Etaamb.openjustice.be
Programmadecreet van 16 december 2022
gepubliceerd op 29 december 2022

Programmadecreet bij de begroting 2023

bron
vlaamse overheid
numac
2022043151
pub.
29/12/2022
prom.
16/12/2022
ELI
eli/decreet/2022/12/16/2022043151/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

16 DECEMBER 2022. - Programmadecreet bij de begroting 2023 (1)


Het VLAAMS PARLEMENT heeft aangenomen en Wij, REGERING, bekrachtigen hetgeen volgt: Programmadecreet bij de begroting 2023 HOOFDSTUK 1. - Algemeen

Artikel 1.Dit decreet regelt een gewest- en gemeenschapsaangelegenheid. HOOFDSTUK 2. - Cultuur, Jeugd, Sport en Media Afdeling 1. - Subsidies aan organisaties met een bijzondere opdracht

binnen mediabeleid

Art. 2.§ 1. De Vlaamse Regering subsidieert een organisatie met rechtspersoonlijkheid als kenniscentrum voor mediawijsheid waarmee ingezet wordt op de verdere uitbouw van een proactief en toekomstgericht Vlaams beleid rond mediawijsheid.

Dit kenniscentrum heeft als taak om burgers te ondersteunen en te helpen om digitale technologie en media actief, creatief, kritisch en bewust te gebruiken en te begrijpen om deel te nemen aan onze maatschappij. § 2. De Vlaamse Regering subsidieert een neutrale en onafhankelijke organisatie met rechtspersoonlijkheid die instaat voor het stimuleren van kwaliteitsvolle onderzoeksjournalistiek en bijzondere journalistiek.

De opdracht van deze organisatie bestaat uit volgende taken: 1° promotie van diepgravende, onafhankelijke journalistiek in Nederlandstalige media via werkbeurzen;2° de onafhankelijkheid van journalisten vrijwaren ten opzichte van de donateurs;3° journalisten helpen hun verhalen onder de burgers te verspreiden. § 3. De Vlaamse Regering subsidieert een beroepsorganisatie die de professionele, sociale en intellectuele belangen van de Vlaamse beroepsjournalisten en journalisten in bijberoep behartigt.

De taken van deze beroepsorganisatie vinden hun oorsprong in de wettelijke opdrachten in het kader van de erkenning van beroepsjournalisten. § 4. De Vlaamse Regering bepaalt op basis van de meerjarenplannen van de aanvragers voor de subsidies, vermeld in paragraaf 1 tot en met 3, en op basis van de beschikbare informatie over de werking van de aanvragers in de voorbije beleidsperiode de begunstigde en de hoogte van de subsidie die jaarlijks gedurende de beleidsperiode wordt toegekend als werkingssubsidie.

Met behoud van de toepassing van artikel 49, § 1, van het decreet van 20 december 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 21/03/2003 pub. 11/06/2003 numac 2003035552 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende de armoedebestrijding sluiten6 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2020 wordt het subsidiebedrag gekoppeld aan hetzelfde prijsindexcijfer dat berekend en benoemd wordt voor de toepassing van artikel 2 van het koninklijk besluit van 24 december 1993 ter uitvoering van de wet van 6 januari 1989 tot vrijwaring van het concurrentievermogen. § 5. De Vlaamse Regering sluit met de organisatie, vermeld in paragraaf 1 en 2, een overeenkomst af voor vier jaar die betrekking heeft op de samenwerking tussen de Vlaamse Regering en de vereniging en op het toezicht op de aanwending van de ter beschikking gestelde middelen.

De Vlaamse Regering kan de nadere regels bepalen omtrent het opstellen, goedkeuren en de inhoud van deze samenwerkingsovereenkomst. § 6. Organisaties die op basis van dit decreet een subsidie ontvangen, erkennen het belang van het gebruik van het Nederlands bij de uitvoering van de gesubsidieerde activiteiten. § 7. De Vlaamse Regering kan de nadere regels bepalen voor de volgende aspecten: 1° de indiening van de aanvraag;2° de beoordeling van de aanvraag;3° de toekenning van de subsidie;4° de opmaak en evaluatie van de samenwerkingsovereenkomst als dat van toepassing is;5° de uitbetaling van de subsidie;6° de verantwoording van de subsidie en welke kosten in aanmerking komen;7° het toezicht op de aanwending van de subsidie;8° de eventuele remediëring en de maatregelen;9° de indicatoren die toelaten om bij de beleidsevaluatie de subsidie inhoudelijk en financieel te evalueren. § 8. Imec (Mediawijs), Journalismfund.eu (Fonds Pascal Decroos) en de Vlaamse Vereniging van Journalisten (VVJ) worden van rechtswege gesubsidieerd tot 31 december 2025 als de organisaties, vermeld in respectievelijk paragraaf 1, 2 en 3.

Wijzigingen in het juridisch kader hebben voorrang op de bepalingen van de lopende samenwerkingsovereenkomsten met imec (Mediawijs) en Journalismfund. eu (Fonds Pascal Decroos). Afdeling 2. - Wijziging van artikel 18 in het Kunstendecreet van 23

april 2021

Art. 3.Artikel 18 van het Kunsten decreet van 23 april 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 27/06/2003 pub. 12/09/2003 numac 2003035990 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de aanpassing van de begroting 2003 sluiten0 wordt vervangen door wat volgt: "

Art. 18.Met uitsluiting van de toepassing van artikel 55 vertegenwoordigt het jaarlijkse budget voor de kortlopende subsidies een bepaald minimumpercentage ten opzichte van het totale jaarlijkse kunstenbudget voor de subsidiëring van de instrumenten, vermeld in dit hoofdstuk en in hoofdstuk 4, afdeling 2.

Als het totale jaarlijkse kunstenbudget, vermeld in het eerste lid, tijdens de beleidsperiode wijzigt in het kader van het algemeen begrotingsbeleid of door een bijstelling omdat een organisatie de voorwaarden waaronder een werkingssubsidie werd toegekend niet naleeft, kan het budget voor de kortlopende subsidies, in afwijking van het eerste lid, in functie van deze wijziging evolueren.

De Vlaamse Regering bepaalt het minimumpercentage, vermeld in het eerste lid.". Afdeling 3. - Subsidies aan organisaties met een bijzondere opdracht

binnen het cultuurbeleid

Art. 4.De Vlaamse Regering subsidieert Theater Stap vzw. Deze werkingssubsidie omvat de subsidiëring van een kern van personeelsleden, een basistoelage voor de werking en een subsidiëring op grond van werkelijk gepresteerde activiteiten.

De vereniging dient daartoe jaarlijks voor 1 december een actieplan in voor het komende jaar.

De Vlaamse Regering bepaalt op basis van dit actieplan en op basis van de beschikbare informatie over de werking van de vereniging in de voorbije werkingsjaren de hoogte van de subsidie.

De vereniging dient jaarlijks uiterlijk op 31 maart een verantwoording in over het voorbije jaar.

Art. 5.De Vlaamse Regering subsidieert Ons Erfdeel vzw.

De Vlaamse Regering bepaalt op basis van het meerjarenplan van Ons Erfdeel vzw en op basis van de beschikbare informatie over de werking van de vereniging in de voorbije beleidsperiode de hoogte van de subsidie die jaarlijks gedurende de beleidsperiode van maximum vijf jaar wordt toegekend als werkingssubsidie. Deze werkingssubsidie omvat de subsidiëring van een kern van personeelsleden, een basistoelage voor de werking en een subsidiëring op grond van werkelijk gepresteerde activiteiten.

Met behoud van de toepassing van artikel 49, § 1, van het decreet van 20 december 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 21/03/2003 pub. 11/06/2003 numac 2003035552 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende de armoedebestrijding sluiten6 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2020, wordt het subsidiebedrag gekoppeld aan hetzelfde prijsindexcijfer dat berekend en benoemd wordt voor de toepassing van artikel 2 van het koninklijk besluit van 24 december 1993 ter uitvoering van de wet van 6 januari 1989 tot vrijwaring van het concurrentievermogen.

De Vlaamse Regering sluit met Ons Erfdeel vzw een beheersovereenkomst af voor maximum vijf jaar die betrekking heeft op de samenwerking tussen de Vlaamse Regering en de vereniging en op het toezicht op de aanwending van de ter beschikking gestelde middelen.

De Vlaamse Regering kan de nadere regels bepalen omtrent het opstellen, goedkeuren en de inhoud van deze beheersovereenkomst.

De lopende beheersovereenkomst met Ons Erfdeel vzw, die loopt tot 31 december 2024, blijft van kracht tot deze datum.

Art. 6.Verenigingen die op basis van artikel 4 en 5 een subsidie ontvangen, erkennen het belang van het gebruik van het Nederlands bij de uitvoering van de gesubsidieerde activiteiten.

Art. 7.De Vlaamse Regering kan voor de verenigingen, vermeld in artikel 4 en 5, de nadere regels bepalen voor de volgende aspecten: 1° de indiening van de aanvraag;2° de beoordeling van de aanvraag;3° de toekenning van de subsidie;4° de opmaak en evaluatie van de beheersovereenkomst;5° de uitbetaling van de subsidie;6° de verantwoording van de subsidie en welke kosten in aanmerking komen;7° het toezicht op de aanwending van de subsidie;8° de eventuele remediëring en de maatregelen;9° de indicatoren die toelaten om bij de beleidsevaluatie de subsidie inhoudelijk en financieel te evalueren. De Vlaamse Codex Overheidsfinanciën van 29 maart 2019 en zijn uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing op de subsidies aan de verenigingen, vermeld in artikel 4 en 5.

Art. 8.Steun die wordt toegekend op grond van artikel 4 tot en met 7 en de uitvoeringsbesluiten ervan, wordt verleend binnen de grenzen en de voorwaarden, vermeld in de algemene groepsvrijstellingsverordening.

Conform de algemene groepsvrijstellingsverordening, voldoen de aanvragen voor subsidies in het kader van dit decreet aan de volgende subsidievoorwaarden: 1° ten aanzien van de aanvrager of subsidieontvanger staat er geen bevel tot te- rugvordering uit door een eerder besluit van de Europese Commissie waarbij de steun onrechtmatig en onverenigbaar is verklaard met de interne markt;2° de aanvrager of subsidieontvanger is geen onderneming in moeilijkheden als vermeld in artikel 2, 18, van de algemene groepsvrijstellingsverordening;3° de toekenning van de subsidie leidt niet tot een schending van het Unierecht als vermeld in artikel 1, lid 5, van de algemene groepsvrijstellingsverordening. De aanmeldingsdrempels voor investerings- en exploitatiesteun voor cultuur, vermeld in artikel 4, 1, z), van de algemene groepsvrijstellingsverordening, worden in acht genomen bij de toekenning van steun aan individuele subsidieontvangers. Als deze individuele aanmeldingsdrempels overschreden worden, wordt de voorgenomen steun voorafgaandelijk aangemeld bij de Europese Commissie. HOOFDSTUK 3. - Financiën en Begroting Afdeling 1. - De vermindering van de onroerende voorheffing voor

gezinsbijslaggerechtigde kinderen en de proportionele verdeling tussen de ouders bij gedeelde huisvesting

Art. 9.In artikel 2.1.5.0.1 van de Vlaamse Codex Fiscaliteit van 13 december 2013, het laatst gewijzigd bij het decreet van 19 november 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 21/03/2003 pub. 11/06/2003 numac 2003035552 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende de armoedebestrijding sluiten8, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1 wordt punt 2° vervangen door wat volgt: "2° de onroerende voorheffing voor de kinderen die in aanmerking komen voor de gezinsbijslagen, vermeld in artikel 5, § 1, IV, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, voor de woning die op 1 januari van het aanslagjaar wordt betrokken door een gezin met ten minste twee kinderen die daar volgens het bevolkingsregister hun woonplaats hebben en die in aanmerking komen voor gezinsbijslag.De vermindering bedraagt per kind 8 euro. Daarbij wordt een gehandicapt kind voor twee gerekend.

Het voormelde bedrag van 8 euro is gekoppeld aan de schommelingen van het algemene indexcijfer van de consumptieprijzen van het Rijk en wordt jaarlijks aangepast op basis van een coëfficiënt die verkregen wordt door het gemiddelde van de maandelijkse indexcijfers van het jaar dat voorafgaat aan het jaar van de inkomsten, te delen door het gemiddelde van de indexcijfers van het jaar 2022. Het gemiddelde van de maandelijkse indexcijfers wordt afgerond op het hogere of lagere honderdste naargelang het cijfer van de duizendsten al of niet vijf bereikt, en de coëfficiënt wordt afgerond op het hogere of lagere tienduizendste naargelang het cijfer van de honderdduizendsten al of niet vijf bereikt. Na de toepassing van de coëfficiënt wordt het bedrag afgerond op het hogere of lagere honderdste naargelang het cijfer van de duizendste al of niet vijf bereikt;"; 2° er wordt een paragraaf 1/1 ingevoegd, die luidt als volgt: " § 1/1.De vermindering, vermeld in paragraaf 1, 2°, wordt in geval van ouders die niet samenleven proportioneel toegekend, afhankelijk van de periode waarin die ouder het kind of de kinderen huisvest, als de volgende voorwaarden cumulatief zijn vervuld: 1° een van beide ouders dient uiterlijk op 31 maart van het aanslagjaar een aanvraag in bij de bevoegde entiteit van de Vlaamse administratie;2° de ouder waarbij het kind of de kinderen volgens het bevolkingsregister niet zijn of hun woonplaats hebben, zorgt voor de huisvesting in een woning die in het Vlaamse Gewest ligt waarin die ouder op 1 januari van het aanslagjaar volgens het bevolkingsregister zijn woonplaats heeft;3° de gedeeltelijke huisvesting wordt op een van de volgende wijzen aangetoond: a) op grond van een overeenkomst die uiterlijk op 1 januari van het aanslagjaar geregistreerd of door een rechter gehomologeerd is;b) op grond van een rechterlijke beslissing die uiterlijk op 1 januari van het aanslagjaar is uitgesproken;c) op grond van een overeenkomst die uiterlijk op 1 januari van het aanslagjaar tot stand is gekomen ten gevolge van een vrijwillige gezinsbemiddeling door een bemiddelaar die erkend is door de commissie, vermeld in artikel 1727 van het Gerechtelijk Wetboek;d) op grond van een overeenkomst die de beide ouders uiterlijk op 1 januari van het aanslagjaar hebben ondertekend. De vermindering, vermeld in paragraaf 1, 2°, wordt proportioneel verdeeld tussen de woning, vermeld in paragraaf 1, 2°, en de woning, vermeld in het eerste lid, 2°.

Als de bevoegde entiteit van de Vlaamse Administratie geen andersluidende kennisgeving ontvangt en de voorwaarden, vermeld in paragraaf 1, 2°, en paragraaf 1/1, zijn vervuld, is de aanvraag die ingediend is voor een aanslagjaar, geldig voor de volgende aanslagjaren.

Als het bedrag, vermeld in paragraaf 1, 2°, overeenkomstig het eerste lid proportioneel wordt toegekend, worden de proportioneel verdeelde bedragen afgerond op het hogere of lagere honderdste naargelang het cijfer van de duizendsten al of niet vijf bereikt.".

