gepubliceerd op 30 juni 1999
Decreet houdende wijziging van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn
18 MEI 1999. - Decreet houdende wijziging van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn (1)
Het Vlaams Parlement heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt :
Artikel 1.Dit decreet regelt een gemeenschapsaangelegenheid.
Art. 2.In de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, zoals gewijzigd, wordt een artikel 43bis ingevoegd, dat luidt als volgt : « Artikel 43bis Elk openbaar bestuur voor maatschappelijk welzijn dat een statutair personeelslid ontslaat als gevolg van één of meer negatieve evaluaties, is, op straffe van nietigheid van haar besluit, verplicht dat besluit, samen met het volledige evaluatiedossier, naar de Vlaamse regering te zenden. Het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn zendt het besluit en het dossier naar de Vlaamse regering op dezelfde dag waarop ze het besluit met een aangetekende brief aan het betrokken personeelslid zendt of het hem tegen ontvangstbewijs overhandigt.
Het ontslag is de handeling waarbij een overheid het statutaire dienstverband beëindigt. De evaluatie is de procedure waarmee een overheid een oordeel formuleert over de manier waarop een personeelslid als dusdanig functioneert. ».
Art. 3.In dezelfde wet wordt een artikel 43ter ingevoegd, dat luidt als volgt : « Artikel 43ter Het betrokken personeelslid kan bij de Vlaamse regering beroep instellen tegen het besluit waarbij een openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn dat personeelslid ontslaat als gevolg van negatieve evaluaties, binnen een termijn van dertig dagen nadat het personeelslid kennis heeft genomen van het ontslagbesluit. Het beroep schorst de beslissing. ».
Art. 4.In dezelfde wet wordt een artikel 43quater ingevoegd, dat luidt als volgt : « Artikel 43quater De Vlaamse regering keurt het ontslagbesluit goed of keurt het niet goed. Ze verstuurt haar besluit naar de betrokken partijen binnen een termijn van zestig dagen vanaf de dag dat de regering het beroep heeft ontvangen. Als binnen die termijn geen beslissing is verstuurd, wordt het besluit van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn als goedgekeurd beschouwd. ».
Art. 5.In dezelfde wet wordt een artikel 43quinquies ingevoegd, dat luidt als volgt : « Artikel 43quinquies § 1. De Vlaamse regering kan geen uitspraak in beroep doen, zonder aan het personeelslid en het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn de kans te bieden om gehoord te worden. De hoorzitting wordt voorgezeten door een ambtenaar van niveau A van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap. § 2. De Vlaamse regering roept, met een aangetekende brief of met een brief tegen ontvangstbewijs, de partijen op, ten minste twaalf dagen voor de hoorzitting. Ze voegt een eensluidend verklaard afschrift van het beroepschrift bij de oproepingsbrief aan het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn. De oproepingsbrief vermeldt : 1° plaats, dag en uur van de hoorzitting;2° het recht van de partijen om zich te laten bijstaan door een verdediger;3° de plaats waar en de termijn waarbinnen de partijen het evaluatiedossier kunnen inzien;4° het recht van het personeelslid om de openbaarheid van de hoorzitting te vragen. § 3. De partijen en hun verdediger kunnen het dossier raadplegen vanaf de oproeping tot en met de dag voor de verschijning. § 4. De ambtenaar die de hoorzitting voorzit, stelt ter zitting een proces-verbaal op. Het proces-verbaal bevat de opsomming van alle vereiste procedurehandelingen en vermeldt bij iedere handeling of ze verricht is. De voorzittende ambtenaar leest het proces-verbaal onmiddellijk voor en verzoekt de partijen het te ondertekenen. Zij kunnen voorbehoud aantekenen bij de ondertekening. Als een partij weigert te ondertekenen, maakt de voorzittende ambtenaar daarvan melding in het proces-verbaal. Als een partij schriftelijk afstand heeft gedaan van het recht om gehoord te worden, of niet verschenen is op de hoorzitting, vermeldt de voorzittende ambtenaar dat in het proces-verbaal. § 5. De Vlaamse regering verwijst in haar besluit naar het proces-verbaal van de hoorzitting. § 6. De hoorzitting is openbaar, als het personeelslid daarom verzoekt. ».
Art. 6.In dezelfde wet wordt een artikel 43sexies ingevoegd, dat luidt als volgt : « Artikel 43sexies De secretaris en de ontvanger van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn kunnen bij de Vlaamse regering beroep instellen tegen de besluiten waarbij zij negatief geëvalueerd worden of als gevolg van negatieve evaluaties ontslagen worden. Zij moeten beroep instellen binnen een termijn van dertig dagen nadat zij kennis genomen hebben van dat besluit. Het beroep tegen een ontslagbesluit schorst de beslissing. ».
Art. 7.In dezelfde wet wordt een artikel 43septies ingevoegd, dat luidt als volgt : « Artikel 43septies De Vlaamse regering keurt het negatieve evaluatiebesluit of het ontslagbesluit goed of keurt het niet goed. Ze verstuurt haar uitspraak naar de betrokken partijen binnen een termijn van zestig dagen vanaf de dag dat de regering het beroep heeft ontvangen. Als binnen die termijn geen beslissing is verstuurd, wordt het besluit van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn als goedgekeurd beschouwd. ».
Art. 8.In dezelfde wet wordt een artikel 43octies ingevoegd, dat luidt als volgt : « Artikel 43octies De procedure, beschreven in artikel 43quinquies, is van toepassing op de besluiten waarvan sprake is in artikel 43sexies. ».
Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Brussel, 18 mei 1999.
De minister-president van de Vlaamse regering, L. VAN DEN BRANDE De Vlaamse minister van Cultuur, Gezin en Welzijn, L. MARTENS _______ Nota (1) Zitting 1998-1999. Stukken. - Voorstel van decreet : 1331, nr. 1. - Amendement : 1331, nr. 2. - Verslag : 1331, nr. 3 Handelingen. - Bespreking en aanneming. Vergaderingen van 4 en 5 mei 1999.