Etaamb.openjustice.be
Decreet van 29 maart 2019
gepubliceerd op 23 april 2019

Decreet betreffende het kwaliteits- en registratiemodel van dienstverleners in het beleidsdomein Werk en Sociale Economie

bron
vlaamse overheid
numac
2019011877
pub.
23/04/2019
prom.
29/03/2019
ELI
eli/decreet/2019/03/29/2019011877/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

29 MAART 2019. - Decreet betreffende het kwaliteits- en registratiemodel van dienstverleners in het beleidsdomein Werk en Sociale Economie (1)


Het VLAAMS PARLEMENT heeft aangenomen en Wij, REGERING, bekrachtigen hetgeen volgt: Decreet betreffende het kwaliteits- en registratiemodel van dienstverleners in het beleidsdomein Werk en Sociale Economie HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen

Artikel 1.Dit decreet regelt een gemeenschaps- en gewestaangelegenheid.

Art. 2.In dit decreet wordt verstaan onder: 1° dienstverlener: de natuurlijke persoon met ondernemingsnummer of de rechtspersoon die dienstverlening tot doel heeft;2° dienstverlening: de dienstverlening op het vlak van opleiding en vorming, begeleiding, arbeidsbemiddeling, competentieontwikkeling en adviesverstrekking aan burgers, ondernemingen en derden-organisaties;3° adviescommissie: de adviescommissie, vermeld in hoofdstuk 5. HOOFDSTUK 2. - Toepassingsgebied

Art. 3.Dit decreet is van toepassing op dienstverleners die een dienstverlening verrichten in het kader van werkgelegenheidsbeleid, professionele vorming en de sociale economie en daarvoor vanuit het beleidsdomein Werk en Sociale Economie een financiering, subsidie of een andere vorm van ondersteuning ontvangen.

De Vlaamse Regering keurt een lijst goed met maatregelen die onder het toepassingsgebied vallen. HOOFDSTUK 3. - Registratie van de dienstverlener

Art. 4.Om de dienstverlening, vermeld in artikel 3, te verrichten, moet de dienstverlener geregistreerd zijn.

Een dienstverlener wordt geregistreerd als hij aantoont dat hij voldoet aan de minimale kwaliteitsvoorwaarden op het vlak van klantgerichtheid, personeelsbeheer en financieel beheer.

De Vlaamse Regering bepaalt de minimale kwaliteitsvoorwaarden nader.

Art. 5.In dit artikel wordt verstaan onder: 1° kwaliteitsbewijs: een bewijs dat is uitgereikt door een onafhankelijke organisatie waaruit blijkt dat de dienstverlener voldoet aan de minimale kwaliteitsvoorwaarden, vermeld in artikel 4, tweede lid, op het vlak van klantgerichtheid, personeelsbeheer en financieel beheer;2° goedkeuringsbewijs: het bewijs dat is uitgereikt door een door de Vlaamse Regering aangeduide dienst en dat stelt dat de dienstverlener voldoet aan de minimale kwaliteitsvoorwaarden, vermeld in artikel 4, tweede lid. De dienstverlener voldoet aan de minimale kwaliteitsvoorwaarden, vermeld in artikel 4, tweede lid, als hij zich in een van onderstaande gevallen bevindt: 1° hij beschikt over het kwaliteitsbewijs, vermeld in het eerste lid, 1° ;2° hij voldoet aan de kwaliteitsvoorwaarden van een wettelijk kwaliteitssysteem ingericht door een overheid, dat in overeenstemming is met de minimale kwaliteitsvoorwaarden, vermeld in artikel 4, tweede lid;3° hij beschikt over het goedkeuringsbewijs, vermeld in het eerste lid, 2°. De Vlaamse Regering stelt de kwaliteitsbewijzen vast en bepaalt de procedure voor het aanvaarden van kwaliteitsbewijzen.