Art. 10.In artikel 2.1.5.0.3 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 19 november 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 21/03/2003 pub. 11/06/2003 numac 2003035552 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende de armoedebestrijding sluiten8, wordt tussen de zinsnede "artikel 2.1.5.0.1, § 1, 1° tot en met 3°, " en de zinsnede "artikel 2.1.5.0.1, § 2, eerste lid, 1° tot en met 7° " de zinsnede "artikel 2.1.5.0.1, § 1/1," ingevoegd.

Art. 11.In artikel 2.1.5.0.4 van hetzelfde decreet wordt tussen de zinsnede "artikel 2.1.5.0.1, § 1, 2° en 3°, " en de zinsnede "en artikel 2.1.5.0.2, § 1, 2°, " de zinsnede "artikel 2.1.5.0.1, § 1/1" ingevoegd.

Art. 12.De Vlaamse Belastingdienst is verwerkingsverantwoordelijke als vermeld in artikel 4, 7), van verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming), voor de verwerking van persoonsgegevens die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van artikel 2.1.5.0.1, § 1/1, van de Vlaamse Codex Fiscaliteit van 13 december 2013.

De volgende categorieën van persoonsgegevens worden verwerkt in het kader van de toepassing van het eerste lid: 1° persoonlijke identificatiegegevens, het rijksregisternummer of het identificatienummer van de sociale zekerheid of het fiscaal identificatienummer;2° de samenstelling van het gezin. Met behoud van de toepassing van de noodzakelijke bewaring ervan voor de latere verwerking met het oog op archivering in het algemeen belang, wetenschappelijk of historisch onderzoek of statistische doeleinden als vermeld in artikel 89 van de algemene verordening gegevensbescherming worden de persoonsgegevens, vermeld in het tweede lid, bewaard gedurende de noodzakelijke duur voor de doeleinden, vermeld in artikel 2.1.5.0.1, § 1/1, van de Vlaamse Codex Fiscaliteit van 13 december 2013, met een maximale bewaartermijn van tien jaar na de verjaring van alle vorderingen die tot de bevoegdheid van de verwerkingsverantwoordelijke, vermeld in het eerste lid, behoren of, in voorkomend geval, tien jaar na de definitieve beëindiging van de administratieve en rechterlijke procedures en rechtsmiddelen en de integrale betaling van alle bedragen die daaraan verbonden zijn. Afdeling 2. - Lichte vrachtauto - aanpassing van de definitie van het

begrip lichte vrachtauto

Art. 13.In artikel 1.1.0.0.2, derde lid, 2°, van de Vlaamse Codex Fiscaliteit van 13 december 2013, vervangen bij het decreet van 19 december 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 21/10/1997 pub. 10/01/1998 numac 1997036441 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu sluiten4 en gewijzigd bij het decreet van 8 december 2017Relevante gevonden documenten type decreet prom. 21/10/1997 pub. 10/01/1998 numac 1997036441 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu sluiten6, worden punt a) en b) vervangen door wat volgt: "a) bestaat uit een volledig van de laadruimte afgesloten enkele cabine die ten hoogste twee plaatsen bevat, die van de bestuurder niet inbegrepen, en een open laadbak. Als de auto is ingeschreven in het repertorium van het Directoraat-generaal Mobiliteit en Verkeersveiligheid na 31 december 2022, is de auto ingeschreven ofwel op naam van een rechtspersoon ofwel op naam van een natuurlijke persoon als vermeld in artikel I.1, eerste lid, 1°, (a), van het Wet- boek van economisch recht en ingeschreven in de Kruispuntbank van Ondernemingen conform artikel III.17 van het voormelde wetboek. De voormelde voorwaarde dat het voertuig moet ingeschreven zijn ofwel op naam van een rechtspersoon ofwel op naam van een natuurlijke persoon met een ondernemingsnummer, is alleen van toepassing op auto's van natuurlijke personen en andere rechtspersonen dan vennootschappen, autonome overheidsbedrijven en verenigingen zonder winstgevend doel, met leasingactiviteiten; b) bestaat uit een volledig van de laadruimte afgesloten dubbele cabine die ten hoogste zes plaatsen bevat, die van de bestuurder niet inbegrepen, en een open laadbak.Als de auto is ingeschreven in het repertorium van het Directoraat-generaal Mobiliteit en Verkeersveiligheid na 31 december 2022, is de auto ingeschreven ofwel op naam van een rechtspersoon ofwel op naam van een natuurlijke persoon als vermeld in artikel I.1, eerste lid, 1°, (a), van het Wet- boek van economisch recht en ingeschreven in de Kruispuntbank van Ondernemingen conform artikel III.17 van het voormelde wetboek. De voormelde voorwaarde dat het voertuig moet ingeschreven zijn ofwel op naam van een rechtspersoon ofwel op naam van een natuurlijke persoon met een ondernemingsnummer, is alleen van toepassing op auto's van natuurlijke personen en andere rechtspersonen dan vennootschappen, autonome overheidsbedrijven en verenigingen zonder winstgevend doel, met leasingactiviteiten;".

Art. 14.Aan titel 5 van dezelfde codex, het laatst gewijzigd bij het decreet van 2 april 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 21/03/2003 pub. 11/06/2003 numac 2003035552 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende de armoedebestrijding sluiten9, wordt een artikel 5.0.0.0.19 toegevoegd, dat luidt als volgt: "Art. 5.0.0.0.19. De definitie van lichte vrachtauto, vermeld in artikel 1.1.0.0.2, derde lid, 2°, a) en b), wordt op de voertuigen die na 31 december 2022 voor de eerste keer ingeschreven worden in het repertorium van het Directoraat-generaal Mobiliteit en Verkeersveiligheid of bij een vergelijkbare instelling binnen de Europese Economische Ruimte of een andere staat en nadien in het repertorium van het Directoraat-generaal Mobiliteit en Verkeersveiligheid toegepast zoals de voormelde definitie van toepassing was vóór 1 januari 2023, als voldaan is aan de volgende voorwaarden: 1° het voertuig is voor 1 januari 2023 besteld;2° een kopie van de bestelbon is aan de bevoegde entiteit van de Vlaamse administratie bezorgd voor 15 februari 2023, samen met een formulier, dat de voormelde entiteit te beschikking stelt, dat wordt ondertekend door de betrokken belastingplichtige en dat minstens al de volgende gegevens bevat: a) het identificatienummer uit het Rijksregister van de natuurlijke personen of het identificatienummer, vermeld in artikel 8 van de wet van 15 januari 1990Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/01/1990 pub. 08/07/2010 numac 2010000396 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de sociale zekerheid, van de persoon op de naam van wie het voertuig ingeschreven is of zal worden in het repertorium van het Directoraat- generaal Mobiliteit en Verkeersveiligheid; b) de voornamen, de achternaam en het domicilieadres van de natuurlijke persoon op de naam van wie het voertuig ingeschreven is of zal worden in het repertorium van het Directoraat-generaal Mobiliteit en Verkeersveiligheid.". Afdeling 3. - Wijzigingen van artikel 2.9.4.2.15 van de Vlaamse Codex

Fiscaliteit van 13 december 2013

Art. 15.In artikel 2.9.4.2.15 van de Vlaamse Codex Fiscaliteit van 13 december 2013, ingevoegd bij het decreet van 23 december 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 27/06/2003 pub. 12/09/2003 numac 2003035990 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de aanpassing van de begroting 2003 sluiten2, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1 worden de woorden "onbebouwde landgoederen" vervangen door de woorden "onbebouwde onroerende goederen die stedenbouwkundig uitsluitend en volledig zijn bestemd voor landbouw of die uitsluitend en volledig liggen in de categorie gebiedsaanduiding landbouw of een subcategorie van de gebiedsaanduiding landbouw"; 2° in paragraaf 2 worden punt 1° en 2° vervangen door wat volgt: "1° de verkrijgers van het onbebouwde onroerend goed dat stedenbouwkundig uitsluitend en volledig is bestemd voor landbouw of dat uitsluitend en volledig ligt in de categorie gebiedsaanduiding landbouw of een subcategorie van de gebiedsaanduiding landbouw voldoen aan de verplichting, vermeld in artikel 3.12.3.0.1, § 1; 2° de verkrijgers van het onbebouwde onroerend goed waarvoor een natuurbeheerplan type twee of drie als vermeld in artikel 16ter, § 1, 2° en 3°, van het decreet van 21 oktober 1997Relevante gevonden documenten type decreet prom. 21/10/1997 pub. 10/01/1998 numac 1997036441 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu sluiten betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu, is goedgekeurd conform artikel 16octies van het voormelde decreet, van toepassing is, voldoen aan de verplichting, vermeld in artikel 3.12.3.0.1, § 1 en § 3.". HOOFDSTUK 4. - Kanselarij, Bestuur, Buitenlandse Zaken en Justitie Afdeling 1. - Toekenning van werkingssubsidies aan Vlaams-Brusselse

partnerorganisaties in het kader van het Brusselbeleid

Art. 16.De Vlaamse Regering bepaalt de lijst met Vlaams-Brusselse partnerorganisaties.

Een organisatie kan in aanmerking komen als Vlaams-Brusselse partnerorganisatie als ze voldoet aan al de volgende voorwaarden: 1° de organisatie heeft rechtspersoonlijkheid;2° de organisatie baat een structurele activiteit uit in het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad;3° de organisatie geeft het Vlaamse gemeenschapsbeleid in het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad mee vorm;4° de organisatie streeft minstens een van de volgende doelstellingen na: a) de verbinding versterken tussen Brussel en de rest van Vlaanderen;b) de positie van het Nederlands in Brussel versterken;c) het netwerk van Vlaamse gemeenschapsvoorzieningen in Brussel vormgeven, ondersteunen en promoten;d) de kennis over en de toegankelijkheid van Brussel verhogen door informatieverstrekking en wetenschappelijk onderzoek.

Art. 17.De Vlaamse Regering werkt samen met de Vlaams-Brusselse partnerorganisaties en subsidieert ze voor het verwezenlijken van de volgende beleidsdoelstellingen: 1° een beleid voeren dat inspeelt op de Brusselse samenleving;2° vorm geven aan Brussel als hoofdstad van Vlaanderen;3° gestalte geven aan de Vlaamse Gemeenschap binnen het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad;4° een sterk en kwalitatief netwerk van Vlaamse gemeenschapsvoorzieningen uitbouwen in het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad.

Art. 18.De Vlaamse Regering sluit een aparte beheersovereenkomst voor een periode die in elk geval afloopt op 31 december van het jaar dat volgt op het jaar van de algehele vernieuwing van het Vlaams Parlement, met elke Vlaams-Brusselse partnerorganisatie. Die overeenkomst regelt minstens: 1° de opdrachten om uitvoering te geven aan de beleidsdoelstellingen, vermeld in artikel 17, voor een periode van maximaal vijf jaar.De Vlaams-Brusselse partnerorganisaties stellen hiervoor een meerjarenplan op met de volgende elementen: a) de planning van strategische en operationele doelstellingen en voorbeeldacties;b) de indicatoren voor de evaluatie van de uitvoering van de strategische en operationele doelstellingen;c) de meerjarenbegroting;2° de financiële modaliteiten;3° de manier waarop gerapporteerd wordt over de inhoudelijke en financiële activiteiten van de organisatie en de regels om sancties te nemen, zoals vastgelegd door de Vlaamse Regering, overeenkomstig artikel 19, tweede lid, 3°. De Vlaamse Regering kan de procedure bepalen voor het indienen van het meerjarenplan, vermeld in het eerste lid, 1°.

Art. 19.De Vlaamse Regering bepaalt jaarlijks, binnen de beschikbare begrotingskredieten en op basis van het meerjarenplan, vermeld in artikel 18, eerste lid, 1°, het bedrag dat aan de Vlaams-Brusselse partnerorganisatie wordt toegekend als werkingssubsidie.

De Vlaamse Regering bepaalt de volgende regels: 1° de regels om de subsidies vast te stellen en toe te kennen;2° de regels voor de controle op de subsidies;3° de regels om sancties te nemen. Binnen de perken van de begrotingskredieten worden de subsidiebedragen die toegekend zijn, geïndexeerd. Het gehanteerde indexcijfer voor de voormelde indexatie wordt berekend en toegepast overeenkomstig artikel 2 van het koninklijk besluit van 24 december 1993 ter uitvoering van de wet van 6 januari 1989 tot vrijwaring van 's lands concurrentievermogen.

De Vlaamse Regering bepaalt de manier waarop de indexering, vermeld in het derde lid, toegepast wordt. Afdeling 2. - Toevoegen van een rechtsgrond voor het uitwerken van het

mechanisme van financiering, toezicht en sancties van de Vlaamse advies- en beleidsparticipatieraad van personen met een handicap in het decreet van 10 juli 2008Relevante gevonden documenten type decreet prom. 10/07/2008 pub. 23/09/2008 numac 2008203387 bron vlaamse overheid Decreet houdende een kader voor het Vlaamse gelijkekansen- en gelijkebehandelingsbeleid type decreet prom. 10/07/2008 pub. 13/08/2008 numac 2008202737 bron vlaamse overheid Decreet houdende wijziging van het decreet van 24 juli 1996 houdende regeling tot erkenning van de instellingen voor schuldbemiddeling in de Vlaamse Gemeenschap type decreet prom. 10/07/2008 pub. 03/10/2008 numac 2008203342 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het stelsel van leren en werken in de Vlaamse Gemeenschap sluiten houdende een kader voor het Vlaamse gelijkekansen- en gelijkebehandelingsbeleid

