Document
gepubliceerd op 09 april 2025

Besluit van administrateur-generaal tot delegatie van algemene en specifieke bevoegdheden aan de afdelingshoofden

bron: vlaamse overheid

numac: 2025002811

pub.: 09/04/2025

prom.: --


staatsblad: https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)

1 APRIL 2025. - Besluit van administrateur-generaal tot delegatie van algemene en specifieke bevoegdheden aan de afdelingshoofden

Omgeving

Motivering Dit besluit is gebaseerd op de volgende motieven: - met het oog op een efficiënte beleidsuitvoering is het aangewezen om sommige bevoegdheden te delegeren; - de gedelegeerde bevoegdheden in overeenstemming brengen met de nieuwe organisatiestructuur van de Vlaamse Milieumaatschappij, zoals vastgesteld in het Besluit van de Administrateur-Generaal van de Vlaamse Milieumaatschappij van 31 maart 2025 tot vaststelling van het organogram van de Vlaamse Milieumaatschappij.

DE ADMINISTRATEUR-GENERAAL VAN DE VLAAMSE MILIEUMAATSCHAPPIJ BESLUIT:

HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen

Artikel 1.Als in dit besluit de beslissingsbevoegdheid voor bepaalde aangelegenheden expliciet gedelegeerd wordt, strekt de delegatie zich ook uit tot: 1° de beslissingen die moeten worden genomen in het kader van de voorbereiding en de uitvoering van de bedoelde aangelegenheden;2° de beslissingen van ondergeschikt belang of aanvullende aard die noodzakelijk zijn voor de uitoefening van de bevoegdheid of er inherent deel van uitmaken;3° het sluiten van overeenkomsten.

Art. 2.De in dit besluit vermelde bedragen zijn bedragen inclusief de belasting over de toegevoegde waarde.

Art. 3.Het personeelslid dat bij ter beschikkingstelling, langere afwezigheid of om andere redenen door de administrateur-generaal tijdelijk wordt aangewezen ter vervanging of als waarnemend afdelingshoofd, beschikt over dezelfde delegaties als het betrokken afdelingshoofd.

De bij dit besluit verleende delegaties worden tevens verleend aan het personeelslid dat door het afdelingshoofd met de waarneming van de functie wordt belast bij tijdelijke afwezigheid of verhindering.

In geval van tijdelijke afwezigheid of verhindering plaatst het betrokken personeelslid, boven de vermelding van zijn graad en handtekening, de formule: "voor het afdelingshoofd, afwezig".

