gepubliceerd op 31 maart 2023
Besluit van de Vlaamse Regering tot bepaling van de regels voor de toekenning van werkingssubsidies aan Vlaams-Brusselse partnerorganisaties in het kader van het Brusselbeleid ter uitvoering van het Programmadecreet van 16 december 2022 bij de begroting 2023
10 MAART 2023. - Besluit van de Vlaamse Regering tot bepaling van de regels voor de toekenning van werkingssubsidies aan Vlaams-Brusselse partnerorganisaties in het kader van het Brusselbeleid ter uitvoering van het Programma decreet van 16 december 2022Relevante gevonden documenten type decreet prom. 16/12/2022 pub. 07/03/2023 numac 2023040774 bron vlaamse overheid Decreet houdende de uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2023 sluiten bij de begroting 2023
Rechtsgronden Dit besluit is gebaseerd op: - de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, artikel 20; - de Vlaamse Codex Overheidsfinanciën van 29 maart 2019, artikel 75, vijfde lid, vervangen bij het decreet van 1 juli 2022, en artikel 76/2, ingevoegd bij het decreet van 1 juli 2022; - het Programma
decreet van 16 december 2022Relevante gevonden documenten
type
decreet
prom.
16/12/2022
pub.
07/03/2023
numac
2023040774
bron
vlaamse overheid
Decreet houdende de uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2023
sluiten bij de begroting 2023, artikel 16, eerste lid, 18, en 19, eerste en tweede lid.
Vormvereisten De volgende vormvereisten zijn vervuld: - De Inspectie van Financiën heeft zijn advies gegeven op 8 februari 2023; - Er is een verzoek om spoedbehandeling ingediend bij de Raad van State, gemotiveerd door de omstandigheid dat de Vlaams-Brusselse partnerorganisaties zo snel mogelijk een eerste schijf van hun subsidies voor het werkingsjaar 2023 moeten ontvangen om niet in financiële moeilijkheden te geraken en liquiditeitsproblemen te vermijden. Bovendien stelt de aangepaste Vlaamse Codex voor Overheidsfinanciën dat een jaarlijkse subsidie moet worden toegekend voor het einde van de vierde maand van het jaar waarop de subsidie betrekking heeft, i.c. voor eind april 2023; - De Raad van State heeft advies 73.143/1 gegeven op 27 februari, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 3°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973.
Motivering Dit besluit is gebaseerd op het volgende motief: De decretale basis voor de werkingssubsidies aan de Vlaams-Brusselse partnerorganisaties was tot nu toe het uitgavendecreet omwille van de diversiteit van de organisaties. Ze zijn actief rond verschillende gemeenschapsbevoegdheden en hebben specifieke werkingen en doelstellingen.
In de gewijzigde Vlaamse Codex Overheidsfinanciën (VCO) kan een reserve niet meer worden aangelegd ten laste van een subsidie met alleen een rechtsgrond in het decreet houdende de uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap. Om de financiële stabiliteit van de Vlaams-Brusselse partnerorganisaties te garanderen, wordt er nu voorzien in een afzonderlijke decretale regeling zodat de mogelijkheid om reserve op te bouwen gegarandeerd blijft. Daarnaast wordt de samenwerking met en financieringsbasis voor de Vlaams-Brusselse partnerorganisaties geregeld.
In dit Besluit van de Vlaamse Regering wordt uitvoering gegeven aan de artikelen 16 t.e.m. 19 van het decreet van 16 december 2022Relevante gevonden documenten type decreet prom. 16/12/2022 pub. 07/03/2023 numac 2023040774 bron vlaamse overheid Decreet houdende de uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2023 sluiten houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2023.
Juridisch kader Dit besluit sluit aan bij de volgende regelgeving: - de wet van 16 mei 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/05/2003 pub. 25/06/2003 numac 2003003343 bron federale overheidsdienst budget en beheerscontrole en federale overheidsdienst financien Wet tot vaststelling van de algemene bepalingen die gelden voor de begrotingen, de controle op de subsidies en voor de boekhouding van de gemeenschappen en de gewesten, alsook voor de organisatie van de controle door het Rekenhof sluiten tot vaststelling van de algemene bepalingen die gelden voor de begrotingen, de controle op de subsidies en voor de boekhouding van de gemeenschappen en de gewesten, alsook voor de organisatie van de controle door het Rekenhof; - het Besluit Vlaamse Codex Overheidsfinanciën van 17 mei 2019.
Initiatiefnemer Dit besluit wordt voorgesteld door de Vlaamse minister van Brussel, Jeugd, Media en Armoedebestrijding.
