Etaamb.openjustice.be
Programmadecreet
gepubliceerd op 27 februari 2023

Programmadecreet houdende diverse bepalingen bij de initiële begroting 2023

bron
ministerie van de franse gemeenschap
numac
2023030243
pub.
27/02/2023
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

14 DECEMBER 2022. - Programmadecreet houdende diverse bepalingen bij de initiële begroting 2023


Het Parlement van de Franse Gemeenschap heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt : TITEL 1. - BEPALINGEN BETREFFENDE DIVERSE STEUN IN HET KADER VAN DE ENERGIECRISIS HOOFDSTUK 1. - Steun aan de inrichtingen voor leerplichtonderwijs

Artikel 1.§ 1. De bedragen van de dotaties en subsidies voor de werking van scholen voor gewoon en gespecialiseerd kleuter-, lager, basis- en secundair onderwijs, centra voor alternerend onderwijs en vorming (CEFA), internaten voor georganiseerd of gesubsidieerd onderwijs, psycho-medisch-sociale centra (PMS-centra), ontspanningscentra in de openlucht (OCOL) en inrichtingen voor secundair kunstonderwijs met beperkt leerplan, berekend voor het kalenderjaar 2022 overeenkomstig de diverse bepalingen die de berekening daarvan regelen, worden met 3 procent verhoogd. § 2. Elke inrichtende macht die in aanmerking komt voor de verhoging bedoeld in § 1 bezorgt aan het algemeen bestuur onderwijs, uiterlijk op 31 december 2023, het totaalbedrag van zijn energiefacturen of zijn energiehuurlasten of zijn verbruiksafrekening(en) met betrekking tot de periode van 1 januari 2022 tot 31 december 2022, evenals het totaalbedrag van zijn facturen of verbruiksafrekeningen die betrekking hebben op dezelfde periode voor het jaar 2019, om de gemaakte meerkosten aan te tonen. De meerkosten tussen 2019, geïndexeerd met 2 procent per jaar, en 2022 moeten minimaal gelijk zijn aan de ontvangen steun. HOOFDSTUK 2. - Steun aan de inrichtingen voor sociale promotie

Art. 2.In 2022 wordt een bedrag van 750.000 euro als energiesteun toegekend aan de inrichtende machten van het onderwijs voor sociale promotie. Dit bedrag wordt tussen de inrichtende machten van het onderwijs voor sociale promotie verdeeld in verhouding tot de lestijden-leerlingen voor het kalenderjaar 2019, zoals bepaald door artikel 99 van het decreet van 16 april 1991 houdende organisatie van het onderwijs voor sociale promotie.

Elke inrichtende macht bezorgt de administratie belast met het onderwijs voor sociale promotie uiterlijk op 31 maart 2024 een document met betrekking tot de energiefactuur waaruit blijkt dat, voor de inrichtingen die zij organiseert, het bedrag van de betaalde afrekeningen voor het jaar 2023 meerkosten meebrengt met betrekking tot de betaalde afrekeningen voor het jaar 2019, geïndexeerd met 2 procent per jaar, wat hoger is dan het bedrag dat haar krachtens het eerste lid wordt toegekend. HOOFDSTUK 3. - Steun aan hogere kunstscholen

Art. 3.In 2022 wordt een bedrag van 250.000 euro als energiesteun toegekend aan hogere kunstscholen georganiseerd of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap. Dit bedrag wordt verdeeld als volgt : 1. een forfaitair bedrag van 7812,5 euro per inrichting;2. een aanvullend forfaitair bedrag op basis van het aantal studenten die in 2020-2021 regelmatig ingeschreven zijn in elke instelling en die in aanmerking komen voor financiering met toepassing van artikel 8, tweede lid, van het decreet van 11 april 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 13/07/1998 pub. 28/08/1998 numac 1998029358 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de organisatie van het gewoon kleuteronderwijs en lager onderwijs en de wijziging van de onderwijswetgeving sluiten8 tot aanpassing van de financiering van de instellingen voor hoger onderwijs aan de nieuwe organisatie van de studies : a.tussen 1 en 300 studenten: 4166,5 euro; b. tussen 301 en 500 studenten : 6250 euro;c. tussen 501 en 800 studenten: 10416,5 euro;d. meer dan 800 studenten: 12500 euro. Elke hogere kunstschool bezorgt uiterlijk op 31 maart 2024 aan de administratie belast met het hoger onderwijs een document met betrekking tot haar energiefactuur waaruit blijkt dat het bedrag van de betaalde afrekeningen voor het jaar 2023 meerkosten meebrengt in vergelijking met de betaalde afrekeningen voor het jaar 2019, geïndexeerd met 2 procent per jaar, die hoger zijn dan het bedrag dat haar op grond van het vorige lid wordt toegekend. HOOFDSTUK 4. - Steun aan hogescholen

Art. 4.Er wordt een bedrag van 11.500.000 euro toegekend ter dekking van het verschil tussen de uitgaven van de vast benoemde personeelsleden ten laste van de basisallocaties 41.21.51, 43.14.56 en 44.13.57 van de algemene uitgavenbegroting van de Federatie Wallonië-Brussel in 2022, vergeleken met de raming van de jaarlijkse loonkosten 2022 of SHE, bedoeld in artikel 29 van het decreet van 9 september 1996 betreffende de financiering van de door de Franse Gemeenschap ingerichte of gesubsidieerde Hogescholen, uitgevoerd overeenkomstig het vijfde lid van hetzelfde artikel van voormeld decreet op de gewogen gemiddelde brutokosten vastgesteld door het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 16 december 2021 tot vaststelling van de gewogen gemiddelde brutokosten van een personeelslid van een hogeschool per ambtsgroep voor het jaar 2022 HOOFDSTUK 5. - Steun aan universitaire instellingen

Art. 5.In 2022 wordt aan de universiteiten een bedrag van 3.000.000 euro toegekend als energiesteun. Dit bedrag wordt over de universiteiten verdeeld volgens de volgende verdeelsleutel: 1. de « Université de Liège »: 27,20%;2. de « Université catholique de Louvain »: 30,33%;3. de « Université libre de Bruxelles »: 24,95%;4. de « Université de Mons » : 8,12%;5. de « Université de Namur » : 6,77%;6. de « Université Saint-Louis - Bruxelles » : 2,63%. Elke universiteit bezorgt uiterlijk op 31 maart 2024 de administratie belast met het hoger onderwijs een document betreffende haar energiefactuur waaruit blijkt dat het bedrag van de voor het jaar 2023 betaalde afrekeningen in vergelijking met de voor het jaar 2019 betaalde afrekeningen, geïndexeerd met 2 procent per jaar, meerkosten oplevert die het bedrag van de verkregen subsidie overschrijden. HOOFDSTUK 6. - Steun aan de sector van Hulpverlening aan de jeugd

Art. 6.§ 1. Er wordt een uitzonderlijke subsidie voor energiesteun toegekend aan erkende diensten zoals bedoeld in artikel 2, 29°, van het decreet van 18 januari 2018Relevante gevonden documenten type decreet prom. 20/07/2000 pub. 26/08/2000 numac 2000029296 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot bepaling van de voorwaarden voor de erkenning en de subsidiëring van jeugdhuizen, van ontmoetings- en accommodatiecentra, van jongeren informatiecentra en van hun federaties sluiten1 houdende het wetboek van preventie, hulpverlening aan de jeugd en jeugdbescherming, aan de diensten voor schoolherinschakeling, aan de adoptie-instellingen bedoeld in artikel 1/1, 7°, van het decreet van 31 maart 2004 betreffende de adoptie alsook de diensten die de verplichtingen van de Franse Gemeenschap uitvoeren, zoals bedoeld in artikel 1 van de overeenkomst van 27 april 2018 tussen het Federaal Agentschap voor de opvang van asielzoekers en de Franse Gemeenschap betreffende de opvang van niet-begeleide minderjarige vreemdelingen binnen de structuren die onder de bevoegdheid van deze laatste vallen. § 2. Deze subsidie wordt berekend op basis van de werkingskosten van de diensten zoals bedoeld in artikel 52, § 1, eerste lid, van het besluit van de regering van de Franse Gemeenschap van 5 december 2018Relevante gevonden documenten type decreet prom. 20/12/2001 pub. 03/05/2002 numac 2002029138 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot vaststelling van de regels die specifiek zijn voor het hoger kunstonderwijs georganiseerd in de hogere kunstscholen (1) type decreet prom. 20/12/2001 pub. 23/04/2002 numac 2002027225 bron ministerie van het waalse gewest Decreet houdende de algemene uitgavenbegroting van het Waalse Gewest voor het begrotingsjaar 2002 sluiten0 betreffende de algemene voorwaarden voor de erkenning en de subsidiëring van de diensten bedoeld in artikel 139 van het decreet van 18 januari 2018Relevante gevonden documenten type decreet prom. 20/07/2000 pub. 26/08/2000 numac 2000029296 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot bepaling van de voorwaarden voor de erkenning en de subsidiëring van jeugdhuizen, van ontmoetings- en accommodatiecentra, van jongeren informatiecentra en van hun federaties sluiten1 houdende het wetboek van preventie, hulpverlening aan de jeugd en jeugdbescherming, in artikel 17, § 2, 1° en 2°, van het besluit van de regering tot uitvoering van de artikelen 23, 25, 26, 28, 30, 33 en 35 van het decreet van 21 november 2013 tot organisatie van een gemeenschappelijk beleid inzake leerplichtonderwijs en hulpverlening aan de jeugd ter bevordering van het welzijn van jongeren op school, schoolherinschakeling, preventie van geweld op school en begeleiding van de studieoriëntatie, in artikel 28 van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot wijziging van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 13 februari 2019 tot vaststelling van de voorwaarden voor de erkenning en de toekenning van subsidies voor de vormings- en vervolmakingsdiensten bedoeld in artikel 145 van het decreet van 18 januari 2018Relevante gevonden documenten type decreet prom. 20/07/2000 pub. 26/08/2000 numac 2000029296 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot bepaling van de voorwaarden voor de erkenning en de subsidiëring van jeugdhuizen, van ontmoetings- en accommodatiecentra, van jongeren informatiecentra en van hun federaties sluiten1 houdende het wetboek van preventie, hulpverlening aan de jeugd en jeugdbescherming en op basis van artikel 16, § 3, 5°, van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 8 mei 2014 betreffende de adoptie.

Gelijkwaardige nadere regels worden toegepast op de diensten die de verplichtingen van de Franse Gemeenschap uitvoeren, zoals bedoeld in artikel 1 van de Overeenkomst van 27 april 2018 tussen het Federaal Agentschap voor de opvang van asielzoekers en de Franse Gemeenschap betreffende de opvang van niet-begeleide minderjarige vreemdelingen binnen de structuren die onder de bevoegdheid van deze laatste vallen. § 3. Deze subsidie wordt toegekend binnen de perken van de beschikbare kredieten, volgens de volgende criteria: 1. voor woon- of verblijfsdiensten, zoals bedoeld in artikel 2, 32°, van het decreet van 18 januari 2018Relevante gevonden documenten type decreet prom. 20/07/2000 pub. 26/08/2000 numac 2000029296 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot bepaling van de voorwaarden voor de erkenning en de subsidiëring van jeugdhuizen, van ontmoetings- en accommodatiecentra, van jongeren informatiecentra en van hun federaties sluiten1 houdende het wetboek van preventie, hulpverlening aan de jeugd en jeugdbescherming en in artikel 1, 7°, van de overeenkomst van 27 april 2018 tussen het Federaal Agentschap voor de opvang van asielzoekers en de Franse Gemeenschap betreffende de opvang van niet-begeleide minderjarige vreemdelingen binnen de structuren die onder de verantwoordelijkheid van deze laatste vallen, is de toegekende subsidie gelijk aan maximaal vijfentwintig procent van hun werkingskosten;2. voor alle andere diensten is de toegekende subsidie maximaal gelijk aan acht procent van hun werkingskosten. § 4. De begunstigden van de subsidie zullen uiterlijk op 30 juni 2023 de bewijsstukken moeten bezorgen waaruit blijkt dat aan de voorwaarden voor het ontvangen van de subsidie is voldaan: 1. het bedrag van de voor het jaar 2022 betaalde of te betalen afrekeningen is hoger dan de afrekeningen voor het jaar 2019, jaarlijks geïndexeerd met 2 procent;2. details van maatregelen over de inspanningen die zijn geleverd om hun verbruik te verminderen;3. elk document waaruit blijkt dat het bedrag van de toegekende subsidie niet hoger is dan de in het jaar 2022 gemaakte extra kosten. HOOFDSTUK 7. - Steun aan Cultuur

Art. 7.In 2022 en 2023 kan de regering uitzonderlijke subsidies toekennen om de gevolgen van de prijsinflatie voor de activiteiten van bepaalde culturele operatoren te verzachten.

De Regering bepaalt de voorwaarden voor de toekenning van deze subsidies overeenkomstig de volgende beginselen: 1. de begunstigde operator moet een programmaovereenkomst of een meerjarige subsidiëringovereenkomst met de Franse Gemeenschap hebben gesloten;2. het mechanisme staat niet open voor operatoren die reeds een automatische indexering van hun subsidie genieten. HOOFDSTUK 8. - Steun aan huiswerkinstituten

Art. 8.In artikel 17, § 2, van het decreet van 28 april 2004Relevante gevonden documenten type decreet prom. 28/04/2004 pub. 28/06/2004 numac 2004029238 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de gedifferentieerde financiering van de instellingen voor basisonderwijs en secundair onderwijs type decreet prom. 28/04/2004 pub. 29/06/2004 numac 2004029237 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de erkenning en de subsidiëring van huiswerkinstituten sluiten betreffende de erkenning en de subsidiëring van huiswerkinstituten worden de woorden « Een bedrag gelijk aan 70 % van de subsidie voor het lopende activiteitenjaar » vervangen door de woorden « Een bedrag gelijk aan 90% van de subsidie voor het lopende activiteitenjaar ». HOOFDSTUK 9. - Steunmechanisme via thesaurievoorschotten Afdeling 1. - Mechanisme van voorschotten

Art. 9.De terugbetaalbare thesaurievoorschotten ter volledige of gedeeltelijke dekking van de extra kosten in verband met de stijging van de energieprijzen in de periode van 1 oktober 2022 tot 31 december 2023 kunnen worden toegekend aan de volgende sectoren : 1. de inrichtende machten van de scholen voor het gewoon en gespecialiseerd kleuter-, lager, basis- en middelbaar onderwijs, met inbegrip van de internaten van het georganiseerd of gesubsidieerd basis- en secundair onderwijs, de Centra voor alternerend onderwijs en vorming (CEFA), de technische centra en de inrichtingen secundair kunstonderwijs met beperkt leerplan, hierna "inrichtingen" genoemd;2. de inrichtende machten van de psycho-medisch-sociale centra (PMS-centra);3. de inrichtende machten van het onderwijs voor sociale promotie;4. de hogere kunstscholen georganiseerd of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap;5. de hogescholen georganiseerd of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap;6. de universiteiten georganiseerd of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap;7. de kringen aangesloten bij een sportvereniging of een sportfederatie erkend door de Franse Gemeenschap met toepassing van artikel 1, 8°, van het decreet van 3 mei 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 20/07/2000 pub. 26/08/2000 numac 2000029296 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot bepaling van de voorwaarden voor de erkenning en de subsidiëring van jeugdhuizen, van ontmoetings- en accommodatiecentra, van jongeren informatiecentra en van hun federaties sluiten4 betreffende de in de Franse Gemeenschap georganiseerde sportbeweging;8. de erkende jeugdorganisaties en de jeugdgroeperingen erkend krachtens het decreet van 26 maart 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 13/07/1998 pub. 28/08/1998 numac 1998029358 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de organisatie van het gewoon kleuteronderwijs en lager onderwijs en de wijziging van de onderwijswetgeving sluiten1 tot vaststelling van de voorwaarden voor de erkenning en de subsidiëring van de jeugdorganisaties en de jeugdcentra erkend krachtens het decreet van 20 juli 2000Relevante gevonden documenten type decreet prom. 20/07/2000 pub. 26/08/2000 numac 2000029296 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot bepaling van de voorwaarden voor de erkenning en de subsidiëring van jeugdhuizen, van ontmoetings- en accommodatiecentra, van jongeren informatiecentra en van hun federaties sluiten tot bepaling van de voorwaarden voor de erkenning en de subsidiëring van jeugdhuizen, van ontmoetings- en accommodatiecentra, van jongeren informatiecentra en van hun federaties;9. de partners erkend met toepassing van artikel 1, 8°, van het decreet van 13 oktober 2016Relevante gevonden documenten type decreet prom. 13/07/1998 pub. 28/08/1998 numac 1998029358 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de organisatie van het gewoon kleuteronderwijs en lager onderwijs en de wijziging van de onderwijswetgeving sluiten9 betreffende de erkenning en de subsidiëring van partners die hulp verlenen aan rechtzoekenden;10. de centra voor ambulante revalidatie van de universitaire ziekenhuizen van de Franse Gemeenschap;11. de culturele operatoren behorend tot de aangelegenheden bedoeld in artikel 4, 1°, 3° tot 6° en 8°, van de bijzondere wet tot hervorming der instellingen van 8 augustus 1980, opgericht in de vorm van een rechtspersoon waarvan de maatschappelijke zetel in de Franse Gemeenschap gelegen is en die : a) ofwel een eenmalige of structurele subsidie van de Franse Gemeenschap ontvangen of ontvangen hebben in de afgelopen vijf jaar;b) ofwel aantonen dat zij in hoofdzaak een culturele activiteit uitoefenen die valt onder de door de regering vastgestelde lijst van NACE-codes.

