gepubliceerd op 10 januari 2025
Besluit van het afdelingshoofd Europese Programma's houdende de subdelegatie van sommige bevoegdheden aan de diensthoofden van het Departement Werk en Sociale Economie
3 DECEMBER 2024. - Besluit van het afdelingshoofd Europese Programma's houdende de subdelegatie van sommige bevoegdheden aan de diensthoofden van het Departement Werk en Sociale Economie
Werk, Economie, Wetenschap, Innovatie, Landbouw en Sociale Economie
Rechtsgronden Dit besluit is gebaseerd op: - het
besluit van de Vlaamse Regering van 2 oktober 2019Relevante gevonden documenten
type
besluit van de vlaamse regering
prom.
02/10/2019
pub.
18/10/2019
numac
2019014947
bron
vlaamse overheid
Besluit van de Vlaamse Regering tot bepaling van de bevoegdheden van de leden van de Vlaamse Regering
sluiten tot bepaling van de bevoegdheden van de leden van de Vlaamse Regering, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 5 augustus 2024; - het
besluit van de Vlaamse Regering van 30 oktober 2015Relevante gevonden documenten
type
besluit van de vlaamse regering
prom.
30/10/2015
pub.
24/11/2015
numac
2015036338
bron
vlaamse overheid
Besluit van de Vlaamse Regering tot regeling van de delegatie van beslissingsbevoegdheden aan de hoofden van de departementen en van de intern verzelfstandigde agentschappen
sluiten tot regeling van de delegatie van beslissingsbevoegdheden aan de hoofden van de departementen en van de intern verzelfstandigde agentschappen, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2024; - het
besluit van de Vlaamse Regering van 3 juni 2005Relevante gevonden documenten
type
besluit van de vlaamse regering
prom.
03/06/2005
pub.
22/09/2005
numac
2005036144
bron
ministerie van de vlaamse gemeenschap
Besluit van de Vlaamse Regering met betrekking tot de organisatie van de Vlaamse administratie
type
besluit van de vlaamse regering
prom.
03/06/2005
pub.
20/07/2005
numac
2005035804
bron
ministerie van de vlaamse gemeenschap
Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van de criteria, de voorwaarden en de nadere regels voor het verlenen van subsidies met betrekking tot het VESOC-actieplan « 2005 Evenredige arbeidsdeelname en diversiteit »
sluiten met betrekking tot de organisatie van de Vlaamse administratie, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 21 juni 2024; - het
ministerieel besluit van 12 mei 2021Relevante gevonden documenten
type
ministerieel besluit
prom.
12/05/2021
pub.
18/05/2021
numac
2021041514
bron
waalse overheidsdienst
Ministerieel besluit tot uitvoering van het besluit van de Waalse Regering van 22 april 2021 betreffende de toekenning van een bijkomende tegemoetkoming ten gunste van de inrichtingen die per beslissing zijn getroffen in het kader van de crisis in verband met het coronavirus COVID-19
type
ministerieel besluit
prom.
12/05/2021
pub.
20/05/2021
numac
2021020949
bron
programmatorische federale overheidsdienst wetenschapsbeleid
Ministerieel besluit tot toekenning van een vaste vergoeding aan bepaalde personeelsleden van de Programmatorische Federale Overheidsdienst Wetenschapsbeleid die zijn gedetacheerd bij de Permanente Vertegenwoordiging van België bij de Europese Unie
type
ministerieel besluit
prom.
12/05/2021
pub.
25/05/2021
numac
2021020960
bron
federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie
Ministerieel besluit houdende ambtelijke erkenning van de extreem ongevoelige springstoffen
type
ministerieel besluit
prom.
12/05/2021
pub.
25/05/2021
numac
2021020955
bron
federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie
Ministerieel besluit tot verlenging van het ministerieel besluit van 14 september 2020 betreffende de privé- en publieke activiteiten van culturele, maatschappelijke, festieve, folkloristische, sportieve en recreatieve aard
type
ministerieel besluit
prom.
