gepubliceerd op 06 mei 2024
Decreet tot wijziging van het Erkenningsdecreet Lokale Geloofsgemeenschappen van 22 oktober 2021
26 APRIL 2024. - Decreet tot wijziging van het Erkenningsdecreet Lokale Geloofsgemeenschappen van 22 oktober 2021 (1)
Het VLAAMS PARLEMENT heeft aangenomen en Wij, REGERING, bekrachtigen hetgeen volgt: Decreet tot wijziging van het Erkenningsdecreet Lokale Geloofsgemeenschappen van 22 oktober 2021
Artikel 1.Dit decreet regelt een gewestaangelegenheid.
Art. 2.In artikel 4 van het Erkenningsdecreet Lokale Geloofsgemeenschappen van 22 oktober 2021 worden een punt 4° /1 en een punt 4° /2 ingevoegd, die luiden als volgt: "4° /1 buitenlandse actor: elke buitenlandse entiteit van publiek- of privaatrechtelijke aard, met of zonder rechtspersoonlijkheid en ongeacht de rechtsvorm ervan; 4° /2 binnenlandse organisatie: elke entiteit die actief is op het Belgische grondgebied, met of zonder rechtspersoonlijkheid en ongeacht de rechtsvorm ervan;".
Art. 3.In artikel 7 van hetzelfde decreet wordt punt 3° vervangen door wat volgt: "3° ze ontvangt noch rechtstreeks, noch onrechtstreeks financiering of ondersteuning die afbreuk doet aan de onafhankelijke uitoefening van de decretale opdrachten en verplichtingen van het toekomstige bestuur van de eredienst, zoals is bepaald in dit decreet en het decreet van 7 mei 2004Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/05/2004 pub. 11/06/2004 numac 2004035914 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende wijziging van het decreet van 21 december 1988 houdende oprichting van de Vlaamse Landmaatschappij type decreet prom. 07/05/2004 pub. 11/06/2004 numac 2004035927 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet tot wijziging van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, tot aanvulling ervan met een titel Agentschappen en tot wijziging van diverse andere wetten en decreten type decreet prom. 07/05/2004 pub. 09/08/2004 numac 2004036224 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende wijziging van sommige bepalingen van de decreten betreffende de radio-omroep en de televisie, gecoördineerd op 25 januari 1995, en van sommige andere bepalingen betreffende de radio-omroep en de televisie sluiten. De onafhankelijke uitoefening van de decretale opdrachten en verplichtingen van het toekomstige bestuur van de eredienst kan in het gedrang komen door onder meer, maar niet uitsluitend, de samenloop van twee of meer van de volgende elementen, die wordt vastgesteld door de personeelsleden van de bevoegde instantie bij de juridische structuur, vermeld in artikel 7, 1° : a) het ontvangen van herhaaldelijke financiële giften van dezelfde persoon of organisatie;b) het ontvangen van schenkingen van goederen die een aanzienlijke kostprijs hebben en noodzakelijk zijn voor de uitoefening van de eredienst;c) de rechtstreekse of onrechtstreekse terbeschikkingstelling van personeel door derden;d) de terbeschikkingstelling door derden van infrastructuur ten kosteloze titel of tegen een niet-marktconforme huurprijs;e) het bestaan van samenwerkingsverbanden met instellingen die rechtstreeks of onrechtstreeks gelinkt zijn aan organisaties en bewegingen die een extremistische en segregerende geloofsbeleving promoten en verspreiden;f) de opname in de statuten, oprichtingsakte of beginselverklaring van de juridische structuur, vermeld in artikel 7, 1°, van een band van ondergeschiktheid aan een buitenlandse actor of een daaraan gelinkte binnenlandse organisatie;g) een nauwe band met een buitenlandse actor of een daaraan gelinkte binnenlandse organisatie die blijkt uit het feit dat de juridische structuur, vermeld in artikel 7, 1° : 1) richtlijnen, ongeacht de aard ervan, ontvangt van een buitenlandse actor of een daaraan gelinkte binnenlandse organisatie;2) informatie over de eigen werking, over leden of over bepaalde personen of groepen bezorgt aan een buitenlandse actor of een daaraan gelinkte binnenlandse organisatie;3) structureel en prominent aanwezig is op bijeenkomsten die georganiseerd worden door een buitenlandse actor of een daaraan gelinkte binnenlandse organisatie;4) via de eigen communicatiekanalen activiteiten promoot van een buitenlandse actor of een daaraan gelinkte binnenlandse organisatie;5) verbonden is met structuren zoals verenigingen of koepelorganisaties die rechtstreeks of onrechtstreeks verbonden zijn aan of aangestuurd worden door een buitenlandse actor of een daaraan gelinkte binnenlandse organisatie;6) voor de eigen werking actief gebruikmaakt van officiële logo's van een buitenlandse actor of een daaraan gelinkte binnenlandse organisatie;7) gebruikmaakt van infrastructuur in eigendom van een buitenlandse actor of een daaraan gelinkte binnenlandse organisatie, en waarvan het gebruiksrecht onvoldoende een onvoorwaardelijke en lange termijn van het gebruik garandeert;8) binnen de eigen werking een structurele en prominente aanwezigheid van diplomatiek personeel toestaat; 9) via financiële stromen en constructies financieel verbonden is met een buitenlandse actor of een daaraan gelinkte binnenlandse organisatie;".
