gepubliceerd op 09 juli 2020
Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid, wat betreft de participatieorganisatie, en tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 26 april 2019 tot uitvoering van diverse bepalingen van het decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid wat betreft de participatieorganisatie en de oriëntering van anderstaligen naar het meest gepaste aanbod NT2, en tot wijziging van diverse bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 29 januari 2016 houdende de uitvoering van het decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid
26 JUNI 2020. - Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 7 juni 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/06/2013 pub. 26/07/2013 numac 2013204197 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid sluiten betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid, wat betreft de participatieorganisatie, en tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 26 april 2019Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 26/04/2019 pub. 19/07/2019 numac 2019041259 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van diverse bepalingen van het decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid wat betreft de participatieorganisatie en de oriëntering van anderstaligen naar het meest gepaste aanbod NT2, en tot wijziging van diverse bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 29 januari 2016 houdende de uitvoering van het decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid sluiten tot uitvoering van diverse bepalingen van het decreet van 7 juni 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/06/2013 pub. 26/07/2013 numac 2013204197 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid sluiten betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid wat betreft de participatieorganisatie en de oriëntering van anderstaligen naar het meest gepaste aanbod NT2, en tot wijziging van diverse bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 29 januari 2016 houdende de uitvoering van het decreet van 7 juni 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/06/2013 pub. 26/07/2013 numac 2013204197 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid sluiten betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid
Rechtsgronden Dit besluit is gebaseerd op: - het
decreet van 7 juni 2013Relevante gevonden documenten
type
decreet
prom.
07/06/2013
pub.
26/07/2013
numac
2013204197
bron
vlaamse overheid
Decreet betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid
sluiten betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid, artikel 9, derde lid, ingevoegd bij het decreet van 18 januari 2019, artikel 10, tweede lid, en artikel 11, tweede lid, gewijzigd bij het decreet van 18 januari 2019.
Vormvereisten De volgende vormvereisten zijn vervuld: - De Inspectie van Financiën heeft advies gegeven op 27 april 2020. - De Raad van State heeft advies 67.423/1 gegeven op 16 juni 2020, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973.
Initiatiefnemer Dit besluit wordt voorgesteld door de Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Bestuurszaken, Inburgering en Gelijke Kansen.
Na beraadslaging, DE VLAAMSE REGERING BESLUIT: HOOFDSTUK 1. - Definities
Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder: 1° agentschap: het Agentschap Binnenlands Bestuur, opgericht bij het besluit van de Vlaamse Regering van 28 oktober 2005Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 28/10/2005 pub. 13/03/2006 numac 2006035331 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Besluit van de Vlaamse Regering tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap "Agentschap voor Binnenlands Bestuur" sluiten tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap "Agentschap Binnenlands Bestuur";2° decreet van 7 juni 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/06/2013 pub. 26/07/2013 numac 2013204197 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid sluiten: het decreet van 7 juni 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/06/2013 pub. 26/07/2013 numac 2013204197 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid sluiten betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid;3° digitale wijze: de digitale wijze, vermeld op de website van het agentschap;4° minister: de Vlaamse minister, bevoegd voor de gelijke kansen, de integratie en de inburgering;5° participatieorganisatie: de participatieorganisatie, vermeld in hoofdstuk 4 van het decreet van 7 juni 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/06/2013 pub. 26/07/2013 numac 2013204197 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid sluiten;6° samenwerkingsovereenkomst: de samenwerkingsovereenkomst, vermeld in artikel 9 van het decreet van 7 juni 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/06/2013 pub. 26/07/2013 numac 2013204197 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid sluiten;7° werkjaar: de periode van 1 januari tot en met 31 december;8° werkdagen: alle dagen met uitzondering van zaterdagen, zondagen en de feestdagen, vermeld in artikel 1 van het koninklijk besluit van 18 april 1974 tot bepaling van de algemene wijze van uitvoering van de wet van 4 januari 1974 betreffende de feestdagen. HOOFDSTUK 2. - Erkenningsvoorwaarden
Art. 2.In het kader van het deugdelijk bestuur van de participatieorganisatie voldoet de participatieorganisatie aan al de volgende voorwaarden: 1° ze beschikt over een deontologische code voor haar personeelsleden en bestuursleden uiterlijk zes maanden nadat de samenwerkingsovereenkomst gesloten is;2° ze maakt jaarlijks het jaarverslag en de jaarrekening, vermeld in artikel 5, § 3, eerste lid, bekend op haar website.