Art. 10.De aanvragen voor de voorschotten bedoeld in artikel 9 worden bij de diensten van de Regering ingediend volgens een standaardmodel, uiterlijk op 30 juni 2023 en op 28 februari 2023 voor de sectoren bedoeld in artikel 9, 7° tot 10°, met inachtneming van de volgende cumulatieve minimumvoorwaarden : 1. de aanvrager constateert tijdens de in artikel 9 bedoelde periode een verhoging van zijn tussentijdse energiefacturen/huurkosten voor energie of voorziet een jaarlijkse afrekening die hoger is dan zijn gebruikelijke jaarlijkse kosten voor bovengenoemde periode, vergeleken met deze energiekosten tussen 1 oktober 2018 en 31 december 2019 geïndexeerd met 2% per jaar, en deelt het geraamde bedrag daarvan mee;2. de aanvrager deelt het type brandstof mee dat voor zijn verwarmings- en warmwatersysteem wordt gebruikt;3. de aanvrager verklaart op erewoord dat hij de geraamde of werkelijke verhogingen van de begroting voor het jaar 2022 of 2023 niet kan dragen zonder de organisatie van zijn gebruikelijke activiteiten of activiteitenprogramma aan te tasten;4. de aanvrager verklaart op erewoord dat hij alle mogelijke maatregelen neemt om zijn verbruik te verminderen. De operatoren bedoeld in artikel 9, 7° tot en met 10°, zullen bovendien aan één van de volgende voorwaarden moeten voldoen: 1. ondertekenaar zijn van een vast contract dat sinds ten minste 1 oktober 2021 afgesloten is met een leverancier van gas, elektriciteit of stookolie;2. ondertekenaar zijn van een variabel contract afgesloten met een leverancier van gas, elektriciteit of stookolie;3. blijk geven van een financiële bijdrage aan de energiekosten door de toepassing van een huurcontract voor de infrastructuur die hij gebruikt of een ander soortgelijk contract.

Art. 11.Het maximumbedrag van het voorschot bedoeld in artikel 9 wordt als volgt vastgesteld: 1. voor de sectoren bedoeld in artikel 9, 1°, met uitzondering van de technische centra, wordt het maximale steunbedrag bepaald door de laatste gecertificeerde schoolbevolking van de begunstigde inrichting te vermenigvuldigen met één van de volgende vaste bedragen: a.voor de inrichtingen die stookolie als verwarmingsbrandstof gebruiken : 38,84 euro per leerling; b. voor de inrichtingen die gas als verwarmingsbrandstof gebruiken : 92,23 euro per leerling;c. voor de inrichtingen die gas en stookolie of een andere brandstof als verwarmingsbrandstof gebruiken : 68,77 euro per leerling. Voor de technische centra wordt het maximale steunbedrag bepaald door hun werkingsdotatie te vermenigvuldigen met 8,5 procent.

Na het afsluiten van de periode voor de indiening van aanvragen kan aanvullende steun worden verleend. Deze aanvullende steun zal volgens dezelfde nadere regels worden verleend. Het bedrag ervan zal worden vastgesteld in verhouding tot de ingediende aanvragen die niet volledig zijn ingewilligd en het begrotingssaldo dat beschikbaar is om het huidige mechanisme te dekken; 2. voor de sectoren bedoeld in artikel 9, 2°, wordt het maximumbedrag van de steun bepaald door het aantal leerlingen in het rechtsgebied van de begunstigde PMS-centra te vermenigvuldigen met een van de volgende vaste bedragen, afhankelijk van zijn eigen situatie : - voor de PMS-centra die stookolie als verwarmingsbrandstof gebruiken : 0,73 euro per leerling; - voor de PMS-centra die gas als verwarmingsbrandstof gebruiken : 1,63 euro per leerling; - voor de PMS-centra die gas en stookolie of elke andere brandstof als verwarmingsbrandstof gebruiken : 1,23 euro per leerling.

Na het afsluiten van de periode voor de indiening van aanvragen kan aanvullende steun worden verleend. Deze aanvullende steun zal volgens dezelfde nadere regels worden verleend. Het bedrag ervan zal worden bepaald in verhouding tot de ingediende aanvragen die niet volledig zijn ingewilligd en het begrotingssaldo dat beschikbaar is om het huidige mechanisme te dekken; 3. voor de sector bedoeld in artikel 9, 3°, wordt een envelop van 750.000 euro onder de begunstigden verdeeld volgens de volgende berekening: a. de omvang van de extra kosten voor de inrichtende macht van het onderwijs voor sociale promotie wordt geraamd door de opgegeven extra energiekosten te delen door het bedrag van de werkingsdotaties of -subsidies die zij ontvangt overeenkomstig de wet van 29 mei 1959 tot wijziging van sommige bepalingen van de onderwijswetgeving.Onder extra energiekosten wordt verstaan het verschil tussen het totale bedrag van de geraamde voorschotten voor het jaar 2023 en het totale bedrag van de afrekeningen betaald voor het jaar 2019, geïndexeerd met 2 procent per jaar; b. het bedrag bedoeld in 3° wordt over de begunstigden verdeeld in verhouding tot de omvang van de onder a) bedoelde extra kosten; 4. voor de sector bedoeld in artikel 9, 4°, wordt een envelop van 250.000 euro onder de begunstigden verdeeld volgens de volgende berekening : a. de omvang van de extra kosten voor de hogere kunstschool wordt geraamd door de opgegeven extra energiekosten te delen door het bedrag van de werkingsdotaties en -subsidies die zij ontvangt overeenkomstig de wet van 29 mei 1959 tot wijziging van sommige bepalingen van de onderwijswetgeving.Onder extra energiekosten wordt verstaan het verschil tussen het totale bedrag van de geraamde voorschotten voor het jaar 2023 en het totale bedrag van de afrekeningen betaald voor het jaar 2019, geïndexeerd met 2 procent per jaar; b. het bedrag bedoeld in 4° wordt over de begunstigden verdeeld in verhouding tot de omvang van de onder a) bedoelde extra kosten; 5. voor de sector bedoeld in artikel 9, 5°, wordt een envelop van 1.500.000 euro onder de begunstigden verdeeld volgens de volgende berekening : a. de omvang van de extra kosten voor de hogeschool wordt geraamd door de opgegeven extra energiekosten te delen door het bedrag van de globale dotatie waarover zij beschikt overeenkomstig het decreet van 9 september 1996 betreffende de financiering van de door de Franse Gemeenschap ingerichte of gesubsidieerde Hogescholen.Onder extra energiekosten wordt verstaan het verschil tussen het totale bedrag van de geraamde voorschotten voor het jaar 2023 en het totale bedrag van de afrekeningen betaald voor het jaar 2019, geïndexeerd met 2 procent per jaar; b. het bedrag bedoeld in 5° wordt verdeeld over de begunstigden in verhouding tot de omvang van de onder a) bedoelde extra kosten; 6. voor de sector bedoeld in artikel 9, 6°, wordt een envelop van 1.500.000 euro onder de begunstigden verdeeld volgens de volgende berekening : a. de omvang van de extra kosten voor de inrichting wordt geraamd door de opgegeven extra energiekosten te delen door het bedrag van de jaarlijkse globale toelage van de inrichting, samengesteld uit een vast gedeelte en een variabel gedeelte, zoals bepaald in artikel 29 van de wet van 27 juli 1971;b. het bedrag bedoeld in 6° wordt verdeeld onder begunstigden in verhouding tot de omvang van de onder a) bedoelde extra kosten.Het forfaitaire bedrag toegekend aan de begunstigde wordt echter beperkt wanneer de steun de meest restrictieve van de volgende twee voorwaarden overschrijdt: i. ofwel bedraagt de subsidie meer dan 500.000 euro; ii. ofwel is het toegekende bedrag hoger dan de geraamde extra kosten tussen de geraamde voorschotten voor het jaar 2023 en het totale bedrag van de afrekeningen betaald voor het jaar 2019, geïndexeerd met 2 procent per jaar.

Wanneer de beperking voor één inrichting geldt, wordt het saldo over de andere begunstigde inrichtingen verdeeld totdat de beperkingen niet bereikt zijn; 7. voor de sectoren bedoeld in artikel 9, 7° tot 10°, wordt het steunbedrag berekend naar rata van de begunstigden die een steunaanvraag hebben ingediend binnen de perken van de beschikbare kredieten;8. voor de sectoren bedoeld in artikel 9, 11°, bepaalt de Regering de voorwaarden voor de toekenning van de vergoeding overeenkomstig de volgende beginselen: a.de vergoeding is bedoeld om : - toestaan dat culturele en artistieke activiteiten worden voortgezet onder voorwaarden dat de band met het publiek of de scheppende kunstenaars wordt behouden; - definitieve of langdurige sluitingen te vermijden; b. de vergoeding kan worden voorbehouden voor bepaalde culturele activiteiten die naar het oordeel van de regering bijzonder getroffen zijn;c. de vragende operator moet in zijn aanvraag nader bepalen wat hij gedaan heeft om zijn verbruik te verminderen met behoud van zijn band met het publiek of de scheppende kunstenaars of uitleggen waarom een dergelijke vermindering onmogelijk is of zou leiden tot een verlies van band;d. de operator die steun vraagt, moet in zijn verzoek de uitvoering van een actieplan ter vermindering van de energieafhankelijkheid opnemen;e. het maximale steunbedrag mag niet hoger zijn dan: - 50 procent van de stijging van de energiekosten, berekend op basis van de gereguleerde energiefacturen van 2022 en/of 2023; - 70 procent van de bovengenoemde verhoging voor de operatoren die geen subsidie ontvangen of die een subsidie van minder dan één miljoen euro per jaar ontvangen.

Art. 12.De voorschotten bedoeld in artikel 9 moeten terugbetaald worden over een periode van ten hoogste 3 jaar vanaf de datum van toekenning.

De nadere regels voor de terugbetaling worden door de regering vastgesteld wanneer het voorschot wordt toegekend. Afdeling 2. - Mogelijke omzetting van voorschotten in subsidies

Art. 13.§ 1. In afwijking van artikel 9 kan het bedrag van het thesaurievoorschot vanaf 1 januari 2024 geheel of gedeeltelijk worden omgezet in een dotatie/subsidie onder de volgende cumulatieve voorwaarden dat : 1. de begunstigde een reële stijging (inclusief btw) van het bedrag van zijn energiefacturen of zijn energiehuurlasten aantoont tussen die voor het jaar 2019, geïndexeerd met 2 procent per jaar, en die voor de periode bedoeld in artikel 9.Dit bewijs wordt geleverd aan de hand van de jaarlijkse afrekening of de facturen van de laatste twaalf maanden.

Voor begunstigden van wie de werkingskosten, exclusief personeelskosten, geheel of gedeeltelijk door de Franse Gemeenschap worden gefinancierd, wordt de verhoging bedoeld in het eerste lid in aanmerking genomen tot de absolute waarde minus 50 procent van de indexering die de begunstigde in 2023 ontvangt op de door de Franse Gemeenschap toegekende financiering ter dekking van zijn werkingskosten; 2. dat de begunstigde op basis van een vergelijking tussen zijn werkelijke energieverbruik in 2019 en dat van de periode bedoeld in artikel 9 aantoont dat er geen toename van het verbruik is geweest; In afwijking van de eerste lid kan een stijging van het verbruik worden aanvaard indien deze zich voordoet in het kader van een uitbreiding van de activiteiten die door de Franse Gemeenschap worden toevertrouwd aan de begunstigde, of om redenen buiten zijn wil en waarop hij geen invloed heeft, met name externe temperaturen; 3. de begunstigde toont aan dat nuttige maatregelen genomen zijn om het energieverbruik te verminderen;4. de begunstigde bewijst, op basis van een vereenvoudigd document en op basis van elk boekhoudkundig document dat door de Franse Gemeenschap wordt gevraagd, dat hij financieel niet in staat is om de verhoging van zijn energiefactuur of huurprijs van energie op te vangen zonder zijn financiële situatie in gevaar te brengen of zijn activiteiten te verstoren;5. het in een subsidie omgezette bedrag mag niet hoger zijn dan het bedrag van het vastgestelde verlies, noch het bedrag van de extra kosten vastgesteld overeenkomstig 1°.Het niet-omgezette bedrag moet worden terugbetaald volgens de nadere regels bedoeld in artikel 12. § 2. De bewijsstukken bedoeld in paragraaf 1 worden uiterlijk op 31 december 2023 bij de diensten van de regering ingediend.

TITEL 2. - SCHOOLGEBOUWEN HOOFDSTUK 1. - Wijzigingen aangebracht in het decreet van 5 februari 1990 betreffende de schoolgebouwen van het niet-universitair onderwijs georganiseerd of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap

Art. 14.In artikel 6bis van het decreet van 5 februari 1990 betreffende de schoolgebouwen van het niet-universitair onderwijs georganiseerd of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap wordt een § 6 toegevoegd, luidend als volgt : « § 6. De bedragen bedoeld in artikel 5, § 2, 3°, en in artikel 6bis, § 1, worden aangepast aan het algemene indexcijfer van de consumptieprijzen op 1 januari van het betrokken jaar ten opzichte van het algemene indexcijfer van de consumptieprijzen op 1 januari 2022. ».

Art. 15.In artikel 8bis van het decreet van 5 februari 1990 betreffende de schoolgebouwen van het niet-universitair onderwijs georganiseerd of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap wordt een § 5 toegevoegd, luidend als volgt: "De bedragen bedoeld in artikel 7, § 2, 3°, en artikel 8 bis, § 1, § § 2, 3 en 4, worden aangepast aan het algemene indexcijfer van de consumptieprijzen op 1 januari van het betrokken jaar ten opzichte van het algemene indexcijfer van de consumptieprijzen op 1 januari 2022. ».

Art. 16.In artikel 13 bis van het decreet van 5 februari 1990 betreffende de schoolgebouwen van het niet-universitair onderwijs georganiseerd of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1. in § 2 worden de volgende wijzigingen aangebracht : a.de punten 1° tot 3° worden vervangen als volgt : « 1° de financiering van 70 procent van het investeringsbedrag van projecten die geselecteerd zijn in het kader van de oproep tot projecten bedoeld in het eerste lid. § 2bis. De middelen van het fonds zijn als volgt : 1° In 2022, een dotatie van 10.271.000,00 euro; 2° in 2023, een dotatie van maximum 21.941.000 euro vastgesteld door de Regering; 3° in 2024, een dotatie van maximum 24.000.000 euro vastgesteld door de Regering. »; b. in het tweede lid worden de woorden « 1° tot 3° » vervangen door de woorden « 2° en 3° » en wordt het cijfer « 2017 » vervangen door het cijfer « 2022 ».2. § 4 wordt aangevuld als volgt : « -of indien alle projecten die in het kader van de oproep tot projecten bedoeld in § 2 worden ingediend, onvoldoende begrotingsmiddelen vertegenwoordigen om alle dotaties voorzien in 2022, 2023 en 2024 op te gebruiken.». HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen aangebracht in het decreet van 29 juli 1992 houdende organisatie van het secundair onderwijs met volledig leerplan

Art. 17.In artikel 6, § 2, van het decreet van 29 juli 1992 houdende organisatie van het secundair onderwijs met volledig leerplan worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1.in het derde lid worden de woorden « Hij lanceert in de loop van de maand oktober een oproep tot projecten aan alle inrichtende machten om in aanmerking te komen voor de middelen voorzien, naargelang het geval, in artikel 13bis, § 2, 1°, artikel 13bis, § 2, 2°, en artikel 13bis, § 2, 3°, van het decreet van 5 februari 1990 betreffende de schoolgebouwen van het niet-universitair onderwijs georganiseerd of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap. » vervangen door de woorden « Hij lanceert in de loop van de maand november 2022 een oproep tot projecten aan alle inrichtende machten om in aanmerking te komen voor de middelen voorzien, voor de jaren 2022, 2023 en 2024, in artikel 13bis van het decreet van 5 februari 1990 betreffende de schoolgebouwen van het niet-universitair onderwijs georganiseerd of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap. »; 2. De leden 5 tot 13 worden vervangen als volgt : "De antwoorden op de oproep tot projecten worden door de inrichtende machten uiterlijk op 30 april 2023 ingediend aan de hand van een standaardformulier. De ingediende aanvragen bevatten, afhankelijk van de situatie, de volgende elementen : 1. een beschrijving van de geplande verbouwings-, renovatie- of uitbreidingwerken van gebouwen en/of geprefabriceerde modules;2. een gedetailleerde beschrijving van de geplande huur/aankoop van gebouwen en/of geprefabriceerde modules;3. een financiële raming van de kosten van de voorgenomen werkzaamheden/huur/aankopen;4. een overzicht van de schoolbevolking van de beoogde inrichting in de afgelopen drie jaar en de verwachte ontwikkeling daarvan na de geplande werkzaamheden/huur/aankoop;5. een retroplanning van de geplande operaties op basis van het model van de oproep tot projecten en met vermelding van de datum van opening van de nieuwe plaatsen. Om in aanmerking te komen voor de oproep tot projecten moeten de inrichtende machten aan de volgende cumulatieve criteria voldoen: a.. zich richten op een schoolinrichting voor leerplichtonderwijs, georganiseerd of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap en gelegen in een zone met demografische spanning. Onder zone met demografische spanning wordt verstaan: de zones of delen van zones zoals bepaald in het decreet van 19 juli 2017Relevante gevonden documenten type decreet prom. 20/07/2000 pub. 26/08/2000 numac 2000029296 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot bepaling van de voorwaarden voor de erkenning en de subsidiëring van jeugdhuizen, van ontmoetings- en accommodatiecentra, van jongeren informatiecentra en van hun federaties sluiten0 betreffende het aanbod van plaatsen in zones met demografische spanning, de subsidies in verband met schoolgebouwen, het prioritaire programma voor werken, en de subsidiëring van de inrichtingen voor leerplichtonderwijs, artikel 9, en goedgekeurd door de regering en gevoegd bij de oproep tot projecten ; b. voor aanvragen in verband met permanente infrastructuurwerken, een reëel recht van ten minste 30 jaar hebben op het betrokken gebouw, uiterlijk op het tijdstip van de vaste subsidieovereenkomst;c. het project voorziet in de schepping van minimaal 25 plaatsen, met uitzondering van het gespecialiseerd onderwijs, waarvoor geen minimum geldt en er niet meer nieuwe plaatsen mogen worden gecreëerd dan nodig is om de buffer van 10% te bereiken van de zone waarin het is gelegen, anders worden de extra plaatsen niet gesubsidieerd;d. de plaatsen moeten uiterlijk aan het begin van het schooljaar 2025 structureel gecreëerd worden, met uitzondering van verhuur die niet structureel mag zijn;e. de inrichtende macht die een aanvraag indient, moet toegang hebben tot de werkingsdotaties/werkingssubsidies;f. de aanvrager moet voldoen aan de wetgeving inzake overheidsopdrachten voor werken, leveringen en diensten. In geval van vertraging bij de openstelling van de plaatsen kan de regering het recht op de subsidie toegekend aan de inrichtende macht intrekken.

