gepubliceerd op 24 november 2015
Besluit van de Vlaamse Regering tot regeling van de delegatie van beslissingsbevoegdheden aan de hoofden van de departementen en van de intern verzelfstandigde agentschappen
30 OKTOBER 2015. - Besluit van de Vlaamse Regering tot regeling van de delegatie van beslissingsbevoegdheden aan de hoofden van de departementen en van de intern verzelfstandigde agentschappen
De Vlaamse Regering, Gelet op de bijzondere
wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
08/08/1980
pub.
11/12/2007
numac
2007000980
bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits
sluiten tot hervorming der instellingen, artikel 87, § 1, gewijzigd bij de bijzondere wet van 16 juli 1993;
Gelet op het kaderdecreet bestuurlijk beleid van 18 juli 2003, artikel 7, derde lid, en artikel 10, § 4, gewijzigd bij het decreet van 26 juni 2015Relevante gevonden documenten type decreet prom. 26/06/2015 pub. 06/07/2015 numac 2015035857 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het kaderdecreet bestuurlijk beleid van 18 juli 2003, wat betreft de organisatie van de beleidsuitvoering en de beleidsvoorbereiding, de ondernemingsplannen en de gemeenschappelijke dienstverlening sluiten;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 25 juli 2014Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 25/07/2014 pub. 01/08/2014 numac 2014036478 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot bepaling van de bevoegdheden van de leden van de Vlaamse Regering sluiten tot bepaling van de bevoegdheden van de leden van de Vlaamse Regering, artikel 14;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 10 oktober 2003Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 10/10/2003 pub. 01/12/2003 numac 2003202028 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Besluit van de Vlaamse regering tot regeling van de delegatie van beslissingsbevoegdheden aan de hoofden van de intern verzelfstandigde agentschappen van de Vlaamse overheid type besluit van de vlaamse regering prom. 10/10/2003 pub. 02/12/2003 numac 2003202017 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Besluit van de Vlaamse regering tot regeling van de delegatie van beslissingsbevoegdheden aan de hoofden van de departementen van de Vlaamse ministeries sluiten tot regeling van de delegatie van beslissingsbevoegdheden aan de hoofden van de departementen van de Vlaamse ministeries;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 10 oktober 2003Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 10/10/2003 pub. 01/12/2003 numac 2003202028 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Besluit van de Vlaamse regering tot regeling van de delegatie van beslissingsbevoegdheden aan de hoofden van de intern verzelfstandigde agentschappen van de Vlaamse overheid type besluit van de vlaamse regering prom. 10/10/2003 pub. 02/12/2003 numac 2003202017 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Besluit van de Vlaamse regering tot regeling van de delegatie van beslissingsbevoegdheden aan de hoofden van de departementen van de Vlaamse ministeries sluiten tot regeling van de delegatie van beslissingsbevoegdheden aan de hoofden van de intern verzelfstandigde agentschappen;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 20 oktober 2015;
Op voorstel van de minister-president van de Vlaamse Regering;
Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen
Artikel 1.Dit besluit is van toepassing op de departementen, de intern verzelfstandigde agentschappen zonder rechtspersoonlijkheid en de intern verzelfstandigde agentschappen met rechtspersoonlijkheid van de Vlaamse overheid.
Art. 2.In dit besluit wordt verstaan onder: 1° de minister: het lid van de Vlaamse Regering dat bevoegd is voor het beleidsdomein waartoe het departement of het intern verzelfstandigd agentschap behoort en onder het hiërarchisch gezag van wie het departement of intern verzelfstandigd agentschap ressorteert;2° het hoofd van het departement: het personeelslid dat belast is met de leiding van het departement;3° het hoofd van het agentschap: het personeelslid dat belast is met de algemene leiding, de werking en de vertegenwoordiging van het intern verzelfstandigd agentschap.
Art. 3.§ 1. De bij dit besluit gedelegeerde beslissingsbevoegdheden worden uitgeoefend binnen de perken en met inachtname van de voorwaarden en modaliteiten die zijn vastgelegd in de bepalingen van relevante wetten, decreten, besluiten, omzendbrieven, dienstorders en andere vormen van reglementeringen, richtlijnen en beslissingen, alsook van het desbetreffende ondernemingsplan. § 2. De bij dit besluit aan het hoofd van een departement of intern verzelfstandigd agentschap gedelegeerde beslissingsbevoegdheden, kunnen alleen uitgeoefend worden voor de aangelegenheden die tot de taken van het departement of agentschap in kwestie behoren.