12/05/2021
pub.
21/05/2021
numac
2021041422
bron
federale overheidsdienst sociale zekerheid
Ministerieel besluit tot wijziging van de lijst gevoegd bij het koninklijk besluit van 1 februari 2018 tot vaststelling van de procedures, termijnen en voorwaarden inzake de tegemoetkoming van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen in de kosten van farmaceutische specialiteiten
type
ministerieel besluit
prom.
12/05/2021
pub.
21/05/2021
numac
2021041431
bron
federale overheidsdienst sociale zekerheid
Ministerieel besluit tot wijziging van de lijst gevoegd bij het koninklijk besluit van 1 februari 2018 tot vaststelling van de procedures, termijnen en voorwaarden inzake de tegemoetkoming van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen in de kosten van farmaceutische specialiteiten
type
ministerieel besluit
prom.
12/05/2021
pub.
19/07/2021
numac
2021031805
bron
waalse overheidsdienst
Ministerieel besluit waarbij de gehele Sint-Petrus-en-Pauluskerk te Waasten, met inbegrip van de onroerende goederen door inlijving en door bestemming, alsmede bepaalde cultuurgoederen, wegens hun architectonische, artistieke, gedenkwaardige en technische belangen, die voldoen aan de criteria van authenticiteit, integriteit, representativiteit en zeldzaamheid, als monument worden aangewezen
sluiten tot delegatie van bepaalde bevoegdheden aan de leidend ambtenaar van het Departement Werk en Sociale Economie; - het besluit van de secretaris-generaal van 13 november 2024 houdende de subdelegatie van sommige bevoegdheden aan de afdelingshoofden en het diensthoofd Diensten van de Secretaris-generaal van het Departement Werk en Sociale Economie.
Motivering Dit besluit is gebaseerd op het volgende motief.
Met het oog op een doeltreffende en efficiënte vervulling van de opdrachten van het Departement Werk en Sociale Economie, is het noodzakelijk om sommige beslissingsbevoegdheden te delegeren aan personeelsleden van de Afdeling Europese Programma's van het Departement Werk en Sociale Economie.
Juridisch kader Dit besluit sluit aan bij de volgende regelgeving: - de verordening (EU) nr. 2021/1060 van het Europees Parlement en de Raad van 24 juni 2021 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds Plus, het Cohesiefonds, het Fonds voor een rechtvaardige transitie en het Europees Fonds voor maritieme zaken, visserij en aquacultuur en de financiële regels voor die fondsen en voor het Fonds voor asiel, migratie en integratie, het Fonds voor interne veiligheid en het Instrument voor financiële steun voor grensbeheer en visumbeleid; - de verordening (EU) nr. 2021/1057 van het Europees Parlement en de Raad van 24 juni 2021 tot oprichting van het Europees Sociaal Fonds Plus (ESF+) en tot intrekking van verordening (EU) nr. 1296/2013; - de verordening (EU) nr. 2021/1147 van het Europees Parlement en de Raad van 7 juli 2021 tot oprichting van het Fonds voor asiel, migratie en integratie.
HET AFDELINGSHOOFD EUROPESE PROGRAMMA'S VAN HET DEPARTEMENT WERK EN SOCIALE ECONOMIE BESLUIT:
HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen
Artikel 1.Dit besluit is van toepassing op de personeelsleden van de Afdeling Europese Programma's van het Departement Werk en Sociale
Economie van het Vlaams ministerie van Werk en Sociale Economie.