Art. 20.In artikel 12bis van het decreet van 10 juli 2008Relevante gevonden documenten type decreet prom. 10/07/2008 pub. 23/09/2008 numac 2008203387 bron vlaamse overheid Decreet houdende een kader voor het Vlaamse gelijkekansen- en gelijkebehandelingsbeleid type decreet prom. 10/07/2008 pub. 13/08/2008 numac 2008202737 bron vlaamse overheid Decreet houdende wijziging van het decreet van 24 juli 1996 houdende regeling tot erkenning van de instellingen voor schuldbemiddeling in de Vlaamse Gemeenschap type decreet prom. 10/07/2008 pub. 03/10/2008 numac 2008203342 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het stelsel van leren en werken in de Vlaamse Gemeenschap sluiten houdende een kader voor het Vlaamse gelijkekansen- en gelijkebehandelingsbeleid, ingevoegd bij het decreet van 28 maart 2014, wordt de zin "De Vlaamse Regering regelt de erkenning, opdracht, samenstelling en werking van die advies- en beleidsparticipatieraden." vervangen door de zin "De Vlaamse Regering regelt de erkenning, opdracht, samenstelling, werking, subsidiëring, het toezicht en de sanctionering van die advies- en beleidsparticipatieraden.". Afdeling 3. - Fonds voor interbestuurlijke digitalisering lokale

overheden

Art. 21.§ 1. Het Fonds voor interbestuurlijke digitalisering lokale overheden wordt opgericht als een begrotingsfonds als vermeld in artikel 15, § 2, van de Vlaamse Codex Overheidsfinanciën van 29 maart 2019. § 2. Het Fonds voor interbestuurlijke digitalisering lokale overheden wordt gespijsd door: 1° betalingen door lokale overheden voor geleverde diensten in het kader van digitaliseringsprojecten waarbij zij betrokken zijn;2° betalingen door entiteiten, externe overheden en derden voor geleverde diensten door het Agentschap Binnenlands Bestuur in het kader van digitalisering van dienstverlening aan lokale overheden of dienstverlening waarbij lokale overheden betrokken zijn;3° eventuele inschrijvingsgelden voor opleidingen die het Agentschap Binnenlands Bestuur organiseert;4° subsidies van externe overheden;5° de eventuele inbreng van derden als sponsoring voor de realisatie van digitaliseringstrajecten waarbij lokale overheden betrokken zijn;6° schenkingen en legaten;7° de terugvorderingen van de ten onrechte gedane betalingen door het Fonds;8° schadevergoedingen en betalingen afkomstig uit dadingen voortvloeiend uit contracten aangegaan door het Agentschap Binnenlands Bestuur voor het leveren van diensten in het kader van punt 1° tot en met 3°. § 3. De middelen van het Fonds voor interbestuurlijke digitalisering lokale overheden kunnen worden aangewend voor: 1° het aankopen van diensten die nodig zijn om te voldoen aan vragen tot ondersteuning vanuit: a) lokale overheden in het kader van digitaliseringsprojecten waarbij zij betrokken zijn;b) entiteiten, externe overheden en derden in het kader van digitalisering van dienstverlening aan lokale overheden of dienstverlening waarbij lokale overheden betrokken zijn;2° kosten voor het organiseren van opleidingen door het Agentschap Binnenlands Bestuur;3° de uitgaven voor het vergoeden van schade met betrekking tot punt 1° en 2° ;4° specifieke werkingskosten voor de realisatie van de doelstellingen opgenomen in punt 1° en 2°. § 4. In dit artikel wordt verstaan onder: 1° lokale overheden: de overheden, vermeld onder artikel I.3, 5°, van het Bestuurs decreet van 7 december 2018Relevante gevonden documenten type decreet prom. 21/03/2003 pub. 11/06/2003 numac 2003035552 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende de armoedebestrijding sluiten2; 2° entiteiten: de entiteiten, vermeld onder artikel I.3, 1° tot en met 4°, 6°, 7° en 9°, van het Bestuurs decreet van 7 december 2018Relevante gevonden documenten type decreet prom. 21/03/2003 pub. 11/06/2003 numac 2003035552 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende de armoedebestrijding sluiten2; 3° externe overheden: de overheden, vermeld onder artikel I.3, 8°, van het Bestuurs decreet van 7 december 2018Relevante gevonden documenten type decreet prom. 21/03/2003 pub. 11/06/2003 numac 2003035552 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende de armoedebestrijding sluiten2. § 5. De diensten, vermeld in paragraaf 2, 1° en 2°, en paragraaf 3, 1°, en opleidingen als vermeld in paragraaf 2, 3°, en paragraaf 3, 2°, kaderen binnen de taakstelling van het Agentschap Binnenlands Bestuur om te komen tot een samenhangend beleid inzake de lokale en de provinciale besturen en het stedenbeleid, vermeld in artikel 4 van het besluit van de Vlaamse Regering van 28 oktober 2005Relevante gevonden documenten type decreet prom. 27/06/2003 pub. 12/09/2003 numac 2003035990 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de aanpassing van de begroting 2003 sluiten5 tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap Agentschap Binnenlands Bestuur, waaronder efficiënte intra- en interbestuurlijke processen en interacties met inbegrip van standaardisatie en gegevensuitwisseling die daarvoor nodig is. Afdeling 4. - Versterking capaciteit energiecrisis bij OCMW's

Art. 22.Vanaf 2022 tot en met 2024 wordt jaarlijks op de begroting een subsidie ingeschreven voor de Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn van het Vlaamse Gewest, voor de algemene versterking van hun capaciteit omwille van de gestegen noden van burgers door de energiecrisis.

De subsidie bedraagt 2 miljoen euro voor 2022, 8.580.000 euro voor 2023 en 8.580.000 euro voor 2024.

Art. 23.De subsidies voor 2022, 2023 en 2024, vermeld in artikel 22, worden verdeeld volgens het aantal inwoners op 1 januari 2022, zoals gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad.

De lijst met openbare centra voor maatschappelijk welzijn en de definitieve aandelen in de subsidie, vermeld in artikel 22, waarop ze vanaf het begrotingsjaar 2022 tot en met het begrotingsjaar 2024 recht hebben, wordt als bijlage 1 bij dit decreet gevoegd.

Art. 24.De subsidies, vermeld in artikel 22, worden als algemene werkingssubsidies aan de OCMW's toegekend. Het gebruik van deze financiering wordt gemonitord via een deelrapportcode in de jaarrekening.

Art. 25.Er is voor de toekenning van de subsidies, vermeld in artikel 22, geen voorafgaande controle vereist.

Art. 26.De subsidies worden voor het volledige bedrag aan de Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn betaald, op uiterlijk 28 februari 2023 voor de subsidies voor de jaren 2022 en 2023 en op uiterlijk 31 december 2024 voor de subsidie voor het jaar 2024. Afdeling 5. - Financiële ondersteuning van lokale besturen omwille van

inflatie

Art. 27.Vanaf 2023 tot en met 2025 wordt jaarlijks op de begroting een subsidie voor de gemeenten van het Vlaamse Gewest en voor de Vlaamse Gemeenschapscommissie ingeschreven, als financiële ondersteuning omwille van de inflatie.

De subsidie bedraagt 94 miljoen euro voor 2023, 124 miljoen euro voor 2024 en 149 miljoen euro voor 2025.

Art. 28.De subsidies voor 2023, 2024 en 2025, vermeld in artikel 27, worden als volgt verdeeld: 1° 0,5 procent aan de Vlaamse Gemeenschapscommissie;2° 95,5 procent aan de gemeenten van het Vlaamse Gewest, op basis van hun definitieve aandelen in het Gemeentefonds voor 2021;3° 4 procent aan de gemeenten van het Vlaamse Gewest, op basis van hun definitieve aandelen in de dotatie voor open ruimte voor 2022. De lijst met gemeenten en de definitieve aandelen in de subsidie, vermeld in artikel 27, waarop ze vanaf het begrotingsjaar 2023 tot en met het begrotingsjaar 2025 recht hebben, wordt als bijlage 2 bij dit decreet gevoegd.

Art. 29.De subsidies, vermeld in artikel 27, worden als algemene werkingssubsidies aan de gemeenten van het Vlaamse Gewest en aan de Vlaamse Gemeenschapscommissie toegekend.

De gemeenten en de Vlaamse Gemeenschapscommissie moeten geen specifieke verantwoording verstrekken over het gebruik ervan.

Art. 30.Er is voor de toekenning van de subsidies, vermeld in artikel 27, geen voorafgaande controle vereist.

Art. 31.De subsidies worden voor het volledige bedrag aan de gemeenten en aan de Vlaamse Gemeenschapscommissie betaald op uiterlijk 31 december van 2023, 2024 en 2025. Afdeling 6. - Oprichting DAB Investeringsprogramma energiebeheer

overheidsgebouwen

Art. 32.Bij het agentschap Facilitair Bedrijf wordt de DAB Investeringsprogramma energiebeheer overheidsgebouwen opgericht als dienst met afzonderlijk beheer, overeenkomstig artikel 109 van de Vlaamse Codex Overheidsfinanciën.

Deze DAB heeft als opdracht energiebesparende investeringen uit te voeren in gebouwen van de Vlaamse overheid als vermeld in artikel I.3, 1°, van het Bestuurs decreet van 7 december 2018Relevante gevonden documenten type decreet prom. 21/03/2003 pub. 11/06/2003 numac 2003035552 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende de armoedebestrijding sluiten2, en de daardoor gerealiseerde besparingen op energiekosten opnieuw te investeren in energiebesparende investeringen in gebouwen van de Vlaamse overheid.

Art. 33.De begroting van de DAB Investeringsprogramma energiebeheer overheidsgebouwen wordt gestijfd door: 1° de betoelaging ten laste van de uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap;2° alle ontvangsten voortvloeiend uit het beheer en de exploitatie door de DAB Investeringsprogramma energiebeheer overheidsgebouwen.

Art. 34.De middelen van de DAB Investeringsprogramma energiebeheer overheidsgebouwen dienen aangewend te worden voor energiebesparende investeringen in gebouwen van de Vlaamse overheid en het daarbij horende onderhoud. HOOFDSTUK 5. - Omgeving Afdeling 1. - Decreet van 23 december 2011Relevante gevonden documenten type decreet prom. 21/10/1997 pub. 10/01/1998 numac 1997036441 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu sluiten1 betreffende het duurzaam

beheer van materialenkringlopen en afvalstoffen - OVAM-heffingen

Art. 35.In artikel 46 van het decreet van 23 december 2011Relevante gevonden documenten type decreet prom. 21/10/1997 pub. 10/01/1998 numac 1997036441 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu sluiten1 betreffende het duurzaam beheer van materialenkringlopen en afvalstoffen, laatst gewijzigd bij het decreet van 23 december 2011Relevante gevonden documenten type decreet prom. 21/10/1997 pub. 10/01/1998 numac 1997036441 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu sluiten1, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1, 1°, wordt de zinsnede "150 euro per ton" vervangen door de zinsnede "150 euro per ton x K waarbij: K = 4 voor gevaarlijke afvalstoffen; K = 1 voor niet-gevaarlijke afvalstoffen;"; 2° in paragraaf 1 wordt punt 2° vervangen door wat volgt: "2° voor het achterlaten van afvalstoffen in strijd met de voorschriften van dit decreet of de uitvoeringsbesluiten ervan zoals bedoeld in artikel 12 paragraaf 1 of het opslaan van afvalstoffen als de opslag niet gedekt is door een omgevingsvergunning overeenkomstig de geldende wetgeving: 25 euro per ton per kwartaal x K x D1/D2 waarbij: K = 4 voor gevaarlijke afvalstoffen; K = 1 voor andere niet-gevaarlijke afvalstoffen;

K = 0,5 voor inerte afvalstoffen;

D1 = het aantal dagen dat het afval zonder vergunning wordt opgeslagen;

D2 = het totaal aantal dagen in het betreffende kwartaal;"; 3° in paragraaf 1, 11°, van hetzelfde decreet wordt in de vierde zin en in de laatste zin het jaartal "2022" vervangen door het jaartal "2027";4° in paragraaf 1, 19°, wordt de tweede zin geschrapt; 5° in paragraaf 1 wordt na het tweede lid een lid ingevoegd, dat luidt als volgt: "In de gevallen, vermeld in het eerste lid, 2°, geldt de heffingsplicht voor de periode vanaf de dag van de vaststelling van de niet vergunde opslag tot en met de dag van de vaststelling van het beëindigen van de niet vergunde opslag en/of de afvoer van de afvalstoffen naar een daarvoor vergunde inrichting."; 6° in paragraaf 1 wordt na het achtste lid een lid ingevoegd, dat luidt als volgt: "In afwijking van de gevallen, vermeld in het eerste lid, 16°, 16° /1, 17° en 17° /1, worden voor het verbranden of meeverbranden van afvalstoffen in afwijking van de verbrandingsverboden zoals bepaald in afdeling 4.5 van het besluit van 17 februari 2012 van de Vlaamse Regering tot vaststelling van het Vlaams reglement betreffende het duurzaambeheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen, de bedragen, vermeld in het eerste lid, 16°, 16° /1, 17° en 17° /1, vermenigvuldigd met 2."; 7° in paragraaf 5 wordt na het vierde lid een lid toegevoegd, dat luidt als volgt: "In afwijking van het tweede lid wordt het vanaf 1 januari 2023 ingevoerde bedrag, vermeld in punt 2° van paragraaf 1, aangepast aan het indexcijfer van de consumptieprijzen met als basisindex het indexcijfer van de consumptieprijzen van november 2022, basis 1996."; 8° aan paragraaf 7 worden de volgende zinnen toegevoegd: "Vanaf 1 januari 2023 wordt in dezelfde gevallen de heffing met 12 euro per ton verminderd.Het bedrag van 12 euro per ton word aangepast aan het indexcijfer van de consumptieprijzen met als basisindex het indexcijfer van de consumptieprijzen van november 2022, basis 1996.

Het bedrag wordt jaarlijks automatisch geïndexeerd op 1 januari van elk jaar."; 9° aan paragraaf 8 worden de volgende zinnen toegevoegd: "Vanaf 1 januari 2023 wordt in dezelfde gevallen de heffing met 12 euro per ton verminderd.Het bedrag van 12 euro per ton word aangepast aan het indexcijfer van de consumptieprijzen met als basisindex het indexcijfer van de consumptieprijzen van november 2022, basis 1996.

Het bedrag wordt jaarlijks automatisch geïndexeerd op 1 januari van elk jaar.". Afdeling 2. - Wijziging van het decreet van 18 juli 2003Relevante gevonden documenten type decreet prom. 18/07/2003 pub. 14/11/2003 numac 2003201696 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende het integraal waterbeleid type decreet prom. 18/07/2003 pub. 19/09/2003 numac 2003200811 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende publiek-private samenwerking sluiten betreffende

het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018

Art. 36.Aan artikel 4.2.2.4.1, § 1, van het decreet van 18 juli 2003Relevante gevonden documenten type decreet prom. 18/07/2003 pub. 14/11/2003 numac 2003201696 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende het integraal waterbeleid type decreet prom. 18/07/2003 pub. 19/09/2003 numac 2003200811 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende publiek-private samenwerking sluiten betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018, wordt een tweede lid toegevoegd, dat luidt als volgt: "Indien een heffingsplichtige loost in een ander oppervlaktewater dan dit waaruit het oppervlaktewater wordt opgenomen, kunnen de bepalingen van het eerste lid toch worden toegepast als: 1° de lozing in een ander oppervlaktewater is opgelegd als voorwaarde in de omgevingsvergunning;en 2° de lozing in een ander oppervlaktewater een voordeliger effect op de waterkwaliteit en het milieu heeft dan lozing in het oppervlaktewater waaruit wordt opgenomen;en 3° de lozing in hetzelfde oppervlaktewater geen nadelig effect op de waterkwaliteit en het milieu zou hebben voor het oppervlaktewater waaruit wordt opgenomen.".

Art. 37.In bijlage 5 van hetzelfde decreet worden aan de tabel volgende rijen toegevoegd:

60.a 60.b

Waterproductiecentra van openbare waterdistributienetwerken: a) lozend op oppervlaktewater b) niet lozend op oppervlaktewater

1 m3 geloosd afvalwater 1 m3 geloosd afvalwater

0,0022 0,0160

0,0001 0,0004

0,0005 0,0011

0 0

0,0028 0,0175

61

(Inter)gemeentelijke recyclageparken

1 m3 potentieel verontreinigd hemelwater

0,004

0,001

0,001

0,003

0,009


". Afdeling 3. - Belasting jachtverloven en jachtvergunningen (ANB)

Art. 38.Artikel 16 van het Jachtdecreet van 24 juli 1991 wordt vervangen door wat volgt: "

Art. 16.§ 1. De belasting op de afgifte van de jachtverloven en de jachtvergunningen wordt vanaf het jachtseizoen 1992-1993 als volgt vastgesteld: 1° voor het jachtverlof dat elke dag van het jachtseizoen geldig is: 175 euro;2° voor het jachtverlof dat elke zondag van het jachtseizoen geldig is: 120 euro;3° voor de jachtvergunning die vijf vooraf bepaalde dagen in het jachtseizoen geldig is: 45 euro. § 2. Het in paragraaf 1 vermelde bedrag wordt op 31 juli van het jaar 2023 en vervolgens in de daaropvolgende jaren op 31 juli jaarlijks aangepast aan de gezondheidsindex van de maand juni.". Afdeling 4. - Opheffing Domus Flandria en DAB Urgentieprogramma voor

de Sociale Huisvesting

Art. 39.Artikel 49 van het decreet van 25 juni 1992 houdende diverse bepalingen tot begeleiding van de begroting 1992, gewijzigd bij de decreten van 18 december 1992, 22 december 1993 en 8 juli 1997, wordt opgeheven.

