gepubliceerd op 11 augustus 2022
Decreet houdende diverse bepalingen inzake hoger onderwijs, onderwijs voor sociale promotie en wetenschappelijk onderzoek
20 JULI 2022. - Decreet houdende diverse bepalingen inzake hoger onderwijs, onderwijs voor sociale promotie en wetenschappelijk onderzoek
Het Parlement van de Franse Gemeenschap heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt: TITEL I. - Bepalingen betreffende het hoger onderwijs HOOFDSTUK 1. - Bepalingen tot wijziging van de wet van 28 april 1953 betreffende de inrichting van het universitair onderwijs door de Staat
Artikel 1.In artikel 22, § 1, van de wet van 28 april 1953 betreffende de inrichting van het universitair onderwijs door de Staat, wordt het vierde lid opgeheven.
Art. 2.In artikel 31, § 1, eerste lid, van dezelfde wet worden de woorden "De benoemingsbesluiten bedoeld in artikel 22, § 1, en de aanwijzingen bedoeld in artikel 22, § 2" vervangen door de woorden "de aanwijzingen bedoeld in artikel 22, § 1, en artikel 22, § 2".
Art. 3.In artikel 50, vierde lid, van dezelfde wet, worden de woorden "De leden 5 en 6 van artikel 22 zijn van toepassing" vervangen door de woorden "Artikel 22, § 1, vierde lid, is van toepassing". HOOFDSTUK 2. - Bepaling tot wijziging van het decreet van 8 februari 1999Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/02/1999 pub. 29/04/1999 numac 1999029177 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de ambten en bekwaamheidsbewijzen van de leden van het onderwijzend personeel in de Hogescholen ingericht of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap sluiten betreffende de ambten en bekwaamheidsbewijzen van het personeel van de door de Franse Gemeenschap georganiseerde of gesubsidieerde hogescholen
Art. 4.In bijlage II van het decreet van 8 februari 1999Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/02/1999 pub. 29/04/1999 numac 1999029177 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de ambten en bekwaamheidsbewijzen van de leden van het onderwijzend personeel in de Hogescholen ingericht of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap sluiten betreffende de ambten en bekwaamheidsbewijzen van het personeel van de door de Franse Gemeenschap georganiseerde of gesubsidieerde hogescholen, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° de regel
Didactiek van een vak
a.het diploma van specialisatiemaster inzake, afdeling 1, 2 of 3, afhankelijk van het betrokken onderwijsniveau, of
b. de graad van meester in het onderwijs afdeling 4 of
c.een masterdiploma dat overeenstemt met een van de vereiste bekwaamheidsbewijzen die overeenstemmen met een van de cursussen die moeten worden gegeven zoals omschreven in deze bijlage, waarbij deze cursus deel uitmaakt van het programma van rechtstreekse of uitgestelde initiële lerarenopleiding zoals omschreven in het decreet van 7 februari 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/02/2019 pub. 07/03/2019 numac 2019040574 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende diverse maatregelen betreffende het hoger onderwijs sluiten. Deze master wordt aangevuld met de academische graad van geaggregeerde meester in het onderwijs, Studievak 4, omschreven in de artikelen 24 en volgende van hetzelfde decreet, het getuigschrift van pedagogische bekwaamheid of het getuigschrift van pedagogische bekwaamheid passend bij het hoger onderwijs.
Het bekwaamheidsbewijs vermeld onder a, b of c wordt aangevuld met het bekwaamheidsbewijs van master in de specialisatie lerarenopleiding zoals omschreven in de artikelen 42 en volgende van het decreet van 7 februari 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/02/2019 pub. 07/03/2019 numac 2019040574 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende diverse maatregelen betreffende het hoger onderwijs sluiten tot vaststelling van de initiële lerarenopleiding. Vijf jaar ervaring als leraar in het leerplichtonderwijs is de vereiste kwalificatie.
wordt vervangen door de regel :
Didactiek van een discipline (1)
a. het diploma van master in de pedagogische specialisatie afdelingen 1 en 2 of
b.het diploma van master in de pedagogische specialisatie afdelingen 3, 4 en 5 of
c. de graad van meester in het onderwijs sectie 4 of
d.een masterdiploma dat overeenstemt met een van de vereiste bekwaamheidsbewijzen die overeenstemmen met een van de opleidingen die moeten worden gegeven zoals omschreven in deze bijlage, waarbij deze opleiding deel uitmaakt van het programma van directe of uitgestelde initiële lerarenopleiding zoals omschreven in het decreet van 7 februari 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/02/2019 pub. 07/03/2019 numac 2019040574 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende diverse maatregelen betreffende het hoger onderwijs sluiten. Dit masterdiploma wordt aangevuld met de academische graad van meester in het onderwijs, afdeling 5, zoals omschreven in artikel 31 van hetzelfde decreet, het getuigschrift van pedagogische bekwaamheid of het getuigschrift van pedagogische bekwaamheid passend bij het hoger onderwijs.
Het bekwaamheidsbewijs vermeld onder a, b of c wordt aangevuld met het bekwaamheidsbewijs van master in de specialisatie lerarenopleiding zoals omschreven in de artikelen 51 en volgende van het decreet van 7 februari 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/02/2019 pub. 07/03/2019 numac 2019040574 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende diverse maatregelen betreffende het hoger onderwijs sluiten tot vaststelling van de initiële lerarenopleiding. Vijf jaar ervaring als leraar in het leerplichtonderwijs is de vereiste kwalificatie.
