Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering
gepubliceerd op 29 maart 2024

Besluit van de Vlaamse Regering over subsidies aan organisaties met een bijzondere opdracht binnen mediabeleid als vermeld in artikel 2 van het Programmadecreet van 16 december 2022 bij de begroting 2023

bron
vlaamse overheid
numac
2024002854
pub.
29/03/2024
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

1 MAART 2024. - Besluit van de Vlaamse Regering over subsidies aan organisaties met een bijzondere opdracht binnen mediabeleid als vermeld in artikel 2 van het Programma decreet van 16 december 2022Relevante gevonden documenten type decreet prom. 16/12/2022 pub. 07/03/2023 numac 2023040774 bron vlaamse overheid Decreet houdende de uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2023 sluiten bij de begroting 2023


Rechtsgronden Dit besluit is gebaseerd op: - het Programma decreet van 16 december 2022Relevante gevonden documenten type decreet prom. 16/12/2022 pub. 07/03/2023 numac 2023040774 bron vlaamse overheid Decreet houdende de uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2023 sluiten bij de begroting 2023, artikel 2, § 5, tweede lid, en § 7.

Vormvereisten De volgende vormvereisten zijn vervuld: - De Vlaamse minister, bevoegd voor het budgettair beleid, heeft zijn akkoord gegeven op 8/12/2023. - De Strategische Adviesraad voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media heeft advies gegeven op 22/12/2023. - De Raad van State heeft advies 75.338/3 gegeven op 12 februari 2024, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973.

Juridisch kader Dit besluit sluit aan bij de volgende regelgeving: - de Vlaamse Codex Overheidsfinanciën van 29 maart 2019; - het Besluit Vlaamse Codex Overheidsfinanciën van 17 mei 2019.

Initiatiefnemer Dit besluit wordt voorgesteld door de Vlaamse minister van Brussel, Jeugd, Media en Armoedebestrijding.

Na beraadslaging, DE VLAAMSE REGERING BESLUIT: HOOFDSTUK 1. - Definities

Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder: decreet van 16 december 2022Relevante gevonden documenten type decreet prom. 16/12/2022 pub. 07/03/2023 numac 2023040774 bron vlaamse overheid Decreet houdende de uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2023 sluiten: het Programma decreet van 16 december 2022Relevante gevonden documenten type decreet prom. 16/12/2022 pub. 07/03/2023 numac 2023040774 bron vlaamse overheid Decreet houdende de uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2023 sluiten bij de begroting 2023;2° departement: het Departement Cultuur, Jeugd en Media, vermeld in artikel 24, § 1, van het besluit van de Vlaamse Regering van 3 juni 2005Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 03/06/2005 pub. 22/09/2005 numac 2005036144 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Besluit van de Vlaamse Regering met betrekking tot de organisatie van de Vlaamse administratie sluiten met betrekking tot de organisatie van de Vlaamse administratie;3° minister: de Vlaamse minister, bevoegd voor de media. HOOFDSTUK 2. - Bepalingen over de toekenning van een meerjarige werkingssubsidie aan organisaties met een bijzondere opdracht binnen het mediabeleid Afdeling 1. - Toekenning van de werkingssubsidie op basis van een

meerjarenplan dat het departement goedkeurt

Art. 2.Het meerjarenplan, vermeld in artikel 2, § 4, eerste lid, van het decreet van 16 december 2022Relevante gevonden documenten type decreet prom. 16/12/2022 pub. 07/03/2023 numac 2023040774 bron vlaamse overheid Decreet houdende de uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2023 sluiten, voor een subsidie als vermeld in artikel 2, § 1, tot en met § 3, van het voormelde decreet, bevat op straffe van niet-ontvankelijkheid al de volgende elementen die nodig en nuttig zijn om de kwaliteit en de haalbaarheid te beoordelen: 1° een beschrijving van de visie en missie van de organisatie;2° een beschrijving van de manier waarop de aanvrager bijdraagt aan de doelstellingen en taken vermeld in artikel 2, § 1, § 2 of § 3, tweede lid, van het voormelde decreet, zowel op het vlak van het inhoudelijk concept als op het vlak van de concrete uitwerking;3° een beschrijving van de inhoudelijke en zakelijke werking van de organisatie;4° een toelichting over het bereik van de organisatie;5° een toelichting bij samenwerking en netwerking met andere relevante actoren in binnen- en buitenland;6° een meerjarenbegroting met toelichting; 7° het ondernemingsnummer, vermeld in artikel III.17 van het Wetboek van economisch recht, van de aanvrager, en ook de naam, het postnummer, de gemeente en het land die aan dat ondernemingsnummer gekoppeld zijn.

