Etaamb.openjustice.be
Document
gepubliceerd op 22 november 2024

Besluit van de secretaris-generaal houdende de subdelegatie van sommige bevoegdheden aan de afdelingshoofden en het diensthoofd Diensten van de Secretaris-generaal van het Departement Werk en Sociale Economie

bron
vlaamse overheid
numac
2024010617
pub.
22/11/2024
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

13 NOVEMBER 2024. - Besluit van de secretaris-generaal houdende de subdelegatie van sommige bevoegdheden aan de afdelingshoofden en het diensthoofd Diensten van de Secretaris-generaal van het Departement Werk en Sociale Economie

Werk, Economie, Wetenschap, Innovatie, Landbouw en Sociale Economie


Rechtsgronden Dit besluit is gebaseerd op: - het besluit van de Vlaamse Regering van 2 oktober 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 19/02/1965 pub. 01/09/2009 numac 2009000554 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de uitoefening van de zelfstandige beroepsactiviteiten der vreemdelingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten7 tot bepaling van de bevoegdheden van de leden van de Vlaamse Regering, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 5 augustus 2024; - het besluit van de Vlaamse Regering van 30 oktober 2015Relevante gevonden documenten type wet prom. 19/02/1965 pub. 01/09/2009 numac 2009000554 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de uitoefening van de zelfstandige beroepsactiviteiten der vreemdelingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten3 tot regeling van de delegatie van beslissingsbevoegdheden aan de hoofden van de departementen en van de intern verzelfstandigde agentschappen, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2024; - het besluit van de Vlaamse Regering van 3 juni 2005Relevante gevonden documenten type wet prom. 19/02/1965 pub. 01/09/2009 numac 2009000554 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de uitoefening van de zelfstandige beroepsactiviteiten der vreemdelingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten0 met betrekking tot de organisatie van de Vlaamse administratie, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 21 juni 2024; - het ministerieel besluit van 12 mei 2021Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 12/05/2021 pub. 11/05/2022 numac 2022202312 bron waalse overheidsdienst Ministerieel besluit houdende overdracht van kredieten tussen de programma's 02, 03 en 04 van organisatieafdeling 15 van de algemene uitgavenbegroting van het Waalse Gewest voor het begrotingsjaar 2021 type ministerieel besluit prom. 12/05/2021 pub. 25/05/2021 numac 2020016104 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Ministerieel besluit houdende de benoeming van de leden van de Dienst Administratieve Geldboetes van het Directoraat-generaal Scheepvaart van de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer type ministerieel besluit prom. 12/05/2021 pub. 18/05/2021 numac 2021041483 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Ministerieel besluit houdende de voorlopige bepaling van de voorwaarden voor het op de markt brengen van luchtzuiveringssystemen in het kader van de bestrijding van SARS-CoV-2 buiten medische doeleinden sluiten tot delegatie van bepaalde bevoegdheden aan de leidend ambtenaar van het Departement Werk en Sociale Economie; - de beslissing van de Vlaamse Regering van 17 december 2021 aangaande de indiening van het Vlaamse ESF+-programma 2021-2027 bij de Europese Commissie voor finale goedkeuring en de mededeling aan de Vlaamse Regering van 13 januari 2023 inzake ESF+ Vlaanderen 2021-2027: Uitvoering van het Vlaamse ESF+-programma 2021-2027 in het kader van het cohesiebeleid.

Motivering Dit besluit is gebaseerd op het volgende motief: Met het oog op een doeltreffende en efficiënte vervulling van de opdrachten van het Departement Werk en Sociale Economie, is het noodzakelijk om sommige beslissingsbevoegdheden te delegeren aan de afdelingshoofden en het diensthoofd Diensten van de Secretaris-generaal van het Departement Werk en Sociale Economie.

DE SECRETARIS-GENERAAL VAN HET DEPARTEMENT WERK EN SOCIALE ECONOMIE BESLUIT:

HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen

Artikel 1.Dit besluit is van toepassing op het Departement Werk en Sociale Economie van het Vlaams ministerie van Werk en Sociale Economie.

Art. 2.In dit besluit wordt verstaan onder: 1° minister: de Vlaamse minister, bevoegd voor het tewerkstellingsbeleid en sociale economie;2° secretaris-generaal: de secretaris-generaal van het Departement Werk en Sociale Economie;3° afdelingshoofd Tewerkstelling en Competenties: het hoofd van de Afdeling Tewerkstelling en Competenties van het Departement Werk en

Sociale Economie;4° afdelingshoofd Vlaamse Sociale Inspectie: het hoofd van de Afdeling Vlaamse Sociale Inspectie van het Departement Werk en Sociale Economie;5° afdelingshoofd Algemene Diensten: het hoofd van de Afdeling Algemene Diensten van het Departement Werk en Sociale Economie;6° afdelingshoofd Beleid: het hoofd van de Afdeling Beleid van het Departement Werk en Sociale Economie;7° afdelingshoofd Sociale Economie en Werkbaar Werk: het hoofd van de Afdeling Sociale Economie en Werkbaar Werk van het Departement Werk en

Sociale Economie;8° diensthoofd Diensten van de Secretaris-generaal: het hoofd van de Diensten van de Secretaris-Generaal van het Departement Werk en Sociale Economie;9° afdelingshoofd Duaal Leren en Sectoren: het hoofd van de Afdeling Duaal Leren en Sectoren van het Departement Werk en Sociale Economie;10° afdelingshoofd Europese Programma's: het hoofd van de Afdeling Europese Programma's van het Departement Werk en Sociale Economie;11° Verordening (EU) nr.2021/1147: de verordening (EU) nr. 2021/1147 van het Europees Parlement en de Raad van 7 juli 2021 tot oprichting van het Fonds voor asiel, migratie en integratie; 12° Agentschap Binnenlands Bestuur: het Agentschap Binnenlands Bestuur van het Vlaamse Ministerie Kanselarij en Bestuur, opgericht bij het besluit van de Vlaamse Regering van 28 oktober 2005Relevante gevonden documenten type wet prom. 19/02/1965 pub. 01/09/2009 numac 2009000554 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de uitoefening van de zelfstandige beroepsactiviteiten der vreemdelingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten1 tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap "Agentschap Binnenlands Bestuur";13° Monitoringcomité AMIF: overeenkomstig artikel 12 van de verordening (EU) nr.514/2014 ondersteunt het Monitoringcomité AMIF de uitvoering van het Nationaal Programma.

Art. 3.De bij dit besluit gedelegeerde beslissingsbevoegdheden worden uitgeoefend met inachtname van de voorwaarden bepaald in relevante Europese verordeningen, wetten, decreten, besluiten, omzendbrieven, dienstorders, richtlijnen en beslissingen.

De bij dit besluit aan de afdelingshoofden en het diensthoofd gedelegeerde beslissingsbevoegdheden worden uitgeoefend voor de materies die tot de kerntaken van de betrokken afdeling behoren en voor zover ze binnen de grenzen van de kredieten en middelen vallen.

