Etaamb.openjustice.be
Decreet van 14 januari 2022
gepubliceerd op 11 maart 2022

Decreet over maatwerk bij individuele inschakeling

bron
vlaamse overheid
numac
2022040298
pub.
11/03/2022
prom.
14/01/2022
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

14 JANUARI 2022. - Decreet over maatwerk bij individuele inschakeling (1)


Het VLAAMS PARLEMENT heeft aangenomen en Wij, REGERING, bekrachtigen hetgeen volgt: DECREET over maatwerk bij individuele inschakeling HOOFDSTUK 1. - Inleidende bepaling en definities

Artikel 1.Dit decreet regelt een gewestaangelegenheid.

Art. 2.In dit decreet wordt verstaan onder: 1° algemene groepsvrijstellingsverordening: verordening (EU) nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van artikel 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard; 2° algemene verordening gegevensbescherming: verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescher ming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoons gegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming);3° begeleiding op de werkvloer: de begeleiding op de werkvloer, vermeld in artikel 19;4° collega-coach: de persoon die voldoet aan de voorwaarden, vermeld in artikel 24, en die de taken, vermeld in artikel 24, uitoefent;5° indicering: de vaststelling van de behoefte aan werkondersteunende maatregelen door VDAB, vermeld in artikel 32;6° gekwalificeerde begeleider: de persoon die voldoet aan de voorwaarden, ver meld in artikel 23, en die de taken, vermeld in artikel 23, uitoefent;7° gewaarborgde gemiddelde minimummaandinkomen: het gewaarborgde gemiddelde minimummaandinkomen, vermeld in artikel 3, eerste lid, van de collectieve arbeidsovereenkomst nr.43 van 2 mei 1988 betreffende de waarborg van een gemiddeld minimummaandinkomen; 8° ondersteuningsplan: een plan op maat, opgesteld door de gekwalificeerde begeleider in samenspraak met de werkgever, de werknemer en de collega-coach, waarin de acties worden opgenomen die ten aanzien van de werkne mer, de collega's en de werkgever moeten worden genomen en waarin de verantwoordelijkheden van de actoren in kwestie, vermeld in artikel 21, 23 en 24, zichtbaar worden gemaakt;9° persoon met een arbeidsbeperking: de persoon die een langdurig en belangrijk probleem van deelname aan het arbeidsleven ervaart als gevolg van het samenspel van de volgende elementen: a) functiestoornissen van cognitieve, psychische, lichamelijke of zintuiglijke aard of psychosociale factoren;b) beperkingen bij de uitvoering van activiteiten;c) persoonlijke en externe factoren;10° VDAB: de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding, op gericht bij het decreet van 7 mei 2004Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/05/2004 pub. 07/06/2004 numac 2004035865 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet tot oprichting van het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap « Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding » sluiten tot oprichting van het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding;11° werkgever: elke natuurlijke persoon of private of publieke rechtspersoon, met uitzondering van de diensten van en instellingen die zijn opgericht door de federale overheid, de gemeenschappen en de gewesten, en die geen onder wijsinstellingen zijn;12° werknemer met een arbeidsbeperking: de persoon die door VDAB is geïndiceerd conform artikel 32, en die tewerkgesteld is met werkondersteunende maatregelen die in het kader van dit decreet zijn toegekend;13° werkondersteunende maatregelen: de werkondersteunende maatregelen voor werknemers, vermeld in hoofdstuk 4, en de werkondersteunende maatregelen voor zelfstandigen, vermeld in hoofdstuk 5;14° zelfstandige met een arbeidsbeperking: de persoon die door VDAB is geïndiceerd conform artikel 32, en die zelfstandige activiteiten verricht met werk ondersteunende maatregelen die toegekend zijn in het kader van dit decreet. HOOFDSTUK 2. - Europees steunkader

Art. 3.De steun met toepassing of ter uitvoering van dit decreet gebeurt met inachtneming van de voorwaarden, vermeld in de algemene groepsvrijstellingsver ordening, onder voorbehoud van de toepassing van artikel 7.

Art. 4.De onderneming die een steunaanvraag indient, mag op de datum van de toekenning van de steun geen onderneming in moeilijkheden zijn als vermeld in artikel 2, punt 18, van de algemene groepsvrijstellingsverordening.

De onderneming mag ook geen procedure op basis van Europees of nationaal recht hebben lopen, waarbij toegekende steun wordt teruggevorderd als vermeld in artikel 1, lid 4, van de voormelde verordening.

Er kan geen steun worden toegekend met toepassing van dit decreet voor werkzaamheden die verband houden met de uitvoer naar derde landen of voor werkzaamheden die afhangen van het gebruik van binnenlandse goederen als ver meld in artikel 1, lid 2, van de voormelde verordening.

Er kan geen steun worden toegekend met toepassing van dit decreet voor activiteiten van ondernemingen in de sectoren, vermeld in artikel 1, lid 3, van de voormelde verordening.

De steun kan niet worden toegekend als hij leidt tot een schending van het Unierecht als vermeld in artikel 1, lid 5, van de voormelde verordening.

Als een onderneming een individuele steuntoekenning krijgt van meer dan 500.000 euro, worden de gegevens, vermeld in bijlage III van de voormelde ver ordening, bekendgemaakt op de transparantiewebsite die de Europese Commissie ontwikkeld heeft.

Art. 5.De toegekende steun heeft een stimulerend effect als vermeld in artikel 33, lid 3, van de algemene groepsvrijstellingsverordening.

In het eerste lid wordt verstaan onder stimulerend effect dat de aanwerving een nettotoename vertegenwoordigt van het aantal werknemers in de onderneming in kwestie.

Wanneer de aanwerving, in vergelijking met het gemiddelde van de voorbije twaalf maanden, geen nettotoename vertegenwoordigt van het aantal werknemers in de onderneming in kwestie, zijn de vacatures ontstaan ten gevolge van ontslag op initiatief van de werknemer, van een handicap, van ouderdomspensionering, van vermindering van de werktijd op initiatief van de werknemer of van gewettigd ontslag om dringende redenen, en niet door afvloeiingen.

Art. 6.De steun is niet cumuleerbaar met de-minimissteun en andere staatssteun voor dezelfde kosten die in aanmerking komen, als die cumulatie ertoe zou leiden dat de steunintensiteit hoger uitkomt dan de percentages van steunintensiteiten, vermeld in artikel 8.

Art. 7.Als de individuele aanmeldingsdrempels, vermeld in artikel 4, punt 1, p en q, van de algemene groepsvrijstellingsverordening, overschreden worden, geldt de algemene groepsvrijstellingsverordening niet.

Art. 8.De steunintensiteit mag de volgende percentages niet overschrijden: 1° loonsubsidies voor uiterst kwetsbare werknemers: ten hoogste 50 procent van de kosten die in aanmerking komen;2° loonsubsidies voor werknemers met een handicap: ten hoogste 75 procent van de kosten die in aanmerking komen;3° ter compensatie van de bijkomende kosten van de tewerkstelling van werk nemers met een handicap: ten hoogste 100 procent van de kosten die in aan merking komen;4° begeleiding van uiterst kwetsbare werknemers: ten hoogste 50 procent van de kosten die in aanmerking komen. Als de hoogste steunintensiteit, vermeld in artikel 32, 33, 34 en 35 van de algemene groepsvrijstellingsverordening, wordt overschreden, worden de vergoedingen die buiten dit besluit zijn verkregen, in mindering gebracht.

De loonkosten, vermeld in artikel 2, punt 31, van de voormelde verordening, zijn de loonkosten gedurende maximaal 24 maanden vanaf de aanwerving van een uiterst kwetsbare werknemer.

De in aanmerking komende kosten, vermeld in artikel 35, lid 2, a) en b), van de voormelde verordening, zijn de kosten om medewerkers uitsluitend in te zetten voor de begeleiding van de uiterst kwetsbare werknemer gedurende maximaal 24 maanden. HOOFDSTUK 3. - Personen met een arbeidsbeperking

Art. 9.De personen met een arbeidsbeperking voldoen aan een van de volgende voorwaarden: 1° ze hebben hun hoofdverblijfplaats op het grondgebied van het Vlaamse Gewest;2° ze hebben hun hoofdverblijfplaats op het grondgebied van een van de andere lidstaten van de Europese Unie (EU) of van de Europese Economische Ruimte (EER) en ze werken op het grondgebied van het Vlaamse Gewest.

Art. 10.De Vlaamse Regering bepaalt de procedure om een arbeidsbeperking vast te stellen aan de hand van een lijst met indicaties van een arbeidshandicap en indicaties van multipele problematieken. HOOFDSTUK 4. - Werkondersteunende maatregelen voor werkgevers Afdeling 1. - Gemeenschappelijke bepalingen

Art. 11.Werkgevers kunnen een aanvraag van werkondersteunende maatregelen indienen bij de dienst van de Vlaamse administratie die de Vlaamse Regering aan wijst, als ze personen met een arbeidsbeperking aanwerven en tewerkstellen die door VDAB zijn geïndiceerd conform artikel 32.

De vaststelling van de behoefte van de loonpremie, vermeld in afdeling 2, en de begeleiding op de werkvloer voor de persoon met een arbeidsbeperking, vermeld in afdeling 3, is ondeelbaar voor de werkgever.

De Vlaamse Regering bepaalt de aanvraagprocedure voor de werkondersteunende maatregelen, vermeld in het eerste lid.

Art. 12.§ 1. Voor de duurtijd van de toekenning van werkondersteunende maatregelen aan de werkgever gelden volgende voorwaarden: 1° voor werknemers met een arbeidsbeperking die behoren tot de categorie van werknemers met een handicap bedraagt de duurtijd maximaal vijf jaar.De voormelde termijn kan na een evaluatie als vermeld in artikel 33, verlengd worden met telkens maximaal vijf jaar; 2° voor werknemers met een arbeidsbeperking die behoren tot de categorie van uiterst kwetsbare werknemers bedraagt de duurtijd van de steun maximaal 24 maanden. De Vlaamse Regering bepaalt: 1° de duurtijd van de toekenning van de werkondersteunende maatregelen.Daarbij houdt ze rekening met de duurtijd van de behoefte van de persoon, vermeld in artikel 32; 2° de voorwaarden en de procedure voor de aanvraag van een verlenging van de werkondersteunende maatregelen. § 2. De duurtijd van de toekenning van werkondersteunende maatregelen aan de werkgever kan de duurtijd van de behoefte van de persoon, vermeld in artikel 32, niet overschrijden. § 3. Bij de toekenning van werkondersteunende maatregelen aan de werkgever wordt de periode tussen twee arbeidsovereenkomsten bij dezelfde werkgever, als die korter is dan vier kwartalen, gelijkgesteld met eenzelfde tewerkstelling.

Art. 13.De werkgever verliest het recht op werkondersteunende maatregelen als hij zich in een van de volgende gevallen bevindt: 1° hij ontslaat en vervangt zijn werknemer door een of meer werknemers met een arbeidsbeperking die behoefte hebben aan werkondersteunende maat regelen of voordeligere werkondersteunende maatregelen;2° hij ontslaat zijn werknemer en werft hem opnieuw aan met het oog op de toekenning van werkondersteunende maatregelen of voordeligere werkondersteunende maatregelen. In de gevallen, vermeld in het eerste lid, 1° en 2°, ligt de bewijslast bij de werkgever.

