gepubliceerd op 13 maart 2006
Besluit van de Vlaamse Regering tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap "Agentschap voor Binnenlands Bestuur"
28 OKTOBER 2005. - Besluit van de Vlaamse Regering tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap "Agentschap voor Binnenlands Bestuur"
De Vlaamse Regering, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, inzonderheid artikel 87, § 1;
Gelet op het kaderdecreet Bestuurlijk Beleid van 18 juli 2003, inzonderheid artikelen 6, § 2, en 7;
Gelet op de wetten van de rijkscomptabiliteit, gecoördineerd op 17 juli 1991, inzonderheid op artikel 12;
Gelet op het decreet van 24 juli 1996 houdende de ruimtelijke planning, inzonderheid artikel 15 § 1, 3°, derde lid;
Gelet op het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke planning, inzonderheid op artikel 27, § 3, vierde lid, Gelet op artikel 53 van het decreet van 21 december 1994 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1995;
Gelet op de wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, inzonderheid artikel 6;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 24 november 1993 houdende organisatie van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap en de regeling van de rechtspositie van het personeel, zoals tot op heden gewijzigd;
Gelet op het ministerieel besluit van 21 november 2001 houdende delegatie van sommige bevoegdheden inzake binnenlandse aangelegenheden aan ambtenaren van de Vlaamse Gemeenschap;
Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de Begroting, gegeven op 9 september 2005;
Gelet op het spoedeisend karakter, dat gelegen is in de door de Vlaamse Regering voorziene implementatie van het project Beter Bestuurlijk Beleid, zoals voorzien in het Vlaams regeerakkoord, per 1 januari 2006 en waarbij een degelijke voorbereiding, inclusief de rechtsgeldige oprichting van alle voorziene agentschappen, zowel vanuit bestuurskundige redenen als om redenen van rechtszekerheid noodzakelijk is;
Gelet op het advies 39/225/3 van de Raad van State, gegeven op 5 oktober 2005 met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2° van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op voorstel van de Vlaamse minister van Bestuurszaken, Buitenlands Beleid, Media en Toerisme en van de Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Stedenbeleid, Wonen en Inburgering;
Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUCK I. - Algemene bepalingen
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° het Algemeen Delegatiebesluit : het besluit van de Vlaamse Regering van 10 oktober 2003 tot regeling van de delegatie van beslissingsbevoegdheden aan de hoofden van de intern verzelfstandigde agentschappen zonder rechtspersoonlijkheid van de Vlaamse overheid;2° het agentschap : het Agentschap voor Binnenlands Bestuur;3° de minister : Vlaamse minister bevoegd voor de binnenlandse aangelegenheden, het stedenbeleid en het inburgeringsbeleid;4° de lokale besturen : de gemeenten, de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, de intergemeentelijke samenwerkingsverbanden, de eredienstinstellingen, de (autonome) gemeentebedrijven, de OCMW-verenigingen;5° de provinciale besturen : de provincies, de (autonome) provinciebedrijven. HOOFDSTUK II. - Benaming, doelstellingen en taken van het agentschap
Art. 2.Binnen het Vlaamse ministerie van Bestuurszaken wordt een intern verzelfstandigd agentschap zonder rechtspersoonlijkheid opgericht, onder de benaming "Agentschap voor Binnenlands Bestuur".
Het agentschap wordt opgericht voor de uitvoering van het beleid inzake de binnenlandse aangelegenheden, met inbegrip van het stedenbeleid en van het inburgeringsbeleid.
Het agentschap behoort tot het beleidsdomein Bestuurszaken.
Art. 3.Het agentschap heeft als missie te zorgen voor een kwaliteitsvol Vlaams bestuurlijk beleid waarin bestuurskrachtige lokale en provinciale overheden op een efficiënte en democratische wijze hun taken kunnen vervullen voor de bevolking.
