gepubliceerd op 04 augustus 2016
Ministerieel besluit tot delegatie van bepaalde bevoegdheden inzake het Asiel, Migratie en Integratie Fonds aan de leidend ambtenaar van het Departement Werk en Sociale Economie
VLAAMSE OVERHEID
Werk en Sociale Economie
22 JUNI 2016. - Ministerieel besluit tot delegatie van bepaalde bevoegdheden inzake het Asiel, Migratie en Integratie Fonds aan de leidend ambtenaar van het Departement Werk en Sociale Economie
De Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Inburgering, Wonen, Gelijke Kansen en armoedebestrijding, De Vlaamse minister van Werk, Economie, Innovatie en Sport, Gelet op de gedelegeerde verordening (EU) Nr. 1042/2014 van de Commissie van 25 juli 2014 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 514/2014 in verband met de aanwijzing van verantwoordelijke instanties en hun verantwoordelijkheden op het gebied van beheer en controle en in verband met het statuut en de verplichtingen van auditinstanties;
Gelet op de Verordening No 516/2014 van 16 april 2014 tot oprichting van het Europese Asiel, Migratie en Integratie Fonds tot wijziging van Beschikking 2008/381/EG van de Raad en tot intrekking van Beschikkingen nr. 573/2007/EG en nr. 575/2007/EG van het Europees Parlement en de Raad en Beschikking 2007/435/EG van de Raad als onderdeel van het algemeen programma AMIF-ISF programma 2014-2020;
Gelet op de Verordening (EU) nr. 514/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 tot vaststelling van de algemene bepalingen inzake het Fonds voor Asiel, Migratie en Integratie en inzake het instrument voor financiële steun voor politiële samenwerking, voorkoming en bestrijding van criminaliteit, en crisisbeheersing;
Gelet op het decreet van 8 november 2002Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/11/2002 pub. 17/12/2002 numac 2002036509 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende de oprichting van de v.z.w. ESF-Agentschap type decreet prom. 08/11/2002 pub. 22/01/2003 numac 2003035098 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende de oprichting van de V.Z.W. ESF-Agentschap. - Erratum sluiten houdende de oprichting van de v.z.w. ESF-Agentschap, gewijzigd bij het decreten van 22 december 2006, 29 juni 2007, 16 juli 2010 en 30 oktober 2015;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 25 juli 2014Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 25/07/2014 pub. 01/08/2014 numac 2014036478 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot bepaling van de bevoegdheden van de leden van de Vlaamse Regering sluiten tot bepaling van de bevoegdheden van de leden van de Vlaamse Regering;
Gelet op het advies van de inspectie van Financiën, gegeven op 20 april 2016;
Overwegende dat het reglement van orde van het Monitoringcomité AMIF bepaalt dat het Monitoringcomité AMIF de volgende taken uitvoert: het bepalen van de inhoud van elke oproep en het beslissingsproces, het bepalen van de methoden en criteria voor de selectie en het goedkeuren van de financiële middelen per oproep;
Overwegende dat de minister bevoegd voor het gelijke kansen- en integratiebeleid in decreetsbepalingen van de uitgavenbegroting gemachtigd wordt, mits akkoord van de minister bevoegd voor Begroting, zowel het vastleggings- als het vereffeningskrediet gedeeltelijk over te schrijven voor de cofinanciering en het beheer van de projecten in het kader van het Asiel, Migratie en Integratie Fonds;
Overwegende dat de nota aan het Overlegcomité van de Staatssecretaris voor Asiel en Migratie, Maatschappelijke Integratie en Armoedebestrijding betreffende het Europees Fonds Asiel en Migratie (2014-2020) van 3 februari 2014 zoals goedgekeurd op het Overlegcomité van 5 februari 2014 voorstelt dat Vlaanderen als gedelegeerde autoriteit verantwoordelijk is voor het beheer en de controle van hun deel van het Fonds;
Overwegende dat het, met het oog op een efficiënte beleidsuitvoering, raadzaam is om sommige bevoegdheden inzake het Europees Fonds voor Asiel, Migratie en Integratie te delegeren aan de leidend ambtenaar van het Departement Werk en Sociale Economie;
Besluiten :
Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder: 1° leidend ambtenaar: de persoon die aan het hoofd staat van het Departement Werk en Sociale Economie;2° Verordening (EU) nr.514/2014: de Verordening (EU) nr. 514/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 tot vaststelling van de algemene bepalingen inzake het Fonds voor asiel, migratie en integratie en inzake het instrument voor financiële steun voor politiële samenwerking, voorkoming en bestrijding van criminaliteit, en crisisbeheersing; 3° Agentschap Binnenlands Bestuur: het Agentschap Binnenlands Bestuur van het Vlaamse Ministerie Kanselarij en Bestuur, opgericht bij het besluit van de Vlaamse Regering van 28 oktober 2005Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 28/10/2005 pub. 13/03/2006 numac 2006035331 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Besluit van de Vlaamse Regering tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap "Agentschap voor Binnenlands Bestuur" sluiten tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap "Agentschap Binnenlands Bestuur";4° Monitoringcomité AMIF: Overeenkomstig artikel 12 van de verordening (EU) Nr.514/2014 ondersteunt het Monitoringcomité AMIF de uitvoering van het Nationaal Programma.
Art. 2.§ 1. Aan de leidend ambtenaar wordt delegatie verleend om, overeenkomstig artikel 5 van de gedelegeerde verordening (EU) Nr. 1042/2014 van de Commissie van 25 juli 2014 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 514/2014, de gedelegeerde taken uit te voeren die vastgesteld zullen worden in het delegatiebesluit tussen de Verantwoordelijke Autoriteit en de instantie die de gedelegeerde taken zal opnemen. § 2. De gedelegeerde taken omvatten: 1° met de partners te overleggen, overeenkomstig artikel 12, lid 1, van Verordening (EU) nr.514/2014; 2° er op toe te zien dat eventuele aanpassingen aan het Nationaal Programma 2014-2020 worden overgemaakt aan de Verantwoordelijke Autoriteit;3° te zorgen voor het secretariaat van het Monitoringcomité AMIF;4° te zorgen voor de verdere inhoudelijke uitwerking van de oproepen zoals goedgekeurd door het Monitoringcomité AMIF in samenwerking met het Agentschap Binnenlands Bestuur;5° de subsidiabiliteitsregels voor projecten en projectkosten te formuleren en vast te stellen voor alle activiteiten, en daarbij gelijke behandeling te waarborgen en belangenconflicten te vermijden, overeenkomstig de beginselen van goed financieel beheer;6° zowel de oproepen tot inschrijving en tot het indienen van voorstellen als de daaropvolgende selectie van projecten en toekenning van financiering uit het nationale programma te organiseren en bekend te maken, overeenkomstig het toepassingsgebied en de doelstellingen van de specifieke verordeningen bedoeld in artikel 2, onder a), van Verordening (EU) nr.514/2014 en de in artikel 9 van de onderhavige verordening vervatte criteria; 7° erop toe te zien dat er systemen in gebruik zijn voor het verzamelen van de gegevens die nodig zijn om de algemene en de programma-specifieke indicatoren aan de Commissie te melden, samen met de andere gegevens over de uitvoering van het programma en de projecten;8° de betalingen van de verantwoordelijke autoriteit te ontvangen en betalingen aan de begunstigden te verrichten;9° te zorgen voor samenhang en complementariteit tussen de medefinanciering op grond van de specifieke verordeningen en andere relevante nationale financieringsinstrumenten en financieringsinstrumenten van de Unie;10° toezicht te houden op de projecten en zich ervan te vergewissen dat uitgaven die voor projecten worden gedeclareerd ook daadwerkelijk zijn gedaan en in overeenstemming zijn met de regels van de Unie en de lidstaat;11° te zorgen voor een systeem voor het op geautomatiseerde wijze registreren en bewaren van boekhoudkundige gegevens voor elk project in het kader van het nationale programma en te waarborgen dat de gegevens over de uitvoering die nodig zijn voor financieel beheer, toezicht, controle en evaluatie, worden verzameld;12° onverlet de nationale boekhoudregels te waarborgen dat de begunstigden en andere organen die betrokken zijn bij de uitvoering van uit het nationale programma gefinancierde projecten hetzij een afzonderlijk boekhoudsysteem, hetzij een passende boekhoudkundige code gebruiken voor alle transacties die op het project betrekking hebben;13° erop toe te zien dat de in artikel 56 en artikel 57, lid 1, van Verordening (EU) nr.514/2014 bedoelde evaluaties binnen de betrokken uiterste termijnen worden uitgevoerd, dit kan eventueel een gemeenschappelijke evaluatie zijn waarvoor de instantie die de gedelegeerde taken zal opnemen en verantwoordelijke autoriteiten tot een akkoord komen over de uitbesteding of aanstelling van evaluator.