Art. 14.Bij de eerste aanvraag van werkondersteunende maatregelen door de werkgever houdt de ondersteuning geen rekening met de specifieke functie- en werkplekvereisten.

Bij de aanvraag tot wijziging van de hoogte of duurtijd van de werkondersteu nende maatregelen houdt de evaluatie, vermeld in artikel 33, rekening met het functioneren op de werkplek. Afdeling 2. - Loonpremie

Art. 15.De loonpremie heeft tot doel een financiële incentive te verlenen aan de werkgever die een persoon met een arbeidsbeperking aanwerft of die een werknemer met een verworven arbeidsbeperking blijft tewerkstellen.

De Vlaamse Regering kent een loonpremie toe aan de werkgever die een persoon met een arbeidsbeperking tewerkstelt van wie VDAB de nood aan werkon dersteunende maatregelen heeft bepaald. De loonpremie vergoedt de vastgestelde behoefte op basis van het referteloon.

De Vlaamse Regering kan bijkomende voorwaarden bepalen voor de toekenning van een loonpremie voor werkgevers die de volgende categorieën werknemers tewerkstellen: 1° werknemers die zijn tewerkgesteld door lokale besturen of door maatwerkbedrijven als vermeld in het decreet van 12 juli 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 24/07/1987 pub. 13/02/2007 numac 2007000038 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de tijdelijke arbeid, de uitzendarbeid en het ter beschikking stellen van werknemers ten behoeve van gebruikers. - Duitse vertaling sluiten2 betreffende maatwerk bij collectieve inschakeling;2° werknemers die zijn tewerkgesteld met dienstencheques, vermeld in de wet van 20 juli 2001Relevante gevonden documenten type wet prom. 20/07/2001 pub. 24/07/2001 numac 2001009636 bron ministerie van justitie Wet tot wijziging van artikel 186bis van het Gerechtelijk Wetboek sluiten tot bevordering van buurtdiensten en -banen. De loonpremie wordt alleen toegekend aan werkgevers die aan een van volgende voorwaarden voldoen: 1° ze stellen de werknemer met een arbeidsbeperking tewerk op het Belgische grondgebied;2° ze stellen de werknemer met een arbeidsbeperking tewerk in een vestiging in een lidstaat van de Europese Unie of van de Europese Economische Ruimte, waarbij de werknemer in principe dagelijks of minstens één keer per week terugkeert naar hun hoofdverblijfplaats, vermeld in artikel 9, 1°.

Art. 16.Voor de loonpremie gelden de volgende voorwaarden: 1° voor werknemers met een arbeidsbeperking die behoren tot de categorie van werknemers met een handicap bedraagt de loonpremie minimaal 20 procent en maximaal 75 procent van het geplafonneerde referteloon, vermeld in artikel 17;2° voor werknemers met een arbeidsbeperking die behoren tot de categorie van uiterst kwetsbare werknemers bedraagt de loonpremie minimaal 20 procent en maximaal 50 procent van het geplafonneerde referteloon, vermeld in artikel 17. De loonpremie is degressief. De werkgever kan een aanvraag tot wijziging van de hoogte van de loonpremie indienen bij de dienst van de Vlaamse administratie die de Vlaamse Regering aanwijst.

De Vlaamse Regering bepaalt: 1° de procedure voor de aanvraag, de toekenning, de duurtijd en de uitbetaling van de loonpremie aan de werkgever;2° het startpercentage en de degressiviteit van de loonpremie.Daarbij wordt rekening gehouden met de duurtijd van de behoefte van de persoon, vermeld in artikel 32; 3° de voorwaarden en de procedure voor de aanvraag van de wijziging van de hoogte van de loonpremie.

Art. 17.Om de loonpremie van de werknemer met een arbeidsbeperking te berekenen, wordt het referteloon geplafonneerd tot het dubbele van het gewaarborgde gemiddelde minimummaandinkomen. Bij deeltijdse tewerkstelling wordt het plafond van het referteloon pro rata verrekend.

Het referteloon is samengesteld uit de volgende bestanddelen, die daadwerkelijk door de werkgever worden uitbetaald voor de bezoldiging van de werknemer: 1° het loon; 2° de verplichte werkgeversbijdragen;3° de verminderingen van socialezekerheidsbijdragen ten voordele van de werkgever. De loonpremie wordt berekend op basis van de gegevens, vermeld in de aangifte bij de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid, vermeld in artikel 21 van de wet van 27 juni 1969Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/06/1969 pub. 24/01/2011 numac 2010000730 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944Relevante gevonden documenten type wet prom. 24/07/1987 pub. 13/02/2007 numac 2007000038 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de tijdelijke arbeid, de uitzendarbeid en het ter beschikking stellen van werknemers ten behoeve van gebruikers. - Duitse vertaling sluiten7 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, en de uitvoeringsbesluiten ervan. Voor de werkgevers, vermeld in artikel 15, vierde lid, 2°, van dit decreet, bepaalt de Vlaamse Regering voor de berekening van de loonpremie de loongegevens, de sociale zekerheidsbijdragen en de bijdrageverminderingen en bepaalt ze de voor waarden voor de berekening en de betaling van de loonpremie.

De Vlaamse Regering bepaalt de bestanddelen van het referteloon en breidt die uit of wijzigt die voor bepaalde categorieën van werknemers.

Art. 18.Andere tegemoetkomingen in de loonkosten dan de tegemoetkomingen die met toepassing van dit decreet worden toegekend, worden in mindering gebracht van de loonpremie.

De Vlaamse Regering bepaalt welke andere vormen van tegemoetkomingen conform het eerste lid in mindering gebracht worden van de loonpremie.

Om te onderzoeken of en in welke mate de betrokkene recht heeft op werkondersteunende maatregelen, raadpleegt de dienst van de Vlaamse administratie die de Vlaamse Regering aanwijst de noodzakelijke gegevens bij de authentieke gegevensbronnen, vermeld in artikel 5 van het besluit van de Vlaamse Regering van 15 mei 2009Relevante gevonden documenten type wet prom. 24/07/1987 pub. 13/02/2007 numac 2007000038 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de tijdelijke arbeid, de uitzendarbeid en het ter beschikking stellen van werknemers ten behoeve van gebruikers. - Duitse vertaling sluiten8 houdende de uitvoering van artikel III.66, III.67 en III.68 van het Bestuurs decreet van 7 december 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 24/07/1987 pub. 13/02/2007 numac 2007000038 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de tijdelijke arbeid, de uitzendarbeid en het ter beschikking stellen van werknemers ten behoeve van gebruikers. - Duitse vertaling sluiten5. Afdeling 3. - Begeleiding op de werkvloer

Art. 19.De begeleiding op de werkvloer heeft tot doel om werknemers met een arbeidsbeperking te ondersteunen op het vlak van hun professionele ontwikkeling en werksituatie, met het oog op een duurzame tewerkstelling.

De Vlaamse Regering kent een begeleidingspremie toe aan de werkgever die een persoon met een arbeidsbeperking tewerkstelt bij wie VDAB de behoefte aan ondersteuning vaststelt.

De begeleidingspremie vergoedt de vastgestelde behoefte aan begeleiding op de werkvloer. De begeleidingspremie bestaat uit een forfaitaire vergoeding die de Vlaamse Regering bepaalt voor de begeleiding op de werkvloer van de werknemer met een arbeidsbeperking.

Voor werknemers met een arbeidsbeperking die behoren tot de categorie van uiterst kwetsbare werknemers bedraagt de begeleidingspremie maximaal 50 procent van de door de Vlaamse Regering te bepalen in aanmerking komende kosten.

De begeleidingspremie is degressief. De werkgever kan een aanvraag tot wijziging van de hoogte van de begeleidingspremie indienen bij de dienst van de Vlaamse administratie die de Vlaamse Regering aanwijst.

De Vlaamse Regering bepaalt: 1° de procedure voor de aanvraag, de toekenning, de duurtijd en de uitbetaling van de begeleidingspremie aan de werkgever door de dienst van de Vlaamse administratie die de Vlaamse Regering aanwijst;2° het startbedrag en de degressiviteit van de begeleidingspremie, en ook de minimale voorwaarden van de begeleiding.Daarbij wordt rekening gehouden met de begeleidingsbehoefte en de duurtijd van de behoefte van de persoon, vermeld in artikel 32; 3° de voorwaarden en de procedure voor de wijziging van de hoogte van de be geleidingspremie.

Art. 20.De begeleidingspremie kan alleen toegekend worden als de werkgever een werknemer met een arbeidsbeperking tewerkstelt in een vestiging op het grondgebied van het Vlaamse Gewest.

Art. 21.De begeleiding op de werkvloer houdt minimaal al de volgende opdrachten in: 1° een praktijkgerichte begeleiding bieden op maat van de werknemer met een arbeidsbeperking en de werkgever, op basis van een ondersteuningsplan;2° de werknemer met een arbeidsbeperking coachen op de werkvloer;3° preventieve en remediërende aanpassingen voorstellen;4° ondersteuning bieden bij het onthaal en de integratie van de werknemer met een arbeidsbeperking;5° ondersteuning bieden bij het verbeteren van communicatie- en omgangsvormen met de werknemer met een arbeidsbeperking;6° de werknemer met een arbeidsbeperking adviseren en doorverwijzen voor problemen die verder reiken dan de arbeidscontext;7° permanente opvolging bieden en instaan voor de informatiedoorstroom over de tewerkstelling naar de werkgever of de collega-coach;8° informatie verstrekken aan VDAB met het oog op een evaluatie De Vlaamse Regering kan de opdrachten, vermeld in het eerste lid, verder uitbreiden of specificeren. De Vlaamse Regering bepaalt de minimale voorwaarden voor het ondersteuningsplan, vermeld in het eerste lid, 1°.

Art. 22.De begeleiding wordt uitgevoerd door de gekwalificeerde begeleider.

Als de gekwalificeerde begeleider geen rechtstreekse collega of directe leidinggevende is van de werknemer met een arbeidsbeperking, wordt er ook een collega-coach aangesteld.

Art. 23.De gekwalificeerde begeleider heeft de volgende taken: 1° een ondersteuningsplan opstellen in samenspraak met de werkgever en de werknemer met een arbeidsbeperking;2° het ondersteuningsplan actualiseren;3° de opdrachten, vermeld in artikel 21, uitvoeren. De Vlaamse Regering bepaalt de kwalificatie- of de competentievereisten voor de gekwalificeerde begeleider.

De werkgever kan de begeleiding op de werkvloer door de gekwalificeerde begeleider uitbesteden aan een erkende dienstverlener als vermeld in artikel 26.