De Vlaamse Regering bepaalt welke wettelijke kwaliteitssystemen van overheden, vermeld in het tweede lid, 2°, in overeenstemming zijn met de minimale kwaliteitsvoorwaarden.

De Vlaamse Regering bepaalt voor het goedkeuringsbewijs: 1° de geldigheidsduur;2° de aanvraagprocedure;3° de toepassingstermijn van artikel 5, tweede lid, 3°.

Art. 6.De dienstverlener die overeenkomstig dit decreet en de uitvoeringsbesluiten een dienstverlening wil verrichten, dient een aanvraag tot registratie in bij de door de Vlaamse Regering aangewezen dienst.

De Vlaamse Regering bepaalt de registratieprocedure. Voor dienstverleners met minder dan vijf werknemers kan de Vlaamse Regering een aangepaste procedure voorzien.

Art. 7.De Vlaamse Regering weigert om de dienstverlener te registreren in een van de volgende gevallen: 1° de dienstverlener voldoet niet aan dit decreet of de uitvoeringsbesluiten ervan;2° een eerdere registratie van de dienstverlener is geschorst of ingetrokken;3° de dienstverlener maakt het voorwerp uit van een gerechtelijk onderzoek wegens bedrieglijk onvermogen, valsheid in geschrifte, misbruik van vertrouwen, oplichting, omkoping of bedrog;4° de dienstverlener heeft een onherroepelijke veroordeling opgelopen wegens bedrieglijk onvermogen, valsheid in geschrifte, misbruik van vertrouwen, oplichting, omkoping of bedrog;5° een persoon die lid is van het bestuurs-, leidinggevend of toezichthoudend orgaan van de dienstverlener of daarin vertegenwoordigings-, beslissings- of controlebevoegdheid heeft, heeft een onherroepelijke veroordeling opgelopen wegens bedrieglijk onvermogen, valsheid in geschrifte, misbruik van vertrouwen, oplichting, omkoping of bedrog en de dienstverlener hiervoor de feiten en omstandigheden niet heeft opgehelderd en geen concrete technische, organisatorische of personeelsmaatregelen heeft genomen die geschikt zijn om verdere strafrechtelijke inbreuken of fouten te voorkomen. De dienstverlener wordt schriftelijk op de hoogte gebracht van de beslissing tot weigering van registratie. De Vlaamse Regering kan hiervoor de modaliteiten bepalen.

Art. 8.De dienstverlener die de weigering tot registratie, vermeld in artikel 7, betwist, kan bij de Vlaamse Regering een gemotiveerd verzoek indienen tot heroverweging van de beslissing tot weigering.

De Vlaamse Regering bepaalt de termijn voor de indiening van het verzoek en de procedure tot heroverweging.

Art. 9.De dienstverlener wordt schriftelijk op de hoogte gebracht van de beslissing over de heroverweging. HOOFDSTUK 4. - Schorsing en intrekking van de registratie

Art. 10.De Vlaamse Regering schorst tijdelijk de registratie als er ernstige vermoedens bestaan dat: 1° de dienstverlener dit decreet of de uitvoeringsbesluiten ervan niet naleeft;2° de dienstverlener de registratie heeft verkregen op basis van valse, onvolledige of onjuiste verklaringen;3° de dienstverlener een onherroepelijke veroordeling heeft opgelopen wegens bedrieglijk onvermogen, valsheid in geschrifte, misbruik van vertrouwen, oplichting, omkoping of bedrog;4° een persoon die lid is van het bestuurs-, leidinggevend of toezichthoudend orgaan van de dienstverlener of daarin vertegenwoordigings-, beslissings- of controlebevoegdheid heeft, een onherroepelijke veroordeling heeft opgelopen wegens bedrieglijk onvermogen, valsheid in geschrifte, misbruik van vertrouwen, oplichting, omkoping of bedrog en de dienstverlener hiervoor de feiten en omstandigheden niet heeft opgehelderd en geen concrete technische, organisatorische of personeelsmaatregelen heeft genomen die geschikt zijn om verdere strafrechtelijke inbreuken of fouten te voorkomen;5° de dienstverlener in strijd handelt met de sociale of fiscale wetgeving. De dienstverlener kan de redenen tot schorsing gemotiveerd weerleggen of ongedaan maken door het nemen van maatregelen binnen de vooropgestelde schorsingstermijn.

