Etaamb.openjustice.be
Decreet van 07 mei 2004
gepubliceerd op 11 juni 2004

Decreet houdende wijziging van het decreet van 21 december 1988 houdende oprichting van de Vlaamse Landmaatschappij

bron
ministerie van de vlaamse gemeenschap
numac
2004035914
pub.
11/06/2004
prom.
07/05/2004
ELI
eli/decreet/2004/05/07/2004035914/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

7 MEI 2004. - Decreet houdende wijziging van het decreet van 21 december 1988 houdende oprichting van de Vlaamse Landmaatschappij (1)


Het Vlaams Parlement heeft aangenomen en Wij, regering, bekrachtigen hetgeen volgt : Decreet houdende wijziging van het decreet van 21 december 1988 houdende oprichting van de Vlaamse Landmaatschappij. HOOFDSTUK I. - Algemene bepaling

Artikel 1.Dit decreet regelt een gewestaangelegenheid. HOOFDSTUK II. - Wijzigingen aan het decreet van 21 december 1988 houdende oprichting van de Vlaamse Landmaatschappij

Art. 2.In het decreet van 21 december 1988 houdende oprichting van de Vlaamse Landmaatschappij, gewijzigd bij de decreten van 12 december 1990, 23 januari 1991, 22 november 1995, 7 juli 1998, 8 december 1998, 17 juli 2000, 8 december 2000 en 19 juli 2002, wordt vóór artikel 1 een opschrift ingevoegd, dat luidt als volgt : « HOOFDSTUK I. - Algemene bepaling ».

Art. 3.In het decreet van 21 december 1988 houdende oprichting van de Vlaamse Landmaatschappij, gewijzigd bij de decreten van 12 december 1990, 23 januari 1991, 22 november 1995, 7 juli 1998, 8 december 1998, 17 juli 2000, 8 december 2000 en 19 juli 2002, wordt tussen artikel 1 en artikel 2 van het decreet een hoofdstuk II ingevoegd, bestaande uit artikel 1bis, dat luidt als volgt : « HOOFDSTUK II. - Definities

Artikel 1bis.§ 1. De definities, opgenomen in artikel 1.1.2, § 1, van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, zijn van toepassing op dit decreet, tenzij uitdrukkelijk anders bepaald. § 2. Voor de toepassing van dit decreet wordt verstaan onder : 1° het kaderdecreet : het kaderdecreet Bestuurlijk Beleid van 18 juli 2003;2° het Meststoffendecreet : het decreet van 23 januari 1991 inzake de bescherming van het leefmilieu tegen de verontreiniging door meststoffen;3° het decreet natuurbehoud : het decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu;4° de wetgeving inzake ruilverkaveling van landeigendommen : de wet van 22 juli 1970 op de ruilverkaveling van landeigendommen uit kracht van de wet, de wet van 10 januari 1978 houdende bijzondere maatregelen inzake ruilverkaveling van landeigendommen in der minne, de wet van 12 juli 1976 houdende bijzondere maatregelen inzake ruilverkaveling van landeigendommen uit kracht van de wet bij de uitvoering van grote infrastructuurwerken;5° het decreet algemene bepalingen milieubeleid : het decreet van 5 april 1995 houdende de algemene bepalingen inzake milieubeleid.».

Art. 4.In hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 12 december 1990, 23 januari 1991, 22 november 1995, 7 juli 1998, 8 december 1998, 17 juli 2000, 8 december 2000 en 19 juli 2002, wordt het opschrift van hoofdstuk I vervangen door wat volgt : « HOOFDSTUK III. - Statuut, kapitaal en aandelen, duur en ontbinding van het agentschap ».

Art. 5.In artikel 2 van het hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1 worden de woorden « de Maatschappij genoemd, zal als instelling van openbaar nut worden opgericht.» vervangen door de woorden « het agentschap te noemen, wordt opgericht als een publiekrechtelijk vormgegeven verzelfstandigd agentschap als bedoeld in artikel 13 van het kaderdecreet. »; 2° in § 2, eerste lid, worden de woorden « zonder haar » vervangen door de woorden « zonder zijn »;3° in § 2, tweede lid, wordt de laatste zin vervangen door wat volgt : « De rechtspositie van het agentschap wordt geregeld in die volgorde door het kaderdecreet, dit decreet en door zijn statuten.Zonder aan het voorafgaande afbreuk te doen, zijn de bepalingen van het Wetboek van vennootschappen met betrekking tot de naamloze vennootschap op het agentschap toepasselijk voor alles wat niet door het kaderdecreet, dit decreet, de wetten en decreten die voor de Vlaamse Gemeenschap en de eronder ressorterende instellingen een regeling inzake begroting, boekhouding, organisatie van de controle, en controle op subsidies invoeren, en door de statuten van het agentschap is bepaald en slechts in die mate dat het Wetboek van vennootschappen niet in strijd is met deze bepalingen. »; 4° in § 2 wordt tussen het tweede en het derde lid een nieuw lid ingevoegd, dat luidt als volgt : « De bepalingen van de wet van 17 juli 1997 betreffende het gerechtelijk akkoord en de faillissementswet van 8 augustus 1997 zijn evenwel niet op het agentschap toepasselijk, evenmin als de rechtsregels die betrekking hebben op een toestand van algemene samenloop van schuldeisers en de rechtsregels in het Wetboek van vennootschappen die verplichten de rechtsvorm uitdrukkelijk te vermelden in alle stukken die uitgaan van het agentschap.»; 5° aan § 2, derde lid, worden de volgende woorden toegevoegd : « door ondeelbare aandelen in geld »;6° aan § 2 worden de volgende leden toegevoegd, die luiden als volgt : « Alle aandelen zijn en blijven op naam. Het rechtstreekse belang van het Vlaamse Gewest als aandeelhouder in het maatschappelijk kapitaal van het agentschap moet in totaal steeds meer dan 50 % bedragen. De aandelen waarop het Vlaamse Gewest inschrijft en die waarop het later mocht inschrijven, zijn onvervreemdbaar, met uitzondering van het gedeelte van de aandelen dat vier vijfde van het totale kapitaal overschrijdt.