Art. 24.De collega-coach is een rechtstreekse collega of leidinggevende van de werknemer met een arbeidsbeperking en vervult de volgende taken op de werkvloer: 1° zorgen voor de integratie van de werknemer met een arbeidsbeperking op de werkvloer;2° de werknemer met een arbeidsbeperking coachen bij het dagdagelijks functioneren op de werkvloer;3° het eerste aanspreekpunt zijn voor de werknemer met een arbeidsbeperking bij eventuele moeilijkheden op de werkvloer;4° moeilijkheden en opportuniteiten in verband met het functioneren van de werknemer met een arbeidsbeperking signaleren aan de werkgever en de gekwalificeerde begeleider. De Vlaamse Regering kan de voorwaarden voor de collega-coach, vermeld in het eerste lid, verder specificeren.

Art. 25.De werkgever is verantwoordelijk voor de goede uitvoering van de bege leiding op de werkvloer.

Met behoud van de toepassing van artikel 21 tot en met 24 van dit decreet kan de Vlaamse Regering ten aanzien van de werkgever en de gebruiker de voorwaarden van de begeleiding op de werkvloer nader bepalen voor personen die tewerkgesteld zijn conform de wet van 24 juli 1987Relevante gevonden documenten type wet prom. 24/07/1987 pub. 13/02/2007 numac 2007000038 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de tijdelijke arbeid, de uitzendarbeid en het ter beschikking stellen van werknemers ten behoeve van gebruikers. - Duitse vertaling sluiten betreffende de tijdelijke arbeid, de uitzendarbeid en het ter beschikking stellen van werknemers ten behoeve van gebruikers.

Art. 26.De Vlaamse Regering kan een of meer externe dienstverleners erkennen om de opdracht van gekwalificeerde begeleider, vermeld in artikel 23, uit te oefenen.

De externe dienstverlener voldoet bij zijn aanvraag tot erkenning minimaal aan al de volgende voorwaarden: 1° beschikken over professionele deskundigheid in de begeleiding van werknemers met een arbeidsbeperking;2° ervoor zorgen dat de continuïteit van de gekwalificeerde begeleiding op de werkvloer verzekerd is;3° beschikken over een kwaliteitsregistratie conform artikel 4 van het decreet van 29 maart 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 24/07/1987 pub. 13/02/2007 numac 2007000038 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de tijdelijke arbeid, de uitzendarbeid en het ter beschikking stellen van werknemers ten behoeve van gebruikers. - Duitse vertaling sluiten6 betreffende het kwaliteits- en registratiemodel van dienstverleners in het beleidsdomein Werk en Sociale Economie. De Vlaamse Regering kan bijkomende kwaliteitsvoorwaarden bepalen en bepaalt wat onder professionele deskundigheid als vermeld in het tweede lid, 1°, wordt verstaan.

De Vlaamse Regering bepaalt de procedure voor de aanvraag, de goedkeuring en de toekenning van de aanstelling van de externe dienstverlener. HOOFDSTUK 5. - Werkondersteunende maatregelen voor zelfstandigen

Art. 27.De Vlaamse Regering kent een ondersteuningspremie toe aan de volgende personen: 1° personen met een arbeidsbeperking die door VDAB zijn geïndiceerd en die zelfstandige in hoofdberoep of zelfstandige in bijberoep zijn geworden als vermeld in het koninklijk besluit nr.38 van 27 juli 1967 houdende inrichting van het sociaal statuut der zelfstandigen; 2° zelfstandigen die een arbeidsbeperking hebben verworven en die door VDAB zijn geïndiceerd. De ondersteuningspremie, vermeld in het eerste lid, vergoedt de vastgestelde behoefte aan de werkondersteunende maatregelen op basis van het gewaarborgde gemiddelde minimummaandinkomen.

De ondersteuningspremie wordt alleen toegekend aan zelfstandigen met een arbeidsbeperking die aan een van de volgende voorwaarden voldoen: 1° ze hebben hun activiteiten op het Belgische grondgebied;2° ze hebben hun activiteiten in een lidstaat van de Europese Unie of van de Europese Economische Ruimte, en keren in principe dagelijks terug naar hun hoofdverblijfplaats, vermeld in artikel 9, 1°. Voor de toekenning van werkondersteunende maatregelen kan de Vlaamse Regering voorwaarden bepalen op het vlak van de startdatum.

Art. 28.De ondersteuningspremie wordt alleen uitbetaald voor de periode waarin de zelfstandigen hun activiteiten hebben uitgevoerd en voldoende bedrijfsactiviteiten kunnen aantonen.

De Vlaamse Regering bepaalt: 1° wat onder voldoende bedrijfsactiviteiten moet worden verstaan. Daarbij kan ze rekening houden met het statuut van de zelfstandige; 2° de perioden die worden gelijkgesteld met de periode, vermeld in het eerste lid. Als zelfstandigen niet voldoende bedrijfsactiviteiten realiseren, worden de toekomstige betalingen van de ondersteuningspremie opgeschort. De zelfstandigen kunnen een voortzetting van de betaling van de ondersteuningspremie vragen als ze aantonen dat ze voldoende bedrijfsactiviteiten realiseren.

Art. 29.Zelfstandigen met een arbeidsbeperking dienen een aanvraag voor de ondersteuningspremie in bij de dienst van de Vlaamse administratie die de Vlaamse Regering aanwijst.

De Vlaamse Regering bepaalt de aanvraagprocedure voor de ondersteuningspremie.

Art. 30.§ 1. De ondersteuningspremie bedraagt minimaal 20 procent en maximaal 75 procent van het gewaarborgde gemiddelde minimummaandinkomen.

De ondersteuningspremie is degressief. Zelfstandigen kunnen een aanvraag tot wijziging van de hoogte van de ondersteuningspremie indienen bij de dienst van de Vlaamse administratie die de Vlaamse Regering aanwijst. § 2. De Vlaamse Regering bepaalt: 1° de procedure voor de toekenning, de duurtijd en de uitbetaling van de ondersteuningspremie aan de zelfstandige;2° het startpercentage en de degressiviteit van de ondersteuningspremie.Daarbij houdt ze rekening met de duurtijd van de behoefte van de persoon, vermeld in artikel 32; 3° de voorwaarden en de procedure voor de wijziging van de hoogte van de ondersteuningspremie.

Art. 31.§ 1. De duurtijd van de toekenning van de ondersteuningspremie voor de zelfstandigen met een arbeidsbeperking bedraagt maximaal vijf jaar. De voormelde termijn kan na een evaluatie als vermeld in artikel 33, telkens met maximaal vijf jaar worden verlengd.

De Vlaamse Regering bepaalt: 1° de duurtijd van de toekenning van de ondersteuningspremie.Daarbij houdt ze rekening met de duurtijd van de behoefte van de persoon, vermeld in artikel 32; 2° de voorwaarden en de procedure voor de aanvraag van een wijziging van de duurtijd van de ondersteuningspremie. § 2. De duurtijd van de toekenning van de ondersteuningspremie aan de zelfstandige met een arbeidsbeperking kan de duurtijd van de behoefte van de persoon die bij de indicering is bepaald, niet overschrijden. HOOFDSTUK 6. - Indicering en evaluatie

Art. 32.VDAB stelt de behoefte aan en de duurtijd van werkondersteunende maatregelen vast voor de persoon met een arbeidsbeperking die de leeftijd, vermeld in artikel 2 van het koninklijk besluit van 23 december 1996Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 23/12/1996 pub. 04/02/2014 numac 2014000075 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot uitvoering van de artikelen 15, 16 en 17 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type koninklijk besluit prom. 23/12/1996 pub. 17/11/2015 numac 2015000648 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot uitvoering van de artikelen 15, 16 en 17 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten tot uitvoering van artikel 15, 16 en 17 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels, nog niet heeft bereikt op basis van de volgende documenten of onderzoeken: 1° een attest waaruit blijkt dat de persoon met een arbeidsbeperking een aandoening of voorgeschiedenis heeft die voorkomt op een lijst die de Vlaamse Regering vaststelt;2° een indicerend arbeidsonderzoek waaruit blijkt dat de persoon met een arbeidsbeperking voldoet aan een van de voorwaarden op een lijst die de Vlaamse Regering vaststelt. De Vlaamse Regering bepaalt de procedure om de lijsten, vermeld in het eerste lid, 1° en 2°, vast te stellen.

VDAB kan bij het onderzoek naar de behoefte aan werkondersteunende maatregelen een beroep doen op een dienst die ze aanstelt.

Art. 33.VDAB evalueert in functie van een aanvraag tot wijziging van de hoogte of de duurtijd van de werkondersteunende maatregelen voor het tewerkstellen van de werknemer met een arbeidsbeperking of voor de zelfstandige met een arbeidsbeperking.

Die evaluatie vindt plaats op initiatief van VDAB of op verzoek van de persoon met een arbeidsbeperking of de werkgever, naargelang de geïndiceerde problematiek.

VDAB kan de periodiciteit van de evaluatie aanpassen naargelang de geïndiceerde problematiek.

Bij een evaluatie als vermeld in het eerste en tweede lid, houdt VDAB rekening met de specifieke functie en de werkplekvereisten en kan VDAB hiervoor ter plaatse een onderzoek voeren. Op basis van de vaststelling van VDAB beslist de dienst van de Vlaamse administratie die de Vlaamse Regering aanwijst, over de toekenning of de wijziging van de werkondersteunende maatregelen.

Op verzoek van de werknemer met een arbeidsbeperking licht VDAB de inzet van de werkondersteunende maatregelen toe.

VDAB kan bij de evaluatie van de behoefte aan werkondersteunende maatregelen een beroep doen op een dienst die ze aanstelt.

De Vlaamse Regering kan de voorwaarden voor de evaluatie nader bepalen. HOOFDSTUK 7. - Beroep

Art. 34.De werknemer of de zelfstandige met een arbeidsbeperking, of de werkgever die de vaststelling van de behoefte aan werkondersteunende maatregelen of de evaluatie door VDAB, vermeld in artikel 32 en 33, betwist, kan bij VDAB een verzoek indienen tot heroverweging van de vaststelling van de behoefte aan werkondersteunende maatregelen.

De Vlaamse Regering bepaalt de termijn voor de indiening van het verzoek en de procedure voor de heroverweging.

Het verzoek tot heroverweging heeft geen schorsende werking.

Art. 35.VDAB brengt de indiener met een aangetekende brief op de hoogte van het resultaat van de heroverweging. Die kennisgeving vermeldt minstens al de volgende elementen: 1° de mogelijkheid om bij de bevoegde rechtbank beroep in te stellen;2° de wijze waarop tegen de heroverweging beroep kan worden ingesteld;3° de termijn om beroep in te stellen.

Art. 36.De werknemer of de zelfstandige met een arbeidsbeperking, of de werkgever die de heroverweging door VDAB, vermeld in artikel 34 van dit decreet, betwist, tekent op straffe van nietigheid binnen negentig dagen na de derde werkdag die volgt op de verzendingsdatum van de kennisgeving van de heroverweging, beroep aan bij de arbeidsrechtbank.