(1) Deze regel zal in 2023-2024 in werking treden.2° de regel
Beoefeningsleraar
Naargelang het niveau van het onderwijs en de betrokken vakken, het masterdiploma van de onderwijsspecialisatie afdeling 1, 2 of 3 aangevuld met het masterdiploma van de lerarenopleiding zoals gedefinieerd in de artikelen 42 en volgende van het decreet van 7 februari 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/02/2019 pub. 07/03/2019 numac 2019040574 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende diverse maatregelen betreffende het hoger onderwijs sluiten tot vaststelling van de initiële lerarenopleiding.Vijf jaar ervaring als leraar in het leerplichtonderwijs op een niveau dat overeenkomt met dat waarop de toekomstige leraren die zij begeleiden worden voorbereid, is de vereiste kwalificatie.
wordt vervangen door de regel:
Beoefeningsleraar(2)
Naargelang het niveau van het onderwijs en de betrokken vakken, het diploma van master in het onderwijs afdeling 1, 2 of 3 aangevuld met het bekwaamheidsbewijs van master in de specialisatie lerarenopleiding zoals omschreven in de artikelen 51 en volgende van het decreet van 7 februari 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/02/2019 pub. 07/03/2019 numac 2019040574 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende diverse maatregelen betreffende het hoger onderwijs sluiten tot vaststelling van de initiële lerarenopleiding. Vijf jaar ervaring als leraar in het verplichte onderwijs op een niveau dat overeenkomt met het niveau waarop de toekomstige leraren die zij begeleiden worden voorbereid, is de vereiste kwalificatie.
(2) Deze regel zal in 2023-2024 in werking treden. HOOFDSTUK 3. - Bepaling tot wijziging van het
decreet van 20 december 2001Relevante gevonden documenten
type
decreet
prom.
20/12/2001
pub.
03/05/2002
numac
2002029138
bron
ministerie van de franse gemeenschap
Decreet tot vaststelling van de regels die specifiek zijn voor het hoger kunstonderwijs georganiseerd in de hogere kunstscholen (1)
sluiten tot vaststelling van de specifieke regels voor het hoger kunstonderwijs georganiseerd in de Hogere kunstscholen (organisatie, financiering, omkadering, statuut van het personeel, rechten en plichten van de studenten)
Art. 5.In artikel 466ter van het decreet van 20 december 2001Relevante gevonden documenten type decreet prom. 20/12/2001 pub. 03/05/2002 numac 2002029138 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot vaststelling van de regels die specifiek zijn voor het hoger kunstonderwijs georganiseerd in de hogere kunstscholen (1) sluiten tot vaststelling van de specifieke regels voor het hoger kunstonderwijs georganiseerd in Hogere kunstscholen (organisatie, financiering, omkadering, statuut van het personeel, rechten en plichten van de studenten), worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in lid 1 worden de woorden "en voor het academiejaar 2022-2023" toegevoegd na de woorden "voor het academiejaar 2021-2022";2° in lid 2 worden de woorden "het volgende academiejaar" vervangen door de woorden "gedurende de academiejaren 2022-2023 en 2023-2024" en wordt het woord "vóór" ingevoegd tussen de woorden "indien het ambt overeenkomstig artikel 100 vacant wordt verklaard". HOOFDSTUK 4. - Bepalingen tot wijziging van het decreet van 17 juli 2002Relevante gevonden documenten type decreet prom. 17/07/2002 pub. 24/08/2002 numac 2002029414 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot bepaling van het Getuigschrift van Pedagogische Bekwaamheid voor het Hoger Onderwijs (CAPAES) in de hogescholen en van de voorwaarden voor het verkrijgen ervan (1) sluiten tot bepaling van het Getuigschrift van Pedagogische Bekwaamheid voor het Hoger Onderwijs (GPBHO) (CAPAES) in de hogescholen en in het hoger onderwijs voor sociale promotie en van de voorwaarden voor het verkrijgen daarvan en tot opheffing van de uitvoeringsbesluiten ervan
Art. 6.Artikel 1 van het decreet van 17 juli 2002Relevante gevonden documenten type decreet prom. 17/07/2002 pub. 24/08/2002 numac 2002029414 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot bepaling van het Getuigschrift van Pedagogische Bekwaamheid voor het Hoger Onderwijs (CAPAES) in de hogescholen en van de voorwaarden voor het verkrijgen ervan (1) sluiten tot bepaling van het Getuigschrift van Pedagogische Bekwaamheid voor het Hoger Onderwijs (GPBHO) (CAPAES) in de hogescholen en in het hoger onderwijs voor sociale promotie en van de voorwaarden voor het verkrijgen daarvan, wordt vervangen door de volgende tekst: "
Artikel 1.Dit decreet is van toepassing op kandidaten voor het Getuigschrift van Pedagogische Bekwaamheid voor het Hoger Onderwijs (GPBHO) (CAPAES) bedoeld in artikel 2, 5° en op instellingen voor hoger onderwijs die gemachtigd zijn om de hierboven bedoelde opleiding te verstrekken, namelijk: 1° universiteiten die studies van de tweede cyclus organiseren;2° hogescholen die postuniversitaire studies op het gebied van economie en management organiseren; 3° de instellingen voor hoger onderwijs voor sociale promotie die het getuigschrift van pedagogische bekwaamheid uitreiken aan houders van een diploma van hoger onderwijs, georganiseerd of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap.".
Art. 7.In artikel 2 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° Er wordt een vijfde punt toegevoegd, dat als volgt luidt: "5° Kandidaten voor het CAPAES: meesters praktijkopleiding, assistent-meesters en docenten aangeworven bij een hogeschool, alsmede hoogleraren algemene cursussen, technische cursussen, cursussen beroepspraktijk, technische cursussen en cursussen beroepspraktijk, cursussen psychologie-pedagogie-methodologie en bijzondere cursussen, aangeworven in het hoger onderwijs voor sociale promotie;2° Er wordt een punt 6° toegevoegd, dat als volgt luidt: "6° Administratie: de administratie belast met het hoger onderwijs".