Art. 3.De missie en visie van de participatieorganisatie passen binnen de algemene opdrachten, vermeld in artikel 8, tweede lid, van het decreet van 7 juni 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/06/2013 pub. 26/07/2013 numac 2013204197 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid sluiten.
De statuten van de participatieorganisatie verwijzen naar de algemene opdrachten, vermeld in artikel 8, tweede lid, van het voormelde decreet, binnen zes maanden nadat de samenwerkingsovereenkomst gesloten is.
Art. 4.De participatieorganisatie streeft een evenwichtige samenstelling van haar bestuursorganen na waarbij: 1° de helft van haar bestuursleden personen van buitenlandse herkomst zijn;2° de helft van haar bestuursleden personen zijn die over specifieke deskundigheid en ervaring beschikken op het vlak van integratie, inclusie en evenredige participatie van personen van buitenlandse herkomst of op het vlak van organisatiemanagement. Bij de samenstelling van haar bestuursorganen streeft de participatieorganisatie naar een meer evenwichtig aandeel van zowel mannen en vrouwen als personen jonger dan 35 jaar, bij het begin van het mandaat.
De leden, vermeld in het eerste lid, 1°, worden geselecteerd en benoemd via een publieke oproep tot kandidaatstelling. De erkende participatieorganisatie organiseert die oproep tot kandidaatstelling en de benoeming van de leden op de wijze die bepaald is in het selectie- en benoemingsreglement, vermeld in artikel 5, § 1, tweede lid, 2°.
De leden, vermeld in het eerste lid, 2°, worden geselecteerd en benoemd op de wijze die bepaald is in het selectie- en benoemingsreglement, vermeld in vermeld in artikel 5, § 1, tweede lid, 2°.
De bestuursorganen van de erkende participatieorganisatie worden op de wijze, vermeld in het eerste tot en met vierde lid, samengesteld binnen zes maanden nadat de samenwerkingsovereenkomst gesloten is. De bestuursorganen worden opnieuw samengesteld bij elke nieuwe erkenning van een participatieorganisatie.
Art. 5.§ 1. De participatieorganisatie beschikt over een meerjarenplan voor een periode van vijf jaar. Dat meerjarenplan omvat al de volgende elementen: 1° een beschrijving van de strategische en operationele doelstellingen in relatie tot de algemene opdrachten, vermeld in artikel 8, tweede lid, van het decreet van 7 juni 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/06/2013 pub. 26/07/2013 numac 2013204197 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid sluiten, en de beleidsprioriteiten, vermeld in artikel 6 van dit besluit;2° een opgave van de beoogde resultaten en de bijbehorende indicatoren;3° het tijdstip en de wijze waarop de resultaten worden gemeten;4° een beschrijving van de interne organisatiestructuur en -werking;5° de middelen die nodig worden geacht om het meerjarenplan te realiseren Bij het meerjarenplan, vermeld in het eerste lid, worden al de volgende stukken gevoegd: 1° een omgevingsanalyse;2° een selectie- en benoemingsreglement voor de samenstelling van de bestuursorganen. § 2. Ter uitvoering van het meerjarenplan, vermeld in paragraaf 1, maakt de participatieorganisatie voor elk werkjaar een jaaractieplan op.
Het jaaractieplan, vermeld in het eerste lid, beschrijft hoe de participatieorganisatie de strategische doelstellingen die geformuleerd zijn in het meerjarenplan, vermeld in paragraaf 1, zal realiseren. Het jaaractieplan omschrijft minstens de te behalen resultaten in het jaar in kwestie en de concrete acties.
