Etaamb.openjustice.be
Decreet van 18 februari 2022
gepubliceerd op 11 mei 2022

Decreet tot wijziging van het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997 en de Codex Secundair Onderwijs van 17 december 2010, wat betreft het inschrijvingsrecht in het gewoon onderwijs in het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad

bron
vlaamse overheid
numac
2022040615
pub.
11/05/2022
prom.
18/02/2022
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

18 FEBRUARI 2022. - Decreet tot wijziging van het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997 en de Codex Secundair Onderwijs van 17 december 2010, wat betreft het inschrijvingsrecht in het gewoon onderwijs in het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad (1)


Het VLAAMS PARLEMENT heeft aangenomen en Wij, REGERING, bekrachtigen hetgeen volgt: DECREET tot wijziging van het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997 en de Codex Secundair Onderwijs van 17 december 2010, wat betreft het inschrijvingsrecht in het gewoon onderwijs in het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad HOOFDSTUK 1. - Inleidende bepaling

Artikel 1.Dit decreet regelt een gemeenschapsaangelegenheid. HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen van het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997 voor de scholen die in het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad liggen

Art. 2.In het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997 wordt in hoofdstuk IV/3 een afdeling 0 ingevoegd, die luidt als volgt: "Afdeling 0. Toepassingsgebied".

Art. 3.In hetzelfde decreet wordt in hoofdstuk IV/3, afdeling 0, ingevoegd bij artikel 2, een artikel 37/43/5 ingevoegd, dat luidt als volgt: "Art. 37/43/5. De bepalingen van dit hoofdstuk zijn van toepassing voor de inschrijvingen als regelmatige leerling in het gewoon basisonderwijs in scholen gelegen in het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad voor lesbijwoning vanaf het schooljaar 2023-2024 of later.".

Art. 4.In artikel 37/44, 3°, van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 17 mei 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 17/05/2019 pub. 26/07/2019 numac 2019041360 bron vlaamse overheid Decreet houdende wijziging van het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997, van de Codex Secundair Onderwijs van 17 december 2010 en van de Codificatie sommige bepalingen voor het onderwijs van 28 oktober 2016, wat het inschrijvingsrecht betreft sluiten, worden de woorden "mix en" opgeheven.

Art. 5.In artikel 37/45 van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 17 mei 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 17/05/2019 pub. 26/07/2019 numac 2019041360 bron vlaamse overheid Decreet houdende wijziging van het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997, van de Codex Secundair Onderwijs van 17 december 2010 en van de Codificatie sommige bepalingen voor het onderwijs van 28 oktober 2016, wat het inschrijvingsrecht betreft sluiten, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 2, derde lid, wordt de zin "Ouders geven opnieuw schriftelijk akkoord." vervangen door de zin "Ouders geven dan schriftelijk of digitaal akkoord."; 2° aan paragraaf 4 worden een tweede en een derde lid toegevoegd, die luiden als volgt: "Bij registratie van de inschrijving in de administratieve toepassingen voor het uitwisselen van leerlingengegevens tussen scholen en het Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming, registreert een school, om de leerlingen uniek te kunnen identificeren en als de volgende gegevens beschikbaar zijn, de volgende gegevens van de leerling: 1° de identificatiegegevens;2° de nationaliteit;3° het identificatienummer. De bevoegde diensten van de Vlaamse Gemeenschap zijn de verwerkingsverantwoordelijke voor de gegevens, vermeld in het tweede lid. De gegevens, vermeld in het tweede lid, worden maximaal dertig jaar bewaard met het oog op het garanderen van een vlot schooltraject, zeker in geval van een verlengd verblijf van de leerling in het onderwijs.".

Art. 6.In artikel 37/46, § 4, van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 17 mei 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 17/05/2019 pub. 26/07/2019 numac 2019041360 bron vlaamse overheid Decreet houdende wijziging van het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997, van de Codex Secundair Onderwijs van 17 december 2010 en van de Codificatie sommige bepalingen voor het onderwijs van 28 oktober 2016, wat het inschrijvingsrecht betreft sluiten, worden de woorden "één geheel te beschouwen en één capaciteit te bepalen" vervangen door de woorden "één geheel te beschouwen of als één capaciteit te bepalen".

Art. 7.In artikel 37/47 van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 17 mei 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 17/05/2019 pub. 26/07/2019 numac 2019041360 bron vlaamse overheid Decreet houdende wijziging van het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997, van de Codex Secundair Onderwijs van 17 december 2010 en van de Codificatie sommige bepalingen voor het onderwijs van 28 oktober 2016, wat het inschrijvingsrecht betreft sluiten, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het eerste lid worden tussen de woorden "voor hetzelfde schooljaar" en de woorden "in een andere school" de woorden "en hetzelfde onderwijsniveau" ingevoegd;2° in het tweede lid worden tussen de woorden "gewoon onderwijs" en de woorden "wordt vastgesteld" de woorden "en hetzelfde onderwijsniveau" ingevoegd.

Art. 8.In artikel 37/48 van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 17 mei 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 17/05/2019 pub. 26/07/2019 numac 2019041360 bron vlaamse overheid Decreet houdende wijziging van het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997, van de Codex Secundair Onderwijs van 17 december 2010 en van de Codificatie sommige bepalingen voor het onderwijs van 28 oktober 2016, wat het inschrijvingsrecht betreft sluiten, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1 wordt de zinsnede "artikel 37bis, § 1," vervangen door de zinsnede "artikel 37/45, § 1,";2° aan paragraaf 2, tweede lid, worden de volgende zinnen toegevoegd: "Nadat de voormelde termijn van zestig kalenderdagen is verstreken, is de leerling definitief ingeschreven.Als de school pas kennisneemt van een verslag, vermeld in het eerste lid, nadat de leerling is ingeschreven, start die termijn van zestig kalenderdagen op de dag van die kennisneming.".

Art. 9.Artikel 37/49 van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 17 mei 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 17/05/2019 pub. 26/07/2019 numac 2019041360 bron vlaamse overheid Decreet houdende wijziging van het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997, van de Codex Secundair Onderwijs van 17 december 2010 en van de Codificatie sommige bepalingen voor het onderwijs van 28 oktober 2016, wat het inschrijvingsrecht betreft sluiten, wordt vervangen door wat volgt: "

Art. 37/49.Alle schoolbesturen die een school of vestigingsplaats hebben binnen het werkingsgebied van het LOP Brussel-Hoofdstad, zijn voor hun scholen of vestigingsplaatsen voor gewoon onderwijs binnen dat respectievelijke werkingsgebied verplicht tot een gezamenlijke aanmeldingsprocedure.".

Art. 10.In artikel 37/50, tweede lid, van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 17 mei 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 17/05/2019 pub. 26/07/2019 numac 2019041360 bron vlaamse overheid Decreet houdende wijziging van het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997, van de Codex Secundair Onderwijs van 17 december 2010 en van de Codificatie sommige bepalingen voor het onderwijs van 28 oktober 2016, wat het inschrijvingsrecht betreft sluiten, wordt de zin "Na afsluiten van de aanmeldingsperiode worden de aangemelde leerlingen geordend, conform artikel 37/58, 37/59, 37/60 en 37/61, en in voorkomend geval, volgens artikel 37/57." vervangen door de zin "Nadat de aanmeldingsperiode is afgesloten, worden de aangemelde leerlingen geordend, conform artikel 37/58, 37/59 en 37/61, en in voorkomend geval conform artikel 37/57 en 37/60.".

Art. 11.In artikel 37/51 van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 17 mei 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 17/05/2019 pub. 26/07/2019 numac 2019041360 bron vlaamse overheid Decreet houdende wijziging van het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997, van de Codex Secundair Onderwijs van 17 december 2010 en van de Codificatie sommige bepalingen voor het onderwijs van 28 oktober 2016, wat het inschrijvingsrecht betreft sluiten, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1, eerste lid, 2°, wordt de zin "welk standaarddossier als vermeld in artikel 37/53, het zal hanteren bij de organisatie van de aanmeldingsprocedure, of van welk standaarddossier het schoolbestuur of het LOP wenst af te wijken." vervangen door de zin "welk standaarddossier het zal hanteren bij de organisatie van de aanmeldingsprocedure, of van welk standaarddossier het schoolbestuur of het LOP wil afwijken conform artikel 37/53."; 2° in paragraaf 1 wordt het lid "De Vlaamse Regering bepaalt het model van ieder standaarddossier en het formulier voor de meldingen, vermeld in het eerste lid." opgeheven; 3° paragraaf 3 wordt vervangen door wat volgt: " § 3.Als een schoolbestuur, meerdere schoolbesturen samen, of het LOP de inschrijvingen laten voorafgaan door een aanmeldingsprocedure, richten ze een ombudsdienst inschrijvingen op die instaat voor de eerstelijnsbehandeling van: 1° klachten en vaststellingen over technische fouten of zuiver materiële vergissingen voor of na de definitieve toewijzingen;2° vragen over een erkenning van de uitzonderlijke situatie van een in te schrijven leerling. De Vlaamse Regering bepaalt de samenstelling van de ombudsdienst inschrijvingen en regelt de werking ervan. De samenstelling van de ombudsdienst inschrijvingen bestaat minstens uit een vertegenwoordiger van een erkende oudervereniging en een vertegenwoordiging van alle schoolbesturen die de aanmeldingsprocedure organiseren waarvoor de ombudsdienst inschrijvingen instaat voor de eerstelijnsbehandeling, vermeld in het eerste lid."; 4° er worden een paragraaf 4 tot en met 6 toegevoegd, die luiden als volgt: " § 4.In paragraaf 3, eerste lid, 1°, wordt verstaan onder technische fout of zuiver materiële vergissing voor of na de definitieve toewijzingen: een geval waarbij een technische fout of een zuivere materiële vergissing tijdens het verloop van de aanmeldingsprocedure afbreuk doet aan de ordening of toewijzing van de leerling in kwestie.

De aanmeldingsprocedure loopt af bij de start van de vrije inschrijvingen. Klachten en vaststellingen die na de termijn van vijftien kalenderdagen na de vaststelling van de betwiste feiten ingediend worden, zijn onontvankelijk.

Als de ombudsdienst inschrijvingen na een klacht over of een vaststelling van een technische fout of zuiver materiële vergissing voor de definitieve toewijzingen een gunstig advies geeft over de correctie van de fout, kan de leerling door het LOP, het schoolbestuur of meerdere schoolbesturen samen met de correctie van de fout worden opgenomen in het aanmeldingsregister voor de definitieve toewijzing gebeurt.