Art. 40.In het decreet van 18 december 1992 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1993 worden de volgende artikelen opgeheven: 1° artikel 26, 27 en 28;2° artikel 29, gewijzigd bij het decreet van 23 juni 2006Relevante gevonden documenten type decreet prom. 23/06/2006 pub. 10/07/2006 numac 2006036076 bron vlaamse overheid Decreet houdende wijziging van het decreet van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten type decreet prom. 23/06/2006 pub. 20/11/2006 numac 2006036587 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van diverse decreten aan de nieuwe benaming van de wetgevende vergaderingen van de gemeenschappen en gewesten sluiten;3° artikel 31. Afdeling 5. - BRV-fonds: omvorming Grondfonds en inkanteling

Rubiconfonds en Vernieuwingsfonds

Art. 41.In artikel 2 van het decreet van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten, het laatst gewijzigd bij het decreet van 27 oktober 2017, wordt punt 10° opgeheven.

Art. 42.In hetzelfde decreet, het laatst gewijzigd bij het decreet van 29 maart 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 21/03/2003 pub. 11/06/2003 numac 2003035552 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende de armoedebestrijding sluiten4, wordt artikel 17 opgeheven.

Art. 43.In artikel 45 van hetzelfde decreet wordt het woord "Vernieuwingsfonds" vervangen door de zinsnede "BRV-fonds, vermeld in artikel 1.6.1 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening".

Art. 44.In het decreet van 27 juni 2003Relevante gevonden documenten type decreet prom. 27/06/2003 pub. 12/09/2003 numac 2003035990 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de aanpassing van de begroting 2003 sluiten houdende bepalingen tot begeleiding van de aanpassing van de begroting 2003, gewijzigd bij het decreet van 8 december 2017Relevante gevonden documenten type decreet prom. 21/10/1997 pub. 10/01/1998 numac 1997036441 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu sluiten6, wordt hoofdstuk XI, dat bestaat uit artikel 28 tot en met 32, opgeheven.

Art. 45.In titel I van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het laatst gewijzigd bij het decreet van 3 mei 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 21/03/2003 pub. 11/06/2003 numac 2003035552 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende de armoedebestrijding sluiten5, wordt een hoofdstuk VI ingevoegd, dat luidt als volgt: "Hoofdstuk VI. BRV-Fonds".

Art. 46.In dezelfde codex wordt in hoofdstuk VI, ingevoegd bij artikel 45, een artikel 1.6.1 ingevoegd, dat luidt als volgt: "Art. 1.6.1. § 1. Er wordt een BRV-fonds opgericht. Het BRV-fonds is een Gewestdienst met Afzonderlijk Beheer, vermeld in artikel 140 van de gecoördineerde wetten op de Rijkscomptabiliteit. § 2. De middelen waarover het BRV-fonds beschikt zijn: 1° de toelagen ingeschreven in het decreet houdende de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap;2° het per 31 december van het jaar voorafgaand aan het begrotingsjaar beschikbare saldo van het BRV-fonds;3° alle ontvangsten voortvloeiend uit de toepassing van deze codex, met inbegrip van alle ontvangsten die voortvloeien uit de toepassing van titel VI;4° de opbrengsten van de heffingen, vermeld in titel 2, hoofdstuk 6, van de Vlaamse Codex Fiscaliteit van 13 december 2013;5° de ontvangsten voortvloeiend uit financiële lasten als vermeld in artikel 75 van het decreet van 25 april 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 21/10/1997 pub. 10/01/1998 numac 1997036441 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu sluiten3 betreffende de omgevingsvergunning, verbonden aan een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen of voor het verkavelen van gronden en opgelegd op grond van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening;6° alle andere middelen die nuttig zijn in het kader van de doelstelling van het BRV-fonds en die inzonderheid ingevolge wettelijke, decretale of reglementaire bepalingen aan het BRV-fonds toekomen, evenals de terugstortingen en toevallige ontvangsten;7° de terugvorderingen voortvloeiend uit de ten onrechte gedane betalingen. § 3. De middelen van het BRV-fonds worden aangewend voor: 1° de uitgaven die voortvloeien uit de toepassing van deze codex; 2° de uitgaven die in functie staan van of voortvloeien uit het Vlaamse ruimtelijk beleid in overeenstemming met de instrumenten, vermeld in artikel 1.1.3 van deze codex, waaronder ook het betoelagen van andere Vlaamse entiteiten of het subsidiëren van initiatieven of specifieke doelgroepen die mee instaan voor de uitvoering van het Beleidsplan Ruimte Vlaanderen; 3° de ondersteuning van steden en gemeenten voor de uitbetaling van planschadevergoedingen, vermeld in artikel 2.6.1, ten gevolge van gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen ter uitvoering van het Beleidsplan Ruimte Vlaanderen.

De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels voor de aanwending van de middelen van het BRV-fonds. § 4. De Vlaamse Regering beheert het BRV-fonds.

Ze stelt de nodige administratieve en logistieke ondersteuning ter beschikking van het BRV-fonds en kan, overeenkomstig de geldende regels, sommige van haar bevoegdheden hiertoe doordelegeren.".

Art. 47.In artikel 2.6.17, § 3, eerste lid, van dezelfde codex, gewijzigd bij de decreten van 5 juli 2013, 4 april 2014, 1 juli 2016 en 8 december 2017, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in punt 2° wordt de zinsnede "het Rubiconfonds, vermeld in artikel 28 van het decreet van 27 juni 2003Relevante gevonden documenten type decreet prom. 27/06/2003 pub. 12/09/2003 numac 2003035990 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de aanpassing van de begroting 2003 sluiten houdende bepalingen tot begeleiding van de aanpassing van de begroting 2003" vervangen door de zinsnede "het BRV-fonds, vermeld in artikel 1.6.1"; 2° in punt 5° wordt de zinsnede "grondfonds, vermeld in artikel 5.6.3" vervangen door de zinsnede "BRV-fonds, vermeld in artikel 1.6.1".

Art. 48.In titel V, hoofdstuk VI, afdeling 1, van dezelfde codex, gewijzigd bij het decreet van 4 mei 2016Relevante gevonden documenten type decreet prom. 21/10/1997 pub. 10/01/1998 numac 1997036441 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu sluiten5, wordt onderafdeling 3, die bestaat uit artikel 5.6.3, opgeheven.

Art. 49.In artikel 5.6.8, § 6, tweede lid, van dezelfde codex, ingevoegd bij het decreet van 8 december 2017Relevante gevonden documenten type decreet prom. 21/10/1997 pub. 10/01/1998 numac 1997036441 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu sluiten6, wordt het woord "Rubiconfonds" vervangen door het woord "BRV-fonds".

Art. 50.In artikel 5.6.9 van dezelfde codex, ingevoegd bij het decreet van 8 december 2017Relevante gevonden documenten type decreet prom. 21/10/1997 pub. 10/01/1998 numac 1997036441 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu sluiten6, wordt het woord "Rubiconfonds" vervangen door het woord "BRV-fonds".

Art. 51.In artikel 6.2.11, § 1, van dezelfde codex, ingevoegd bij het decreet van 25 april 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 21/10/1997 pub. 10/01/1998 numac 1997036441 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu sluiten3, wordt het woord "Grondfonds" vervangen door het woord "BRV-fonds".

Art. 52.In artikel 6.5.1, eerste lid, van dezelfde codex, ingevoegd bij het decreet van 25 april 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 21/10/1997 pub. 10/01/1998 numac 1997036441 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu sluiten3, wordt de zinsnede "Grondfonds, vermeld in artikel 5.6.3" vervangen door de zinsnede "BRV-fonds, vermeld in artikel 1.6.1".

Art. 53.Aan hoofdstuk 5, afdeling 2, onderafdeling 2, van het decreet van 25 april 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 21/10/1997 pub. 10/01/1998 numac 1997036441 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu sluiten3 betreffende de omgevingsvergunning, wordt een artikel 76/1 ingevoegd, dat luidt als volgt: "

Art. 76/1.De ontvangsten uit financiële lasten, vermeld in artikel 75, verbonden aan een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen of voor het verkavelen van gronden worden gestort op de volgende rekening: 1° de rekening van het BRV-fonds, vermeld in artikel 1.6.1 van de VCRO, als de last wordt verbonden aan een omgevingsvergunning en opgelegd is op grond van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening; 2° de rekening van de provincie, als de last wordt verbonden aan een omgevingsvergunning en opgelegd is op grond van een provinciale stedenbouwkundige verordening; 3° op rekening van de gemeente, in alle andere gevallen.".

Art. 54.In artikel I.3, 4°, van het Bestuurs decreet van 7 december 2018Relevante gevonden documenten type decreet prom. 21/03/2003 pub. 11/06/2003 numac 2003035552 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende de armoedebestrijding sluiten2 wordt punt h) opgeheven.

Art. 55.§ 1. Het saldo van het Rubiconfonds, beschikbaar als over te dragen saldo bij de bekrachtiging en afkondiging van het decreet houdende de aanpassing van de begroting 2023, wordt op die datum gedesaffecteerd ten gunste van het BRV-Fonds. Dit saldo wordt vastgesteld door de Vlaamse Regering.

De middelen, vermeld in het eerste lid, worden aangewend voor de gehele of gedeeltelijke financiering of subsidiëring van: 1° alle waterkeringswerken, alle werken tot de aanleg, aanpassing of inrichting van overstromingsgebieden en wachtbekkens, en de bijhorende werken van natuurtechnische milieubouw;2° de werken tot aanleg of aanpassing van de rechtstreekse toegang naar waterkeringswerken, overstromingsgebieden en wachtbekkens, vermeld in punt 1° ;3° het aankopen en onteigenen zoals bedoeld in artikel 6 en 7 van het decreet van 16 april 1996 betreffende de waterkeringen;4° de uitvoering van de instrumenten inzake de verwerving van goederen zoals bedoeld in afdeling III, hoofdstuk III, titel I, van het decreet van 18 juli 2003Relevante gevonden documenten type decreet prom. 18/07/2003 pub. 14/11/2003 numac 2003201696 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende het integraal waterbeleid type decreet prom. 18/07/2003 pub. 19/09/2003 numac 2003200811 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende publiek-private samenwerking sluiten betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018; 5° de uitvoering van de bepalingen van het stroomgebiedbeheersplan, het bekkenbeheersplan en het deel-bekkenbeheersplan, zoals bedoeld in titel I van het voormeld decreet van 18 juli 2003Relevante gevonden documenten type decreet prom. 18/07/2003 pub. 14/11/2003 numac 2003201696 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende het integraal waterbeleid type decreet prom. 18/07/2003 pub. 19/09/2003 numac 2003200811 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende publiek-private samenwerking sluiten, gecoördineerd op 15 juni 2018, die uitvoering geven aan artikel 1.2.2, 6°, van dat decreet; 6° de vergoedingen als gevolg van de aanduiding als watergevoelig openruimtegebied, zoals bedoeld in artikel 5.6.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening. § 2. Het BRV-Fonds neemt vanaf 1 januari 2023 alle rechten en verplichtingen over van het Rubiconfonds, vermeld in artikel 28 van het decreet van 27 juni 2003Relevante gevonden documenten type decreet prom. 27/06/2003 pub. 12/09/2003 numac 2003035990 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de aanpassing van de begroting 2003 sluiten houdende bepalingen tot begeleiding van de aanpassing van de begroting 2003.

Alle ontvangsten en uitgaven die vanaf 1 januari 2023 gerealiseerd worden en geboekt zijn op de begrotingsuitvoeringsrekening van het Rubiconfonds volgens de rechtsgrond waarop ze gebaseerd zijn, worden toegewezen aan het BRV-fonds op datum van 1 januari 2023.

Art. 56.§ 1. Het saldo van het Vernieuwingsfonds, beschikbaar als over te dragen saldo bij de bekrachtiging en afkondiging van het decreet houdende de aanpassing van de begroting 2023, wordt op die datum gedesaffecteerd ten gunste van het BRV-Fonds. Dit saldo wordt vastgesteld door de Vlaamse Regering.

De middelen, vermeld het eerste lid, hebben als doel bij te dragen in de verwezenlijking en inzonderheid in de financiële ondersteuning van de saneringswerkzaamheden in het kader van de vernieuwing van de leegstaande en/of verwaarloosde bedrijfsruimten. § 2. Het BRV-Fonds neemt vanaf 1 januari 2023 alle rechten en verplichtingen over van het Vernieuwingsfonds, bedoeld in artikel 17 van het decreet van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten.

Alle ontvangsten en uitgaven die vanaf 1 januari 2023 gerealiseerd worden en geboekt zijn op de begrotingsuitvoeringsrekening van het Vernieuwingsfonds volgens de rechtsgrond het waarop ze gebaseerd zijn, worden toegewezen aan het BRV-fonds op datum van 1 januari 2023. Afdeling 6. - Wijziging van titel XIV van het Energiedecreet van 8 mei

2009

Art. 57.In artikel 14.1.2, eerste lid, 1°, a), van het Energie decreet van 8 mei 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/05/2009 pub. 07/07/2009 numac 2009035580 bron vlaamse overheid Decreet houdende algemene bepalingen betreffende het energiebeleid type decreet prom. 08/05/2009 pub. 28/08/2009 numac 2009035809 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het onderwijs XIX sluiten, ingevoegd bij het decreet van 19 december 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 21/10/1997 pub. 10/01/1998 numac 1997036441 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu sluiten4 en vervangen bij het decreet van 22 december 2017, wordt het bedrag "42 eurocent" vervangen door het bedrag "0 eurocent". HOOFDSTUK 6. - Welzijn, Volksgezondheid en Gezin Afdeling 1. - Wijziging van het decreet van 9 februari 2018Relevante gevonden documenten type decreet prom. 21/03/2003 pub. 11/06/2003 numac 2003035552 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende de armoedebestrijding sluiten1

betreffende het lokaal sociaal beleid

Art. 58.Aan artikel 2 van het decreet van 9 februari 2018Relevante gevonden documenten type decreet prom. 21/03/2003 pub. 11/06/2003 numac 2003035552 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende de armoedebestrijding sluiten1 betreffende het lokaal sociaal beleid wordt een derde lid toegevoegd, dat luidt als volgt: "De Vlaamse Regering kan, onder de voorwaarden die ze bepaalt en binnen de perken van de begrotingskredieten, een subsidie verlenen aan de Vlaamse Gemeenschapscommissie voor de uitvoering van het convenant, vermeld in het tweede lid.".