De aandelen waarop de provincies en de gemeenten inschrijven, kunnen, zelfs als ze slechts ten bedrage van 25 % werden afbetaald, alleen afgestaan worden aan provincies en gemeenten en na machtiging van de raad van bestuur van het agentschap en van de Vlaamse regering.

Het maatschappelijk kapitaal kan bij beslissing van de raad van bestuur worden verhoogd door inschrijvingen van ondeelbare aandelen in geld. Alleen het Vlaamse Gewest, de provincies en de gemeenten, gelegen in het Vlaamse Gewest, mogen op deze kapitaalsverhoging inschrijven. In geen geval kan een kapitaalsverhoging ertoe leiden dat het Vlaamse Gewest als aandeelhouder niet langer, rechtstreeks, meer dan 50 % van het kapitaal van het agentschap bezit.

Elke nieuwe inschrijving moet telkens vastgesteld worden door een authentieke akte, die gepaard gaat met een storting in speciën van ten minste één vierde op ieder aandeel.

Het niet-afbetaalde bedrag van iedere inschrijving moet worden gestort op de data, vastgesteld door de raad van bestuur, na waarschuwing drie maanden van tevoren met een aangetekende brief. De afgifte van de brief op de post geldt als betekening, te rekenen vanaf de volgende dag.

De aandeelhouders worden ertoe gemachtigd hun inschrijving geheel of gedeeltelijk vooruit te betalen.

Iedere laattijdige storting brengt, van rechtswege en zonder ingebrekestelling, interest op tegen de wettelijke rentevoet, ten bate van de maatschappij, vanaf het verstrijken van voormelde termijn van drie maanden.

De aandeelhouders zijn slechts gebonden door verliezen ten belope van het bedrag van hun aandelen. ».

Art. 6.Artikel 3 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 8 december 1998, wordt vervangen door wat volgt : «

Artikel 3.De Vlaamse regering bepaalt tot welk homogeen beleidsdomein het agentschap behoort.

De duur van het agentschap is onbepaald.

Tot de ontbinding van het agentschap kan slechts bij decreet worden beslist. Dat decreet bepaalt tevens de wijze en de voorwaarden van vereffening. ».

Art. 7.In hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 12 december 1990, 23 januari 1991, 22 november 1995, 7 juli 1998, 8 december 1998, 17 juli 2000, 8 december 2000 en 19 juli 2002, wordt tussen artikel 4 en artikel 5 een opschrift ingevoegd, dat luidt als volgt : « HOOFDSTUK IV. - Missie ».

Art. 8.Artikel 5 van hetzelfde decreet, vervangen bij het decreet van 8 december 1998, wordt vervangen door wat volgt : «

Artikel 5.Het agentschap heeft als missie bij te dragen tot de realisatie van de doelstellingen van : 1° het milieubeleid, bedoeld in artikel 1.2.1, § 1, van het decreet algemene bepalingen milieubeleid; 2° de ruilverkaveling, bedoeld in de wetgeving inzake ruilverkaveling van landeigendommen;3° de landinrichting, bedoeld in hoofdstuk VII betreffende de landinrichting;4° het decreet natuurbehoud;5° het Meststoffendecreet;6° het geïntegreerd plattelandsbeleid;7° het grondbeleid van het eigen beleidsdomein.».

Art. 9.In hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 12 december 1990, 23 januari 1991, 22 november 1995, 7 juli 1998, 8 december 1998, 17 juli 2000, 8 december 2000 en 19 juli 2002, wordt tussen artikel 5 en 6, een opschrift ingevoegd, dat luidt als volgt : « HOOFDSTUK V. - Taken van het agentschap Afdeling I. - Taken die het agentschap uitoefent op eigen initiatief

».

Art. 10.Artikel 6 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 23 januari 1991, 7 juli 1998, 8 december 1998 en 17 juli 2000, wordt vervangen door wat volgt : «

Artikel 6.§ 1. Het agentschap heeft als taak de uitvoering van het mestbeleid, als bedoeld in het Meststoffendecreet.

Het vervult deze taak onder meer door : 1° te zorgen voor de inventarisatie van de dierlijke mestproductie, de controle op de afzet van de bedrijfsmatige dierlijke mestoverschotten en de sturing van de meststromen;2° te zorgen voor de uitbouw en het beheer van een gronddatabank met betrekking tot de mestproblematiek;3° te bemiddelen in de verhandeling of de afname, het vervoer en het verwerken van dierlijke mest;4° de vraag te stimuleren naar een ecologisch verantwoord gebruik van dierlijke mest;5° voorlichting te geven over productie, vervoer, opslag, opbrenging op de grond en verwerking van dierlijke mest;6° initiatieven te nemen met betrekking tot mestverwerking;7° mestheffingen te innen en in te vorderen;8° te zorgen voor de handhaving van het Meststoffendecreet en de uitvoeringsbesluiten ervan;9° een bijdrage te leveren aan het beleid inzake de ingedeelde inrichtingen en activiteiten, bedoeld in het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning. § 2. Het agentschap is belast met de uitvoering van het beleid ter bescherming van de kwaliteit van de bodem dat erop gericht is om die geschikt te maken of te houden voor zo veel mogelijk bodemfuncties.