Art. 8.In artikel 3 van hetzelfde decreet worden de woorden "meesters praktijkopleiding, assistent-meesters en docenten aangeworven bij een hogeschool, alsmede hoogleraren algemene cursussen, technische cursussen, cursussen beroepspraktijk, technische cursussen en cursussen beroepspraktijk, cursussen psychologie-pedagogie-methodologie en bijzondere cursussen, aangeworven in het hoger onderwijs voor sociale promotie" vervangen door de woorden "CAPAES-kandidaten".
Art. 9.In artikel 4, vijfde lid, 5de streepje, van hetzelfde decreet, worden de woorden "in artikel 4, § 2, van het decreet van 5 augustus 1995 tot vaststelling van de algemene organisatie van het hoger onderwijs in hogescholen, hierna het decreet van 5 augustus 1995" vervangen door de woorden "in artikel 2 van het decreet van 7 november 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/11/2013 pub. 18/12/2013 numac 2013029625 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot bepaling van het hogeronderwijslandschap en de academische organisatie van de studies sluiten tot bepaling van het hoger onderwijslandschap en de academische studieorganisatie".
Art. 10.In artikel 5, § 5, eerste lid, van hetzelfde decreet worden de woorden "de vrijstellingen bedoeld in de artikelen 60 en 61 van het decreet van 31 maart 2004Relevante gevonden documenten type decreet prom. 31/03/2004 pub. 08/06/2004 numac 2004029164 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de aanpassing van de organisatie van het architectuuronderwijs met het oog op integratie in de Europese ruimte voor het hoger onderwijs type decreet prom. 31/03/2004 pub. 18/06/2004 numac 2004029170 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de organisatie van het hoger onderwijs ter bevordering van de integratie in de Europese ruimte van het hoger onderwijs en betreffende de herfinanciering van de universiteiten type decreet prom. 31/03/2004 pub. 13/05/2004 numac 2004029129 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de adoptie type decreet prom. 31/03/2004 pub. 21/06/2004 numac 2004029153 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende bevestiging van sommige specifieke opleidingsprofielen bepaald overeenkomstig artikel 6 van het decreet van 27 oktober 1994 tot regeling van het overleg in het secundair onderwijs sluiten betreffende de organisatie van het hoger onderwijs ter bevordering van de integratie in de Europese ruimte van het hoger onderwijs en betreffende de herfinanciering van de universiteiten en in de artikelen 34 en 35 van het decreet van 5 augustus 1995 tot vaststelling van de algemene organisatie van het hoger onderwijs in de hogescholen" vervangen door de woorden "tot de valorisatie van studiepunten als bedoeld in artikel 117 van het decreet van 7 november 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/11/2013 pub. 18/12/2013 numac 2013029625 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot bepaling van het hogeronderwijslandschap en de academische organisatie van de studies sluiten en tot de valorisatie van kennis of competenties als bedoeld in artikel 67, vierde en vijfde lid, en artikel 119 van hetzelfde decreet".
Art. 11.In artikel 6 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 2, eerste lid, worden de woorden "van de hogeschool of van de instelling die hoger onderwijs organiseert met het oog op sociale promotie" vervangen door de woorden "van de instelling";2° in paragraaf 2, tweede lid, worden de woorden "De hogeschool of de instelling die hoger onderwijs organiseert met het oog op sociale promotie" vervangen door de woorden "De instelling waar de kandidaat zijn ambt bekleedt" en worden de woorden ", elk voor de leerkrachten die hem aanbelangen," geschrapt;3° in paragraaf 2, derde lid, worden de woorden "De instelling voor hoger onderwijs of de instelling die het hoger onderwijs van sociale promotie organiseert waar de kandidaat voor het CAPAES zijn ambt bekleedt" vervangen door de woorden "Deze instelling";4° in paragraaf 2 worden de leden 4 en 5 vervangen door een lid 4 dat als volgt luidt: "Het begeleidingsteam bestaat uit onderwijzende personeelsleden van de instelling waar de kandidaat zijn ambt bekleedt, die door de bevoegde overheid van deze instelling zijn erkend.Deze laatste kan in het begeleidingsteam personeelsleden van een andere instelling opnemen in het kader van een samenwerkingsakkoord als bedoeld in artikel 81, lid 2, van het voornoemde decreet van 7 november 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/11/2013 pub. 18/12/2013 numac 2013029625 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot bepaling van het hogeronderwijslandschap en de academische organisatie van de studies sluiten." ; 5° in paragraaf 5, eerste lid, worden de woorden "op de vrijstellingen bedoeld in de artikelen 60 en 61 van het voormelde decreet van 31 maart 2004Relevante gevonden documenten type decreet prom. 31/03/2004 pub. 08/06/2004 numac 2004029164 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de aanpassing van de organisatie van het architectuuronderwijs met het oog op integratie in de Europese ruimte voor het hoger onderwijs type decreet prom. 31/03/2004 pub. 18/06/2004 numac 2004029170 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de organisatie van het hoger onderwijs ter bevordering van de integratie in de Europese ruimte van het hoger onderwijs en betreffende de herfinanciering van de universiteiten type decreet prom. 31/03/2004 pub. 13/05/2004 numac 2004029129 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de adoptie type decreet prom. 31/03/2004 pub. 21/06/2004 numac 2004029153 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende bevestiging van sommige specifieke opleidingsprofielen bepaald overeenkomstig artikel 6 van het decreet van 27 oktober 1994 tot regeling van het overleg in het secundair onderwijs sluiten en in de artikelen 34 en 35 van het voormelde decreet van 5 augustus 1995" vervangen door de woorden "op de valorisatie van studiepunten bepaald in artikel 117 van het decreet van 7 november 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/11/2013 pub. 18/12/2013 numac 2013029625 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot bepaling van het hogeronderwijslandschap en de academische organisatie van de studies sluiten en op de valorisatie van kennis of bekwaamheden bepaald in artikel 67, vierde en vijfde lid, en artikel 119 van hetzelfde decreet".
