussel, Jeugd, Media en Armoedebestrijding, B. DALLE De Vlaamse minister van Economie, Innovatie, Werk, Sociale Economie en Landbouw, J. BROUNS _______ Nota (1) Zitting 2022-2023 Documenten:- Ontwerp van programmadecreet : 1699 - Nr.1 - Amendementen : 1699 - Nrs. 2 en 3 - Verslagen : 1699 - Nrs. 4 t/m 8 - Tekst aangenomen door de commissies : 1699 - Nr. 9 - Tekst aangenomen door de plenaire vergadering : 1699 - Nr. 10 Handelingen - Bespreking en aanneming: Vergadering van 28 juni 2023.

^