Het beroep bij de arbeidsrechtbank heeft geen schorsende werking. HOOFDSTUK 8. - Verwerking van persoonsgegevens

Art. 37.VDAB treedt op als verwerkingsverantwoordelijke als vermeld in artikel 4, 7), van de algemene verordening gegevensbescherming voor de verwerking van persoonsgegevens in het kader van de indicering en de evaluatie.

De dienst van de Vlaamse administratie treedt op als verwerkingsverantwoordelijke als vermeld in artikel 4, 7), van de algemene verordening gegevensbescherming, voor de verwerking van persoonsgegevens in het kader van de aanvraag en de toekenning van de werkondersteunende maatregelen.

Art. 38.De volgende categorieën van persoonsgegevens van de begunstigde worden in het kader van de indicering, de evaluatie en de toekenning van de werkondersteunende maatregelen verwerkt: 1° de identificatie- en contactgegevens, waaronder het INSZ-nummer;2° de behoefte aan werkondersteunende maatregelen en de indicering als persoon met een arbeidsbeperking;3° de tewerkstellingsgegevens;4° de gegevens over de bezoldiging;5° de gegevens over de geleverde arbeidsprestaties;6° de gegevens over het zelfstandig statuut; 7° de fiscale gegevens.

Art. 39.Conform de bepalingen in dit decreet wisselt VDAB de volgende persoonsgegevens uit met de volgende instanties: 1° de gegevens, vermeld in artikel 38, 1°, met het Rijksregister van de natuurlijke personen;2° de gegevens, vermeld in artikel 38, 2°, de behoefte en duurtijd van de werkondersteunende maatregelen en de indicering met het Departement Werk en Sociale Economie;3° de gegevens, vermeld in artikel 38, 3°, met de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid;4° de gegevens, vermeld in artikel 38, 6°, met het Rijksinstituut voor de Sociale Verzekeringen der Zelfstandigen. Conform de bepalingen in dit decreet wisselt de dienst van de Vlaamse administratie die de Vlaamse Regering aanwijst de volgende persoonsgegevens uit met de volgende instanties: 1° de gegevens, vermeld in artikel 38, 1°, met het Rijksregister van de natuurlijke personen;2° de gegevens, vermeld in artikel 38, 2°, de behoefte en duurtijd van de werkondersteunende maatregelen en de indicering met VDAB;3° de gegevens, vermeld in artikel 38, 3° tot en met 5°, met de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid;4° de gegevens, vermeld in artikel 38, 6°, met het Rijksinstituut voor de Sociale Verzekeringen der Zelfstandigen;5° de gegevens, vermeld in artikel 38, 7°, met de Federale Overheidsdienst Financiën. De uitwisselingen van persoonsgegevens vinden plaats met tussenkomst van de bevoegde dienstenintegratoren als dit van toepassing is.

In het derde lid wordt verstaan onder dienstenintegrator: de dienstenintegrator, vermeld in het decreet van 13 juli 2012Relevante gevonden documenten type wet prom. 24/07/1987 pub. 13/02/2007 numac 2007000038 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de tijdelijke arbeid, de uitzendarbeid en het ter beschikking stellen van werknemers ten behoeve van gebruikers. - Duitse vertaling sluiten0 houdende de oprichting en organisatie van een Vlaamse dienstenintegrator.

Art. 40.Met behoud van de toepassing van de noodzakelijke bewaring van de persoonsgegevens voor de latere verwerking met het oog op archivering in het algemeen belang, voor wetenschappelijk of historisch onderzoek of voor statistische doeleinden, vermeld in artikel 89 van de algemene verordening gegevensbescherming, worden die persoonsgegevens bewaard gedurende de strikt noodzakelijke duur voor de beoogde doeleinden van dit decreet, met een maximale bewaartermijn die niet meer mag bedragen dan tien jaar na de verjaring van alle vorderingen die tot de bevoegdheid van de verwerkingsverantwoordelijke behoren, en in voorkomend geval, de definitieve beëindiging van de gerechtelijke, administratieve en buitengerechtelijke procedures en beroepen die voortvloeien uit de verwerking van die gegevens. HOOFDSTUK 9. - Toezicht en sancties

Art. 41.Het toezicht en de controle op de uitvoering van dit decreet en de uitvoeringsbesluiten ervan verlopen conform het decreet houdende sociaalrechtelijk toezicht van 30 april 2004.

Art. 42.Met behoud van de toepassing van artikel 269 tot en met 274 van het Strafwetboek worden de volgende personen gestraft met een gevangenisstraf van acht dagen tot een jaar en met een geldboete van 50 euro tot 500 euro, of met een van die straffen alleen: 1° de werkgever, zijn lasthebbers of aangestelden die nalaten om voor werknemers met een arbeidsbeperking een ondersteuningsplan te doen opstellen of te doen actualiseren conform artikel 23, eerste lid, van dit decreet;2° de werkgever, zijn lasthebbers of aangestelden die voor de coaching van werknemers met een arbeidsbeperking werknemers inzetten die niet beantwoorden aan de voorwaarden vastgesteld krachtens artikel 24 van dit decreet.

Art. 43.Met behoud van de toepassing van artikel 269 tot en met 274 van het Strafwetboek worden de volgende personen gestraft met een gevangenisstraf van acht dagen tot een jaar en met een geldboete van 125 euro tot 1250 euro, of met een van die straffen alleen: 1° personen die de premies, vermeld in hoofdstuk 4, afdeling 2 en 3, en hoofdstuk 5 van dit decreet, aanwenden voor andere doeleinden dan de doeleinden waarvoor ze de premies hebben verkregen;2° personen die een of meer van de premies, vermeld in hoofdstuk 4, afdeling 2 en 3, en hoofdstuk 5 van dit decreet, hebben verkregen of die een premie behouden waarop ze geen of maar gedeeltelijk recht hebben, door onjuiste of onvolledige verklaringen af te leggen, of door na te laten om noodzakelijke verklaringen af te leggen of inlichtingen te verstrekken;3° de werkgever, zijn lasthebbers of aangestelden die in strijd met de behoefte aan werkondersteunende maatregelen, vastgesteld conform artikel 32, eerste lid, van dit decreet, niet voorzien in een begeleiding op de werkvloer;4° de werkgever, zijn lasthebbers of aangestelden die niet voorzien in een begeleiding en coaching die overeenstemmen met de voorwaarden, vermeld in hoofdstuk 4, afdeling 3, van dit decreet;5° de werkgever, zijn lasthebbers of aangestelden die de correcte uitvoering van de begeleiding en coaching, vermeld in hoofdstuk 4, afdeling 3, van dit decreet, verhinderen;6° de werkgever, zijn lasthebbers of aangestelden die voor de begeleiding van werknemers met een arbeidsbeperking werknemers aanstellen als begeleider die niet gekwalificeerd zijn conform artikel 23, tweede lid, van dit decreet;7° de werkgever, zijn lasthebbers of aangestelden die werknemers ontslaan met de uitsluitende bedoeling om hen te vervangen door een of meer werknemers met een arbeidsbeperking die recht geven op werkondersteunende maatregelen of voordeligere werkondersteunende maatregelen of om hen daarna opnieuw aan te werven met het oog op de toekenning van werkondersteunende maatregelen of voordeligere werkondersteunende maatregelen conform artikel 13, eerste lid, 1° en 2° ;8° de externe dienstverlener die, al dan niet met medeweten van of op verzoek van de werkgever in kwestie, niet voorziet in begeleiding die volledig in overeenstemming is met de voorwaarden, vermeld in hoofdstuk 4, afdeling 3, of die de begeleiding niet correct of onvolledig uitvoert zonder daarin verhinderd te worden als vermeld in punt 5°. De geldboete die wordt opgelegd met toepassing van het eerste lid, 3° tot en met 8°, wordt vermenigvuldigd met het aantal werknemers met een arbeidsbeperking op wie de inbreuk van invloed is. De vermenigvuldigde geldboete mag niet meer bedragen dan het honderdvoud van de maximumgeldboete.

Art. 44.Met behoud van de toepassing van artikel 269 tot en met 274 van het Strafwetboek worden de volgende personen gestraft met een gevangenisstraf van zes maanden tot drie jaar en met een geldboete van 250 euro tot 2500 euro, of met een van die straffen alleen: 1° personen die wetens en willens de premies, vermeld in hoofdstuk 4, afdeling 2 en 3, en hoofdstuk 5 van dit decreet, aanwenden voor andere doeleinden dan de doeleinden waarvoor ze de premies hebben verkregen;2° personen die wetens en willens onjuiste of onvolledige verklaringen hebben afgelegd om de premies, vermeld in hoofdstuk 4, afdeling 2 en 3, en hoofdstuk 5 van dit decreet, ten onrechte te verkrijgen of te doen verkrijgen, te behouden of te doen behouden;3° personen die wetens en willens hebben nagelaten of geweigerd om noodzakelijke verklaringen af te leggen of de inlichtingen te verstrekken die ze moeten verstrekken, om de premies, vermeld in hoofdstuk 4, afdeling 2 en 3, en hoofdstuk 5 van dit decreet, ten onrechte te verkrijgen of te doen verkrijgen, te behouden of te doen behouden;4° personen die wetens en willens de premies, vermeld in hoofdstuk 4, afdeling 2 en 3, en hoofdstuk 5 van dit decreet, ten onrechte hebben verkregen of behouden waarop ze geen of maar gedeeltelijk recht hebben, door onjuiste of onvolledige verklaringen af te leggen, of door na te laten of te weigeren om noodzakelijke verklaringen af te leggen of inlichtingen te verstrekken;5° personen die, om de premies, vermeld in hoofdstuk 4, afdeling 2 en 3, en hoofdstuk 5 van dit decreet, ten onrechte te verkrijgen of te doen verkrijgen, te behouden of te doen behouden, een van de volgende handelingen hebben gesteld: a) ze hebben valsheid in geschrifte gepleegd op een van de volgende wijzen: 1) door valse handtekeningen;2) door namaking of vervalsing van geschriften of handtekeningen;3) door overeenkomsten, beschikkingen, verbintenissen of schuldbevrijdingen valselijk op te maken of in een akte in te voegen;4) door toevoeging of vervalsing van bedingen, verklaringen of feiten die in de akte opgenomen of vastgesteld moeten worden;b) ze hebben een valse akte of een vals stuk gebruikt terwijl ze wisten dat de gebruikte akte of het gebruikte stuk vals was;6° personen die, om de premies, vermeld in hoofdstuk 4, afdeling 2 en 3, en hoofdstuk 5 van dit decreet, ten onrechte te verkrijgen of te doen verkrijgen, te behouden of te doen behouden, een van de volgende handelingen hebben gesteld: a) ze hebben bedrog gepleegd door gegevens die worden opgeslagen, verwerkt of overgedragen via een informaticasysteem, in te brengen in een informaticasysteem, te wijzigen of te wissen, of met een ander technologisch middel de mogelijke aanwending van gegevens in een informaticasysteem te veranderen, waardoor de juridische draagwijdte van de gegevens verandert;b) ze hebben gegevens gebruikt waarvan ze wisten dat ze vals waren;7° personen die, om de premies, vermeld in hoofdstuk 4, afdeling 2 en 3, en hoofdstuk 5 van dit decreet, ten onrechte te verkrijgen of doen verkrijgen, te behouden of te doen behouden, valse namen, valse hoedanigheden of valse adressen gebruiken of die een andere frauduleuze handeling hebben gesteld om te doen geloven in het bestaan van een fictieve persoon, een fictieve onderneming of een fictieve gebeurtenis, of om op een andere wijze misbruik te maken van het vertrouwen.