Na beraadslaging, DE VLAAMSE REGERING BESLUIT:
Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder: 1° beheersovereenkomst: een beheersovereenkomst als vermeld in artikel 18 van het Programma decreet van 16 december 2022Relevante gevonden documenten type decreet prom. 16/12/2022 pub. 07/03/2023 numac 2023040774 bron vlaamse overheid Decreet houdende de uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2023 sluiten;2° overgangstermijn: de periode die begint op 1 maart 2023 en die eindigt op 31 december 2025;3° Programma decreet van 16 december 2022Relevante gevonden documenten type decreet prom. 16/12/2022 pub. 07/03/2023 numac 2023040774 bron vlaamse overheid Decreet houdende de uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2023 sluiten: het Programma decreet van 16 december 2022Relevante gevonden documenten type decreet prom. 16/12/2022 pub. 07/03/2023 numac 2023040774 bron vlaamse overheid Decreet houdende de uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2023 sluiten bij de begroting 2023;4° Vlaams-Brusselse partnerorganisatie: een Vlaams-Brusselse partnerorganisatie als vermeld in artikel 16, eerste lid, van het Programma decreet van 16 december 2022Relevante gevonden documenten type decreet prom. 16/12/2022 pub. 07/03/2023 numac 2023040774 bron vlaamse overheid Decreet houdende de uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2023 sluiten.
Art. 2.De Vlaamse minister, bevoegd voor Brussel, bepaalt de lijst met Vlaams-Brusselse partnerorganisaties.
Deze lijst wordt meegedeeld aan de Vlaamse Regering binnen de 60 kalenderdagen na het wijzigen van de lijst. De lijst wordt ook minstens eenmaal meegedeeld aan de Vlaamse Regering in het jaar dat volgt op het jaar van de algehele vernieuwing van het Vlaams Parlement.
Art. 3.De Vlaamse minister, bevoegd voor Brussel, sluit met elke Vlaams-Brusselse partnerorganisatie een beheersovereenkomst af conform artikel 18 van het Programma decreet van 16 december 2022Relevante gevonden documenten type decreet prom. 16/12/2022 pub. 07/03/2023 numac 2023040774 bron vlaamse overheid Decreet houdende de uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2023 sluiten.
De Vlaams-Brusselse partnerorganisaties stellen voor de opmaak van de beheersovereenkomst een meerjarenplan op. Het meerjarenplan wordt, na goedkeuring door de raad van bestuur van de Vlaams-Brusselse partnerorganisaties, ter goedkeuring voorgelegd aan de Vlaamse minister, bevoegd voor Brussel.
In afwijking van het eerste lid kan een opgestelde beheersovereenkomst pas afgesloten worden na goedkeuring door de Vlaamse Regering, als het jaarlijkse richtbedrag voor de werkingssubsidie in de beheersovereenkomst meer bedraagt dan vijf miljoen euro.
Art. 4.In dit artikel wordt verstaan onder beleidsveld Brussel: het inhoudelijk structuurelement Brussel waaronder alle begrotingskredieten in het kader van het uitvoeren van een samenhangend beleid inzake de coördinatie van het beleid met betrekking tot Brussel-Hoofdstad.
Onder de volgende voorwaarden kan de Vlaamse minister, bevoegd voor Brussel, aan een Vlaams-Brusselse partnerorganisatie binnen de beschikbare kredieten van het beleidsveld Brussel jaarlijks een werkingssubsidie toekennen conform artikel 19 van het Programma decreet van 16 december 2022Relevante gevonden documenten type decreet prom. 16/12/2022 pub. 07/03/2023 numac 2023040774 bron vlaamse overheid Decreet houdende de uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2023 sluiten: 1° de doelstelling en de effecten van de subsidieverstrekking worden vastgelegd in de beheersovereenkomst, en zijn conform de beleidsdoelstellingen, vermeld in artikel 17 van het voormelde decreet;2° de duurtijd van de subsidie is standaard één kalenderjaar en dient om de activiteiten te ondersteunen, vermeld in de beheersovereenkomst;3° de evaluatie van de werkingssubsidies gebeurt in het laatste kalenderjaar van de lopende beheersovereenkomst aan de hand van de performantie-indicatoren die in het meerjarenplan, vermeld in artikel 18 van het voormelde decreet, zijn vastgelegd;4° het bedrag wordt in een jaarlijks toekenningsbesluit vastgesteld door de Vlaamse minister, bevoegd voor Brussel.De bedragen worden bepaald binnen de beschikbare kredieten van het beleidsveld Brussel en op basis van het meerjarenplan, vermeld in artikel 18 van het voormelde decreet, dat deel uitmaakt van de beheersovereenkomst. Als de werkingssubsidie gedurende het jaar onderhevig is aan indexatie, keurt de Vlaamse minister, bevoegd voor Brussel, een bijkomend toekenningsbesluit goed; 5° de jaarlijkse subsidie wordt gebruikt voor de werking van de Vlaams-Brusselse partnerorganisatie, vermeld in het meerjarenplan, vermeld in artikel 18 van het voormelde