In dit geval zullen de kosten pro rata het aan hen toegekende budget gedragen worden door alle betrokken autoriteiten; 14° ervoor te zorgen dat de onafhankelijke beoordelaars met het oog op het uitvoeren van de in artikel 56 en artikel 57, lid 1, van Verordening (EU) nr.514/2014 bedoelde evaluatie en het formuleren van het evaluatie-oordeel alle benodigde informatie over het beheer van het nationale programma ontvangen; 15° procedures vast te stellen om te waarborgen dat alle documenten in verband met uitgaven, beslissingen en controleactiviteiten het vereiste auditspoor hebben en overeenkomstig de op grond van artikel 27, lid 5, van Verordening (EU) nr.514/2014 vastgestelde uitvoeringsverordeningen van de Commissie worden bewaard; 16° ervoor te zorgen dat de auditinstantie met het oog op het uitvoeren van de in artikel 29 van Verordening (EU) nr.514/2014 bedoelde audits en het formuleren van het auditoordeel alle benodigde informatie ontvangen over de beheer- en controleprocedures en de uitgaven die zijn toegepast respectievelijk gefinancierd krachtens de specifieke verordeningen; 17° de in artikel 54 van Verordening (EU) nr.514/2014 bedoelde uitvoeringsverslagen op te stellen en in te voeren in SFC2014 ; 18° voorlichtings- en communicatieacties uit te voeren en de resultaten van het programma onder de aandacht te brengen, overeenkomstig artikel 53 van Verordening (EU) nr.514/2014, indien de instantie die de gedelegeerde taken zal opnemen dit onafhankelijk van de verantwoordelijke autoriteit organiseren dan verbinden zij zich ertoe de verantwoordelijke autoriteit steeds tijdig hierover te informeren; 19° administratieve controles en controles ter plaatse uit te voeren overeenkomstig artikel 27 van Verordening (EU) nr.514/2014; 20° te reageren op de bevindingen van de instantie die als auditinstantie zal worden aangeduid door er ofwel aan tegemoet te komen ofwel, ingeval de bevindingen van de auditinstantie niet worden aanvaard, een gedetailleerde rechtvaardiging te verstrekken. Deze delegatie van taken vindt plaats met inachtneming van de beginselen van goed financieel beheer en waarborgt de naleving van het beginsel van non-discriminatie en de zichtbaarheid van de Uniebijstand. De verantwoordelijke autoriteit en de instantie die de gedelegeerde taken zal opnemen zullen erover waken dat de gedelegeerde taken niet tot belangenconflicten leiden.
Art. 3.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2016.
Brussel, 22 juni 2016.
De Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Inburgering, Wonen, Gelijke Kansen en armoedebestrijding, Liesbeth HOMANS De Vlaamse minister van Werk, Economie, Innovatie en Sport, Philippe MUYTERS