HOOFDSTUK 2. - Algemene delegaties

Art. 4.Volgende bevoegdheden worden gedelegeerd aan de afdelingshoofden: 1° het ondertekenen van de briefwisseling, inclusief elektronische briefwisseling, aan personeelsleden van de Vlaamse Milieumaatschappij, verder afgekort als VMM, en aan derden met uitzondering van de briefwisseling en elektronische briefwisseling met de minister, de selector en Inspectie van Financiën;2° inzake personeel, aan elk afdelingshoofd voor wat de aan hen toevertrouwde Kernen, Diensten en Teams betreft: a) het nemen van de leiding van de hun toevertrouwde Kernen, Diensten en Teams;het instaan voor de organisatie van de werkzaamheden; het goed functioneren van de Kernen, Diensten en Teams; uitoefenen van gezag over de hun toegewezen personeelsleden, het zorgen voor de motivatie en de orde bij de personeelsleden; b) het goedkeuren van de onkostenstaten van de binnenlandse zendingen met uitzondering van de onkostenstaten van de administrateur-generaal, de afdelingshoofden en het betaalbaar stellen van alle onkostenstaten van binnenlandse zendingen;c) beslissen welk vervoermiddel functioneel en financieel het meest verantwoord is bij binnenlandse dienstreizen;d) het toestaan van binnenlandse zendingen, en zendingsopdrachten van 1 dag in de buurlanden aan de personeelsleden;e) het toestaan van vakantieverlof aan de personeelsleden;f) het toestaan van cumulatie van beroepsactiviteiten aan personeelsleden die onder hun gezag staan;g) met betrekking tot de selectieprocedure van nieuwe personeelsleden van alle rangen in de zin van het VPS, met uitzondering van de rangen A2 en hoger: 1) overleg hebben met de selector over de organisatie van de selectie, het uitsluiten van kandidaten die niet aan de voorwaarden voldoen van deelname aan de selectie en het beoordelen van de competenties en andere vereisten die nodig zijn voor de functie;2) overleg hebben met de selector over het vaststellen van een selectiereglement per selectie;3) deel uitmaken van de jury bij interne selectietesten, samen met de evaluatoren;4) het uitvoeren van de eindselectie van het rekruterings- en selectieproces, met name het kiezen van de meest geschikte kandidaat, of uitzonderlijk het niet kiezen van een kandidaat, wanneer geen enkele kandidaat voldoet aan de profielvereisten;5) overleg hebben met de selector over het niet opnieuw testen van bepaalde competenties en/of andere vereisten bij een kandidaat;6) voorafgaand aan de rekrutering afwijken van de voorwaarde om een diploma studiegetuigschrift, bewijs van beroepskwalificatie, ervarings- of toegangsbewijs te bezitten als de in te vullen functie voorkomt op de lijst van knelpuntfuncties;7) voorafgaand aan de selectie opnemen in het selectiereglement dat ook personen die niet beschikken over een diploma, studiegetuigschrift, bewijs van beroepskwalificatie, ervarings- of toegangsbewijs zich kandidaat kunnen stellen voor de functie;8) samen met de VDAB en de selector de te bewijzen competenties bepalen waarop de beoordeling van het portfolio voor de vacature gebeurt bij kandidaten die niet beschikken over het diploma, studiegetuigschrift, bewijs van beroepskwalificatie, ervarings- of toegangsbewijs;9) vaststellen van bijzondere aanwervingsvoorwaarden in overeenstemming met de functiebeschrijving en het competentieprofiel, na overleg met de selector.h) het beslissen over een tijdelijke functieverlichting;i) het beslissen over de uitbetaling van niet opgenomen vakantiedagen bij pensionering;j) beslissen in welke mate een personeelslid dat op vraag van de lijnmanager of diens gemachtigde overuren verricht, de keuzevrijheid heeft tussen compenserende inhaalrust, gelijk aan het aantal overuren, of overloon;k) beslissen dat aan een personeelslid dat bij gebrek aan dienstvervoer af en toe met een eigen motorvoertuig naar de moeilijk bereikbare werkplaats komt, een dagelijkse tegemoetkoming toegekend wordt ten bedrage van 1/20 van de volledige kostprijs van een maandtreinkaart 2de klas voor dezelfde afstand;l) met betrekking tot verloven en dienstvrijstellingen, binnen de beleidslijnen zoals uitgetekend door de Directieraad van de VMM: 1) het toestaan van verlof voor deeltijdse prestaties voor de personeelsleden;2) het toestaan van onbetaald verlof voor de personeelsleden;3) het kennis nemen of toestaan van de aanvraag tot verlof in het kader van zorgkrediet;4) het kennis nemen van de aanvraag van loopbaanonderbreking voor het verstrekken van palliatieve zorgen, bijstand/verzorging aan zwaar zieke gezins- of familieleden en ouderschapsverlof;5) toekennen van het vormingsverlof;6) toekennen, op vraag van het personeelslid, van gestandaardiseerd gunstverlof;7) kennis nemen en toestaan van politiek verlof en dienstvrijstelling;8) het kennis nemen van de vraag waarbij het personeelslid het verlof onder l) 1° tot 7° wenst stop te zetten nog voor de periode van het verlof verlopen is en het eventueel toestaan van een kortere stopzettingstermijn;9) overleg hebben met het personeelslid over het werkrooster en de nadere regelen voor de opname van het verlof voor deeltijdse prestaties;10) de opname van het door de ambtenaar aangevraagde verlof voor deeltijdse prestaties met maximaal drie maanden uitstellen, indien de goede werking van de dienst dit vereist;11) overleg plegen met de arbeidsarts over verlof voor deeltijdse prestaties wegens handicap of chronische ziekte;12) akkoord verlenen voor retroactieve omzetting van de voltijdse afwezigheid of vermindering van de arbeidsprestaties naar een ander verlof dat een voltijdse onbetaalde onderbreking of vermindering van de arbeidsprestaties voor doel heeft, als het personeelslid zijn onderbrekingsuitkeringen voor zorgkrediet verliest;13) overleg hebben over de nadere regelen voor de opname van de vermindering van de arbeidsprestaties in het kader van het zorgkrediet;14) overleg hebben over de nadere regelen voor de opname van de deeltijdse loopbaanonderbreking in het kader van een federaal zorgverlof;15) overleg hebben over de nadere regelen voor de opname van het onbetaald verlof;16) beslissen dat de opname van het gestandaardiseerd gunstverlof met maximaal drie maanden wordt uitgesteld;17) akkoord verlenen met de tijdelijke stopzetting om weer voltijds te werken of omzetting in een vermindering van de arbeidsprestaties met een vijfde van een voltijds ambt, van de deeltijdse loopbaanonderbreking tot aan het pensioen;m) instemmen met de verderzetting van de deeltijdse prestaties wegens ziekte vanaf de honderdeenentachtiste dag na advies van het geneeskundig controleorgaan en als het blijft bijdragen tot de voltijdse re-integratie van de ambtenaar;n) instemmen met een afwijking van het minimum prestatieregime tijdens het verlof voor de deeltijdse prestaties wegens ziekte;o) instemmen met de verderzetting van de deeltijdse prestaties wegens ziekte vanaf de honderdeenenzestigste dag na advies van de adviserend arts van de mutualiteit voor het contractuele personeelslid;p) instemmen met gedeeltelijke werkhervatting in een arbeidsregime dat minder dan 50% van een voltijdse arbeidsduur bedraagt voor het contractuele personeelslid;q) met betrekking tot de beëindiging van de tewerkstelling: 1) aan het contractuele personeelslid een formele schriftelijke waarschuwing bezorgen met een nauwkeurige weergave van het disfunctioneren dat kan leiden tot het ontslag van het personeelslid;2) het ontslagtraject onmiddellijk inleiden als het contractuele personeelslid, na de schriftelijke waarschuwing, het aanbod niet benut om te remediëren via een traject;3) horen van het contractuele personeelslid bij intentie om dit personeelslid te ontslaan omwille van gedrag en/of geschiktheid;4) uitnodigen van het contractuele personeelslid via een beveiligde zending om zijn standpunt naar voor te brengen;5) opmaken van een proces-verbaal van de zitting van het verhoor van het contractuele personeelslid;6) al of niet bevestigen van de ontslagintentie aan het contractuele personeelslid en het, bij bevestiging van ontslagintentie, meedelen hiervan via beveiligde zending aan het contractuele personeelslid; 3° met betrekking tot de overheidsopdrachten, voor zover in lijn met de begroting van VMM en de jaardoelstelling van de desbetreffende Kern opgenomen in het ondernemingsplan: a) het gunnen van overheidsopdrachten tot een bedrag dat de bedragen in onderstaande tabel niet overschrijdt:

Bedragen in EUR

Openbare of niet openbare procedure

Mededingingsprocedure met onderhandeling, vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met voorafgaande bekendmaking, concurrentiegerichte dialoog en innovatiepartnerschap

Onderhandelings- procedure zonder voorafgaande bekendmaking

Werken

13.000.000

6.500.000

1.300.000

Leveringen

8.000.000

4.000.000

800.000

Diensten

2.400.000

1.200.000

240.000

Voor de toepassing van het eerste lid hebben de grensbedragen betrekking op: 1) de geraamde waarde van de opdracht voor: a) alle voorbereidende beslissingen, waaronder minstens de principiële beslissing tot uitvoering van de opdracht, de keuze van de gunningsprocedure, de goedkeuring van de opdrachtdocumenten en de selectiebeslissing;b) de beslissing tot niet-plaatsing;2) het goed te keuren offertebedrag voor de gunningsbeslissing;b) het plaatsen van overheidsopdrachten van beperkte waarde die tot stand komen met aanvaarde factuur als vermeld in artikel 92 van de wet van 17 juni 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/06/2016 pub. 14/07/2016 numac 2016021053 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet inzake overheidsopdrachten sluiten inzake overheidsopdrachten;c) het nemen van beslissingen inzake de uitvoering van overheidsopdrachten prijsvraag of raamovereenkomst, ongeacht de financiële weerslag ervan indien ze delegatie hebben om voor een bepaalde overheidsopdracht, prijsvraag of raamovereenkomst de gunningsbeslissing te nemen.Indien de afdelingshoofden geen delegatie hebben om voor een bepaalde overheidsopdracht, prijsvraag of raamovereenkomst de gunningsbeslissing te nemen, hebben ze slechts delegatie tot het nemen van de beslissingen over de uitvoering van een overheidsopdracht, prijsvraag of raamovereenkomst binnen het wettelijke kader en tot een gezamenlijke maximale financiële weerslag van 15% boven het oorspronkelijk opdrachtbedrag; d) het plaatsen van opdrachten in het kader van een raamovereenkomst, binnen het voorwerp en de bepalingen ervan, en tot een bedrag per opdracht van respectievelijk: 1) 6.500.000 euro voor werken; 2) 4.000.000 euro voor leveringen; 3) 1.200.000 euro voor diensten.

Als de opdracht bestaat uit continue prestaties, zoals exploitatie en recurrent onderhoud, geldt de delegatie zonder beperking van het bedrag; e) het nemen van beslissingen in het kader van de plaatsing van een concessie als de waarde van de concessie de volgende bedragen niet overschrijdt: 1) voor concessies voor werken: 13.000.000 euro; 2) voor concessies voor diensten: 2.400.000 euro.