Art. 4.Als in dit besluit de beslissingsbevoegdheid voor bepaalde materies expliciet gedelegeerd wordt, omvat die delegatie: 1° de beslissingen in het kader van de voorbereiding en de uitvoering van de bedoelde materies;2° de beslissingen van ondergeschikt belang of van aanvullende aard die noodzakelijk zijn voor de uitoefening van de bevoegdheid of die er inherent deel van uitmaken;3° het afsluiten van overeenkomsten. HOOFDSTUK 2. - Algemene delegaties

Art. 5.De afdelingshoofden en het diensthoofd Diensten van de Secretaris-generaal hebben elk bevoegdheid tot: 1° het voeren van dagelijkse (elektronische) briefwisseling, met uitzondering van de briefwisseling gericht aan het Rekenhof, de Inspectie van Financiën, Audit Vlaanderen of aan de minister;2° het in ontvangst nemen van gewone en aangetekende zendingen, met uitzondering van dagvaardingen;3° het eensluidend verklaren en afleveren van uittreksels en afschriften van documenten die verband houden met de taken van hun afdeling, dienst of cel;4° het goedkeuren van de beslissingen voor wat betreft de toekenning van voorschotten en saldi.

Art. 6.De afdelingshoofden en het diensthoofd Diensten van de Secretaris-generaal hebben voor wat betreft het personeel van de afdeling elk bevoegdheid om: 1° periodieke kostenstaten die rechtstreeks verband houden met de binnenlandse uitoefening van de dienstopdracht goed te keuren;2° staten van verschuldigde sommen betreffende binnenlandse presentiegelden goed te keuren;3° personele vormingsaanvragen goed te keuren na een eventueel voorafgaandelijk overleg met de dienst mens en organisatie;4° regularisaties van werktijdregelingen goed te keuren, evenals verlof toe te staan, met uitzondering van regularisaties met financiële gevolgen.De krachtens een gunstregime geweigerde verloftijdregelingen worden ter beoordeling aan de secretaris-generaal voorgelegd.

Art. 7.§ 1. De afdelingshoofden en het diensthoofd Diensten van de Secretaris-generaal zijn bevoegd om de volgende opdrachten uit te oefenen met betrekking tot de beslissingsbevoegdheden die aan hen gedelegeerd zijn voor zover deze binnen de kredieten en de middelen die onder het beheer van hun afdeling vallen: 1° het nemen van beslissingen met betrekking tot het aangaan van verbintenissen;2° het nemen van vastleggingen, het goedkeuren van verplichtingen, uitgaven en betalingen, met inbegrip van de ondertekening van de vastleggings- en ordonnanceringsdocumenten;3° vaststellen van vorderingen en het verkrijgen van ontvangsten en inkomsten. § 2. De afdelingshoofden en het diensthoofd Diensten van de Secretaris-generaal zijn bevoegd om de volgende opdrachten uit te oefenen met betrekking tot de materies waarvoor de beslissing bij de Vlaamse Regering, de Vlaamse minister, de secretaris-generaal of een ander orgaan berust, en voor zover deze binnen de kredieten en middelen die onder het beheer van hun afdeling vallen: 1° het nemen van administratieve beslissingen;2° het stellen van administratieve handelingen, met inbegrip van de ondertekening van de vastleggings- en ordonnanceringsdocumenten die in het kader van de ontvangsten- en uitgavencyclus noodzakelijk zijn voor de voorbereiding en de uitvoering van de beslissing van de Vlaamse Regering, de Vlaamse minister, de secretaris-generaal of een ander orgaan. § 3. De afdelingshoofden en het diensthoofd Diensten van de Secretaris-generaal treden in het kader van de ontvangsten- en uitgavencyclus, de betrouwbaarheid van de financiële en beheersrapportering en de bescherming van de hun toegewezen activa, op als inhoudelijk ordonnateur voor hun afdeling. § 4. De afdelingshoofden en het diensthoofd Diensten van de Secretaris-generaal organiseren voor hun afdeling het risicobeheer dat verbonden is aan ontvangsten- en uitgavencyclus. § 5. De delegaties, vermeld in paragraaf 1, 2, 3 en 4, gelden onverminderd de bevoegdheden en opdrachten van andere actoren in de ontvangsten- en uitgavencyclus van het systeem van interne controle.

Art. 7/1.De afdelingshoofden en het diensthoofd Diensten van de Secretaris-generaal zijn bevoegd om handelingen te stellen en beslissingen te nemen ten einde te voldoen aan de transparantieverplichtingen in het kader van de staatssteunreglementering.

HOOFDSTUK 3. - Specifieke delegaties Afdeling 1. - Bevoegdheden van het afdelingshoofd Tewerkstelling en