Het agentschap vervult deze taak onder meer door : 1° de bodemtoestand in het Vlaamse Gewest in kaart te brengen en te monitoren;2° aan de voorbereiding en de uitvoering van het bodembeschermingsbeleid bij te dragen;3° bodems met uitzonderlijke waarde te beschermen tegen onder meer verontreiniging door bestrijdingsmiddelen en tegen aantasting door erosie en structuurbederf.».

Art. 11.In hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 12 december 1990, 23 januari 1991, 22 november 1995, 7 juli 1998, 8 december 1998, 17 juli 2000, 8 december 2000 en 19 juli 2002, wordt onder artikel 6, een opschrift ingevoegd, dat luidt als volgt : « Afdeling II. - Optionele taken die worden uitgevoerd op verzoek van en in samenwerking met de bevoegde diensten van de Vlaamse regering of de bevoegde agentschappen of, in voorkomend geval, in samenwerking met de bevoegde lokale besturen ».

Art. 12.In hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 12 december 1990, 23 januari 1991, 22 november 1995, 7 juli 1998, 8 december 1998, 17 juli 2000, 8 december 2000 en 19 juli 2002, wordt een artikel 6bis ingevoegd, dat luidt als volgt : «

Artikel 6bis.§ 1. Het agentschap heeft als taak om, op verzoek van de bevoegde diensten van de Vlaamse regering, de bevoegde agentschappen of, in voorkomend geval, de bevoegde lokale besturen, zijn medewerking te verlenen aan de ondersteuning van de algemene inrichting van het buitengebied en de open ruimte.

Het agentschap vervult deze taak onder meer door : 1° bij te dragen aan het beleid inzake inrichting en ontwikkeling van het inrichtingsinstrumentarium;2° zijn medewerking te verlenen aan het voorbereiden, het uitvoeren, het verzekeren van de nazorg, het monitoren en het evalueren van inrichtingsprojecten;3° zijn medewerking te verlenen aan de voorbereiding en uitvoering van de ruilverkaveling van landeigendommen;4° zijn medewerking te verlenen aan de voorbereiding en de uitvoering van de landinrichting;5° zijn medewerking te verlenen aan de voorbereiding en de uitvoering van de natuurinrichting;6° gebouwen van agrarische en direct agrarisch gebonden bedrijven op te richten, in te richten en de uitbating ervan te bevorderen, en bedrijven, met inbegrip van het woonhuis en de gronden die nodig zijn voor het bedrijf, te verplaatsen. § 2. Het agentschap heeft als taak de uitvoering van het geïntegreerd plattelandsbeleid met uitzondering van die aspecten die werden toegewezen aan een andere agentschappen of tot een ander beleidsdomein behoren.

Het agentschap vervult deze taak onder meer door : 1° projecten en programma's in samenwerking met andere beleidsdomeinen en de bevoegde lokale besturen voor te bereiden, te stimuleren en te ondersteunen;2° structuren, instrumenten en beleidsonderbouwend onderzoek voor te bereiden, te ondersteunen en de financiering van het geïntegreerd plattelandsbeleid te beheren;3° te adviseren over het gebruik van het buitengebied en de open ruimte vanuit het plattelandsbeleid. § 3. Het agentschap heeft als taak een uniek loket beheersovereenkomsten voor de doelgroep landbouw op te richten en te beheren.

Het agentschap vervult deze taak onder meer door : 1° deze beheersovereenkomsten voor te bereiden, in samenwerking met de diensten van de Vlaamse regering en de agentschappen van het beleidsdomein Leefmilieu en Natuur en van andere beleidsdomeinen;2° deze beheersovereenkomsten te sluiten;3° een actieve begeleidingsstrategie uit te voeren en de uitvoering van de overeenkomsten op te volgen. § 4. Het agentschap heeft als taak om, op verzoek van de bevoegde diensten van de Vlaamse regering of de bevoegde agentschappen, zijn medewerking te verlenen aan de uitvoering van het grondbeleid.

Het agentschap vervult deze taak onder meer door : 1° buiten zijn beleidsdomein onroerende goederen te verwerven in naam en voor rekening van het Vlaamse Gewest;2° binnen zijn beleidsdomein, ofwel goederen te verwerven in naam en voor rekening van agentschappen met rechtspersoonlijkheid van het beleidsdomein, ofwel goederen te verwerven in eigen naam en voor eigen rekening, administratief te beheren tot aan de overdracht en over te dragen;3° informatie over onroerende goederen te bundelen en centraal beschikbaar te stellen;4° een centraal meldingspunt voor verkoopsaanbiedingen uit te bouwen binnen het eigen beleidsdomein. § 5. Het agentschap heeft als taak ondersteuning te geven aan het Vlaams Agentschap voor Geografische Informatie. § 6. Het agentschap heeft als taak een gronddatabank uit te bouwen en te beheren.

Het agentschap vervult deze taak onder meer door : 1° informatie over kenmerken en gebruik van de bodem en gegevens over inrichtingsaspecten van de open ruimte op te slaan, te verwerken en te beheren;2° zijn medewerking te verlenen bij de uitvoering van studies over de interpretatie van de gegevens naar hun economische, sociale en ruimtelijke implicaties;3° te zorgen voor de opbouw, het beheer en de distributie van ruimtelijk gerefereerde gegevensbestanden en hun afgeleide informatieproducten in het kader van de milieudatabank. § 7. De taken van het agentschap met betrekking tot de open ruimte en het buitengebied zijn, op verzoek van de bevoegde diensten van de Vlaamse regering of de bevoegde agentschappen : 1° initiatieven bevorderen, medewerking verlenen aan initiatieven en initiatieven uitvoeren die kunnen bijdragen tot de ontwikkeling van de open ruimte en het buitengebied.In het bijzonder verleent het agentschap zijn medewerking aan het natuurbehoud, het integraal waterbeleid, de bodembescherming, de algemene landschapszorg, de monumentenzorg, de archeologische monumentenzorg, de bebossing en de herbebossing; 2° bijdragen aan de algemene beleidsondersteuning inzake de open ruimte en het buitengebied.».