Art. 4.Als in dit besluit de beslissingsbevoegdheid voor bepaalde aangelegenheden expliciet gedelegeerd wordt, strekt de delegatie zich ook uit tot: 1° de beslissingen die moeten worden genomen in het kader van de voorbereiding en de uitvoering van de bedoelde aangelegenheden;2° de beslissingen van ondergeschikt belang of aanvullende aard die noodzakelijk zijn voor de uitoefening van de bevoegdheid of er inherent deel van uitmaken;3° het sluiten van overeenkomsten.
Art. 5.De bij dit besluit verleende delegaties hebben zowel betrekking op de apparaatskredieten als op de beleidskredieten.
Art. 6.Als het gebruik van de bij dit besluit verleende delegaties gepaard gaat met het plaatsen van een overheidsopdracht, gelden de bepalingen van artikel 13, 14 en 15.
Art. 7.De bedragen, vermeld in dit besluit, zijn exclusief de belasting over de toegevoegde waarde. HOOFDSTUK 2. - Delegatie voor de uitvoering van de begroting
Art. 8.§ 1. Het hoofd van het departement of agentschap heeft delegatie om, in het kader van de uitvoering van de begroting en binnen de perken van de in de begroting vastgestelde kredieten, beslissingen te nemen over het aangaan van verbintenissen en het nemen van de eraan verbonden vastleggingen, het goedkeuren van verplichtingen en de eruit voortvloeiende uitgaven en betalingen, het vaststellen van vorderingen en het verkrijgen van ontvangsten en inkomsten. § 2. Met betrekking tot de niet aan het hoofd van het departement of agentschap gedelegeerde aangelegenheden, waarvoor de beslissing bij de Vlaamse Regering, de minister of een ander orgaan berust, heeft de delegatie, vermeld in paragraaf 1, betrekking op de administratieve beslissingen en handelingen die, in het kader van de ontvangsten- en uitgavencyclus, noodzakelijk zijn voor de voorbereiding en de uitvoering van de beslissing van de Vlaamse Regering, de minister of het andere orgaan. § 3. Het hoofd van het departement of agentschap heeft delegatie om schenkingen en legaten te aanvaarden of te weigeren.
Art. 9.De delegatie aan het hoofd van het departement of agentschap, vermeld in artikel 8, geldt onverminderd de bevoegdheden en opdrachten van de andere actoren in de ontvangsten- en uitgavencyclus, en onverminderd de verplichting tot het instellen van een functiescheiding bij de inrichting van de processen voor de financiële afhandeling van dossiers. HOOFDSTUK 3. - Delegatie voor interne organisatie, personeelsmanagement en facilitair management
Art. 10.Het hoofd van het departement of agentschap heeft delegatie om beslissingen te nemen over de organisatie van de werkzaamheden en het goed functioneren van het departement of agentschap, met inbegrip van de indeling in subentiteiten, de vaststelling van het organogram, het procesmanagement en het communicatiemanagement.
Art. 11.Voor het personeelsmanagement heeft het hoofd van het departement of agentschap delegatie om beslissingen te nemen over: 1° de indienstneming van personeelsleden;2° de toewijzing van de functie en de salarisschaal aan personeelsleden;3° de toekenning van tijdelijke salarissupplementen, functioneringstoelagen en andere vormen van bijkomende beloning met een tijdelijk karakter;4° de bevordering van personeelsleden;5° het ontslag van personeelsleden.
Art. 12.Voor het facilitair management heeft het hoofd van het departement of agentschap delegatie om beslissingen te nemen over de huisvesting, de uitrusting, de informatie- en communicatiesystemen, en de werking van het departement of agentschap. HOOFDSTUK 4. - Delegatie voor overheidsopdrachten
Art. 13.Het hoofd van het departement of agentschap heeft delegatie om overheidsopdrachten en raamovereenkomsten te plaatsen tot een bedrag dat de bedragen, vermeld in de volgende tabel, niet overschrijdt:
bedragen in euro
aanbesteding en offerteaanvraag
(vereenvoudigde) onderhandelingsprocedure met voorafgaande bekendmaking of concurrentiedialoog
onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking
werken
13.000.000
6.500.000
1.300.000
leveringen
8.000.000
4.000.000
800.000
diensten
2.400.000
1.200.000
240.000
Voor de toepassing van het eerste lid hebben de grensbedragen betrekking op: 1° het goed te keuren offertebedrag als het gaat om de beslissing tot gunning, plaatsing of niet-plaatsing;2° de geraamde waarde van de opdracht voor alle voorbereidende beslissingen. Voor concessies voor openbare werken geldt de delegatie tot en met een bedrag van 13.000.000 euro.