decreet, en om de transversale thema's te realiseren die de Vlaamse minister, bevoegd voor Brussel, in de beleidsnota voor het beleidsveld Brussel heeft opgenomen;6° de Vlaams-Brusselse partnerorganisatie in kwestie wordt vermeld in het toekenningsbesluit, vermeld in punt 4° ;7° de werkingssubsidies kunnen alleen toegekend worden aan de Vlaams-Brusselse partnerorganisaties als ze op 1 januari van het kalenderjaar waarvoor de werkingssubsidie wordt toegekend, voldoen aan de voorwaarden, vermeld in artikel 16, tweede lid, van het voormelde decreet;8° verdere voorwaarden voor de toekenning van de werkingssubsidie worden opgenomen in het toekenningsbesluit, vermeld in punt 4° ;9° de rechten en plichten van de Vlaams-Brusselse partnerorganisatie en de subsidieverlener die worden vastgelegd in de beheersovereenkomst, gelden voor de volledige duurtijd van de beheersovereenkomst en worden opgenomen in de jaarlijkse toekenningsbesluiten, vermeld in punt 4°, als dat nodig is;10° als blijkt dat verbintenissen niet of, zonder instemming van de subsidieverlener, anders zijn uitgevoerd en daar geen afdoende motivatie voor bestaat, kan het saldo worden beperkt en kan het bedrag dat al betaald is, volledig of gedeeltelijk worden teruggevorderd;11° de werkingssubsidies worden jaarlijks op de volgende wijze uitbetaald: a) een eerste schijf van 50% wordt uitbetaald vóór 31 maart van het kalenderjaar waarop de werkingssubsidie betrekking heeft;b) een tweede schijf van 30% wordt uitbetaald vanaf 1 juli van het kalenderjaar waarop de werkingssubsidie betrekking heeft;c) het saldo van 20% wordt uitbetaald na controle en goedkeuring van de functionele en financiële verantwoording, vermeld in punt 12°, in het kalenderjaar dat volgt op het jaar waarop de werkingssubsidie betrekking heeft;d) verhogingen van de werkingssubsidie door indexering worden direct uitbetaald na ondertekening van het bijkomende toekenningsbesluit, vermeld in punt 4° ;12° de begunstigde van de werkingssubsidie dient na afloop van het kalenderjaar waarop de werkingssubsidie betrekking heeft, een functionele en financiële verantwoording in.De voormelde functionele verantwoording bevat een jaarverslag. De voormelde financiële verantwoording bestaat uit een resultatenrekening en een boekhoudkundige balans. Bewijsstukken die betrekking hebben op de te verantwoorden subsidie, worden ingediend als onderdeel van de voormelde financiële verantwoording, tenzij de Vlaams-Brusselse partnerorganisatie die stukken ter beschikking houdt van de subsidieverstrekker. In de beheersovereenkomst kunnen bijkomende elementen van de functionele en financiële verantwoording worden vastgelegd, en ook de datum waarop de voormelde verantwoordingen ingediend moeten worden. Deze elementen voldoen aan de voorwaarden, vermeld in artikel 73 tot en met 75 van het Besluit Vlaamse Codex Overheidsfinanciën van 17 mei 2019.
De voormelde functionele en financiële verantwoording wordt ingediend bij en bewaard door de afdeling Beleid Steden, Brussel en Vlaamse Rand van het Agentschap Binnenlands Bestuur, dat is opgericht bij het besluit van de Vlaamse Regering van 28 oktober 2005Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 28/10/2005 pub. 13/03/2006 numac 2006035331 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Besluit van de Vlaamse Regering tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap "Agentschap voor Binnenlands Bestuur" sluiten tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap "Agentschap Binnenlands Bestuur"; 13° Vlaams-Brusselse partnerorganisaties worden aangemoedigd om via een publiek jaarverslag te rapporteren over de activiteiten waarvoor ze een werkingssubsidie hebben ontvangen.
Art. 5.De reserves die door een Vlaams-Brusselse partnerorganisatie vastgelegd worden ten laste van een werkingssubsidie als vermeld in 4, kunnen door de Vlaams-Brusselse partnerorganisatie aangewend worden om een sociaal passief vast te leggen, op voorwaarde dat de voormelde mogelijkheid ook in de beheersovereenkomst met de Vlaams-Brusselse partnerorganisatie is opgenomen.
Art. 6.Dit besluit treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad, met uitzondering van artikel 3, dat in werking treedt na afloop van de overgangstermijn.
Art. 7.Tijdens de overgangstermijn worden de lopende meerjarenplannen en overeenkomsten tussen de Vlaamse Gemeenschap en de Vlaams-Brusselse partnerorganisaties beschouwd als de meerjarenplannen en overeenkomsten in de zin van artikels 4 en 5.
Art. 8.De Vlaamse minister, bevoegd voor Brussel, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 10 maart 2023.
De minister-president van de Vlaamse Regering, J. JAMBON De Vlaamse minister van Brussel, Jeugd, Media en Armoedebestrijding, B. DALLE