Als de afdelingshoofden voor een bepaalde concessie delegatie hebben om de gunningsbeslissing te nemen, hebben ze ook delegatie om de beslissingen te nemen over de uitvoering van die concessie, ongeacht de financiële weerslag ervan. Indien de afdelingshoofden geen delegatie hebben om de gunningsbeslissing te nemen, hebben zij slechts delegatie om de beslissingen te nemen over de uitvoering van de concessie binnen het wettelijke kader en tot een gezamenlijke maximale financiële weerslag van 15% van de waarde van de concessie; f) het plaatsen, de goedkeuring van de opdrachtdocumenten, de beslissingen tot aanwijzing van de deelnemers in de verschillende fasen en de beslissing tot stopzetting van het proces van opdrachten voor diensten van onderzoek en ontwikkeling die niet onderworpen zijn aan de wet van 17 juni 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/06/2016 pub. 14/07/2016 numac 2016021053 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet inzake overheidsopdrachten sluiten inzake overheidsopdrachten, tot en met een bedrag van 1.200.000 euro.

Voor de toepassing van het eerste lid heeft het grensbedrag betrekking op het geraamde bedrag van het aandeel van de opdracht dat ten laste is van de aanbestedende overheid; 4° het goedkeuren van allerlei uitgaven die buiten de toepassing vallen van de wetgeving op de overheidsopdrachten en die betrekking hebben op taken van de VMM tot een bedrag van 65.000 euro per beslissing; 5° inzake de uitvoering van de begroting, voor zover in lijn met de jaardoelstelling van de desbetreffende Kern en opgenomen in het ondernemingsplan: a) het nemen van beslissingen met betrekking tot het aangaan van verbintenissen en het nemen van de eraan verbonden vastleggingen, het goedkeuren van verplichtingen en de eruit voortvloeiende uitgaven en betalingen, het vaststellen van vorderingen en het verkrijgen van ontvangsten en inkomsten in het kader van de uitvoering van de begroting en binnen de perken van de in de begroting vastgestelde kredieten;b) met betrekking tot de niet-gedelegeerde aangelegenheden, waarvoor de beslissing bij de Vlaamse Regering, de minister of een ander orgaan berust, heeft de in artikel 4, 5°, a) bedoelde delegatie betrekking op de administratieve beslissingen en handelingen die, in het kader van de ontvangsten- en uitgavencyclus, noodzakelijk zijn voor de voorbereiding en de uitvoering van de beslissing van de Vlaamse Regering, de minister of het ander orgaan;6° de invordering en de inning van retributies en niet-fiscale schuldvorderingen, met inbegrip van de vergoeding verschuldigd voor hergebruik van overheidsinformatie zoals vermeld in het Bestuursdecreet van 19 december 2018;7° het nemen van beslissingen inzake toezichts-, controle- en inspectietaken, voor zover de regelgeving die de toezichts-, controle- en inspectietaken regelt, dit toelaat; 8° het verlenen van gereglementeerde subsidies en andere vormen van financiële tussenkomsten met een gereglementeerd karakter. De delegatie voorzien in artikel 4, 5°, a) en b) geldt onverminderd de bevoegdheden en opdrachten van de andere actoren in de ontvangsten- en uitgavencyclus, en onverminderd de verplichting tot het instellen van een functiescheiding bij de inrichting van de processen voor de financiële afhandeling van dossiers.

Art. 5.Het afdelingshoofd dat door de administrateur-generaal tijdelijk wordt aangewezen ter vervanging van de administrateur-generaal tijdens zijn afwezigheid, beschikt over dezelfde bevoegdheden als de administrateur-generaal.

Het betrokken afdelingshoofd plaatst boven de vermelding van zijn graad en handtekening, de formule: "voor de administrateur-generaal, afwezig".

HOOFDSTUK 3. - Specifieke delegaties

Art. 6.Aan het afdelingshoofd dat bevoegd is voor de kern "Ondersteunende diensten" worden de volgende specifieke bevoegdheden gedelegeerd, voor zover in lijn met de jaardoelstelling van de desbetreffende kern opgenomen in het ondernemingsplan: 1° inzake de algemene administratie en organisatie: met betrekking tot onroerende en roerende goederen: a) het bouwen, het beheren, het exploiteren, het onderhouden van onroerende goederen en infrastructuur die geen betrekking hebben op de bevoegdheden gedelegeerd aan het afdelingshoofd dat bevoegd is voor de kern "Beheer en Investeringen Waterlopen" in artikel 8, 1° en het onderhandelen van verkoopovereenkomsten dienaangaande, en die niet zijn overgedragen aan Het Facilitair Bedrijf van de Vlaamse overheid;b) het optreden als contactpersoon voor de gebouwen overgedragen aan en in beheer van Het Facilitair Bedrijf conform de omzendbrief betreffende de verantwoordelijkheden in gebouwen in hun beheer;c) het vestigen van zakelijke rechten met inbegrip van het beëindigen ervan;d) het verkopen van roerende goederen, voor zover dergelijke verkoop niet vervat zit in een overheidsopdracht;e) het aanvaarden of weigeren van schenkingen en legaten;2° inzake het beheer van rechtsgedingen: a) het aanstellen van advocaten en het bedrag van de erelonen en de vergoedbare kosten van de advocaten goed te keuren en te betalen;b) het voeren van rechtsgedingen als eiser, verweerder of tussenkomende partij, voor de hoven en rechtsbanken, de administratieve rechtscolleges en het Rekenhof, met uitzondering van de rechtsgedingen voor het Grondwettelijk Hof en de internationale hoven; Deze delegatie omvat: 1) het instellen van rechtsgedingen;2) het verrichten van alle noodzakelijke proceshandelingen;3) het berusten in een vonnis of arrest of het instellen van rechtsmiddelen ertegen, met uitzondering van het instellen van een hoger beroep of een voorziening in cassatie;4) de afstand van geding; c) het aangaan van dadingen, minnelijke schikkingen en schulderkenningen als het bedrag van de uitgaven die eruit voortvloeien 85.000 euro niet overschrijdt;