Als de ombudsdienst inschrijvingen na een klacht over een technische fout of zuiver materiële vergissing na een definitieve toewijzing een gunstig advies geeft over de correctie van de fout, kan de leerling door het betrokken schoolbestuur in overcapaciteit worden ingeschreven conform artikel 37/64.

Als de ombudsdienst inschrijvingen een negatief advies geeft over een klacht over een technische fout of materiële vergissing voor of na de definitieve toewijzingen, hoeft de school niets te wijzigen aan de aanmelding of toewijzing van de leerling in kwestie. § 5. In paragraaf 3, eerste lid, 2°, wordt verstaan onder een uitzonderlijke situatie van een in te schrijven leerling: een geval waarbij de betrokkene die zich aanmeldt voor een specifieke school, een uitzonderlijke situatie inroept die alleen van toepassing is op de leerling in kwestie in die school en waarbij die inschrijving de enig mogelijke is om de toegang tot onderwijs te garanderen voor die leerling.

Als een ouder een vraag voor de erkenning van een uitzonderlijke situatie stelt aan de ombudsdienst inschrijvingen, legt de ombudsdienst de vraag voor aan het schoolbestuur in kwestie. Indien het schoolbestuur in kwestie een eventuele inschrijving in overcapaciteit haalbaar acht, legt ze die vraag voor aan de CLR. De CLR beslist binnen dertig kalenderdagen over de uitzonderlijke situatie waarbij die inschrijving de enig mogelijke is om de toegang tot onderwijs te garanderen voor die leerling.

Alleen als de CLR de uitzonderlijke situatie bevestigt waarbij die inschrijving de enig mogelijke is om de toegang tot onderwijs te garanderen voor die leerling, kan de leerling in overcapaciteit worden ingeschreven conform artikel 37/64. § 6. Nadat de klacht over een technische fout of materiële vergissing is behandeld, kan een klacht ingediend worden bij de CLR, conform artikel 37/69. De behandeling van de uitzonderlijke situatie zoals bepaald in paragraaf 5 kan geen voorwerp uitmaken van een klacht bij de CLR. De behandeling van een klacht of vraag bij de ombudsdienst inschrijvingen schort de termijn op voor de indiening van een klacht bij de CLR, vermeld in artikel 37/69, en de termijn van tien kalenderdagen voor de bemiddeling in het LOP, vermeld in 37/68, § 2, eerste lid.".

Art. 12.In artikel 37/52 van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 17 mei 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 17/05/2019 pub. 26/07/2019 numac 2019041360 bron vlaamse overheid Decreet houdende wijziging van het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997, van de Codex Secundair Onderwijs van 17 december 2010 en van de Codificatie sommige bepalingen voor het onderwijs van 28 oktober 2016, wat het inschrijvingsrecht betreft sluiten, wordt paragraaf 1 vervangen door wat volgt: " § 1. Aanmeldende scholen die in het werkingsgebied van een LOP liggen, organiseren de aanmeldingsprocedure gezamenlijk. In gemeenten waar een LOP aanwezig is, wordt de aanmeldingsprocedure goedgekeurd door een meerderheid van de onderwijspartners van het LOP, vermeld in artikel VIII.4, § 1, eerste lid, 1° tot en met 3°, van de Codificatie sommige bepalingen voor het onderwijs van 28 oktober 2016.

Voor scholen die, conform artikel 37/17, § 3, en na goedkeuring van het LOP Brussel-Hoofdstad, aansluiten bij de aanmeldingsprocedure van het LOP Brussel-Hoofdstad, blijven de respectievelijke ordeningscriteria en voorrangsgroepen, vermeld in artikel 37/22, artikel 37/23 en, in voorkomend geval, artikel 37/24, onverminderd gelden.".

Art. 13.In artikel 37/54 van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 17 mei 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 17/05/2019 pub. 26/07/2019 numac 2019041360 bron vlaamse overheid Decreet houdende wijziging van het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997, van de Codex Secundair Onderwijs van 17 december 2010 en van de Codificatie sommige bepalingen voor het onderwijs van 28 oktober 2016, wat het inschrijvingsrecht betreft sluiten, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1, inleidende zin, wordt tussen de zinsnede "gelden," en het woord "een" de zinsnede "uiterlijk tien kalenderdagen na ontvangst van het negatief besluit," ingevoegd;2° in paragraaf 1 wordt punt 1° vervangen door wat volgt: "1° melden aan de bevoegde diensten van de Vlaamse Gemeenschap en de CLR dat ze de aanmeldingen zal organiseren conform een standaarddossier, vermeld in artikel 37/51, § 1.Voor die melding wordt het formulier, vermeld in artikel 37/51, § 2, gebruikt;"; 3° in paragraaf 1, 3°, wordt de zin "De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regelingen inzake het verloop van de procedure." opgeheven; 4° aan paragraaf 1 wordt een tweede lid toegevoegd, dat luidt als volgt: "De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels inzake het verloop van de procedure, vermeld in het eerste lid."; 5° in paragraaf 2 wordt het eerste lid vervangen door wat volgt: "Bij een negatief besluit van de CLR over de aangepaste afwijkingen van een standaarddossier die conform paragraaf 1, eerste lid, 2°, zijn voorgelegd, kunnen het betrokken schoolbestuur, meerdere betrokken schoolbesturen samen of het betrokken LOP, een van de volgende beslissingen nemen: 1° uiterlijk tien kalenderdagen na ontvangst van het negatief besluit beslissen om de aanmeldingsprocedure te organiseren volgens een standaarddossier; 2° uiterlijk tien kalenderdagen na ontvangst van het negatief besluit, en eenmalig, het aangepaste voorstel van afwijkingen van een standaarddossier, vermeld in artikel 37/51, § 1, voorleggen aan de Vlaamse Regering."; 6° aan paragraaf 2 wordt een derde lid toegevoegd, dat luidt als volgt: "Bij een negatief besluit van de Vlaamse Regering beslissen het betrokken schoolbestuur, meerdere betrokken schoolbesturen samen of het betrokken LOP, uiterlijk tien kalenderdagen na ontvangst van het negatief besluit, om de aanmeldingsprocedure te organiseren volgens een standaarddossier, vermeld in artikel 37/51, § 1, eerste lid, 2°. "; 7° in paragraaf 3, eerste lid, wordt tussen het woord "LOP" en het woord "beslissen" de zinsnede ", uiterlijk tien kalenderdagen na ontvangst van het negatief besluit," ingevoegd;8° aan paragraaf 3 wordt een derde lid toegevoegd, dat luidt als volgt: "Bij een negatief besluit van de CLR beslissen het betrokken schoolbestuur, meerdere betrokken schoolbesturen samen of het betrokken LOP, uiterlijk tien kalenderdagen na ontvangst van het negatief besluit, om de aanmeldingsprocedure te organiseren volgens een standaarddossier, vermeld in artikel 37/51, § 1, eerste lid, 2°. ".

Art. 14.In artikel 37/55 van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 17 mei 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 17/05/2019 pub. 26/07/2019 numac 2019041360 bron vlaamse overheid Decreet houdende wijziging van het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997, van de Codex Secundair Onderwijs van 17 december 2010 en van de Codificatie sommige bepalingen voor het onderwijs van 28 oktober 2016, wat het inschrijvingsrecht betreft sluiten, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 2, eerste lid, inleidende zin, wordt de zinsnede ", desgevallend per contingent als vermeld in artikel 37/60" opgeheven; 2° in paragraaf 2, eerste lid, wordt punt 1° vervangen door wat volgt: "1° in voorkomend geval, voor de start van de inschrijvingen of de aanmeldingen van de voorrangsgroepen, vermeld in artikel 37/57, § 2 en § 3;"; 3° in paragraaf 3, eerste lid, wordt de zinsnede ", mits toepassing van de volgens artikel 37/60 te bepalen contingenten" opgeheven.

Art. 15.Aan artikel 37/56, § 1, van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 17 mei 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 17/05/2019 pub. 26/07/2019 numac 2019041360 bron vlaamse overheid Decreet houdende wijziging van het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997, van de Codex Secundair Onderwijs van 17 december 2010 en van de Codificatie sommige bepalingen voor het onderwijs van 28 oktober 2016, wat het inschrijvingsrecht betreft sluiten, wordt een tweede lid toegevoegd, dat luidt als volgt: "In afwijking van het eerste lid gelden de volgende periodes en data voor de inschrijvingen voor het schooljaar 2023-2024: 1° de aanmeldingsperiode voor de inschrijvingen loopt van 28 februari 2023 tot en met 21 maart 2023;2° de uiterste datum waarop de resultaten van de aanmeldingen van de leerlingen bekend worden gemaakt, is 21 april 2023;3° de gunstig gerangschikte leerlingen kunnen zich inschrijven van 24 april 2023 tot en met 15 mei 2023; 4° de vrije inschrijvingsperiode voor de eventueel resterende vrije plaatsen start op 23 mei 2023.".

Art. 16.In artikel 37/57, § 4, van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 17 mei 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 17/05/2019 pub. 26/07/2019 numac 2019041360 bron vlaamse overheid Decreet houdende wijziging van het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997, van de Codex Secundair Onderwijs van 17 december 2010 en van de Codificatie sommige bepalingen voor het onderwijs van 28 oktober 2016, wat het inschrijvingsrecht betreft sluiten, wordt het tweede lid vervangen door wat volgt: "Als de vooraf bepaalde capaciteit, vermeld in artikel 37/55, al bereikt wordt binnen de leerlingengroep, vermeld in het eerste lid, 1°, 2° of 3°, worden de leerlingen binnen die leerlingengroep in kwestie geordend volgens de volgorde van de voorrangsgroepen en het ordeningscriterium of de combinatie van ordeningscriteria, zoals de overige kinderen, vermeld in artikel 37/59 en vermeld in het door het schoolbestuur onderschreven standaarddossier of de door de CLR goedgekeurde afwijkingen op het standaarddossier, vermeld in artikel 37/53.".