Art. 59.Aan artikel 17 van hetzelfde decreet wordt een tweede lid toegevoegd, dat luidt als volgt: "De Vlaamse Regering kan, onder de voorwaarden die ze bepaalt en binnen de perken van de begrotingskredieten, een subsidie verlenen aan organisaties die activiteiten organiseren of ondersteunen die zijn gericht op de vermaatschappelijking van de lokale sociale hulp- en dienstverlening of het verhogen van de toegang tot de sociale hulp- en dienstverlening en het aanpakken van de onderbescherming.". Afdeling 2. - Wijzigingen van het decreet van 3 april 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 03/04/2009 pub. 17/09/2009 numac 2009035880 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het georganiseerde vrijwilligerswerk in het beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid en Gezin type decreet prom. 03/04/2009 pub. 14/04/2009 numac 2009201639 bron waalse overheidsdienst Decreet houdende wijziging van het decreet van 10 maart 1994 betreffende de oprichting van de "Société wallonne de Financement complémentaire des Infrastructures" en houdende bepalingen betreffende de toekenning van de waarborg van het Gewest (1) sluiten betreffende

het georganiseerde vrijwilligerswerk in het beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid en Gezin

Art. 60.Aan het decreet van 3 april 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 03/04/2009 pub. 17/09/2009 numac 2009035880 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het georganiseerde vrijwilligerswerk in het beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid en Gezin type decreet prom. 03/04/2009 pub. 14/04/2009 numac 2009201639 bron waalse overheidsdienst Decreet houdende wijziging van het decreet van 10 maart 1994 betreffende de oprichting van de "Société wallonne de Financement complémentaire des Infrastructures" en houdende bepalingen betreffende de toekenning van de waarborg van het Gewest (1) sluiten betreffende het georganiseerde vrijwilligerswerk in het beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, gewijzigd bij het decreet van 21 juni 2013, wordt een hoofdstuk V/1 toegevoegd, dat luidt als volgt: "Hoofdstuk V/1. Ondersteuningsbeleid".

Art. 61.In hetzelfde decreet wordt aan hoofdstuk V/1, toegevoegd bij artikel 60, een artikel 14/1 toegevoegd, dat luidt als volgt: "

Artikel 14/1.De Vlaamse Regering kan, onder de voorwaarden die ze bepaalt en binnen de perken van de begrotingskredieten, een subsidie verlenen aan een of meer organisaties die ondersteunende of aanvullende dienstverlening bieden op vlak van onder meer methodiekontwikkeling, begeleiding en coaching, deskundigheidstransfer, innovatief optreden, documentaire onderbouw en kennisopbouw, en promotie van het vrijwilligerswerk.". Afdeling 3. - Decreetsbepaling betreffende de toekenning van subsidies

in uitvoering van de Vlaamse Intersectorale Akkoorden voor de social/non-profitsectoren

Art. 62.De Vlaamse Regering kan subsidies toekennen in uitvoering van de Vlaamse Intersectorale Akkoorden voor de socialprofitsectoren en de non-profitsectoren. Afdeling 4. - Wijziging van het decreet van 21 maart 2003Relevante gevonden documenten type decreet prom. 21/03/2003 pub. 11/06/2003 numac 2003035552 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende de armoedebestrijding sluiten betreffende

de armoedebestrijding

Art. 63.Aan hoofdstuk IV van het decreet van 21 maart 2003Relevante gevonden documenten type decreet prom. 21/03/2003 pub. 11/06/2003 numac 2003035552 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende de armoedebestrijding sluiten betreffende de armoedebestrijding wordt een afdeling 6 toegevoegd, die luidt als volgt: "Afdeling 6. Vormingsorganisaties inzake armoede

Art. 18/2.De Vlaamse Regering kan een of meerdere organisaties erkennen als vormingsorganisatie inzake armoede. De Vlaamse Regering bepaalt de voorwaarden voor de erkenning.

Een vormingorganisatie inzake armoede organiseert vorming en biedt coaching, advies en ondersteuning aan organisaties en lokale besturen inzake armoedebestrijding.

Ze vertrekt vanuit de ervaringswereld van mensen in armoede en zet ervaringskennis inzake het leven in armoede centraal in de ontwikkeling en uitvoering van de vormings-, coachings- en ondersteuningstrajecten.

Deze vorming beoogt verhoogde kennis en inzicht in armoede en armoedebestrijding, concrete verandering in het gedrag van mensen en in de werking van de betrokken organisaties of lokale besturen.

Art. 18/3.De Vlaamse Regering kan, binnen de beschikbare begrotingskredieten, erkende vormingsorganisaties inzake armoede subsidiëren. De Vlaamse Regering bepaalt daartoe de nodige regels.". Afdeling 5. - Wijzigingen van het decreet van 18 mei 2018Relevante gevonden documenten type decreet prom. 21/10/1997 pub. 10/01/1998 numac 1997036441 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu sluiten9 houdende de

Vlaamse sociale bescherming

Art. 64.In artikel 80, § 2, eerste lid, van het decreet van 18 mei 2018Relevante gevonden documenten type decreet prom. 21/10/1997 pub. 10/01/1998 numac 1997036441 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu sluiten9 houdende de Vlaamse sociale bescherming wordt het bedrag "130 euro" vervangen door het bedrag "135 euro". Afdeling 6. - Wijzigingen van het Groeipakketdecreet van 2018

Art. 65.In artikel 4, § 1, van het Groeipakketdecreet van 2018, gewijzigd bij de decreten van 20 december 2019 en 23 december 2021, worden volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het zesde lid wordt de zinsnede "in 2022, 2023 en 2024 jaarlijks op 1 september" vervangen door de zinsnede "op 1 september 2022 en op 1 december 2022";2° een zevende lid wordt toegevoegd, dat luidt als volgt: "In afwijking van het vierde lid worden de inkomensgrenzen, vermeld in deel 1 van boek 2 en deel 2 van boek 5, die ingevolge de verhoging uit het vierde lid werden bekomen op 30 september 2022, vanaf 1 september 2023 jaarlijks geïndexeerd op 1 september.De indexering is gelijk aan de procentuele stijging van de gezondheidsindex, voor de maand december van het tweede kalenderjaar dat het jaar van de indexering voorafgaat, ten opzichte van de gezondheidsindex voor de maand december van het derde kalenderjaar dat het jaar van de indexering voorafgaat.".

Art. 66.In artikel 15, § 1, eerste lid, van hetzelfde decreet wordt de zinsnede "50 procent" vervangen door de zinsnede "80 procent".

Art. 67.In artikel 18 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 22 maart 2019, 21 mei 2021 en 1 juli 2022, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het tweede lid, 1°, wordt het getal "50" vervangen door het getal "63,86"; 2° in het tweede lid, 1°, wordt het getal "30.378,60" vervangen door het getal "31.897,53"; 3° in het tweede lid wordt een punt 1/1° ingevoegd, dat luidt als volgt: "1/1° 32,33 euro per kind voor gezinnen tot en met twee rechtgevende kinderen, waarvan de gezinsinkomsten op jaarbasis tussen 31.897,53 euro en 37.213,79 euro liggen;"; 4° in het tweede lid, 2°, wordt het getal "80" vervangen door het getal "93,86"; 5° in het tweede lid, 2°, wordt het getal "30.378,60" vervangen door het getal "31.897,53"; 6° in het tweede lid, 3°, wordt het getal "60" vervangen door het getal "73,86"; 7° in het tweede lid, 3°, wordt het getal "30.378,60" vervangen door het getal "31.897,53".

Art. 68.In artikel 18/1 van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 25 november 2022Relevante gevonden documenten type decreet prom. 27/06/2003 pub. 12/09/2003 numac 2003035990 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de aanpassing van de begroting 2003 sluiten4, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° tussen het eerste en het tweede lid wordt een nieuw lid ingevoegd, dat luidt als volgt: "Voor elk kind dat in april 2023 recht geeft op een maandelijkse sociale toeslag als vermeld in artikel 18, wordt het bedrag, vermeld in artikel 18, tweede lid, voor de maand april 2023 eenmalig verhoogd met 100 euro."; 2° in het bestaande tweede lid, dat het derde lid wordt, worden tussen de woorden "vermeld in het eerste" en de zinsnede "lid, wordt" de woorden "en tweede" ingevoegd.

Art. 69.In artikel 68, § 2/1, eerste lid, van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 1 juli 2022, wordt de zinsnede "1 juli 2022" vervangen door de zinsnede "1 augustus 2022".

Art. 70.In artikel 75, eerste lid, van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 25 november 2022Relevante gevonden documenten type decreet prom. 27/06/2003 pub. 12/09/2003 numac 2003035990 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de aanpassing van de begroting 2003 sluiten4, wordt tussen de zinsnede "artikel 18" en de zinsnede ", en de kinderopvangtoeslag" de zinsnede "en artikel 18/1, tweede lid" ingevoegd.

Art. 71.In artikel 222 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1, derde lid, wordt de zinsnede "stemt overeen met het bedrag van de toeslag voor langdurig werklozen, vermeld in artikel 42bis van de Algemene kinderbijslagwet, en" opgeheven;2° in paragraaf 1, derde lid, 1°, wordt het getal "46,88" vervangen door het getal "60,74";3° in paragraaf 1, derde lid, 2°, wordt het getal "29,06" vervangen door het getal "42,92";4° in paragraaf 1, derde lid, 3°, wordt het getal "5,10" vervangen door het getal "18,96";5° aan paragraaf 1 wordt een vierde lid toegevoegd, dat luidt als volgt: "Een rechtgevend kind dat recht geeft op kinderbijslag als vermeld in artikel 210, § 1, of dat recht geeft op de gewone wezenbijslag, vermeld in titel 2, kan recht geven op een maandelijkse sociale toeslag van 32,33 euro als voldaan is aan de voorwaarden, vermeld in artikel 18, tweede lid, 1/1°."; 6° in paragraaf 2 wordt het getal "100,86" telkens vervangen door het getal "114,72";7° in paragraaf 3, eerste lid, wordt het getal "23,43" vervangen door het getal "37,29".

Art. 72.In artikel 222/1 van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 25 november 2022Relevante gevonden documenten type decreet prom. 27/06/2003 pub. 12/09/2003 numac 2003035990 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de aanpassing van de begroting 2003 sluiten4, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° tussen het eerst en het tweede lid wordt een nieuw lid ingevoegd, dat luidt als volgt: "Voor elk kind dat in april 2023 recht geeft op een maandelijkse sociale toeslag als vermeld in artikel 222, wordt het bedrag, vermeld in artikel 222, voor de maand april 2023 eenmalig verhoogd met 100 euro."; 2° in het bestaande tweede lid, dat het derde lid wordt, worden tussen de woorden "vermeld in het eerste" en de woorden "lid, wordt" de woorden "en tweede" ingevoegd. HOOFDSTUK 7. - Onderwijs en Vorming Afdeling 1. - Verankering in decreet Volwassenenonderwijs van de drie

opdrachten van Vocvo vzw

Art. 73.In titel IV, hoofdstuk I, van het decreet van 15 juni 2007Relevante gevonden documenten type decreet prom. 15/06/2007 pub. 31/08/2007 numac 2007036482 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het volwassenenonderwijs sluiten betreffende het volwassenenonderwijs, het laatst gewijzigd bij het decreet van 25 maart 2022, wordt het opschrift van afdeling IX vervangen door wat volgt: "Afdeling IX. De ondersteuning van het onderwijs aan gedetineerden, het geletterdheidsbeleid en de werking inzake duidelijke taal".

Art. 74.Artikel 72octies van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 19 december 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 21/10/1997 pub. 10/01/1998 numac 1997036441 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu sluiten4 en gewijzigd bij de decreten van 20 december 2019 en 26 juni 2020, wordt vervangen door wat volgt: "

Art. 72octies.§ 1. Binnen de beschikbare begrotingskredieten stelt de Vlaamse Regering op basis van de beheersovereenkomst, vermeld in paragraaf 2, 2°, jaarlijks een subsidie ter beschikking aan Vocvo vzw voor de uitvoering van volgende opdrachten: 1° de coördinatie en ondersteuning van het geletterdheidsbeleid van de Vlaamse overheid;2° de werking inzake duidelijke taal;3° de opdrachten in uitvoering van het strategisch plan hulp- en dienstverlening aan gedetineerden: a) de coördinatie en ondersteuning van de centra voor volwassenenonderwijs en de centra voor basiseducatie bij de uitwerking van een onderwijs- en vormingsbeleid voor gedetineerden, de organisatie van het detecteren van de onderwijs- en vormingsbehoeften van gedetineerden en de coördinatie van de begeleiding van het onderwijstraject van gedetineerden;b) de ondersteuning van de onderwijscoördinatoren bij enerzijds de uitbouw van een behoeftedekkend en aangepast aanbod voor onderwijs aan gedetineerden en anderzijds de coördinatie van het onderwijsaanbod in de gevangenis. Voor de uitvoering van de opdracht, vermeld in het eerste lid, 3°, beantwoordt Vocvo vzw ten minste aan volgende voorwaarden: 1° Vocvo vzw voert de opdracht in elke penitentiaire inrichting gelegen in de werkingsgebieden van de centra voor basiseducatie en de vestigingsplaatsen van de centra voor volwassenenonderwijs op een efficiënte wijze uit en toont dit aan op basis van de resultaatsverbintenissen uit de beheersovereenkomst, vermeld in paragraaf 2, 2° ;2° Vocvo vzw vindt een draagvlak bij de centra voor basiseducatie en de centra voor volwassenenonderwijs en toont dit aan door middel van een stuurgroep samengesteld door vertegenwoordigers van de aanbodverstrekkers en andere stakeholders;3° Vocvo vzw organiseert minstens tweemaal per jaar een gezamenlijk overleg van de stuurgroep onderwijs aan gedetineerden met de overheid. Voor de opdrachten, vermeld in het eerste lid, 1° en 2°, zet Vocvo vzw in op de geletterdheid en duidelijke taal van de bevolking in Vlaanderen en toont dit aan op basis van de resultaatsverbintenissen uit de beheersovereenkomst, vermeld in paragraaf 2, 2°. § 2. Vocvo vzw kan enkel in aanmerking komen voor de subsidie, vermeld in paragraaf 1, als: 1° in de algemene vergadering een afgevaardigde opgenomen wordt van de representatieve groepering van de Centra voor Basiseducatie, vermeld in artikel 43, en de pedagogische begeleidingsdiensten;2° Vocvo vzw met de Vlaamse Regering een vierjaarlijkse beheersovereenkomst afsluit over de uitvoering van de opdrachten en de aanwending van de toegekende middelen, vermeld in paragraaf 1.Deze beheersovereenkomst bevat ten minste per opdracht, vermeld in paragraaf 1: a) het aandeel van de toegekende subsidie, vermeld in paragraaf 1;b) de doelstellingen en bijhorende resultaatsverbintenissen;c) de planning bestaande uit een vierjarig werkingsprogramma en een jaarlijks actieplan met telkens een overeenstemmende begroting.Het vierjarig werkingsprogramma is maximaal afgestemd op de strategische doelstellingen uit de beheersovereenkomst; d) rapportering en opvolging van de werkzaamheden bestaande uit een jaarlijks activiteitenverslag, een jaarlijks financieel rapport en, na de volledige periode van vier kalenderjaren, een afsluitend rapport over de activiteiten van de volledige periode.De rapportering motiveert telkens minstens welke doelstellingen en bijhorende resultaatsverbintenissen al dan niet behaald werden. § 3. Voor de aanwending van de subsidie, vermeld in paragraaf 1, gelden volgende regels: 1° de subsidie kan enkel worden aangewend voor het dekken van werkingskosten en personeelskosten;2° van de subsidie kunnen geen andere reserves worden aangelegd dan voor het sociaal passief ter bezoldiging van prestaties, gerelateerd aan deze subsidies, van personeelsleden;3° de subsidies kunnen geheel of gedeeltelijk teruggevorderd worden, indien blijkt dat deze middelen niet worden aangewend voor de realisatie van de opdrachten bepaald in paragraaf 1;4° de stukken ter verantwoording van de ingezette middelen worden op de zetel van Vocvo vzw bewaard, waar ze voor controle ter beschikking staan van de bevoegde administratie; 5° de voorziene subsidie volgt de gezondheidsindex.". Afdeling 2. - Extra werkingsmiddelen ter compensatie van

energiefacturen vanaf schooljaar 2022-2023

Art. 75.In artikel 89 van hetzelfde decreet, vervangen bij het decreet van 21 december 2018Relevante gevonden documenten type decreet prom. 21/03/2003 pub. 11/06/2003 numac 2003035552 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende de armoedebestrijding sluiten0 en gewijzigd bij de decreten van 20 december 2019 en 3 juli 2020, wordt de zin "Vanaf het begrotingsjaar 2020 bedraagt de werkingstoelage per lesuurcursist 1,8741 euro." vervangen door de zin "Vanaf het schooljaar 2023- 2024 bedraagt de werkingstoelage per lesuurcursist 2,2403 euro.".