Art. 45.Bij herhaling binnen vijf jaar kan de maximale straf, vermeld in artikel 42, 43 en 44, verdubbeld worden.

Art. 46.De werkgever is burgerrechtelijk aansprakelijk voor de betaling van de geldboetes waartoe zijn lasthebbers of aangestelden zijn veroordeeld.

Art. 47.Onrechtmatig ontvangen premies worden ambtshalve teruggevorderd.

De Vlaamse Regering kan nadere regels vaststellen voor de terugvordering van die premies.

Art. 48.Als de benadeelde derden zich geen burgerlijke partij hebben gesteld, veroordeelt de rechter die de straf, vermeld in artikel 43, eerste lid, 1° en 2°, en artikel 44, uitspreekt, of die de schuld vaststelt voor een inbreuk op die bepalingen, de verdachte ambtshalve tot de terugbetaling van de onrechtmatig ontvangen premies, vermeerderd met de verwijlinteresten.

Als er geen afrekening is voor de premies, vermeld in het eerste lid, of als de afrekening betwist wordt en er in dat verband nadere informatie nodig is, houdt de rechter de beslissing over de ambtshalve veroordeling aan.

Art. 49.Alle bepalingen van boek 1 van het Strafwetboek, uitgezonderd hoofdstuk V, maar met inbegrip van hoofdstuk VII en artikel 85, zijn van toepassing op de overtredingen, vermeld in dit decreet. Bij herhaling is artikel 85 van het Strafwetboek niet van toepassing.

Art. 50.Bij een veroordeling of vaststelling van schuld voor een inbreuk als vermeld in artikel 43, eerste lid, 1° en 2°, van dit decreet, kan de Vlaamse Regering beslissen dat de persoon die de premies, vermeld in hoofdstuk 4, afdeling 2 en 3, en hoofdstuk 5 van dit decreet, onrechtmatig heeft verkregen of behouden, gedurende een periode van maximaal twaalf maanden wordt uitgesloten van het voordeel van die premies.

Bij een veroordeling voor een inbreuk als vermeld in artikel 44 van dit decreet, kan de Vlaamse Regering beslissen dat de persoon die de premies, vermeld in hoofdstuk 4, afdeling 2 en 3, en hoofdstuk 5 van dit decreet, onrechtmatig heeft verkregen of behouden, gedurende een periode van maximaal vierentwintig maanden wordt uitgesloten van het voordeel van die premies.

In geval van herhaling binnen vijf jaar na afloop van de periode, vermeld in het eerste en tweede lid, kan de maximale periode van de uitsluiting, vermeld in het eerste en tweede lid, verdubbeld worden.

Art. 51.De administratieve geldboete op grond van inbreuken op dit decreet wordt opgelegd conform het decreet houdende sociaalrechtelijk toezicht van 30 april 2004.

Art. 52.Bij de oplegging van een administratieve geldboete voor een inbreuk als vermeld in artikel 13/8, tweede lid, 1° en 2°, van het decreet houdende sociaal-rechtelijk toezicht van 30 april 2004, kan de Vlaamse Regering beslissen dat de persoon die de premies, vermeld in hoofdstuk 4, afdeling 2 en 3, en hoofdstuk 5 van dit decreet, onrechtmatig heeft verkregen of behouden, gedurende een periode van maximaal twaalf maanden wordt uitgesloten van het voordeel van die premies.

Bij de oplegging van een administratieve geldboete voor een inbreuk als vermeld in artikel 13/8, derde lid, van het voormelde decreet van 30 april 2004Relevante gevonden documenten type decreet prom. 30/04/2004 pub. 29/06/2004 numac 2004035972 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende wijziging van het decreet van 30 maart 1999 houdende oprichting van een Vlaams Fonds voor de Letteren type decreet prom. 30/04/2004 pub. 27/05/2004 numac 2004035776 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet tot oprichting van het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt type decreet prom. 30/04/2004 pub. 12/10/2004 numac 2004036500 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap betreffende de flexibilisering van het hoger onderwijs in Vlaanderen en houdende dringende hogeronderwijsmaatregelen sluiten, kan de Vlaamse Regering beslissen dat de persoon die de premies, vermeld in hoofdstuk 4, afdeling 2 en 3, en hoofdstuk 5 van dit decreet, onrechtmatig heeft verkregen of behouden, gedurende een periode van maximaal vierentwintig maanden wordt uitgesloten van het voordeel van die premies.

Bij herhaling binnen vijf jaar na afloop van de periode, vermeld in het eerste en tweede lid, wordt de maximale periode van de uitsluiting, vermeld in het eerste en tweede lid, verdubbeld.

Art. 53.De subsidies voor de werkondersteunende maatregelen worden niet gecumuleerd met enige andere steun voor dezelfde kosten die volledig of gedeeltelijk overlappen, als een dergelijke cumulatie ertoe leidt dat daarmee de geïndiceerde steunintensiteit die krachtens de toepasselijke regelgeving voor die steun geldt, wordt overschreden.

Als de geïndiceerde steunintensiteit of het hoogste steunbedrag wordt overschreden, worden de middelen die buiten dit decreet verworven worden, a rato in mindering gebracht van de werkondersteunende maatregelen.

Om financiering boven de toegelaten maxima te vermijden, maken alle personen, ondernemingen en organisaties die premies ontvangen in het kader van dit decreet en de uitvoeringsbesluiten ervan, op eenvoudig verzoek van de dienst van de Vlaams administratie die de Vlaamse Regering aanwijst, alle financiële middelen bekend die mogelijk aanleiding geven tot cumulatie. Alle bewijsstukken worden op eenvoudig verzoek ter beschikking gesteld.

Art. 54.De rechtsvorderingen die ontstaan uit de toepassing van dit decreet en de uitvoeringsbesluiten ervan, verjaren na verloop van vijf jaar na het feit waaruit de vordering is ontstaan. HOOFDSTUK 1 0. - Wijzigingsbepalingen Afdeling 1. - Wijziging van de besluitwet van 28 december 1944Relevante gevonden documenten type wet prom. 24/07/1987 pub. 13/02/2007 numac 2007000038 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de tijdelijke arbeid, de uitzendarbeid en het ter beschikking stellen van werknemers ten behoeve van gebruikers. - Duitse vertaling sluiten7

betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders

Art. 55.In artikel 7, § 1, derde lid, van de besluitwet van 28 december 1944Relevante gevonden documenten type wet prom. 24/07/1987 pub. 13/02/2007 numac 2007000038 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de tijdelijke arbeid, de uitzendarbeid en het ter beschikking stellen van werknemers ten behoeve van gebruikers. - Duitse vertaling sluiten7 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, het laatst gewijzigd bij het decreet van 8 juli 2016, wordt punt m) twee jaar na de inwerkingtreding van dit decreet opgeheven. Afdeling 2. - Wijziging van het Gerechtelijk Wetboek

Art. 56.Aan artikel 582, 2°, van het Gerechtelijk Wetboek, wat de Vlaamse Gemeenschap betreft, het laatst gewijzigd bij het decreet van 18 mei 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 24/07/1987 pub. 13/02/2007 numac 2007000038 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de tijdelijke arbeid, de uitzendarbeid en het ter beschikking stellen van werknemers ten behoeve van gebruikers. - Duitse vertaling sluiten4, wordt de zinsnede "en van de geschillen over de vaststelling van werkondersteunende maatregelen als vermeld in artikel 2, 13°, van het decreet van 14 januari 2022 over maatwerk bij individuele inschakeling" toegevoegd. Afdeling 3. - Wijziging van de programmawet (I) van 24 december 2002

Art. 57.Artikel 340 van de programmawet (I) van 24 december 2002 wordt opgeheven.

Art. 58.Artikel 341, 341bis, 364 en 372bis van dezelfde wet worden twee jaar na de inwerkingtreding van dit decreet opgeheven. Afdeling 4. - Wijzigingen van het decreet houdende sociaalrechtelijk

toezicht van 30 april 2004

Art. 59.In artikel 2, § 1, eerste lid, van het decreet houdende sociaalrechtelijk toezicht van 30 april 2004, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 19 juli 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 24/07/1987 pub. 13/02/2007 numac 2007000038 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de tijdelijke arbeid, de uitzendarbeid en het ter beschikking stellen van werknemers ten behoeve van gebruikers. - Duitse vertaling sluiten9, wordt punt 5° opnieuw opgenomen in de volgende lezing: "5° het decreet van 14 januari 2022 over maatwerk bij individuele inschakeling;".

Art. 60.In artikel 13/2 van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 12 juli 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 24/07/1987 pub. 13/02/2007 numac 2007000038 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de tijdelijke arbeid, de uitzendarbeid en het ter beschikking stellen van werknemers ten behoeve van gebruikers. - Duitse vertaling sluiten2, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1 wordt punt 2° opgeheven;2° in paragraaf 2 wordt punt 4° opgeheven.

Art. 61.In hetzelfde decreet, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 19 juli 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 24/07/1987 pub. 13/02/2007 numac 2007000038 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de tijdelijke arbeid, de uitzendarbeid en het ter beschikking stellen van werknemers ten behoeve van gebruikers. - Duitse vertaling sluiten9, wordt een artikel 13/8 ingevoegd, dat luidt als volgt: "