De begunstigden van deze subsidie verbinden zich ertoe het gebouw waarvoor in het kader van dit mechanisme een subsidie is verleend en dat betrekking heeft op een aankoop of op permanente werkzaamheden, gedurende een periode van 30 jaar vanaf de toekenning van de subsidie als school te blijven gebruiken.

De begunstigde van de subsidie is verplicht de administratie in te lichten wanneer : a. het gebruik of de bestemming van de schoolgebouwen waarvoor de werkzaamheden met subsidie zijn uitgevoerd, geheel of gedeeltelijk wordt gewijzigd, of b.de rechten van eigendom, gebruik, genot of bewoning van deze gebouwen kosteloos of onder bezwarende titel worden overgedragen.

De begunstigden van de subsidie van wie de schoolgebouwen op grond van dit decreet een subsidie hebben ontvangen en waarvoor de schoolbestemming niet meer wordt vervuld en/of de gebouwen onder bezwarende titel worden verkocht, betalen de subsidie terug.

Het bedrag van het terug te betalen deel van de subsidie voor de lokalen wordt gebaseerd op het aantal vierkante meters dat buiten gebruik is gesteld, verminderd met het aantal jaren dat de lokalen in gebruik is geweest.

Elk bezettingsjaar zal voor een dertigste van het subsidiebedrag tellen.

Het terug te betalen bedrag wordt vastgesteld bij besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap.

De begunstigde mag de subsidie niet terugbetalen indien: - de lokalen hun schoolbestemming hebben verloren door omstandigheden waarop de betrokken inrichtende macht geen invloed heeft, of - de schoolbestemming wordt gehandhaafd.

De regering beoordeelt de wenselijkheid van de terugvordering van de subsidie op basis van de door de inrichtende macht verstrekte informatie.

De in aanmerking komende uitgaven in het kader van dit mechanisme zijn de volgende en maken een verhoging van de opvangcapaciteit van de betrokken inrichting mogelijk: a. alle inrichtingswerkzaamheden van de lokalen;b. alle bouw- of renovatiewerkzaamheden aan gebouwen;c. elke huur van bijkomende lokalen of geprefabriceerde modules voor een maximale periode tot het begin van het schooljaar 2028;d. alle aankopen van gebouwen en geprefabriceerde modules. De hierboven vermelde in aanmerking komende uitgaven zijn de uitgaven die het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 6 februari 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 20/07/2000 pub. 26/08/2000 numac 2000029296 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot bepaling van de voorwaarden voor de erkenning en de subsidiëring van jeugdhuizen, van ontmoetings- en accommodatiecentra, van jongeren informatiecentra en van hun federaties sluiten9 houdende vaststelling van de regels die de behoefte aan nieuwbouw of uitbreiding bepalen en van de fysische en financiële normen voor de schoolgebouwen, internaten en psycho-medisch-sociale centra, naleven.

Op basis van de ingediende dossiers stelt de regering uiterlijk op 30 september 2023 de lijst op van de dossiers die geselecteerd zijn volgens de nadere regels bepaald bij dit decreet. Vóór de aanneming van deze lijst raadpleegt de regering op deze lijst de Karakteroverschrijdende commissie opgericht bij artikel 11 van het decreet van 16 november 2007Relevante gevonden documenten type decreet prom. 16/11/2007 pub. 24/01/2008 numac 2008029008 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende het prioritaire programma voor werken aan de schoolgebouwen van het gewoon en gespecialiseerd basisonderwijs, van het gewoon en gespecialiseerd secundair onderwijs en van het secundair onderwijs voor sociale promotie, van het kunstonderwijs met beperkt leerplan, van de psycho-medisch-sociale centra alsook van de internaten van het gewoon en gespecialiseerd basis- en secundair onderwijs, georganiseerd of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap sluiten betreffende het prioritaire programma voor werken.. Dit advies wordt aan de regering meegedeeld binnen een termijn van 30 dagen na de datum van mededeling van de lijst van dossiers aan de Karakteroverschrijdende commissie.

Indien een inrichtende macht niet kan wachten tot 30 september 2023 om een financieringsovereenkomst te verkrijgen vanwege de juridische verbintenis die vereist is voor een aankoop en/of om de beoogde plaatsen aan het begin van het schooljaar 2023 te openen, moet zij dit in haar kandidatuur rechtvaardigen.

Onder juridische verbintenis die vereist is voor een aankoop wordt verstaan de indiening van een bindend aanbod tot aankoop of de ondertekening van een notariële akte met betrekking tot de aankoop.

De regering kan dan sneller een standpunt over dit dossier innemen, zodat de inrichtende macht haar project kan uitvoeren.

Indien de toegewezen middelen niet voldoende zijn voor alle ingediende aanvragen, wordt aan de hand van de volgende criteria, in volgorde van prioriteit, voorrang gegeven aan de dossiers : - projecten die permanente en structurele werkzaamheden of verbouwing inhouden; - de betrokken inrichting ligt in een zone met spanning waar het gebrek aan plaatsen het grootst is; - het project is gericht op een bestaande school; - de vroegst mogelijke openingsdatum voor plaatsen; - de beoogde inrichting bevindt zich in een zone met spanning waar de buffer van 7 procent nog niet is bereikt; - de laagste kosten per gecreëerde plaats.

Diezelfde criteria zullen worden gebruikt om te beslissen tussen de dossiers die gebruik maken van de afwijking met betrekking tot de termijn van de oproep tot projecten, ingeval er zoveel dossiers zijn dat de toegewezen middelen niet volstaan om ze allemaal te financieren. ». HOOFDSTUK 3. - Wijzigingen aangebracht in het decreet van 13 juli 1998Relevante gevonden documenten type decreet prom. 13/07/1998 pub. 28/08/1998 numac 1998029358 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de organisatie van het gewoon kleuteronderwijs en lager onderwijs en de wijziging van de onderwijswetgeving sluiten betreffende de organisatie van het gewoon kleuteronderwijs en lager onderwijs en de wijziging van de onderwijswetgeving

Art. 18.In artikel 2bis van het decreet van 1 juli 1998 betreffende de organisatie van het gewoon kleuteronderwijs en lager onderwijs en de wijziging van de onderwijswetgeving worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1. in het derde lid worden de woorden « Zij doet, in de loop van de maand oktober, een oproep tot projecten aan alle inrichtende machten om de geldmiddelen te kunnen genieten die bepaald zijn, naar gelang van het geval, in artikel 13bis, § 2, 1°, in artikel 13bis, § 2, 2°, en in artikel 13bis, § 2, 3°, van het decreet van 5 februari 1990 betreffende de schoolgebouwen van het niet-universitair onderwijs georganiseerd of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap.» vervangen door de woorden « Zij doet in de loop van de maand november 2022 een oproep tot projecten aan alle inrichtende machten om geldmiddelen te kunnen genieten voor de jaren 2022, 2023 en 2024 die bepaald zijn in artikel 13bis van het decreet van 5 februari 1990 betreffende de schoolgebouwen van het niet-universitair onderwijs georganiseerd of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap. »; 2. de leden 5 tot 13 worden vervangen als volgt : « De antwoorden op de oproep tot projecten worden door de inrichtende machten uiterlijk op 30 april 2023 ingediend door middel van een standaardformulier dat is meegedeeld. De ingediende aanvragen bevatten, afhankelijk van de situatie, de volgende elementen: 1. een beschrijving van de geplande verbouwings-, renovatie- of uitbreidingswerkzaamheden van gebouwen en/of geprefabriceerde modules;2. gedetailleerde beschrijving van de geplande huur/aankoop van gebouwen en/of geprefabriceerde modules;3. een financiële raming van de kosten van de geplande werkzaamheden/huur/aankopen;4. een overzicht van de schoolbevolking van de beoogde inrichting in de afgelopen drie jaar en de verwachte ontwikkeling daarvan na de geplande werkzaamheden/huur/aankoop;5. een retroplanning van de geplande operaties op basis van het model voorzien door de oproep tot projecten en met vermelding van de datum van opening van de nieuwe plaatsen. Om voor de oproep tot projecten in aanmerking te komen, moeten de inrichtende machten aan de volgende cumulatieve criteria voldoen: a. zich richten op een schoolinrichting voor leerplichtonderwijs, georganiseerd of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap en gelegen in een zone met demografische spanning.Onder zone met demografische spanning wordt verstaan : de zones of delen van zones zoals bepaald in het decreet van 19 juli 2017Relevante gevonden documenten type decreet prom. 20/07/2000 pub. 26/08/2000 numac 2000029296 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot bepaling van de voorwaarden voor de erkenning en de subsidiëring van jeugdhuizen, van ontmoetings- en accommodatiecentra, van jongeren informatiecentra en van hun federaties sluiten0 betreffende het aanbod van plaatsen in zones in demografische spanning, de subsidies voor schoolgebouwen, het programma van prioritaire werken en de subsidiëring van leerplichtige inrichtingen, artikel 9, en goedgekeurd door de regering en gevoegd bij de oproep tot projecten; b. voor aanvragen in verband met permanente infrastructuurwerken, een reëel recht van ten minste 30 jaar hebben op het betrokken gebouw, uiterlijk op het tijdstip van de vaste subsidieovereenkomst;c. het project voorziet in de schepping van minimaal 25 plaatsen, met uitzondering van het gespecialiseerd onderwijs, waarvoor geen minimum geldt en er niet meer nieuwe plaatsen mogen worden gecreëerd dan nodig is om de buffer van 10% te bereiken van de zone waarin het is gelegen, anders worden de extra plaatsen niet gesubsidieerd;d. de plaatsen moeten uiterlijk aan het begin van het schooljaar 2025 structureel gecreëerd worden, met uitzondering van verhuur die niet structureel mag zijn;e. de inrichtende macht die een aanvraag indient, moet toegang hebben tot de werkingsdotaties/werkingssubsidies;f. de aanvrager moet voldoen aan de wetgeving inzake overheidsopdrachten voor werken, leveringen en diensten. In geval van vertraging bij de openstelling van de plaatsen kan de regering het recht op de subsidie toegekend aan de inrichtende macht intrekken.

De begunstigden van de subsidie van wie de schoolgebouwen op grond van dit decreet een subsidie hebben ontvangen en waarvoor de schoolbestemming niet meer wordt vervuld en/of de gebouwen onder bezwarende titel worden verkocht, betalen de subsidie terug.

Het bedrag van het terug te betalen deel van de subsidie voor de lokalen wordt gebaseerd op het aantal vierkante meters dat buiten gebruik is gesteld, verminderd met het aantal jaren dat de lokalen in gebruik is geweest.

Elk bezettingsjaar zal voor een dertigste van het subsidiebedrag tellen.

Het terug te betalen bedrag wordt vastgesteld bij besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap.

De begunstigde mag de subsidie niet terugbetalen indien: - de lokalen hun schoolbestemming hebben verloren door omstandigheden waarop de betrokken inrichtende macht geen invloed heeft, of - de schoolbestemming wordt gehandhaafd.

De regering beoordeelt de wenselijkheid van de terugvordering van de subsidie op basis van de door de inrichtende macht verstrekte informatie.

De in aanmerking komende uitgaven in het kader van dit mechanisme zijn de volgende en maken een verhoging van de opvangcapaciteit van de betrokken inrichting mogelijk: a. alle inrichtingswerkzaamheden van de lokalen;b. alle bouw- of renovatiewerkzaamheden aan gebouwen;c. elke huur van bijkomende lokalen of geprefabriceerde modules voor een maximale periode tot het begin van het schooljaar 2028;d. alle aankopen van gebouwen en geprefabriceerde modules. De hierboven vermelde in aanmerking komende uitgaven zijn de uitgaven die het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 6 februari 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 20/07/2000 pub. 26/08/2000 numac 2000029296 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot bepaling van de voorwaarden voor de erkenning en de subsidiëring van jeugdhuizen, van ontmoetings- en accommodatiecentra, van jongeren informatiecentra en van hun federaties sluiten9 houdende vaststelling van de regels die de behoefte aan nieuwbouw of uitbreiding bepalen en van de fysische en financiële normen voor de schoolgebouwen, internaten en psycho-medisch-sociale centra, naleven.

Op basis van de ingediende dossiers stelt de regering uiterlijk op 30 september 2023 de lijst op van de dossiers die geselecteerd zijn volgens de nadere regels bepaald bij dit decreet. Vóór de aanneming van deze lijst raadpleegt de regering op deze lijst de Karakteroverschrijdende commissie opgericht bij artikel 11 van het decreet van 16 november 2007Relevante gevonden documenten type decreet prom. 16/11/2007 pub. 24/01/2008 numac 2008029008 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende het prioritaire programma voor werken aan de schoolgebouwen van het gewoon en gespecialiseerd basisonderwijs, van het gewoon en gespecialiseerd secundair onderwijs en van het secundair onderwijs voor sociale promotie, van het kunstonderwijs met beperkt leerplan, van de psycho-medisch-sociale centra alsook van de internaten van het gewoon en gespecialiseerd basis- en secundair onderwijs, georganiseerd of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap sluiten betreffende het prioritaire programma voor werken.. Dit advies wordt aan de regering meegedeeld binnen een termijn van 30 dagen na de datum van mededeling van de lijst van dossiers aan de Karakteroverschrijdende commissie.

Indien een inrichtende macht niet kan wachten tot 30 september 2023 om een financieringsovereenkomst te verkrijgen vanwege de juridische verbintenis die vereist is voor een aankoop en/of om de beoogde plaatsen aan het begin van het schooljaar 2023 te openen, moet zij dit in haar kandidatuur rechtvaardigen.

Onder juridische verbintenis die vereist is voor een aankoop wordt verstaan de indiening van een bindend aanbod tot aankoop of de ondertekening van een notariële akte met betrekking tot de aankoop.

De regering kan dan sneller een standpunt over dit dossier innemen, zodat de inrichtende macht haar project kan uitvoeren.

Indien de toegewezen middelen niet voldoende zijn voor alle ingediende aanvragen, wordt aan de hand van de volgende criteria, in volgorde van prioriteit, voorrang gegeven aan de dossiers : - projecten die permanente en structurele werkzaamheden of verbouwing inhouden; - de betrokken inrichting ligt in een zone met spanning waar het gebrek aan plaatsen het grootst is; - het project is gericht op een bestaande school; - de vroegst mogelijke openingsdatum voor plaatsen; - de beoogde inrichting bevindt zich in een zone met spanning waar de buffer van 7 procent nog niet is bereikt; - de laagste kosten per gecreëerde plaats.

Diezelfde criteria zullen worden gebruikt om te beslissen tussen de dossiers die gebruik maken van de afwijking met betrekking tot de termijn van de oproep tot projecten, ingeval er zoveel dossiers zijn dat de toegewezen middelen niet volstaan om ze allemaal te financieren. ». HOOFDSTUK 4. - Bepalingen betreffende de wijzigingen aangebracht in het decreet van 3 maat 2004 houdende organisatie van het gespecialiseerd onderwijs.