Art. 76.In artikel 108, § 4, van hetzelfde decreet, vervangen bij het decreet van 16 maart 2018Relevante gevonden documenten type decreet prom. 21/03/2003 pub. 11/06/2003 numac 2003035552 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende de armoedebestrijding sluiten3 en gewijzigd bij de decreten van 21 december 2018, 20 december 2019, 26 juni 2020, 3 juli 2020 en 4 februari 2022, wordt een vierde lid toegevoegd, dat luidt als volgt: "Vanaf het schooljaar 2023-2024 wordt het totaal volume aan werkingsmiddelen vermeerderd met 1.953.622,94 euro.".

Art. 77.Aan artikel 196septies, § 5, eerste lid, van hetzelfde decreet wordt een punt 4° toegevoegd, dat luidt als volgt: "4° na de berekening in punt 1° tot en met 3° wordt een aanvullend bedrag van 546.377,06 euro verdeeld over de centra voor basiseducatie volgens hetzelfde aandeel aan werkingsmiddelen als het aandeel aan werkingsmiddelen waarop het centrum volgens de berekening van artikel 89 en artikel 196septies, § 5, eerste lid, 3°, voor schooljaar 2022-2023 recht heeft.".

Art. 78.Aan artikel 196septies, § 5, tweede lid, van hetzelfde decreet wordt een punt 5° toegevoegd, dat luidt als volgt: "5° na de berekening in punt 1° tot en met 4° wordt een aanvullend bedrag van 1.953.622,94 euro verdeeld over de centra voor volwassenenonderwijs volgens hetzelfde aandeel aan werkingsmiddelen als het aandeel aan werkingsmiddelen waarop het centrum volgens de berekening van artikel 196septies, § 5, tweede lid, 4°, voor schooljaar 2022-2023 recht heeft.".

Art. 79.In artikel 196septies, § 6, tweede lid, 2°, van hetzelfde decreet wordt tussen het woord "werkingstoelagen" en het woord "en" de zinsnede ", vermeld in artikel 108, § 1 tot en met § 4," ingevoegd. Afdeling 3. - Toekenning jaarlijkse aanvullende

vte/leraarsuren/punten/werkingsmiddelen ten behoeve van de asielproblematiek

Art. 80.Aan artikel 196sexies, § 1, van het decreet van 15 juni 2007Relevante gevonden documenten type decreet prom. 15/06/2007 pub. 31/08/2007 numac 2007036482 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het volwassenenonderwijs sluiten betreffende het volwassenenonderwijs, ingevoegd bij het decreet van 18 december 2015, en het laatst gewijzigd bij het decreet van 23 december 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 27/06/2003 pub. 12/09/2003 numac 2003035990 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de aanpassing van de begroting 2003 sluiten2, wordt een achtste lid toegevoegd, dat luidt als volgt: "Ten laste van het begrotingsjaar 2023 worden 32.955,75 aanvullende leraarsuren, 481,99 aanvullende punten en een bedrag van 604.847,18 euro aan werkingsmiddelen aan de centra voor volwassenenonderwijs en 132,96 aanvullende vte, 2.192,09 aanvullende punten en een bedrag van 1.627.652,82 euro aan werkingsmiddelen aan de centra voor basiseducatie toegekend.". Afdeling 4. - Begrotingsfonds Dienstverlening AHOVOKS

Art. 81.In artikel 26, § 3, van het decreet van 21 december 2012Relevante gevonden documenten type decreet prom. 21/10/1997 pub. 10/01/1998 numac 1997036441 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu sluiten2 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2013, het laatst gewijzigd bij het decreet van 26 juni 2020, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° punt 4° wordt opgeheven; 2° er wordt een punt 7° toegevoegd, dat luidt als volgt: "7° de inschrijvingsgelden van het toelatingsexamen Dierenarts, vermeld in artikel II.187/1, § 5, van de Codex Hoger Onderwijs van 11 oktober 2013.". Afdeling 5. - Correctie groeipaden OBE

Art. 82.In artikel III.5, § 20, van de Codex Hoger Onderwijs, ingevoegd bij het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 21/03/2003 pub. 11/06/2003 numac 2003035552 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende de armoedebestrijding sluiten7, wordt het eerste lid vervangen door wat volgt: " § 20. Het bedrag VOWprof, vermeld in of berekend conform dit artikel, wordt vermeerderd met de volgende bedragen: 1° in het begrotingsjaar 2022 met 12.000.000 euro; 2° in het begrotingsjaar 2023 met 12.491.600 euro. Dit bedrag wordt geïndexeerd aan de hand van de indexformule, vermeld in paragraaf 9, en verhoogd met 4 miljoen euro; 3° in het begrotingsjaar 2024 wordt het totale bedrag berekend overeenkomstig punt 2° geïndexeerd aan de hand van de indexformule, vermeld in paragraaf 9, en verhoogd met 4 miljoen euro; 4° vanaf het begrotingsjaar 2025 wordt het totale bedrag berekend overeenkomstig punt 3° geïndexeerd aan de hand van de indexformule, vermeld in paragraaf 9.". Afdeling 6. - Bijkomende indexeringen budgetten hoger onderwijs

Art. 83.In deel 3, titel 1, afdeling 3, onderafdeling 1, van dezelfde codex, het laatst gewijzigd bij het decreet van 8 juli 2022Relevante gevonden documenten type decreet prom. 27/06/2003 pub. 12/09/2003 numac 2003035990 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de aanpassing van de begroting 2003 sluiten1, wordt een artikel III.5/1 ingevoegd, dat luidt als volgt: "Art. III.5/1. In het begrotingsjaar 2023 worden de bedragen die in deze codex geïndexeerd worden aan de hand van de indexformule, vermeld in artikel III.5, § 9, bijkomend geïndexeerd met 0,93 procent.

In het begrotingsjaar 2023 worden de bedragen die in deze codex geïndexeerd worden aan de hand van de indexformule, vermeld in artikel III.5, § 9, bijkomend geïndexeerd met 2,69 procent.". Afdeling 7. - Het niet toekennen van de kliks aan de universiteiten in

het begrotingsjaar 2023

Art. 84.In artikel III.6/1 van dezelfde codex, ingevoegd bij het decreet van 19 december 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 21/10/1997 pub. 10/01/1998 numac 1997036441 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu sluiten4, vervangen bij het decreet van 18 december 2015 en gewijzigd bij het decreet van 18 december 2020, wordt tussen het tweede en het derde lid een lid ingevoegd, dat luidt als volgt: "In afwijking van artikel III.6, § 1, § 2 en § 3, van deze codex, evolueren in het begrotingsjaar 2023 de bedragen van de variabele onderwijsdelen VOWun en VOWac niet als het aantal opgenomen studiepunten in het desbetreffende variabele onderwijsdeel berekend voor het begrotingsjaar 2023 toeneemt met ten minste 2 procent ten opzichte van de referentiepunten. Er worden ook geen nieuwe referentiepunten vastgelegd bij een eventuele stijging van 2 procent of meer van het aantal opgenomen studiepunten voor het desbetreffende variabele onderwijsdeel.". Afdeling 8. - Vermindering onderzoekscomponent werkingsuitgaven -

compensatie investeringskredieten universiteiten

Art. 85.Aan artikel III.24 van dezelfde codex, het laatst gewijzigd bij het decreet van 8 juli 2022Relevante gevonden documenten type decreet prom. 27/06/2003 pub. 12/09/2003 numac 2003035990 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de aanpassing van de begroting 2003 sluiten1, wordt een paragraaf 12 toegevoegd, die luidt als volgt: " § 12. Vanaf het begrotingsjaar 2023 wordt de totale werkingsuitkering van de universiteiten met 15.000.000 euro verminderd. Dit bedrag wordt als volgt verdeeld over de universiteiten:

Katholieke Universiteit Leuven

5.079.715 euro

Universiteit Gent

4.336.989 euro

Universiteit Antwerpen

2.335.359 euro

Vrije Universiteit Brussel

2.097.957 euro

Universiteit Hasselt

1.149.980 euro


".

Art. 86.Aan artikel III.54 van dezelfde codex, gewijzigd bij de decreten van 20 december 2013, 25 april 2014 en 3 juli 2015, wordt een paragraaf 4 toegevoegd, die luidt als volgt: " § 4. Vanaf het begrotingsjaar 2023 wordt het basisbedrag van de investeringskredieten voor de universiteiten vermeerderd met 15.000.000 euro aan vastleggingskredieten. Dit bedrag wordt als volgt verdeeld over de universiteiten:

Katholieke Universiteit Leuven

5.079.715 euro

Universiteit Gent

4.336.989 euro

Universiteit Antwerpen

2.335.359 euro

Vrije Universiteit Brussel

2.097.957 euro

Universiteit Hasselt

1.149.980 euro


De gekoppelde betaalkredieten aan deze vastleggingskredieten worden over vijf jaar gespreid: 10 procent wordt uitbetaald in het eerste jaar van vastlegging, zijnde het jaar N, 20 procent in jaar N+1, 30 procent in jaar N+2, 20 procent in jaar N+3 en 20 procent in jaar N+4.". Afdeling 9. - Bijkomende middelen hogeronderwijsinstellingen

Art. 87.Aan artikel III.24 van dezelfde codex, het laatst gewijzigd bij het decreet van 8 juli 2022Relevante gevonden documenten type decreet prom. 27/06/2003 pub. 12/09/2003 numac 2003035990 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de aanpassing van de begroting 2003 sluiten1, wordt een paragraaf 13 toegevoegd, die luidt als volgt: " § 13. Vanaf het begrotingsjaar 2023 worden de totale werkingsmiddelen van de hogescholen (inclusief de Hogere Zeevaartschool) en de universiteiten met 7.941.650 euro vermeerderd.

Dit bedrag wordt verdeeld op basis van het procentuele aandeel van elke hogeschool en universiteit in de totale werkingsmiddelen.

Vanaf het begrotingsjaar 2024 wordt het bedrag, vermeld in deze paragraaf, geïndexeerd aan de hand van de indexformule, vermeld in artikel III.5, § 9.".

Art. 88.Aan artikel III.118 van dezelfde codex, gewijzigd bij de decreten van 19 december 2014 en 20 december 2019, wordt een paragraaf 11 toegevoegd, die luidt als volgt: " § 11. Vanaf het begrotingsjaar 2023 wordt het bedrag voor de Vlerick Business School, berekend overeenkomstig dit artikel, vermeerderd met 7750 euro.

Vanaf het begrotingsjaar 2023 wordt het bedrag voor de Antwerp Management School, berekend overeenkomstig dit artikel, vermeerderd met 4000 euro.

Vanaf het begrotingsjaar 2023 wordt het bedrag voor het Instituut voor Tropische Geneeskunde, berekend overeenkomstig dit artikel, vermeerderd met 46.600 euro.

Vanaf het begrotingsjaar 2024 worden de bedragen, vermeld in deze paragraaf, geïndexeerd aan de hand van de indexformule, vermeld in artikel III.5, § 9.". Afdeling 10. - Bijkomende middelen arts/tandarts

Art. 89.In dezelfde codex, het laatst gewijzigd bij het decreet van 15 juli 2022Relevante gevonden documenten type decreet prom. 27/06/2003 pub. 12/09/2003 numac 2003035990 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de aanpassing van de begroting 2003 sluiten3, wordt een artikel III.25/2 ingevoegd, dat luidt als volgt: "Art. III.25/2. In het kader van een verhoging van de quota, vermeld in artikel II.187, § 4, kan de Vlaamse Regering vanaf het begrotingsjaar 2023 binnen de beschikbare budgettaire ruimte een bijkomende werkingstoelage toekennen voor de universiteiten die een bacheloropleiding aanbieden in het studiegebied Geneeskunde en/of Tandheelkunde.

De universiteiten kunnen de bijkomende middelen, vermeld in het eerste lid, enkel aanwenden voor werking of infrastructuur investeringen.

Deze bijkomende middelen voor het begrotingsjaar t worden verdeeld over de desbetreffende universiteiten op basis van het gemiddeld aantal opgenomen studiepunten over de academiejaren t-7/t-6 tot en met t-3/t-2 waarvoor studenten onder diplomacontract zich hebben ingeschreven voor een bacheloropleiding in het studiegebied Geneeskunde en/of Tandheelkunde.". Afdeling 11. - Bijkomende middelen remediëring starttoetsen

Art. 90.In dezelfde codex, het laatst gewijzigd bij het decreet van 15 juli 2022Relevante gevonden documenten type decreet prom. 27/06/2003 pub. 12/09/2003 numac 2003035990 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de aanpassing van de begroting 2003 sluiten3, wordt een artikel III.25/3 ingevoegd, dat luidt als volgt: "Art. III.25/3. In het kader van de verplichte remediëring, vermeld in artikel II.188/1, kent de Vlaamse Regering vanaf het begrotingsjaar 2023 een bijkomende werkingstoelage van 1.100.567 euro toe aan de hogescholen en 1.034.927 euro aan de universiteiten. Deze toelage voor het begrotingsjaar t wordt over de instellingen verdeeld op basis van het gemiddelde aantal opgenomen studiepunten over de academiejaren t-7/t-6 tot en met t-3/t-2 waarvoor studenten onder diplomacontract zich hebben ingeschreven voor de bacheloropleidingen waarvoor deelname aan een starttoets een voorwaarde voor inschrijving is in academiejaar t/t+1.