Art. 13.In het decreet van 21 december 1988 houdende oprichting van de Vlaamse Landmaatschappij, gewijzigd bij de decreten van 12 december 1990, 23 januari 1991, 22 november 1995, 7 juli 1998, 8 december 1998, 17 juli 2000, 8 december 2000 en 19 juli 2002, wordt vóór artikel 7 een opschrift ingevoegd, dat luidt als volgt : « HOOFDSTUK VI. - Relatie met andere bestuursniveaus, beleidsdomeinen en actoren, inhoudelijke samenwerking en coördinatie, bevoegdheden ».

Art. 14.Artikel 7 van hetzelfde decreet wordt vervangen door wat volgt : «

Artikel 7.Het agentschap streeft zijn missie na en voert zijn taken uit om een bijdrage te leveren aan de beleidsvoorbereiding van het beleidsdomein Leefmilieu en Natuur, met inbegrip van de milieuplanning en de regelgeving, of om het vastgestelde beleid uit te voeren. De beleidsvoorbereiding en de beleidsuitvoering maken het voorwerp uit van de door de Vlaamse regering en het departement aangestuurde beleids- en beheerscyclus. ».

Art. 15.Artikel 8 van hetzelfde decreet wordt vervangen door wat volgt : «

Artikel 8.In het kader van zijn missie en taken draagt het agentschap, in samenwerking binnen het beleidsdomein en gecoördineerd door de Vlaamse regering en het departement, bij tot : 1° de internationale, Europese, bovengewestelijke en intergewestelijke samenwerking en besluitvorming op milieugebied;2° het stimuleren van de realisatie van de doelstellingen van het milieubeleid door andere beleidsdomeinen en de uitbouw van vormen van samenwerking hiervoor;3° de realisatie van vormen van samenwerking met lokale overheden;4° de realisatie van vormen van samenwerking met niet-gouvernementele organisaties en belangengroepen.».

Art. 16.In hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 12 december 1990, 23 januari 1991, 22 november 1995, 7 juli 1998, 8 december 1998, 17 juli 2000, 8 december 2000 en 19 juli 2002, wordt artikel 8bis, ingevoegd bij het decreet van 12 december 1990, opgeheven.

Art. 17.Artikel 9 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 7 juli 1998, wordt vervangen door wat volgt : «

Artikel 9.In het kader van zijn missie en taken draagt het agentschap, in samenwerking binnen het beleidsdomein en gecoördineerd door de Vlaamse regering en het departement, bij tot : 1° de volledige omzetting en toepassing van het internationale en Europese milieurecht en van de samenwerkingsakkoorden met de andere gewesten;2° de communicatiestrategie en -planning van het beleidsdomein, met inbegrip van sensibilisering en informatieverstrekking;3° de realisatie van een breed maatschappelijk draagvlak voor zijn missie en de bevordering van de maatschappelijke participatie daarin;4° het gecoördineerde doelgroepenbeleid van het beleidsdomein;5° de ontwikkeling van een zo goed mogelijk geïntegreerd instrumentarium voor het milieubeleid;6° het bepalen van de informatiebehoefte, de geïntegreerde inzameling van gegevens en informatie en het geïntegreerde informatiebeheer;7° de geïntegreerde aansturing van het wetenschappelijk onderzoek.».

Art. 18.Artikel 10 van hetzelfde decreet wordt vervangen door wat volgt : «

Artikel 10.§ 1. Het agentschap kan alle activiteiten verrichten die rechtstreeks of onrechtstreeks bijdragen tot het vervullen van zijn missie of taken. § 2. Het agentschap kan, al dan niet namens het Vlaamse Gewest of namens andere agentschappen, de onroerende goederen verwerven die nuttig zijn voor de uitvoering van zijn missie en taken. Ze kan ze tevens vervreemden als dit niet langer het geval is.

De Vlaamse regering kan het agentschap machtigen tot onteigening in de gevallen waarin ze oordeelt dat het verkrijgen van de goederen in kwestie noodzakelijk is in het algemeen belang. § 3. Het agentschap kan zijn eigendommen uit de hand verpachten voorzover dat nuttig is voor de uitvoering van zijn missie en taken. § 4. Het agentschap kan wetenschappelijk onderzoek laten uitvoeren voorzover dat nuttig is voor de uitvoering van zijn taken. § 5. Het agentschap kan, voorzover dat wenselijk is, laboratoria oprichten om analyses of metingen te verrichten inzake bodem of mest, maar kan deze ook laten verrichten in door de Vlaamse regering erkende of volgens de geldende internationale normen geaccrediteerde laboratoria. De Vlaamse regering kan een referentielaboratorium aanwijzen. § 6. Het agentschap kan de voorkooprechten uitoefenen die door de regelgeving terzake aan het agentschap zijn opgedragen. § 7. Het agentschap voert de verplichte aankoop uit van bebouwde en onbebouwde onroerende goederen die door de regelgeving terzake aan het agentschap zijn opgedragen. ».

Art. 19.In hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 12 december 1990, 23 januari 1991, 22 november 1995, 7 juli 1998, 8 december 1998, 17 juli 2000, 8 december 2000 en 19 juli 2002, wordt het opschrift van hoofdstuk II vervangen door wat volgt : « HOOFDSTUK VII. - De landinrichting ».