Art. 19.Artikel 212bis van het decreet van 3 maart 2004Relevante gevonden documenten type decreet prom. 03/03/2004 pub. 03/06/2004 numac 2004029137 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende organisatie van het gespecialiseerd onderwijs sluiten houdende organisatie van het gespecialiseerd onderwijs wordt vervangen als volgt : «

Art. 212bis.De Regering doet in de loop van de maand november 2022 een oproep tot projecten aan alle inrichtende machten om maximum 10 procent van de geldmiddelen te kunnen genieten voor de jaren 2022, 2023 en 2024 die bepaald zijn in artikel 13bis van het decreet van 5 februari 1990 betreffende de schoolgebouwen van het niet-universitair onderwijs georganiseerd of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap. »;

De antwoorden op de oproep tot projecten worden door de inrichtende machten uiterlijk op 30 april 2023 ingediend door middel van een standaardformulier dat is meegedeeld.

De ingediende aanvragen bevatten, afhankelijk van de situatie, de volgende elementen: 1. een beschrijving van de geplande verbouwings-, renovatie- of uitbreidingswerkzaamheden van gebouwen en/of geprefabriceerde modules;2. gedetailleerde beschrijving van de geplande huur/aankoop van gebouwen en/of geprefabriceerde modules;3. een financiële raming van de kosten van de geplande werkzaamheden/huur/aankopen;4. een overzicht van de schoolbevolking van de beoogde inrichting in de afgelopen drie jaar en de verwachte ontwikkeling daarvan na de geplande werkzaamheden/huur/aankoop;5. een retroplanning van de geplande operaties op basis van het model voorzien door de oproep tot projecten en met vermelding van de datum van opening van de nieuwe plaatsen. Om voor de oproep tot projecten in aanmerking te komen, moeten de inrichtende machten aan de volgende cumulatieve criteria voldoen: a. zich richten op een schoolinrichting voor leerplichtonderwijs, georganiseerd of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap;b. voor aanvragen in verband met permanente infrastructuurwerken, een reëel recht van ten minste 30 jaar hebben op het betrokken gebouw, uiterlijk op het tijdstip van de vaste subsidieovereenkomst;c. de plaatsen moeten uiterlijk aan het begin van het schooljaar 2025 structureel gecreëerd worden, met uitzondering van verhuur die niet structureel mag zijn;d. de inrichtende macht die een aanvraag indient, moet toegang hebben tot de werkingsdotaties/werkingssubsidies;e. de aanvrager moet voldoen aan de wetgeving inzake overheidsopdrachten voor werken, leveringen en diensten. In geval van vertraging bij de openstelling van de plaatsen kan de regering het recht op de subsidie toegekend aan de inrichtende macht intrekken.

De begunstigden van de subsidie van wie de schoolgebouwen op grond van dit decreet een subsidie hebben ontvangen en waarvoor de schoolbestemming niet meer wordt vervuld en/of de gebouwen onder bezwarende titel worden verkocht, betalen de subsidie terug.

Het bedrag van het terug te betalen deel van de subsidie voor de lokalen wordt gebaseerd op het aantal vierkante meters dat buiten gebruik is gesteld, verminderd met het aantal jaren dat de lokalen in gebruik is geweest.

Elk bezettingsjaar zal voor een dertigste van het subsidiebedrag tellen.

Het terug te betalen bedrag wordt vastgesteld bij besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap.

De begunstigde mag de subsidie niet terugbetalen indien: - de lokalen hun schoolbestemming hebben verloren door omstandigheden waarop de betrokken inrichtende macht geen invloed heeft, of - de schoolbestemming wordt gehandhaafd.

De regering beoordeelt de wenselijkheid van de terugvordering van de subsidie op basis van de door de inrichtende macht verstrekte informatie.

De in aanmerking komende uitgaven in het kader van dit mechanisme zijn de volgende en maken een verhoging van de opvangcapaciteit van de betrokken inrichting mogelijk: a. alle inrichtingswerkzaamheden van de lokalen;b. alle bouw- of renovatiewerkzaamheden aan gebouwen;c. elke huur van bijkomende lokalen of geprefabriceerde modules voor een maximale periode tot het begin van het schooljaar 2028;d. alle aankopen van gebouwen of geprefabriceerde modules. De hierboven vermelde in aanmerking komende uitgaven zijn de uitgaven die het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 6 februari 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 20/07/2000 pub. 26/08/2000 numac 2000029296 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot bepaling van de voorwaarden voor de erkenning en de subsidiëring van jeugdhuizen, van ontmoetings- en accommodatiecentra, van jongeren informatiecentra en van hun federaties sluiten9 houdende vaststelling van de regels die de behoefte aan nieuwbouw of uitbreiding bepalen en van de fysische en financiële normen voor de schoolgebouwen, internaten en psycho-medisch-sociale centra, naleven.

Op basis van de ingediende dossiers stelt de regering uiterlijk op 30 september 2023 de lijst op van de dossiers die geselecteerd zijn volgens de nadere regels bepaald bij dit decreet. Vóór de aanneming van deze lijst raadpleegt de regering op deze lijst de Karakteroverschrijdende commissie opgericht bij artikel 11 van het decreet van 16 november 2007Relevante gevonden documenten type decreet prom. 16/11/2007 pub. 24/01/2008 numac 2008029008 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende het prioritaire programma voor werken aan de schoolgebouwen van het gewoon en gespecialiseerd basisonderwijs, van het gewoon en gespecialiseerd secundair onderwijs en van het secundair onderwijs voor sociale promotie, van het kunstonderwijs met beperkt leerplan, van de psycho-medisch-sociale centra alsook van de internaten van het gewoon en gespecialiseerd basis- en secundair onderwijs, georganiseerd of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap sluiten betreffende het prioritaire programma voor werken.. Dit advies wordt aan de regering meegedeeld binnen een termijn van 30 dagen na de datum van mededeling van de lijst van dossiers aan de Karakteroverschrijdende commissie.

Indien een inrichtende macht niet kan wachten tot 30 september 2023 om een financieringsovereenkomst te verkrijgen vanwege de juridische verbintenis die vereist is voor een aankoop en/of om de beoogde plaatsen aan het begin van het schooljaar 2023 te openen, moet zij dit in haar kandidatuur rechtvaardigen.

Onder juridische verbintenis die vereist is voor een aankoop wordt verstaan de indiening van een bindend aanbod tot aankoop of de ondertekening van een notariële akte met betrekking tot de aankoop.

De regering kan dan sneller een standpunt over dit dossier innemen, zodat de inrichtende macht haar project kan uitvoeren.

Indien de toegewezen middelen niet voldoende zijn voor alle ingediende aanvragen, wordt aan de hand van de volgende criteria, in volgorde van prioriteit, voorrang gegeven aan de dossiers : - projecten die permanente en structurele werkzaamheden of verbouwing inhouden; - het project is gericht op een bestaande school; - de vroegst mogelijke openingsdatum voor plaatsen; - de laagste kosten per gecreëerde plaats.

Diezelfde criteria zullen worden gebruikt om te beslissen tussen de dossiers die gebruik maken van de afwijking met betrekking tot de termijn van de oproep tot projecten, ingeval er zoveel dossiers zijn dat de toegewezen middelen niet volstaan om ze allemaal te financieren. ». HOOFDSTUK 5. - Oprichting van een dienst met boekhoudkundige autonomie voor het uitzonderlijk investeringsplan in het kader van schoolgebouwen

Art. 20.Een administratieve dienst met boekhoudkundige autonomie in de zin van artikel 2, 5°, van het decreet van 20 december 2011Relevante gevonden documenten type decreet prom. 13/07/1998 pub. 28/08/1998 numac 1998029358 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de organisatie van het gewoon kleuteronderwijs en lager onderwijs en de wijziging van de onderwijswetgeving sluiten4 houdende regeling van de begroting en de boekhouding van de Diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap, wordt opgericht bij de Algemene Dienst Gesubsidieerde Schoolinfrastructuren, onder de naam van "Uitzonderlijk investeringsplan in de schoolgebouwen". Deze dienst staat onder rechtstreeks gezag van de minister belast met schoolgebouwen.

Art. 21.De Administratieve dienst met boekhoudkundige autonomie bij de Algemene Dienst Gesubsidieerde Schoolinfrastructuren van het Secretariaat-generaal wordt voorzien van de volgende middelen 1° in 2022, een dotatie van één miljard euro (1.000.000.000,00 euro); 2° alle andere inkomsten, zoals schenkingen of legaten;3° uitzonderlijke dotaties waartoe de Regering heeft besloten en die ten laste komen van de uitgavenbegroting. TITEL 3. - BEPALINGEN BETREFFENDE CULTUUR HOOFDSTUK 1. - Bepalingen betreffende de culturele infrastructuren

Art. 22.In artikel 57, § 3, van het programmadecreet van 14 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 20/12/2001 pub. 03/05/2002 numac 2002029138 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot vaststelling van de regels die specifiek zijn voor het hoger kunstonderwijs georganiseerd in de hogere kunstscholen (1) type decreet prom. 20/12/2001 pub. 23/04/2002 numac 2002027225 bron ministerie van het waalse gewest Decreet houdende de algemene uitgavenbegroting van het Waalse Gewest voor het begrotingsjaar 2002 sluiten3 houdende verschillende maatregelen inzake de bestrijding van de coronacrisis, het Europees herstelplan, de Kansengelijkheid, de Schoolgebouwen, Wallonie-Bruxelles Enseignement, de Vrouwenrechten, het Hoger Onderwijs, het Wetenschappelijk Onderzoek, de Non-profitsector, het Onderwijs en de Begrotingsfondsen worden de woorden « met 10 procent en » ingevoegd tussen de woorden « wordt vermeerderd » en de woorden « de bedragen die noodzakelijk zijn voor de tenlasteneming van de btw". HOOFDSTUK 2. - Bepalingen betreffende de Seniorencommissie

Art. 23.In artikel 7 van het decreet van 26 mei 2011Relevante gevonden documenten type decreet prom. 13/07/1998 pub. 28/08/1998 numac 1998029358 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de organisatie van het gewoon kleuteronderwijs en lager onderwijs en de wijziging van de onderwijswetgeving sluiten3 tot inrichting van de Seniorencommissie van de Franse Gemeenschap, wordt het bedrag van « 20.000 euro » vervangen door het bedrag van « 52.000 euro ». HOOFDSTUK 3. - Bepalingen betreffende de podiumkunsten

Art. 24.In artikel 35/1 van het kader decreet van 10 april 2003Relevante gevonden documenten type decreet prom. 10/04/2003 pub. 19/05/2003 numac 2003029260 bron ministerie van de franse gemeenschap Kaderdecreet betreffende de erkenning en de subsidiëring van de beroepssector van de Podiumkunsten sluiten betreffende de erkenning en de subsidiëring van de beroepssector van de Podiumkunsten, vervangen bij het decreet van 20 juli 2022Relevante gevonden documenten type decreet prom. 20/07/2000 pub. 26/08/2000 numac 2000029296 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot bepaling van de voorwaarden voor de erkenning en de subsidiëring van jeugdhuizen, van ontmoetings- en accommodatiecentra, van jongeren informatiecentra en van hun federaties sluiten7, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1. in het eerste lid worden de woorden « in vastleggingskredieten » opgeheven;2. in het tweede lid worden de volgende wijzigingen aangebracht: a.de woorden « in vastleggingskredieten » worden opgeheven; b. het bedrag « 9.649.000 euro » wordt vervangen door het bedrag « 9.828.000 euro ».

Art. 25.Artikel 107 van het decreet van 20 juli 2022Relevante gevonden documenten type decreet prom. 20/07/2000 pub. 26/08/2000 numac 2000029296 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot bepaling van de voorwaarden voor de erkenning en de subsidiëring van jeugdhuizen, van ontmoetings- en accommodatiecentra, van jongeren informatiecentra en van hun federaties sluiten7 tot wijziging van het kader decreet van 10 april 2003Relevante gevonden documenten type decreet prom. 10/04/2003 pub. 19/05/2003 numac 2003029260 bron ministerie van de franse gemeenschap Kaderdecreet betreffende de erkenning en de subsidiëring van de beroepssector van de Podiumkunsten sluiten betreffende de erkenning en de subsidiëring van de beroepssector van de Podiumkunsten wordt aangevuld met een lid, luidend als volgt : « De lopende programmaovereenkomsten waarvan de jaarlijkse subsidie lager is dan of gelijk is aan honderdvijfentwintigduizend euro blijven verenigbaar met de toekenning van een projectsteun, zelfs toegekend na de inwerkingtreding van dit decreet, tot 31 december 2023. ». HOOFDSTUK 4. - Bepalingen betreffende het cultureel erfgoed

Art. 26.In artikel 4 van het decreet van 25 april 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 20/07/2000 pub. 26/08/2000 numac 2000029296 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot bepaling van de voorwaarden voor de erkenning en de subsidiëring van jeugdhuizen, van ontmoetings- en accommodatiecentra, van jongeren informatiecentra en van hun federaties sluiten3 betreffende de museumsector in de Franse Gemeenschap worden de woorden «,afhankelijk van de beschikbare begrotingskredieten, » opgeheven.

Art. 27.In de artikelen 6, 8, § 1, 11, § 1, 13, § § 1 en 2, en 16 van hetzelfde decreet worden de woorden « en binnen de perken van de beschikbare begrotingskredieten, » telkens opgeheven.

Art. 28.In de artikelen 9 en 12 van hetzelfde decreet worden de woorden « binnen de perken van de beschikbare begrotingskredieten » telkens opgeheven.

Art. 29.In hetzelfde decreet wordt na artikel 14 een Hoofdstuk Vbis ingevoegd, luidend als volgt : « Prioritering bij de toekenning van steun aan musea en museapolen »

Art. 30.In hoofdstuk Vbis ingevoegd bij artikel 29, wordt een artikel 14/1 ingevoegd, luidend als volgt : «

Artikel 14/1.Wanneer de beschikbare begrotingskredieten onvoldoende zijn om aan alle verzoeken ingediend krachtens de artikelen 6 tot 8, 10 tot 11 en 13 tot 14 te voldoen, worden de prioriteiten als volgt vastgesteld: 1. er wordt eerst voorrang gegeven aan de hernieuwing van bestaande positief beoordeelde erkenningen, met uitzondering van verzoeken om bevordering;2. dan wordt voorrang gegeven aan steun voor de ontwikkeling van een nalevingsplan die wordt verleend aan erkende operatoren wier verzoek om hernieuwing negatief is beoordeeld;3. uiteindelijk wordt voorrang gegeven aan de toekenning van nieuwe erkenningen, steun aan creatie, subsidieverhogingen en steun voor de ontwikkeling van een niet onder 2° bedoeld nalevingsplan, rekening houdend met hun rangschikking volgens de volgende criteria: a.de kwaliteit van de culturele visie van het museum en zijn maatschappelijke positie (30 punten); b. de kwaliteit van het werk als bemiddelaar en ontwikkelaar van de culturele rechten van het volk in verhouding tot de beschikbare middelen en de categorie van het museum (30 punten);c. de kwaliteit van het erfgoedbeheer in verhouding tot de beschikbare middelen en de categorie van het museum (15 punten);d. de kwaliteit van het wetenschappelijke werk in verhouding tot de beschikbare middelen en de categorie van het museum (15 punten);e. de kwaliteit van de collectie van het museum (10 punten);f. adequate dekking van het gehele grondgebied en de gehele bevolking van de Franse Gemeenschap (10 punten);g. de diversiteit van de door alle erkende musea behandelde thema's, met bijzondere aandacht voor ondergewaardeerde thema's (10 punten).».

Art. 31.In artikel 17, § 1, eerste lid, van hetzelfde decreet wordt 2° opgeheven.

Art. 32.In artikel 11, § 2, van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 19 juni 2019 houdende uitvoering van het besluit van 25 april 2019 betreffende de museumsector in de Franse Gemeenschap worden de woorden «, binnen de perken van de beschikbare begrotingskredieten, » opgeheven. HOOFDSTUK 5. - Bepalingen betreffende de Territoriale culturele actie

Art. 33.In artikel 27, § 1, van het besluit van de regering van de Franse Gemeenschap van 19 juli 2011 tot uitvoering van het decreet van 30 april 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 13/07/1998 pub. 28/08/1998 numac 1998029358 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de organisatie van het gewoon kleuteronderwijs en lager onderwijs en de wijziging van de onderwijswetgeving sluiten2 betreffende de ontwikkeling van leespraktijken ingericht door het openbare netwerk voor openbare lectuurvoorziening en de openbare bibliotheken, wordt lid 3, ingevoegd bij het decreet van 14 juli 2021, opgeheven.

Art. 34.In het decreet van 30 april 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 13/07/1998 pub. 28/08/1998 numac 1998029358 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de organisatie van het gewoon kleuteronderwijs en lager onderwijs en de wijziging van de onderwijswetgeving sluiten2 betreffende het toezicht op en de subsidiëring van federaties van amateurkunstbeoefening, federaties die centra van expressie en creativiteit vertegenwoordigen en centra van expressie en creativiteit wordt het volgende artikel 51/4 ingevoegd: "

Artikel 51/4.In afwijking van de rangorde bepaald in artikel 30, 3°, tweede lid, kunnen de verenigingen bedoeld in artikel 30/1/1, derde lid, 2° en 3°, van het besluit van de regering van de Franse Gemeenschap van 3 december 2003 tot vaststelling van de toepassingsmodaliteiten van het decreet van 3 juli 2003 betreffende de coördinatie van de opvang van kinderen tijdens hun vrije tijd en de ondersteuning van de buitenschoolse opvang in aanmerking komen, vanaf 1 januari 2023 en mits ze erkend zijn als categorie 3 of 4, voor een subsidie voor de tewerkstelling van een vaste coördinator.