Art. 12.In artikel 8 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° Paragraaf 2 wordt vervangen door de volgende tekst: "De CAPAES-commissie wordt voorgezeten door de ambtenaar-generaal belast met het hoger onderwijs of zijn vertegenwoordiger, een personeelslid van minstens rang 10, en is samengesteld uit twee kamers.De ene is bevoegd om de dossiers te onderzoeken van kandidaten die hun ambt uitoefenen in een hogeschool en de andere is bevoegd om de dossiers te onderzoeken van kandidaten die hun ambt uitoefenen in een instelling voor hoger onderwijs voor sociale promotie."; 2° Paragraaf 3 wordt vervangen door de volgende tekst: " § 3.De kamer die bevoegd is om de dossiers van de kandidaten die een ambt uitoefenen in een hogeschool te onderzoeken, is als volgt samengesteld: 1° de Voorzitter bedoeld in paragraaf 2;2° drie werkende vertegenwoordigers of hun plaatsvervangers, personeelsleden die vastbenoemd of in vast verband aangeworven zijn of houders van het CAPAES, voorgedragen door Wallonie-Bruxelles-Enseignement en de federaties van inrichtende machten van het hoger onderwijs in hogescholen.Voor het gesubsidieerd vrij onderwijs vertegenwoordigen het werkend lid en een plaatsvervanger het confessioneel vrij onderwijs. Een tweede plaatsvervanger die het niet-confessionele vrije onderwijs vertegenwoordigt, zetelt wanneer het dossier van een kandidaat die personeelslid is van een niet-confessionele vrije instelling, wordt onderzocht. Het werkend lid en de plaatsvervanger die het confessionele vrije onderwijs vertegenwoordigt, worden in dit geval geacht verhinderd te zijn; 3° drie werkende vertegenwoordigers of hun plaatsvervangers, voorgedragen door hun respectieve vakbondsorganisatie, onder personeelsleden die vastbenoemd of in vast verband aangeworven zijn of houders van het CAPAES;4° een vertegenwoordiger van de instelling die verantwoordelijk is voor de opleiding van de kandidaat;5° twee deskundigen per dossier, gekozen omwille van hun didactische ervaring in de specialiteit van de kandidaat, voorgedragen door ARES;6° een secretaris of zijn plaatsvervanger, een lid van het personeel van de administratie. De vakbondsorganisaties bedoeld in lid 1, 3°, zetelen in het Comité van Sector IX en het Provinciaal en Plaatselijk Comité voor Openbare Diensten Afdeling II (Onderafdeling Franse Gemeenschap), alsook in het Comité voor Onderhandeling en Overleg voor het statuut van het personeel van het gesubsidieerd vrij onderwijs.
De vertegenwoordiger van de instelling die verantwoordelijk is met de opleiding van de kandidaat, bedoeld in lid 1, 4°, wordt gekozen door de instelling en wordt niet aangewezen door de Regering.
De twee deskundigen bedoeld in paragraaf 1, 5°, worden door de commissie gekozen op basis van het voorgelegde werk; zij worden niet benoemd door de Regering.
De secretaris bedoeld in lid 1, 6°, heeft geen stemrecht."; 3° Paragraaf 3bis wordt geschrapt;4° Paragraaf 4 wordt vervangen door de volgende tekst " § 4.De kamer die belast is met het onderzoek van de dossiers van de kandidaten die in een instelling voor hoger onderwijs voor sociale promotie hun ambt uitoefenen, is als volgt samengesteld: 1° de Voorzitter bedoeld in paragraaf 2;2° drie werkende vertegenwoordigers of hun plaatsvervangers, personeelsleden die vastbenoemd of in vast verband aangeworven zijn of houders van het CAPAES, voorgedragen door Wallonie-Bruxelles-Enseignement en de federaties van de inrichtende machten voor sociale promotie.Voor gesubsidieerd vrij onderwijs staan het werkende lid en een plaatsvervanger voor confessioneel vrij onderwijs. Een tweede plaatsvervanger die het niet-confessionele vrije onderwijs vertegenwoordigt, zetelt bij het onderzoek van het dossier van een kandidaat die personeelslid is van een niet-confessionele vrije instelling. Het werkende lid en de plaatsvervanger die het confessionele vrije onderwijs vertegenwoordigt, worden in dit geval geacht verhinderd te zijn; 3° drie werkende vertegenwoordigers of hun plaatsvervangers, voorgedragen door hun respectieve vakbondsorganisatie, onder de personeelsleden personeelsleden die vastbenoemd of in vast verband aangeworven zijn of houders van het CAPAES;4° een vertegenwoordiger van de instelling die verantwoordelijk is voor de opleiding van de kandidaat;5° twee deskundigen per dossier, gekozen omwille van hun didactische ervaring in de specialiteit van de kandidaat, voorgedragen door ARES;6° een secretaris of zijn plaatsvervanger, een lid van het personeel van de administratie. De vakbondsorganisaties bedoeld in lid 1, 3°, zetelen in het Comité van Sector IX en het Provinciaal en Plaatselijk Comité voor Openbare Diensten Afdeling I (Onderafdeling Franse Gemeenschap), alsook in het Comité voor Onderhandeling en Overleg voor het statuut van het personeel van het gesubsidieerd vrij onderwijs.
De vertegenwoordiger van de instelling die belast is met de opleiding van de kandidaat, bedoeld in lid 1, 4°, wordt gekozen door de instelling en wordt niet aangewezen door de Regering.
De twee deskundigen bedoeld in lid 1, 5°, worden door de commissie gekozen op basis van het voorgelegde werk; zij worden niet benoemd door de Regering.