Art. 17.Artikel 37/59 van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 17 mei 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 17/05/2019 pub. 26/07/2019 numac 2019041360 bron vlaamse overheid Decreet houdende wijziging van het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997, van de Codex Secundair Onderwijs van 17 december 2010 en van de Codificatie sommige bepalingen voor het onderwijs van 28 oktober 2016, wat het inschrijvingsrecht betreft sluiten, wordt vervangen door wat volgt: "

Art. 37/59.§ 1. Op het einde van de aanmeldingsperiode die de Vlaamse Regering vastlegt, ordent het schoolbestuur of, na akkoord van de schoolbesturen in kwestie, het LOP voor elk van zijn scholen alle aangemelde leerlingen op de volgende wijze: 1° eerst de kinderen van de ouders die conform artikel 37/58 het Nederlands in voldoende mate machtig zijn;2° in voorkomend geval de leerlingen die behoren tot de ondervertegenwoordigde groep, vermeld in artikel 37/60;3° na de ordening op basis van het criterium, vermeld in punt 1°, en in voorkomend geval punt 2°, tot slot de overige kinderen aan de hand van een of een combinatie van de volgende ordeningscriteria, in voorkomend geval met inbegrip van de leerlingen die overblijven na de toepassing van de criteria, vermeld in punt 1° en 2° : a) de afstand van het domicilieadres van de leerling tot de school of vestigingsplaats;b) de afstand van het werkadres van een van beide ouders tot de school of vestigingsplaats;c) toeval.Dit ordeningscriterium kan alleen gekozen worden in combinatie met minstens een van de ordeningscriteria, vermeld in punt a), b) of d); d) de plaats van de school of vestigingsplaats binnen de rangorde in de keuze die de ouders hebben gemaakt.Dit ordeningscriterium kan alleen gekozen worden in combinatie met minstens een van de ordeningscriteria, vermeld in punt a), b) of c).

Het schoolbestuur, de schoolbesturen samen of het LOP hanteren bij het ordenen van de aangemelde leerlingen het ordeningscriterium of de combinatie van ordeningscriteria uit het standaarddossier dat ze onderschreven hebben of de eventuele afwijkingen daarop zoals de CLR ze heeft goedgekeurd.

Als de vooraf bepaalde capaciteit, vermeld in artikel 37/55, al bereikt wordt binnen de leerlingengroep, vermeld in het eerste lid, 1° of 2°, worden de leerlingen binnen die leerlingengroep in kwestie, geordend volgens de volgorde van de voorrangsgroepen en volgens het ordeningscriterium of de combinatie van ordeningscriteria, zoals de overige kinderen, vermeld in het eerste lid, 3°, en vermeld in het door het schoolbestuur onderschreven standaarddossier of de door de CLR goedgekeurde afwijkingen op het standaarddossier, vermeld in artikel 37/53. § 2. Als het schoolbestuur beslist om de voorrang voor de voorrangsgroepen, vermeld in artikel 37/57, uitsluitend of na een voorafgaande voorrangsperiode, te organiseren via de aanmeldingsprocedure voor alle leerlingen, worden alle aangemelde leerlingen geordend op de volgende wijze: 1° eerst de leerlingen die behoren tot beide voorrangsgroepen, vermeld in artikel 37/57, § 2 en § 3;2° dan de leerlingen die behoren tot dezelfde leefentiteit, vermeld in artikel 37/57, § 2;3° dan de kinderen met een ouder die personeelslid is, vermeld in artikel 37/57, § 3;4° dan de kinderen van ouders die conform artikel 37/58 het Nederlands in voldoende mate machtig zijn;5° in voorkomend geval, dan de leerlingen die behoren tot de ondervertegenwoordigde groep, vermeld in artikel 37/60;6° tot slot de overige kinderen aan de hand van een of een combinatie van de volgende ordeningscriteria, in voorkomend geval met inbegrip van de leerlingen, vermeld in punt 4° en 5°, die overblijven na de toepassing van de criteria, vermeld in punt 1° tot en met 5° : a) de afstand van het domicilieadres van de leerling tot de school of vestigingsplaats;b) de afstand van het werkadres van een van beide ouders tot de school of vestigingsplaats;c) toeval.Dit ordeningscriterium kan alleen gekozen worden in combinatie met minstens een van de ordeningscriteria, vermeld in punt a), b) of d); d) de plaats van de school of vestigingsplaats binnen de rangorde in de keuze die de ouders hebben gemaakt.Dit ordeningscriterium kan alleen gekozen worden in combinatie met minstens een van de ordeningscriteria, vermeld in punt a), b) of c).

Het schoolbestuur, de schoolbesturen samen of het LOP hanteren bij het ordenen van de aangemelde leerlingen het ordeningscriterium of de combinatie van ordeningscriteria uit het standaarddossier die ze hebben onderschreven of de eventuele afwijkingen daarop, zoals de CLR ze heeft goedgekeurd.

Als de vooraf bepaalde capaciteit, vermeld in artikel 37/55, al bereikt wordt binnen de leerlingengroep, vermeld in het eerste lid, 1°, 2°, 3°, 4° of 5°, worden de leerlingen binnen die leerlingengroep in kwestie, geordend volgens de volgorde van de voorrangsgroepen en volgens het ordeningscriterium of de combinatie van ordeningscriteria, zoals de overige kinderen, vermeld in het eerste lid, 6°, en vermeld in het door het schoolbestuur onderschreven standaarddossier dat door het schoolbestuur is onderschreven of de door de CLR goedgekeurde afwijkingen op het standaarddossier, vermeld in artikel 37/53.".

Art. 18.Artikel 37/60 van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 17 mei 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 17/05/2019 pub. 26/07/2019 numac 2019041360 bron vlaamse overheid Decreet houdende wijziging van het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997, van de Codex Secundair Onderwijs van 17 december 2010 en van de Codificatie sommige bepalingen voor het onderwijs van 28 oktober 2016, wat het inschrijvingsrecht betreft sluiten, wordt vervangen door wat volgt: "

Art. 37/60.§ 1. Een schoolbestuur kan ervoor kiezen om voor een of meer van zijn scholen per bepaalde capaciteit, vermeld in artikel 37/55, voorrang te verlenen aan een of meer ondervertegenwoordigde groepen, namelijk een of meer groepen van leerlingen die, op basis van een of meer objectieve kenmerken, in de school relatief ondervertegenwoordigd zijn ten aanzien van een referentiepopulatie. De voorrang wordt toegepast tot maximaal 20 procent van de bepaalde capaciteit bezet wordt door de leerlingen behorende tot een of meerdere ondervertegenwoordigde groepen. Ook in geval van meerdere ondervertegenwoordigde groepen bedraagt de voorrang maximaal 20 procent van de bepaalde capaciteit, vermeld in artikel 37/55.

Als het LOP of een schoolbestuur opteert voor meer ondervertegenwoordigde groepen met hetzelfde of verschillend percentage, bepaalt het LOP of een schoolbestuur ook telkens welke groep in de ordening voorrang heeft op welke andere groep.

Het LOP kan een voorstel uitwerken over de voorrang van ondervertegenwoordigde groepen in de scholen die in zijn werkingsgebied liggen, wat betreft zowel het aandeel van de capaciteit die scholen voorbehouden als het bepalen van de inhoudelijke afbakening van de lokaal gekozen ondervertegenwoordigde groep. Dat voorstel wordt goedgekeurd door een meerderheid van de onderwijspartners van het LOP, vermeld in artikel VIII.4, § 1, eerste lid, 1° tot en met 3°, van de Codificatie sommige bepalingen voor het onderwijs van 28 oktober 2016. De scholen gelegen in het werkingsgebied van een LOP respecteren hierover de gemaakte afspraken in het LOP. Het LOP legt het voorstel ter bekrachtiging voor aan de Raad van de Vlaamse Gemeenschapscommissie.

Als de Raad van de Vlaamse Gemeenschapscommissie een voorstel van het LOP een eerste keer niet bekrachtigt, werkt het LOP een nieuw voorstel uit. Het nieuwe voorstel wordt goedgekeurd door een meerderheid van de onderwijspartners van het LOP, vermeld in artikel VIII.4, § 1, eerste lid, 1° tot en met 3°, van de Codificatie sommige bepalingen voor het onderwijs van 28 oktober 2016. Het LOP legt dat nieuwe voorstel ter bekrachtiging voor aan de Raad van de Vlaamse Gemeenschapscommissie.

Als een eerste voorstel reeds bekrachtigd werd door de Raad van de Vlaamse Gemeenschapscommissie, dan kan de Raad van de Vlaamse Gemeenschapscommissie, wanneer een nieuw voorstel wordt voorgelegd ter bekrachtiging aan de Raad van de Vlaamse Gemeenschapscommissie, ervoor kiezen om dat eerste voorstel te vervangen door het nieuwe voorstel.

Als het nieuwe voorstel, vermeld in het vierde lid, bekrachtigd wordt, vervangt het nieuwe voorstel het eerste voorstel.

Als het nieuwe voorstel niet bekrachtigd wordt, wordt het eerste voorstel, vermeld in het derde lid, behouden, als de Raad van de Vlaamse Gemeenschapscommissie het eerste voorstel bekrachtigd had.

Als de Raad van de Vlaamse Gemeenschapscommissie een voorstel bekrachtigt, passen de vestigingsplaatsen die in het werkingsgebied van het LOP liggen, het voorstel toe.

Als de Raad van de Vlaamse Gemeenschapscommissie geen voorstel bekrachtigt, kunnen de schoolbesturen zelf beslissen voor de vestigingsplaatsen die in het werkingsgebied van het LOP liggen, welke ondervertegenwoordigde groepen ze toepassen. § 2. Het LOP meldt de toepassing van deze voorrang altijd, en uiterlijk op 31 januari, aan de bevoegde diensten van de Vlaamse Gemeenschap.

Scholen en het LOP kunnen hun voorstel van inhoudelijke afbakening van de lokaal gekozen ondervertegenwoordigde groepen ook voor advies voorleggen aan de CLR. Ze doen dat uiterlijk op 15 september voorafgaand aan de aanmeldingen. De inhoudelijke afbakening van de lokaal gekozen ondervertegenwoordigde groepen maken geen deel uit van het standaarddossier, vermeld in artikel 37/51, of afwijking op het standaarddossier, vermeld in artikel 37/51.".

Art. 19.In artikel 37/61 van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 17 mei 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 17/05/2019 pub. 26/07/2019 numac 2019041360 bron vlaamse overheid Decreet houdende wijziging van het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997, van de Codex Secundair Onderwijs van 17 december 2010 en van de Codificatie sommige bepalingen voor het onderwijs van 28 oktober 2016, wat het inschrijvingsrecht betreft sluiten, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 2, tweede lid, worden tussen de woorden "op basis van" en de woorden "dezelfde combinatie" de woorden "de volgorde van de voorrangsgroepen en" ingevoegd;2° in paragraaf 2, derde lid, wordt het woord "ordeningscriteria" vervangen door de woorden "volgorde van de voorrangsgroepen en de ordeningscriteria";3° in paragraaf 3, derde lid, wordt het woord "indicatoren" vervangen door de woorden "de opgegeven voorrangsgroep" en worden de woorden "disfuncties en eerstelijnsklachten" vervangen door de zinsnede "klachten, vaststellingen en vragen".