Art. 4.In artikel 7 van hetzelfde decreet wordt een punt 3° /1 ingevoegd, dat luidt als volgt: "3° /1 ze ontvangt geen financiering of ondersteuning die rechtstreeks of onrechtstreeks verband houdt met terrorisme, extremisme, spionage of clandestiene inmenging;".
Art. 5.In artikel 7 van hetzelfde decreet wordt een punt 3° /2 ingevoegd, dat luidt als volgt: "3° /2 ze heeft geen banden met: a) personen of entiteiten als vermeld in artikel 3 en 5 van het koninklijk besluit van 28 december 2006Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 28/12/2006 pub. 24/01/2007 numac 2007022053 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot goedkeuring van de wijziging van de statuten van het "ADMB Kinderbijslagfonds" type koninklijk besluit prom. 28/12/2006 pub. 31/01/2007 numac 2007000103 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 22 juli 2004 betreffende modaliteiten van het inzetten van personeelsleden van het autonoom overheidsbedrijf Belgacom in het kader van coördinatie van de uitreiking van de elektronische identiteitskaart, het koninklijk besluit van 22 juli 2004 betreffende modaliteiten van het inzetten van personeelsleden van het autonoom overheidsbedrijf Belgacom in de gemeenten in het kader van de uitreiking van de elektronische identiteitskaart, het koninklijk besluit van 13 september 2004 betreffende de bepaling van het project, het vereist aantal in te zetten personeelsleden en de modaliteiten van het inzetten van personeelsleden van Belgacom voor de organisatie en invulling van de neutrale calltaking van de alarmcentrales 112, 101 en 100 en van het koninklijk besluit van 13 mei 2005 betreffende de modaliteiten voor het inzetten van personeelsleden van het autonoom overheidsbedrijf Belgacom in het kader van de uitvoering van de vijfjaarlijkse herzieningen inzake het recht op de inkomensvervangende tegemoetkoming en op de integratietegemoetkoming type koninklijk besluit prom. 28/12/2006 pub. 29/12/2006 numac 2006023390 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot wijziging van bepaalde wettelijke en reglementaire bepalingen als gevolg van de overname door de Belgische Staat van de pensioenverplichtingen van de NMBS Holding sluiten inzake specifieke beperkende maatregelen tegen bepaalde personen en entiteiten met het oog op de strijd tegen de financiering van het terrorisme; b) personen, groepen of entiteiten die zijn opgenomen in de lijst, vermeld in artikel 2, 3 en 4 van het gemeenschappelijk standpunt 2001/931/ GBVB van de Raad van 27 december 2001 betreffende de toepassing van specifieke maatregelen ter bestrijding van het terrorisme, en in de daaropvolgende besluiten van de Raad tot actualisering van de lijst van personen, groepen en entiteiten, vermeld in artikel 2, 3 en 4 van het gemeenschappelijk standpunt 2001/931/GBVB;".