Voor dadingen, minnelijke schikkingen en schulderkenningen die betrekking hebben op overheidsopdrachten, geldt de delegatie tot een bedrag van: 1) 1.500.000 euro voor werken; 2) 400.000 euro voor leveringen; 3) 100.000 euro voor diensten; d) het sluiten van overeenkomsten tot arbitrage, voor zover, als het een in geld waardeerbaar geschil betreft, de waarde van het geschil 500.000 euro in hoofdsom niet overschrijdt; e) het goedkeuren en betalen van de uitgaven die verbonden zijn aan de uitvoering van vonnissen, arresten, dadingen, minnelijke schikkingen, schulderkenningen en arbitrageprocedures;3° inzake begrotingsbevoegdheden: a) aan de Inspectie van Financiën;b) het nemen van beslissingen inzake facilitair beheer in verband met de huisvesting en de uitrusting, met uitzondering van de informatie- en communicatiesystemen.

Art. 7.Aan het afdelingshoofd dat bevoegd is voor de kern "Beheer en Investeringen Waterlopen" worden de volgende specifieke bevoegdheden gedelegeerd, voor zover in lijn met de jaardoelstelling van de desbetreffende kern opgenomen in het ondernemingsplan: 1° met betrekking tot de onbevaarbare waterlopen: a) het bouwen, het beheren, het exploiteren, het onderhouden van onroerende goederen en infrastructuur;b) het vestigen van zakelijke rechten met inbegrip van het beëindigen ervan;c) de voorontwerpen en de ontwerpen van de werkzaamheden ter verbetering van de waterhuishouding in de valleien van de onbevaarbare waterlopen van de eerste categorie, evenals alle bijhorende studies zoals haalbaarheidsstudies, met het oog op planning, voorbereiding, ondersteuning of begeleiding van deze werken goed te keuren en te aanvaarden;d) overeenkomstig artikel 22 van de wet van 28 december 1967Relevante gevonden documenten type wet prom. 28/12/1967 pub. 17/08/2007 numac 2007000737 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de onbevaarbare waterlopen sluiten betreffende de onbevaarbare waterlopen, de bij artikelen 20 en 23 van dezelfde wet bedoelde overtredingen op te sporen en vast te stellen en de bevoegde ambtenaren voor het Vlaamse Gewest aan te wijzen;e) het verlenen van de adviezen bedoeld in artikel 4bis, § 1 tot § 3 van de wet van 28 december 1967Relevante gevonden documenten type wet prom. 28/12/1967 pub. 17/08/2007 numac 2007000737 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de onbevaarbare waterlopen sluiten betreffende de onbevaarbare waterlopen;f) de termijnen en modaliteiten voor de ruimings-, onderhouds- en herstellingswerkzaamheden bedoeld in artikel 7, § 1 van de wet van 28 december 1967Relevante gevonden documenten type wet prom. 28/12/1967 pub. 17/08/2007 numac 2007000737 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de onbevaarbare waterlopen sluiten betreffende de onbevaarbare waterlopen vast te stellen;g) het toezicht te houden op de inrichtingswerken en andere werken door derden bedoeld in artikel 12, § 2 van de wet van 28 december 1967Relevante gevonden documenten type wet prom. 28/12/1967 pub. 17/08/2007 numac 2007000737 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de onbevaarbare waterlopen sluiten betreffende de onbevaarbare waterlopen;h) de machtigingen te verlenen waarvan sprake in artikel 12, § 1 van de wet van 28 december 1967Relevante gevonden documenten type wet prom. 28/12/1967 pub. 17/08/2007 numac 2007000737 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de onbevaarbare waterlopen sluiten betreffende de onbevaarbare waterlopen; i) de machtigingen te verlenen voor werken binnen de zones zoals vermeld in artikel 1.6, eerste lid 1°, 2° en 3° van het vrijstellingsbesluit van 16 juli 2010, en dit bij toepassing van artikel 1.6, tweede lid van het vrijstellingsbesluit van 16 juli 2010, zoals gewijzigd bij besluit van de Vlaamse regering van 7 juni 2024Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/06/2016 pub. 14/07/2016 numac 2016021053 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet inzake overheidsopdrachten sluiten8; j) de betekening te doen voor wat de onbevaarbare waterlopen van de eerste categorie betreft, bedoeld in artikel 16, tweede lid, van de wet van 28 december 1967Relevante gevonden documenten type wet prom. 28/12/1967 pub. 17/08/2007 numac 2007000737 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de onbevaarbare waterlopen sluiten betreffende de onbevaarbare waterlopen;k) op te treden als de bevoegde overheid voor de waterlopen van de eerste categorie, bedoeld in artikel 1 van het koninklijk besluit van 5 augustus 1970Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 05/08/1970 pub. 17/08/2007 numac 2007000736 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit houdende algemeen politiereglement van de onbevaarbare waterlopen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten houdende algemeen politiereglement van de onbevaarbare waterlopen.2° met betrekking tot polders en wateringen: a) de reglementen van polders en wateringen goed te