Voor ontwerpenwedstrijden, met inbegrip van de plaatsing van de erop volgende dienstenopdracht bij onderhandelingsprocedure met toepassing van artikel 26, § 1, 4°, of artikel 66, § 2, 5°, van de wet overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten van 15 juni 2006, geldt de delegatie tot en met een bedrag van 2.400.000 euro.
Voor werkenwedstrijden geldt de delegatie tot en met een bedrag van 13.000.000 euro.
Art. 14.Het hoofd van het departement of agentschap heeft delegatie om beslissingen te nemen over de uitvoering van overheidsopdrachten.
Voor beslissingen met een financiële weerslag geldt de delegatie alleen binnen het voorwerp van de opdracht en tot een gezamenlijke maximale financiële weerslag van 15 % van het oorspronkelijke opdrachtbedrag.
Art. 15.Het hoofd van het departement of agentschap heeft delegatie om opdrachten te plaatsen in het kader van een raamovereenkomst, binnen het voorwerp en de bepalingen ervan, tot een bedrag per opdracht van respectievelijk : 1° 6.500.000 euro voor werken; 2° 4.000.000 euro voor leveringen; 3° 1.200.000 euro voor diensten.
Als de opdracht bestaat uit continue prestaties, zoals exploitatie en recurrent onderhoud, geldt de delegatie zonder beperking van het bedrag. HOOFDSTUK 5. - Delegatie voor rechtsgedingen
Art. 16.§ 1. Het hoofd van het departement of agentschap heeft delegatie om: 1° advocaten aan te stellen en het bedrag van de erelonen en de vergoedbare kosten van de advocaten goed te keuren en te betalen;2° rechtsgedingen te voeren, als eiser, verweerder of tussenkomende partij, voor de hoven en rechtbanken, de administratieve rechtscolleges en het Rekenhof, met uitzondering van de rechtsgedingen voor het Grondwettelijk Hof; Wat de departementen en de intern verzelfstandigde agentschappen zonder rechtspersoonlijkheid betreft, worden de rechtsgedingen gevoerd namens de Vlaamse Regering, ten verzoeke van de minister;
Deze delegatie omvat het nemen van de beslissingen over: a) het instellen van rechtsgedingen;b) het verrichten van alle noodzakelijke proceshandelingen;c) het berusten in een vonnis of arrest of het instellen van rechtsmiddelen ertegen, met uitzondering van het instellen van een hoger beroep of een voorziening in cassatie;d) de afstand van geding; 3° dadingen, minnelijke schikkingen en schulderkenningen aan te gaan, als het bedrag van de uitgaven die eruit voortvloeien 85.000 euro niet overschrijdt;
Voor dadingen, minnelijke schikkingen en schulderkenningen die betrekking hebben op overheidsopdrachten, geldt de delegatie tot een bedrag van: a) 1.500.000 euro voor werken; b) 400.000 euro voor leveringen; c) 100.000 euro voor diensten; 4° overeenkomsten tot arbitrage te sluiten, voor zover, als het een in geld waardeerbaar geschil betreft, de waarde van het geschil 500.000 euro in hoofdsom niet overschrijdt; 5° de uitgaven die verbonden zijn aan de uitvoering van vonnissen, arresten, dadingen, minnelijke schikkingen, schulderkenningen en arbitrageprocedures, goed te keuren en te betalen. § 2. De beslissing over de dagvaarding van een rekenplichtige voor het Rekenhof wordt genomen door de minister. Die beslissing kan niet gedelegeerd worden. HOOFDSTUK 6. - Delegaties voor diverse aangelegenheden
Art. 17.Het hoofd van het departement of agentschap heeft delegatie om beslissingen te nemen over: 1° de verwerving, de bouw, het beheer, de exploitatie, het onderhoud en de vervreemding van onroerende goederen en infrastructuren;2° het verlenen van gereglementeerde subsidies en andere vormen van financiële tegemoetkomingen met een gereglementeerd karakter;3° de invordering en inning van belastingen, heffingen, retributies en niet-fiscale schuldvorderingen;4° het verlenen en intrekken van vergunningen;5° het verlenen en intrekken van erkenningen;6° toezichts-, controle- en inspectietaken;7° het verwerven, vervreemden en beheren van roerende domeingoederen. Wat de onroerende goederen en infrastructuren betreft die behoren tot het domein van de Vlaamse Gemeenschap of het Vlaamse Gewest, is de delegatie tot vervreemding, vermeld in het eerste lid, 1°, beperkt tot de beslissing tot wijziging van de bestemming, of tot het onttrekken van een onroerend goed aan zijn bestemming, voor zover die beslissing onverwijld ter kennis wordt gebracht van de Vlaamse minister, bevoegd voor het algemeen beleid inzake vastgoedbeheer. HOOFDSTUK 7. - Mogelijkheid tot het instellen van beperkingen op de algemene delegatie
Art. 18.Met betrekking tot de aangelegenheden, vermeld in dit besluit, kan, bij wijze van uitzondering, in beperkingen op de algemene delegatie aan het hoofd van het departement of agentschap worden voorzien.