Art. 20.In artikel 37/62 van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 17 mei 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 17/05/2019 pub. 26/07/2019 numac 2019041360 bron vlaamse overheid Decreet houdende wijziging van het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997, van de Codex Secundair Onderwijs van 17 december 2010 en van de Codificatie sommige bepalingen voor het onderwijs van 28 oktober 2016, wat het inschrijvingsrecht betreft sluiten, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1, eerste lid, wordt de zinsnede ", in voorkomend geval per contingent," opgeheven; 2° in paragraaf 2, eerste lid, wordt de zin "Met uitzondering van leerlingen die werden ingeschreven in overcapaciteit, zoals bepaald in artikel 37/64, wordt bij het invullen van vrijgekomen plaatsen of bijkomende plaatsen door verhoogde capaciteit als vermeld in artikel 37/55, met respect voor de volgorde van de voorrangsgroepen en, wat de leerlingen, vermeld in artikel 37/58 en artikel 37/60 betreft, met het oog op het bereiken van hun respectievelijke aandeel, vermeld in artikel 37/58, § 3, tweede lid, en artikel 37/60, § 2, gerespecteerd en dit tot en met de vijfde schooldag van oktober van het schooljaar waarop de inschrijving betrekking had." vervangen door de zin "Met uitzondering van leerlingen die zijn ingeschreven in overcapaciteit conform artikel 37/64, wordt bij het invullen van vrijgekomen plaatsen of bijkomende plaatsen door een verhoogde capaciteit, vermeld in artikel 37/55, § 3, de volgorde van de weigeringen gerespecteerd met inbegrip van de volgorde van de voorrangsgroepen, vermeld in artikel 37/57, 37/58 en 37/60, en, wat de leerlingen, vermeld in artikel 37/58 en artikel 37/60, betreft, met het oog op het bereiken van hun respectievelijke aandeel, vermeld in artikel 37/58, § 3, en artikel 37/60, § 1, en dat tot en met de vijfde schooldag van oktober van het schooljaar waarop de inschrijving betrekking had.".

Art. 21.In artikel 37/64 van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 17 mei 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 17/05/2019 pub. 26/07/2019 numac 2019041360 bron vlaamse overheid Decreet houdende wijziging van het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997, van de Codex Secundair Onderwijs van 17 december 2010 en van de Codificatie sommige bepalingen voor het onderwijs van 28 oktober 2016, wat het inschrijvingsrecht betreft sluiten, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1, inleidende zin, wordt de zinsnede "artikel 37/55, § 5," vervangen door de zinsnede "artikel 37/55, § 4,"; 2° in paragraaf 1 wordt punt 1° vervangen door wat volgt: "1° leerlingen die voldoen aan de definitie van een anderstalige nieuwkomer in het gewoon onderwijs, vermeld in artikel 3, 4° quater, met uitzondering van de leeftijdsvereisten, vermeld in die definitie;"; 3° in paragraaf 1, 2°, wordt punt a) vervangen door wat volgt: "a) hetzij beschikken over een jeugdhulpverleningsbeslissing voor de functie verblijf, namelijk aangepaste woon- en leefomgeving onder toezicht en begeleiding, bij een jeugdhulpaanbieder op verwijzing van een gemandateerde voorziening of een Sociale Dienst Jeugdrechtbank;"; 4° aan paragraaf 1, 2°, worden een punt d) en een punt e) toegevoegd, die luiden als volgt: "d) hetzij geadopteerd zijn in een gezin dat beschikt over een verzoekschrift tot binnen- of buitenlandse adoptie dat ingediend is bij de bevoegde rechtbank, of, bij gebrek daaraan, een buitenlandse adoptiebeslissing of een buitenlandse beslissing tot plaatsing met het oog op adoptie; e) hetzij beschikken over een verslag, vermeld in artikel 15;"; 5° in paragraaf 1, 4°, worden de woorden "hetzelfde niveau" vervangen door de zinsnede "hetzelfde geboortejaar of leerjaar, vermeld in artikel 37/55, § 1,";6° in paragraaf 1, 6°, wordt de zinsnede "disfunctiecommissie, zoals bepaald in artikel 37/51, § 3, toestemming heeft verleend" vervangen door de zinsnede "ombudsdienst inschrijvingen of de CLR, vermeld in artikel 37/51, § 3 tot en met § 5, gunstig advies heeft verleend of de uitzonderlijke situatie heeft bevestigd"; 7° aan paragraaf 1 wordt een punt 7° toegevoegd, dat luidt als volgt: "7° leerlingen die in het lopende schooljaar of na de eerste schooldag van maart van het schooljaar voorafgaand aan het schooljaar waarvoor de inschrijving wordt gevraagd, verhuisd zijn vanuit een andere gemeente en nu gedomicilieerd zijn in de gemeente van de vestigingsplaats."; 8° in paragraaf 2 wordt de zinsnede "artikel 37/55, § 5," vervangen door de zinsnede "artikel 37/55, § 4,".

Art. 22.In artikel 37/66 van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 17 mei 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 17/05/2019 pub. 26/07/2019 numac 2019041360 bron vlaamse overheid Decreet houdende wijziging van het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997, van de Codex Secundair Onderwijs van 17 december 2010 en van de Codificatie sommige bepalingen voor het onderwijs van 28 oktober 2016, wat het inschrijvingsrecht betreft sluiten, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° paragraaf 1 wordt vervangen door wat volgt: " § 1.Een schoolbestuur, of het daartoe gemandateerde schoolbestuur of het LOP, dat een leerling weigert, deelt haar beslissing binnen een termijn van zeven kalenderdagen schriftelijk of digitaal mee aan de ouders van de leerling en aan de bevoegde diensten van de Vlaamse Gemeenschap via de administratieve toepassingen voor het uitwisselen van leerlingengegevens tussen scholen en het Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming. De bevoegde diensten van de Vlaamse Gemeenschap bezorgen die melding aan het LOP. Die melding bevat het rijksregisternummer en de identificatiegegevens van de leerlingen en de feitelijke en juridische grond van de weigering. De Vlaamse Regering kan de regels bepalen over de opslagperioden en de verwerkingsactiviteiten en de procedures, waaronder maatregelen om te zorgen voor een behoorlijke, veilige en transparante verwerking. De weigeringsdocumenten worden ook, op vraag van de ouders, op papier ter beschikking gesteld."; 2° in paragraaf 2, eerste lid, worden de woorden "het LOP" vervangen door de woorden "de bevoegde diensten van de Vlaamse Gemeenschap";3° in paragraaf 2 wordt het tweede lid vervangen door wat volgt: "Het model, vermeld in het eerste lid, bevat al de volgende elementen: 1° de feitelijke en de juridische grond van de beslissing tot weigering; 2° de informatie over de mogelijkheden voor bemiddeling, eerstelijnsklachten en de indiening van een klacht bij de CLR."; 4° in paragraaf 2, derde lid, wordt de zinsnede ", desgevallend in het betreffende contingent," opgeheven.

Art. 23.In artikel 37/68, § 2, van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 17 mei 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 17/05/2019 pub. 26/07/2019 numac 2019041360 bron vlaamse overheid Decreet houdende wijziging van het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997, van de Codex Secundair Onderwijs van 17 december 2010 en van de Codificatie sommige bepalingen voor het onderwijs van 28 oktober 2016, wat het inschrijvingsrecht betreft sluiten, wordt het eerst lid vervangen door wat volgt: "Het LOP bemiddelt binnen tien kalenderdagen na het verzoek van de ouders of na de afgifte van het weigeringsdocument tussen de leerling en zijn ouders en de schoolbesturen van de scholen binnen het werkingsgebied, met het oog op een definitieve inschrijving van de leerling in een school.".

Art. 24.In artikel 37/69 van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 17 mei 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 17/05/2019 pub. 26/07/2019 numac 2019041360 bron vlaamse overheid Decreet houdende wijziging van het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997, van de Codex Secundair Onderwijs van 17 december 2010 en van de Codificatie sommige bepalingen voor het onderwijs van 28 oktober 2016, wat het inschrijvingsrecht betreft sluiten, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1, eerste lid, wordt tussen de zinsnede "door het LOP als vermeld in artikel 37/68" en de woorden "een schriftelijke klacht" de zinsnede "of na behandeling door de ombudsdienst inschrijvingen, vermeld in artikel 37/51, § 3," ingevoegd;2° in paragraaf 2, eerste lid, worden de woorden "weigering of de uitschrijving" vervangen door het woord "klacht"; 3° paragraaf 2, tweede lid, wordt vervangen door wat volgt: "Het oordeel van de CLR wordt uiterlijk binnen een termijn van zeven kalenderdagen schriftelijk of elektronisch verstuurd naar de betrokkenen."; 4° aan paragraaf 2 wordt een derde lid toegevoegd, dat luidt als volgt: "In geval van een klacht als vermeld in artikel 37/67, eerste lid, 4°, blijft de leerling ingeschreven in de school tot het oordeel van de CLR aan de betrokkenen kenbaar is gemaakt en wordt de termijn van een maand, de vakantieperioden niet inbegrepen, vermeld in artikel 37/48, § 2, derde lid, ook tot dat moment opgeschort.". HOOFDSTUK 3. - Wijzigingen van de Codex Secundair Onderwijs van 17 december 2010 voor de scholen die in het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad liggen

Art. 25.In artikel 253/32 van de Codex Secundair Onderwijs van 17 december 2010, ingevoegd bij het decreet van 17 mei 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 17/05/2019 pub. 26/07/2019 numac 2019041360 bron vlaamse overheid Decreet houdende wijziging van het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997, van de Codex Secundair Onderwijs van 17 december 2010 en van de Codificatie sommige bepalingen voor het onderwijs van 28 oktober 2016, wat het inschrijvingsrecht betreft sluiten, wordt het tweede lid vervangen door wat volgt: "Voor de toepassing van de termijnen, vermeld in dit hoofdstuk, worden de vakantieperioden die de Vlaamse Regering bepaalt krachtens artikel 12 niet meegerekend, met uitzondering van de termijn, vermeld in artikel 253/57, § 1.".