De secretaris bedoeld in paragraaf 1, 6°, heeft geen stemrecht; 5° Paragraaf 5 wordt vervangen door de volgende tekst: "De leden van de kamers van de Commissie bedoeld in artikel 8, § 3, eerste lid, 1°, 2°, 3° en 6°, en § 4, eerste lid, 1°, 2°, 3° en 6°, komen minstens eenmaal per jaar bijeen. De Commissie stelt haar huishoudelijk reglement vast en legt dit ter goedkeuring voor aan de Regering; 6° Paragraaf 6 wordt vervangen door de volgende tekst: "De Regering benoemt de leden bedoeld in artikel 8, § 3, eerste lid, 1°, 2°, 3° en 6°, en § 4, eerste lid, 1°, 2°, 3° en 6°, van de kamers van de CAPAES-Commissie, voor een hernieuwbare termijn van vier jaar.7° Er wordt een nieuwe paragraaf 7 toegevoegd, die luidt als volgt: "7.De in artikel 8, § § 3 en 4 bedoelde kamers beraadslagen geldig wanneer de voorzitter en de secretaris, alsmede minstens de helft van de leden respectief bedoeld in artikel 8, § 3, eerste lid, 1° tot 5°, § 4, eerste lid, 1° tot 5°, aanwezig zijn.
Een lid dat lid is van het bestuurs- en/of het onderwijzend personeel van de instelling waar de kandidaat van wie het dossier op de agenda staat, is aangeworven of opgeleid, mag niet deelnemen aan de beraadslaging over het dossier van de kandidaat. Het lid kan echter wel aan de beraadslaging deelnemen indien hij lesgeeft op een ander vakgebied dan de aanvrager en/of niet betrokken is geweest bij de academische loopbaan van de aanvrager.
Beslissingen worden genomen met gewone meerderheid van stemmen van de aanwezige leden. Bij staking van stemmen is de stem van de voorzitter of zijn vertegenwoordiger doorslaggevend. 8° Er wordt een paragraaf 8 toegevoegd, die als volgt luidt: " § 8.Het mandaat van de leden van de CAPAES-commissie wordt niet bezoldigd, met uitzondering van de deskundigen bedoeld in § 3, eerste lid, 5°, en § 4, eerste lid, 5°, aan wie een toelage van 50 euro per dag van aanwezigheid in de CAPAES-commissie wordt toegekend.
De leden van de CAPAES-commissie hebben recht op de reglementaire vergoedingen voor reiskosten, overeenkomstig het Koninklijk Besluit van 18 januari 1965 houdende de algemene regeling van de reiskosten.
Art. 13.In hetzelfde decreet wordt een artikel 8/1 ingevoegd, luidend als volgt: "
Artikel 8/1.- De kandidaten zenden hun beroepsdossier langs elektronische weg aan de secretaris van de commissie, overeenkomstig de door de administratie vastgestelde procedures.
Binnen 10 werkdagen na ontvangst van het dossier wordt aan de aanvrager een ontvangstbevestiging gestuurd of gegeven.
Art. 14.In hetzelfde decreet wordt een artikel 8/2 ingevoegd, dat als volgt luidt: "
Artikel 8/2.- § 1. De CAPAES-commissie onderzoekt het beroepsdossier van de kandidaat binnen een termijn van zes maanden, te rekenen vanaf de datum van bevestiging van ontvangst van het dossier. Deze termijnen worden in de maanden juli en augustus opgeschort.
Na afloop van het onderzoek van het dossier van de kandidaat kan de commissie: 1° het CAPAES aan de kandidaat uitreiken;2° de beslissing schorsen;3° het CAPAES aan de kandidaat weigeren toe te kennen. In het geval bedoeld in lid 2, 1°, wordt het CAPAES vervolgens ter goedkeuring voorgelegd aan de Regering of haar afgevaardigde. § 2. Wanneer de commissie beslist haar beslissing te schorsen, wordt de kandidaat verzocht een aanvullend dossier in te dienen waarin hij reageert op de opmerkingen van de commissie, en dit binnen een termijn van maximum 30 werkdagen te rekenen vanaf de datum van de kennisgeving per aangetekende brief van de beslissing tot schorsing van de commissie. Als de kandidaat na deze termijn dit aanvullende dossier niet indient, wordt hem per aangetekende brief meegedeeld dat het CAPAES niet wordt toegekend.
Dit aanvullende dossier wordt ingediend en ontvangen op dezelfde wijze als bepaald in artikel 8/1.
De commissie onderzoekt het aanvullende dossier van de aanvrager binnen drie maanden na de datum van bevestiging van ontvangst van het aanvullende dossier. Deze termijnen worden in de maanden juli en augustus opgeschort.
Na bestudering van het aanvullende dossier van de verzoeker kan de commissie: 1° het CAPAES toekennen aan de kandidaat, overeenkomstig § 1, tweede lid, 1° ;2° het CAPAES weigeren aan de kandidaat toe te kennen. § 3. Een kandidaat aan wie de CAPAES-commissie de toekenning van het CAPAES heeft geweigerd, kan een nieuwe aanvraag indienen na een periode van één jaar te rekenen vanaf de datum van indiening van de vorige aanvraag. § 4. Elke kandidaat voor het CAPAES die zijn beroepsdossier aan de CAPAES-commissie voorlegt, kan door deze commissie worden gehoord, indien de kandidaat dit wenst.
Art. 15.In artikel 9 van hetzelfde decreet worden de woorden "Na voltooiing van hun studie, de" vervangen door de woorden "De".
Art. 16.Artikel 11 van het decreet wordt vervangen door de volgende tekst: "Art. 11 § 1. De in artikel 1 bedoelde onderwijsinstellingen zijn gemachtigd opleidingen voor het CAPAES te verzorgen.
Kandidaten voor het CAPAES mogen zelf de instelling kiezen die bevoegd is om de CAPAES-opleiding te organiseren waarvoor zij zich wensen in te schrijven.