Art. 2.In dit besluit wordt verstaan onder: 1° minister: de Vlaamse minister, bevoegd voor het tewerkstellingsbeleid en de sociale economie;2° secretaris-generaal: de secretaris-generaal van het Departement Werk en Sociale Economie;3° afdelingshoofd Europese Programma's: het hoofd van de Afdeling Europese Programma's van het Departement Werk en Sociale Economie;4° diensthoofd Inclusie: het diensthoofd van de dienst Inclusie van de Afdeling Europese Programma's;5° diensthoofd Lerende Organisaties en Ecosystemen: het diensthoofd
van de dienst Lerende Organisaties en Ecosystemen van de Afdeling Europese Programma's;6° diensthoofd Organisatie en Programmabeheer: het diensthoofd van de dienst Organisatie en programmabeheer van de Afdeling Europese Programma's;7° diensthoofd Competentieversterking: het diensthoofd van de dienst Competentieversterking van de Afdeling Europese Programma's;8° uiteengezette beheer- en controlesysteem: systeem overeenkomstig het beginsel van goed financieel beheer en de in bijlage XI beschreven hoofdvereisten dat de taakverdeling van de Afdeling Europese Programma's bevat op grond van de verordening (EU) nr.2021/1060.
Art. 3.De bij dit besluit gedelegeerde beslissingsbevoegdheden worden uitgeoefend met inachtname van de voorwaarden bepaald in relevante Europese verordeningen, wetten, decreten, besluiten, omzendbrieven, dienstorders, richtlijnen en beslissingen.
De bij dit besluit aan de diensthoofden gedelegeerde beslissingsbevoegdheden worden uitgeoefend voor de materies die tot de kerntaken van de betrokken dienst behoren en voor zover ze binnen de grenzen van de kredieten en middelen vallen.
Art. 4.Als in dit besluit de beslissingsbevoegdheid voor bepaalde aangelegenheden expliciet gedelegeerd wordt, omvat die delegatie: 1° de beslissingen in het kader van de voorbereiding en de uitvoering van de bedoelde aangelegenheden;2° de beslissingen van ondergeschikt belang of van aanvullende aard die noodzakelijk zijn voor de uitoefening van de bevoegdheid of er inherent deel van uitmaken. HOOFDSTUK 2. - Algemene delegaties
Art. 5.De diensthoofden hebben elk bevoegdheid tot: 1° het voeren van de dagelijkse briefwisseling, met uitzondering van die gericht aan het Rekenhof, de Inspectie van Financiën, Audit Vlaanderen of aan de minister;2° het in ontvangst nemen van gewone en aangetekende zendingen, met uitzondering van dagvaardingen.
Art. 6.De diensthoofden hebben voor wat betreft het personeel van de dienst/team elk de bevoegdheid om: 1° periodieke onkostenstaten die rechtstreeks verband houden met de binnenlandse uitoefening van de dienstopdracht goed te keuren;2° staten van verschuldigde sommen betreffende binnenlandse presentiegelden goed te keuren;3° personele vormingsaanvragen goed te keuren;4° regularisaties van werktijdregelingen goed te keuren, evenals verlof toe te staan, met uitzondering van regularisaties met financiële gevolgen.De krachtens een gunstregime geweigerde verloftijdregelingen worden ter beoordeling aan de secretaris-generaal voorgelegd.
HOOFDSTUK 3: - Specifieke delegaties van de diensthoofden
Art. 7.De diensthoofden zijn bevoegd om de opdrachten uit te oefenen zoals die vastgelegd zijn in het beheer- en controlesysteem dat opgemaakt is conform artikel 69, lid 11 van de verordening (EU) nr. 2021/1060.