Art. 6.In artikel 7 van hetzelfde decreet wordt een punt 3° /3 ingevoegd, dat luidt als volgt: "3° /3 ze heeft geen banden met: a) personen als vermeld in artikel 1, 10°, 14°, 16° en 17°, van het koninklijk besluit van 21 juli 2016Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 21/07/2016 pub. 22/09/2016 numac 2016000534 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken en federale overheidsdienst justitie Koninklijk besluit betreffende de gemeenschappelijke gegevensbank Foreign Terrorist Fighters en tot uitvoering van sommige bepalingen van de afdeling 1bis "Het informatiebeheer" van hoofdstuk IV van de wet op het politieambt sluiten betreffende de gemeenschappelijke gegevensbank Terrorist Fighters; b) personen, rechtspersonen en feitelijke verenigingen als vermeld in artikel 1, 11°, van het koninklijk besluit van 23 april 2018Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 23/04/2018 pub. 30/05/2018 numac 2018012191 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken en federale overheidsdienst justitie Koninklijk besluit betreffende de gemeenschappelijke gegevensbank Haatpropagandisten en tot uitvoering van sommige bepalingen van de afdeling 1bis "Het informatiebeheer" van hoofdstuk IV van de wet op het politieambt type koninklijk besluit prom. 23/04/2018 pub. 30/05/2018 numac 2018012192 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken en federale overheidsdienst justitie Koninklijk besluit tot wijziging van het Koninklijk besluit van 21 juli 2016 betreffende de gemeenschappelijke gegevensbank Foreign Terrorist Fighters en tot uitvoering van sommige bepalingen van de afdeling 1bis "Het informatiebeheer" van hoofdstuk IV van de wet op het politieambt en tot omvorming van de gemeenschappelijke gegevensbank Foreign Terrorist Fighters naar de gemeenschappelijke gegevensbank Terrorist Fighters sluiten betreffende de gemeenschappelijke gegevensbank Haatpropagandisten en tot uitvoering van sommige bepalingen van afdeling 1bis `Het informatiebeheer' van hoofdstuk IV van de wet op het politieambt;".
Art. 7.In artikel 7 van hetzelfde decreet wordt punt 9° vervangen door wat volgt: "9° ze verbindt zich ertoe om de wedde van haar bedienaars van de eredienst ten laste te laten nemen door de federale overheid conform artikel 181 van de Grondwet en de wet van 2 augustus 1974 betreffende de wedden van de titularissen van sommige openbare ambten, van de bedienaars van de erkende erediensten en van de afgevaardigden van de Centrale Vrijzinnige Raad;".
Art. 8.In artikel 7 van hetzelfde decreet wordt punt 6° vervangen door wat volgt: "6° ze toont aan dat het toekomstige bestuur van de eredienst voor de gebouwen die bestemd zijn voor de uitoefening van de eredienst, houder is van een van de onderstaande rechten of overeenkomsten. Aan dit criterium is ook voldaan als de gebouwen die bestemd zijn voor de uitoefening van de eredienst, in eigendom zijn van een Belgische publieke rechtspersoon: a) een zakelijk recht dat voldoet aan de modaliteiten en voorwaarden, vermeld in boek 3 `Goederen' van het Burgerlijk Wetboek: volle eigendom of mede-eigendom;b) een zakelijk gebruiksrecht dat voldoet aan de modaliteiten en voorwaarden, vermeld in boek 3 `Goederen' van het Burgerlijk Wetboek: erfpacht, vruchtgebruik of opstal; c) een schriftelijke huurovereenkomst naar gemeenrecht conform artikel 1737 van het Burgerlijk Wetboek van bepaalde duur van minstens vijftien jaar zonder de mogelijkheid van een vervroegde beëindiging door de verhuur- der;".
Art. 9.Aan artikel 7 van hetzelfde decreet wordt een punt 12° toegevoegd, dat luidt als volgt: "12° de federale minister van Justitie heeft een gunstig advies gegeven over de lokale geloofsgemeenschap met betrekking tot elementen die de veiligheid van de staat of de openbare orde aanbelangen.".