Art. 20.In artikel 14, eerste en derde lid, van hetzelfde decreet worden de woorden « haar medewerking » vervangen door de woorden « zijn medewerking ».

Art. 21.In hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 12 december 1990, 23 januari 1991, 22 november 1995, 7 juli 1998, 8 december 1998, 17 juli 2000, 8 december 2000 en 19 juli 2002, wordt het opschrift van hoofdstuk III vervangen door wat volgt : « HOOFDSTUK VIII. - Bestuur en werking van het agentschap ».

Art. 22.In hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 12 december 1990, 23 januari 1991, 22 november 1995, 7 juli 1998, 8 december 1998, 17 juli 2000, 8 december 2000 en 19 juli 2002, wordt onder hoofdstuk III, dat hoofdstuk VIII wordt, een opschrift ingevoegd, dat luidt als volgt : « Afdeling I. - Organen ».

Art. 23.Artikel 15 van hetzelfde decreet wordt vervangen door wat volgt : «

Artikel 15.De organen van het agentschap zijn : 1° de algemene vergadering van aandeelhouders;2° de raad van bestuur;3° de gedelegeerd bestuurder van het agentschap, belast met het dagelijks bestuur;4° de algemeen directeur die de gedelegeerd bestuurder van het agentschap bijstaat bij de uitoefening van het dagelijks bestuur. Onverminderd de bepalingen van het kaderdecreet, dit decreet, de wetten en decreten die voor de Vlaamse Gemeenschap en de eronder ressorterende instellingen een regeling inzake begroting, boekhouding, organisatie van de controle, en controle op subsidies invoeren en van de statuten, wordt de werking van deze organen aanvullend door het Wetboek van vennootschappen geregeld. ».

Art. 24.In hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 12 december 1990, 23 januari 1991, 22 november 1995, 7 juli 1998, 8 december 1998, 17 juli 2000, 8 december 2000 en 19 juli 2002, wordt onder artikel 15 een opschrift ingevoegd, dat luidt als volgt : « Afdeling II. - Algemene vergadering van aandeelhouders ».

Art. 25.Artikel 16 van hetzelfde decreet wordt vervangen door wat volgt : «

Artikel 16.De algemene vergadering van aandeelhouders bestaat uit alle aandeelhouders van het agentschap. De gedelegeerd bestuurder van het agentschap woont de algemene vergadering van aandeelhouders bij met raadgevende stem.

Aan de algemene vergadering wordt het verslag van de raad van bestuur en het verslag van de revisor meegedeeld. Ze beslist over de gevolgtrekkingen uit deze verslagen, alsmede over het ontwerp van de jaarrekeningen. Ze geeft kwijting aan de leden van de raad van bestuur. Ze stelt de bezoldigingen en de presentiegelden van de voorzitter, de vice-voorzitter en de bestuurders vast binnen de grenzen van de organieke regeling bepaald door de Vlaamse regering in uitvoering van artikel 18, § 4, van het kaderdecreet. De statuten kunnen door haar worden gewijzigd mits de Vlaamse regering goedkeuring verleent. Ze kan te allen tijde overgaan tot de oproeping van buitengewone algemene vergaderingen. Als om de oproeping verzocht wordt door aandeelhouders die ten minste één vijfde van het maatschappelijk kapitaal vertegenwoordigen, moet ze plaatsvinden binnen dertig dagen vanaf het verzoek.

De statuten van het agentschap bepalen de nadere regels in verband met het statuut en de werking van de algemene vergadering. ».

Art. 26.In hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 12 december 1990, 23 januari 1991, 22 november 1995, 7 juli 1998, 8 december 1998, 17 juli 2000, 8 december 2000 en 19 juli 2002, wordt onder artikel 16 een opschrift ingevoegd, dat luidt als volgt : « Afdeling III. - Raad van bestuur Onderafdeling I. - Bevoegdheid, delegatie van bevoegdheden ».

Art. 27.Artikel 17 van hetzelfde decreet, opgeheven door het decreet van 17 juli 1998, wordt opnieuw opgenomen in de volgende lezing : «

Artikel 17.§ 1. Onverminderd artikel 17 van het kaderdecreet wordt het agentschap bestuurd door een raad van bestuur. De gedelegeerd bestuurder van het agentschap en de algemeen directeur wonen de vergadering van de raad van bestuur bij met raadgevende stem.