Art. 13/8.Onder de voorwaarden, vermeld in dit decreet, en als de feiten ook voor strafvervolging vatbaar zijn, kan voor de volgende inbreuken op het decreet van 14 januari 2022 over maatwerk bij individuele inschakeling, een administratieve geldboete opgelegd worden van 100 euro tot 1000 euro aan: 1° de werkgever, zijn lasthebbers of aangestelden die nalaten om voor werknemers met een arbeidsbeperking een ondersteuningsplan te doen opstellen of te doen actualiseren conform artikel 23, eerste lid, van het voormelde decreet van 14 januari 2022;2° de werkgever, zijn lasthebbers of aangestelden die voor de coaching van werknemers met een arbeidsbeperking werknemers inzetten die niet beantwoor den aan de voorwaarden, vastgesteld krachtens artikel 24, tweede lid, van het voormelde decreet van 14 januari 2022. Onder de voorwaarden, vermeld in dit decreet, en als de feiten ook voor strafvervolging vatbaar zijn, kan voor de volgende inbreuken op het voormelde decreet van 14 januari 2022 een administratieve geldboete opgelegd worden van 250 euro tot 2500 euro aan: 1° personen die de premies, vermeld in hoofdstuk 4, afdeling 2 en 3, en hoofdstuk 5 van het voormelde decreet van 14 januari 2022, aanwenden voor andere doeleinden dan de doeleinden waarvoor ze de premies hebben verkregen;2° personen die een of meer van de premies, vermeld in hoofdstuk 4, afdeling 2 en 3, en hoofdstuk 5 van het voormelde decreet van 14 januari 2022, hebben verkregen of die een premie behouden waarop ze geen of maar gedeeltelijk recht hebben, door onjuiste of onvolledige verklaringen af te leggen, of door na te laten om noodzakelijke verklaringen af te leggen of inlichtingen te verstrekken;3° de werkgever, zijn lasthebbers of aangestelden die in strijd met de behoefte aan werkondersteunende maatregelen, vastgesteld conform artikel 32, eerste lid, van het voormelde decreet van 14 januari 2022 niet voorzien in een begeleiding op de werkvloer;4° de werkgever, zijn lasthebbers of aangestelden die niet voorzien in een begeleiding en coaching die overeenstemmen met de voorwaarden, vermeld in hoofdstuk 4, afdeling 3, van het voormelde decreet van 14 januari 2022;5° de werkgever, zijn lasthebbers of aangestelden die de correcte uitvoering van de begeleiding en coaching, vermeld in hoofdstuk 4, afdeling 3, van het voormelde decreet van 14 januari 2022, verhinderen;6° de werkgever, zijn lasthebbers of aangestelden die voor de begeleiding van werknemers met een arbeidsbeperking werknemers aanstellen als begeleider die niet gekwalificeerd zijn conform artikel 23, tweede lid, van het voormelde decreet van 14 januari 2022;7° de werkgever, zijn lasthebbers of aangestelden die werknemers ontslaan met de uitsluitende bedoeling om hen te vervangen door een of meer werknemers met een arbeidsbeperking die recht geven op werkondersteunende maatregelen of voordeligere werkondersteunende maatregelen of om hen daarna opnieuw aan te werven met het oog op de toekenning van werkondersteunende maatregelen of voordeligere werkondersteunende maatregelen;8° de externe dienstverlener die, al dan niet met medeweten van of op verzoek van de werkgever in kwestie, niet voorziet in begeleiding die volledig in overeenstemming is met de voorwaarden, vermeld in hoofdstuk 4, afdeling 3, van het voormelde decreet van 14 januari 2022, of die de begeleiding niet correct of onvolledig uitvoert. Onder de voorwaarden, vermeld in dit decreet, en als de feiten ook voor strafvervolging vatbaar zijn, kan voor de volgende inbreuken op het voormelde decreet van 14 januari 2022 een administratieve geldboete opgelegd worden van 500 euro tot 5000 euro aan: 1° personen die wetens en willens de premies, vermeld in hoofdstuk 4, afdeling 2 en 3, en hoofdstuk 5 van het voormelde decreet van 14 januari 2022, aanwenden voor andere doeleinden dan de doeleinden waarvoor ze de premies hebben verkregen;2° personen die wetens en willens onjuiste of onvolledige verklaringen hebben afgelegd om de premies, vermeld in hoofdstuk 4, afdeling 2 en 3, en hoofdstuk 5 van het voormelde decreet van 14 januari 2022, ten onrechte te verkrijgen of te doen verkrijgen, te behouden of te doen behouden;3° personen die wetens en willens hebben nagelaten of geweigerd om noodzakelijke verklaringen af te leggen of de inlichtingen te verstrekken die ze moeten verstrekken, om de premies, vermeld in hoofdstuk 4, afdeling 2 en 3, en hoofdstuk 5 van het voormelde decreet van 14 januari 2022, ten onrechte te verkrijgen of te doen verkrijgen, te behouden of te doen behouden;4° personen die wetens en willens de premies, vermeld in hoofdstuk 4, afdeling 2 en 3, en hoofdstuk 5 van het voormelde decreet van 14 januari 2022, ten onrechte hebben verkregen of behouden waarop ze geen of maar gedeeltelijk recht hebben, door onjuiste of onvolledige verklaringen af te leggen, of door na te laten of te weigeren om noodzakelijke verklaringen af te leggen of inlichtingen te verstrekken;5° personen die de volgende handelingen hebben gesteld om de premies, vermeld in hoofdstuk 4, afdeling 2 en 3, en hoofdstuk 5 van het voormelde decreet van 14 januari 2022, ten onrechte te verkrijgen of te doen verkrijgen, te behouden of te doen behouden: a) ze hebben valsheid in geschrifte gepleegd op een van de volgende wijzen: 1) door valse handtekeningen;2) door namaking of vervalsing van geschriften of handtekeningen;3) door overeenkomsten, beschikkingen, verbintenissen of schuldbevrijdingen valselijk op te maken of in een akte in te voegen;4) door toevoeging of vervalsing van bedingen, verklaringen of feiten die in de akte opgenomen of vastgesteld moeten worden;b) ze hebben een valse akte of een vals stuk gebruikt, terwijl ze wisten dat de gebruikte akte of het gebruikte stuk vals was;6° personen die de volgende handelingen hebben gesteld om de premies, vermeld in hoofdstuk 4, afdeling 2 en 3, en hoofdstuk 5 van het voormelde decreet van 14 januari 2022, ten onrechte te verkrijgen of te doen verkrijgen, te behouden of te doen behouden: a) ze hebben bedrog gepleegd door gegevens die worden opgeslagen, verwerkt of overgedragen via een informaticasysteem, in te brengen in een informaticasysteem, te wijzigen of te wissen, of met een ander technologisch middel de mogelijke aanwending van gegevens in een informaticasysteem te veranderen, waardoor de juridische draagwijdte van de gegevens verandert;b) ze hebben gegevens gebruikt waarvan ze wisten dat ze vals waren; 7° personen die, om de premies, vermeld in hoofdstuk 4, afdeling 2 en 3, en hoofdstuk 5 van het voormelde decreet van 14 januari 2022, ten onrechte te verkrijgen of te doen verkrijgen, te behouden of te doen behouden, valse namen, valse hoedanigheden of valse adressen hebben gebruikt, of die een andere frauduleuze handeling hebben gesteld om te doen geloven in het bestaan van een fictieve persoon, een fictieve onderneming, of een fictieve gebeurtenis, of om op een andere wijze misbruik te maken van het vertrouwen.". Afdeling 5. - Wijzigingen van het decreet van 7 mei 2004Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/05/2004 pub. 07/06/2004 numac 2004035865 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet tot oprichting van het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap « Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding » sluiten tot

oprichting van het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding

Art. 62.In artikel 5 van het decreet van 7 mei 2004Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/05/2004 pub. 07/06/2004 numac 2004035865 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet tot oprichting van het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap « Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding » sluiten tot oprichting van het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding, het laatst gewijzigd bij het decreet van 19 juni 2020, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1 wordt een punt 1° /1 ingevoegd, dat luidt als volgt: "1° /1 persoon met een arbeidsbeperking: de persoon met een arbeidsbeperking, vermeld in artikel 2, 9°, van het decreet van 14 januari 2022 betreffende maatwerk bij individuele inschakeling;"; 2° in paragraaf 1/1, eerste lid, 5°, worden de woorden "personen met een arbeidshandicap en doelgroepwerknemers" telkens vervangen door de zinsnede "personen met een arbeidshandicap, doelgroepwerknemers en personen met een arbeidsbeperking";3° in paragraaf 1/1, eerste lid, 5°, b), worden de woorden "en de maatwerkafdelingen" opgeheven. Afdeling 6. - Wijzigingen van het decreet van 12 juli 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 24/07/1987 pub. 13/02/2007 numac 2007000038 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de tijdelijke arbeid, de uitzendarbeid en het ter beschikking stellen van werknemers ten behoeve van gebruikers. - Duitse vertaling sluiten2 betreffende

maatwerk bij collectieve inschakeling

Art. 63.In artikel 3 van het decreet van 12 juli 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 24/07/1987 pub. 13/02/2007 numac 2007000038 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de tijdelijke arbeid, de uitzendarbeid en het ter beschikking stellen van werknemers ten behoeve van gebruikers. - Duitse vertaling sluiten2 betreffende maatwerk bij collectieve inschakeling wordt punt 4° opgeheven.

Art. 64.In artikel 4, § 1, tweede lid, 4°, van hetzelfde decreet wordt het getal "65" vervangen door het getal "55".

Art. 65.Artikel 5 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 29 maart 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 24/07/1987 pub. 13/02/2007 numac 2007000038 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de tijdelijke arbeid, de uitzendarbeid en het ter beschikking stellen van werknemers ten behoeve van gebruikers. - Duitse vertaling sluiten6, wordt opgeheven.

Art. 66.In artikel 6, eerste lid, van hetzelfde decreet worden de woorden "en de maatwerkafdelingen dienen" vervangen door het woord "dient".

Art. 67.In artikel 7, eerste lid, van hetzelfde decreet worden de woorden "en de maatwerkafdelingen" opgeheven.

Art. 68.In artikel 8 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aan gebracht: 1° in paragraaf 1, tweede lid, wordt de zinsnede ", het maatwerkbedrijf of de maatwerkafdeling" vervangen door de woorden "of het maatwerkbedrijf";2° in paragraaf 2, 2°, worden de woorden "of de maatwerkafdeling" opgeheven.

Art. 69.In artikel 9 van hetzelfde decreet worden de woorden "of aan de maatwerkafdeling" opgeheven.

Art. 70.In artikel 10 van hetzelfde decreet wordt het tweede lid opgeheven.

Art. 71.Artikel 13 van hetzelfde decreet wordt opgeheven.

Art. 72.In artikel 15, tweede lid, van hetzelfde decreet worden de woorden "of de maatwerkafdeling" opgeheven.

Art. 73.In artikel 22 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° de woorden "en de maatwerkafdeling stimuleren" worden vervangen door het woord "stimuleert"; 2° er wordt een tweede lid toegevoegd, dat luidt als volgt: "De Vlaamse Regering bepaalt de procedure en de voorwaarden voor de wedertewerkstelling van personen met een arbeidsbeperking bij een maatwerkbedrijf als ze na evaluatie van VDAB een reguliere tewerkstelling aanvatten die buiten hun wil om eindigt.".

Art. 74.In artikel 23 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het eerste lid, 2°, wordt de zinsnede ", het maatwerkbedrijf of de maatwerkafdeling" vervangen door de woorden "of het maatwerkbedrijf"; 2° in het tweede lid wordt punt b) vervangen door wat volgt: "b) de continuïteit van de werking van het maatwerkbedrijf met het oog op het behoud van de tewerkstelling van de zwakste doelgroepwerknemers, rekening houdend met de schaalgrootte van het maatwerkbedrijf.".

Art. 75.In artikel 25 van hetzelfde decreet wordt de zinsnede "of de maatwerkafdeling," opgeheven.

Art. 76.In artikel 26 van hetzelfde decreet worden de woorden "of de maatwerkafdeling" opgeheven.

Art. 77.In artikel 27, eerste lid, van hetzelfde decreet worden de woorden "en de maatwerkafdeling" en de woorden "of maatwerkafdeling" opgeheven.

Art. 78.In artikel 29 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het eerste lid wordt de zinsnede ", het maatwerkbedrijf of de maatwerkafdeling," vervangen door de woorden "of het maatwerkbedrijf";2° in het derde lid wordt het woord "een" vervangen door het woord "geen".