Art. 10.In artikel 14, § 1, van hetzelfde decreet wordt tussen de woorden "neemt de Vlaamse Regering" en de woorden "een beslissing over de erkenning van de lokale geloofsgemeenschap" de zinsnede ", na schriftelijk advies ingewonnen te hebben bij de bevoegde instantie," ingevoegd.
Art. 11.In artikel 67, § 5, eerste lid, van hetzelfde decreet wordt tussen de woorden "beslist de Vlaamse Regering" en de woorden "over de erkenning" de zinsnede ", na schriftelijk advies ingewonnen te hebben bij de bevoegde instantie," ingevoegd.
Art. 12.In artikel 29, § 1, eerste lid, van hetzelfde decreet wordt tussen de zinsnede "kan de Vlaamse Regering," en de zinsnede "al dan niet na een aanmaning," de zinsnede "na schriftelijk advies ingewonnen te hebben bij de bevoegde instantie," ingevoegd.
Art. 13.In artikel 17 van hetzelfde decreet wordt paragraaf 1 vervangen door wat volgt: " § 1. Een bestuur van de eredienst ontvangt noch rechtstreeks, noch onrechtstreeks financiering of ondersteuning die afbreuk doet aan de onafhankelijke uitoefening van zijn decretale opdrachten en verplichtingen, vermeld in dit decreet en in het decreet van 7 mei 2004Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/05/2004 pub. 11/06/2004 numac 2004035914 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende wijziging van het decreet van 21 december 1988 houdende oprichting van de Vlaamse Landmaatschappij type decreet prom. 07/05/2004 pub. 11/06/2004 numac 2004035927 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet tot wijziging van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, tot aanvulling ervan met een titel Agentschappen en tot wijziging van diverse andere wetten en decreten type decreet prom. 07/05/2004 pub. 09/08/2004 numac 2004036224 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende wijziging van sommige bepalingen van de decreten betreffende de radio-omroep en de televisie, gecoördineerd op 25 januari 1995, en van sommige andere bepalingen betreffende de radio-omroep en de televisie sluiten.
De onafhankelijke uitoefening van de decretale opdrachten en verplichtingen van het bestuur van de eredienst kan in het gedrang komen door onder meer, maar niet uitsluitend, de samenloop van twee of meer van de volgende elementen, die wordt vastgesteld door de personeelsleden van de bevoegde instantie: a) het ontvangen van herhaaldelijke financiële giften van dezelfde persoon of organisatie;b) het ontvangen van schenkingen van goederen die een aanzienlijke kostprijs hebben en noodzakelijk zijn voor de uitoefening van de eredienst;c) de rechtstreekse of onrechtstreekse terbeschikkingstelling van personeel door derden;d) de terbeschikkingstelling door derden van infrastructuur ten kosteloze titel of tegen een niet-marktconforme huurprijs;e) het bestaan van samenwerkingsverbanden met instellingen die rechtstreeks of onrechtstreeks gelinkt zijn aan organisaties en bewegingen die een extremistische en segregerende geloofsbeleving promoten en verspreiden;f) een band van ondergeschiktheid aan een buitenlandse actor of een daaraan gelinkte binnenlandse organisatie;g) de verbondenheid van de leden van het bestuursorgaan van het bestuur van de eredienst aan een buitenlandse actor of een daaraan gelinkte binnenlandse organisatie;h) een nauwe band met een buitenlandse actor of een daaraan gelinkte binnenlandse organisatie die blijkt uit het feit dat de bestuursleden en het bestuursorgaan van het bestuur van de eredienst: 1) richtlijnen, ongeacht de aard ervan, ontvangen van een buitenlandse actor of een daaraan gelinkte binnenlandse organisatie;2) informatie over de eigen werking, over leden of over bepaalde personen of groepen bezorgen aan een buitenlandse actor of een daaraan gelinkte binnenlandse organisatie;3) structureel en prominent aanwezig zijn op bijeenkomsten die georganiseerd worden door een buitenlandse actor of een daaraan gelinkte binnenlandse organisatie;4) via de eigen communicatiekanalen activiteiten promoten van een buitenlandse actor of een daaraan gelinkte binnenlandse organisatie;5) verbonden zijn met structuren zoals verenigingen of koepelorganisaties die rechtstreeks of onrechtstreeks verbonden zijn aan of aangestuurd worden door een buitenlandse actor of een daaraan gelinkte binnenlandse organisatie;6) voor de eigen werking actief gebruikmaken van officiële logo's van een buitenlandse actor of een daaraan gelinkte binnenlandse organisatie;7) gebruikmaken van infrastructuur in eigendom van een buitenlandse actor of een daaraan gelinkte binnenlandse organisatie, en waarvan het gebruiksrecht onvoldoende een onvoorwaardelijke en lange termijn van het gebruik garandeert;8) binnen de eigen werking een structurele en prominente aanwezigheid van diplomatiek personeel toestaan; 9) via financiële stromen en constructies verbonden zijn met een buitenlandse actor of een daaraan gelinkte binnenlandse organisatie.".