De Vlaamse Regering bepaalt de schorsingstermijn, de regels voor de schorsingsprocedure en de wijze waarop de dienstverlener de opheffing van de schorsing kan verkrijgen.

De dienstverlener wordt schriftelijk op de hoogte gebracht van de beslissing tot schorsing.

Art. 11.§ 1. De Vlaamse Regering trekt in een van de volgende gevallen de registratie in: 1° de dienstverlener is eerder geschorst en de schorsingstermijn is verstreken zonder weerlegging of zonder dat er afdoende corrigerende maatregelen ter opheffing van de schorsing zijn genomen als vermeld in artikel 10, tweede lid;2° de dienstverlener leeft dit decreet of de uitvoeringsbesluiten ervan niet na;3° de dienstverlener heeft de registratie verkregen op basis van valse, onvolledige of onjuiste verklaringen;4° de dienstverlener heeft een onherroepelijke veroordeling opgelopen wegens bedrieglijk onvermogen, valsheid in geschrifte, misbruik van vertrouwen, oplichting, omkoping of bedrog;5° een persoon die lid is van het bestuurs-, leidinggevend of toezichthoudend orgaan van de dienstverlener of daarin vertegenwoordigings-, beslissings- of controlebevoegdheid heeft, heeft een onherroepelijke veroordeling opgelopen wegens bedrieglijk onvermogen, valsheid in geschrifte, misbruik van vertrouwen, oplichting, omkoping of bedrog en de dienstverlener hiervoor de feiten en omstandigheden niet heeft opgehelderd en geen concrete technische, organisatorische of personeelsmaatregelen heeft genomen die geschikt zijn om verdere strafrechtelijke inbreuken of fouten te voorkomen;6° de dienstverlener handelt in strijd met de sociale of fiscale wetgeving. De Vlaamse Regering bepaalt de regels voor de procedure tot intrekking van de registratie.

De dienstverlener wordt schriftelijk op de hoogte gebracht van de beslissing tot intrekking van de registratie. De Vlaamse Regering kan hiervoor de modaliteiten bepalen. § 2. De dienstverlener wordt op zijn verzoek over de intrekking van registratie gehoord door de adviescommissie. De dienstverlener wordt over die mogelijkheid ingelicht en wordt opgeroepen als hij daartoe een verzoek indient.

Op basis van het samengestelde dossier en het verweer van de dienstverlener tijdens de hoorzitting adviseert de adviescommissie de Vlaamse Regering over de intrekking van een registratie.

De Vlaamse Regering bepaalt de hoor- en oproepprocedure.

De dienstverlener wordt schriftelijk op de hoogte gebracht van de beslissing tot intrekking van de registratie.

Art. 12.Vanaf de dag dat de schorsing of intrekking van de registratie van kracht wordt, mag de dienstverlener geen nieuwe dienstverlening meer aanvatten. De Vlaamse Regering bepaalt, in het belang van de burger, de onderneming of de derde-organisatie voor wie de dienst wordt verricht, onder welke voorwaarden de dienstverlener de toestemming krijgt om de lopende dienstverlening verder uit te voeren, zonder dat de overeenkomst wordt gewijzigd, hernieuwd of verlengd. HOOFDSTUK 5. - Adviescommissie

Art. 13.De Vlaamse Regering richt een adviescommissie op.

De adviescommissie verleent bij toepassing van artikel 11, § 2, aan de Vlaamse Regering advies over de intrekking van de registratie van een dienstverlener.