Competenties

Art. 8.Het afdelingshoofd Tewerkstelling en Competenties is bevoegd om operationele beslissingen te nemen in uitvoering van de reglementering aangaande: 1° het Derde Arbeidscircuit, zoals bepaald in het koninklijk besluit nr.25 van 24 maart 1982 tot opzetting van een programma ter bevordering van de werkgelegenheid in de niet-commerciële sector, zoals gewijzigd bij het koninklijk besluit nr. 473 van 28 oktober 1986 en uitvoeringsbesluiten; 2° het stelsel van gesubsidieerde contractuelen, zoals bepaald bij het koninklijk besluit nr.474 van 28 oktober 1986 en het besluit van de Vlaamse Regering van 27 oktober 1993; 3° het veralgemeend stelsel van gesubsidieerde contractuelen, bepaald bij de programmawet van 30 december 1988 en bij het besluit van de Vlaamse Regering van 27 oktober 1993 tot veralgemening van het stelsel van gesubsidieerde contractuelen;4° het Vlaams opleidingsverlof, zoals bepaald in afdeling 6 van de herstel wet van 22 januari 1985Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/01/1985 pub. 12/08/2013 numac 2013000511 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Herstelwet houdende sociale bepalingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten houdende sociale bepalingen en het besluit van de Vlaamse Regering van 21 december 2018 tot uitvoering van afdeling 6 - toekenning van betaald educatief verlof in het kader van voortdurende vorming van de werknemers - van hoofdstuk IV van de herstel wet van 22 januari 1985Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/01/1985 pub. 12/08/2013 numac 2013000511 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Herstelwet houdende sociale bepalingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten houdende sociale bepalingen en tot wijziging van artikel 4 van het besluit van de Vlaamse Regering van 17 mei 2013 betreffende de loopbaanbegeleiding;5° de doelgroepvermindering voor mentors, zoals bepaald in de programmawet van 24 december 2002Relevante gevonden documenten type programmawet prom. 24/12/2002 pub. 31/12/2002 numac 2002021488 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Programmawet (1) type programmawet prom. 24/12/2002 pub. 31/12/2002 numac 2002021495 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Programmawet (1) sluiten (I) en het koninklijk besluit van 16 mei 2003 tot uitvoering van Hoofdstuk 7 van Titel IV van de programmawet van 24 december 2002Relevante gevonden documenten type programmawet prom. 24/12/2002 pub. 31/12/2002 numac 2002021488 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Programmawet (1) type programmawet prom. 24/12/2002 pub. 31/12/2002 numac 2002021495 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Programmawet (1) sluiten (I), betreffende de harmonisering en vereenvoudiging van de regelingen inzake verminderingen van de sociale zekerheidsbijdragen;6° opleidingscheques voor werknemers, zoals bepaald in het decreet van 29 maart 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 23/12/2005 pub. 30/12/2005 numac 2005021175 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet betreffende het generatiepact sluiten6 betreffende de opleidingscheques voor werknemers, de invoering van een registratieverplichting voor sportmakelaars en tot wijziging van diverse andere bepalingen inzake het beleidsdomein Werk en Sociale Economie en het besluit van de Vlaamse Regering van 17 mei 2019 betreffende de opleidingscheques voor werknemers;7° de start- en stagebonus, zoals bepaald in de wet van 23 december 2005Relevante gevonden documenten type wet prom. 23/12/2005 pub. 30/12/2005 numac 2005021175 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet betreffende het generatiepact sluiten betreffende het generatiepact, het koninklijk besluit van 1 september 2006 betreffende de start- en stagebonus en het besluit van de Vlaamse Regering van 13 juli 2018 betreffende de start- en stagebonus;8° de Vlaamse ondersteuningspremie in het kader van het doelgroepenbeleid, zoals bepaald in het decreet van 4 maart 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 23/12/2005 pub. 30/12/2005 numac 2005021175 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet betreffende het generatiepact sluiten2 houdende het Vlaamse doelgroepenbeleid en het besluit van de Vlaamse Regering van 10 juni 2016 tot uitvoering van het decreet van 4 maart 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 23/12/2005 pub. 30/12/2005 numac 2005021175 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet betreffende het generatiepact sluiten2 houdende het Vlaamse doelgroepenbeleid;9° de aanwervingsincentive voor langdurig werkzoekenden, zoals bepaald in het besluit van de Vlaamse Regering van 17 februari 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 19/02/1965 pub. 01/09/2009 numac 2009000554 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de uitoefening van de zelfstandige beroepsactiviteiten der vreemdelingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten4 tot toekenning van aanwervingsincentives voor langdurig werkzoekenden;10° de transitiepremie, zoals bepaald in het decreet van 22 december 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 23/12/2005 pub. 30/12/2005 numac 2005021175 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet betreffende het generatiepact sluiten5 houdende een premie om de transitie van werkzoekenden naar ondernemerschap te stimuleren en het besluit van de Vlaamse Regering van 23 februari 2018 tot uitvoering van het decreet van 22 december 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 23/12/2005 pub. 30/12/2005 numac 2005021175 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet betreffende het generatiepact sluiten5 houdende een premie om de transitie van werkzoekenden naar ondernemerschap te stimuleren;11° de jongerenbonus, zoals bepaald in het decreet van 10 maart 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 23/12/2005 pub. 30/12/2005 numac 2005021175 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet betreffende het generatiepact sluiten4 betreffende de maatregelen ten gunste van de tewerkstelling van jongeren in de social-profitsector die voortvloeien uit de wet van 23 december 2005Relevante gevonden documenten type wet prom. 23/12/2005 pub. 30/12/2005 numac 2005021175 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet betreffende het generatiepact sluiten betreffende het generatiepact en het koninklijk besluit van 27 april 2007 houdende de algemene uitvoeringsbepalingen van de maatregelen ten gunste van de tewerkstelling van jongeren in de social-profitsector voortspruitend uit de wet van 23 december 2005Relevante gevonden documenten type wet prom. 23/12/2005 pub. 30/12/2005 numac 2005021175 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet betreffende het generatiepact sluiten betreffende het generatiepact;12° de beroepskwalificerende trajecten, zoals bepaald in het decreet van 26 april 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 23/12/2005 pub. 30/12/2005 numac 2005021175 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet betreffende het generatiepact sluiten7 betreffende het kwaliteitstoezicht voor beroepskwalificerende trajecten op basis van een gemeenschappelijk kwaliteitskader en het besluit van de Vlaamse Regering van 19 juli 2019 tot bepaling van de aanvraagprocedure, vermeld in artikel 5, § 2, eerste lid, van het decreet van 26 april 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 23/12/2005 pub. 30/12/2005 numac 2005021175 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet betreffende het generatiepact sluiten7 betreffende het kwaliteitstoezicht voor beroepskwalificerende trajecten op basis van een gemeenschappelijk kwaliteitskader, tot bepaling van de verdere modaliteiten van het kwaliteitstoezicht, vermeld in artikel 6, § 1, vierde lid, van het voormelde decreet, tot oprichting van de commissies, vermeld in artikel 6, § 2, eerste en tweede lid, van het voormelde decreet, tot bepaling van de nadere modaliteiten van de medewerking van de onderwijsinspectie, vermeld in artikel 8, § 4, van het voormelde decreet en tot bepaling van het model van het bewijs van beroepskwalificatie, deelkwalificatie en competenties en de nadere modaliteiten, vermeld in artikel 5, § 3, derde lid, van het decreet van 26 april 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 23/12/2005 pub. 30/12/2005 numac 2005021175 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet betreffende het generatiepact sluiten7 betreffende een geïntegreerd beleid voor de erkenning van verworven competenties.

Art. 9.Het afdelingshoofd Tewerkstelling en Competenties is bevoegd om overeenkomstig het koninklijk besluit van 7 juni 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 07/06/2007 pub. 11/07/2007 numac 2007201784 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit betreffende het opleidingsfonds dienstencheques type koninklijk besluit prom. 07/06/2007 pub. 19/06/2007 numac 2007002103 bron federale overheidsdienst personeel en organisatie Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 24 januari 1969 betreffende de schadevergoeding ten gunste van personeelsleden van de overheidssector, voor arbeidsongevallen en voor ongevallen op de weg naar en van het werk type koninklijk besluit prom. 07/06/2007 pub. 19/06/2007 numac 2007002105 bron federale overheidsdienst personeel en organisatie Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 12 juni 1970 betreffende de schadevergoeding, ten gunste van de personeelsleden der instellingen van openbaar nut en de autonome overheidsbedrijven, voor arbeidsongevallen en voor ongevallen op de weg naar en van het werk sluiten betreffende het opleidingsfonds dienstencheques: 1° een opleiding goed te keuren of te weigeren die aangevraagd wordt door een erkende onderneming;2° een opleiding goed te keuren of te weigeren die aangevraagd wordt door een verstrekker van een opleiding;3° de aanvraag tot terugbetaling van de opleidingskosten gedeeltelijk of volledig goed te keuren of te weigeren.

