gepubliceerd op 09 augustus 2022
Decreet tot toevoeging van een paragraaf 9 en 10 aan artikel 47 van het Erkenningsdecreet Lokale Geloofsgemeenschappen van 22 oktober 2021
15 JULI 2022. - Decreet tot toevoeging van een paragraaf 9 en 10 aan artikel 47 van het Erkenningsdecreet Lokale Geloofsgemeenschappen van 22 oktober 2021 (1)
Het VLAAMS PARLEMENT heeft aangenomen en Wij, REGERING, bekrachtigen hetgeen volgt: DECREET tot toevoeging van een paragraaf 9 en 10 aan artikel 47 van het Erkenningsdecreet Lokale Geloofsgemeenschappen van 22 oktober 2021
Artikel 1.Dit decreet regelt een gewestaangelegenheid.
Art. 2.Aan artikel 47 van het Erkenningsdecreet Lokale Geloofsgemeenschappen van 22 oktober 2021 worden een paragraaf 9 en 10 toegevoegd, die luiden als volgt: " § 9. De bevoegde instantie verwerkt als verwerkingsverantwoordelijke in de zin van artikel 4, 7), van de algemene verordening gegevensbescherming de persoonsgegevens die nodig zijn om haar opdracht te kunnen uitoefenen. De doeleinden voor de verwerking van persoonsgegevens door de bevoegde instantie betreffende controle op de naleving van de verplichtingen, vermeld in artikel 18 en 19 van dit decreet.
De verwerking van persoonsgegevens door de bevoegde instantie is gebaseerd op de taken van algemeen belang met betrekking tot de controle op de naleving van de verplichtingen, vermeld in artikel 18 en 19 van dit decreet. Voor zover de verwerking betrekking heeft op religieuze of levensbeschouwelijke overtuigingen als vermeld in artikel 9, eerste lid, van de algemene verordening gegevensbescherming, is ze toegestaan op basis van artikel 9, tweede lid, g), van de algemene verordening gegevensbescherming. Voor zover de verwerking betrekking heeft op persoonsgegevens van strafrechtelijke aard als vermeld in artikel 10 van de algemene verordening gegevensbescherming, is ze toegestaan op basis van artikel 8 en 67 van dit decreet.
De bevoegde instantie kan conform de bepalingen van dit decreet de persoonsgegevens verwerken van de categorieën van personen, vermeld in paragraaf 3, alsook van andere personen, voor zover dat noodzakelijk is voor de uitoefening van haar opdracht.
De bevoegde instantie verwerkt in het bijzonder de volgende categorieën van persoonsgegevens: 1° contactgegevens en identificatiegegevens;2° het rijksregisternummer;3° persoonlijke bijzonderheden;4° de naleving van de inburgeringsplicht;5° de relatie met een lokale geloofsgemeenschap en de daaruit afgeleide informatie in verband met religieuze of levensbeschouwelijke overtuigingen;6° gerechtelijke gegevens;7° schriftelijke verklaringen op erewoord;8° gegevens over het beroep, de opleiding en de vorming;9° financiële bijzonderheden;10° beeld- en geluidsopnamen. De bevoegde instantie kan, met inachtneming van de toepasselijke regelgeving over de bescherming van natuurlijke personen bij de verwerking van persoonsgegevens, de verwerkte persoonsgegevens in het bijzonder meedelen aan: 1° de Vlaamse Regering;2° de financierende overheid;3° de adviserende gemeente;4° het representatief orgaan;5° het bestuur van de eredienst;6° het voorlopig bestuursorgaan;7° het tijdelijk voltallig bestuursorgaan, vermeld in artikel 67, § 2, 6° ;8° het centraal bestuur;9° de overheidsinstanties waarmee de bevoegde instantie informatie-uitwisselingsakkoorden als vermeld in artikel 19, eerste lid, 1°, sluit. De bewaartermijn van de persoonsgegevens wordt voor de bevoegde instantie bepaald, conform artikel III.87 van het Bestuurs decreet van 7 december 2018Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/12/2018 pub. 19/12/2018 numac 2018032457 bron vlaamse overheid Bestuursdecreet sluiten. § 10. Met toepassing van artikel 23, lid 1, h), van de algemene verordening gegevensbescherming kan de bevoegde instantie beslissen om de verplichtingen en de rechten, vermeld in artikel 12 tot en met 22 van de algemene verordening gegevensbescherming, niet toe te passen bij de verwerking van persoonsgegevens van een geïdentificeerde of identificeerbare natuurlijke persoon bij de uitoefening van de bevoegdheden en opdrachten, vermeld in artikel 18 en 19 van dit decreet, als voldaan is aan de voorwaarden, vermeld in het tweede tot en met het negende lid.