keuren overeenkomstig artikel 27 van de wet van 5 juli 1956 betreffende de wateringen en artikel 26 van de wet van 3 juni 1957 betreffende de polders;b) de termijnen te bepalen waarvan sprake in de artikelen 8 en 9 van de wet van 5 juli 1956 betreffende de wateringen en de wet van 3 juni 1957 betreffende de polders;c) op te treden als ambtenaar met raadgevende stem die op de algemene vergadering van de polders en de wateringen moet uitgenodigd worden met toepassing van artikel 19 van de wet van 5 juli 1956 betreffende de wateringen en artikel 18 van de wet van 3 juni 1957 betreffende de polders;d) op te treden als de aangewezen bevoegde ambtenaar zoals bedoeld in de artikelen 89, 90, 92 en 93 van de wet van 5 juli 1956 betreffende de wateringen en van de wet van 3 juni 1957 betreffende de polders;e) het verzoek te doen bedoeld in artikel 98, § 2 en § 3 van de wet van 5 juli 1956 betreffende de wateringen en in artikel 97, § 2 en § 3 van de wet van 3 juni 1957 betreffende de polders;f) het administratief toezicht uit te oefenen op de polders en de wateringen in toepassing van de wet van 5 juli 1956 betreffende de wateringen en de wet van 3 juni 1957 betreffende de polders;g) het toekennen van een gewestbijdrage conform de regelgeving zoals bepaald in het besluit van de Vlaamse Regering van 18 januari 2002Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 18/01/2002 pub. 25/04/2002 numac 2002035549 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Besluit van de Vlaamse regering houdende het toekennen van een gewestbijdrage aan polders, wateringen, verenigingen van polders of verenigingen van wateringen voor het uitvoeren van bepaalde waterhuishoudkundige werken en tot vastlegging van de procedure inzake subsidiëring van deze werken sluiten houdende het toekennen van een gewestbijdrage aan polders, wateringen, verenigingen van polders of verenigingen van wateringen voor het uitvoeren van bepaalde waterhuishoudkundige werken en tot vastlegging van de procedure inzake subsidiëring van deze werken; 3° met betrekking tot de watertoets: a) het advies uit te brengen bedoeld in artikel 1.3.1.1., § 3 van het decreet van 18 juli 2003Relevante gevonden documenten type decreet prom. 18/07/2003 pub. 14/11/2003 numac 2003201696 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende het integraal waterbeleid sluiten betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018, overeenkomstig artikel 5, § 1, eerste lid, 1°, en tweede lid, 2° en 3° van het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/06/2016 pub. 14/07/2016 numac 2016021053 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet inzake overheidsopdrachten sluiten4 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstantie en tot vaststelling van nadere regels voor adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 1.3.1.1. van het decreet van 18 juli 2003Relevante gevonden documenten type decreet prom. 18/07/2003 pub. 14/11/2003 numac 2003201696 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende het integraal waterbeleid sluiten betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018; b) de sub adviezen in te winnen van andere bij het waterbeleid betrokken instanties overeenkomstig artikel 5, § 2 van het voornoemde besluit van 20 juli 2006;c) het advies uit te brengen voor wat betreft de materie waarvoor de betrokken Kernen en Diensten bevoegd zijn bij projecten waarop de project mer-regelgeving van toepassing is;d) het advies uit te brengen voor wat betreft de materie waarvoor de betrokken Kernen en Diensten bevoegd zijn bij plannen en programma's waarop de plan-mer-regelgeving van toepassing is;e) het verlenen van machtigingen bij wijze van het uitbrengen van een gunstig watertoets advies in het kader van de aanvraag van een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen of voor het verkavelen van gronden, als de eventuele voorwaarden waarvan het gunstig advies afhankelijk wordt gemaakt, in de vergunning in kwestie worden opgelegd, en dit bij toepassing van artikel 12, § 1, derde lid van de wet betreffende de onbevaarbare waterlopen van 28 december 1967;4° met betrekking tot de regelgeving betreffende complexe projecten voor wat betreft de materie waarvoor de betrokken kern bevoegd is: de adviezen uitbrengen in uitvoering van artikelen 9, 13, 16 en 19 van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 december 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/06/2016 pub. 14/07/2016 numac 2016021053 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet inzake overheidsopdrachten sluiten6 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 25/04/2014 pub. 23/10/2014 numac 2014036510 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de omgevingsvergunning sluiten betreffende complexe projecten, en het aanduiden van vertegenwoordigers van de Vlaamse Milieumaatschappij voor de adviesvergaderingen bedoeld in artikel 13 en 20 van voormeld besluit.