De participatieorganisatie bezorgt het jaaractieplan, vermeld in het eerste lid, digitaal aan het agentschap uiterlijk op 15 december van het werkjaar voorafgaand aan het jaar waarop het jaaractieplan betrekking heeft. § 3. Ter opvolging van de uitvoering van het meerjarenplan, vermeld in paragraaf 1, en het jaaractieplan, vermeld in paragraaf 2, maakt de participatieorganisatie een jaarverslag en een jaarrekening op van elk voorbije werkjaar.
De participatieorganisatie bezorgt het jaarverslag en de jaarrekening, vermeld in het eerste lid, digitaal aan het agentschap in de loop van het eerste trimester dat volgt op het werkjaar waarop ze betrekking hebben.
Art. 6.De minister bepaalt in het kader van de concretisering van de uitvoering van de algemene opdrachten, vermeld in artikel 8, tweede lid, van het decreet van 7 juni 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/06/2013 pub. 26/07/2013 numac 2013204197 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid sluiten, beleidsprioriteiten waarmee de erkende participatieorganisatie rekening houdt. HOOFDSTUK 3. - Procedure voor de selectie van een kandidaat-participatieorganisatie
Art. 7.De erkenningsaanvragen worden ingediend uiterlijk vijf maanden voorafgaand aan de datum waarop de erkenning van de participatieorganisatie afloopt of, in voorkomend geval, uiterlijk veertig werkdagen na de opheffing van de erkenning van de participatieorganisatie, vermeld in artikel 20, eerste lid.
Bij de eerste erkenningsprocedure van een participatieorganisatie op basis van dit besluit, worden de erkenningsaanvragen ingediend uiterlijk op 30 september 2020.
Art. 8.Een erkenningsaanvraag is ontvankelijk als de aanvraag op digitale wijze wordt ingediend bij het agentschap en als ze al de volgende stukken en gegevens bevat: 1° een beschrijving van hoe de missie en visie van de aanvrager passen binnen de algemene opdrachten, vermeld in artikel 8, tweede lid van het decreet van 7 juni 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/06/2013 pub. 26/07/2013 numac 2013204197 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid sluiten, en de erkenningsvoorwaarde, vermeld in artikel 10, eerste lid, 2°, van het voormelde decreet;2° een kopie van de statuten van de aanvrager, waaruit blijkt dat de aanvrager voldoet aan de voorwaarde, vermeld in artikel 10, eerste lid, 1°, van het voormelde decreet;3° een opgave van de huidige samenstelling van de bestuursorganen van de aanvrager;4° een plan van aanpak om te kunnen voldoen aan de erkenningsvoorwaarden, vermeld in artikel 2, 1°, en artikel 4 van dit besluit, en in artikel 10, eerste lid, 2°, van het voormelde decreet;5° een beschrijving van de huidige interne organisatiestructuur van de aanvrager en een beschrijving van hoe die structuur mogelijk aangepast kan worden om de algemene opdrachten van de participatieorganisatie, vermeld in artikel 8, tweede lid, van het voormelde decreet, te kunnen uitvoeren.
Art. 9.Het agentschap onderzoekt de ontvankelijkheid van de erkenningsaanvraag.
Het agentschap bezorgt de aanvrager binnen vijf werkdagen na de dag waarop het de erkenningsaanvraag heeft ontvangen, digitaal de beslissing of de aanvraag ontvankelijk of onontvankelijk is. Nadat die termijn verstreken is, wordt de aanvraag geacht ontvankelijk te zijn.
Als er geen ontvankelijke aanvragen zijn ingediend, kan de erkenningsprocedure opnieuw opgestart worden. In dat geval worden de erkenningsaanvragen ingediend uiterlijk twintig werkdagen na de dag waarop het agentschap vaststelt dat enkel niet-ontvankelijke erkenningsaanvragen werden ingediend. De procedure, vermeld in het eerste en tweede lid, is vervolgens van toepassing.