Art. 10.Het afdelingshoofd Tewerkstelling en Competenties is bevoegd om beslissingen te nemen overeenkomstig artikel 3, § 2, vijfde en zesde lid van het koninklijk besluit van 12 december 2001Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 12/12/2001 pub. 22/12/2001 numac 2001013259 bron ministerie van tewerkstelling en arbeid en ministerie van financien Koninklijk besluit betreffende de dienstencheques sluiten betreffende de dienstencheques.

Art. 11.§ 1. Het afdelingshoofd Tewerkstelling en Competenties is bevoegd om overeenkomstig de bepalingen van de reglementering tewerkstelling buitenlandse arbeidskrachten: 1° toelatingen tot arbeid, arbeidsvergunningen en arbeidskaarten te verlenen met het oog op de tewerkstelling van vreemde werknemers of om die te weigeren, zowel met betrekking tot eerste aanvragen als hernieuwingsaanvragen;2° verleende toelatingen tot arbeid, arbeidsvergunningen of arbeidskaarten in te trekken;3° beroepen nietig te verklaren die niet beantwoorden aan de vormvereisten, vastgesteld in artikel 10 van de wet van 30 april 1999Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/04/1999 pub. 21/05/1999 numac 1999012338 bron ministerie van tewerkstelling en arbeid Wet betreffende de tewerkstelling van buitenlandse werknemers sluiten betreffende de tewerkstelling van buitenlandse werknemers. Onder reglementering tewerkstelling buitenlandse arbeidskrachten wordt de regeling verstaan die is vastgesteld bij: 1° het Samenwerkingsakkoord van 2 februari 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 19/02/1965 pub. 01/09/2009 numac 2009000554 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de uitoefening van de zelfstandige beroepsactiviteiten der vreemdelingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten9 tussen de Federale Staat, het Waals Gewest, het Vlaams Gewest, het Brussels-Hoofdstedelijk Gewest en de Duitstalige Gemeenschap met betrekking tot de coördinatie tussen het beleid inzake de toelatingen tot arbeid en het beleid inzake de verblijfsvergunningen en inzake de normen betreffende de tewerkstelling en het verblijf van buitenlandse arbeidskrachten, en uitvoeringsakkoorden;2° de wet van 30 april 1999Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/04/1999 pub. 21/05/1999 numac 1999012338 bron ministerie van tewerkstelling en arbeid Wet betreffende de tewerkstelling van buitenlandse werknemers sluiten betreffende de tewerkstelling van buitenlandse werknemers;3° het koninklijk besluit van 9 juni 1999Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 09/06/1999 pub. 26/06/1999 numac 1999012496 bron ministerie van tewerkstelling en arbeid Koninklijk besluit houdende de uitvoering van de wet van 30 april 1999 betreffende de tewerkstelling van buitenlandse werknemers sluiten houdende uitvoering van de wet van 30 april 1999Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/04/1999 pub. 21/05/1999 numac 1999012338 bron ministerie van tewerkstelling en arbeid Wet betreffende de tewerkstelling van buitenlandse werknemers sluiten betreffende de tewerkstelling van buitenlandse werknemers;4° het besluit van de Vlaamse Regering van 7 december 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 19/02/1965 pub. 01/09/2009 numac 2009000554 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de uitoefening van de zelfstandige beroepsactiviteiten der vreemdelingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten5 houdende uitvoering van de wet van 30 april 1999Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/04/1999 pub. 21/05/1999 numac 1999012338 bron ministerie van tewerkstelling en arbeid Wet betreffende de tewerkstelling van buitenlandse werknemers sluiten betreffende de tewerkstelling van buitenlandse werknemers. § 2. Het afdelingshoofd Tewerkstelling en Competenties is bevoegd om overeenkomstig de bepalingen van de reglementering zelfstandige beroepsactiviteiten: 1° de formulieren voor de aanvragen ter verkrijging, vernieuwing, verlenging, wijziging en vervanging van de beroepskaart ter beschikking te stellen;2° de aanvragen tot het bekomen van een beroepskaart en de beroepen tegen de weigering van een beroepskaart onontvankelijk te verklaren;3° beroepskaarten voor het uitoefenen van een zelfstandige activiteit te verlenen of te weigeren aan vreemdelingen, zowel met betrekking tot eerste aanvragen als tot hernieuwingsaanvragen;4° de houder van een beroepskaart voor de Raad voor Economisch Onderzoek inzake Vreemdelingen te dagen. Onder reglementering zelfstandige beroepsactiviteiten wordt de regeling verstaan die is vastgesteld bij: 1° de wet van 19 februari 1965Relevante gevonden documenten type wet prom. 19/02/1965 pub. 01/09/2009 numac 2009000554 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de uitoefening van de zelfstandige beroepsactiviteiten der vreemdelingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de uitoefening van de zelfstandige beroepsactiviteiten der vreemdelingen;2° het koninklijk besluit van 2 augustus 1985 houdende uitvoering van de wet van 19 februari 1965Relevante gevonden documenten type wet prom. 19/02/1965 pub. 01/09/2009 numac 2009000554 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de uitoefening van de zelfstandige beroepsactiviteiten der vreemdelingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten. Afdeling 2. - Bevoegdheden van het afdelingshoofd Vlaamse Sociale

Inspectie

Art. 12.Het afdelingshoofd Vlaamse Sociale Inspectie heeft de bevoegdheid om op het vlak van de individuele klachtenbehandeling: 1° klachten al dan niet aan een nader onderzoek te onderwerpen;2° klachten door te verwijzen naar andere inspectiediensten of klachtenorganen;3° inspectierapporten en vaststellingen als gevolg van die rapporten te bezorgen aan alle meewerkende instellingen van het beleidsdomein Werk en Sociale Economie;4° informatie uit te wisselen met andere inspectiediensten.

Art. 13.Het afdelingshoofd Vlaamse Sociale Inspectie heeft de bevoegdheid om de navolgende staten van het afdelingshoofd Algemene Diensten goed te keuren: 1° de periodieke kostenstaten die verband houden met de binnenlandse uitoefening van de dienstopdrachten;2° de staten van verschuldigde sommen betreffende binnenlandse presentiegelden en buitenlandse reis- en verblijfkosten. Afdeling 3. - Bevoegdheden van het afdelingshoofd Sociale Economie en