Art. 14.In artikel 17 van hetzelfde decreet wordt een paragraaf 1/1 ingevoegd, die luidt als volgt: " § 1/1. Het bestuur van de eredienst ontvangt geen financiering of ondersteuning die rechtstreeks of onrechtstreeks verband houdt met terrorisme, extremisme, spionage of clandestiene inmenging.".
Art. 15.In artikel 17 van hetzelfde decreet wordt een paragraaf 1/2 ingevoegd, die luidt als volgt: " § 1/2. Het bestuur van de eredienst heeft geen banden met: a) personen of entiteiten als vermeld in artikel 3 en 5 van het koninklijk besluit van 28 december 2006Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 28/12/2006 pub. 24/01/2007 numac 2007022053 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot goedkeuring van de wijziging van de statuten van het "ADMB Kinderbijslagfonds" type koninklijk besluit prom. 28/12/2006 pub. 31/01/2007 numac 2007000103 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 22 juli 2004 betreffende modaliteiten van het inzetten van personeelsleden van het autonoom overheidsbedrijf Belgacom in het kader van coördinatie van de uitreiking van de elektronische identiteitskaart, het koninklijk besluit van 22 juli 2004 betreffende modaliteiten van het inzetten van personeelsleden van het autonoom overheidsbedrijf Belgacom in de gemeenten in het kader van de uitreiking van de elektronische identiteitskaart, het koninklijk besluit van 13 september 2004 betreffende de bepaling van het project, het vereist aantal in te zetten personeelsleden en de modaliteiten van het inzetten van personeelsleden van Belgacom voor de organisatie en invulling van de neutrale calltaking van de alarmcentrales 112, 101 en 100 en van het koninklijk besluit van 13 mei 2005 betreffende de modaliteiten voor het inzetten van personeelsleden van het autonoom overheidsbedrijf Belgacom in het kader van de uitvoering van de vijfjaarlijkse herzieningen inzake het recht op de inkomensvervangende tegemoetkoming en op de integratietegemoetkoming type koninklijk besluit prom. 28/12/2006 pub. 29/12/2006 numac 2006023390 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot wijziging van bepaalde wettelijke en reglementaire bepalingen als gevolg van de overname door de Belgische Staat van de pensioenverplichtingen van de NMBS Holding sluiten inzake specifieke beperkende maatregelen tegen bepaalde personen en entiteiten met het oog op de strijd tegen de financiering van het terrorisme; b) personen, groepen of entiteiten die zijn opgenomen in de lijst, vermeld in artikel 2, 3 en 4 van het gemeenschappelijk standpunt 2001/931/GBVB van de Raad van 27 december 2001 betreffende de toepassing van specifieke maatregelen ter bestrijding van het terrorisme en in de daaropvolgende besluiten van de Raad tot actualisering van de lijst van personen, groepen en entiteiten, vermeld in artikel 2, 3 en 4 van gemeenschappelijk standpunt 2001/931/GBVB.".