Zij mogen zich echter niet inschrijven voor de CAPAES-opleiding die wordt georganiseerd door de instelling waar zij lesgeven. § 2 In afwijking van het derde lid van de vorige paragraaf kan een kandidaat, om uitzonderlijke en met redenen omklede motivatie, een afwijking verkrijgen die hem toestaat zich aan deze instelling in te schrijven. Het moet gaan om omstandigheden die de kandidaat verhinderen of ernstig belemmeren zich in te schrijven in een andere instelling dan die waar hij lesgeeft.
Het met redenen omklede verzoek van de kandidaat wordt per brief ingediend bij de voorzitter van de Commissie, die daarover beslist.
Art. 17.In hetzelfde decreet wordt een artikel 11/1 ingevoegd, luidend als volgt: "
Artikel 11/1.- 1. Het bedrag van het inschrijvingsgeld voor de aan een universiteit georganiseerde CAPAES-opleiding wordt afgestemd op dat van de aggregatie voor het hoger secundair onderwijs als bedoeld in artikel 39, § 2, tweede lid, van de wet van 27 juli 1971 betreffende de financiering van en de controle op de universitaire instellingen. § 2. Het bedrag van het inschrijvingsgeld voor de CAPAES-opleiding die in een hogeschool wordt georganiseerd, wordt afgestemd op dat van de aggregatie voor het hoger secundair onderwijs bedoeld in artikel 12, § 2, alinea 2, 4°, van de wet van 29 mei 1959 tot wijziging van sommige bepalingen van de onderwijswetgeving. § 3. Het bedrag van het inschrijvingsgeld voor de CAPAES-opleiding die in het hoger onderwijs voor sociale promotie wordt georganiseerd, is vastgesteld bij artikel 12, § 3, van bovengenoemde wet van 29 mei 1959. § 4. Een kandidaat voor het CAPAES die zijn opleiding over meerdere academiejaren spreidt, hoeft het inschrijvingsgeld voor de CAPAES-opleiding slechts eenmaal te betalen. Voor de kandidaat die is ingeschreven voor een CAPAES-opleiding in het onderwijs voor sociaal promotie, betreft deze vrijstelling het forfaitaire bedrag van het inschrijvingsgeld.".
Art. 18.Artikel 12 van hetzelfde decreet wordt vervangen door de volgende tekst: "
Artikel 12.Om onderwijs te verstrekken, kunnen de met de opleiding belaste instellingen onderling samenwerkingsovereenkomsten sluiten met inachtneming van de voornoemde decreten van 16 april 1991 en 7 november 2013.
Art. 19.In hetzelfde decreet wordt na artikel 12 een hoofdstuk 4bis ingevoegd, dat als volgt luidt: "Hoofdstuk 4bis - "Bepalingen betreffende de bescherming van persoonsgegevens".
Art. 20.In hoofdstuk 4bis van hetzelfde decreet wordt een artikel 12/1 ingevoegd, luidend als volgt: "
Artikel 12/1.- 1. De CAPAES-commissie, vertegenwoordigd door haar voorzitter, en het ministerie van de Franse Gemeenschap zijn gezamenlijk verantwoordelijken voor de verwerking van persoonsgegevens in de zin van artikel 4, 7), van Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens, en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (Algemene verordening gegevensbescherming). § 2. De verantwoordelijken voor de verwerking verwerken de in het volgende lid bedoelde gegevens om de uitvoering van de in artikel 8/2 genoemde opdracht mogelijk te maken: de uitreiking van het CAPAES. 1. De gegevens worden verwerkt met het oog op: 2.de identificering en opening van een dossier voor CAPAES-kandidaten; 3. de ontvankelijkheid en de volledigheid van de aanvragen te onderzoeken;4. de aanwijzing van de leden van de kamers van de Commissie die de aanvragen zullen onderzoeken;5. het onderzoek van de aanvragen en om daarover een beslissing te nemen;6. goedkeuring van de getuigschriften in geval van succes;7. het meedelen aan de kandidaten van hun resultaten;8. de toezending van getuigschriften aan geslaagde kandidaten. § 3. De verwerkte gegevens zijn de persoonsgegevens van de CAPAES-kandidaat die noodzakelijk zijn voor de toepassing van dit decreet en de uitvoeringsbesluiten ervan, zoals de identificatiegegevens van de CAPAES-kandidaat, de contactgegevens en de gegevens in verband met het diploma van de CAPAES-kandidaat.
Gegevens over de instelling waar de kandidaat lesgeeft en de instelling die verantwoordelijk is voor de opleiding van de kandidaat zijn eveneens noodzakelijk voor de toepassing van artikel 11, lid 1. § 4. Met het oog op het administratieve beheer van de CAPAES-commissie worden per categorie betrokkenen de volgende categorieën gegevens verwerkt: de met toepassing van artikel 8, paragraaf 3, aangewezen persoon (personen): identificatie- en contactgegevens. § 5. De in paragraaf 2 bedoelde categorieën gegevens worden op beveiligde wijze ingezameld, verwerkt, meegedeeld, overgedragen en opgeslagen door middel van IT-oplossingen die worden aangeboden door de verwerker van de voor de verwerking verantwoordelijke in de zin van artikel 4.8 van de Algemene verordening gegevensbescherming, namelijk ETNIC. § 6. De gegevens van de in § 3 bedoelde personen worden bewaard gedurende zes jaar te rekenen vanaf de datum van de ontvangstbevestiging van het dossier.
De proces-verbalen van de CAPAES-Commissie en de afschriften van de gearchiveerde getuigschriften worden gedurende 75 jaar bewaard, te rekenen vanaf de datum van ondertekening door de voorzitter en de secretaris. Indien de in lid 1 bedoelde gegevens zijn opgenomen in de pv's of afschriften van gearchiveerde akten, geldt ook voor deze gegevens de beperking van de geldigheidsduur tot 75 jaar.