Specifiek voor de subsidie, vermeld in artikel 2, § 3, eerste lid, van het voormelde decreet, worden in het meerjarenplan, vermeld in het eerste lid, ook al de volgende elementen opgenomen: 1° een gemotiveerd verslag over de vooropgestelde jaarlijkse bijdrage aan de werking van de Raad voor de Journalistiek;2° een gemotiveerd verslag over de bepaling van de jaarlijkse bijdrage voor de bijkomende pensioenen ten gunste van de beroepsjournalisten aan de Rijksdienst voor Pensioenen.

Art. 3.Het meerjarenplan, vermeld in artikel 2, § 4, eerste lid, van het decreet van 16 december 2022Relevante gevonden documenten type decreet prom. 16/12/2022 pub. 07/03/2023 numac 2023040774 bron vlaamse overheid Decreet houdende de uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2023 sluiten, wordt op straffe van niet-ontvankelijkheid uiterlijk op 31 mei van het jaar vóór de beleidsperiode, vermeld in artikel 2, § 5, eerste lid, van het voormelde decreet, ingediend bij het departement via de toepassing die het departement ter beschikking stelt.

Het meerjarenplan dat wordt ingediend voor de subsidie, vermeld in artikel 2, § 3, eerste lid, van het voormelde decreet, is van toepassing op de beleidsperiode van vier jaar, vermeld in artikel 2, § 5, eerste lid, van het voormelde decreet.

Art. 4.§ 1. Het departement beoordeelt de ingediende meerjarenplannen, vermeld in artikel 2, van de ontvankelijke dossiers.

De ingediende meerjarenplannen, vermeld in het eerste lid, worden beoordeeld op basis van de volgende beoordelingscriteria: 1° de kwaliteit en de haalbaarheid van het inhoudelijke concept en de concrete uitwerking;2° de profilering en positionering van de vereniging in relatie tot de beleidsdoelstellingen;3° de langetermijnvisie;4° de valorisatie en disseminatie van de activiteiten van de organisatie;5° de samenwerking en netwerking met andere actoren in het binnen- en buitenland;6° het plan van aanpak en de zakelijke werking;7° het financiële kader van de werking;8° de transparantie die wordt gegeven over de relatie van de initiatieven van de organisatie die voor subsidiëring worden voorgesteld enerzijds met andere initiatieven van de organisatie anderzijds. Het departement kan zich bij de beoordeling, vermeld in het eerste lid, laten bijstaan door externe experten.

Het departement kan bij de beoordeling, vermeld in het eerste lid, bijkomende informatie opvragen en de aanvrager uitnodigen om het ingediende meerjarenplan toe te lichten. § 2. Op basis van de beoordeling, vermeld in paragraaf 1, en de beschikbare informatie over de werking van de aanvragers in de voorbije beleidsperiode, vermeld in artikel 2, § 4 van het decreet van 16 december 2022Relevante gevonden documenten type decreet prom. 16/12/2022 pub. 07/03/2023 numac 2023040774 bron vlaamse overheid Decreet houdende de uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2023 sluiten, rangschikt het departement de ontvankelijke dossiers en formuleert uiterlijk op 15 september van het jaar dat voorafgaat aan de nieuwe beleidsperiode, een advies aan de minister. Dat advies bevat: 1° een gemotiveerd voorstel om al dan niet een subsidiebedrag toe te kennen;2° een gemotiveerd voorstel over de hoogte van het subsidiebedrag. § 3. De minister beslist uiterlijk op 15 oktober van het jaar dat voorafgaat aan de beleidsperiode, over de toekenning van de meerjarige werkingssubsidie. § 4. De kredieten die jaarlijks door het Vlaams Parlement worden goedgekeurd, bepalen het maximale bedrag van de werkingssubsidie. § 5. Het departement deelt de beslissing van de minister, vermeld in paragraaf 3, mee aan de begunstigde binnen vijftien werkdagen nadat de minister de voormelde beslissing heeft genomen.

Art. 5.Het departement bereidt de samenwerkingsovereenkomst, vermeld in artikel 2, § 5, van het decreet van 16 december 2022Relevante gevonden documenten type decreet prom. 16/12/2022 pub. 07/03/2023 numac 2023040774 bron vlaamse overheid Decreet houdende de uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2023 sluiten, voor.

Het departement onderhandelt met de best gerangschikte aanvrager over de inhoud van de samenwerkingsovereenkomst, vermeld in het eerste lid.

Het departement kan zich bij de voormelde onderhandeling laten bijstaan door externe experten.

De minister en de te subsidiëren organisatie sluiten de samenwerkingsovereenkomst, vermeld in het eerste lid, uiterlijk op 1 januari van het eerste jaar van de beleidsperiode, vermeld in artikel 2, § 5 en § 8, van het decreet van 16 december 2022Relevante gevonden documenten type decreet prom. 16/12/2022 pub. 07/03/2023 numac 2023040774 bron vlaamse overheid Decreet houdende de uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2023 sluiten, af.