Art. 26.In artikel 253/33 van dezelfde codex, ingevoegd bij het decreet van 17 mei 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 17/05/2019 pub. 26/07/2019 numac 2019041360 bron vlaamse overheid Decreet houdende wijziging van het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997, van de Codex Secundair Onderwijs van 17 december 2010 en van de Codificatie sommige bepalingen voor het onderwijs van 28 oktober 2016, wat het inschrijvingsrecht betreft sluiten, wordt een punt 3° /1 ingevoegd, dat luidt als volgt: "3° /1 het bevorderen van sociale cohesie;".

Art. 27.In artikel 253/34, § 2, van dezelfde codex, ingevoegd bij het decreet van 17 mei 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 17/05/2019 pub. 26/07/2019 numac 2019041360 bron vlaamse overheid Decreet houdende wijziging van het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997, van de Codex Secundair Onderwijs van 17 december 2010 en van de Codificatie sommige bepalingen voor het onderwijs van 28 oktober 2016, wat het inschrijvingsrecht betreft sluiten, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in punt 1° worden de woorden "het structuuronderdeel" vervangen door de woorden "de administratieve groep";2° er wordt een punt 4° toegevoegd, dat luidt als volgt: "4° de identificatiegegevens, de nationaliteit en het identificatienummer van de leerling, als die gegevens beschikbaar zijn, om de leerlingen uniek te identificeren.De bevoegde diensten van de Vlaamse Regering zijn verwerkingsverantwoordelijke voor de voormelde gegevens. De voormelde gegevens worden maximaal dertig jaar bewaard met het oog op het garanderen van een vlot schooltraject, zeker in geval van een verlengd verblijf van de leerling in het onderwijs.".

Art. 28.Artikel 253/36 van dezelfde codex, ingevoegd bij het decreet van 17 mei 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 17/05/2019 pub. 26/07/2019 numac 2019041360 bron vlaamse overheid Decreet houdende wijziging van het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997, van de Codex Secundair Onderwijs van 17 december 2010 en van de Codificatie sommige bepalingen voor het onderwijs van 28 oktober 2016, wat het inschrijvingsrecht betreft sluiten, wordt vervangen door wat volgt: "

Art. 253/36.Elke inschrijving vóór 1 september voor het daaropvolgende schooljaar voor een bepaalde administratieve groep in een bepaalde school voor gewoon onderwijs maakt de daaraan voorafgaande inschrijving voor diezelfde administratieve groep en hetzelfde schooljaar in een andere school van rechtswege ongedaan.

Elke inschrijving vóór 1 februari voor een administratieve groep, ingericht als Se-n-Se dat op 1 februari start, in een bepaalde school, maakt de daaraan voorafgaande inschrijving voor diezelfde administratieve groep in een andere school voor gewoon onderwijs van rechtswege ongedaan.

Elke inschrijving in de loop van het schooljaar in kwestie voor een bepaalde administratieve groep, maakt de daaraan voorafgaande inschrijving voor dezelfde of een andere administratieve groep voor datzelfde schooljaar in een andere school voor gewoon onderwijs ongedaan vanaf de start van de effectieve, tenzij gewettigde afwezigheid, lesbijwoning.".

Art. 29.Aan artikel 253/37, § 2, tweede lid, van dezelfde codex, ingevoegd bij het decreet van 17 mei 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 17/05/2019 pub. 26/07/2019 numac 2019041360 bron vlaamse overheid Decreet houdende wijziging van het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997, van de Codex Secundair Onderwijs van 17 december 2010 en van de Codificatie sommige bepalingen voor het onderwijs van 28 oktober 2016, wat het inschrijvingsrecht betreft sluiten, worden de volgende zinnen toegevoegd: "Nadat de voormelde termijn van zestig kalenderdagen is verstreken, is de leerling definitief ingeschreven. Als de school pas kennisneemt van een verslag, vermeld in het eerste lid, nadat de leerling is ingeschreven, start die termijn van zestig kalenderdagen de dag van die kennisneming.".

Art. 30.Artikel 253/38 van dezelfde codex, ingevoegd bij het decreet van 17 mei 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 17/05/2019 pub. 26/07/2019 numac 2019041360 bron vlaamse overheid Decreet houdende wijziging van het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997, van de Codex Secundair Onderwijs van 17 december 2010 en van de Codificatie sommige bepalingen voor het onderwijs van 28 oktober 2016, wat het inschrijvingsrecht betreft sluiten, wordt vervangen door wat volgt: "

Art. 253/38.Alle schoolbesturen die een school of vestigingsplaats hebben binnen het werkingsgebied van het LOP Brussel-Hoofdstad, zijn voor hun scholen en vestigingsplaatsen voor gewoon onderwijs binnen dat respectievelijke werkingsgebied verplicht tot een gezamenlijke aanmeldingsprocedure.

In gemeenten waar een LOP aanwezig is, wordt de aanmeldingsprocedure goedgekeurd door een meerderheid van de onderwijspartners van het LOP, vermeld in artikel VIII.4/1, § 1, eerste lid, 1° tot en met 3°, van de Codificatie sommige bepalingen voor het onderwijs van 28 oktober 2016.".

Art. 31.Aan artikel 253/39 van dezelfde codex, ingevoegd bij het decreet van 17 mei 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 17/05/2019 pub. 26/07/2019 numac 2019041360 bron vlaamse overheid Decreet houdende wijziging van het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997, van de Codex Secundair Onderwijs van 17 december 2010 en van de Codificatie sommige bepalingen voor het onderwijs van 28 oktober 2016, wat het inschrijvingsrecht betreft sluiten, wordt een tweede lid toegevoegd: "In afwijking van het eerste lid starten de inschrijvingen voor het eerste leerjaar van de eerste graad voor het schooljaar 2023-2024 op 16 mei 2023.".

Art. 32.In artikel 253/40 van dezelfde codex, ingevoegd bij het decreet van 17 mei 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 17/05/2019 pub. 26/07/2019 numac 2019041360 bron vlaamse overheid Decreet houdende wijziging van het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997, van de Codex Secundair Onderwijs van 17 december 2010 en van de Codificatie sommige bepalingen voor het onderwijs van 28 oktober 2016, wat het inschrijvingsrecht betreft sluiten, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 2 worden het eerste en het tweede lid vervangen door wat volgt: "De Vlaamse Regering bepaalt: 1° de starten de einddatum van de aanmeldingen voor inschrijvingen voor een bepaald schooljaar;2° de datum waarop de resultaten van de aanmeldingsprocedure uiterlijk worden bekendgemaakt;3° de inschrijvingsperiode voor de gunstig gerangschikte leerlingen. In afwijking van het eerste lid gelden de volgende periodes en data voor de inschrijvingen voor het schooljaar 2023-2024: 1° de aanmeldingsperiode voor de inschrijvingen loopt van 27 maart 2023 tot en met 21 april 2023;2° de uiterste datum waarop de resultaten van de aanmeldingen van de leerlingen bekend worden gemaakt, is 15 mei 2023; 3° de gunstig gerangschikte leerlingen kunnen zich inschrijven van 16 mei 2023 tot en met 12 juni 2023."; 2° paragraaf 3 wordt vervangen door wat volgt: " § 3.Als een schoolbestuur, meerdere schoolbesturen samen, of het LOP de inschrijvingen laten voorafgaan door een aanmeldingsprocedure, richten ze een ombudsdienst inschrijvingen op die instaat voor de eerstelijnsbehandeling van: 1° klachten en vaststellingen over technische fouten of zuiver materiële vergissingen voor of na de definitieve toewijzingen;2° vragen over een erkenning van de uitzonderlijke situatie van een in te schrijven leerling. De Vlaamse Regering bepaalt de samenstelling van de ombudsdienst inschrijvingen en regelt de werking ervan. De samenstelling van de ombudsdienst inschrijvingen bestaat minstens uit een vertegenwoordiger van een erkende oudervereniging en een vertegenwoordiging van alle schoolbesturen die de aanmeldingsprocedure organiseren waarvoor de ombudsdienst inschrijvingen instaat voor de eerstelijnsbehandeling, vermeld in het eerste lid."; 3° er worden een paragraaf 4 tot en met 8 toegevoegd, die luiden als volgt: " § 4.In paragraaf 3, eerste lid, 1°, wordt verstaan onder technische fout of zuiver materiële vergissing voor of na de definitieve toewijzingen: een geval waarbij een technische fout of een zuiver materiële vergissing tijdens het verloop van de aanmeldingsprocedure afbreuk doet aan de ordening of toewijzing van de leerling in kwestie.

De aanmeldingsprocedure loopt af bij de start van de vrije inschrijvingen. Klachten en vaststellingen die na de termijn van vijftien kalenderdagen na de vaststelling van de betwiste feiten ingediend worden, zijn onontvankelijk.

Als de ombudsdienst inschrijvingen na een klacht over of een vaststelling van een technische fout of zuiver materiële vergissing voor de definitieve toewijzingen een gunstig advies geeft over de correctie van de fout, kan de leerling door het LOP, het schoolbestuur of meerdere schoolbesturen samen met de correctie van de fout worden opgenomen in het aanmeldingsregister voor de definitieve toewijzing gebeurt.

Als de ombudsdienst inschrijvingen na een klacht over een technische fout of zuiver materiële vergissing na een definitieve toewijzing een gunstig advies geeft over de correctie van de fout, kan de leerling door het betrokken schoolbestuur in overcapaciteit worden ingeschreven conform artikel 253/51.

Als de ombudsdienst inschrijvingen een negatief advies geeft over een klacht over een technische fout of materiële vergissing voor of na de definitieve toewijzingen, hoeft de school niets te wijzigen aan de aanmelding of toewijzing van de leerling in kwestie. § 5. In paragraaf 3, eerste lid, 2°, wordt verstaan onder een uitzonderlijke situatie van een in te schrijven leerling: een geval waarbij de betrokkene die zich aanmeldt voor een specifieke school, een uitzonderlijke situatie inroept die alleen van toepassing is op de leerling in kwestie in die school en waarbij die inschrijving de enig mogelijke is om de toegang tot onderwijs te garanderen voor die leerling.

Als een ouder een vraag voor de erkenning van een uitzonderlijke situatie stelt aan de ombudsdienst inschrijvingen, legt de ombudsdienst de vraag voor aan het schoolbestuur in kwestie. Indien het schoolbestuur in kwestie een eventuele inschrijving in overcapaciteit haalbaar acht, legt ze die vraag voor aan de CLR. De CLR beslist binnen dertig kalenderdagen over de uitzonderlijke situatie waarbij die inschrijving de enig mogelijke is om de toegang tot onderwijs te garanderen voor die leerling.