De bedragen, vermeld in deze paragraaf, worden binnen de perken van de begroting van de Vlaamse Gemeenschap vanaf het begrotingsjaar 2023 jaarlijks geïndexeerd aan de hand van de indexeringsformule, vermeld in artikel III.5, § 9.". Afdeling 12. - Het vastleggen van de toelage voor het HISK (Hoger

Instituut voor Schone Kunsten) en voor PoPoK (Posthogeschool voor Podiumkunsten) voor het begrotingsjaar 2023

Art. 91.In artikel III.119, § 1, van dezelfde codex, vervangen bij het decreet van 8 juli 2022Relevante gevonden documenten type decreet prom. 27/06/2003 pub. 12/09/2003 numac 2003035990 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de aanpassing van de begroting 2003 sluiten1, wordt in het vijfde en zesde lid de zinsnede "voor het begrotingsjaar 2022" vervangen door de zinsnede "voor de begrotingsjaren 2022 en 2023". Afdeling 13. - Bijkomende indexeringen werkingsmiddelen Hogere

Zeevaartschool

Art. 92.Aan artikel 2 van het decreet van 20 februari 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 21/10/1997 pub. 10/01/1998 numac 1997036441 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu sluiten0 betreffende de Hogere Zeevaartschool, het laatst gewijzigd bij het decreet van 25 februari 2022, wordt een paragraaf 7 toegevoegd, die luidt als volgt: " § 7. In het begrotingsjaar 2023 worden de bedragen die in dit decreet geïndexeerd worden aan de hand van de indexformule, vermeld in artikel III.5, § 9, van de Codex Hoger Onderwijs van 11 oktober 2013, bijkomend geïndexeerd met 0,93 procent.

In het begrotingsjaar 2023 worden de bedragen die in dit decreet geïndexeerd worden aan de hand van de indexformule, vermeld in artikel III.5, § 9, van de Codex Hoger Onderwijs van 11 oktober 2013, bijkomend geïndexeerd met 2,69 procent.". Afdeling 14. - Subsidie voor een kenniscentrum Leerpunt

Art. 93.In het decreet van 8 mei 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/05/2009 pub. 07/07/2009 numac 2009035580 bron vlaamse overheid Decreet houdende algemene bepalingen betreffende het energiebeleid type decreet prom. 08/05/2009 pub. 28/08/2009 numac 2009035809 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het onderwijs XIX sluiten betreffende de kwaliteit van onderwijs, het laatst gewijzigd bij het decreet van 8 juli 2022Relevante gevonden documenten type decreet prom. 27/06/2003 pub. 12/09/2003 numac 2003035990 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de aanpassing van de begroting 2003 sluiten1, wordt een artikel 6/1 ingevoegd, dat luidt als volgt: "

Art. 6/1.Onder de in dit artikel vastgelegde voorwaarden verleent de Vlaamse Regering een subsidie aan één kenniscentrum voor onderwijs, Leerpunt.

Het Leerpunt heeft de volgende doelstellingen: 1° het ontwikkelen van een onafhankelijke, toegankelijke en wetenschappelijk onderbouwde kennisbasis over wat werkt op het vlak van didactisch handelen rekening houdende met diverse contexten en leermiddelen;2° het doorvertalen van deze kennisbasis naar de Vlaamse klas- en schoolpraktijk om leraren te ondersteunen in hun dagelijkse klaspraktijk;3° het gericht en helder communiceren, verspreiden en valoriseren van de kennis;4° het ondersteunen en stimuleren van het gebruik van deze kennis door lera ren(teams) in de dagelijkse klas- en schoolpraktijk, met respect voor de eigen pedagogische projecten. Hierbij is expliciet aandacht voor het versterken van het reflecterend en onderzoekend handelen van de leraren.

De inhoudelijke focus van het Leerpunt ligt op het ondersteunen van het pedagogisch-didactisch handelen van leraren in het basis- en secundair onderwijs.

Het Leerpunt werkt samen met onderwijsverstrekkers, pedagogische begeleidingsdiensten, lerarenopleidingen, onderzoekersinstellingen, andere actoren in het onderwijs en gelijkaardige instellingen in binnen- en buitenland.

Binnen de beschikbare begrotingskredieten stelt de Vlaamse Regering aan het Leerpunt jaarlijks een subsidie ter beschikking als tegemoetkoming om de vooropgestelde doelstellingen van het Leerpunt te realiseren. Deze subsidies worden toegekend in de vorm van een vierjaarlijks financieringsbudget. De Vlaamse Regering kan een bijkomende subsidie verlenen voor de uitvoering van specifieke bijkomende opdrachten die passen binnen de vooropgestelde doelstellingen. De Vlaamse Regering bepaalt de nadere voorwaarden voor de uitbetaling van de middelen en de evaluatie van de werking van het Leerpunt. Deze voorwaarden waarborgen dat het Leerpunt samenwerkt met of beroep doet op bestaande initiatieven.". Afdeling 15. - Extra werkingsbudget ter compensatie van

energiefacturen in schooljaar 2022-2023

Art. 94.§ 1. Voor het begrotingsjaar 2022 wordt een extra werkingsbudget van 40.673.000 euro toegekend aan de scholen van het gewoon basisonderwijs.

Het extra werkingsbudget per school is het resultaat van de vermenigvuldiging van het aantal regelmatige leerlingen in de school op de teldag voor de berekening van de werkingsbudgetten voor het schooljaar 2022-2023, vermeld in artikel 87 van het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997, met A, waarbij: A= het extra werkingsbudget, vermeld in het eerste lid, gedeeld door het aantal regelmatige leerlingen in het gewoon basisonderwijs op de teldag voor de berekening van de werkingsbudgetten voor het schooljaar 2022-2023, vermeld in artikel 87 van het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997.

Het extra werkingsbudget wordt aan de schoolbesturen uitbetaald uiterlijk op 31 december 2022. § 2. Voor het begrotingsjaar 2023 wordt een extra werkingsbudget van 33.412.220, 70 euro toegekend aan de scholen van het gewoon basisonderwijs.

Het extra werkingsbudget per school is het resultaat van de vermenigvuldiging van het aantal regelmatige leerlingen in de school op de teldag voor de berekening van de werkingsbudgetten voor het schooljaar 2022-2023, vermeld in artikel 87 van het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997, met A, waarbij: A= het extra werkingsbudget, vermeld in het eerste lid, gedeeld door het aantal regelmatige leerlingen in het gewoon basisonderwijs op de teldag voor de berekening van de werkingsbudgetten voor het schooljaar 2022-2023, vermeld in artikel 87 van het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997.

Het extra werkingsbudget wordt aan de schoolbesturen uitbetaald uiterlijk op 30 juni 2023. § 3. Voor het begrotingsjaar 2022 wordt een extra werkingsbudget van 3.519.000 euro toegekend aan de scholen van het buitengewoon basisonderwijs.

Het extra werkingsbudget per school is het resultaat van de vermenigvuldiging van het aantal regelmatige leerlingen in de school op de teldag voor de berekening van de werkingsbudgetten voor het schooljaar 2022-2023, vermeld in artikel 87 van het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997, met A, waarbij: A= het extra werkingsbudget, vermeld in het eerste lid, gedeeld door het aantal regelmatige leerlingen in het buitengewoon basisonderwijs op de teldag voor de berekening van de werkingsbudgetten voor het schooljaar 2022-2023, vermeld in artikel 87 van het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997.

Het extra werkingsbudget wordt aan de schoolbesturen uitbetaald uiterlijk op 31 december 2022. § 4. Voor het begrotingsjaar 2023 wordt een extra werkingsbudget van 2.890.802, 37 euro toegekend aan de scholen van het buitengewoon basisonderwijs.

Het extra werkingsbudget per school is het resultaat van de vermenigvuldiging van het aantal regelmatige leerlingen in de school op de teldag voor de berekening van de werkingsbudgetten voor het schooljaar 2022-2023, vermeld in artikel 87 van het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997, met A, waarbij: A= het extra werkingsbudget, vermeld in het eerste lid, gedeeld door het aantal regelmatige leerlingen in het buitengewoon basisonderwijs op de teldag voor de berekening van de werkingsbudgetten voor het schooljaar 2022-2023, vermeld in artikel 87 van het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997.

Het extra werkingsbudget wordt aan de schoolbesturen uitbetaald uiterlijk op 30 juni 2023. § 5. Voor het begrotingsjaar 2022 wordt een extra werkingsbudget van 72.000 euro toegekend aan de academies van het deeltijds kunstonderwijs.

Het extra werkingsbudget per academie is het resultaat van de vermenigvuldiging van het aantal financierbare leerlingen in de academie op de teldag voor de berekening van de lestijden voor het schooljaar 2022-2023, vermeld in artikel 67 van het decreet van 9 maart 2018Relevante gevonden documenten type decreet prom. 21/10/1997 pub. 10/01/1998 numac 1997036441 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu sluiten7 betreffende het deeltijds kunstonderwijs, met A, waarbij: A= het extra werkingsbudget, vermeld in het eerste lid, gedeeld door het aantal financierbare leerlingen in het deeltijds kunstonderwijs op de teldag voor de berekening van de lestijden voor het schooljaar 2022-2023, vermeld in artikel 67 van het decreet van 9 maart 2018Relevante gevonden documenten type decreet prom. 21/10/1997 pub. 10/01/1998 numac 1997036441 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu sluiten7 betreffende het deeltijds kunstonderwijs.

Het extra werkingsbudget wordt aan de schoolbesturen uitbetaald uiterlijk op 31 december 2022. § 6. Voor het begrotingsjaar 2023 wordt een extra werkingsbudget van 59.146,85 euro toegekend aan de academies van het deeltijds kunstonderwijs.

Het extra werkingsbudget per school is het resultaat van de vermenigvuldiging van het aantal financierbare leerlingen in de academie op de teldag voor de berekening van de lestijden voor het schooljaar 2022-2023, vermeld in artikel 67 van het decreet van 9 maart 2018Relevante gevonden documenten type decreet prom. 21/10/1997 pub. 10/01/1998 numac 1997036441 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu sluiten7 betreffende het deeltijds kunstonderwijs, met A, waarbij: A= het extra werkingsbudget, vermeld in het eerste lid, gedeeld door het aantal financierbare leerlingen in het deeltijds kunstonderwijs op de teldag voor de berekening van de lestijden voor het schooljaar 2022-2023, vermeld in artikel 67 van het decreet van 9 maart 2018Relevante gevonden documenten type decreet prom. 21/10/1997 pub. 10/01/1998 numac 1997036441 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu sluiten7 betreffende het deeltijds kunstonderwijs.

Het extra werkingsbudget wordt aan de schoolbesturen uitbetaald uiterlijk op 30 juni 2023. § 7. Voor het begrotingsjaar 2022 wordt een extra werkingsbudget van 611.000 euro toegekend aan de centra voor leerlingenbegeleiding.

Het extra werkingsbudget wordt onder de centra voor leerlingenbegeleiding verdeeld op basis van hun aandeel in de nieuwe omkadering zoals berekend conform artikel 40 en 41 van het decreet van 27 april 2018Relevante gevonden documenten type decreet prom. 21/10/1997 pub. 10/01/1998 numac 1997036441 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu sluiten8 betreffende de leerlingenbegeleiding in het basisonderwijs, het secundair onderwijs en de centra voor leerlingenbegeleiding.

Het extra werkingsbudget wordt aan de centra voor leerlingenbegeleiding uitbetaald uiterlijk op 31 december 2022. § 8. Voor het begrotingsjaar 2023 wordt een extra werkingsbudget van 501.926,75 euro toegekend aan de centra voor leerlingenbegeleiding.

Het extra werkingsbudget wordt onder de centra voor leerlingenbegeleiding verdeeld op basis van hun aandeel in de nieuwe omkadering zoals berekend conform artikel 40 en 41 van het decreet van 27 april 2018Relevante gevonden documenten type decreet prom. 21/10/1997 pub. 10/01/1998 numac 1997036441 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu sluiten8 betreffende de leerlingenbegeleiding in het basisonderwijs, het secundair onderwijs en de centra voor leerlingenbegeleiding.

Het extra werkingsbudget wordt aan de centra voor leerlingenbegeleiding uitbetaald uiterlijk op 30 juni 2023. § 9. Voor het begrotingsjaar 2022 wordt een extra werkingsbudget van 19.184.000,00 euro toegekend aan de scholen voor het voltijds gewoon secundair onderwijs, de centra voor deeltijds beroepssecundair onderwijs en de centra voor de vorming van zelfstandigen en kleine en middelgrote ondernemingen.

Het extra werkingsbudget per school of centrum is het resultaat van de vermenigvuldiging van het aantal regelmatige leerlingen in de school of het centrum op de teldatum voor de berekening van de werkingsbudgetten voor het schooljaar 2022-2023, vermeld in artikel 169 tot en met 172 en artikel 357/26 van de Codex Secundair Onderwijs van 17 december 2010, en artikel 86, § 1, 2°, van het decreet van 10 juli 2008Relevante gevonden documenten type decreet prom. 10/07/2008 pub. 23/09/2008 numac 2008203387 bron vlaamse overheid Decreet houdende een kader voor het Vlaamse gelijkekansen- en gelijkebehandelingsbeleid type decreet prom. 10/07/2008 pub. 13/08/2008 numac 2008202737 bron vlaamse overheid Decreet houdende wijziging van het decreet van 24 juli 1996 houdende regeling tot erkenning van de instellingen voor schuldbemiddeling in de Vlaamse Gemeenschap type decreet prom. 10/07/2008 pub. 03/10/2008 numac 2008203342 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het stelsel van leren en werken in de Vlaamse Gemeenschap sluiten betreffende het stelsel voor leren en werken in de Vlaamse Gemeenschap, met A, waarbij: A= het extra werkingsbudget, vermeld in het eerste lid, gedeeld door het aantal regelmatige leerlingen in het gewoon secundair onderwijs op de teldatum voor de berekening van de werkingsbudgetten voor het schooljaar 2022-2023, vermeld in artikel 169 tot en met 172 en artikel 357/26 van de Codex Secun- dair Onderwijs van 17 december 2010, en artikel 86, § 1, 2°, van het decreet van 10 juli 2008Relevante gevonden documenten type decreet prom. 10/07/2008 pub. 23/09/2008 numac 2008203387 bron vlaamse overheid Decreet houdende een kader voor het Vlaamse gelijkekansen- en gelijkebehandelingsbeleid type decreet prom. 10/07/2008 pub. 13/08/2008 numac 2008202737 bron vlaamse overheid Decreet houdende wijziging van het decreet van 24 juli 1996 houdende regeling tot erkenning van de instellingen voor schuldbemiddeling in de Vlaamse Gemeenschap type decreet prom. 10/07/2008 pub. 03/10/2008 numac 2008203342 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het stelsel van leren en werken in de Vlaamse Gemeenschap sluiten betreffende het stelsel voor leren en werken in de Vlaamse Gemeenschap.

Het extra werkingsbudget wordt aan de school- of centrumbesturen uitbetaald uiterlijk op 31 december 2022. § 10. Voor het begrotingsjaar 2023 wordt een extra werkingsbudget van 15.759.349,98 euro toegekend aan de scholen voor het voltijds gewoon secundair onderwijs, de centra voor deeltijds beroepssecundair onderwijs en de centra voor de vorming van zelfstandigen en kleine en middelgrote ondernemingen.