Art. 6.In de samenwerkingsovereenkomst, vermeld in artikel 2, § 5, van het decreet van 16 december 2022Relevante gevonden documenten type decreet prom. 16/12/2022 pub. 07/03/2023 numac 2023040774 bron vlaamse overheid Decreet houdende de uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2023 sluiten, worden de volgende elementen opgenomen: 1° het bedrag van de jaarlijkse werkingssubsidie;2° de doelstellingen die bereikt moeten worden;3° specifieke bepalingen over de aanwending van de subsidie, als dat van toepassing is;4° meetbare indicatoren die toelaten om bij de beleidsevaluatie de subsidie inhoudelijk en financieel te evalueren, waaronder: a) minimumvereisten over het aantal op te zetten of te ondersteunen projecten, opleidingen, evenementen en acties;b) het communicatieve en educatieve bereik van afgeronde projecten, campagnes en acties;c) het aantal partnerschappen en projecten op lokaal en internationaal niveau;d) een gemotiveerde financiële vergelijking tussen de kostenraming en het effectieve kostenplaatje. Afdeling 2. - Het jaarlijkse actieplan en de jaarlijkse begroting

Art. 7.Over de werkingssubsidie voor de organisatie, vermeld in artikel 2, § 1, eerste lid, van het decreet van 16 december 2022Relevante gevonden documenten type decreet prom. 16/12/2022 pub. 07/03/2023 numac 2023040774 bron vlaamse overheid Decreet houdende de uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2023 sluiten, wordt jaarlijks een actieplan en een begroting ingediend. De voormelde documenten worden uiterlijk ingediend op 31 augustus van het jaar vóór het jaar waarop het actieplan en de begroting betrekking hebben.

Het jaarlijks actieplan, vermeld in het eerste lid, bevat al de volgende elementen: 1° een samenvatting van de grote lijnen van het komende jaar;2° een toelichting van de concrete uitwerking van de doelstellingen die zijn opgenomen in de samenwerkingsovereenkomst, vermeld in artikel 5. Het jaarlijkse actieplan en de jaarlijkse begroting, vermeld in het eerste lid, worden opgesteld via de toepassing die het departement ter beschikking stelt.

In afwijking van het eerste lid worden het jaarlijkse actieplan en de jaarlijkse begroting, vermeld in het eerste lid, die betrekking hebben op het eerste jaar van de beleidsperiode, ingediend uiterlijk zestig dagen na de dag waarop de samenwerkingsovereenkomst, vermeld in artikel 5, is gesloten. Afdeling 3. - Uitbetaling van de werkingssubsidie

Art. 8.De werkingssubsidies aan de organisaties met een bijzondere opdracht binnen media worden jaarlijks op de volgende wijze uitbetaald: 1° een voorschot van 80% nadat de middelen zijn vastgelegd;2° een saldo van 20% nadat het jaarlijkse toezicht, vermeld in artikel 10, is uitgevoerd en het departement de ingediende eindverantwoordingsstukken heeft goedgekeurd. Afdeling 4. - Verantwoording, toezicht en reservevorming

Art. 9.De organisaties met een bijzondere opdracht binnen het mediabeleid dienen jaarlijks uiterlijk op 30 april van het jaar dat volgt op het jaar waarvoor een werkingssubsidie is toegekend, een verantwoording in bij het departement.

De jaarlijkse verantwoording, vermeld in het eerste lid, bestaat uit al de volgende elementen: 1° een operationeel en inhoudelijk verslag dat is opgesteld in het Nederlands.Het voormelde verslag omvat de werking van de organisatie en de impact op het beleidsveld en gaat in op de wijze waarop de doelstellingen die gelinkt zijn aan de toegekende werkingssubsidie van het voorbije jaar, zijn vervuld. Als er zich ingrijpende wijzigingen opdringen ten aanzien van de ingediende meerjarenplanning of de gesloten samenwerkingsovereenkomst, wordt dat ook meegenomen in het operationele en inhoudelijke verslag; 2° een analytische jaarrekening met daarin alle kosten en opbrengsten van de gesubsidieerde activiteiten;3° een verslag met commentaar en toelichting bij de ingediende analytische jaarrekening, inclusief een financiële vergelijking tussen de kostenraming en het effectieve kostenplaatje;4° een verslag van een erkende bedrijfsrevisor of een externe accountant, waarbij vastgesteld wordt dat de toegekende middelen zijn gebruikt voor het doel waarvoor ze zijn verleend;5° de jaarrekening van de organisatie met rechtspersoonlijkheid met een resultatenrekening en een balans van activa en passiva. Specifiek ter verantwoording van de elementen, vermeld in artikel 2, tweede lid, worden naast de verantwoordingsstukken, vermeld in het tweede lid, ook nog de volgende verantwoordingsstukken ingediend: 1° een inhoudelijk en financieel werkingsverslag van de Raad voor de Journalistiek, inclusief verantwoording van de ter beschikking gestelde werkingsmiddelen van het voorbije jaar;2° een bewijs van doorstorting naar de Rijksdienst voor Pensioenen en de Raad voor de Journalistiek. Indien de samenwerkingsovereenkomst, vermeld in artikel 2, § 5, van het voormelde decreet, niet vernieuwd wordt, dient de organisatie bij de jaarlijkse verantwoording over het laatste jaar van de beleidsperiode ook een bestedingsplan in voor de tijdens de afgelopen beleidsperiode opgebouwde reserve ten laste van de subsidies, toegekend in uitvoering van dit besluit. Dit bestedingsplan wordt ter goedkeuring voorgelegd aan de Inspectie van Financiën.