De afwijkingsmogelijkheid, vermeld in het eerste lid, geldt alleen gedurende de periode waarin de betrokkene het voorwerp uitmaakt van een controle, een onderzoek of de voorbereidende werkzaamheden die daarmee verband houden, in het kader van de decretale en reglementaire opdrachten van de bevoegde instantie, op voorwaarde dat het voor het goede verloop van het onderzoek noodzakelijk is of kan zijn dat de verplichtingen en de rechten, vermeld in artikel 12 tot en met 22 van de algemene verordening gegevensbescherming, niet worden toegepast. De voorbereidende werkzaamheden mogen in voorkomend geval niet langer duren dan een jaar vanaf de ontvangst van een verzoek tot uitoefening van een van de rechten, vermeld in artikel 12 tot en met 22 van de algemene verordening gegevensbescherming.
De afwijkingsmogelijkheid, vermeld in het eerste lid, heeft geen betrekking op de gegevens die losstaan van het voorwerp van het onderzoek dat of van de controle die de weigering of beperking van de rechten, vermeld in het eerste lid, rechtvaardigt.
Als de betrokkene in het geval, vermeld in het eerste lid, tijdens de periode, vermeld in het tweede lid, een verzoek indient op basis van artikel 12 tot en met 22 van de algemene verordening gegevensbescherming, bevestigt de bevoegde functionaris voor gegevensbescherming de ontvangst daarvan.
De bevoegde functionaris voor gegevensbescherming brengt de betrokkene zo snel mogelijk en in elk geval binnen 30 dagen vanaf de dag die volgt op de dag waarop hij het verzoek heeft ontvangen, schriftelijk op de hoogte van elke weigering of beperking van de rechten, vermeld in het eerste lid. De verdere informatie over de nadere redenen voor die weigering of die beperking hoeft niet te worden verstrekt als dat de decretale en reglementaire opdrachten van de bevoegde instantie zou ondermijnen, met behoud van de toepassing van het zevende lid. Als het nodig is, kan de voormelde termijn met 60 dagen worden verlengd, rekening houdend met het aantal aanvragen en de complexiteit ervan. De bevoegde functionaris voor gegevensbescherming brengt de betrokkene binnen 30 dagen vanaf de dag die volgt op de dag waarop hij het verzoek heeft ontvangen, op de hoogte van die verlenging en van de redenen voor het uitstel.
De bevoegde functionaris voor gegevensbescherming informeert de betrokkene ook over de mogelijkheid om een verzoek in te dienen bij de Vlaamse Toezichtcommissie voor de verwerking van persoonsgegevens, conform artikel 10/5 van het decreet van 18 juli 2008Relevante gevonden documenten type decreet prom. 18/07/2008 pub. 29/10/2008 numac 2008036273 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het elektronische bestuurlijke gegevensverkeer sluiten betreffende het elektronische bestuurlijke gegevensverkeer en over de mogelijkheid om een beroep in rechte in te stellen.
De bevoegde functionaris voor gegevensbescherming noteert de feitelijke of juridische gronden waarop de beslissing over het verzoek op basis van artikel 12 tot en met 22 van de algemene verordening gegevensbescherming is gebaseerd. Die informatie houdt hij ter beschikking van de Vlaamse Toezichtcommissie voor de verwerking van persoonsgegevens.
Nadat het onderzoek afgesloten is, worden de rechten, vermeld in artikel 13 tot en met 22 van de algemene verordening gegevensbescherming, in voorkomend geval, conform artikel 12 van de algemene verordening gegevensbescherming opnieuw toegepast.
Als een dossier dat persoonsgegevens als vermeld in het eerste lid bevat, naar het Openbaar Ministerie is gestuurd en kan leiden tot activiteiten onder leiding van het Openbaar Ministerie of een onderzoeksrechter, en er onduidelijkheid is over het geheim van het onderzoek onder leiding van het Openbaar Ministerie of een onderzoeksrechter, mag de bevoegde functionaris voor gegevensbescherming op verzoek van de betrokkene overeenkomstig artikel 12 tot en met 22 van de algemene verordening gegevensbescherming pas antwoorden nadat het Openbaar Ministerie of, in voorkomend geval, de onderzoeksrechter heeft bevestigd dat een antwoord het onderzoek niet in het gedrang brengt of kan brengen.".
Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Brussel, 15 juli 2022.
De minister-president van de Vlaamse Regering, J. JAMBON De Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Bestuurszaken, Inburgering en Gelijke Kansen, B. SOMERS _______ Nota (1) Zitting 2021-2022 Documenten: - Voorstel van decreet : 1259 - Nr.1 - Advies van de Vlaamse Toezichtcommissie voor de verwerking van persoonsgegevens : 1259 - Nr. 2 - Amendementen : 1259 - Nr. 3 - Verslag : 1259 - Nr. 4 - Tekst aangenomen door de plenaire vergadering : 1259 - Nr. 5 Handelingen - Bespreking en aanneming: Vergaderingen van 13 juli 2022.