De raad van bestuur is, voor het bestuur van de maatschappij, met de meest uitvoerige macht bekleed. Zo regelt hij onder meer wat volgt : 1° hij besluit tot de uitgifte van nieuwe aandelen;2° hij beslist over de leningen en de uitgifte van schuldbrieven, geeft de waarborgen voor de verplichtingen die door het agentschap worden aangegaan en aanvaardt de aangeboden waarborg voor de tegenover hem genomen verbintenissen;3° hij bepaalt bij algemeen reglement en met de goedkeuring van de Vlaamse regering de rentevoet en de voorwaarden van de leningen van het agentschap;4° hij stelt de programma's vast voor de verwerving, het beheer en de overdracht van gronden, gebouwen en bedrijven;5° hij maakt het ontwerp van de begroting op en het ontwerp van de aanpassing van de begroting, alsook de verantwoordende ramingsstaten en de memorie van toelichting en hij stelt de algemene rekening van het agentschap vast;6° hij sluit de overeenkomsten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten;7° hij oefent de bevoegdheden uit die hem krachtens het besluit van de Vlaamse regering houdende de regeling van de rechtspositie van het personeel, alsmede krachtens alle andere op het personeel van toepassing zijnde wettelijke, decretale of reglementaire bepalingen, worden toegekend;8° hij neemt alle sommen en waarden in ontvangst die aan het agentschap toekomen, of hij belast zijn vertegenwoordigers met de inning ervan;9° hij behandelt alle zaken die met de belangen van het agentschap verband houden, en treft daaromtrent dadingen en compromissen;10° hij geeft machtiging tot het aangaan van alle rechtsvorderingen;11° hij ziet af van alle zakelijke rechten, voorrechten en eisen tot ontbinding en verleent machtiging tot de opheffing van alle bevoorrechte of hypothecaire inschrijvingen, overschrijvingen, inbeslagname, verzet en alle andere verhindering, zonder de uitputting van de maatschappelijke schuldvorderingen of betalingen te hoeven rechtvaardigen.Hij mag dienaangaande zijn bevoegdheden overdragen aan de gedelegeerd bestuurder van het agentschap of aan een door deze laatste aangewezen ambtenaar; 12° hij wijst de secretaris aan van elke coördinatiecommissie, van elk ruilverkavelingscomité en van elk ander orgaan, belast met de ruilverkaveling van landeigendommen en de landinrichting, en hij verstrekt, binnen de perken van de beschikbare gelden van het agentschap, voor elk voornoemd orgaan de nodige kredieten voor de uitvoering van de werken en voor alle andere nodige uitgaven voor de uitvoering ervan;13° hij wijst de secretaris aan van elk projectcomité en elke projectcommissie, opgericht voor elk natuurinrichtingsproject. § 2. De raad van bestuur kan de volgende bevoegdheden in geen geval delegeren : 1° het sluiten van de beheersovereenkomst, bedoeld in artikel 14 van het kaderdecreet Bestuurlijk Beleid van 18 juli 2003;2° het vaststellen van het ondernemingsplan;3° het goedkeuren van de rapportering over de uitvoering van de bedoelde beheersovereenkomst;4° de opmaak van het ontwerp van begroting;5° de opmaak van het ontwerp van aanpassing van de begroting;6° de opmaak van de algemene rekening;7° de rapportering over de uitvoering van de begroting;8° de opmaak van de verantwoordende ramingsstaten en de memorie van toelichting. § 3. De raad van bestuur mag, onder zijn verantwoordelijkheid, een gedeelte van de bevoegdheden waarmee hij bekleed is, overdragen aan één of meer van zijn leden of aan de gedelegeerd bestuurder, met uitzondering van de bevoegdheden, bedoeld in § 2.

De gedelegeerd bestuurder kan, mits de raad van bestuur goedkeuring verleent, bepaalde van deze bevoegdheden overdragen aan de door hem aangewezen ambtenaren van het agentschap, met uitzondering van de bevoegdheden, bedoeld in § 2. Deze delegatie geldt ad nutum. § 4. De raad van bestuur kan in zijn midden een bestuurscomité instellen dat belast is met de beslissingen over de verwerving van het eigendoms- of gebruiksrecht van eigendommen ter uitvoering van de missie en taken, bedoeld in artikelen 5, 6 en 6bis en hoofdstuk VII, die aan het agentschap zijn opgedragen.

Voor het bestuur en het beheer van de fondsen die te zijner beschikking zijn gesteld, is het bestuurscomité, dat een onderdeel is van de raad van bestuur, bekleed met alle machten die door de onderhavige statuten aan de raad van bestuur zijn toevertrouwd.

De statuten van het agentschap bepalen de nadere regels inzake werking en samenstelling van het bestuurscomité. ».

Art. 28.In hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 12 december 1990, 23 januari 1991, 22 november 1995, 7 juli 1998, 8 december 1998, 17 juli 2000, 8 december 2000 en 19 juli 2002, wordt onder artikel 17 een opschrift ingevoegd, dat luidt als volgt : « Onderafdeling II. - Samenstelling, aanstelling, ontslag, werking ».

Art. 29.Artikel 18 van hetzelfde decreet wordt vervangen door wat volgt : «

Artikel 18.§ 1. De raad van bestuur bestaan uit minimum 13 en maximum 17 leden, waaronder een voorzitter en een vice-voorzitter. De Vlaamse regering bepaalt het aantal leden, benoemt en ontslaat de voorzitter, de vice-voorzitter en de overige leden van de raad. Zij bepaalt tevens de werking van de raad.

Alleen de bestuurders die beschikken over de voor het agentschap relevante deskundigheid en ervaring ten aanzien van de missie, de taken en bevoegdheden, bedoeld in artikelen 5, 6, 6bis en 10 en hoofdstuk VII, van het agentschap, kunnen tot lid van de raad van bestuur van het agentschap worden aangesteld. § 2. Onder de leden van de raad van bestuur van het agentschap worden zoveel bestuurders benoemd als er provincies vertegenwoordigd zijn in de vergadering van aandeelhouders, op basis van een door deze provincies voorgedragen dubbele lijst waarbij elke provincie een mannelijke en een vrouwelijke kandidaat voordraagt. § 3. Voor zover dit niet is geregeld in het besluit van de Vlaamse regering, bedoeld in § 1, bepalen de statuten van het agentschap de nadere regels inzake het statuut en de werking van de raad van bestuur. ».

Art. 30.In hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 12 december 1990, 23 januari 1991, 22 november 1995, 7 juli 1998, 8 december 1998, 17 juli 2000, 8 december 2000 en 19 juli 2002, wordt een afdeling IV, bestaande uit artikel 18bis ingevoegd, dat luidt als volgt : « Afdeling IV. - Het dagelijks bestuur

Artikel 18bis.§ 1. Het dagelijks bestuur van het agentschap, alsook de vertegenwoordiging van het agentschap voor dat dagelijks bestuur, wordt opgedragen aan de gedelegeerd bestuurder van het agentschap. Hij wordt hierbij bijgestaan door een algemeen directeur die hem vervangt bij zijn afwezigheid.