Als de organisatie naast de werking waarvoor ze op basis van het decreet van 16 december 2022Relevante gevonden documenten type decreet prom. 16/12/2022 pub. 07/03/2023 numac 2023040774 bron vlaamse overheid Decreet houdende de uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2023 sluiten een werkingssubsidie ontvangt, nog andere activiteiten organiseert, maakt ze in de totale boekhouding een duidelijk en identificeerbaar onderscheid tussen beide soorten activiteiten.

De jaarlijkse verantwoording en alle andere documenten, vermeld in dit artikel, worden ingediend via de toepassing die het departement ter beschikking stelt.

Het departement kan op ieder ogenblik aanvullende informatie en documenten opvragen.

Art. 10.Het departement oefent, op basis van de ingediende verantwoording, vermeld in artikel 9, een jaarlijks toezicht uit op de aanwending van de werkingssubsidie.

Het departement kan alle initiatieven nemen die het nodig acht voor de uitoefening van het toezicht op de aanwending van de werkingssubsidie.

Art. 11.Bij het jaarlijkse toezicht, vermeld in artikel 10, stelt het departement de reserves vast die ten laste van subsidies zijn aangelegd.

De reserves, vermeld in het eerste lid, worden op de volgende wijze bepaald: 1° de reserveaanleg op jaarbasis is het bedrag dat overblijft van de subsidies die op jaarbasis toegekend zijn, na aftrek van de kosten die in dat jaar gemaakt zijn om de doelstellingen te realiseren waarvoor de subsidies zijn toegekend;2° de gecumuleerde reserve is de som van de aangelegde reserves op jaarbasis. Na goedkeuring door het departement kunnen de volgende activiteiten aanvaard worden als kosten die gemaakt zijn om de doelstellingen te realiseren waarvoor de subsidies zijn toegekend als vermeld in het tweede lid, 1° : 1° de aanzuivering van een overgedragen verlies uit een gesubsidieerd werkingsjaar;2° het aanleggen van een bestemd fonds voor activiteiten in latere jaren van de periode waarop de subsidie betrekking heeft. Op de reserves, vermeld in het eerste lid, zijn de percentages, vermeld in artikel 72, § 1, eerste en tweede lid, van het Besluit Vlaamse Codex Overheidsfinanciën van 17 mei 2019, van toepassing.

Binnen de voormelde reserves kan een sociaal passief worden aangelegd ten laste van de subsidie.

Het saldo van de subsidie dat overblijft na toepassing van het vierde lid, wordt ingehouden of teruggestort aan de Vlaamse Gemeenschap.

Art. 12.De indicatoren die toelaten om bij de beleidsevaluatie, vermeld in artikel 76/1 en 76/2 van de Vlaamse Codex Overheidsfinanciën van 29 maart 2019, de subsidie inhoudelijk en financieel te evalueren, zijn opgenomen in de jaarlijkse verantwoording, vermeld in artikel 9 van dit besluit, met bijzonder aandacht voor: 1° een financiële vergelijking tussen de kostenraming en het effectieve kostenplaatje;2° de effectieve gerealiseerde activiteiten in vergelijking met de activiteiten die zijn opgenomen in het meerjarenplan, vermeld in artikel 2, en, als dat van toepassing is de samenwerkingsovereenkomst, vermeld in artikel 5;3° het verloop van de samenwerkingsrelatie tussen het departement en de organisatie gedurende de afgelopen samenwerkingsperiode. HOOFDSTUK 3. - Slotbepaling

Art. 13.De Vlaamse minister, bevoegd voor de media, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 1 maart 2024.

De minister-president van de Vlaamse Regering, J. JAMBON De Vlaamse minister van Brussel, Jeugd, Media en Armoedebestrijding, B. DALLE

^