De beperkingen op de algemene delegatie aan het hoofd van het departement of agentschap kunnen alleen betrekking hebben op bepaalde beslissingen of categorieën van beslissingen waarvoor het aangewezen is dat ze, gelet op de omvang, draagwijdte en weerslag ervan, genomen worden door de minister, de Vlaamse Regering of een ander orgaan.
In voorkomend geval worden de voormelde beperkingen, in functie van de betrokken beleidsmaterie of de taakstelling van het betrokken intern verzelfstandigd agentschap, gespecificeerd door middel van bepalingen die terzake worden opgenomen in, naargelang het geval: 1° het besluit van de Vlaamse Regering over de betrokken beleidsmaterie;2° voor een intern verzelfstandigd agentschap zonder rechtspersoonlijkheid: het besluit van de Vlaamse Regering tot oprichting van het agentschap;3° voor een intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid: het besluit van de Vlaamse Regering over de werking van het agentschap, ter uitvoering van het oprichtingsdecreet. In de bepalingen, vermeld in het derde lid, wordt gespecificeerd welke beslissingen of categorieën van beslissingen niet aan het hoofd van het departement of agentschap zijn gedelegeerd, en wordt bepaald welke van de voormelde beslissingen of categorieën van beslissingen worden genomen door de minister, de Vlaamse Regering of een ander orgaan. HOOFDSTUK 8. - Specifieke en aanvullende delegaties
Art. 19.§ 1. Aan het hoofd van het departement of agentschap kunnen specifieke delegaties worden verleend om beslissingen te nemen over bepaalde andere aangelegenheden dan de aangelegenheden, vermeld in dit besluit. § 2. Aan het hoofd van het departement of agentschap kunnen, met betrekking tot de aangelegenheden, vermeld in dit besluit, aanvullende delegaties worden verleend. § 3. De voormelde specifieke en aanvullende delegaties worden verleend door middel van, naargelang het geval: 1° de besluiten, vermeld in artikel 18, derde lid;2° een ministerieel besluit, voor zover het aangelegenheden betreft die door de Vlaamse Regering aan de minister zijn gedelegeerd.Het ministerieel besluit wordt gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad. HOOFDSTUK 9. - Mogelijkheid tot subdelegatie
Art. 20.§ 1. Met het oog op een efficiënte en resultaatgerichte interne organisatie kan het hoofd van het departement of agentschap een deel van de gedelegeerde aangelegenheden verder subdelegeren aan personeelsleden van het departement of agentschap die onder zijn hiërarchisch gezag staan, tot op het meest functionele niveau. § 2. Met betrekking tot de mogelijkheid om gedelegeerde aangelegenheden te subdelegeren kan in beperkingen worden voorzien, door middel van de besluiten, vermeld in artikel 23, § 2.
Art. 21.De subdelegaties worden vastgelegd in een besluit van de secretaris-generaal of van de administrateur-generaal, naargelang het geval. Het besluit wordt gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad.
Een afschrift van het besluit wordt aan de minister bezorgd. HOOFDSTUK 1 0. - Regeling bij vervanging
Art. 22.De bij dit besluit verleende delegaties worden ook verleend aan het personeelslid dat met de waarneming van de functie van hoofd van het departement of hoofd van het agentschap belast is of dat het hoofd van het departement of agentschap vervangt bij tijdelijke afwezigheid of verhindering.
In geval van tijdelijke afwezigheid of verhindering plaatst het betrokken personeelslid, boven de vermelding van zijn graad en handtekening, naar gelang het geval een van de volgende formules: 1° "voor de secretaris-generaal, afwezig";2° "voor de administrateur-generaal, afwezig". HOOFDSTUK 1 1. - Gebruik van de delegaties en verantwoording
Art. 23.§ 1. Het hoofd van het departement of agentschap, alsook de personeelsleden aan wie met toepassing van artikel 20 beslissingsbevoegdheden zijn gesubdelegeerd, nemen de nodige zorgvuldigheid in acht bij het gebruik van de verleende delegaties. § 2. Het gebruik van de verleende delegaties kan nader worden geregeld in, naargelang het geval: 1° het besluit van de Vlaamse Regering over de beleidsmaterie in kwestie;2° voor een intern verzelfstandigd agentschap zonder rechtspersoonlijkheid: het besluit van de Vlaamse Regering tot oprichting van het agentschap;3° voor een intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid: het besluit van de Vlaamse Regering over de werking van het agentschap, ter uitvoering van het oprichtingsdecreet;4° een ministerieel besluit.