In het begrotingsjaar 2023 wordt het bedrag van deze werkgelegenheidssubsidie in mindering gebracht op het bedrag van de facultatieve subsidie die bij overeenkomst aan de vereniging wordt toegekend.". HOOFDSTUK 6. - Bepalingen betreffende de filmsector

Art. 35.De volgende wijzigingen worden aangebracht aan artikel 1/1 van het besluit van de regering van de Franse Gemeenschap van 29 maart 2012Relevante gevonden documenten type decreet prom. 20/07/2000 pub. 26/08/2000 numac 2000029296 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot bepaling van de voorwaarden voor de erkenning en de subsidiëring van jeugdhuizen, van ontmoetings- en accommodatiecentra, van jongeren informatiecentra en van hun federaties sluiten8 betreffende de steun aan de creatie: 1. in lid 1 wordt "12.500 euro" vervangen door "15.000 euro"; 2. in lid 2 wordt "7.500 euro" vervangen door "10.000 euro"; 3. in lid 3 wordt "15.000 euro" vervangen door "20.000 euro".

Art. 36.In het eerste lid van artikel 2 van hetzelfde besluit van de regering van de Franse Gemeenschap van 29 maart 2012Relevante gevonden documenten type decreet prom. 20/07/2000 pub. 26/08/2000 numac 2000029296 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot bepaling van de voorwaarden voor de erkenning en de subsidiëring van jeugdhuizen, van ontmoetings- en accommodatiecentra, van jongeren informatiecentra en van hun federaties sluiten8 betreffende de steun aan de creatie worden de woorden "- 20.000 euro voor een eerste of tweede creatiedocumentaire; - 25.000 euro voor een derde of volgende creatiedocumentaire" vervangen door de woorden "30.000 euro".

Art. 37.In artikel 3 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1. in § 1 worden de woorden "430.000 euro" vervangen door de woorden "500.000 euro"; 2. in § 2 worden de woorden "100.000 euro" vervangen door de woorden "120.000 euro"; 3. in § 3 worden de woorden "15.000 euro" vervangen door de woorden "20.000 euro"; 4. in § 4 worden de woorden "75.000 euro" vervangen door de woorden "90.000 euro".

Art. 38.In artikel 4 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht:. 1. in lid 2 wordt "42.500 euro" vervangen door "50.000 euro"; 2. in lid 3 wordt "50.000 euro" vervangen door "60.000 euro"; 3. in lid 5 wordt "15.000 euro" vervangen door "20.000 euro".

Art. 39.In artikel 7 van hetzelfde besluit wordt "20.000 euro" vervangen door "25.000 euro". HOOFDSTUK 7. - Bepaling betreffende de audiovisuele sector

Art. 40.In artikel 22, § 4, van het decreet van 14 juli 1997Relevante gevonden documenten type decreet prom. 14/07/1997 pub. 30/09/1997 numac 1997029335 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende diverse maatregelen inzake universitair onderwijs sluiten houdende het statuut van de RTBF, ingevoegd bij het programma decreet van 17 juli 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 13/07/1998 pub. 28/08/1998 numac 1998029358 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de organisatie van het gewoon kleuteronderwijs en lager onderwijs en de wijziging van de onderwijswetgeving sluiten5 en laatst gewijzigd bij het programmadecreet van 20 december 2017, worden de woorden "over de periode 2018-2022" vervangen door de woorden "over de periode 2018-2023".

TITEL 4. - BEPALINGEN INZAKE WETENSCHAPPELIJK ONDERZOEK

Art. 41.Artikel 63 van het decreet van 3 mei 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 20/07/2000 pub. 26/08/2000 numac 2000029296 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot bepaling van de voorwaarden voor de erkenning en de subsidiëring van jeugdhuizen, van ontmoetings- en accommodatiecentra, van jongeren informatiecentra en van hun federaties sluiten4 houdende diverse maatregelen inzake hoger onderwijs en onderzoek wordt vervangen door hetgeen volgt: "Art. 63 - De Franse Gemeenschap kent jaarlijks een bedrag van 431.000 euro toe voor de organisatie van "Printemps des Sciences".

Dit bedrag wordt als volgt verdeeld over de deelnemende universiteiten, hogescholen en hogere kunstscholen: 1. 71.000 euro voor de instelling die de coördinatie van het evenement in het lopende jaar leidt; 2. het saldo wordt verdeeld over de andere instellingen voor hoger onderwijs die deelnemen aan de organisatie van de activiteit op basis van de uitgaven die zijn opgenomen in het in artikel 63/1 bedoelde gecoördineerde jaarplan.".

Art. 42.In hetzelfde decreet wordt een artikel 63/1 ingevoegd, dat luidt als volgt: "

Art. 63/1.§ 1. Elk jaar wordt vóór 15 september van het jaar n-1 een gecoördineerd plan voor "Printemps des Sciences" opgesteld.

Dit plan is opgesteld door de instellingen voor hoger onderwijs die deelnemen aan de organisatie van het evenement, de wetenschappelijke instellingen van de Franse Gemeenschap en de Franstalige onderzoekers van de Jardin botanique de Meise.

Het wordt ter informatie toegezonden aan de minister belast met het hoger onderwijs.

Het omvat acties die moeten worden ondernomen om de wetenschap en de door instellingen voor hoger onderwijs aangeboden studies op het gebied van wetenschap, en inzonderheid STEM, te bevorderen, rekening houdend met een STEAM-aanpak. § 2. Het plan vermeldt eveneens voor elke inrichting de uitgaven waarmee het in artikel 63, tweede lid, 2°, bedoelde saldo kan worden verdeeld, namelijk: 1. personeelskosten in verband met het personeel van de instelling, voor zover dit wordt ingezet voor de uitvoering van het project;2. de kosten van de voor de uitvoering van het project benodigde instrumenten en uitrusting;3. de kosten van adviezen en soortgelijke diensten die uitsluitend voor de uitvoering van het project worden gebruikt;4. de kosten van materialen, benodigdheden en soortgelijke producten die rechtstreeks uit het project voortvloeien; 5. de kosten die nodig zijn om bekendheid te geven aan de evenementen van het project, tot een maximum van EUR 100.000, betaald aan de coördinator van het actieplan.

De in het eerste lid, punten 2° en 4°, bedoelde kosten zijn beperkt tot de jaarlijkse afschrijvingskosten van de apparatuur, exclusief de aankoopprijs. § 3. Het plan wordt vooraf goedgekeurd door een stuurgroep die bestaat uit: 1. een vertegenwoordiger van de minister belast met het hoger onderwijs;2. een vertegenwoordiger van de minister belast met het leerplichtonderwijs;3. een vertegenwoordiger van de administratie belast met hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek;4. ten hoogste vijf vertegenwoordigers van de universiteiten, aangewezen door de ARES;5. ten hoogste vier vertegenwoordigers van de hogescholen, aangewezen door de ARES;6. ten hoogste vier vertegenwoordigers van de hogere kunstscholen, aangewezen door de ARES. Vertegenwoordigers van de Cel Wetenschapsbeleid van de Economische, Sociale en Milieuraad van Wallonië en de Raad voor het Wetenschapsbeleid van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest worden uitgenodigd deel te nemen aan de stuurgroep.

De vertegenwoordiger van de minister belast met het hoger onderwijs zit de stuurgroep voor.".

Art. 43.Artikel 1 van het decreet van 17 juli 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 13/07/1998 pub. 28/08/1998 numac 1998029358 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de organisatie van het gewoon kleuteronderwijs en lager onderwijs en de wijziging van de onderwijswetgeving sluiten5 betreffende het onderzoek door het Nationaal Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek (FNRS) wordt aangevuld met een lid dat luidt als volgt: "Vanaf het jaar 2023, 250.000 euro, toe te kennen aan klinische onderzoekers, worden toegevoegd aan het bedrag dat op grond van de vorige leden is verkregen. Vanaf het jaar 2024 wordt dit bedrag geïndexeerd volgens het stelsel van lid 5.".

Art. 44.Artikel 1 van het decreet van 30 januari 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 13/07/1998 pub. 28/08/1998 numac 1998029358 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de organisatie van het gewoon kleuteronderwijs en lager onderwijs en de wijziging van de onderwijswetgeving sluiten7 betreffende de financiering van het onderzoek in de universiteiten wordt aangevuld met een lid dat als volgt luidt: "Vanaf het jaar 2023, 4.000.000 euro worden toegevoegd aan het bij toepassing van de voorgaande leden verkregen bedrag. Vanaf het jaar 2024 wordt dit bedrag geïndexeerd volgens het stelsel van lid 5.".

TITEL 5. - BEPALINGEN INZAKE HOGER ONDERWIJS EN ONDERWIJS VOOR SOCIALE PROMOTIE HOOFDSTUK 1. - Adviseurs voor de hervorming van de initiële lerarenopleiding

Art. 45.In artikel 47, § § 1 en 5, van het programmadecreet van 12 december 2018Relevante gevonden documenten type decreet prom. 20/12/2001 pub. 03/05/2002 numac 2002029138 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot vaststelling van de regels die specifiek zijn voor het hoger kunstonderwijs georganiseerd in de hogere kunstscholen (1) type decreet prom. 20/12/2001 pub. 23/04/2002 numac 2002027225 bron ministerie van het waalse gewest Decreet houdende de algemene uitgavenbegroting van het Waalse Gewest voor het begrotingsjaar 2002 sluiten1 houdende diverse maatregelen met betrekking tot de organisatie van de begroting en de boekhouding, de begrotingsfondsen, het hoger onderwijs en het onderzoek, het kind, het leerplichtonderwijs en het onderwijs voor sociale promotie, de schoolgebouwen, de financiering van de infrastructuur voor de huisvesting van Cité des métiers de Charleroi en de uitvoering van de hervorming van de initiële lerarenopleiding, worden de woorden "tot 2022" vervangen door de woorden "tot 2023". HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen aan de wet van 27 juli 1971 betreffende de financiering en de controle van de universitaire instellingen

Art. 46.In artikel 29 van de wet van 27 juli 1971 betreffende de financiering en de controle van de universitaire instellingen worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1. aan § 1 worden 5 leden toegevoegd, die als volgt luiden: "In 2022 wordt een bedrag van 109.000 euro toegevoegd aan het krachtens de leden 1 tot en met 5 en 7 tot en met 8 verkregen bedrag.

In 2022 wordt een bedrag van 396.000 euro toegevoegd aan het krachtens de leden 1 tot en met 5 en 7 tot en met 9 verkregen bedrag.

Een bedrag van 3.900.000 euro wordt vanaf het jaar 2023 toegevoegd aan het krachtens de leden 1 tot en met 5 en 7 verkregen bedrag. Vanaf het jaar 2024 wordt dit bedrag geïndexeerd overeenkomstig het bepaalde in paragraaf 4.

Een bedrag van 160.000 euro wordt vanaf het jaar 2023 toegevoegd aan het krachtens de leden 1 tot en met 5 en 7 en 11 verkregen bedrag.

Vanaf het jaar 2024 wordt dit bedrag geïndexeerd overeenkomstig het bepaalde in paragraaf 4.

Vanaf het jaar 2023 wordt een bedrag van 396.000 euro toegevoegd aan het krachtens de leden 1 tot en met 5 en 7 en 11 tot en met 12 verkregen bedrag; 2. aan § 2 worden 5 leden toegevoegd, als volgt: "In 2022 wordt een bedrag van 254.000 euro toegevoegd aan het bedrag dat op grond van de leden 1 tot en met 5 en 7 tot en met 8 wordt verkregen.

In 2022 wordt een bedrag van 924.000 euro toegevoegd aan het krachtens de leden 1 tot en met 5 en 7 tot en met 9 verkregen bedrag.

Vanaf het jaar 2023 wordt een bedrag van 9.100.000 euro toegevoegd aan het krachtens de leden 1 tot en met 5 en 7 verkregen bedrag. Vanaf 2024 wordt dit bedrag geïndexeerd overeenkomstig het bepaalde in paragraaf 4.

Vanaf het jaar 2023 wordt een bedrag van 374.000 euro toegevoegd aan het krachtens de leden 1 tot en met 5 en 7 en 11 verkregen bedrag.

Vanaf 2024 wordt dit bedrag geïndexeerd overeenkomstig het bepaalde in paragraaf 4.

Vanaf het jaar 2023 wordt een bedrag van 924.000 euro toegevoegd aan het bedrag dat op grond van de leden 1 tot en met 5 en 7 en 11 tot en met 12 wordt verkregen; 3. in § 5ter worden de woorden "tot en met 2021" vervangen door de woorden "tot en met 2027"; 4. aan § 5bis worden de volgende twee leden toegevoegd: "Vanaf het begrotingsjaar 2022 worden de volgende bedragen, uitgedrukt in waarde 2021, toegevoegd aan de in het eerste lid bedoelde geïndexeerde bedragen: - Université de Liège: 7.449.000 euro; - Université catholique de Louvain: 14.450.000 euro; - Université libre de Bruxelles: 17.740.000 euro; - Université de Mons: 5.856.000 euro; - Université de Namur: 868.000 euro; - Université Saint-Louis - Bruxelles: 2.292.000 euro. "Vanaf het jaar 2022 wordt de som van de aldus door de betrokken instellingen voor het jaar 2021 verkregen bedragen geïndexeerd overeenkomstig het bepaalde in paragraaf 4.".

Art. 47.In artikel 36bis/1 van dezelfde wet worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1. in § 1: a) worden in lid 2 aan de eerste zin de woorden "en tot 2,4 miljoen euro voor het jaar 2022 en tot 3,6 miljoen euro voor het jaar 2023 en tot 1,2 miljoen euro voor het jaar 2024" toegevoegd;b. wordt lid 2 aangevuld met de zinnen "Vanaf 2024 wordt het voor het jaar 2022 voorziene bedrag van 2,4 miljoen euro, na indexering, tot 30 procent toegevoegd aan het bedrag voorzien in artikel 29, § 1, en tot 70 procent aan het bedrag bedoeld in artikel 29, § 2.Vanaf 2025 wordt het bedrag van 1,2 miljoen euro dat wordt toegevoegd om het voor het jaar 2023 voorziene bedrag te bereiken en dat het voor het jaar 2024 voorziene resterende bedrag vormt, na indexering tot 30% toegevoegd aan het in artikel 29, § 1, bedoelde bedrag en tot 70% aan het in artikel 29, § 2, bedoelde bedrag."; c. worden in lid 3 de woorden "tot 2021-2022" vervangen door de woorden "tot 2024-2025";2. in § 2 worden na de woorden "uiterlijk op 31 december 2022" de woorden "en uiterlijk op 31 december 2025" toegevoegd;3. in § 3: a.worden in lid 2, eerste zin, de woorden "en ten minste 1,2 miljoen euro vanaf 2022" vervangen door de woorden "en 1,2 miljoen euro voor het jaar 2022 en 1,2 miljoen euro voor het jaar 2024 en 1,2 miljoen euro voor het jaar 2025" b. wordt lid 2 aangevuld met de zin "Vanaf 2026 wordt het bedrag van 1,2 miljoen euro, dat het voor het jaar 2024 voorziene bedrag vormt en dat het voor het jaar 2025 voorziene bedrag vormt, na indexering tot 30 procent toegevoegd aan het bedrag voorzien in artikel 29, § 1, en tot 70 procent aan het bedrag voorzien in artikel 29, § 2."; c. worden aan lid 3 de woorden "en 2024-2025 tot en met 2025-2026" toegevoegd;4. in § 4 worden na de woorden "uiterlijk op 31 december 2023" de woorden "en uiterlijk op 31 december 2026" toegevoegd.

Art. 48.In artikel 36ter van dezelfde wet worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1. in lid 3 worden de woorden "De verdeling van het in lid 1 bedoelde bedrag over de universiteiten" vervangen door de woorden "De verdeling van het krachtens dit artikel berekende bedrag over de universiteiten"; 2. twee leden worden toegevoegd, die als volgt luiden: "Met ingang van het begrotingsjaar 2023 wordt een bedrag van 440.000 euro toegevoegd aan het krachtens de leden 1 en 2 verkregen bedrag. Vanaf het begrotingsjaar 2024 wordt dit bedrag geïndexeerd overeenkomstig de bepalingen van artikel 29, § 4.

Vanaf het begrotingsjaar 2024 wordt een bedrag van 160.000 euro toegevoegd aan het krachtens de leden 1, 2 en 5 verkregen bedrag.

Vanaf het begrotingsjaar 2025 wordt dit bedrag geïndexeerd overeenkomstig de bepalingen van artikel 29, § 4.".