Werkbaar Werk

Art. 14.Het afdelingshoofd Sociale Economie en Werkbaar Werk is bevoegd om operationele beslissingen te nemen in uitvoering van de reglementering aangaande: 1° de aanmoedigingspremies, zoals bepaald in het besluit van de Vlaamse regering van 3 mei 2002 tot instelling van de aanmoedigingspremies in de Vlaamse private sociale-profitsector, het besluit van de Vlaamse regering van 8 juni 2001 houdende toekenning van een aanmoedigingspremie bij loopbaanonderbreking in het kader van de landingsbanen voor de personeelsleden van de gemeenschapsinstellingen voor bijzondere jeugdbijstand en het besluit van de Vlaamse regering van 1 maart 2002 houdende de hervorming van het stelsel van de aanmoedigingspremies in de privésector;2° de infrastructuursubsidies voor beschutte werkplaatsen, zoals bepaald in het besluit van de Vlaamse Regering van 30 september 2011Relevante gevonden documenten type wet prom. 19/02/1965 pub. 01/09/2009 numac 2009000554 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de uitoefening van de zelfstandige beroepsactiviteiten der vreemdelingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten2 tot vaststelling van de subsidies voor de beschutte werkplaatsen;3° de maatregelen, vermeld in de hoofdstukken 6 tot en met 10 van het decreet van 17 februari 2012Relevante gevonden documenten type decreet prom. 17/02/2012 pub. 26/03/2012 numac 2012035299 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de ondersteuning van het ondernemerschap op het vlak van de sociale economie en de stimulering van het maatschappelijk verantwoord ondernemen sluiten betreffende de ondersteuning van het ondernemerschap op het vlak van de sociale economie en de stimulering van het maatschappelijk verantwoord ondernemen;4° maatwerk bij collectieve inschakeling, zoals bepaald in het decreet van 12 juli 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 23/12/2005 pub. 30/12/2005 numac 2005021175 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet betreffende het generatiepact sluiten1 betreffende maatwerk bij collectieve inschakeling, en zijn uitvoeringsbesluiten;5° maatwerk bij individuele inschakeling, zoals bepaald in het decreet van 14 januari 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 23/12/2005 pub. 30/12/2005 numac 2005021175 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet betreffende het generatiepact sluiten8 betreffende maatwerk bij individuele inschakeling, en zijn uitvoeringsbesluiten;6° de lokale diensteneconomie, voor wat betreft de achterstallige betalingen en vorderingen, zoals bepaald in het decreet van 22 november 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 23/12/2005 pub. 30/12/2005 numac 2005021175 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet betreffende het generatiepact sluiten0 betreffende de lokale diensteneconomie, en zijn uitvoeringsbesluiten;7° de overgangsmaatregel lokale diensteneconomie, zoals bepaald in het decreet van 14 januari 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 23/12/2005 pub. 30/12/2005 numac 2005021175 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet betreffende het generatiepact sluiten8 betreffende maatwerk bij individuele inschakeling, en zijn uitvoeringsbesluiten;8° het Vlaams zorgkrediet, zoals bepaald in het besluit van de Vlaamse Regering van 26 juli 2016 tot toekenning van onderbrekingsuitkeringen voor zorgkrediet;9° het Vlaams Participatiefonds voor de Sociale Economie;10° arbeidsmatige activiteiten in de sociale economie, zoals bepaald in het besluit van de Vlaamse Regering van 18 november 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 19/02/1965 pub. 01/09/2009 numac 2009000554 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de uitoefening van de zelfstandige beroepsactiviteiten der vreemdelingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten8 houdende de uitvoering van het decreet van 8 juli 2022 over de werk- en zorgtrajecten en het besluit van de Vlaamse Regering van 8 januari 2021 tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 8 december 1998 tot uitvoering van het decreet inzake sociale werkplaatsen;11° de overgangsmaatregel SINE, zoals bepaald in het decreet van 14 januari 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 23/12/2005 pub. 30/12/2005 numac 2005021175 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet betreffende het generatiepact sluiten8 betreffende maatwerk bij individuele inschakeling, en zijn uitvoeringsbesluiten;12° de VIA-akkoorden voor de social- en non-profitsectoren voor de werknemers binnen de private en publieke sector. Afdeling 4. - Bevoegdheden van het afdelingshoofd Algemene Diensten


Art. 15.Het afdelingshoofd Algemene Diensten is bevoegd om als budgethouder financiële verrichtingen goed te keuren die betrekking hebben op: 1° algemene en courante werkingsuitgaven;2° werkingsuitgaven in het kader van de uitvoering van tijdelijke EU-projecten en bijzondere opdrachten;3° uitbetalingen van schadevergoedingen aan derden;4° aankoop van investeringsgoederen en diensten;5° de periodieke kostenstaten die verband houden met de binnenlandse uitoefening van de dienstopdrachten van de secretaris-generaal, van het afdelingshoofd Tewerkstelling en Competenties, van het afdelingshoofd Vlaamse Sociale Inspectie, van het afdelingshoofd Sociale economie en Werkbaar werk, van het diensthoofd Diensten van de Secretaris-generaal, van het afdelingshoofd Beleid, van het afdelingshoofd Duaal Leren en Sectoren en van het afdelingshoofd Europese Programma's;6° de staten van verschuldigde sommen betreffende binnenlandse presentiegelden en buitenlandse reis- en verblijfkosten van de secretaris-generaal, van het afdelingshoofd Tewerkstelling en Competenties, van het afdelingshoofd Vlaamse sociale Inspectie, van het afdelingshoofd Sociale Economie en Werkbaar Werk, van het diensthoofd Diensten van de Secretaris-generaal, van het afdelingshoofd Beleid, van het afdelingshoofd Duaal Leren en Sectoren en van het afdelingshoofd Europese Programma's;7° de werkingsuitgaven op het vlak van algemene communicatie, op het vlak van mens en organisatie (waaronder vormingen), de werkingsuitgaven op het vlak van manifestaties en evenementen waaraan externen deelnemen;8° de loonuitgaven. Afdeling 5. - Bevoegdheden van het afdelingshoofd Europese Programma's


Art. 16.Het afdelingshoofd Europese Programma's is bevoegd om inzake het loopbaan- en diversiteitsbeleid, bepaald bij het besluit van de Vlaamse Regering van 7 juni 2013 tot vaststelling van de criteria, de voorwaarden en de nadere regels voor het verlenen van subsidies ter ondersteuning en uitvoering van het loopbaan- en diversiteitsbeleid: 1° de projecten, vermeld in artikel 17, § 4, van voormeld besluit goed te keuren, de beslissing te betekenen en de opdracht te geven tot vastlegging en uitbetaling van de subsidie;2° de voorziene subsidies naar gelang het geval niet uit te betalen, te verminderen of terug te vorderen indien ingevolge de controle, vermeld in artikel 19 van voormeld besluit, wordt vastgesteld dat de begunstigde de bepalingen van het besluit of van het besluit Vlaamse Codex Overheidsfinanciën van 17 mei 2019 niet naleeft of voornoemde controle verhindert.