Art. 79.In artikel 31 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het eerste lid wordt de zinsnede ", het maatwerkbedrijf of de maatwerkafdeling" vervangen door de woorden "of het maatwerkbedrijf";2° in het tweede lid wordt het woord "een" vervangen door het woord "geen".

Art. 80.In artikel 37 van hetzelfde decreet wordt punt 2° opgeheven.

Art. 81.In artikel 38 van hetzelfde decreet wordt punt 4° opgeheven. Afdeling 7. - Wijziging van het decreet van 22 november 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 24/07/1987 pub. 13/02/2007 numac 2007000038 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de tijdelijke arbeid, de uitzendarbeid en het ter beschikking stellen van werknemers ten behoeve van gebruikers. - Duitse vertaling sluiten1

betreffende de lokale diensteneconomie

Art. 82.Het decreet van 22 november 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 24/07/1987 pub. 13/02/2007 numac 2007000038 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de tijdelijke arbeid, de uitzendarbeid en het ter beschikking stellen van werknemers ten behoeve van gebruikers. - Duitse vertaling sluiten1 betreffende de lokale diensteneconomie, gewijzigd bij het decreet van 29 maart 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 24/07/1987 pub. 13/02/2007 numac 2007000038 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de tijdelijke arbeid, de uitzendarbeid en het ter beschikking stellen van werknemers ten behoeve van gebruikers. - Duitse vertaling sluiten6, wordt opgeheven. Afdeling 8. - Wijziging van het decreet van 4 maart 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 24/07/1987 pub. 13/02/2007 numac 2007000038 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de tijdelijke arbeid, de uitzendarbeid en het ter beschikking stellen van werknemers ten behoeve van gebruikers. - Duitse vertaling sluiten3 houdende het

Vlaamse doelgroepenbeleid

Art. 83.In het decreet van 4 maart 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 24/07/1987 pub. 13/02/2007 numac 2007000038 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de tijdelijke arbeid, de uitzendarbeid en het ter beschikking stellen van werknemers ten behoeve van gebruikers. - Duitse vertaling sluiten3 houdende het Vlaamse doelgroepenbeleid worden de volgende artikelen opgeheven: 1° artikel 5 wordt opgeheven;2° artikel 12 wordt opgeheven. Afdeling 9. - Wijziging van diverse SINE-regelingen

Art. 84.De volgende regelingen worden twee jaar na de inwerkingtreding van dit decreet opgeheven: 1° het koninklijk besluit van 3 mei 1999Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 03/05/1999 pub. 05/06/1999 numac 1999012432 bron ministerie van tewerkstelling en arbeid Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 7, § 1, derde lid, m, van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders betreffende de herinschakeling van zeer moeilijk te plaatsen werklozen type koninklijk besluit prom. 03/05/1999 pub. 05/06/1999 numac 1999012433 bron ministerie van tewerkstelling en arbeid en ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 7, § 1bis, vierde lid, van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, betreffende de herinschakeling van zeer moeilijk te plaatsen werklozen sluiten tot uitvoering van artikel 7, § 1, derde lid, m, en § 1bis, achtste lid, van de besluitwet van 28 december 1944Relevante gevonden documenten type wet prom. 24/07/1987 pub. 13/02/2007 numac 2007000038 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de tijdelijke arbeid, de uitzendarbeid en het ter beschikking stellen van werknemers ten behoeve van gebruikers. - Duitse vertaling sluiten7 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders betreffende de herinschakeling van zeer moeilijk te plaatsen werklozen, het laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 10 maart 2008;2° het koninklijk besluit van 11 juli 2002Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 11/07/2002 pub. 31/07/2002 numac 2002022562 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu en ministerie van tewerkstelling en arbeid Koninklijk besluit tot vaststelling van de financiële tussenkomst vanwege het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn in de loonkost van een gerechtigde op maatschappelijke integratie die wordt tewerkgesteld in een doorstromingsprogramma en tot vaststelling van de tijdelijke vermindering of vrijstelling van werkgeversbijdragen type koninklijk besluit prom. 11/07/2002 pub. 31/07/2002 numac 2002022560 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu en ministerie van tewerkstelling en arbeid Koninklijk besluit tot vaststelling van de financiële tussenkomst vanwege het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn in de loonkost van een gerechtigde op maatschappelijke integratie die wordt tewerkgesteld in een sociale inschakelingsinitiatief en tot vaststelling van de vrijstelling van werkgeversbijdragen type koninklijk besluit prom. 11/07/2002 pub. 31/07/2002 numac 2002022565 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu en ministerie van tewerkstelling en arbeid Koninklijk besluit tot vaststelling van de financiële tussenkomst vanwege het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn in de loonkost van een gerechtigde op maatschappelijke integratie die wordt aangeworven in het kader van het Activaplan sluiten tot vaststelling van de financiële tussenkomst vanwege het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn in de loonkost van een gerechtigde op maatschappelijke integratie die wordt te werkgesteld in een sociale inschakelingsinitiatief, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 1 april 2004;3° het koninklijk besluit van 14 november 2002Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 14/11/2002 pub. 29/11/2002 numac 2002022967 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid en ministerie van tewerkstelling en arbeid Koninklijk besluit tot vaststelling van de financiële tussenkomst vanwege het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn voor een rechthebbende op financiële maatschappelijke hulp in het kader van de invoeginterim type koninklijk besluit prom. 14/11/2002 pub. 29/11/2002 numac 2002022964 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot vaststelling van de financiële tussenkomst vanwege het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn in de loonkost van een rechthebbende op financiële maatschappelijke hulp die wordt tewerkgesteld in een doorstromingsprogramma en tot vaststelling van de tijdelijke vermindering of vrijstelling van werkgeversbijdragen type koninklijk besluit prom. 14/11/2002 pub. 29/11/2002 numac 2002022965 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot vaststelling van de financiële tussenkomst vanwege het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn in de loonkost van een rechthebbende op financiële maatschappelijke hulp die wordt aangeworven in het kader van het Activaplan type koninklijk besluit prom. 14/11/2002 pub. 29/11/2002 numac 2002022966 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid en ministerie van tewerkstelling en arbeid Koninklijk besluit tot vaststelling van de financiële tussenkomst vanwege het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn in de loonkost van een rechthebbende op financiële maatschappelijke hulp die wordt tewerkgesteld in een sociale inschakelingsinitiatief en tot vaststelling van de vrijstelling van werkgeversbijdragen sluiten tot vaststelling van de financiële tussenkomst vanwege het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn in de loonkost van een rechthebbende op financiële maatschappelijke hulp die wordt tewerkgesteld in een sociale inschakelingsinitiatief, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 1 april 2004;4° artikel 14, 64, 68 en 69 van het koninklijk besluit van 16 mei 2003Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 16/05/2003 pub. 06/06/2003 numac 2003012302 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg en federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot uitvoering van het Hoofdstuk 7 van Titel IV van de programmawet van 24 december 2002 , betreffende de harmonisering en vereenvoudiging van de regelingen inzake verminderingen van de sociale zekerheidsbijdragen sluiten tot uitvoering van het van hoofdstuk 7 van titel IV van de programmawet van 24 december 2002 (I) betreffende de harmonisering en vereenvoudiging van de regelingen inzake verminderingen van de sociale zekerheidsbijdragen, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 21 januari 2004. HOOFDSTUK 1 1. - Slotbepalingen

Art. 85.§ 1. Enkel voor werknemers die uiterlijk op de dag voor de inwerkingtreding van dit decreet in dienst zijn getreden en ononderbroken in dienst blijven, behouden werkgevers tot uiterlijk 24 maanden de voordelen die verbonden zijn aan de maatregelen in de volgende SINE-bepalingen en regelingen zoals van kracht voor de inwerkingtreding van dit decreet: 1° artikel 7, § 1, derde lid, m), van de besluitwet van 28 december 1944Relevante gevonden documenten type wet prom. 24/07/1987 pub. 13/02/2007 numac 2007000038 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de tijdelijke arbeid, de uitzendarbeid en het ter beschikking stellen van werknemers ten behoeve van gebruikers. - Duitse vertaling sluiten7 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders;2° artikel 341bis van de programmawet (i) van 24 december 2002;3° artikel 14, 64, 68 en 69 van het koninklijk besluit van 16 mei 2003Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 16/05/2003 pub. 06/06/2003 numac 2003012302 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg en federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot uitvoering van het Hoofdstuk 7 van Titel IV van de programmawet van 24 december 2002 , betreffende de harmonisering en vereenvoudiging van de regelingen inzake verminderingen van de sociale zekerheidsbijdragen sluiten tot uitvoering van het hoofdstuk 7 van titel IV van de programmawet van 24 december 2002 betreffende de harmonisering en vereenvoudiging van de regelingen inzake verminderingen van de sociale zekerheidsbijdragen;4° het koninklijk besluit van 3 mei 1999Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 03/05/1999 pub. 05/06/1999 numac 1999012432 bron ministerie van tewerkstelling en arbeid Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 7, § 1, derde lid, m, van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders betreffende de herinschakeling van zeer moeilijk te plaatsen werklozen type koninklijk besluit prom. 03/05/1999 pub. 05/06/1999 numac 1999012433 bron ministerie van tewerkstelling en arbeid en ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 7, § 1bis, vierde lid, van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, betreffende de herinschakeling van zeer moeilijk te plaatsen werklozen sluiten tot uitvoering van artikel 7, § 1, derde lid, m, van de besluitwet van 28 december 1944Relevante gevonden documenten type wet prom. 24/07/1987 pub. 13/02/2007 numac 2007000038 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de tijdelijke arbeid, de uitzendarbeid en het ter beschikking stellen van werknemers ten behoeve van gebruikers. - Duitse vertaling sluiten7 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders betreffende de herinschakeling van zeer moeilijk te plaatsen werklozen;5° het koninklijk besluit van 11 juli 2002Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 11/07/2002 pub. 31/07/2002 numac 2002022562 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu en ministerie van tewerkstelling en arbeid Koninklijk besluit tot vaststelling van de financiële tussenkomst vanwege het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn in de loonkost van een gerechtigde op maatschappelijke integratie die wordt tewerkgesteld in een doorstromingsprogramma en tot vaststelling van de tijdelijke vermindering of vrijstelling van werkgeversbijdragen type koninklijk besluit prom. 11/07/2002 pub. 31/07/2002 numac 2002022560 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu en ministerie van tewerkstelling en arbeid Koninklijk besluit tot vaststelling van de financiële tussenkomst vanwege het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn in de loonkost van een gerechtigde op maatschappelijke integratie die wordt tewerkgesteld in een sociale inschakelingsinitiatief en tot vaststelling van de vrijstelling van werkgeversbijdragen type koninklijk besluit prom. 11/07/2002 pub. 31/07/2002 numac 2002022565 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu en ministerie van tewerkstelling en arbeid Koninklijk besluit tot vaststelling van de financiële tussenkomst vanwege het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn in de loonkost van een gerechtigde op maatschappelijke integratie die wordt aangeworven in het kader van het Activaplan sluiten tot vaststelling van de financiële tussenkomst vanwege het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn in de loonkost van een gerechtigde op maatschappelijke integratie die wordt tewerkgesteld in een sociale inschakelingsinitiatief;6° het koninklijk besluit van 14 november 2002Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 14/11/2002 pub. 29/11/2002 numac 2002022967 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid en ministerie van tewerkstelling en arbeid Koninklijk besluit tot vaststelling van de financiële tussenkomst vanwege het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn voor een rechthebbende op financiële maatschappelijke hulp in het kader van de invoeginterim type koninklijk besluit prom. 14/11/2002 pub. 29/11/2002 numac 2002022964 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot vaststelling van de financiële tussenkomst vanwege het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn in de loonkost van een rechthebbende op financiële maatschappelijke hulp die wordt tewerkgesteld in een doorstromingsprogramma en tot vaststelling van de tijdelijke vermindering of vrijstelling van werkgeversbijdragen type koninklijk besluit prom. 14/11/2002 pub. 29/11/2002 numac 2002022965 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot vaststelling van de financiële tussenkomst vanwege het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn in de loonkost van een rechthebbende op financiële maatschappelijke hulp die wordt aangeworven in het kader van het Activaplan type koninklijk besluit prom. 14/11/2002 pub. 29/11/2002 numac 2002022966 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid en ministerie van tewerkstelling en arbeid Koninklijk besluit tot vaststelling van de financiële tussenkomst vanwege het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn in de loonkost van een rechthebbende op financiële maatschappelijke hulp die wordt tewerkgesteld in een sociale inschakelingsinitiatief en tot vaststelling van de vrijstelling van werkgeversbijdragen sluiten tot vaststelling van de financiële tussenkomst vanwege het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn in de loonkost van een rechthebbende op financiële maatschappelijke hulp die wordt tewerkgesteld in een sociale inschakelingsinitiatief. Vanaf de datum van de inwerkingtreding van dit decreet kunnen werkgevers geen beroep meer doen op een wijziging van de duurtijd van de voordelen die verbonden zijn aan de bepalingen en regelingen, vermeld in het eerste lid.