De Vlaamse regering stelt de gedelegeerd bestuurder aan evenals een algemeen directeur, die de gedelegeerd bestuurder bijstaat bij de uitoefening van het dagelijks bestuur. § 2. De gedelegeerd bestuurder van het agentschap is onder meer belast met de volgende taken van het dagelijks bestuur : 1° de gedelegeerd bestuurder oefent de bevoegdheden uit die hem krachtens het besluit van de Vlaamse regering houdende de regeling van de rechtspositie van het personeel, alsmede krachtens alle andere op het personeel van toepassing zijnde wettelijke, decretale of reglementaire bepalingen, worden toegekend;2° de gedelegeerd bestuurder woont de vergaderingen van de raad van bestuur bij en vervult er het ambt van verslaggever.De gedelegeerd bestuurder heeft er raadgevende stem; 3° de gedelegeerd bestuurder is belast met de uitvoering van de beslissingen van de raad van bestuur en de algemene vergadering;4° het dagelijks bestuur van maatschappelijke zaken wordt toevertrouwd aan de gedelegeerd bestuurder mits die hierover verslag uitbrengt aan de raad van bestuur.De gedelegeerd bestuurder mag onder zijn verantwoordelijkheid zekere bevoegdheden betreffende dat dagelijks bestuur aan de door hem aangewezen ambtenaren van het agentschap overdragen; 5° de gedelegeerd bestuurder vertegenwoordigt de maatschappij ten overstaan van derden in de verrichtingen die op dit dagelijks bestuur betrekking hebben en hij ondertekent de overeenkomsten die door het agentschap worden aangegaan.De gedelegeerd bestuurder levert afschriften en uittreksels uit de verslagen van de raad van bestuur en de algemene vergadering af. De gedelegeerd bestuurder mag onder zijn verantwoordelijkheid deze bevoegdheden aan de door hem aangewezen ambtenaren van het agentschap overdragen; 6° de rechtsvorderingen worden op verzoek van de gedelegeerd bestuurder ingesteld;7° de gedelegeerd bestuurder wijst de ambtenaren aan die hij belast met het ondertekenen, in naam van het agentschap, van de ruilverkavelingsakten, de aanvullende akten van ruilverkaveling en de natuurinrichtingsakten;8° de gedelegeerd bestuurder geeft handlichting van alle bevoorrechte en hypothecaire inschrijvingen, als de kwijtschelding van de schuld uit de akte blijkt.De gedelegeerd bestuurder mag zijn bevoegdheden terzake overdragen aan de door hem aangewezen ambtenaren; 9° de gedelegeerd bestuurder leidt het werk van de personeelsleden van het agentschap en oefent er toezicht op uit;10° het agentschap wordt in alle gevallen ten opzichte van derden vertegenwoordigd door de gedelegeerd bestuurder, zonder dat die een bewijs van zijn mandaat of van de door de raad van bestuur of door de algemene vergadering genomen beslissing hoeft voor te leggen. De statuten bepalen nadere regels met betrekking tot het begrip dagelijks bestuur en de bevoegdheden van de gedelegeerd bestuurder en de algemeen directeur van het agentschap. ».

Art. 31.In hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 12 december 1990, 23 januari 1991, 22 november 1995, 7 juli 1998, 8 december 1998, 17 juli 2000, 8 december 2000 en 19 juli 2002, wordt een hoofdstuk IX bestaande uit artikel 18ter, ingevoegd, dat luidt als volgt : « HOOFDSTUK IX. - De beheersovereenkomst

Artikel 18ter.De voorwaarden en de procedure voor de uitvoering van de opdrachten van openbare dienst worden vastgelegd in een, na onderhandeling gesloten, beheersovereenkomst als bedoeld in artikel 14 van het kaderdecreet tussen het Vlaamse Gewest, vertegenwoordigd door de Vlaamse regering en het agentschap, vertegenwoordigd door zijn raad van bestuur. ».

Art. 32.In hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 12 december 1990, 23 januari 1991, 22 november 1995, 7 juli 1998, 8 december 1998, 17 juli 2000, 8 december 2000 en 19 juli 2002, wordt een hoofdstuk X, bestaande uit artikel 18quater en 18quinquies, ingevoegd, dat luidt als volgt : « HOOFDSTUK X. - Financiële bepalingen Afdeling I. - Inkomsten

Artikel 18quater.§ 1. Het agentschap kan beschikken over de volgende ontvangsten : 1° dotaties;2° leningen;3° fiscale heffingen voorzover ze bij decreet toegewezen zijn aan het agentschap;4° retributies voorzover ze bij decreet toegewezen zijn aan het agentschap;5° ontvangsten uit daden van beheer of beschikking met betrekking tot eigen domeingoederen;6° schenkingen en legaten in contanten.De raad van bestuur beoordeelt vooraf de opportuniteit en de risico's van de aanvaarding; 7° inkomsten uit eigen participaties en uit door het agentschap verstrekte leningen aan derden;8° opbrengsten uit de verkoop van eigen participaties;9° de subsidies waarvoor het agentschap als begunstigde in aanmerking komt;10° terugvorderingen van ten onrechte gedane uitgaven;11° vergoedingen voor prestaties aan derden, volgens de voorwaarden, bepaald in de beheersovereenkomst;12° opbrengsten uit intellectuele rechten;13° terugbetaling van kapitaal en interesten van de aan het agentschap overgedragen leningen bij het Landbouwinvesteringsfonds. § 2. Tenzij het bij decreet anders is bepaald, worden de ontvangsten, bedoeld in § 1, beschouwd als ontvangsten die bestemd zijn voor de gezamenlijke uitgaven. § 3. De Vlaamse regering kan aan het agentschap terugvorderbare voorschotten verstrekken, ter aanvulling van de inkomsten van het agentschap. De regels van aanvraag, vaststelling, toekenning en terugbetaling van deze voorschotten worden door de Vlaamse regering vastgesteld.