Art. 21.Het besluit van de regering van de Franse Gemeenschap van 21 november 2002Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/02/1999 pub. 29/04/1999 numac 1999029177 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de ambten en bekwaamheidsbewijzen van de leden van het onderwijzend personeel in de Hogescholen ingericht of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap sluiten2 genomen ter uitvoering van artikel 12 van het besluit van 17 juli 2002 tot vaststelling van het getuigschrift van pedagogische bekwaamheid passend bij het hoger onderwijs (CAPAES) in de hogescholen en van de voorwaarden voor het verkrijgen ervan, wordt opgeheven.
Art. 22.Het besluit van de regering van de Franse Gemeenschap van 12 juli 2017Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/02/1999 pub. 29/04/1999 numac 1999029177 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de ambten en bekwaamheidsbewijzen van de leden van het onderwijzend personeel in de Hogescholen ingericht of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap sluiten3 tot vaststelling van de samenstelling en de werking van de commissie voor het getuigschrift van geschiktheid voor het hoger onderwijs (CAPAES) in de hogescholen en in het hoger onderwijs voor sociale promotie, wordt opgeheven. HOOFDSTUK 5. - Bepalingen tot wijziging van het decreet van 7 november 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/11/2013 pub. 18/12/2013 numac 2013029625 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot bepaling van het hogeronderwijslandschap en de academische organisatie van de studies sluiten tot bepaling van het hoger onderwijslandschap en de academische organisatie van de studies
Art. 23.In artikel 15, § 1, eerste lid, 29°, van het decreet van 7 november 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/11/2013 pub. 18/12/2013 numac 2013029625 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot bepaling van het hogeronderwijslandschap en de academische organisatie van de studies sluiten tot bepaling van het hoger onderwijslandschap en de academische organisatie van de studies wordt het woord "doctor" vervangen door het woord "doctoraat".
Art. 24.In artikel 21, eerste lid, 12°, van hetzelfde decreet worden de woorden "graad van doctor" vervangen door de woorden "graad van doctoraat".
Art. 25.In artikel 39, eerste lid, 2°, van hetzelfde decreet worden de woorden "op voorstel van deze laatste" vervangen door de woorden "op voorstel van de Algemene Raad voor het Onderwijs voor Sociale Promotie".
Art. 26.In artikel 41 van hetzelfde decreet wordt lid 2 vervangen door het volgende lid: "De ambtstermijn van de leden van de vaste commissies, met inbegrip van die van de voorzitter, bedraagt vijf jaar. Elk mandaat is hernieuwbaar".
Art. 27.In artikel 68/1, lid 2, van hetzelfde decreet worden na de woorden "per academiejaar" de woorden "in alle instellingen voor hoger onderwijs" ingevoegd.
Art. 28.In artikel 71, § 3, eerste lid, van hetzelfde decreet worden de woorden "academische graad van doctor" vervangen door de woorden "academische graad van doctoraat".
Art. 29.In artikel 82, § 4, van hetzelfde decreet worden de woorden "graad van doctor" vervangen door de woorden "graad van doctoraat".
Art. 30.In artikel 85, § 1, van hetzelfde decreet worden de woorden "graad van doctor" telkens vervangen door de woorden "graad van doctoraat".
Art. 31.In artikel 88, § 2, tweede lid, van hetzelfde decreet worden de woorden "2022-2023" vervangen door de woorden "2023-2024".
Art. 32.In artikel 91, lid 2, van hetzelfde decreet worden de woorden "academische graad van doctor" vervangen door de woorden "academische graad van doctoraat".
Art. 33.In artikel 92, lid 3, van hetzelfde decreet worden de woorden "academische graden van doctor" vervangen door de woorden "academische graden van doctoraat".
Art. 34.In artikel 93, lid 1, van hetzelfde decreet wordt het woord "doctor" vervangen door het woord "doctoraat".
Art. 35.In artikel 96, § 2, eerste lid, van hetzelfde decreet worden de woorden "per aangetekende brief of per e-mail aan het door de student opgegeven elektronische adres" vervangen door de woorden "per aangetekende brief, tegen ontvangstbewijs, of per e-mail aan het door de student opgegeven elektronische adres of, in geval van herinschrijving, aan het door de instelling opgegeven adres".
Art. 36.In artikel 100, 2, eerste lid, 1°, van hetzelfde decreet, zoals gewijzigd bij het decreet van 2 december 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/02/1999 pub. 29/04/1999 numac 1999029177 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de ambten en bekwaamheidsbewijzen van de leden van het onderwijzend personeel in de Hogescholen ingericht of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap sluiten0, worden na de woorden "de overeenstemmende studiepunten" de woorden "met uitzondering van de facultatieve eenheden van de door de student gekozen opleiding, waarop de student kan verzaken" ingevoegd.
Art. 37.In artikel 105 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in § 1 wordt een komma toegevoegd tussen de woorden "studieorganisatie" en "minst ontwikkelde landen";2° in § 2, eerste lid, worden de woorden "de wet van 19 juli 1971 betreffende de toekenning van studietoelagen en -leningen en het decreet van 7 november 1983 tot regeling van de studietoelagen en -leningen voor de Franse Gemeenschap, gecoördineerd op 7 november 1983" vervangen door de woorden "het decreet van 18 november 2021 tot regeling van de studietoelagen";3° in § 4 worden de woorden "artikel 89 van het decreet van 5 augustus 1995 tot vaststelling van de algemene organisatie van het hoger onderwijs in de hogescholen" vervangen door de woorden "de artikelen 36 tot 41 van het decreet van 21 februari 2019 tot vaststelling van de organisatie van het hoger onderwijs in de hogescholen".
Art. 38.In artikel 108, § 1, van hetzelfde decreet worden de woorden "en 2021-2022" vervangen door de woorden "2021-2022 en 2022-2023".
Art. 39.In artikel 116 van hetzelfde decreet worden de woorden "graad van doctor" vervangen door de woorden "graad van doctoraat".