Werkgevers, vermeld in eerste en tweede lid, kunnen een aanvraag indienen voor werkondersteunende maatregelen, vermeld in artikel 11.

Werkgevers kunnen voor werknemers die op de dag voor de inwerkingtreding van dit decreet in dienst zijn getreden en waarvan de tewerkstelling wordt onderbroken, een aanvraag indienen voor werkondersteunende maatregelen, vermeld in artikel 11. § 2. Werkgevers kunnen vanaf de inwerkingtreding van dit decreet geen werknemers aanwerven met de voordelen die verbonden zijn aan de bepalingen en regelingen, vermeld in paragraaf 1, eerste lid. § 3. De Vlaamse Regering kan aanvullende voorwaarden bepalen voor de beperking van de toekenning van de maatregelen, vermeld in paragraaf 1, eerste lid, met het oog op de opheffing ervan. § 4. De Vlaamse Regering voorziet in de toekenning van een compenserende vergoeding voor de werkgevers die ressorteren onder het toepassingsgebied, vermeld in artikel 4bis van het koninklijk besluit van 3 mei 1999Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 03/05/1999 pub. 05/06/1999 numac 1999012432 bron ministerie van tewerkstelling en arbeid Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 7, § 1, derde lid, m, van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders betreffende de herinschakeling van zeer moeilijk te plaatsen werklozen type koninklijk besluit prom. 03/05/1999 pub. 05/06/1999 numac 1999012433 bron ministerie van tewerkstelling en arbeid en ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 7, § 1bis, vierde lid, van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, betreffende de herinschakeling van zeer moeilijk te plaatsen werklozen sluiten tot uitvoering van artikel 7, § 1, derde lid, m, van de besluitwet van 28 december 1944Relevante gevonden documenten type wet prom. 24/07/1987 pub. 13/02/2007 numac 2007000038 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de tijdelijke arbeid, de uitzendarbeid en het ter beschikking stellen van werknemers ten behoeve van gebruikers. - Duitse vertaling sluiten7 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders betreffende de herinschakeling van zeer moeilijk te plaatsen werklozen, en die de voordelen verliezen.

De Vlaamse Regering bepaalt de toekenningsvoorwaarden.

Art. 86.§ 1. De Vlaamse Regering bepaalt de overgangsmaatregelen die nodig zijn door de opheffing, vermeld in artikel 82, waarbij: 1° de werkondersteunende maatregelen conform de voorwaarden, vermeld in dit decreet of het decreet van 12 juli 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 24/07/1987 pub. 13/02/2007 numac 2007000038 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de tijdelijke arbeid, de uitzendarbeid en het ter beschikking stellen van werknemers ten behoeve van gebruikers. - Duitse vertaling sluiten2 betreffende maatwerk bij collectieve inschakeling, worden toegekend aan de doelgroepwerknemers bij de inwerkingtreding van dit decreet;2° het bij opdracht van de Vlaamse minister, bevoegd voor Sociale Economie, toegekende contingent inschakelingstrajecten conform de voorwaarden, vermeld in dit decreet of het decreet van 12 juli 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 24/07/1987 pub. 13/02/2007 numac 2007000038 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de tijdelijke arbeid, de uitzendarbeid en het ter beschikking stellen van werknemers ten behoeve van gebruikers. - Duitse vertaling sluiten2 betreffende maatwerk bij collectieve inschakeling, wordt omgezet, rekening houdend met de invulling van het contingent. § 2. De Vlaamse Regering bepaalt de voorwaarden en de procedure nader voor de overgang van de maatregelen, vermeld in paragraaf 1, met het oog op de opheffing ervan. § 3. De Vlaamse Regering kan overgangsmaatregelen voor de lokale besturen bepalen die voorzien in een aanvullende financiering voor lokale tewerkstellingsinitiatieven die personen met een arbeidsbeperking inschakelen en tewerkstellen met het oog op het aanbieden van aanvullende lokale diensten.

De Vlaamse Regering bepaalt wat onder aanvullende lokale diensten als vermeld in het eerste lid wordt verstaan en bepaalt de financieringsvoorwaarden.

Art. 87.§ 1. Werkgevers die uiterlijk op de dag voor de inwerkingtreding van dit decreet een Vlaamse ondersteuningspremie ontvangen voor de tewerkstelling van een werknemer met een arbeidshandicap, behouden die tegemoetkoming volgens de voorwaarden, vermeld in artikel van 12 van het decreet van 4 maart 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 24/07/1987 pub. 13/02/2007 numac 2007000038 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de tijdelijke arbeid, de uitzendarbeid en het ter beschikking stellen van werknemers ten behoeve van gebruikers. - Duitse vertaling sluiten3 houdende het Vlaamse doelgroepenbeleid en de uitvoeringsbesluiten ervan, zoals van kracht voor de inwerkingtreding van dit decreet.

Vanaf de datum van de inwerkingtreding van dit decreet kunnen die werkgevers geen beroep meer doen op een verhoging of verlenging van de Vlaamse ondersteuningspremie.

Zelfstandigen die uiterlijk op de dag voor de inwerkingtreding van dit decreet een Vlaamse ondersteuningspremie ontvangen, behouden die tegemoetkoming conform de voorwaarden, vermeld in artikel van 12 van het decreet van 4 maart 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 24/07/1987 pub. 13/02/2007 numac 2007000038 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de tijdelijke arbeid, de uitzendarbeid en het ter beschikking stellen van werknemers ten behoeve van gebruikers. - Duitse vertaling sluiten3 houdende het Vlaamse doelgroepenbeleid en de uitvoeringsbesluiten ervan.

Vanaf de datum van de inwerkingtreding van dit decreet kunnen die zelfstandigen geen beroep meer doen op een verhoging of verlenging van de Vlaamse ondersteuningspremie.

De werkgevers en zelfstandigen, vermeld in het eerste en derde lid, kunnen een beroep doen op de procedure voor de verhoging of de verlenging van de werkondersteunende maatregelen, vermeld in artikel 33. § 2. Werkgevers en zelfstandigen kunnen vanaf de inwerkingtreding van dit decreet geen werknemers aanwerven of zelfstandige activiteiten opstarten met de voordelen die verbonden zijn aan de Vlaamse ondersteuningspremie. § 3. De Vlaamse Regering kan de nadere voorwaarden voor de beperking van de toekenning van de Vlaamse ondersteuningspremie bepalen, met het oog op de opheffing ervan.

Art. 88.§ 1. Voor doelgroepwerknemers die uiterlijk op de dag voor de inwer kingtreding van dit decreet in dienst zijn getreden bij een maatwerkafdeling, krij gen werkgevers een omzetting naar werkondersteunende maatregelen conform de voorwaarden, vermeld in dit decreet of in het decreet van 12 juli 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 24/07/1987 pub. 13/02/2007 numac 2007000038 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de tijdelijke arbeid, de uitzendarbeid en het ter beschikking stellen van werknemers ten behoeve van gebruikers. - Duitse vertaling sluiten2 betreffende maatwerk bij collectieve inschakeling.

De Vlaamse Regering bepaalt de voorwaarden van de omzetting, vermeld in het eerste lid, waarbij: 1° de werkondersteunende maatregelen conform de voorwaarden, vermeld in dit decreet of het decreet van 12 juli 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 24/07/1987 pub. 13/02/2007 numac 2007000038 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de tijdelijke arbeid, de uitzendarbeid en het ter beschikking stellen van werknemers ten behoeve van gebruikers. - Duitse vertaling sluiten2 betreffende maatwerk bij collectieve inschakeling, worden toegekend aan de doelgroepwerknemers bij de inwerkingtreding van dit decreet;2° het bij opdracht van de Vlaamse minister, bevoegd voor Sociale Economie, toegekende contingent doelgroepwerknemers conform de voorwaarden, vermeld in dit decreet of het decreet van 12 juli 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 24/07/1987 pub. 13/02/2007 numac 2007000038 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de tijdelijke arbeid, de uitzendarbeid en het ter beschikking stellen van werknemers ten behoeve van gebruikers. - Duitse vertaling sluiten2 betreffende maatwerk bij collectieve inschakeling, wordt omgezet, rekening houdend met de invulling van het contingent. § 2. De Vlaamse Regering kan nadere voorwaarden voor de beperking van de tewerkstelling van doelgroepwerknemers in maatwerkafdelingen bepalen met het oog op de opheffing ervan.

Art. 89.Het decreet treedt in werking op een door de Vlaamse Regering te bepalen datum.

Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Brussel, 14 januari 2022.

De minister-president van de Vlaamse Regering, J. JAMBON De Vlaamse minister Economie, Innovatie, Werk, Sociale economie en Landbouw, H. CREVITS _______ Nota (1) Zitting 2021-2022 Documenten: - Ontwerp van decreet : 1022 - Nr.1 - Verslag : 1022 - Nr. 2 - Tekst aangenomen door de plenaire vergadering : 1022 - Nr. 3 Handelingen - Bespreking en aanneming: Vergadering van 12 januari 2022.

^