Art. 17.§ 1. Het afdelingshoofd Europese Programma's is gelast met het beheer, de voortgangsbewaking, de monitoring en de evaluatie van de Vlaamse cofinancieringsmiddelen die de Vlaamse Regering toewijst. § 2. Het afdelingshoofd Europese Programma's is bevoegd om in de hoedanigheid van beheerautoriteit overeenkomstig de verordening (EU) nr. 2021/1060 van het Europees Parlement en de Raad van 24 juni 2021 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds Plus, het Cohesiefonds, het Fonds voor een rechtvaardige transitie en het Europees Fonds voor maritieme zaken, visserij en aquacultuur en de financiële regels voor die fondsen en voor het Fonds voor asiel, migratie en integratie, het Fonds voor interne veiligheid en het Instrument voor financiële steun voor grensbeheer en visumbeleid, ten aanzien van het beheer van het operationeel programma de volgende taken op te nemen: 1° de werkzaamheden van het in artikel 38 van hogergenoemde verordening bedoelde Monitoringcomité ondersteunen door deze alle informatie te verstrekken die het nodig heeft om zijn taken te verrichten en ervoor te zorgen dat gevolg wordt gegeven aan zijn besluiten en aanbevelingen;2° het elektronisch indienen van de in artikel 42 van hogergenoemde verordening bedoelde cumulatieve gegevens bij de Commissie uiterlijk 31 januari, 30 april, 31 juli, 30 september en 30 november van ieder jaar volgens het model in bijlage VII van hogergenoemde verordening;3° het opstellen van de in artikel 43 van hogergenoemde verordening bedoelde eindverslag over de prestaties van het programma en deze, na goedkeuring van het Monitoringcomité, uiterlijk 15 februari 2031 indienen bij de Commissie;4° toezicht houden op intermediaire instanties;5° het elektronisch registreren van de gegevens van elke concrete actie en deze overeenkomstig bijlage XVII van hogergenoemde verordening opslaan voor monitoring, evaluatie, financieel beheer, verificaties en audits, en het waarborgen van de beveiliging, integriteit en vertrouwelijkheid van de gegevens en de authenticatie van gebruikers. § 3. Het afdelingshoofd Europese Programma's is bevoegd om in de hoedanigheid van beheerautoriteit, overeenkomstig de verordening vermeld in § 2, voor de selectie van concrete acties de volgende taken uit te voeren: 1° het vaststellen en toepassen van criteria en procedures die niet-discriminerend en transparant zijn, en het waarborgen van gendergelijkheid en de toegankelijkheid voor personen met een handicap overeenkomstig het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, het beginsel van duurzame ontwikkeling en het beleid van de Unie op milieugebied overeenkomstig artikel 11 en artikel 191, eerste lid, VWEU.De criteria en procedures waarborgen dat de te selecteren concrete acties worden geprioriteerd om de Uniefinanciering maximaal te laten bijdragen aan de verwezenlijking van de doelstellingen van het programma; 2° ervoor zorgen dat de geselecteerde acties in overeenstemming zijn met het programma, daaronder begrepen samenhang vertonen met de desbetreffende strategieën die eraan ten grondslag liggen, en effectief bijdragen aan de verwezenlijking van de specifieke doelstellingen van het programma;3° waarborgen dat de geselecteerde concrete acties, waarvoor een randvoorwaarde geldt, overeenstemmen met de desbetreffende strategieën en planningdocumenten die zijn opgesteld voor de vervulling van die randvoorwaarde;4° waarborgen dat de geselecteerde concrete acties de beste verhouding tussen het steunbedrag, de uitgevoerde activiteiten en de verwezenlijking van doelstellingen vertegenwoordigen;5° nagaan of de begunstigde over de nodige financiële middelen en mechanismen beschikt om de exploitatie- en onderhoudskosten te dekken voor concrete acties die investeringen in infrastructuur of productieve investeringen omvatten, opdat deze financieel houdbaar zijn;6° waarborgen dat de geselecteerde concrete acties die onder het toepassingsgebied van richtlijn 2011/92/EU van het Europees Parlement en de Raad vallen, worden onderworpen aan een milieueffectbeoordeling of een screeningprocedure en dat terdege rekening is gehouden met de beoordeling van alternatieve oplossingen;7° verifiëren dat het toepasselijke recht is nageleefd indien de concrete acties zijn begonnen vóór de indiening van een financieringsaanvraag;8° waarborgen dat een geselecteerde concrete actie binnen het toepassingsgebied van het betrokken fonds valt en aan een interventietype wordt toegewezen;9° waarborgen dat concrete acties geen activiteiten omvatten die deel hebben uitgemaakt van een concrete actie waarbij sprake was van een verplaatsing overeenkomstig artikel 66 van de verordening vermeld in § 2, of die zouden neerkomen op een overdracht van een productieactiviteit overeenkomstig artikel 65, eerste lid, punt a) van de verordening vermeld in § 2;10° waarborgen dat de geselecteerde concrete acties niet rechtstreeks worden beïnvloed door een met redenen omkleed advies van de Commissie met betrekking tot een inbreuk als bedoeld in artikel 258 VWEU die de wettigheid en regelmatigheid van de uitgaven of de uitvoering van concrete acties in gevaar brengt;11° het waarborgen van de klimaatbestendigheid van investeringen in infrastructuur die een verwachte levensduur van ten minste vijf jaar hebben;12° waarborgen dat aan de begunstigde een document wordt verstrekt met alle voorwaarden voor steun voor elke concrete actie, met inbegrip van de specifieke vereisten betreffende de producten of diensten die moeten worden geleverd, het financieringsplan, de uitvoeringstermijn en, indien van toepassing, de toe te passen methode voor de vaststelling van de kosten van de concrete actie en de voorwaarden voor betaling van de steun. § 4. Het afdelingshoofd Europese Programma's is bevoegd om in de hoedanigheid van beheerautoriteit, overeenkomstig de verordening vermeld in § 2, ten aanzien van het programmabeheer de volgende taken uit te voeren: 1° het uitvoeren van beheersverificaties om na te gaan of de medegefinancierde producten en diensten zijn geleverd, of de concrete actie voldoet aan het toepasselijke recht, aan het programma en aan de steunvoorwaarden, en: i.voor kosten die worden vergoed overeenkomstig artikel 53, eerste lid, punt a) van de verordening vermeld in § 2, of het bedrag van de door de begunstigden met betrekking tot deze kosten gedeclareerde uitgaven daadwerkelijk is betaald en of de begunstigden een afzonderlijke boekhouding voeren of passende boekhoudkundige codes gebruiken voor alle met die concrete actie samenhangende transacties; ii. voor kosten die worden vergoed overeenkomstig artikel 53, eerste lid, punten b), c) en d) van de verordening vermeld in § 2, of is voldaan aan de voorwaarden voor de vergoeding van de uitgave aan de begunstigde; 2° waarborgen dat, onder voorbehoud van de beschikbaarheid van financiering, de begunstigde uiterlijk 80 dagen na de datum waarop hij de betalingsaanvraag heeft ingediend, het verschuldigde totale bedrag ontvangt.De termijn kan worden onderbroken indien het voor het afdelingshoofd Europese Programma's in zijn hoedanigheid als beheerautoriteit niet mogelijk is om op basis van de door de begunstigde verstrekte informatie te bepalen of het bedrag verschuldigd is; 3° het voorzien van effectieve en proportionele fraudebestrijdingsmaatregelen en -procedures op basis van de vastgestelde risico's;4° het voorkomen, opsporen en corrigeren van onregelmatigheden;5° het bevestigen van de wettigheid en regelmatigheid van de in de rekeningen opgenomen uitgaven;6° het opstellen van de beheersverklaring overeenkomstig het in bijlage XVIII van hogergenoemde verordening opgenomen model.