Art. 49.In artikel 36quater van dezelfde wet worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1. in lid 2 worden de woorden "De aanvullende toelage" vervangen door de woorden "De in lid 1 bedoelde aanvullende toelage"; 2. tussen lid 4 en lid 5, dat lid 6 wordt, wordt een nieuw lid 5 ingevoegd, dat als volgt luidt: "Vanaf het begrotingsjaar 2023, wordt een bedrag van 85.000 euro toegewezen aan de Academie voor Onderzoek en Hoger Onderwijs (ARES) met het oog op de coördinatie van acties en onderzoek ter ondersteuning van succes alsook op het gebied van begeleiding, met inbegrip van de ontwikkeling van een begeleidingsinstrument. Vanaf het begrotingsjaar 2024 wordt dit bedrag geïndexeerd volgens de formule van artikel 29, § 4."; 3. De volgende twee leden worden toegevoegd: "Vanaf het begrotingsjaar 2023 wordt een bedrag van 1.820.000 euro toegevoegd aan het bedrag verkregen in toepassing van het eerste, vierde en zesde tot en met achtste lid, met het oog op de bevordering van de initiatieven en slaagsteun bedoeld in het eerste lid en verdeeld in verhouding tot het aantal studenten in de zin van artikel 100, § 1, van het decreet van 7 november 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 13/07/1998 pub. 28/08/1998 numac 1998029358 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de organisatie van het gewoon kleuteronderwijs en lager onderwijs en de wijziging van de onderwijswetgeving sluiten6, die genieten verminderde inschrijvingsgelden, die in aanmerking worden genomen voor de financiering van de vier academiejaren voorafgaand aan het begrotingsjaar. Vanaf het jaar 2024 wordt dit bedrag geïndexeerd volgens de formule van artikel 29, § 4.

Een bedrag van 680.000 euro wordt toegevoegd aan het bedrag dat met toepassing van de leden 1, 4 en 6 tot en met 9 wordt verkregen om de in lid 1 bedoelde initiatieven en steun voor succes te bevorderen en wordt verdeeld naar evenredigheid van het aantal studenten in de zin van artikel 100, § 1, van het decreet van 7 november 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 13/07/1998 pub. 28/08/1998 numac 1998029358 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de organisatie van het gewoon kleuteronderwijs en lager onderwijs en de wijziging van de onderwijswetgeving sluiten6 die in aanmerking komen voor vermindering van het inschrijvingsgeld en die in aanmerking komen voor financiering tijdens de vier academiejaren die aan het begrotingsjaar voorafgaan. Vanaf het jaar 2025 wordt dit bedrag geïndexeerd volgens de formule van artikel 29, § 4.".

Art. 50.In artikel 36quater/1, vierde en vijfde lid, van dezelfde wet worden de woorden "krachtens het eerste en vierde lid" vervangen door de woorden "krachtens het eerste en derde lid".

Art. 51.In dezelfde wet wordt een artikel 36quater/2 ingevoegd, dat als volgt luidt: "Artikel 36quater/2. - Vanaf het begrotingsjaar 2023 wordt een extra toelage van 1.210.000 euro over de universiteiten verdeeld om uitsluitend te worden gebruikt voor personeel dat zich bezighoudt met de begeleiding van studenten in het eerste jaarblok in de zin van artikel 100, § 1, van het decreet van 7 november 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 13/07/1998 pub. 28/08/1998 numac 1998029358 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de organisatie van het gewoon kleuteronderwijs en lager onderwijs en de wijziging van de onderwijswetgeving sluiten6 tot vaststelling van het hoger onderwijslandschap en de academische organisatie van de studies. Deze toelage wordt verdeeld in verhouding tot het aantal studenten die in aanmerking komen voor financiering tijdens de 4 academiejaren die aan het begrotingsjaar voorafgaan en rekening houdend met de definitie van de betrokken studenten die voortvloeit uit artikel 100, § 1, van het decreet van 7 november 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 13/07/1998 pub. 28/08/1998 numac 1998029358 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de organisatie van het gewoon kleuteronderwijs en lager onderwijs en de wijziging van de onderwijswetgeving sluiten6, van toepassing tijdens elk van de 4 academiejaren die aan het begrotingsjaar voorafgaan.

De personeelskosten ten laste van de in dit artikel bedoelde aanvullende toelage worden niet in aanmerking genomen voor de toepassing van artikel 40, § 3.

Vanaf het begrotingsjaar 2024 wordt het in het eerste lid bedoelde bedrag geïndexeerd volgens de formule van artikel 29, § 4.

Vanaf begrotingsjaar 2024 wordt een bedrag van 460.000 euro toegevoegd aan het krachtens de leden 1 en 3 verkregen bedrag. Vanaf het begrotingsjaar 2025 wordt dit bedrag geïndexeerd overeenkomstig de bepalingen van artikel 29, § 4.".

Art. 52.In artikel 36quinquies van dezelfde wet wordt littera 2° vervangen door de volgende tekst: "2° De bedragen opgenomen in de artikelen 36 uater, 36quater/1 en 36quater/2;".

Art. 53.In artikel 45 van dezelfde wet worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1. in § 1: a.lid 2 wordt vervangen door de volgende tekst "Dit bedrag wordt onder de in artikel 25 bedoelde universitaire instellingen verdeeld volgens de volgende percentages: - 1° Université de Liège: 27,20%; - 2° Université catholique de Louvain: 30,33%; - 3° Université libre de Bruxelles: 24,95%; - 4° Université de Mons: 8,12%; - 5° Université de Namur: 6,77%; - 6° Université Saint-Louis - Bruxelles: 2,63%."; b. wie als volgt geformuleerde leden worden toegevoegd: "Een bedrag van 6.930.000 euro wordt vanaf het begrotingsjaar 2023 toegevoegd aan het overeenkomstig § 1ter geïndexeerde bedrag en overeenkomstig lid 2 over de academische instellingen verdeeld. Het bedrag van 6.930.000 euro wordt vanaf het begrotingsjaar 2024 geïndexeerd overeenkomstig artikel 29, § 4.

Een bedrag van 2.600.000 euro wordt vanaf het begrotingsjaar 2024 toegevoegd aan het krachtens de voorgaande leden verkregen bedrag en overeenkomstig lid 2 over de universiteiten verdeeld. Het bedrag van 2.600.000 euro wordt vanaf het begrotingsjaar 2025 geïndexeerd overeenkomstig artikel 29, § 4."; 2. in § 1ter wordt "de in de voorgaande paragrafen bedoelde bedragen" vervangen door "de in § 1, eerste lid, en in § 1bis bedoelde bedragen";3. aan § 3 worden 2 leden toegevoegd, die als volgt luiden: "Vanaf de rekeningen van het jaar 2023 en na elke periode van 5 jaar ter staving van de rekeningen, bezorgen de universitaire instellingen aan de minister belast met het universitair onderwijs via de commissaris of afgevaardigde van de regering belast met de controle van de universitaire instelling en aan de administratie belast met het hoger onderwijs een verslag over de wijze waarop de toegekende nieuwe middelen, voor elke periode van 5 jaar, hebben bijgedragen tot de verbetering van de in lid 1 bedoelde voorzieningen om de groei van de studentenpopulatie op te vangen en bij te dragen tot de verwezenlijking van de doelstellingen bedoeld in artikel 2 van het decreet van 1 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 20/07/2000 pub. 26/08/2000 numac 2000029296 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot bepaling van de voorwaarden voor de erkenning en de subsidiëring van jeugdhuizen, van ontmoetings- en accommodatiecentra, van jongeren informatiecentra en van hun federaties sluiten5 tot regeling van de coördinatie en de versterking van de acties van de Franse Gemeenschap ten gunste van een ecologische overgang. Van de extra middelen die vanaf 2023 worden toegekend, moet bij sloop/verbouwing de Q-ZEN-norm worden gehaald en bij ingrijpende renovatie moeten de werkzaamheden leiden tot een primaire energiebesparing van ten minste 30 procent. HOOFDSTUK 3. - Wijziging van het decreet van 9 september 1996 betreffende de financiering van de hogescholen georganiseerd of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap

Art. 54.De volgende wijzigingen worden aangebracht aan artikel 9 van het decreet van 9 september 1996 betreffende de financiering van de hogescholen georganiseerd of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap: 1. in lid 7 worden de woorden "In 2022" vervangen door de woorden "Voor het begrotingsjaar 2022" en wordt de volgende zin toegevoegd: "Vanaf het jaar 2024 wordt dit bedrag geïndexeerd overeenkomstig artikel 9 bis."; 2. de volgende leden 8 tot en met 13 worden toegevoegd: "In 2022 wordt een bedrag van 242.000 euro toegevoegd aan het krachtens de leden 1 tot en met 4 en 6 tot en met 7 verkregen bedrag.

In 2022 wordt een bedrag van 778.000 euro toegevoegd aan het krachtens de leden 1 tot en met 4 en 6 tot en met 8 verkregen bedrag.

Voor het begrotingsjaar 2023 wordt een bedrag van 5.600.000 euro toegevoegd aan het krachtens de leden 1 tot en met 4, 6 en 7 verkregen bedrag. Vanaf het jaar 2024 wordt dit bedrag geïndexeerd overeenkomstig artikel 9 bis.

Voor het begrotingsjaar 2023 wordt een bedrag van 355.000 euro toegevoegd aan het krachtens de leden 1 tot en met 4, 6, 7 en 10 verkregen bedrag.

Voor het begrotingsjaar 2023 wordt een bedrag van 778.000 euro toegevoegd aan het krachtens de leden 1 tot en met 4, 6, 7, 10 en 11 verkregen bedrag.

Voor het begrotingsjaar 2024 wordt een bedrag van 2.100.000 euro toegevoegd aan het krachtens de leden 1 tot en met 4, 6, 7 en 10 tot en met 12 verkregen bedrag. Vanaf het jaar 2025 wordt dit bedrag, met uitzondering van het in lid 12 bedoelde bedrag, geïndexeerd overeenkomstig artikel 9 bis, waarbij het in lid 12 bedoelde bedrag jaarlijks wordt geïntegreerd op de waarde van 2023.".

Art. 55.In artikel 21sexies van hetzelfde decreet wordt het laatste lid vervangen door het volgende lid: "Vanaf het begrotigsjaar 2023 wordt een bedrag van 640.000 euro toegekend aan de hogescholen die de afdelingen "beeldtechniek", "toegepaste communicatie" en "pers en voorlichting" organiseren en wordt onder hen verdeeld naar evenredigheid van de bedragen van hun uitgaven die worden geraamd op basis van de werkelijke kosten met betrekking tot de goederen en diensten die individueel aan studenten worden verstrekt, zoals bepaald in artikel 12, § 2, van de wet van 29 mei 1959 tot wijziging van sommige bepalingen van de onderwijswetgeving, gemaakt tijdens het academiejaar 2021-2022.". HOOFDSTUK 4. - Wijziging van de wet van 29 mei 1959 tot wijziging van sommige bepalingen van de onderwijswetgeving

Art. 56.In artikel 12, § 2, negentiende lid, van de wet van 29 mei 1959 tot wijziging van sommige bepalingen van de onderwijswetgeving worden de woorden "noch aan studenten ingeschreven in de afdelingen "beeldtechnologie", "toegepaste communicatie" en "pers en voorlichting" van hogescholen" geschrapt.

Art. 57.In artikel 12, § 3, lid 9, van dezelfde wet worden de streepjes 2 en 3 vervangen door vier streepjes, die de streepjes 2 tot en met 5 worden en als volgt luiden: "de volledig werklozen en deeltijdwerkers die inkomenssteun ontvangen; - volledig werklozen die een vergoeding ontvangen voor een door de dienst voor arbeidsvoorziening georganiseerde of gesubsidieerde beroepsopleiding; - verplicht ingeschreven werkloze werkzoekenden, jongeren die werkervaring opdoen, werkzoekenden die een beroepsopleiding volgen, uitkeringsgerechtigden en werkzoekenden zonder inkomen van wie de echtgenoot of partner, die ook werkzoekende of uitkeringsgerechtigde is, recht heeft op het tarief voor samenwonenden met gezinslast; - werkzoekenden die zijn ingeschreven in programma's ter ondersteuning van de werkgelegenheid, met uitzondering van degenen met een GECO-contract (gesubsidieerde arbeidscontractant) of een APE-contract (steun voor de bevordering van de werkgelegenheid);". HOOFDSTUK 5. - Wijzigingen van het decreet van 11 april 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 13/07/1998 pub. 28/08/1998 numac 1998029358 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de organisatie van het gewoon kleuteronderwijs en lager onderwijs en de wijziging van de onderwijswetgeving sluiten8 tot aanpassing van de financiering van de instellingen van hoger onderwijs aan de nieuwe studieorganisatie

Art. 58.Artikel 5 van het decreet van 11 april 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 13/07/1998 pub. 28/08/1998 numac 1998029358 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de organisatie van het gewoon kleuteronderwijs en lager onderwijs en de wijziging van de onderwijswetgeving sluiten8 tot aanpassing van de financiering van de instellingen voor hoger onderwijs aan de nieuwe studieorganisatie wordt aangevuld met een paragraaf 9 die als volgt luidt: " § 9. In afwijking van § 1 komt een student niet voor financiering in aanmerking wanneer hij zich inschrijft voor een opleiding nadat hij binnen twee academiejaren niet is geslaagd voor een vergelijkend examen of voor een proef die hem in staat stelt in dezelfde cursus hoger onderwijs te volgen of voort te zetten na een voorbereidend of algemeen jaar hoger onderwijs dat tot dat examen of die proef heeft geleid.".

Art. 59.In artikel 6 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1. de woorden "tijdens de voorafgaande vijf academiejaren" worden opgeheven; 2. het volgende lid 2 wordt toegevoegd: "In afwijking van lid 1 is de student in geval van een onderbreking van ten minste vijf academiejaren niet verplicht zijn eerdere inschrijving te verklaren voor hogere studies en van de resultaten van zijn examens vóór deze onderbreking.". HOOFDSTUK 6. - Wijziging van het programmadecreet van 14 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 20/12/2001 pub. 03/05/2002 numac 2002029138 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot vaststelling van de regels die specifiek zijn voor het hoger kunstonderwijs georganiseerd in de hogere kunstscholen (1) type decreet prom. 20/12/2001 pub. 23/04/2002 numac 2002027225 bron ministerie van het waalse gewest Decreet houdende de algemene uitgavenbegroting van het Waalse Gewest voor het begrotingsjaar 2002 sluiten3 betreffende diverse maatregelen in verband met de bestrijding van de coronaviruscrisis, het Europees herstelplan, Gelijke kansen, Schoolgebouwen, WBE, Vrouwenrechten, Hoger onderwijs, Wetenschappelijk onderzoek, de non-profit sector, Onderwijs en Begrotingsmiddelen

Art. 60.Artikel 78 van het programmadecreet van 14 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 20/12/2001 pub. 03/05/2002 numac 2002029138 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot vaststelling van de regels die specifiek zijn voor het hoger kunstonderwijs georganiseerd in de hogere kunstscholen (1) type decreet prom. 20/12/2001 pub. 23/04/2002 numac 2002027225 bron ministerie van het waalse gewest Decreet houdende de algemene uitgavenbegroting van het Waalse Gewest voor het begrotingsjaar 2002 sluiten3 houdende diverse maatregelen met betrekking tot de bestrijding van de coronaviruscrisis, het Europees herstelplan, Gelijke kansen, Schoolgebouwen, WBE, Vrouwenrechten, Hoger onderwijs, Wetenschappelijk onderzoek, de non-profit sector, Onderwijs en Begrotingsmiddelen wordt vervangen door: "Als een instelling niet haar volledige trekkingsrecht heeft gebruikt, wordt het ongebruikte deel van de subsidie in een gemeenschappelijke pot gestopt. Indien een aanvankelijk gesubsidieerd project geheel of gedeeltelijk niet voldoet aan de in de oproep tot het indienen van projecten gestelde voorwaarden en termijnen, wordt de aan de instelling toegekende subsidie in dezelfde mate ingetrokken en wordt het desbetreffende bedrag teruggevorderd en eveneens in deze gemeenschappelijke pot gestopt. Deze gemeenschappelijke pot wordt verdeeld onder de succesvolle aanvragers van de in artikel 74, § 2, bedoelde oproep tot het indienen van projecten, overeenkomstig de in artikel 75, § 2, vastgestelde criteria voor het maximale trekkingsrecht, maar met uitsluiting van de niet-winnende instellingen.".

Art. 61.Artikel 85 van hetzelfde programmadecreet wordt vervangen door de volgende tekst: "Indien een door de Franse Gemeenschap erkende inrichtende macht voor onderwijs voor sociale promotie niet al haar trekkingsrechten heeft opgebruikt, wordt het bedrag met betrekking tot dat project in een gemeenschappelijke pot gestort. Indien een aanvankelijk gesubsidieerd project geheel of gedeeltelijk niet voldoet aan de in de oproep tot het indienen van projecten gestelde voorwaarden en termijnen, wordt de aan de instelling toegekende subsidie dienovereenkomstig ingetrokken en wordt het desbetreffende bedrag teruggevorderd en in diezelfde gemeenschappelijke pot gestort.