Art. 8.Aan het afdelingshoofd dat bevoegd is voor de kern "Lucht" worden de volgende specifieke bevoegdheden gedelegeerd, voor zover in lijn met de jaardoelstelling van de desbetreffende kern opgenomen in het ondernemingsplan: 1° advies uitbrengen met betrekking tot de bevoegdheid lucht voor projecten waarop de project mer-regelgeving van toepassing is;2° advies uitbrengen met betrekking tot de bevoegdheid lucht voor plannen en programma's waarop de plan mer-regelgeving van toepassing is;3° met betrekking tot de regelgeving betreffende complexe projecten voor wat de bevoegdheid lucht betreft: de adviezen uitbrengen in uitvoering van artikelen 9, 13, 16 en 19 van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 december 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/06/2016 pub. 14/07/2016 numac 2016021053 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet inzake overheidsopdrachten sluiten6 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 25/04/2014 pub. 23/10/2014 numac 2014036510 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de omgevingsvergunning sluiten betreffende complexe projecten, en het aanduiden van vertegenwoordigers van de Vlaamse Milieumaatschappij voor de adviesvergaderingen bedoeld in artikel 13 en 20 van voormeld besluit.

Art. 9.Aan het afdelingshoofd dat bevoegd is voor de kern "Heffingen" worden de volgende specifieke bevoegdheden gedelegeerd, voor zover in lijn met de jaardoelstelling van de desbetreffende kern opgenomen in het ondernemingsplan: 1° het ontvangen van het hydrologisch attest overeenkomstig artikel 4.2.1.2.2., 6° van het decreet van 18 juli 2003Relevante gevonden documenten type decreet prom. 18/07/2003 pub. 14/11/2003 numac 2003201696 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende het integraal waterbeleid sluiten betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018; 2° het als deskundig aanvaarden van de tijdgebonden monsterneming overeenkomstig artikel 2, § 1, 3°, b) en overeenkomstig artikel 2, § 1, 4°, b) van het besluit van de Vlaamse Regering van 28 juni 2002Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 28/06/2002 pub. 01/08/2002 numac 2002035958 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Besluit van de Vlaamse regering houdende de nadere bepaling van de regels en bevoegdheden voor de uitvoering van het decreet van 16 april 1996 betreffende de waterkeringen op de onbevaarbare waterlopen sluiten tot uitvoering van Titel IV, hoofdstuk II en Titel V, hoofdstuk IV van het decreet van 18 juli 2003Relevante gevonden documenten type decreet prom. 18/07/2003 pub. 14/11/2003 numac 2003201696 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende het integraal waterbeleid sluiten betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018;3° het ontvangen van het vaststellingsverslag en het beslissen over de regelmatigheid van de debietmeting en/of de monsterneming overeenkomstig artikel 3, § 2, derde lid van het voornoemde besluit van 28 juni 2002.

Art. 10.Aan het afdelingshoofd dat bevoegd is voor de kern "Digitalisering" wordt de volgende specifieke bevoegdheid gedelegeerd: 1° het nemen van beslissingen inzake de informatie- en communicatiesystemen en technologie, voor zover in lijn met de jaardoelstelling van de desbetreffende kern opgenomen in het ondernemingsplan;2° Het nemen van beslissingen en uitbrengen van advies in het kader van informatieveiligheid en het nemen van beslissingen in het kader van informatiebeheer zoals bedoeld in het Bestuursdecreet.