De Vlaamse Regering kan de opdrachten van de adviescommissie uitbreiden.

De Vlaamse Regering bepaalt de regels voor de samenstelling en de werking van de adviescommissie. HOOFDSTUK 6. - Wijzigingsbepalingen

Art. 14.In artikel 4, § 1, tweede lid, van het decreet van 12 juli 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 12/07/2013 pub. 02/09/2013 numac 2013204787 bron vlaamse overheid Decreet betreffende maatwerk bij collectieve inschakeling sluiten betreffende maatwerk bij collectieve inschakeling worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° punt 5° wordt vervangen door wat volgt: "5° geregistreerd zijn als dienstverlener als vermeld in artikel 4 van het decreet van 29 maart 2019 betreffende het kwaliteits- en registratiemodel van dienstverleners in het beleidsdomein Werk en Sociale Economie;"; 2° er wordt een punt 6° toegevoegd, dat luidt als volgt: "6° jaarlijks over zijn prestaties in het kader van dit decreet en op vlak van maatschappelijke inbedding en maatschappelijk verantwoord ondernemen rapporteren.".

Art. 15.In artikel 19, tweede lid, van hetzelfde decreet wordt punt 2° vervangen door wat volgt: "2° het vervullen van de subsidievoorwaarde, vermeld in artikel 4, 5° ;".

Art. 16.In artikel 5, § 1, tweede lid, van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° punt 2° wordt vervangen door wat volgt: "2° de organisatie waartoe de maatwerkafdeling behoort, dient geregistreerd te zijn als dienstverlener als vermeld in artikel 4 van het decreet van 29 maart 2019 betreffende het kwaliteits- en registratiemodel van dienstverleners in het beleidsdomein Werk en Sociale Economie;"; 2° er wordt een punt 3° toegevoegd, dat luidt als volgt: "3° jaarlijks over zijn prestaties in het kader van dit decreet en op vlak van het maatschappelijk verantwoord ondernemen rapporteren.".

Art. 17.In artikel 4, § 1, tweede lid, van het decreet van 22 november 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 22/11/2013 pub. 07/01/2014 numac 2013036182 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de lokale diensteneconomie sluiten betreffende de lokale diensteneconomie worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° punt 5° wordt vervangen door wat volgt: "5° geregistreerd zijn als dienstverlener als vermeld in artikel 4 van het decreet van 29 maart 2019 betreffende het kwaliteits- en registratiemodel van dienstverleners in het beleidsdomein Werk en Sociale Economie;"; 2° er wordt een punt 6° toegevoegd, dat luidt als volgt: "6° jaarlijks over zijn prestaties in het kader van dit decreet en op het vlak van maatschappelijke inbedding en maatschappelijk verantwoord ondernemen rapporteren.". HOOFDSTUK 7. - Slotbepalingen

Art. 18.De Vlaamse Regering bepaalt de overgangsmaatregelen voor de dienstverleners, die op de datum van inwerkingtreding van dit decreet al door het beleidsdomein Werk en Sociale Economie gesubsidieerd, gefinancierd of ondersteund worden in het kader van het werkgelegenheidsbeleid, de Professionele Vorming en de Sociale Economie.

Art. 19.Dit decreet treedt in werking op een door de Vlaamse Regering vast te stellen datum.

Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Brussel, 29 maart 2019.

De minister-president van de Vlaamse Regering, G. BOURGEOIS De Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Inburgering, Wonen, Gelijke Kansen en Armoedebestrijding, L. HOMANS De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, J. VANDEURZEN _______ Nota (1) Zitting 2018-2019 Stukken: - Ontwerp van decreet : 1839 - Nr.1 - Verslag : 1839 - Nr. 2 - Tekst aangenomen door de plenaire vergadering : 1839 - Nr. 3 Handelingen - Bespreking en aanneming: Vergadering van 20 maart 2019.

^