Art. 10.Het agentschap beoordeelt de ontvankelijke erkenningsaanvraag inhoudelijk en brengt daarover een advies uit aan de minister.
Bij de beoordeling, vermeld in het eerste lid, toetst het agentschap de ontvankelijke erkenningsaanvraag aan de erkenningsvoorwaarden, vermeld in artikel 2 tot en met 4 van dit besluit, en in artikel 10, eerste lid, van het decreet van 7 juni 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/06/2013 pub. 26/07/2013 numac 2013204197 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid sluiten. Die beoordeling gebeurt op basis van de stukken en de gegevens, vermeld in artikel 8 van dit besluit.
Als dat nodig is, vraagt het agentschap bijkomende inlichtingen aan de aanvrager. De aanvrager bezorgt die inlichtingen binnen tien werkdagen na de dag waarop hij het verzoek om bijkomende inlichtingen heeft ontvangen. De aanvrager bezorgt die bijkomende inlichtingen op digitale wijze aan het agentschap. De beslissingstermijn wordt daarbij niet geschorst.
Als de bijkomende inlichtingen niet binnen de termijn, vermeld in het derde lid, zijn bezorgd aan het agentschap, wordt ervan uitgegaan dat de aanvrager afziet van zijn erkenningsaanvraag.
Art. 11.De minister neemt op basis van de inhoudelijke beoordeling van de ontvankelijke erkenningsaanvragen, vermeld in artikel 10, eerste en tweede lid, een beslissing tot selectie of niet-selectie van één kandidaat-participatieorganisatie.
Binnen twintig werkdagen na de dag waarop het de ontvankelijke erkenningsaanvraag heeft ontvangen, bezorgt het agentschap de beslissing tot selectie, vermeld in het eerste lid, digitaal aan de kandidaat-participatieorganisatie.
Binnen twintig werkdagen na de dag waarop het de ontvankelijke erkenningsaanvraag heeft ontvangen bezorgt het agentschap de beslissing tot niet-selectie, vermeld in het eerste lid, digitaal aan de niet-geselecteerde aanvrager.
Als er geen kandidaat-participatieorganisatie geselecteerd kan worden uit de ontvankelijke erkenningsaanvragen, kan de procedure, vermeld in artikel 7 tot en met 10 en in het eerste tot en met het derde lid van dit artikel, opnieuw opgestart worden. In afwijking van artikel 7 worden de erkenningsaanvragen ingediend uiterlijk veertig werkdagen na de beslissing van de minister tot niet-selectie, vermeld in het eerste lid, van een kandidaat-participatieorganisatie. HOOFDSTUK 4. - Procedure om de erkenning te verlenen en de samenwerkingsovereenkomst te sluiten
Art. 12.Uiterlijk dertig werkdagen na de dag waarop de minister de beslissing heeft genomen tot selectie van de kandidaat-participatieorganisatie, vermeld in artikel 11, eerste lid, dient de kandidaat-participatieorganisatie op digitale wijze het meerjarenplan in en de bijgevoegde stukken, vermeld in artikel 5.
Art. 13.§ 1. De minister keurt het meerjarenplan met de bijgevoegde stukken, vermeld in artikel 5, goed uiterlijk twintig werkdagen na de dag waarop de kandidaat-participatieorganisatie het meerjarenplan en de bijgevoegde stukken heeft ingediend conform artikel 12.
Na de goedkeuring, vermeld in het eerste lid, neemt de Vlaamse Regering een beslissing tot erkenning of niet-erkenning van de kandidaat-participatieorganisatie.
Als de Vlaamse Regering beslist om de kandidaat-participatieorganisatie te erkennen, sluit ze vervolgens met de erkende participatieorganisatie een samenwerkingsovereenkomst. § 2. De beslissing tot erkenning, vermeld in paragraaf 1, tweede lid, en het sluiten van de samenwerkingsoverkomst, vermeld in paragraaf 1, derde lid, gebeurt uiterlijk vijftig werkdagen na de dag waarop de kandidaat-participatieorganisatie het meerjarenplan en de bijgevoegde stukken conform artikel 12, heeft ingediend.