Art. 4.Het agentschap heeft onder meer tot taak het uitvoeren van een samenhangend beleid inzake de lokale en de provinciale besturen, het stedenbeleid en het inburgeringsbeleid, met inbegrip van het evalueren en het formuleren van voorstellen tot aanpassing en bijsturing, inzonderheid op het vlak van : 1° de bestuurlijke regelgeving betreffende de lokale en de provinciale besturen, met inbegrip van het aanbieden van ondersteuning aan die besturen in dat verband en het formuleren van voorstellen, onder meer naar aanleiding van vaststellingen ter gelegenheid van de beleidsuitvoering;2° de verdeling en het beheer van de financieringsfondsen ten behoeve van de lokale en provinciale besturen;3° de organisatie van de verkiezingen voor de gemeente- en provincieraden en van de betrokkenheid van de Vlaamse overheid bij de verkiezingen van het Vlaamse Parlement;4° de dossierbehandeling in het kader van de uitvoering van het administratief toezicht op de lokale en provinciale besturen, voorafgaand aan de beslissingsbevoegdheid van de minister, de gouverneur en de commissarissen van de Vlaamse Regering;5° het stedenbeleid;6° de begraafplaatsen en de lijkbezorging;7° de werking van de eredienstinstellingen;8° de inburgering;9° de ondersteuning van de gouverneurs bij de uitoefening van hun bestuurskundige opdrachten ten behoeve van de Vlaamse Regering;10° de ontwikkeling van een kenniscentrum inzake de lokale en provinciale besturen.
Art. 5.Overeenkomstig artikel 9, § 1, 1° van het kaderdecreet bestuurlijk beleid van 18 juli 2003, regelt de beheersovereenkomst de concretisering van de kwalitatieve en kwantitatieve wijze waarop het agentschap zijn taken moet vervullen, met strategische en operationele doelstellingen, beschreven aan de hand van meetbare criteria.
Art. 6.Bij het uitoefenen van zijn missie en taken treedt het agentschap op namens de rechtspersoon Vlaamse Gemeenschap of de rechtspersoon Vlaams Gewest, afhankelijk van de behandelde materie waarvoor het agentschap bevoegd is. HOOFDSTUK III. - Aansturing en leiding van het agentschap
Art. 7.Het agentschap ressorteert onder het hiërarchisch gezag van de minister.
Art. 8.De minister stuurt het agentschap aan, inzonderheid via de beheersovereenkomst.
Art. 9.Het hoofd van het agentschap is belast met de algemene leiding, de werking en de vertegenwoordiging van het agentschap, onverminderd de mogelijkheid tot delegatie en subdelegatie van die bevoegdheid. HOOFDSTUK IV. - Delegatie van beslissingsbevoegdheden
Art. 10.Het hoofd van het agentschap heeft delegatie van beslissingsbevoegdheid voor de aangelegenheden die zijn vastgesteld in het Algemeen Delegatiebesluit.
Art. 11.Naast de delegaties betreffende de aangelegenheden bedoeld in artikel 9 van het Algemeen Delegatiebesluit, worden aan het hoofd van het agentschap de volgende specifieke delegaties verleend : 1° namens de Vlaamse minister, de ondertekening van betalingsborderellen en voorschotten in verband met het Gemeentefonds en het Provinciefonds;2° namens de Vlaamse minister, de terugbetaling van de geprefinancierde trekkingsrechten en de door de prefinanciering ontstane debetintresten van het Investeringsfonds, zoals bedoeld bij decreet van 20 maart 1991.
Art. 12.Bij het gebruik van de delegaties gelden de algemene voorwaarden en beperkingen, alsook de bepalingen inzake de mogelijkheid tot subdelegatie, de regeling bij vervanging en de verantwoording, zoals vervat in het Algemeen Delegatiebesluit. HOOFDSTUK V. - Controle, opvolging en toezicht
Art. 13.Onverminderd de artikelen 9, 33 en 34 van het kaderdecreet bestuurlijk beleid van 18 juli 2003 met betrekking tot informatieverstrekking, rapportering, interne controle en interne audit, is de minister verantwoordelijk voor de opvolging van en het toezicht op het agentschap.