Ter uitvoering van de aan het agentschap opgedragen missie, taken en bevoegdheden, bedoeld in artikelen 5, 6, 6bis en 10 en hoofdstuk VII, kan het agentschap aan prefinanciering doen. Afdeling II. - De commissaris-revisor

Artikel 18quinquies.De Vlaamse regering wijst in onderling overleg bij het agentschap één revisor aan die gekozen wordt onder de leden van het Instituut voor Bedrijfsrevisoren.

De revisor is gelast op de geschriften controle uit te oefenen en ze juist en echt te verklaren.

De bepalingen inzake bevoegdheden en aansprakelijkheid die van toepassing zijn op de commissaris-revisor in het Wetboek van vennootschappen, zijn van overeenkomstige toepassing op de revisor.

De revisor stuurt jaarlijks naar aanleiding van het opmaken van de jaarrekening, een verslag op naar de Vlaamse regering, bedoeld in het eerste lid, en aan de organen van bestuur van het agentschap. Het verslag wordt opgemaakt overeenkomstig de bepalingen van artikel 144 van het Wetboek van vennootschappen. ».

Art. 33.In hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 12 december 1990, 23 januari 1991, 22 november 1995, 7 juli 1998, 8 december 1998, 17 juli 2000, 8 december 2000 en 19 juli 2002, wordt een hoofdstuk XI, bestaande uit artikel 18sexies, ingevoegd, dat luidt als volgt : « HOOFDSTUK XI. - Pensioenregeling

Artikel 18sexies.Het agentschap is ertoe gemachtigd deel te nemen aan de pensioenregeling, ingesteld bij de wet van 28 april 1958 betreffende het pensioen van het personeel van zekere organismen van openbaar nut, alsmede van hun rechthebbenden. ».

Art. 34.In hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 12 december 1990, 23 januari 1991, 22 november 1995, 7 juli 1998, 18 december 1998, 17 juli 2000, 8 december 2000 en 19 juli 2002, wordt een hoofdstuk XII, bestaande uit artikel 18septies, ingevoegd, dat luidt als volgt : « HOOFDSTUK XII. - Slotbepaling

Artikel 18septies.Behoudens andersluidende bepalingen, worden de begroting en rekeningen opgemaakt en goedgekeurd en de controle uitgevoerd overeenkomstig de bepalingen van de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op de instellingen van openbaar nut van categorie B. ».

Art. 35.In artikelen 2, 4, 13 en 14 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 22 december 1995, 8 december 2000 en 19 juli 2002, worden telkens de woorden « de Maatschappij » vervangen door de woorden « het agentschap ». HOOFDSTUK III. - Machtigingsbepaling

Art. 36.§ 1. De Vlaamse regering wordt ermee belast de bestaande wets- en decreetsbepalingen te wijzigen, aan te vullen of te vervangen of op te heffen om ze in overeenstemming te brengen met dit decreet en het kaderdecreet.

De besluiten die krachtens deze bepaling worden vastgesteld, houden op uitwerking te hebben als ze niet bij decreet zijn bekrachtigd binnen negen maanden na de datum van de inwerkingtreding ervan. De bekrachtiging werkt terug tot deze laatste datum.

De in deze paragraaf aan de Vlaamse regering opgedragen bevoegdheid vervalt negen maanden na de inwerkingtreding van dit decreet. Na die datum kunnen de besluiten die krachtens deze paragraaf zijn vastgesteld en zijn bekrachtigd alleen bij een decreet worden gewijzigd, aangevuld, vervangen of opgeheven. § 2. De Vlaamse regering kan de bepalingen van de decreten betreffende de Vlaamse Landmaatschappij coördineren, alsook de bepalingen die daarin uitdrukkelijk of stilzwijgend wijzigingen hebben aangebracht tot het tijdstip van de coördinatie. Te dien einde kan zij : 1° de te coördineren bepalingen anders inrichten, inzonderheid opnieuw ordenen en vernummeren;2° de verwijzingen in de te coördineren bepalingen dienovereenkomstig vernummeren;3° de te coördineren bepalingen met het oog op onderlinge overeenstemming en eenheid van terminologie herschrijven zonder te raken aan de erin neergelegde beginselen. De coördinatie treedt pas in werking nadat ze bij decreet wordt bekrachtigd. HOOFDSTUK IV. - Slotbepaling

Art. 37.De Vlaamse regering bepaalt de datum waarop dit decreet in werking treedt.

Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Brussel, 7 mei 2004.

De minister-president van de Vlaamse regering, B. SOMERS. De Vlaamse minister van Leefmilieu, Landbouw en Ontwikkelingssamenwerking, J. TAVERNIER. _______ Nota (1) Zitting 2003-2004. Stukken. - Ontwerp van decreet, 2123 - Nr. 1. - Verslag van het Rekenhof, 2123 - Nr. 2. - Amendementen, 2123 - Nr. 3. - Verslag, 2123 - Nr. 4. - Tekst aangenomen door de plenaire vergadering, 2123 - Nr. 5.

Handelingen. - Bespreking en aanneming :V vergaderingen van 27 en 29 april 2004.

^