Alleen als de CLR de uitzonderlijke situatie bevestigt waarbij die inschrijving de enig mogelijke is om de toegang tot onderwijs te garanderen voor die leerling, kan de leerling in overcapaciteit worden ingeschreven conform artikel 253/51. § 6. Nadat de klacht over een technische fout of materiële vergissing is behandeld, kan een klacht ingediend worden bij de CLR, conform artikel 253/58. De behandeling van de uitzonderlijke situatie zoals bepaald in paragraaf 5 kan geen voorwerp uitmaken van een klacht bij de CLR. De behandeling van een klacht of vraag bij de ombudsdienst inschrijvingen schort de termijn op voor de indiening van een klacht bij de CLR, vermeld in artikel 253/58, en de termijn van tien kalenderdagen voor de bemiddeling in het LOP, vermeld in 253/59, § 2. § 7. Voor scholen die, conform artikel 253/11, § 7, en na goedkeuring van het LOP Brussel-Hoofdstad, aansluiten bij de aanmeldingsprocedure van het LOP Brussel-Hoofdstad, blijven de respectievelijke ordeningscriteria en voorrangsgroepen, vermeld in artikel 253/16, onverminderd gelden. § 8. De Vlaamse Regering kan binnen de beschikbare begrotingskredieten middelen voorzien ter ondersteuning van het instellen van een aanmeldingsprocedure en bepaalt hiervoor de nadere modaliteiten.".

Art. 33.Artikel 253/41 van dezelfde codex, ingevoegd bij het decreet van 17 mei 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 17/05/2019 pub. 26/07/2019 numac 2019041360 bron vlaamse overheid Decreet houdende wijziging van het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997, van de Codex Secundair Onderwijs van 17 december 2010 en van de Codificatie sommige bepalingen voor het onderwijs van 28 oktober 2016, wat het inschrijvingsrecht betreft sluiten en gewijzigd bij de decreten van 22 november 2019, 8 mei 2020 en 2 juni 2021, wordt vervangen door wat volgt: "

Art. 253/41.§ 1. Voor de aanmeldingen voor de inschrijvingen vanaf het schooljaar 2023-2024 melden een schoolbestuur, meerdere schoolbesturen samen of het LOP Brussel-Hoofdstad, uiterlijk op 15 november voorafgaand aan het schooljaar waarvoor de inschrijvingen gelden, aan de bevoegde diensten van de Vlaamse Gemeenschap welk standaarddossier ze zullen hanteren bij de organisatie van de aanmeldingsprocedure, of van welk standaarddossier ze willen afwijken, conform paragraaf 2. Een standaarddossier is een dossier waarin de verschillende stappen van een aanmeldingsprocedure concreet worden uitgewerkt.

De Vlaamse Regering bepaalt het model van ieder standaarddossier en het formulier waarmee de melding, vermeld in het eerste lid, moet gebeuren. § 2. Als een schoolbestuur, meerdere schoolbesturen samen of het LOP willen afwijken van een standaarddossier, leggen ze uiterlijk op 15 november van het schooljaar voorafgaand aan het schooljaar waarvoor de inschrijvingen gelden, de afwijkingen in kwestie ter goedkeuring voor aan de CLR. De CLR toetst de afwijkingen van het standaarddossier, vermeld in het eerste lid, aan de bepalingen, vermeld in deze afdeling en in afdeling 2 en 4, en beslist over die afwijkingen uiterlijk twee maanden na de indiening conform het eerste lid, en in ieder geval voor 24 december.".

Art. 34.In dezelfde codex wordt in deel IV, titel 2, hoofdstuk 1/2, afdeling 3, onderafdeling 1, ingevoegd bij het decreet van 17 mei 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 17/05/2019 pub. 26/07/2019 numac 2019041360 bron vlaamse overheid Decreet houdende wijziging van het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997, van de Codex Secundair Onderwijs van 17 december 2010 en van de Codificatie sommige bepalingen voor het onderwijs van 28 oktober 2016, wat het inschrijvingsrecht betreft sluiten en gewijzigd bij de decreten van 22 november 2019, 8 mei 2020 en 25 juni 2021, een artikel 253/41/1 ingevoegd, dat luidt als volgt: "253/41/1. § 1. Bij een negatief besluit van de CLR over de afwijkingen van een standaarddossier kunnen het betrokken schoolbestuur, de meerdere betrokken schoolbesturen samen of het betrokken LOP voorafgaand aan het schooljaar waarvoor de inschrijvingen gelden, uiterlijk tien kalenderdagen na ontvangst van het negatief besluit, een van volgende initiatieven nemen: 1° aan de bevoegde diensten van de Vlaamse Gemeenschap en de CLR melden de aanmeldingen te zullen organiseren conform een standaarddossier.Daarvoor wordt het formulier, vermeld in artikel 253/41, § 1, tweede lid, gebruikt; 2° aangepaste afwijkingen indienen bij de CLR.In dat geval toetst de CLR de aangepaste afwijkingen aan de bepalingen van deze afdeling en afdeling 2 en 4, en beslist het uiterlijk dertig kalenderdagen volgend op de dag van de indiening ervan; 3° het voorstel van afwijkingen van het standaarddossier, vermeld in artikel 253/41, voorleggen aan de Vlaamse Regering.In dat geval toetst de Vlaamse Regering het voorstel aan de bepalingen van deze afdeling en afdeling 2 en 4. De Vlaamse Regering beslist over het voorstel van aanmeldingsprocedure uiterlijk dertig kalenderdagen volgend op de dag van de indiening ervan.

De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels inzake het verloop van de procedure, vermeld in het eerste lid. § 2. Bij een negatief besluit van de CLR over de aangepaste afwijkingen van een standaarddossier die conform paragraaf 1, eerste lid, 2°, zijn voorgelegd, kunnen het betrokken schoolbestuur, meerdere betrokken schoolbesturen samen of het betrokken LOP, een van de volgende beslissingen nemen: 1° uiterlijk tien kalenderdagen na ontvangst van het negatieve besluit beslissen om de aanmeldingsprocedure te organiseren volgens een standaarddossier, vermeld in artikel 253/41;2° uiterlijk tien kalenderdagen na ontvangst van het negatieve besluit, en eenmalig, het aangepaste voorstel van afwijkingen van een standaarddossier, vermeld in artikel 253/41, voorleggen aan de Vlaamse Regering. De Vlaamse Regering toetst de voorgestelde afwijkingen van het standaarddossier aan de doelstellingen, vermeld in artikel 253/33, en de bepalingen van deze afdeling en afdeling 2, en beslist uiterlijk dertig kalenderdagen volgend op de dag van de indiening ervan.

De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels inzake het verloop van de procedure, vermeld in het eerste lid.

Bij een negatief besluit van de Vlaamse Regering beslissen het betrokken schoolbestuur, meerdere betrokken schoolbesturen samen of het betrokken LOP, uiterlijk tien kalenderdagen na ontvangst van het negatief besluit, de aanmeldingsprocedure te organiseren volgens een standaarddossier, vermeld in artikel 253/41. § 3. Bij een negatief besluit van de Vlaamse Regering over het voorstel van afwijkingen van een standaarddossier, vermeld in artikel 253/41, die conform paragraaf 1, eerste lid, 3°, zijn voorgelegd, kunnen het betrokken schoolbestuur, de meerdere betrokken schoolbesturen samen of het betrokken LOP een van de volgende beslissingen nemen: 1° uiterlijk tien kalenderdagen na ontvangst van het negatief besluit, beslissen de aanmeldingsprocedure te organiseren volgens een standaarddossier, vermeld in artikel 253/41;2° uiterlijk tien kalenderdagen na ontvangst van het negatief besluit, en eenmalig, een aangepast voorstel van afwijkingen van een standaarddossier voorleggen aan de CLR.In dat geval toetst de CLR het aangepaste voorstel aan de bepalingen van deze afdeling en afdeling 2 en 4.

De CLR beslist over het voorstel van afwijkingen van een standaarddossier uiterlijk dertig kalenderdagen volgend op de dag van de indiening ervan.

Bij een negatief besluit van de CLR beslissen het betrokken schoolbestuur, meerdere betrokken schoolbesturen samen of het betrokken LOP, uiterlijk tien kalenderdagen na ontvangst van het negatief besluit, om de aanmeldingsprocedure te organiseren volgens een standaarddossier.".

Art. 35.In artikel 253/46 van dezelfde codex, ingevoegd bij het decreet van 17 mei 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 17/05/2019 pub. 26/07/2019 numac 2019041360 bron vlaamse overheid Decreet houdende wijziging van het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997, van de Codex Secundair Onderwijs van 17 december 2010 en van de Codificatie sommige bepalingen voor het onderwijs van 28 oktober 2016, wat het inschrijvingsrecht betreft sluiten, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1 wordt de zin "Deze voorrang bedraagt ook in geval van meer ondervertegenwoordigde groepen, in totaal maximum 20 procent van de bepaalde capaciteit." vervangen door de zinnen "De voorrang wordt toegepast tot maximaal 20 procent van de bepaalde capaciteit bezet wordt door de leerlingen behorende tot een of meerdere ondervertegenwoordigde groepen. Ook in geval van meerdere ondervertegenwoordigde groepen bedraagt de voorrang maximaal 20 procent van de bepaalde capaciteit, vermeld in artikel 253/53."; 2° in paragraaf 1 wordt het tweede lid vervangen door wat volgt: "Als het LOP of een schoolbestuur opteert voor meerdere ondervertegenwoordigde groepen, bepaalt het LOP of een schoolbestuur ook telkens welke groep in de ordening voorrang heeft op welke andere groep."; 3° aan paragraaf 1 worden een derde tot en met een achtste lid toegevoegd, die luiden als volgt: "Het LOP kan een voorstel uitwerken over de voorrang van ondervertegenwoordigde groepen in de scholen die in zijn werkingsgebied liggen, wat betreft zowel het aandeel van de capaciteit die scholen voorbehouden als het bepalen van de inhoudelijke afbakening van de lokaal gekozen ondervertegenwoordigde groep.Dat voorstel wordt goedgekeurd door een meerderheid van de onderwijspartners van het LOP, vermeld in artikel VIII.4/1, § 1, eerste lid, 1° tot en met 3°, van de Codificatie sommige bepalingen voor het onderwijs van 28 oktober 2016. De scholen gelegen in het werkingsgebied van een LOP respecteren hierover de gemaakte afspraken in het LOP. Het LOP legt het voorstel ter bekrachtiging voor aan de Raad van de Vlaamse Gemeenschapscommissie.