Art. 8.§ 1. De diensthoofden zijn bevoegd om de volgende opdrachten uit te oefenen in verband met de uitvoering van de begroting, waarbij de kredieten enkel betrekking hebben op de beleidskredieten toegewezen aan de diensten en waarbij de diensthoofden verantwoordelijk zijn voor de rapportbeoordelingen, de projectbeslissingen en de bezwaren: 1° met betrekking tot de beslissingsbevoegdheden die aan hen gedelegeerd zijn binnen de kredieten en de middelen die onder het beheer van hun dienst ressorteren: a) het nemen van beslissingen met betrekking tot het aangaan van verbintenissen;b) het nemen van vastleggingen, het goedkeuren van verplichtingen, uitgaven en betalingen, met inbegrip van de ondertekening van de vastleggings- en ordonnanceringsdocumenten;c) vaststellen van vorderingen en het verkrijgen van ontvangsten en inkomsten.2° met betrekking tot de aangelegenheden waarvoor de beslissing bij de Vlaamse Regering, de Vlaamse minister, de secretaris-generaal of een ander orgaan berust, binnen de kredieten en middelen die onder het beheer van hun afdeling ressorteren: a) het nemen van administratieve beslissingen;b) het stellen van administratieve handelingen die in het kader van de ontvangsten- en uitgavencyclus noodzakelijk zijn voor de voorbereiding en de uitvoering van de beslissing van de Vlaamse Regering, de Vlaamse minister, de secretaris-generaal of een ander orgaan. § 2. De diensthoofden treden voor de rapportbeoordelingen, de projectbeslissingen en de bezwaren in het kader van de ontvangsten- en uitgavencyclus, de betrouwbaarheid van de financiële en beheersrapportering en de bescherming van de hun toegewezen activa, op als inhoudelijk ordonnateur voor hun dienst. § 3. De diensthoofden voor de rapportbeoordelingen, de projectbeslissingen en de bezwaren organiseren het risicobeheer dat verbonden is aan de ontvangsten en uitgavencyclus. § 4. De delegaties, vermeld in paragraaf 1, 2 en 3 gelden onverminderd de bevoegdheden en opdrachten van andere actoren in de ontvangsten- en uitgavencyclus van het systeem van interne controle.
HOOFDSTUK 4. - Gemeenschappelijke bepalingen
Art. 9.De bij dit besluit verleende bevoegdheden aan de diensthoofden worden tevens verleend aan het personeelslid dat met de waarneming van het ambt van de titularis is gelast of dat hem vervangt bij tijdelijke afwezigheid of verhindering. In dit geval ondertekent dit personeelslid met vermelding van zijn graad door middel van de formule "voor het diensthoofd, afwezig".
Art. 10.De diensthoofden subdelegeren de hiervoor in aanmerking komende gedelegeerde bevoegdheden, na overleg met het afdelingshoofd Europese Programma's, aan personeelsleden van zijn dienst/team, tot op het meest functionele niveau.
Elke subdelegatie wordt meegedeeld aan het Rekenhof en aan de minister.
De subdelegaties worden vastgesteld in een besluit waarvan een afschrift aan de secretaris-generaal wordt bezorgd.
Art. 11.De gedelegeerden nemen de nodige zorgvuldigheid in acht bij het gebruik van de verleende delegaties.
Het gebruik van de verleende bevoegdheden kan door het afdelingshoofd Europese Programma's nader worden geregeld bij eenvoudige beslissing onder de vorm van een dienstorder, nota of emailbericht.
Het gebruik van de verleende bevoegdheden kan door het afdelingshoofd Europese Programma's worden onderworpen aan een periodieke rapportering.
Art. 12.Het afdelingshoofd Europese Programma's kan te allen tijde, bij eenvoudige beslissing, de verleende bevoegdheden tijdelijk, geheel of gedeeltelijk opheffen.
In voorkomend geval worden de beslissingen over de aangelegenheden waarvoor de delegatie tijdelijk werd opgeheven, genomen door het afdelingshoofd Europese Programma's.
Art. 13.Het besluit van het afdelingshoofd Europese Programma's van 1 juni 2021 houdende de subdelegatie van sommige bevoegdheden aan de diensthoofden van het Departement Werk en Sociale Economie wordt opgeheven.
Art. 14.Dit besluit treedt in werking op 3 december 2024.
Brussel, 3 december 2024.
Het afdelingshoofd Europese Programma's van het Departement Werk en Sociale Economie, B. WAUTERS