Het bedrag van deze gemeenschappelijke pot wordt verdeeld onder de winnaars van de oproep tot projecten bedoeld in artikel 81, § 2, in verhouding tot de voor het kalenderjaar 2019 gegenereerde leerlingenperiodes, zoals bepaald in artikel 99 van het decreet van 16 april 1991 houdende de organisatie van het onderwijs voor sociale promotie.". HOOFDSTUK 7. - Wijziging van het decreet van 20 december 2001Relevante gevonden documenten type decreet prom. 20/12/2001 pub. 03/05/2002 numac 2002029138 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot vaststelling van de regels die specifiek zijn voor het hoger kunstonderwijs georganiseerd in de hogere kunstscholen (1) type decreet prom. 20/12/2001 pub. 23/04/2002 numac 2002027225 bron ministerie van het waalse gewest Decreet houdende de algemene uitgavenbegroting van het Waalse Gewest voor het begrotingsjaar 2002 sluiten tot vaststelling van de specifieke regels voor het hoger kunstonderwijs georganiseerd in de hogere kunstscholen (organisatie, financiering, omkadering, statuut van het personeel, rechten en plichten van de studenten)

Art. 62.In artikel 54 van het decreet van 20 december 2001Relevante gevonden documenten type decreet prom. 20/12/2001 pub. 03/05/2002 numac 2002029138 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot vaststelling van de regels die specifiek zijn voor het hoger kunstonderwijs georganiseerd in de hogere kunstscholen (1) type decreet prom. 20/12/2001 pub. 23/04/2002 numac 2002027225 bron ministerie van het waalse gewest Decreet houdende de algemene uitgavenbegroting van het Waalse Gewest voor het begrotingsjaar 2002 sluiten tot vaststelling van de specifieke regels voor het hoger kunstonderwijs georganiseerd in de hogere kunstscholen (organisatie, financiering, omkadering, statuut van het personeel, rechten en plichten van de studenten) wordt paragraaf 6 aangevuld met een lid dat luidt als volgt: "Vanaf het academiejaar 2023-2024 wordt jaarlijks een specifieke omkadering toegekend aan de hogere kunstscholen voor de organisatie van opleidingen die vallen onder het gebied nr. 10bis: "opvoedings- en onderwijswetenschappen" op basis van de volgende berekening: alle financierbare studenten ingeschreven in opleidingen die vallen onder het gebied nr. 10bis: "opvoedings- en onderwijswetenschappen", zoals bedoeld in artikel 83, § 1, eerste lid, van het decreet van 7 november 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 13/07/1998 pub. 28/08/1998 numac 1998029358 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de organisatie van het gewoon kleuteronderwijs en lager onderwijs en de wijziging van de onderwijswetgeving sluiten6 tot vaststelling van het hoger onderwijslandschap en de academische organisatie van de studies, worden meegeteld. Het product van hun aantal met de coëfficiënt 0,04, komt overeen met het aantal omkaderingsdocenten in werkgelegenheidseenheden dat voor het volgende academiejaar aan de hogere kunstschool is toegewezen bovenop het aantal omkaderingsdocenten dat overeenkomstig artikel 53 aan het artistieke referentiekader is toegewezen.".

TITEL 6. - BEPALINGEN BETREFFENDE DE JEUGD

Art. 63.De regering bepaalt de procedure en de voorwaarden die de in artikel 4 van het decreet van 20 juli 2000Relevante gevonden documenten type decreet prom. 20/07/2000 pub. 26/08/2000 numac 2000029296 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot bepaling van de voorwaarden voor de erkenning en de subsidiëring van jeugdhuizen, van ontmoetings- en accommodatiecentra, van jongeren informatiecentra en van hun federaties sluiten tot vaststelling van de erkennings- en subsidievoorwaarden voor jeugdcentra, jeugdverblijven en jongereninformatiecentra en hun federaties toelaten af te wijken van de voorwaarden voor de toekenning en uitbetaling van hun subsidie.

In voorkomend geval kan het niet-gerechtvaardigde deel van de subsidie tijdens een volgend begrotingsjaar en uiterlijk tot en met 31 december 2023 worden gebruikt voor uitgaven die bijdragen tot de opdrachten waarvoor de exploitanten worden gesubsidieerd.

De regering bepaalt tevens de voorwaarden waaronder de voornoemde operatoren mogen afwijken van de voorwaarden van hun erkenning bedoeld in de artikelen 1 en 4 van voornoemd decreet.

Om voor de in de leden 1 en 2 bedoelde afwijking in aanmerking te komen, moeten de operatoren aantonen dat hun infrastructuur geheel of gedeeltelijk ter beschikking is gesteld door Oekraïense vluchtelingen of vluchtelingen uit Oekraïne, in het kader van het federale noodhuisvestingsplan, voor een periode tot en met 31 december 2023. De regering zal verduidelijken wat met de termen "ter beschikking stellen" wordt bedoeld.".

Art. 64.In artikel 27, § 1, van het programmadecreet van 15 december 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 20/12/2001 pub. 03/05/2002 numac 2002029138 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot vaststelling van de regels die specifiek zijn voor het hoger kunstonderwijs georganiseerd in de hogere kunstscholen (1) type decreet prom. 20/12/2001 pub. 23/04/2002 numac 2002027225 bron ministerie van het waalse gewest Decreet houdende de algemene uitgavenbegroting van het Waalse Gewest voor het begrotingsjaar 2002 sluiten2 houdende diverse begeleidende maatregelen bij de begroting 2022 worden de woorden "31 december 2022" vervangen door de woorden "31 december 2023".

TITEL 7. - BEPALINGEN INZAKE JEUGDHULPVERLENING

Art. 65.In Boek II van het decreet van 18 januari 2018Relevante gevonden documenten type decreet prom. 20/07/2000 pub. 26/08/2000 numac 2000029296 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot bepaling van de voorwaarden voor de erkenning en de subsidiëring van jeugdhuizen, van ontmoetings- en accommodatiecentra, van jongeren informatiecentra en van hun federaties sluiten1 houdende het Wetboek van Preventie, Hulpverlening aan de Jeugd en Jeugdbescherming wordt een Titel 3 ingevoegd, luidend als volgt: " 3.3. Titel 3 - De zonecoördinator".

Art. 66.In Titel 3 van Boek II van hetzelfde decreet wordt een artikel 19/1 ingevoegd, dat luidt als volgt: "

Art. 19/1.In elke door de regering omschreven bewakingszone wordt een zonecoördinator aangesteld, die onder het hiërarchische gezag van de leidend ambtenaar staat. ".

Art. 67.In Titel 3 van Boek II van hetzelfde decreet wordt een artikel 19/2 ingevoegd dat luidt als volgt: "

Art. 19/2.De zonecoördinator voert in overleg met de adviseurs voor hulpverlening aan de jeugd en de directeuren voor hulpverlening aan de jeugd de volgende opdrachten uit: 1. het organiseren in zijn zone van bewakingsdiensten als bedoeld in artikel 35, § 5, en artikel 53, § 6.Daartoe stelt hij wekelijks een dienstrooster op, deelt dit mee aan het openbaar ministerie en ziet toe op de uniformiteit van de dienstpraktijken in zijn zone; 2. de uitvoering van de beginselen en voorschriften inzake voor hulpverlening aan de jeugd en jeugdbescherming, alsmede geharmoniseerde praktijken binnen de SAJ's en de SPJ's in zijn gebied te begeleiden;3. de SAJ's en SPJ's in zijn gebied ondersteunen bij het oplossen van logistieke, administratieve en personeelsproblemen;4. het doorgeven aan de bevoegde administratie van de behoeften die nodig zijn voor de goede werking van de SAJ's en SPJ's in zijn gebied;5. naast de mandaterende autoriteiten in zijn zone optreden als vertegenwoordiger bij lokale partners, waaronder de gerechtelijke autoriteiten; 6. jaarlijks ter attentie van de leidend ambtenaar een verslag opstellen over de behoeften van de SAJ's en SPJ's in zijn gebied, die nodig zijn voor de goede uitvoering van hun opdrachten.".

TITEL 8. - BEPALINGEN INZAKE ONDERWIJS HOOFDSTUK 1. - Bepalingen tot wijziging van Boek 1, Titel VII, Hoofdstuk II, van het Wetboek van het basis- en secundair onderwijs en tot uitbreiding van het vrij onderwijs in het gewoon en het gespecialiseerd basisonderwijs

Art. 68.In artikel 1.7.2-1, § 4, van het Wetboek voor het basis- en secundair onderwijs worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1. lid 2 wordt vervangen door de volgende leden: "Bovendien wordt in het georganiseerd of gesubsidieerd gewoon en gespecialiseerd kleuteronderwijs, alsmede in de eerste twee leerjaren van het gewoon lager onderwijs en voor leerlingen in de maturiteitsgraad I van het gespecialiseerd lager onderwijs aan georganiseerde en gesubsidieerde scholen een forfaitair bedrag per ingeschreven leerling toegekend dat specifiek bestemd is voor schoolkosten en schoolbenodigdheden.Dit bedrag is voornamelijk bestemd voor de aanschaf van schoolbenodigdheden, gedefinieerd als al het materiaal dat nodig is om de kennis, vaardigheden en competenties te verwerven die zijn omschreven in het referentiekader voor initiële competenties en het referentiekader voor de gemeenschappelijke kern.

Dit bedrag kan ook de schoolkosten in verband met de organisatie van schoolactiviteiten of educatieve reizen met overnachting dekken. Dit bedrag wordt elk jaar in maart betaald. Het wordt jaarlijks geïndexeerd door op de bedragen voor het voorgaande kalenderjaar de verhouding toe te passen tussen het algemene indexcijfer van de consumptieprijzen voor januari van het lopende kalenderjaar en het indexcijfer voor januari van het voorgaande kalenderjaar.

Voor het gewoon en het gespecialiseerd kleuteronderwijs bedraagt het in lid 2 bedoelde forfaitaire bedrag 50 euro per leerling. Het wordt berekend op basis van het aantal regelmatig aan de school ingeschreven leerlingen op 30 september van het voorgaande jaar, vermenigvuldigd met de coëfficiënt 1,2, en naar boven afgerond wanneer de eerste decimaal gelijk is aan of groter is dan 5, en naar beneden afgerond op de eerstvolgende lagere eenheid in de andere gevallen.

Voor de eerste twee jaar van het gewoon lager onderwijs en voor leerlingen van de maturiteitsgraad I van het gespecialiseerd lager onderwijs bedraagt het in lid 2 bedoelde vaste bedrag 75 euro per leerling. Het wordt berekend op basis van het aantal regelmatig aan de school ingeschreven leerlingen op 30 september van het voorgaande jaar.". 2. In het laatste lid worden de woorden "bedoeld in lid 2" vervangen door de woorden "bedoeld in de leden 2 tot en met 4".

Art. 69.In artikel 1.7.2-2 van hetzelfde Wetboek worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1. in § 1, eerste en tweede lid, worden de woorden "alsmede in de eerste twee leerjaren van het gewoon lager onderwijs en voor leerlingen van de maturiteitsgraad I van het gespecialiseerd lager onderwijs," ingevoegd na de woorden "in het kleuteronderwijs, het gewoon onderwijs en het gespecialiseerd onderwijs,";2. in § 1, vijfde en zesde lid, worden de woorden "lid 1" vervangen door "lid 2";3. in § 2, eerste lid, worden de woorden "In het lager onderwijs" vervangen door de woorden "Onverminderd § 1, in het lager onderwijs";4. in § 4, eerste lid, worden de woorden "In het lager onderwijs" vervangen door "Onverminderd § 1 en 5, in het lager onderwijs".5. er wordt een paragraaf 5 ingevoegd die als volgt luidt: "Onverminderd paragraaf 1 kunnen in de eerste twee jaar van het gewoon lager onderwijs en op de maturiteitsgraad I van het gespecialiseerd lager onderwijs alleen facultatieve schoolkosten in verband met de gegroepeerde aankoop van schoolboeken en oefenschriften, met inbegrip van digitale abonnementen op deze materialen of aanverwante platforms, aan de ouders worden aangeboden, mits zij uitdrukkelijk worden geïnformeerd over het facultatieve karakter van de aankoop. Zij worden aangeboden tegen reële kosten en moeten verband houden met het pedagogische project.

De school moet regelingen treffen om alle leerlingen toegang te geven tot het volledige leeraanbod, ongeacht of de ouders al dan niet hebben ingestemd met de groepsaankoop.

Art. 70.In artikel 1.7.2-3, § 1, tweede lid, van hetzelfde wetboek worden de woorden ", onverminderd artikel 1.7.2-2, § 1," ingevoegd tussen de woorden "in het basisonderwijs" en de woorden "en in het secundair onderwijs". HOOFDSTUK 2. Bepaling voor de gevolgen van de overstromingen van juli 2021

Art. 71.De regering kan voor het schooljaar 2022-2023, in elk geval van overmacht in verband met de overstromingen van juli 2021, elke maatregel treffen om de personeelsbezetting van de scholen gedeeltelijk te stabiliseren of zelfs tijdelijk te verbeteren.

TITEL 9. - DIGITALE UITRUSTING VOOR SCHOLEN

Art. 72.In de derde zin van artikel 1 van het besluit van de regering van de Franse Gemeenschap van 14 januari 2021 van bijzondere machten nr. 42 tot vaststelling van de voorwaarden en de nadere regels voor de toekenning van een financiële vergoeding om de aankoop of huur van computerapparatuur door ouders of personen die het ouderlijk gezag uitoefenen te vergemakkelijken ten behoeve van hun kind en om de opvolging van leren te vergemakkelijken, zoals bevestigd door het decreet van 18 november 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 20/07/2000 pub. 26/08/2000 numac 2000029296 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot bepaling van de voorwaarden voor de erkenning en de subsidiëring van jeugdhuizen, van ontmoetings- en accommodatiecentra, van jongeren informatiecentra en van hun federaties sluiten6 tot bevestiging van het besluit van de regering van de Franse Gemeenschap van bijzondere machten nr. 42 van 14 januari 2021, worden de woorden "Vanaf het jaar 2022-2023: de ouders of met het ouderlijk gezag belaste personen van leerlingen die regelmatig zijn ingeschreven in de eerste en tweede fase van het secundair of gespecialiseerd onderwijs van vorm 4 of in de eerste, tweede of derde fase van het gespecialiseerd onderwijs van vorm 2 of 3 of van leerlingen die nieuw zijn ingeschreven bij de betrokken instelling, voor zover deze leerlingen afkomstig zijn van een instelling die deze regeling niet aanbood" vervangen door de woorden: "Vanaf het schooljaar 2022-2023: ouders of personen met het ouderlijk gezag over leerlingen die regelmatig zijn ingeschreven in de eerste, tweede, derde of vierde fase van het gewoon of gespecialiseerd secundair onderwijs in vorm 4 of in de eerste, tweede of derde fase van het gespecialiseerd onderwijs in vorm 2 of 3, alsmede meerderjarige leerlingen die regelmatig zijn ingeschreven in het secundair onderwijs, op voorwaarde dat, in het geval van leerlingen die zijn ingeschreven in het laatste jaar van het secundair onderwijs, de overeenkomst met de aanbieder wordt gesloten vóór 1 maart. Dit geldt ook voor leerlingen die pas in de betrokken school zijn ingeschreven, voor zover zij niet reeds van de genoemde vergoeding gebruik hebben gemaakt.".

Art. 73.In artikel 6, § 1, van het besluit van de regering van de Franse Gemeenschap van 14 januari 2021 van bijzondere machten nr. 42 tot vaststelling van de voorwaarden en de nadere regels voor de toekenning van een financiële vergoeding om de aankoop of huur van computerapparatuur door ouders of personen die het ouderlijk gezag uitoefenen te vergemakkelijken ten behoeve van hun kind en om de opvolging van leren te vergemakkelijken, zoals bevestigd door het decreet van 18 november 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 20/07/2000 pub. 26/08/2000 numac 2000029296 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot bepaling van de voorwaarden voor de erkenning en de subsidiëring van jeugdhuizen, van ontmoetings- en accommodatiecentra, van jongeren informatiecentra en van hun federaties sluiten6 tot bevestiging van het besluit van de regering van de Franse Gemeenschap van bijzondere machten nr. 42 van 14 januari 2021: 1. worden de woorden "25 euro/jaar" vervangen door "50 euro/jaar";2. worden de woorden "18,75 euro/jaar" vervangen door "37,50 euro/jaar";3. worden de woorden "75 euro" vervangen door "150 euro". TITEL 10. - BEPALINGEN INZAKE SOCIALE PROGRAMMERING IN HET ONDERWIJS HOOFDSTUK 1. - Sectorale onderhandelingen over sociale programmering in het onderwijs

Art. 74.In artikel 2 van het decreet van 19 mei 2004Relevante gevonden documenten type decreet prom. 19/05/2004 pub. 29/06/2004 numac 2004029241 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de onderhandeling in de Franse Gemeenschap type decreet prom. 19/05/2004 pub. 15/06/2004 numac 2004029195 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de personeelsleden die een bevorderings- of een selectieambt tijdelijk uitoefenen zonder onderbreking sedert 1 januari 2004 in het onderwijs voor sociale promotie van de Franse Gemeenschap type decreet prom. 19/05/2004 pub. 23/06/2004 numac 2004029229 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot wijziging van het decreet van 20 juni 1980 houdende de voorwaarden voor de erkenning en subsidiëring van jeugdorganisaties type decreet prom. 19/05/2004 pub. 07/06/2004 numac 2004029163 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende toepassing van het beginsel van gelijke behandeling sluiten betreffende de onderhandelingen in de Franse Gemeenschap wordt een paragraaf 6 ingevoegd, die luidt als volgt: "In afwijking van § 2, eerste lid, kan de regering onderhandelingen voeren over een vierjarig intersectorale sociale programmering voor de periode van 2021 tot en met 2024". HOOFDSTUK 2. - Bepaling betreffende de eindejaarsuitkering