Als de Raad van de Vlaamse Gemeenschapscommissie een voorstel van het LOP een eerste keer niet bekrachtigt, werkt het LOP een nieuw voorstel uit. Het nieuwe voorstel wordt goedgekeurd door een meerderheid van de onderwijspartners van het LOP, vermeld in artikel VIII.4/1, § 1, eerste lid, 1° tot en met 3°, van de Codificatie sommige bepalingen voor het onderwijs van 28 oktober 2016. Het LOP legt het nieuwe voorstel ter bekrachtiging voor aan de Raad van de Vlaamse Gemeenschapscommissie.

Als een eerste voorstel reeds bekrachtigd werd door de Raad van de Vlaamse Gemeenschapscommissie, dan kan de Raad van de Vlaamse Gemeenschapscommissie, wanneer een nieuw voorstel wordt voorgelegd ter bekrachtiging aan de Raad van de Vlaamse Gemeenschapscommissie, ervoor kiezen om dat eerste voorstel te vervangen door het nieuwe voorstel.

Als het nieuwe voorstel, vermeld in het vierde lid, bekrachtigd wordt, vervangt het nieuwe voorstel het eerste voorstel.

Als het nieuwe voorstel niet bekrachtigd wordt, wordt het eerste voorstel, vermeld in het derde lid, behouden als de Raad van de Vlaamse Gemeenschapscommissie het eerste voorstel bekrachtigd had.

Als de Raad van de Vlaamse Gemeenschapscommissie een voorstel bekrachtigt, passen de vestigingsplaatsen die in het werkingsgebied van het LOP liggen, het voorstel toe.

Als de Raad van de Vlaamse Gemeenschapscommissie geen voorstel bekrachtigt, kunnen de schoolbesturen zelf beslissen voor de vestigingsplaatsen die in het werkingsgebied van het LOP liggen, welke voorrang voor ondervertegenwoordigde groepen ze toepassen."; 4° in paragraaf 2, eerste lid, wordt de zin "Het gebruikt hiervoor het model zoals vastgelegd door de Vlaamse Regering, vermeld in artikel 253/41." opgeheven; 5° in paragraaf 2, tweede lid, wordt de datum "1 december" vervangen door de datum "15 september" en wordt een zin toegevoegd die luidt als volgt: "De inhoudelijke afbakening van de lokaal gekozen ondervertegenwoordigde groepen maken geen deel uit van het standaarddossier of afwijking op het standaarddossier, vermeld in artikel 253/41.".

Art. 36.Artikel 253/47 van dezelfde codex, ingevoegd bij het decreet van 17 mei 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 17/05/2019 pub. 26/07/2019 numac 2019041360 bron vlaamse overheid Decreet houdende wijziging van het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997, van de Codex Secundair Onderwijs van 17 december 2010 en van de Codificatie sommige bepalingen voor het onderwijs van 28 oktober 2016, wat het inschrijvingsrecht betreft sluiten en gewijzigd bij de decreten van 22 november 2019, 8 mei 2020 en 25 juni 2021, wordt vervangen door wat volgt: "

Art. 253/47.§ 1. Voor de inschrijvingen ordent het schoolbestuur, of, na akkoord van de betrokken schoolbesturen, het schoolbestuur dat daarvoor gemandateerd is of het LOP, op het einde van de aanmeldingsperiode, voor zijn school of voor elk van zijn scholen alle aangemelde leerlingen, zodat de toewijzingen de volgende voorrangen in volgorde respecteren: 1° eerst de leerlingen die tot dezelfde leefentiteit behoren, vermeld in artikel 253/43, eerste lid, 1° ;2° dan de kinderen van een ouder die personeelslid is, vermeld in artikel 253/43, eerste lid, 2° ;3° dan de kinderen van ouders die conform artikel 253/44 het Nederlands in voldoende mate machtig zijn;4° dan de kinderen die negen jaar Nederlandstalig basisonderwijs hebben gevolgd, vermeld in artikel 253/45;5° in voorkomend geval, dan de leerlingen die behoren tot de ondervertegenwoordigde groep, vermeld in artikel 253/46;6° tot slot de overige leerlingen, in voorkomend geval met inbegrip van de leerlingen die overblijven na de toepassing van de criteria, vermeld in punt 1° tot en met 5°, volgens een van de volgende ordeningscriteria: a) de plaats van de school of vestigingsplaats binnen de rangorde in de keuze die de betrokken personen hebben gemaakt en dan toeval;b) toeval en dan de plaats van de school of vestigingsplaats binnen de rangorde in keuze die de betrokken personen hebben gemaakt. Het schoolbestuur, de schoolbesturen of het LOP hanteren bij het ordenen van de aangemelde leerlingen de combinatie van ordeningscriteria uit het standaarddossier dat ze hebben onderschreven of de eventuele afwijkingen daarop, zoals de CLR ze heeft goedgekeurd. § 2. Als de vooraf bepaalde capaciteit, vermeld in artikel 253/42, al bereikt wordt binnen de leerlingengroep, vermeld in paragraaf 1, eerste lid, 1°, 2°, 3°, 4° of 5°, worden de leerlingen binnen die leerlingengroep in kwestie geordend volgens de volgorde van de voorrangsgroepen en volgens de ordeningscriteria, zoals de overige leerlingen, vermeld in het eerste lid, 6°, en vermeld in het standaarddossier dat door hen is onderschreven, of de eventuele afwijkingen daarop, die de CLR heeft goedgekeurd. § 3. In voorkomend geval wordt aan een leerling die voor meerdere scholen of vestigingsplaatsen gunstig gerangschikt is, de hoogste school of vestigingsplaats van voorkeur toegewezen en wordt die leerling verwijderd in de scholen of vestigingsplaatsen van lagere keuze.

Het schoolbestuur, de schoolbesturen of het LOP kunnen beslissen dat na de definitieve toewijzing er geen leerlingen kunnen zijn die elkaars hogere keuze hebben. Deze beslissing mag er niet toe leiden dat de voorrang van een geweigerde leerling geschonden zou worden.".

Art. 37.In artikel 253/48, § 2, van dezelfde codex, ingevoegd bij het decreet van 17 mei 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 17/05/2019 pub. 26/07/2019 numac 2019041360 bron vlaamse overheid Decreet houdende wijziging van het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997, van de Codex Secundair Onderwijs van 17 december 2010 en van de Codificatie sommige bepalingen voor het onderwijs van 28 oktober 2016, wat het inschrijvingsrecht betreft sluiten, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het tweede lid wordt tussen het woord "ordeningscriteria" en het woord "eerstvolgend" de zinsnede "en voorrangsgroepen, vermeld in artikel 253/43 tot en met 253/47," ingevoegd;2° in het derde lid worden tussen de woorden "volgens de" en de woorden "daartoe gekozen" de woorden "volgorde van de voorrangsgroepen en de" ingevoegd;3° in het zevende lid worden de woorden "disfuncties en eerstelijnsklachten" vervangen door de zinsnede "klachten, vaststellingen en vragen".

Art. 38.In artikel 253/49, § 2, van dezelfde codex, ingevoegd bij het decreet van 17 mei 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 17/05/2019 pub. 26/07/2019 numac 2019041360 bron vlaamse overheid Decreet houdende wijziging van het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997, van de Codex Secundair Onderwijs van 17 december 2010 en van de Codificatie sommige bepalingen voor het onderwijs van 28 oktober 2016, wat het inschrijvingsrecht betreft sluiten, wordt het eerste lid vervangen door wat volgt: "Met uitzondering van de inschrijvingen van leerlingen die zijn ingeschreven in overcapaciteit conform artikel 253/51, wordt voor inschrijvingen door vrijgekomen plaatsen of door verhoogde capaciteit, vermeld in artikel 253/42, § 2, de volgorde van de weigeringen gerespecteerd met inbegrip van de volgorde van de voorrangsgroepen, vermeld in artikel 253/43 tot en met 253/46, en, wat de leerlingen, vermeld in artikel 253/44, 253/45 en 253/46, betreft, met het oog op het bereiken van hun respectievelijke aandeel, vermeld in artikel 253/44, § 3, artikel 253/45, § 3, en artikel 253/46, § 1, en dat tot en met de vijfde schooldag van oktober van het schooljaar waarop de inschrijving betrekking had.".

Art. 39.In artikel 253/51, § 1, van dezelfde codex, ingevoegd bij het decreet van 17 mei 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 17/05/2019 pub. 26/07/2019 numac 2019041360 bron vlaamse overheid Decreet houdende wijziging van het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997, van de Codex Secundair Onderwijs van 17 december 2010 en van de Codificatie sommige bepalingen voor het onderwijs van 28 oktober 2016, wat het inschrijvingsrecht betreft sluiten, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in punt 1° wordt punt a) vervangen door wat volgt: "a) hetzij beschikken over een jeugdhulpverleningsbeslissing voor de functie verblijf, namelijk aangepaste woonen leefomgeving onder toezicht en begeleiding, bij een jeugdhulpaanbieder op verwijzing van een gemandateerde voorziening of een Sociale Dienst Jeugdrechtbank;"; 2° aan punt 1° worden een punt d) en een punt e) toegevoegd, die luiden als volgt: "d) hetzij geadopteerd zijn in een gezin dat beschikt over een verzoekschrift tot binnenof buitenlandse adoptie, dat ingediend is bij de bevoegde rechtbank, of, bij gebrek daaraan, een buitenlandse adoptiebeslissing of een buitenlandse beslissing tot plaatsing met het oog op adoptie; e) hetzij beschikken over een verslag, vermeld in artikel 294;"; 3° in punt 3° wordt de zinssnede "disfunctiecommissie, zoals bepaald in artikel 253/40, § 3 toestemming heeft verleend" vervangen door de zinsnede "ombudsdienst inschrijvingen of de CLR, vermeld in artikel 253/40, § 3 tot en met § 5, gunstig advies heeft verleend of de uitzonderlijke situatie heeft bevestigd"; 4° er wordt een punt 4° toegevoegd, dat luidt als volgt: "4° voor de toelating van leerlingen die in het lopende schooljaar of na de eerste schooldag van maart van het schooljaar voorafgaand aan het schooljaar waarvoor de inschrijving wordt gevraagd, veranderd zijn van domicilieadres en veranderd zijn van gemeente.".