Art. 18.§ 1. Het afdelingshoofd Europese Programma's is bevoegd om, overeenkomstig artikel 5 van de gedelegeerde verordening (EU) nr. 1042/2014 van de Commissie van 25 juli 2014 tot aanvulling van verordening (EU) nr. 514/2014, het laatst gewijzigd bij de gedelegeerde verordening (EU) nr. 2018/1291 van de Commissie van 16 mei 2018, de gedelegeerde taken uit te voeren die vastgesteld zullen worden in het delegatiebesluit tussen de Verantwoordelijke Autoriteit en de instantie die de gedelegeerde taken zal opnemen. § 2. De gedelegeerde taken omvatten: 1° met de partners overleggen, overeenkomstig artikel 12, eerste lid van verordening (EU) nr.514/2014; 2° er op toezien dat eventuele aanpassingen aan het Nationaal Programma 2021-2027 worden overgemaakt aan de Verantwoordelijke Autoriteit;3° zorgen voor het secretariaat van het Monitoringcomité AMIF;4° zorgen voor de verdere inhoudelijke uitwerking van de oproepen zoals goedgekeurd door het Monitoringcomité AMIF in samenwerking met het Agentschap Binnenlands Bestuur;5° de subsidiabiliteitsregels voor projecten en projectkosten formuleren en vaststellen voor alle activiteiten, en daarbij gelijke behandeling waarborgen en belangenconflicten vermijden, overeenkomstig de beginselen van goed financieel beheer;6° zowel de oproepen tot inschrijving en tot het indienen van voorstellen als de daaropvolgende selectie van projecten en toekenning van financiering uit het nationale programma organiseren en bekendmaken, overeenkomstig het toepassingsgebied en de doelstellingen van de specifieke verordeningen bedoeld in artikel 2, onder a), van verordening (EU) nr.514/2014 en de in artikel 9 van de onderhavige verordening vervatte criteria; 7° erop toezien dat er systemen in gebruik zijn voor het verzamelen van de gegevens die nodig zijn om de algemene en de programma-specifieke indicatoren aan de Commissie te melden, samen met de andere gegevens over de uitvoering van het programma en de projecten;8° de betalingen van de verantwoordelijke autoriteit ontvangen en betalingen aan de begunstigden verrichten;9° zorgen voor samenhang en complementariteit tussen de medefinanciering op grond van de specifieke verordeningen en andere relevante nationale financieringsinstrumenten en financieringsinstrumenten van de Unie;10° toezicht houden op de projecten en zich ervan vergewissen dat uitgaven die voor projecten worden gedeclareerd ook daadwerkelijk zijn gedaan en in overeenstemming zijn met de regels van de Unie en de lidstaat;11° zorgen voor een systeem voor het op geautomatiseerde wijze registreren en bewaren van boekhoudkundige gegevens voor elk project in het kader van het nationale programma en het waarborgen dat de gegevens over de uitvoering die nodig zijn voor financieel beheer, toezicht, controle en evaluatie, worden verzameld;12° onverlet de nationale boekhoudregels, het waarborgen dat de begunstigden en andere organen die betrokken zijn bij de uitvoering van uit het nationale programma gefinancierde projecten hetzij een afzonderlijk boekhoudsysteem, hetzij een passende boekhoudkundige code gebruiken voor alle transacties die op het project betrekking hebben;13° erop toezien dat de in artikel 56 en artikel 57, eerste lid, van verordening (EU) nr.514/2014 bedoelde evaluaties binnen de betrokken uiterste termijnen worden uitgevoerd, dit kan eventueel een gemeenschappelijke evaluatie zijn waarvoor de instantie die de gedelegeerde taken zal opnemen en verantwoordelijke autoriteiten tot een akkoord komen over de uitbesteding of aanstelling van evaluator.

In dit geval zullen de kosten pro rata van het aan hen toegekende budget gedragen worden door alle betrokken autoriteiten; 14° ervoor zorgen dat de onafhankelijke beoordelaars met het oog op het uitvoeren van de in artikel 56 en artikel 57, eerste lid, van verordening (EU) nr.514/2014 bedoelde evaluatie en het formuleren van het evaluatie-oordeel alle benodigde informatie over het beheer van het nationale programma ontvangen; 15° procedures vaststellen om te waarborgen dat alle documenten in verband met uitgaven, beslissingen en controleactiviteiten het vereiste auditspoor hebben en overeenkomstig de op grond van artikel 27, vijfde lid, van verordening (EU) nr.514/2014 vastgestelde uitvoeringsverordeningen van de Commissie worden bewaard; 16° ervoor zorgen dat de auditinstantie met het oog op het uitvoeren van de in artikel 29 van verordening (EU) nr.514/2014 bedoelde audits en het formuleren van het auditoordeel alle benodigde informatie ontvangen over de beheer- en controleprocedures en de uitgaven die zijn toegepast respectievelijk gefinancierd krachtens de specifieke verordeningen; 17° de in artikel 54 van verordening (EU) nr.514/2014 bedoelde uitvoeringsverslagen opstellen en invoeren in SFC2021; 18° voorlichtings- en communicatieacties uitvoeren en de resultaten van het programma onder de aandacht brengen, overeenkomstig artikel 53 van verordening (EU) nr.514/2014, indien de instantie die de gedelegeerde taken zal opnemen dit onafhankelijk van de verantwoordelijke autoriteit organiseren dan verbinden zij zich ertoe de verantwoordelijke autoriteit steeds tijdig hierover te informeren; 19° administratieve controles en controles ter plaatse uitvoeren overeenkomstig artikel 27 van verordening (EU) nr.514/2014; 20° reageren op de bevindingen van de instantie die als auditinstantie zal worden aangeduid door er ofwel aan tegemoet te komen ofwel, ingeval de bevindingen van de auditinstantie niet worden aanvaard, een gedetailleerde rechtvaardiging te verstrekken. Deze delegatie van taken vindt plaats met inachtneming van de beginselen van goed financieel beheer en waarborgt de naleving van het beginsel van non-discriminatie en de zichtbaarheid van de Uniebijstand. De verantwoordelijke autoriteit en de instantie die de gedelegeerde taken zal opnemen zullen erover waken dat de gedelegeerde taken niet tot belangenconflicten leiden.