Art. 75.In artikel 135 van het decreet van 11 april 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 13/07/1998 pub. 28/08/1998 numac 1998029358 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de organisatie van het gewoon kleuteronderwijs en lager onderwijs en de wijziging van de onderwijswetgeving sluiten8 houdende diverse bepalingen betreffende het statuut van de leden van het onderwijzend personeel wordt § 2, 1°, vervangen door hetgeen volgt: " § 2. Het bedrag van de eindejaarsuitkering wordt als volgt berekend: 1. voor het forfaitaire deel: het bedrag dat voor de maand oktober van het betrokken jaar overeenstemt met het bedrag van: - 330,85 euro voor het jaar 2009; - 339,29 euro voor het jaar 2010; - 469,87 euro voor het jaar 2011; - 561,56 euro voor het jaar 2012; - 566,81 euro voor het jaar 2013; - 567,37 euro voor het jaar 2014; - 578,61 euro voor het jaar 2015; - 587,61 euro voor het jaar 2016; - 598,80 euro voor het jaar 2017; - 612,53 euro voor het jaar 2018; - 616,61 euro verhoogd met een bedrag van 30 euro, dus in totaal 646,61 euro voor het jaar 2019; - 653,31 euro verhoogd met een bedrag van 93 euro, dus in totaal 746,31 euro voor het jaar 2020; - 772,27 euro voor het jaar 2021; - 867,02 euro verhoogd met een bedrag van 34 euro, waardoor het totaalbedrag, voor het jaar 2022, 901,02 euro bedraagt; - het bedrag van het forfaitaire deel van de eindejaarsuitkering voor 2022 zoals geïndexeerd op basis van de verhouding tussen het gezondheidsindexcijfer in oktober 2023 en in oktober 2022, verhoogd met een bedrag van 16 euro, voor het jaar 2023;". HOOFDSTUK 3. - Bepaling betreffende de verhoging van de administratieve ondersteuning van directies

Art. 76.In artikel 110 van het decreet van 2 februari 2007Relevante gevonden documenten type decreet prom. 02/02/2007 pub. 15/05/2007 numac 2007201245 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot vaststelling van het statuut van de directeurs sluiten tot vaststelling van het statuut van de directeurs in het onderwijs wordt een paragraaf 1quater ingevoegd, die luidt als volgt: " § 1quater. In afwijking van paragraaf 1bis worden de forfaitaire bedragen per leerling voor het schooljaar 2022-2023 verhoogd met 5 euro in het gewoon kleuter-, lager- en basisonderwijs en met 8 euro in het gespecialiseerd kleuter-, lager- en basisonderwijs.". HOOFDSTUK 4. - Bepalingen houdende aanpassing van de salarisschalen voor bepaalde ambten van het onderwijspersoneel

Art. 77.In de bijlage bij het koninklijk besluit van 27 juni 1974 tot vaststelling op 1 april 1972 van de schalen verbonden aan de ambten van de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel, van het opvoedend hulppersoneel, van het paramedisch personeel van de rijksonderwijsinrichtingen, van de personeelsleden van de algemene sturingsdienst van de scholen en de psycho-medisch-sociale centra, van de personeelsleden van de inspectiedienst belast met het toezicht op deze inrichtingen, van de personeelsleden van de inspectiedienst van het correspondentieonderwijs en van het gesubsidieerd lager onderwijs en van de gradenschalen van het personeel van de psycho-medisch-sociale centra van de Staat, met als opschrift "Tabel van de salarisschalen op 1 september 2019", worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1. de woorden "Tabel van de salarisschalen per 1 september 2019" worden vervangen door de woorden "Tabel met de salarisschalen per 1 januari 2023"; 2. de salarisschaal betreffende het barema 167 wordt vervangen door de volgende schaal: - "167 - 21.593,00 - 35.746,24 - 11 x 633,64 - 11 x 1.267,28 - 13 x 1.037,94 - 12 x 1.057,14 - 12 x 1.058,08 - 22 x 1.051,18 - 12 x 1.044,20 - 62 x 992,10".

Art. 78.Met ingang van 1 januari 2024 worden in de bijlage bij bovengenoemd koninklijk besluit, met als opschrift "Tabel van de salarisschalen vanaf 1 januari 2024", de volgende wijzigingen aangebracht: 1. de woorden "Tabel met de salarisschalen per 1 januari 2023" worden vervangen door de woorden "Tabel met de salarisschalen per 1 januari 2024"; 2. de salarisschaal betreffende barema 167 wordt vervangen door de volgende schaal: - "167 - 21.986,70 - 37.630,18 - 11 x 710,43 - 11 x 1.420,86 - 13 x 1.165,24 - 12 x 1.186,94 - 32 x 1.188,30 - 11 x 1.174,33 - 62 x 1,070.13". HOOFDSTUK 5. - Vergoeding om informaticakosten Afdeling 1. - Bepaling tot wijziging van de wet van 27 juli 1971

betreffende de financiering en de controle van de universitaire instellingen

Art. 79.Een paragraaf 6 wordt toegevoegd aan artikel 40bis van de wet van 27 juli 1971 betreffende de financiering en de controle van de universitaire instellingen, die als volgt luidt: " § 6. De personeelsleden bedoeld in afdeling 1 van hoofdstuk III van de wet van 28 april 1953 houdende organisatie van het universitair onderwijs door de Staat, in het koninklijk besluit van 31 oktober 1953 het koninklijk besluit tot vaststelling van het statuut van de geaggregeerden, de repetitors en het wetenschappelijk personeel bij de Rijksuniversiteiten, in afdeling 1 van het koninklijk besluit van 21 april 1965 betreffende het geldelijk statuut van het wetenschappelijk personeel van de Staat, bekrachtigd bij decreet van 13 december 2012, in het besluit van de regering van de Franse Gemeenschap van 23 december 2003 tot vaststelling van de weddeschalen van het administratief, gespecialiseerd, meesters-, vak- en dienstpersoneel van de universiteiten en de universitaire faculteit van de Franse Gemeenschap en in het koninklijk besluit van 30 oktober 1971 tot vaststelling van de hiërarchietabel van het bestuurs- en toegevoegd personeel, het administratief personeel, het hulppersoneel voor onderzoek, het beheerspersoneel, de kinderverzorgsters, werkopzichters en tekenaars, het paramedisch en gespecialiseerd personeel van de universiteiten en universitaire faculteit van de Franse Gemeenschap, alsmede hetzelfde personeel van de in artikel 41 van deze wet bedoelde gesubsidieerde universiteiten, ten laste van de financiering van deze wet, worden vergoed voor het gebruik om beroepsdoeleinden van hun privé-computerinstrument en hun privé-internetverbinding als terugbetaling van kosten die eigen aan de werkgever zijn.

Deze vergoeding komt overeen met een jaarlijks forfaitair bedrag van 100 euro, vereffend vóór 31 december van elk kalenderjaar waarin het personeelslid aanspraak kan maken op één of meer prestatieperioden die in totaal minstens 90 dagen werkelijke prestatiedagen tijdens het kalenderjaar vertegenwoordigen, tot 30 november inbegrepen. Dit bedrag wordt door de Universiteit rechtstreeks vereffend aan de bedoelde personeelsleden.

Deze vergoeding kan slechts eenmaal per kalenderjaar per betrokken personeelslid worden verkregen.". Afdeling 2. - Bepalingen tot wijziging van het decreet van 25 juli

1996 betreffende de lasten en de werkgelegenheid in de door de Franse Gemeenschap georganiseerde of gesubsidieerde hogescholen

Art. 80.In het decreet van 25 juli 1996 betreffende de lasten en de werkgelegenheid in de door de Franse Gemeenschap georganiseerde of gesubsidieerde hogescholen wordt een hoofdstuk Vbis ingevoegd dat luidt als volgt: "Hoofdstuk Vbis. - Vergoeding om informaticakosten

Artikel 32bis.- De onder dit decreet vallende personeelsleden, met uitzondering van het administratief personeel, ontvangen een vergoeding voor het gebruik om beroepsdoeleinden van hun privé-computerinstrument en hun privé-internetverbinding als vergoeding van hun eigen kosten, tenzij zij reeds een dergelijke toelage genieten in toepassing van de artikelen 6 en 20 van het decreet van 14 maart 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 20/07/2000 pub. 26/08/2000 numac 2000029296 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot bepaling van de voorwaarden voor de erkenning en de subsidiëring van jeugdhuizen, van ontmoetings- en accommodatiecentra, van jongeren informatiecentra en van hun federaties sluiten2 houdende diverse bepalingen betreffende de werkorganisatie van de onderwijspersoneelsleden en tot toekenning van meer organisatieflexibiliteit aan de Inrichtende machten of van artikel 112bis van het decreet van 16 april 1991 houdende de organisatie van het onderwijs voor sociale promotie.

Deze vergoeding wordt hun toegekend onder dezelfde voorwaarden als die waarin de artikelen 6, § 2, tweede lid, en 20, § 2, tweede lid, van voornoemd decreet van 14 maart 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 20/07/2000 pub. 26/08/2000 numac 2000029296 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot bepaling van de voorwaarden voor de erkenning en de subsidiëring van jeugdhuizen, van ontmoetings- en accommodatiecentra, van jongeren informatiecentra en van hun federaties sluiten2 voorzien.". Afdeling 3. - Bepalingen tot wijziging van het decreet van 20 december

2001 tot vaststelling van de specifieke regels voor het hoger kunstonderwijs georganiseerd in hogere kunstscholen (organisatie, financiering, omkadering, statuut van het personeel, rechten en plichten van de studenten)

Art. 81.In hoofdstuk I van Titel II van het decreet van 20 december 2001Relevante gevonden documenten type decreet prom. 20/12/2001 pub. 03/05/2002 numac 2002029138 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot vaststelling van de regels die specifiek zijn voor het hoger kunstonderwijs georganiseerd in de hogere kunstscholen (1) type decreet prom. 20/12/2001 pub. 23/04/2002 numac 2002027225 bron ministerie van het waalse gewest Decreet houdende de algemene uitgavenbegroting van het Waalse Gewest voor het begrotingsjaar 2002 sluiten tot vaststelling van de specifieke regels voor het hoger kunstonderwijs georganiseerd in hogere kunstscholen (organisatie, financiering, omkadering, statuut van het personeel, rechten en plichten van de studenten) wordt een nieuw artikel 68bis ingevoegd, dat als volgt luidt: "

Artikel 68bis.- De personeelsleden die de in de artikelen 57bis, 57ter, 69 en 75 van dit decreet bedoelde werkzaamheden verrichten, ontvangen een vergoeding voor het gebruik om beroepsdoeleinden van hun privé-computerinstrument en hun privé-internetverbinding als vergoeding van hun eigen kosten, tenzij zij reeds een dergelijke toelage genieten in toepassing van de artikelen 6 en 20 van het decreet van 14 maart 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 20/07/2000 pub. 26/08/2000 numac 2000029296 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot bepaling van de voorwaarden voor de erkenning en de subsidiëring van jeugdhuizen, van ontmoetings- en accommodatiecentra, van jongeren informatiecentra en van hun federaties sluiten2 houdende diverse bepalingen betreffende de werkorganisatie van de onderwijspersoneelsleden en tot toekenning van meer organisatieflexibiliteit aan de Inrichtende machten of van artikel 112bis van het decreet van 16 april 1991 houdende de organisatie van het onderwijs voor sociale promotie.".

Deze vergoeding wordt hun toegekend onder dezelfde voorwaarden als die waarin de artikelen 6, § 2, tweede lid, en 20, § 2, tweede lid, van voornoemd decreet van 14 maart 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 20/07/2000 pub. 26/08/2000 numac 2000029296 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot bepaling van de voorwaarden voor de erkenning en de subsidiëring van jeugdhuizen, van ontmoetings- en accommodatiecentra, van jongeren informatiecentra en van hun federaties sluiten2 voorzien.". Afdeling 4. - Bepalingen tot wijziging van het decreet van 20 juni

2008 betreffende de leden van het administratief personeel van de hogere kunstscholen en hogere instituten voor architectuur georganiseerd of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap

Art. 82.In hoofdstuk II van het decreet van 20 juni 2008Relevante gevonden documenten type decreet prom. 13/07/1998 pub. 28/08/1998 numac 1998029358 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de organisatie van het gewoon kleuteronderwijs en lager onderwijs en de wijziging van de onderwijswetgeving sluiten0 betreffende de leden van het administratief personeel van de hogere kunstscholen en hogere instituten voor architectuur georganiseerd of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap wordt een nieuw artikel 4bis ingevoegd, dat als volgt luidt: "

Artikel 4bis.- De personeelsleden die onder dit decreet vallen, ontvangen een vergoeding voor het gebruik om beroepsdoeleinden van hun privé-computerinstrument en hun privé-internetverbinding als vergoeding van hun eigen kosten, tenzij zij reeds een dergelijke toelage genieten in toepassing van de artikelen 6 en 20 van het decreet van 14 maart 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 20/07/2000 pub. 26/08/2000 numac 2000029296 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot bepaling van de voorwaarden voor de erkenning en de subsidiëring van jeugdhuizen, van ontmoetings- en accommodatiecentra, van jongeren informatiecentra en van hun federaties sluiten2 houdende diverse bepalingen betreffende de werkorganisatie van de onderwijspersoneelsleden en tot toekenning van meer organisatieflexibiliteit aan de Inrichtende machten of van artikel 112bis van het decreet van 16 april 1991 houdende de organisatie van het onderwijs voor sociale promotie.

Deze vergoeding wordt hun toegekend onder dezelfde voorwaarden als die waarin de artikelen 6, § 2, tweede lid, en 20, § 2, tweede lid, van voornoemd decreet van 14 maart 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 20/07/2000 pub. 26/08/2000 numac 2000029296 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot bepaling van de voorwaarden voor de erkenning en de subsidiëring van jeugdhuizen, van ontmoetings- en accommodatiecentra, van jongeren informatiecentra en van hun federaties sluiten2 voorzien.". Afdeling 5. - Bepalingen tot wijziging van het decreet van 16 april

1991 houdende de organisatie van het onderwijs voor sociale promotie

Art. 83.In artikel 112bis, eerste lid, van het decreet van 16 april 1991 houdende de organisatie van het onderwijs onder sociale promotie, worden de woorden ", met uitzondering van de directeurs," opgeheven. HOOFDSTUK 6. - Wijziging van de wet van 28 april 1953 houdende organisatie van het universitair onderwijs door de Staat

Art. 84.In afdeling 6 van hoofdstuk III van de wet van 28 april 1953 houdende organisatie van het universitair onderwijs door de Staat wordt een artikel 49quater/1 ingevoegd, luidend als volgt: "Artikel 49quater/1. Een lid van het onderwijzend personeel heeft recht op uitzonderlijk verlof van 20 dagen voor de bevalling van zijn echtgenote of van degene met wie hij op het ogenblik van de gebeurtenis samenwoont. Dit verlof wordt met dienstactiviteit gelijkgesteld.".

TITEL 11. - INWERKINGTREDING

Art. 85.Dit decreet treedt in werking op 1 januari 2023, met uitzondering van de volgende bepalingen: 1. hebben uitwerking met ingang van 1 januari 2022: a.de hoofdstukken 1, 2 en 5 van Titel 10; b. de artikelen 46, 47, 50, 54, 60 en 61;2. hebben uitwerking met ingang van 15 november 2022: a.Titel 1; b. de hoofdstukken 2, 3 en 4 en artikel 16 van Titel 2;3. hebben uitwerking met ingang van het schooljaar 2022-23: a.hoofdstuk 2 van Titel 8; b. de artikelen 72 en 73;c. hoofdstuk 3 van Titel 10;4. artikel 57 heeft uitwerking met ingang van het academiejaar 2022-2023;5. hoofdstuk 5 van Titel 2 heeft uitwerking met ingang van de datum van afkondiging en bekrachtiging van dit decreet;6. Titel 7 treedt in werking op 1 februari 2023. Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Brussel op 14 december 2022.

De Minister-President, P.-Y. JEHOLET De Vicepresident en Minister van Begroting, Ambtenarenzaken, Gelijke kansen en het Toezicht op Wallonie-Bruxelles Enseignement, Fr. DAERDEN De Vicepresident en Minister van Kind, Gezondheid, Cultuur, Media en Vrouwenrechten, B. LINARD De Minister van Hoger Onderwijs, Onderwijs voor sociale promotie, Universitaire ziekenhuizen, Hulpverlening aan de jeugd, Justitiehuizen, Jeugd, Sport en de Promotie van Brussel, V. GLATIGNY De Minister van Onderwijs, C. DESIR _______ Nota Zitting 2022-2023 Stukken van het Parlement, nr. 469-1. - Advies ingediend namens de Commissie hoger onderwijs, onderwijs voor sociale promotie, onderzoek, universitaire ziekenhuizen, sport, jeugd, hulpverlening aan de jeugd, justitiehuizen en de promotie van Brussel, nr. 469-2. - Advies ingediend namens de Commissie onderwijs, nr. 469-3. - Advies ingediend namens de Commissie kind, gezondheid, cultuur, media en rechten van de vrouw, 469-4. - Advies ingediend namens de Commissie algemene zaken, internationale betrekkingen, reglement en toezicht op de communicatie door de leden van de regering, nr. 469-5 - Amendementen in de commissie, nr. 469-6. - Commissieverslag, nr. 469-7. - Tekst aangenomen in de commissie, nr. 469-8. - Amendement(en) in vergadering, nr. 469-9 - Tekst aangenomen in plenaire vergadering, nr. 469-10 Integraal verslag. - Bespreking en aanneming. - Vergadering van 14 december 2022.

^