Het agentschap bezorgt aan de kandidaat-participatieorganisatie de beslissing tot erkenning, vermeld in paragraaf 1, tweede lid, digitaal binnen tien werkdagen na de dag waarop ze is genomen.
Het agentschap bezorgt aan de kandidaat-participatieorganisatie de beslissing tot niet-erkenning, vermeld in paragraaf 1, tweede lid, digitaal binnen tien werkdagen na de dag waarop ze is genomen.
Art. 14.Als de Vlaamse Regering beslist om niet te erkennen als vermeld in artikel 13, § 1, tweede lid, kan de procedure, vermeld in artikel 7 tot en met 13, opnieuw opgestart worden. In afwijking van artikel 7 worden de erkenningsaanvragen ingediend uiterlijk veertig werkdagen nadat de voormelde beslissing tot niet-erkenning is genomen.
Art. 15.De vijfjarige periode, vermeld in artikel 9, eerste lid, van het decreet van 7 juni 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/06/2013 pub. 26/07/2013 numac 2013204197 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid sluiten, start op de eerste dag van de zesde maand die volgt op de maand waarin de erkenningsaanvragen uiterlijk ingediend moeten worden.
Art. 16.De erkenning van een participatieorganisatie is geldig tot de samenwerkingsovereenkomst eindigt of de erkenning wordt opgeheven als vermeld in artikel 20, eerste lid. HOOFDSTUK 5. - Toezicht en sancties
Art. 17.§ 1. Het agentschap bezorgt jaarlijks aan de minister een voortgangsrapport over al de volgende elementen: 1° de naleving door de erkende participatieorganisatie van de erkenningsvoorwaarden, vermeld in hoofdstuk 2 van dit besluit;2° de uitvoering van de afspraken die opgenomen zijn in de samenwerkingsovereenkomst;3° de aanwending van de toegekende subsidies, vermeld in artikel 11 van het decreet van 7 juni 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/06/2013 pub. 26/07/2013 numac 2013204197 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid sluiten. Het voortgangsrapport, vermeld in het eerste lid, wordt aan de minister bezorgd uiterlijk op 1 juli van het jaar dat volgt op het werkjaar waarop het voortgangsrapport betrekking heeft.
Art. 18.Het agentschap stelt een omstandig verslag op als het de volgende tekortkomingen vaststelt bij de erkende participatieorganisatie: 1° de participatieorganisatie voldoet niet langer aan een van de erkenningsvoorwaarden, vermeld in hoofdstuk 2 van dit besluit, en in artikel 10, eerste lid, van het decreet van 7 juni 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/06/2013 pub. 26/07/2013 numac 2013204197 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid sluiten;2° de werking van de participatieorganisatie vertoont afwijkingen ten opzichte van de afspraken die opgenomen zijn in de samenwerkingsovereenkomst. Het omstandige verslag, vermeld in eerste lid, wordt aan de minister en de erkende participatieorganisatie bezorgd.
In het omstandige verslag, vermeld in het eerste lid, maant het agentschap de erkende participatieorganisatie aan om binnen veertig werkdagen na de dag waarop het verslag is verstuurd: 1° de tekortkomingen, vermeld in het eerste lid, weg te werken;2° het agentschap op digitale wijze te informeren over de maatregelen die ze genomen heeft om de tekortkomingen weg te werken.