Art. 14.De minister kan, in het kader van de opvolging en de uitoefening van het toezicht, op ieder ogenblik aan het hoofd van het agentschap informatie, rapportering en verantwoording vragen over bepaalde aangelegenheden, zowel op geaggregeerd niveau als op niveau van individuele onderwerpen en dossiers. HOOFDSTUK VI. - Wijzigings-, inwerkingtredings- en uitvoeringsbepalingen
Art. 15.§ 1. In het besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004 tot vaststelling van de voorwaarden en de regels inzake de toekenning van subsidies voor vormingsinitiatieven voor lokale mandatarissen, ambtenaren en topambtenaren, worden volgende wijzigingen aangebracht : 1° in artikel 1 van dit besluit wordt punt 2° vervangen door wat volgt : « 2° het Agentschap : het Agentschap voor Binnenlands Bestuur van het Ministerie van Bestuurszaken";2° in artikel 1, 4°, artikel 3, § 4 en § 5, in artikel 4, § 1 en § 2, in artikel 5, in artikel 6, in artikel 7, in artikel 10, in artikel 11, in artikel 12, in artikel 14 van hetzelfde besluit worden de woorden « de administratie » vervangen door « het Agentschap »;3° in artikel 5, 7, 11 en 12 worden de woorden "de directeur-generaal" vervangen door de woorden "het hoofd". § 2. In artikel 1, 1° van het besluit van de Vlaamse Regering van 28 april 2000 tot aanwijzing van de gewestelijke administraties en instellingen die advies uitbrengen over een ontwerp van provinciaal ruimtelijk structuurplan, worden de woorden "de Administratie Binnenlandse Aangelegenheden" vervangen door de woorden "het Agentschap voor Binnenlands Bestuur". § 3. In artikel 1, § 2 van het besluit van de Vlaamse Regering van 22 september 1998 houdende regeling van de tenlasteneming van kosten verbonden aan de door de gemeenten geboden administratieve ondersteuning in geval van algemene ramp, worden de woorden "de directeur-generaal van de Administratie Binnenlandse Aangelegenheden" vervangen door de woorden "het hoofd van het Agentschap voor Binnenlands Bestuur". § 4. In artikel 2, 14° van het besluit van de Vlaamse Regering van 6 juni 1996 houdende nadere regelen betreffende de landinrichting, worden de woorden "de leidende ambtenaar van de Administratie Binnenlandse Aangelegenheden" vervangen door de woorden "het hoofd van het Agentschap voor Binnenlands Bestuur". § 5. In artikel 5 van het besluit van de Vlaamse Regering van 14 mei 1996 tot uitvoering van het decreet van 14 mei 1996 tot vaststelling van de regelen inzake de werking en de verdeling van het Sociaal Impulsfonds, wordt het tweede lid vervangen door wat volgt : « De aanvraag en het verslag worden opgestuurd naar het Vlaams Agentschap voor Binnenlands Bestuur. »
Art. 16.Het ministerieel besluit van 21 november 2001 houdende delegatie van sommige bevoegdheden inzake binnenlandse aangelegenheden aan ambtenaren van de Vlaamse Gemeenschap, wordt opgeheven.
Art. 17.De Vlaamse Regering bepaalt de datum van inwerkingtreding van dit besluit.
Art. 18.De Vlaamse minister bevoegd voor de Binnenlandse Aangelegenheden is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 28 oktober 2005.
De minister-president van de Vlaamse Regering, Y. LETERME De Vlaamse minister van Bestuurszaken, Buitenlands Beleid, Media en Toerisme, G. BOURGEOIS De Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Stedenbeleid, Wonen en Inburgering, M. KEULEN