Het extra werkingsbudget per school of centrum is het resultaat van de vermenigvuldiging van het aantal regelmatige leerlingen in de school of het centrum op de teldatum voor de berekening van de werkingsbudgetten voor het schooljaar 2022-2023, vermeld in artikel 169 tot en met 172 en artikel 357/26 van de Codex Secundair Onderwijs van 17 december 2010, en artikel 86, § 1, 2°, van het decreet van 10 juli 2008Relevante gevonden documenten type decreet prom. 10/07/2008 pub. 23/09/2008 numac 2008203387 bron vlaamse overheid Decreet houdende een kader voor het Vlaamse gelijkekansen- en gelijkebehandelingsbeleid type decreet prom. 10/07/2008 pub. 13/08/2008 numac 2008202737 bron vlaamse overheid Decreet houdende wijziging van het decreet van 24 juli 1996 houdende regeling tot erkenning van de instellingen voor schuldbemiddeling in de Vlaamse Gemeenschap type decreet prom. 10/07/2008 pub. 03/10/2008 numac 2008203342 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het stelsel van leren en werken in de Vlaamse Gemeenschap sluiten betreffende het stelsel voor leren en werken in de Vlaamse Gemeenschap, met A, waarbij: A= het extra werkingsbudget, vermeld in het eerste lid, gedeeld door het aantal regelmatige leerlingen in het gewoon secundair onderwijs op de teldatum voor de berekening van de werkingsbudgetten voor het schooljaar 2022-2023, vermeld in artikel 169 tot en met 172 en artikel 357/26 van de Codex Secundair Onderwijs van 17 december 2010, en artikel 86, § 1, 2°, van het decreet van 10 juli 2008Relevante gevonden documenten type decreet prom. 10/07/2008 pub. 23/09/2008 numac 2008203387 bron vlaamse overheid Decreet houdende een kader voor het Vlaamse gelijkekansen- en gelijkebehandelingsbeleid type decreet prom. 10/07/2008 pub. 13/08/2008 numac 2008202737 bron vlaamse overheid Decreet houdende wijziging van het decreet van 24 juli 1996 houdende regeling tot erkenning van de instellingen voor schuldbemiddeling in de Vlaamse Gemeenschap type decreet prom. 10/07/2008 pub. 03/10/2008 numac 2008203342 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het stelsel van leren en werken in de Vlaamse Gemeenschap sluiten betreffende het stelsel voor leren en werken in de Vlaamse Gemeenschap.

Het extra werkingsbudget wordt aan de school- of centrumbesturen uitbetaald uiterlijk op 30 juni 2023. § 11. Voor het begrotingsjaar 2022 wordt een extra werkingsbudget van 1.820.000 euro toegekend aan de scholen voor het buitengewoon secundair onderwijs.

Het extra werkingsbudget per school is het resultaat van de vermenigvuldiging van het aantal regelmatige leerlingen in de school op de teldatum voor de berekening van de werkingsbudgetten voor het schooljaar 2022-2023, vermeld in artikel 329, § 1, van de Codex Secundair Onderwijs van 17 december 2010, met A, waarbij: A= het extra werkingsbudget, vermeld in het eerste lid, gedeeld door het aantal regelmatige leerlingen in het buitengewoon secundair onderwijs op de teldatum voor de berekening van de werkingsbudgetten voor het schooljaar 2022- 2023, vermeld in artikel 329, § 1, van de Codex Secundair Onderwijs van 17 december 2010.

Het extra werkingsbudget wordt aan de schoolbesturen uitbetaald uiterlijk op 31 december 2022. § 12. Voor het begrotingsjaar 2023 wordt een extra werkingsbudget van 1.495.100,97 euro toegekend aan de scholen voor het buitengewoon secundair onderwijs.

Het extra werkingsbudget per school is het resultaat van de vermenigvuldiging van het aantal regelmatige leerlingen in de school op de teldatum voor de berekening van de werkingsbudgetten voor het schooljaar 2022-2023, vermeld in artikel 329, § 1, van de Codex Secundair Onderwijs van 17 december 2010, met A, waarbij: A= het extra werkingsbudget, vermeld in het eerste lid, gedeeld door het aantal regelmatige leerlingen in het buitengewoon secundair onderwijs op de teldatum voor de berekening van de werkingsbudgetten voor het schooljaar 2022- 2023, vermeld in artikel 329, § 1, van de Codex Secundair Onderwijs van 17 december 2010.

Het extra werkingsbudget wordt aan de schoolbesturen uitbetaald uiterlijk op 30 juni 2023. § 13. Voor het begrotingsjaar 2022 wordt een extra werkingsbudget van 1.073.000 euro toegekend aan: 1° internaten als vermeld in artikel III.21 en III.35, van de Codificatie sommige bepalingen voor het onderwijs van 28 oktober 2016, voor wat betreft hun openstelling op schooldagen; 2° tehuizen als vermeld in artikel III.1, § 1, eerste lid, III.20, III.35, § 1, 2°, en III.37, van dezelfde codificatie, voor wat betreft hun openstelling op niet-schooldagen; 3° internaten buitengewoon onderwijs als vermeld in hoofdstuk 4, afdeling 1, onderafdeling 2, van dezelfde codificatie;4° internaten met permanente openstelling als vermeld in hoofdstuk 6 van dezelfde codificatie; verder "instellingen" genoemd.

Het extra werkingsbudget per instelling is het resultaat van de vermenigvuldiging van het aantal regelmatige internen in de instelling op de teldatum voor de berekening van de omkadering voor het schooljaar 2022-2023 met A, waarbij: A= het extra werkingsbudget, vermeld in het eerste lid, gedeeld door het aantal regelmatige leerlingen in de instellingen op de teldatum voor de berekening van de omkadering voor het schooljaar 2022-2023.

Het extra werkingsbudget wordt aan de besturen uitbetaald uiterlijk op 31 december 2022. § 14. Voor het begrotingsjaar 2023 wordt een extra werkingsbudget van 881.452,38 euro toegekend aan: 1° internaten als vermeld in artikel III.21 en III.35, van de Codificatie sommige bepalingen voor het onderwijs van 28 oktober 2016, voor wat betreft hun openstelling op schooldagen; 2° tehuizen als vermeld in artikel III.1, § 1, eerste lid, III.20, III.35, § 1, 2°, en III.37, van dezelfde codificatie, voor wat betreft hun openstelling op niet-schooldagen; 3° internaten buitengewoon onderwijs als vermeld in hoofdstuk 4, afdeling 1, onderafdeling 2, van dezelfde codificatie;4° internaten met permanente openstelling als vermeld in hoofdstuk 6 van dezelfde codificatie; verder "instellingen" genoemd.

Het extra werkingsbudget per instelling is het resultaat van de vermenigvuldiging van het aantal regelmatige internen in de instelling op de teldatum voor de berekening van de omkadering voor het schooljaar 2022-2023 met A, waarbij: A= het extra werkingsbudget, vermeld in het eerste lid, gedeeld door het aantal regelmatige leerlingen in de instellingen op de teldatum voor de berekening van de omkadering voor het schooljaar 2022-2023.

Het extra werkingsbudget wordt aan de besturen uitbetaald uiterlijk op 30 juni 2023. Afdeling 16. - Extra werkingsbudget voor materiaal- of

energie-intensief studieaanbod in het secundair onderwijs

Art. 95.§ 1. Voor het begrotingsjaar 2023 wordt een extra werkingsbudget van 10.000.000 euro toegekend aan de scholen voor het voltijds gewoon secundair onderwijs, de scholen voor buitengewoon secundair onderwijs, de centra voor deeltijds beroepssecundair onderwijs en de centra voor de vorming van zelfstandigen en kleine en middelgrote ondernemingen, voor materiaal- of energie-intensieve structuuronderdelen.

Met materiaal- of energie-intensieve structuuronderdelen worden bedoeld: 1° groep 1: a) alle niet-duale structuuronderdelen van de finaliteit arbeidsmarkt, behalve binnen het studiedomein taal en cultuur en het studiedomein economie en organisatie;b) alle niet-duale structuuronderdelen van de onderwijsvorm bso, behalve de studiegebieden toerisme, handel en maatschappelijke veiligheid;c) alle niet-duale structuuronderdelen van de opleidings-, kwalificatie- en integratiefase van opleidingsvorm 3 van het buitengewoon secundair onderwijs;2° groep 2: a) alle niet-duale structuuronderdelen van de dubbele finaliteit, behalve binnen het studiedomein economie en organisatie, het studiedomein maatschappij en welzijn, het studiedomein taal en cultuur en de niet-duale structuuronderdelen ballet, creatie en mode en fotografie binnen het studiedomein kunst en creatie;b) alle niet-duale structuuronderdelen binnen het studiegebied beeldende kunsten van de onderwijsvorm kso;c) alle niet-duale structuuronderdelen van de onderwijsvorm tso, behalve de studiegebieden handel, personenzorg, toerisme en maatschappelijke veiligheid;3° groep 3: a) alle duale structuuronderdelen, behalve binnen het studiedomein economie en organisatie, het studiegebied handel, het studiegebied personenzorg tso en het studiegebied toerisme;b) alle opleidingen binnen het deeltijds beroepssecundair onderwijs. § 2. Een basisbedrag per gewogen regelmatige leerling wordt bekomen door het extra werkingsbudget, vermeld in paragraaf 1, te delen door het aantal gewogen regelmatige leerlingen op de teldatum voor de berekening van de werkingsbudgetten voor het schooljaar 2022-2023, vermeld in artikel 169 tot en met 172 en artikel 357/26 van de Codex Secundair Onderwijs van 17 december 2010, en artikel 86, § 1, 2°, van het decreet van 10 juli 2008Relevante gevonden documenten type decreet prom. 10/07/2008 pub. 23/09/2008 numac 2008203387 bron vlaamse overheid Decreet houdende een kader voor het Vlaamse gelijkekansen- en gelijkebehandelingsbeleid type decreet prom. 10/07/2008 pub. 13/08/2008 numac 2008202737 bron vlaamse overheid Decreet houdende wijziging van het decreet van 24 juli 1996 houdende regeling tot erkenning van de instellingen voor schuldbemiddeling in de Vlaamse Gemeenschap type decreet prom. 10/07/2008 pub. 03/10/2008 numac 2008203342 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het stelsel van leren en werken in de Vlaamse Gemeenschap sluiten betreffende het stelsel voor leren en werken in de Vlaamse Gemeenschap.

De regelmatige leerlingen, vermeld in het eerste lid, worden als volgt gewogen: 1° de regelmatige leerlingen die ingeschreven zijn in structuuronderdelen uit de groep 1 als vermeld in paragraaf 1, tweede lid, 1°, worden gewogen aan factor 1;2° de regelmatige leerlingen die ingeschreven zijn in structuuronderdelen uit de groep 2 als vermeld in paragraaf 1, tweede lid, 2°, worden gewogen aan factor 0,75;3° de regelmatige leerlingen die ingeschreven zijn in structuuronderdelen uit de groep 3 als vermeld in paragraaf 1, tweede lid, 3°, worden gewogen aan factor 0,50. § 3. Het extra werkingsbudget per school of centrum is het resultaat van de vermenigvuldiging van het basisbedrag per gewogen regelmatige leerling, vermeld in paragraaf 2, met het aantal gewogen regelmatige leerlingen in de school of het centrum op de reguliere teldatum voor de berekening van de werkingsbudgetten voor het schooljaar 2022-2023, vermeld in artikel 169 tot en met 172 en artikel 357/26, van de Codex Secundair Onderwijs van 17 december 2010, en artikel 86, § 1, 2°, van het decreet van 10 juli 2008Relevante gevonden documenten type decreet prom. 10/07/2008 pub. 23/09/2008 numac 2008203387 bron vlaamse overheid Decreet houdende een kader voor het Vlaamse gelijkekansen- en gelijkebehandelingsbeleid type decreet prom. 10/07/2008 pub. 13/08/2008 numac 2008202737 bron vlaamse overheid Decreet houdende wijziging van het decreet van 24 juli 1996 houdende regeling tot erkenning van de instellingen voor schuldbemiddeling in de Vlaamse Gemeenschap type decreet prom. 10/07/2008 pub. 03/10/2008 numac 2008203342 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het stelsel van leren en werken in de Vlaamse Gemeenschap sluiten betreffende het stelsel voor leren en werken in de Vlaamse Gemeenschap.

De regelmatige leerlingen, vermeld in het eerste lid, worden als volgt gewogen: 1° de regelmatige leerlingen die ingeschreven zijn in structuuronderdelen uit de groep 1 als vermeld in paragraaf 1, tweede lid, 1°, worden gewogen aan factor 1;2° de regelmatige leerlingen die ingeschreven zijn in structuuronderdelen uit de groep 2 als vermeld in paragraaf 1, tweede lid, 2°, worden gewogen aan factor 0,75;3° de regelmatige leerlingen die ingeschreven zijn in structuuronderdelen uit de groep 3 als vermeld in paragraaf 1, tweede lid, 3°, worden gewogen aan factor 0,50. § 4. Het extra werkingsbudget wordt aan de schoolbesturen uitbetaald uiterlijk op 30 juni 2023. HOOFDSTUK 8. - Werk en Sociale Economie

Art. 96.In artikel 82 van het programma decreet van 23 december 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 27/06/2003 pub. 12/09/2003 numac 2003035990 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de aanpassing van de begroting 2003 sluiten2 bij de begroting 2022 wordt paragraaf 2 vervangen door wat volgt: " § 2. De projectondersteuning loopt uiterlijk tot 31 juli 2026.". HOOFDSTUK 9. - Inwerkingtreding

Art. 97.Dit decreet treedt in werking op 1 januari 2023, met uitzondering van: 1° artikel 81 en 90 die in werking treden op 1 maart 2023;2° artikel 67, 3°, artikel 68, 70 en 71, 5°, en artikel 72, die in werking treden op 1 april 2023;3° artikel 65, 2°, dat in werking treedt op 1 september 2023. Artikel 69 heeft uitwerking vanaf 1 augustus 2022.

Artikel 77, 78 en 94 hebben uitwerking vanaf 1 september 2022.

Artikel 22 tot en met 26, artikel 65, 1°, artikel 67, 1°, 4° en 6°, artikel 71, 1° tot en met 4°, en artikel 71, 6° en 7°, hebben uitwerking vanaf 1 december 2022.

Artikel 9 tot en met 11 treden in werking vanaf aanslagjaar 2023.

Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Brussel, 16 december 2022.

De minister-president van de Vlaamse Regering De Vlaamse minister van Buitenlandse Zaken, Cultuur, Digitalisering en Facilitair Management, J. JAMBON De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, H. CREVITS De Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Bestuurszaken, Inburgering en Gelijke Kansen, B. SOMERS De Vlaamse minister van Onderwijs, Sport, Dierenwelzijn en Vlaamse Rand, B. WEYTS De Vlaamse minister van Justitie en Handhaving, Omgeving, Energie en Toerisme, Z. DEMIR De Vlaamse minister van Financiën en Begroting, Wonen en Onroerend Erfgoed, M. DIEPENDAELE De Vlaamse minister van Mobiliteit en Openbare Werken, L. PEETERS De Vlaamse minister van Brussel, Jeugd, Media en Armoedebestrijding, B. DALLE De Vlaamse minister van Economie, Innovatie, Werk, Sociale Economie en Landbouw, J. BROUNS _______ Nota (1) Zitting 2022-2023 Documenten:- Ontwerp van programmadecreet : 1466 - Nr.1 - Amendementen : 1466 - Nr. 2 + Erratum - Verslagen : 1466 - Nrs. 3 t/m 11 - Tekst aangenomen door de commissies : 1466 - Nr. 12 - Tekst aangenomen door de plenaire vergadering : 1466 - Nr. 13 Handelingen - Bespreking en aanneming: Vergaderingen van 14 december 2022.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

^