Art. 19.§ 1. Als de erkende participatieorganisatie na verloop van de termijn, vermeld in artikel 18, derde lid, van dit besluit, de tekortkomingen, vermeld in artikel 18, eerste lid, van dit besluit, niet heeft weggewerkt, kan de minister de volgende sancties opleggen: 1° de subsidies, vermeld in artikel 11 van het decreet van 7 juni 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/06/2013 pub. 26/07/2013 numac 2013204197 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid sluiten, verminderen of terugvorderen;2° de erkenning schorsen, waarbij de participatieorganisatie gedurende de schorsing geen subsidies ontvangt als vermeld in artikel 11 van het voormelde decreet. De sancties, vermeld in het eerste lid, staan in een redelijke verhouding tot de omvang van de tekortkomingen, vermeld in artikel 18, eerste lid, en duren totdat de tekortkomingen zijn weggewerkt. § 2. De minister neemt de beslissing, vermeld in paragraaf 1, eerste lid, binnen tien werkdagen nadat de termijn, vermeld in artikel 18, derde lid, van dit besluit, verstreken is. Als de minister geen beslissing neemt binnen die termijn, blijven de subsidies, vermeld in artikel 11 van het decreet van 7 juni 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/06/2013 pub. 26/07/2013 numac 2013204197 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid sluiten, ongewijzigd en behoudt de participatieorganisatie haar erkenning.
Het agentschap bezorgt aan de erkende participatieorganisatie de beslissing, vermeld in paragraaf 1, eerste lid, digitaal binnen tien werkdagen of bezorgt de erkende participatieorganisatie digitaal de informatie dat de minister geen beslissing heeft genomen als vermeld in het eerste lid.
Art. 20.Als de erkende participatieorganisatie na de beslissing, vermeld in artikel 19, § 1, eerste lid, binnen veertig werkdagen nog altijd de tekortkomingen, vermeld in artikel 18, eerste lid, niet heeft weggewerkt, kan de minister beslissen om de erkenning op te heffen.
De samenwerkingsovereenkomst wordt van rechtswege ontbonden als de erkenning wordt opgeheven als vermeld in het eerste lid.
De minister neemt de beslissing tot opheffing, vermeld in het eerste lid, binnen tien werkdagen nadat de termijn, vermeld in het eerste lid, verstreken is. Als de minister geen beslissing neemt binnen die termijn, blijft de erkenning behouden.
Het agentschap bezorgt de erkende participatieorganisatie binnen tien werkdagen digitaal de beslissing tot opheffing, vermeld in het eerste lid, of bezorgt de erkende participatieorganisatie digitaal de informatie dat de minister geen beslissing heeft genomen als vermeld in het derde lid.
Als een beslissing tot opheffing als vermeld in het eerste lid, wordt genomen, kan de procedure, vermeld in artikel 7 tot en met 13, opnieuw opgestart worden. Overeenkomstig artikel 7 worden de erkenningsaanvragen ingediend uiterlijk veertig werkdagen na de beslissing tot opheffing van de erkenning. HOOFDSTUK 6. - Wijzigingsbepaling
Art. 21.In het besluit van de Vlaamse Regering van 26 april 2019Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 26/04/2019 pub. 19/07/2019 numac 2019041259 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van diverse bepalingen van het decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid wat betreft de participatieorganisatie en de oriëntering van anderstaligen naar het meest gepaste aanbod NT2, en tot wijziging van diverse bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 29 januari 2016 houdende de uitvoering van het decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid sluiten tot uitvoering van diverse bepalingen van het decreet van 7 juni 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/06/2013 pub. 26/07/2013 numac 2013204197 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid sluiten betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid wat betreft de participatieorganisatie en de oriëntering van anderstaligen naar het meest gepaste aanbod NT2, en tot wijziging van diverse bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 29 januari 2016 houdende de uitvoering van het decreet van 7 juni 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/06/2013 pub. 26/07/2013 numac 2013204197 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid sluiten betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid wordt hoofdstuk 2, dat bestaat uit artikel 2 tot en met 13, opgeheven. HOOFDSTUK 7. - Slotbepalingen
Art. 22.De Vlaamse minister, bevoegd voor de gelijke kansen, de integratie en de inburgering, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 26 juni 2020.
De minister-president van de Vlaamse Regering, J. JAMBON De Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Bestuurszaken, Inburgering en Gelijke Kansen, B. SOMERS