Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 12 mei 2021
gepubliceerd op 25 mei 2021

Ministerieel besluit houdende ambtelijke erkenning van de extreem ongevoelige springstoffen

bron
federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie
numac
2021020960
pub.
25/05/2021
prom.
12/05/2021
ELI
eli/besluit/2021/05/12/2021020960/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

12 MEI 2021. - Ministerieel besluit houdende ambtelijke erkenning van de extreem ongevoelige springstoffen


De Minister van Economie, Gelet op de wet van 28 mei 1956 betreffende ontplofbare en voor de deflagratie vatbare stoffen en mengsels en de daarmede geladen tuigen, artikel 1, eerste lid;

Gelet op het koninklijk besluit van 23 september 1958Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 23/09/1958 pub. 21/02/2001 numac 2001000085 bron ministerie van binnenlandse zaken Koninklijk besluit houdende algemeen reglement betreffende het fabriceren, opslaan, onder zich houden, verkopen, vervoeren en gebruiken van springstoffen - Duitse vertaling sluiten houdende algemeen reglement betreffende het fabriceren, opslaan, onder zich houden, verkopen, vervoeren en gebruiken van springstoffen, artikel 3, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 1 februari 2000 en 14 mei 2000;

Gelet op het verzoek van 30 augustus 2019 van de nv "MECAR" voor de toelating van de ambtelijke erkenning van de extreem ongevoelige springstoffen;

Gelet op de nota van het hoofd van de dienst Reglementering Veiligheid, nr. E6/ENSURE/20/610-5949a, van 25 september 2020;

Overwegende het ministerieel besluit van 3 november 1958 houdende ambtelijke erkenning en indeling van de springstoffen, Besluit :

Artikel 1.De extreem ongevoelige springstoffen van allerlei herkomst bestemd voor de vervaardiging van munitie in gebruik bij de strijdkrachten, waarvan de kenmerken beschreven zijn in de nota E6/ENSURE/20/610-5949a van de dienst Reglementering Veiligheid, worden ambtelijk erkend en ingedeeld in klasse A4-6 "Extreem ongevoelige springstoffen".

Art. 2.De verpakkingsmethode is voorgeschreven volgens de aanbevelingen van de experts van de Verenigde Naties inzake vervoer van gevaarlijke goederen, zoals zij in het kader van het Europees ADR-verdrag zijn toegepast.

Art. 3.Deze springstoffen mogen niet gebruikt worden voor springwerk op werkterreinen.

Art. 4.Uitgifte van dit besluit zal worden gezonden aan het hoofd van de dienst Reglementering Veiligheid, dat ermee belast wordt een eensluidend afschrift aan de aanvrager over te maken.

Brussel, 12 mei 2021.

P.-Y. DERMAGNE

^