Art. 40.In artikel 253/53, § 1, eerste lid, van dezelfde codex, ingevoegd bij het decreet van 17 mei 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 17/05/2019 pub. 26/07/2019 numac 2019041360 bron vlaamse overheid Decreet houdende wijziging van het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997, van de Codex Secundair Onderwijs van 17 december 2010 en van de Codificatie sommige bepalingen voor het onderwijs van 28 oktober 2016, wat het inschrijvingsrecht betreft sluiten, wordt punt d) vervangen door wat volgt: "d) hetzij per administratieve groep of combinatie van administratieve groepen, met uitzondering van het eerste leerjaar van de eerste graad van het voltijds gewoon secundair onderwijs, al dan niet per vestigingsplaats.".

Art. 41.In artikel 253/55, § 1, van dezelfde codex, ingevoegd bij het decreet van 17 mei 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 17/05/2019 pub. 26/07/2019 numac 2019041360 bron vlaamse overheid Decreet houdende wijziging van het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997, van de Codex Secundair Onderwijs van 17 december 2010 en van de Codificatie sommige bepalingen voor het onderwijs van 28 oktober 2016, wat het inschrijvingsrecht betreft sluiten, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in punt 1° wordt punt a) vervangen door wat volgt: "a) hetzij beschikken over een jeugdhulpverleningsbeslissing voor de functie verblijf, namelijk aangepaste woonen leefomgeving onder toezicht en begeleiding, bij een jeugdhulpaanbieder op verwijzing van een gemandateerde voorziening of een Sociale Dienst Jeugdrechtbank;"; 2° aan punt 1° worden een punt d) en een punt e) toegevoegd, die luiden als volgt: "d) hetzij geadopteerd zijn in een gezin dat beschikt over een verzoekschrift tot binnenof buitenlandse adoptie, dat ingediend is bij de bevoegde rechtbank, of, bij gebrek daaraan, een buitenlandse adoptiebeslissing of een buitenlandse beslissing tot plaatsing met het oog op adoptie; e) hetzij beschikken over een verslag, vermeld in artikel 294;"; 3° er wordt een punt 3° toegevoegd, dat luidt als volgt: "3° voor de toelating van leerlingen die in het lopende schooljaar of na de eerste schooldag van maart van het schooljaar voorafgaand aan het schooljaar waarvoor de inschrijving wordt gevraagd, veranderd zijn van domicilieadres en veranderd zijn van gemeente.".

Art. 42.In artikel 253/57 van dezelfde codex, ingevoegd bij het decreet van 17 mei 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 17/05/2019 pub. 26/07/2019 numac 2019041360 bron vlaamse overheid Decreet houdende wijziging van het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997, van de Codex Secundair Onderwijs van 17 december 2010 en van de Codificatie sommige bepalingen voor het onderwijs van 28 oktober 2016, wat het inschrijvingsrecht betreft sluiten, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° paragraaf 1 wordt vervangen door wat volgt: " § 1.Een schoolbestuur, of het daartoe gemandateerde schoolbestuur of het LOP, dat een leerling weigert, deelt haar beslissing binnen een termijn van zeven kalenderdagen schriftelijk of digitaal mee aan de ouders van de leerling en aan de bevoegde diensten van de Vlaamse Gemeenschap via de administratieve toepassingen voor het uitwisselen van leerlingengegevens tussen scholen en het Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming. De bevoegde diensten van de Vlaamse Gemeenschap bezorgen die melding aan het LOP. Die melding bevat het rijksregisternummer en de identificatiegegevens van de leerlingen en de feitelijke en juridische grond van de weigering. De Vlaamse Regering kan de regels bepalen over de opslagperioden en de verwerkingsactiviteiten en de procedures, waaronder maatregelen om te zorgen voor een behoorlijke, veilige en transparante verwerking. De weigeringsdocumenten worden ook, op vraag van de ouders, op papier ter beschikking gesteld."; 2° in paragraaf 2 wordt het tweede lid vervangen door wat volgt: "Het model, vermeld in het eerste lid, bevat al de volgende elementen: 1° de feitelijke en de juridische grond van de beslissing tot weigering; 2° de informatie over de mogelijkheden voor bemiddeling, eerstelijnsklachten en het indienen van een klacht bij de CLR.".

Art. 43.In artikel 253/59 van dezelfde codex, ingevoegd bij het decreet van 7 mei 2019, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1 wordt de zin "Bij een weigering op basis van andere bepalingen dan deze van artikel 253/56 start het LOP een bemiddeling wanneer de betrokken personen er uitdrukkelijk om verzoeken." vervangen door de zin "In de volgende gevallen start het LOP een bemiddeling als de betrokken personen er uitdrukkelijk om verzoeken: 1° bij een weigering, vermeld in artikel 253/58, eerste lid, 1° ;2° bij een weigering op basis van artikel 253/56, § 1, § 2 en § 3;3° bij een ontbinding van de inschrijving, vermeld in artikel 253/58, eerste lid, 4° ;4° bij een uitschrijving op basis van een inschrijving in een andere school, vermeld in artikel 253/36 en vermeld in artikel 253/58, eerste lid, 3°."; 2° paragraaf 2 wordt vervangen door wat volgt: " § 2.Het LOP bemiddelt binnen tien kalenderdagen na het verzoek van de betrokken personen of na de afgifte van het weigeringsdocument, vermeld in artikel 253/57, § 1, tussen de leerling en de betrokken personen en de schoolbesturen van de scholen binnen het werkingsgebied, met het oog op een definitieve inschrijving van de leerling in een school. De bemiddeling schort de termijn van dertig kalenderdagen, vermeld in artikel 253/60, § 1, tweede lid, op."; 3° in paragraaf 3, eerste lid, worden de woorden "over de gegrondheid van de weigeringsbeslissing" vervangen door de zinsnede "over de gegrondheid van de weigeringsbeslissing of de ontbinding van de inschrijving of de uitschrijving, conform artikel 253/60, § 2"; 4° paragraaf 3, tweede lid, wordt vervangen door wat volgt: "Het oordeel van de CLR wordt uiterlijk binnen een termijn van zeven kalenderdagen schriftelijk of elektronisch verstuurd naar de betrokkenen."; 5° paragraaf 4 en paragraaf 5 worden opgeheven.

Art. 44.In artikel 253/60 van dezelfde codex, ingevoegd bij het decreet van 17 mei 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 17/05/2019 pub. 26/07/2019 numac 2019041360 bron vlaamse overheid Decreet houdende wijziging van het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997, van de Codex Secundair Onderwijs van 17 december 2010 en van de Codificatie sommige bepalingen voor het onderwijs van 28 oktober 2016, wat het inschrijvingsrecht betreft sluiten, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° paragraaf 1 wordt vervangen door wat volgt: " § 1.Betrokken personen en andere belanghebbenden kunnen in de volgende gevallen al dan niet na een bemiddelingsprocedure door het LOP of na behandeling door de ombudsdienst inschrijvingen, een schriftelijke klacht indienen bij de CLR: 1° bij een weigering, vermeld in artikel 253/58, eerste lid, 1° en 2° ;2° bij een ontbinding van de inschrijving, vermeld in artikel 253/58, eerste lid, 4° ;3° bij een uitschrijving op basis van een inschrijving in een andere school, vermeld in artikel 253/36, en vermeld in artikel 253/58, eerste lid, 3°. Klachten die dertig kalenderdagen nadat de betwiste feiten zijn vastgesteld, ingediend worden, zijn onontvankelijk."; 2° in paragraaf 2, eerste lid, wordt het woord "weigering" vervangen door het woord "klacht"; 3° paragraaf 2, tweede lid, wordt vervangen door wat volgt: "Het oordeel van de CLR wordt uiterlijk binnen een termijn van zeven kalenderdagen schriftelijk of elektronisch verstuurd naar de betrokkenen."; 4° aan paragraaf 2 wordt een derde lid toegevoegd, dat luidt als volgt: "In geval van een klacht, vermeld in artikel 253/58, eerste lid, 4°, blijft de leerling ingeschreven in de school tot het oordeel van de CLR aan de betrokkenen kenbaar is gemaakt en wordt de termijn van een maand, vakantieperioden niet inbegrepen, vermeld in artikel 253/37, § 2, derde lid, ook tot dat moment opgeschort."; 5° in paragraaf 3, eerste lid, worden de woorden "de weigering" vervangen door de zinsnede "een weigering, vermeld in artikel 253/58, eerste lid, 1° en 2°, een ontbinding van de inschrijving, vermeld in artikel 253/58, eerste lid, 4°, of een uitschrijving op basis van een inschrijving in een andere school, vermeld in artikel 253/36, en vermeld in artikel 253/58, eerste lid 3°, ";6° in paragraaf 3, tweede lid, wordt de zinsnede "een weigering op basis van artikel 253/37" vervangen door de zinsnede "een ontbinding van de inschrijving, vermeld in artikel 253/58, eerste lid, 4° ";7° in paragraaf 4 worden de woorden "de weigering" vervangen door de zinsnede "een weigering, vermeld in artikel 253/58, eerste lid, 1° of 2°, een ontbinding van de inschrijving, vermeld in artikel 253/58, eerste lid, 4°, of een uitschrijving op basis van een inschrijving in een andere school, vermeld in artikel 253/36, en vermeld in artikel 253/58, eerste lid, 3°, ".

Art. 45.In artikel 253/61, § 1, eerste lid, van dezelfde codex, ingevoegd bij het decreet van 17 mei 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 17/05/2019 pub. 26/07/2019 numac 2019041360 bron vlaamse overheid Decreet houdende wijziging van het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997, van de Codex Secundair Onderwijs van 17 december 2010 en van de Codificatie sommige bepalingen voor het onderwijs van 28 oktober 2016, wat het inschrijvingsrecht betreft sluiten, wordt de zinsnede "als vermeld in artikel 253/59, § 5" vervangen door de zinsnede "als vermeld in artikel 253/60, § 4". HOOFDSTUK 4. - Slotbepaling

Art. 46.Dit decreet treedt in werking op 1 september 2022.

Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Brussel, 18 februari 2022.

De minister-president van de Vlaamse Regering, J. JAMBON De Vlaamse minister van Onderwijs, Sport, Dierenwelzijn en Vlaamse Rand, B. WEYTS _______ Nota (1) Zitting 2021-2022 Documenten: - Ontwerp van decreet : 1053 - Nr.1 - Amendementen : 1053 - Nr. 2 - Verslag : 1053 - Nr. 3 - Tekst aangenomen door de plenaire vergadering : 1053 - Nr. 4 Handelingen : - Bespreking en aanneming: Vergadering van 16 februari 2022.

^