Art. 11.Aan het afdelingshoofd dat bevoegd is voor de kern "Adviseren Afvalwater en Grondwater" worden de volgende specifieke bevoegdheden gedelegeerd: 1° advies uitbrengen met betrekking tot afvalwater en grondwater bij projecten waarop de project mer-regelgeving van toepassing is;2° advies uitbrengen met betrekking tot afvalwater en grondwater bij plannen en programma's waarop de plan mer-regelgeving van toepassing is;3° met betrekking tot de regelgeving betreffende complexe projecten voor wat het adviseren van afvalwater en grondwater betreft: de adviezen uitbrengen in uitvoering van artikelen 9, 13, 16 en 19 van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 december 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/06/2016 pub. 14/07/2016 numac 2016021053 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet inzake overheidsopdrachten sluiten6 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 25/04/2014 pub. 23/10/2014 numac 2014036510 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de omgevingsvergunning sluiten betreffende complexe projecten, en het aanduiden van vertegenwoordigers van de Vlaamse Milieumaatschappij voor de adviesvergaderingen bedoeld in artikel 13 en 20 van voormeld besluit.

Art. 12.Aan het afdelingshoofd dat bevoegd is voor de kern "Regisseur van de Waterketen" worden de volgende specifieke bevoegdheden gedelegeerd, voor zover in lijn met de jaardoelstelling van de desbetreffende kern opgenomen in het ondernemingsplan: 1° met betrekking tot uitbouw van grijswatercircuits: het toekennen van een gewestbijdrage conform de regelgeving zoals bepaald in het besluit van de Vlaamse Regering van 11 juni 2004Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/06/2016 pub. 14/07/2016 numac 2016021053 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet inzake overheidsopdrachten sluiten0 houdende het toekennen van een gewestbijdrage aan grijswaterleveranciers voor de uitbouw van grijswatercircuits ter bescherming van de kwetsbare watervoerende lagen;2° met betrekking tot het pesticidengebruik: het goedkeuren, al dan niet samen met het opleggen van voorwaarden, van afwijkingen op het pesticidengebruik als bedoeld in artikel 5, § 4 van het besluit van de Vlaamse Regering van 15 maart 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/06/2016 pub. 14/07/2016 numac 2016021053 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet inzake overheidsopdrachten sluiten5 houdende nadere regels inzake duurzaam gebruik van pesticiden in het Vlaamse Gewest voor niet-land- en tuinbouwactiviteiten en de opmaak van het Vlaams Actieplan Duurzaam Pesticidengebruik.

Art. 13.Aan het afdelingshoofd bevoegd voor de afdeling Dienstencentrum Water, Lucht en Klimaatadaptatie en WaterRegulator wordt de specifieke bevoegdheid gedelegeerd om de buitenlandse zendingen goed te keuren, behalve voor de administrateur-generaal.

HOOFDSTUK 4. - Slot- en overgangsbepalingen

Art. 14.§ 1 . De afdelingshoofden leggen verantwoording af ten aanzien van de administrateur-generaal inzake het gebruik van de hun gedelegeerde algemene en specifieke bevoegdheden, zoals opgenomen in hoofdstuk 2 en 3 van dit besluit. § 2 . De administrateur-generaal kan, na beraadslaging met de directieraad, de gedelegeerde algemene en specifieke bevoegdheden zoals opgenomen in hoofdstuk 2 en 3 van dit besluit, tijdelijk intrekken in functie van noodwendigheden.

Art. 15.De afdelingshoofden kunnen de specifieke bevoegdheden gedelegeerd in hoofdstuk 3 van dit besluit subdelegeren aan de personeelsleden die deel uitmaken van hun kernen, Diensten en Teams.

Art. 16.Het besluit van de administrateur-generaal van de Vlaamse Milieumaatschappij van 27 mei 2021 houdende delegatie van algemene en specifieke bevoegdheden aan de afdelingshoofden wordt opgeheven op datum van publicatie van huidig besluit in het Belgisch Staatsblad.

Art. 17.Dit besluit heeft uitwerking vanaf 1 januari 2025.

Art. 18.Beslissingen van afdelingshoofden, genomen op grond van het besluit van de administrateur-generaal van de Vlaamse Milieumaatschappij van 27 mei 2021 houdende delegatie van algemene en specifieke bevoegdheden aan de afdelingshoofden, die genomen zijn na de datum van 1 januari 2025, maar vóór de datum van publicatie van het huidige besluit, blijven onverminderd gelden.

Aalst, 1 april 2025.

De administrateur-generaal van de Vlaamse Milieumaatschappij, B. DE POTTER

Titel van het document:	Besluit van administrateur-generaal tot delegatie van algemene en specifieke bevoegdheden aan de afdelingshoofden
Url van de betrokken pagina:	https://etaamb.openjustice.be/nl/document_n2025002811.html
Te verwijderen woorden:
E-mail adres:*
Opmerkingen:*
* Optionele velden

Besluit van administrateur-generaal tot delegatie van algemene en specifieke bevoegdheden aan de afdelingshoofden

Zijn uw gegevens weergegeven op deze pagina?