Art. 24.Het hoofd van het departement of agentschap organiseert het systeem van interne controle op zodanige wijze dat de verleende delegaties op een doeltreffende en doelmatige wijze worden gebruikt en misbruiken worden vermeden.
Art. 25.Het hoofd van het departement of agentschap is ten aanzien van de minister verantwoordelijk voor het gebruik van de verleende delegaties. Die verantwoordelijkheid betreft ook de aangelegenheden waarvoor de beslissingsbevoegdheid door het hoofd van het departement of agentschap is gesubdelegeerd aan andere personeelsleden.
Art. 26.Over het gebruik van de verleende delegaties wordt periodiek verantwoording afgelegd met een rapport dat door het hoofd van het departement of agentschap aan de minister wordt voorgelegd.
Het rapport bevat de nodige informatie over de beslissingen die met toepassing van de verleende delegaties in de periode in kwestie zijn genomen.
De informatie die in het rapport verstrekt wordt, is exact, toereikend en ter zake dienend. Het rapport is niet overmatig, op een degelijke wijze gestructureerd en op een toegankelijke wijze voorgesteld.
Voor alle aangelegenheden wordt informatie op geaggregeerd niveau verstrekt. Daarnaast wordt, voor de aangelegenheden waarvoor dat relevant en aangewezen is, ook informatie op het niveau van afzonderlijke en individuele onderwerpen en dossiers opgenomen.
De minister stelt, in overleg met het hoofd van het departement of agentschap, vast met welke periodiciteit het rapport wordt voorgelegd.
De minister kan, na overleg met het hoofd van het departement of agentschap, nadere instructies geven over de concrete informatie die per gedelegeerde aangelegenheid in het rapport verstrekt moet worden en een verplicht te volgen schema voor de rapportering vaststellen.
Art. 27.§ 1. De minister kan, buiten de verplichte periodieke rapportering, op ieder ogenblik aan het hoofd van het departement of agentschap verantwoording vragen over het gebruik van de delegatie in een bepaalde aangelegenheid. § 2. De minister heeft het recht om, bij ministerieel besluit, de verleende delegaties tijdelijk, geheel of gedeeltelijk op te heffen.
In voorkomend geval worden de beslissingen over de aangelegenheden waarvoor de delegatie tijdelijk is opgeheven, genomen door de minister. HOOFDSTUK 1 2. - Slotbepalingen
Art. 28.De volgende regelingen worden opgeheven: 1° het besluit van de Vlaamse Regering van 10 oktober 2003Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 10/10/2003 pub. 01/12/2003 numac 2003202028 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Besluit van de Vlaamse regering tot regeling van de delegatie van beslissingsbevoegdheden aan de hoofden van de intern verzelfstandigde agentschappen van de Vlaamse overheid type besluit van de vlaamse regering prom. 10/10/2003 pub. 02/12/2003 numac 2003202017 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Besluit van de Vlaamse regering tot regeling van de delegatie van beslissingsbevoegdheden aan de hoofden van de departementen van de Vlaamse ministeries sluiten tot regeling van de delegatie van beslissingsbevoegdheden aan de hoofden van de departementen van de Vlaamse ministeries, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 30 juni 2006 en 5 september 2008;2° het besluit van de Vlaamse Regering van 10 oktober 2003Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 10/10/2003 pub. 01/12/2003 numac 2003202028 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Besluit van de Vlaamse regering tot regeling van de delegatie van beslissingsbevoegdheden aan de hoofden van de intern verzelfstandigde agentschappen van de Vlaamse overheid type besluit van de vlaamse regering prom. 10/10/2003 pub. 02/12/2003 numac 2003202017 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Besluit van de Vlaamse regering tot regeling van de delegatie van beslissingsbevoegdheden aan de hoofden van de departementen van de Vlaamse ministeries sluiten tot regeling van de delegatie van beslissingsbevoegdheden aan de hoofden van de intern verzelfstandigde agentschappen, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 30 juni 2006 en 5 september 2008.
Art. 29.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2016.
Art. 30.De minister-president, bevoegd voor het algemeen regeringsbeleid, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 30 oktober 2015.
De minister-president van de Vlaamse Regering, G. BOURGEOIS