Art. 16.In artikel 17 van hetzelfde decreet wordt een paragraaf 1/3 ingevoegd, die luidt als volgt: " § 1/3. Het bestuur van de eredienst heeft geen banden met: a) personen als vermeld in artikel 1, 10°, 14°, 16° en 17°, van het koninklijk besluit van 21 juli 2016Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 21/07/2016 pub. 22/09/2016 numac 2016000534 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken en federale overheidsdienst justitie Koninklijk besluit betreffende de gemeenschappelijke gegevensbank Foreign Terrorist Fighters en tot uitvoering van sommige bepalingen van de afdeling 1bis "Het informatiebeheer" van hoofdstuk IV van de wet op het politieambt sluiten betreffende de gemeenschappelijke gegevensbank Terrorist Fighters; b) personen, rechtspersonen en feitelijke verenigingen als vermeld in artikel 1, 11°, van het koninklijk besluit van 23 april 2018Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 23/04/2018 pub. 30/05/2018 numac 2018012191 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken en federale overheidsdienst justitie Koninklijk besluit betreffende de gemeenschappelijke gegevensbank Haatpropagandisten en tot uitvoering van sommige bepalingen van de afdeling 1bis "Het informatiebeheer" van hoofdstuk IV van de wet op het politieambt type koninklijk besluit prom. 23/04/2018 pub. 30/05/2018 numac 2018012192 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken en federale overheidsdienst justitie Koninklijk besluit tot wijziging van het Koninklijk besluit van 21 juli 2016 betreffende de gemeenschappelijke gegevensbank Foreign Terrorist Fighters en tot uitvoering van sommige bepalingen van de afdeling 1bis "Het informatiebeheer" van hoofdstuk IV van de wet op het politieambt en tot omvorming van de gemeenschappelijke gegevensbank Foreign Terrorist Fighters naar de gemeenschappelijke gegevensbank Terrorist Fighters sluiten betreffende de gemeenschappelijke gegevensbank Haatpropagandisten en tot uitvoering van sommige bepalingen van afdeling 1bis `Het informatiebeheer' van hoofdstuk IV van de wet op het politieambt.".
Art. 17.In artikel 16 van hetzelfde decreet wordt punt 8° vervangen door wat volgt: "8° ze verbindt zich ertoe om de wedde van haar bedienaars van de eredienst ten laste te laten nemen door de federale overheid conform artikel 181 van de Grondwet en de wet van 2 augustus 1974 betreffende de wedden van de titularissen van sommige openbare ambten, van de bedienaars van de erkende erediensten en van de afgevaardigden van de Centrale Vrijzinnige Raad;".
Art. 18.In artikel 16 van hetzelfde decreet wordt punt 4° vervangen door wat volgt: "4° ze toont aan dat ze voor de gebouwen die bestemd zijn voor de uitoefening van de eredienst, houder is van een van de onderstaande rechten of overeenkomsten. Aan dit criterium is ook voldaan als de gebouwen die bestemd zijn voor de uitoefening van de eredienst, in eigendom zijn van een Belgisch publieke rechtspersoon. Het bestuur van de eredienst voldoet hieraan uiterlijk drie jaar na de inwerkingtreding ervan: a) een zakelijk recht dat voldoet aan de modaliteiten en voorwaarden, vermeld in boek 3 `Goederen' van het Burgerlijk Wetboek: volle eigendom of mede-eigendom;b) een zakelijk gebruiksrecht dat voldoet aan de modaliteiten en voorwaarden, vermeld in boek 3 `Goederen' van het Burgerlijk Wetboek: erfpacht, vruchtgebruik of opstal; c) een schriftelijke huurovereenkomst naar gemeenrecht conform artikel 1737 van het Burgerlijk Wetboek van bepaalde duur van minstens vijftien jaar zonder de mogelijkheid van een vervroegde beëindiging door de verhuur- der;".
Art. 19.Aan artikel 16 van hetzelfde decreet wordt een punt 9° toegevoegd, dat luidt als volgt: "9° de federale minister van Justitie heeft geen ongunstig advies over het bestuur gegeven met betrekking tot elementen die de veiligheid van de staat of de openbare orde aanbelangen.".
Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Brussel, 26 april 2024.
De minister-president van de Vlaamse Regering, J. JAMBON De Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Bestuurszaken, Inburgering en Gelijke Kansen, G. RUTTEN _______ Nota (1) Zitting 2023-2024 Documenten: - Voorstel van decreet : 1974 - Nr.1 - Verslag : 1974 - Nr. 2 - Tekst aangenomen door de plenaire vergadering : 1974 - Nr. 3 Handelingen - Bespreking en aanneming: Vergadering van 24 april 2024.