Art. 19.Het afdelingshoofd Europese Programma's is bevoegd om in de hoedanigheid van beheerautoriteit, overeenkomstig de verordening (EU) nr. 2021/1060 van het Europees Parlement en de Raad van 24 juni 2021 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds Plus, het Cohesiefonds, het Fonds voor een rechtvaardige transitie en het Europees Fonds voor maritieme zaken, visserij en aquacultuur en de financiële regels voor die fondsen en voor het Fonds voor asiel, migratie en integratie, het Fonds voor interne veiligheid en het Instrument voor financiële steun voor grensbeheer en visumbeleid, de volgende taken uit te voeren van een operationeel programma: 1° het opstellen van betalingsaanvragen overeenkomstig artikelen 91 en 92 van hogergenoemde verordening en deze indienen bij de Commissie en certificeren dat deze aanvragen op betrouwbare boekhoudsystemen gebaseerd zijn, door controleerbare ondersteunende documenten worden gestaafd en aan verificaties door de instantie die de taken opneemt vermeld in artikel 74 van hogergenoemde verordening zijn onderworpen;2° het opstellen van de in artikel 59, vijfde lid, onder a) van het Financieel Reglement bedoelde rekeningen;3° het opstellen en indienen van de rekeningen en bevestigen dat ze volledig, juist en waarheidsgetrouw zijn overeenkomstig artikel 98 van hogergenoemde verordening, en het elektronisch bijhouden van alle elementen van de rekeningen, inclusief betalingsaanvragen;4° waarborgen dat de boekhoudkundige gegevens of codes over elke concrete actie worden geregistreerd en opgeslagen, en dat deze gegevens of codes de voor de opstelling van betalingsaanvragen en rekeningen benodigde gegevens ondersteunen;5° er, met het oog op de opstelling en indiening van betalingsaanvragen, op toezien dat zij van de instantie die de taken opneemt vermeld in artikel 74 van de verordening toereikende informatie krijgt over de procedures die zijn gevolgd en de verificaties die zijn verricht in verband met de uitgaven;6° bij de opstelling en indiening van betalingsaanvragen rekening houden met de resultaten van alle audits die door of onder verantwoordelijkheid van de auditautoriteit zijn verricht;7° het bijhouden van boekhoudkundige gegevens van door de begunstigde ingediende betalingsaanvragen, zoals geregistreerd in het elektronische systeem van de beheerautoriteit of intermediaire instantie;8° voor kosten die worden vergoed overeenkomstig artikel 53, eerste lid, punt a) van hogergenoemde verordening, nagaan of het bedrag van de door de begunstigden met betrekking tot deze kosten gedeclareerde uitgaven daadwerkelijk is betaald en of de begunstigden een afzonderlijke boekhouding voeren of passende boekhoudkundige codes gebruiken voor alle met die concrete actie samenhangende transacties. Afdeling 6. - Bevoegdheden van het diensthoofd Diensten van de

Secretaris-generaal

Art. 20.Het diensthoofd Diensten van de Secretaris-generaal is bevoegd om overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 24 mei 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 19/02/1965 pub. 01/09/2009 numac 2009000554 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de uitoefening van de zelfstandige beroepsactiviteiten der vreemdelingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten6 tot uitvoering van het decreet van 29 maart 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 23/12/2005 pub. 30/12/2005 numac 2005021175 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet betreffende het generatiepact sluiten6 betreffende het kwaliteits- en registratiemodel van dienstverleners in het beleidsdomein Werk en Sociale Economie: 1° de ontvangst van registratieaanvragen te melden;2° registratieaanvragen te valideren of te weigeren;3° gemotiveerde verzoeken tot heroverweging goed te keuren of te weigeren;4° goedkeuringsbewijzen te verlenen of te weigeren. Afdeling 7. - Bevoegdheden van het afdelingshoofd Duaal Leren en

Sectoren

Art. 21.Het afdelingshoofd Duaal Leren en Sectoren is bevoegd om overeenkomstig artikel 7 operationele beslissingen te nemen aangaande: 1° de sectorconvenanten, zoals bepaald in het decreet van 17 februari 2023Relevante gevonden documenten type wet prom. 23/12/2005 pub. 30/12/2005 numac 2005021175 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet betreffende het generatiepact sluiten9 betreffende de sectorconvenants en de intersectorale convenants in het kader van het Vlaamse werkgelegenheidsbeleid;2° Duaal leren, zoals bepaald in het decreet van 10 juni 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 23/12/2005 pub. 30/12/2005 numac 2005021175 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet betreffende het generatiepact sluiten3 betreffende bepaalde aspecten van alternerende opleidingen. Afdeling 8. - Bevoegdheden van het afdelingshoofd Beleid


Art. 22.Het afdelingshoofd Beleid is bevoegd om operationele beslissingen te nemen in uitvoering van de opdrachten van de studiedienst en van het expertisecentrum Innovatieve Leerwegen.

Art. 23.Het afdelingshoofd Beleid is bevoegd om als budgethouder financiële verrichtingen goed te keuren die betrekking hebben op de werkingsmiddelen van de studiedienst en van het expertisecentrum Innovatieve Leerwegen.

HOOFDSTUK 4. - Gemeenschappelijke bepalingen

Art. 24.De bij dit besluit verleende bevoegdheden aan de afdelingshoofden en het diensthoofd Diensten van de Secretaris-generaal worden ook verleend aan het personeelslid dat met de waarneming van het ambt van de titularis is gelast of dat hem vervangt bij tijdelijke afwezigheid of verhindering. In dit geval ondertekent dit personeelslid met vermelding van zijn graad door middel van de formule "voor het afdelingshoofd, afwezig" of "voor het diensthoofd, afwezig".

Art. 25.Na overleg met de secretaris-generaal, subdelegeren de afdelingshoofden en het diensthoofd Diensten van de Secretaris-generaal de in aanmerking komende bevoegdheden, aan personeelsleden van hun afdeling.

Elke subdelegatie wordt meegedeeld aan het Rekenhof en aan de minister.

De subdelegaties worden vastgesteld in een besluit waarvan een afschrift aan de secretaris-generaal wordt bezorgd.

Art. 26.De gedelegeerden nemen de nodige zorgvuldigheid in acht bij het gebruik van de verleende bevoegdheden.

Het gebruik van de verleende bevoegdheden kan door de secretaris-generaal nader worden geregeld bij eenvoudige beslissing onder de vorm van een dienstorder, nota of emailbericht.

Het gebruik van de verleende bevoegdheden kan door de secretaris-generaal worden onderworpen aan een periodieke rapportering.

Art. 27.De secretaris-generaal kan te allen tijde, bij eenvoudige beslissing, de verleende bevoegdheden tijdelijk, geheel of gedeeltelijk opheffen.

In voorkomend geval worden de beslissingen over de aangelegenheden waarvoor de delegatie tijdelijk werd opgeheven, genomen door de secretaris-generaal.

Art. 28.Het besluit van de secretaris-generaal van 20 mei 2021 houdende de subdelegatie van sommige bevoegdheden aan de afdelingshoofden en het diensthoofd Diensten van de Secretaris-generaal van het Departement Werk en Sociale Economie wordt opgeheven.

Art. 29.Dit besluit treedt in werking op 13 november 2024.

Brussel, 13 november 2024.

De waarnemend secretaris-generaal van het Departement Werk en Sociale Economie, A. VAN DEN CRUYCE


^