Art. 40.In artikel 131, § 1, derde lid, van hetzelfde decreet worden de woorden "academische graden van doctor" vervangen door de woorden "academische graden van doctoraat".
Art. 41.In artikel 131, § 3, van hetzelfde decreet worden de woorden "graad van doctor" vervangen door de woorden "graad van doctoraat".
Art. 42.In artikel 132 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in § 1, tweede lid, worden de woorden "de graad van doctor" vervangen door de woorden "de graad van doctoraat";2° in § 2, tweede lid, worden de woorden "de graad van doctor" vervangen door de woorden "de graad van doctoraat".
Art. 43.In artikel 134, lid 3, van hetzelfde decreet worden de woorden "graad van doctor" vervangen door de woorden "graad van doctoraat".
Art. 44.In bijlage I van hetzelfde decreet worden in punt 8 "Doctoraat" de woorden "graad van doctor" vervangen door "graad van doctoraat".
Art. 45.In bijlage III.4 van het decreet van 7 november 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/11/2013 pub. 18/12/2013 numac 2013029625 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot bepaling van het hogeronderwijslandschap en de academische organisatie van de studies sluiten tot bepaling van het hoger onderwijslandschap en de academische studieorganisatie, 1° voor de regel:
5
HE+U
M
Master en communication appliquée spécialisée - animation socioculturelle et éducation permanente
HEG, UCL, ULB
21, 25
wordt de regel ingevoegd:
1
U
MS
Master de spécialisation en philosophie et théories politiques
ULB, ULg, UNamur
21, 62, 92
2° na de regel :
16
EPS
B
Bachelier en psychomotricité
Institut provincial d'enseignement de promotion sociale de Liège, Cours pour éducateurs en fonction
62
worden de regels ingevoegd :
17
EPS
B
Bachelier en informatique de gestion
EAFC Sud-Luxembourg, EAFC Famenne Ardenne
8183
17
EPS
B
Bachelier en informatique de gestion
Institut d'enseignement de promotion sociale de la Communauté française de Colfontaine, Institut d'enseignement de promotion sociale de la Communauté française de Peruwelz
5357
17
EPS
B
Bachelier en informatique de gestion
EAFC Mouscron Wallonie picarde, Institut provincial d'enseignement de promotion sociale de Wallonie-Picarde
57
Art.46. In bijlage VI van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht:
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Art. 47.Bijlage II van hetzelfde decreet wordt vervangen door bijlage 1 bij dit decreet.
Art. 48.De bijlagen III en III.1 van hetzelfde decreet worden vervangen door bijlage 2 bij dit decreet.
Art. 49.Bijlage III.2 van hetzelfde decreet wordt vervangen door bijlage 3 van dit decreet.
Art. 50.Bijlage III.3 van hetzelfde decreet wordt vervangen door bijlage 4 van dit decreet.
Art. 51.Bijlage III.4 van hetzelfde decreet wordt vervangen door bijlage 5 van dit decreet.
Art. 52.Bijlage VI van hetzelfde decreet wordt vervangen door bijlage 6 van dit decreet. HOOFDSTUK 6. - Bepaling tot wijziging van het decreet van 11 april 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 11/04/2014 pub. 10/06/2014 numac 2014029344 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot aanpassing van de financiering van de instellingen voor hoger onderwijs aan de nieuwe organisatie van de studies type decreet prom. 11/04/2014 pub. 11/08/2014 numac 2014029370 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende wijziging van verschillende bepalingen inzake hoger onderwijs sluiten tot aanpassing van de financiering van de instellingen voor hoger onderwijs aan de nieuwe studieorganisatie
Art. 53.In artikel 3, § 1, eerste lid, 2°, van het decreet van 11 april 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 11/04/2014 pub. 10/06/2014 numac 2014029344 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot aanpassing van de financiering van de instellingen voor hoger onderwijs aan de nieuwe organisatie van de studies type decreet prom. 11/04/2014 pub. 11/08/2014 numac 2014029370 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende wijziging van verschillende bepalingen inzake hoger onderwijs sluiten tot aanpassing van de financiering van de instellingen voor hoger onderwijs aan de nieuwe studieorganisatie, worden na de woorden "subsidiaire bescherming" de woorden "of tijdelijke" ingevoegd. HOOFDSTUK 7. - Bepalingen tot wijziging van het decreet van 7 februari 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/02/2019 pub. 07/03/2019 numac 2019040574 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende diverse maatregelen betreffende het hoger onderwijs sluiten tot vaststelling van de initiële lerarenopleiding
Art. 54.In artikel 2 van het decreet van 7 februari 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/02/2019 pub. 07/03/2019 numac 2019040574 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende diverse maatregelen betreffende het hoger onderwijs sluiten tot vaststelling van de initiële lerarenopleiding, zoals gewijzigd bij het decreet van 2 december 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/02/1999 pub. 29/04/1999 numac 1999029177 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de ambten en bekwaamheidsbewijzen van de leden van het onderwijzend personeel in de Hogescholen ingericht of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap sluiten0, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1. in 3° worden de woorden "Franstalig certificeringskader" vervangen door de woorden "Franstalig certificeringskader";2° in 19° worden de woorden "artikel 13, § 1, 42/2, van het Landschapsdecreet" vervangen door de woorden "artikel 15, § 1, eerste lid, 42/2°, van het Landschapsdecreet".
Art. 55.In artikel 9, § 2, eerste lid, van hetzelfde decreet, zoals gewijzigd bij het decreet van 2 december 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/02/1999 pub. 29/04/1999 numac 1999029177 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de ambten en bekwaamheidsbewijzen van de leden van het onderwijzend personeel in de Hogescholen ingericht of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap sluiten0, worden de woorden "In afwijking van artikel 70, § 1, van het Landschapsdecreet, de" vervangen door het woord "De".
Art. 56.In artikel 10, § 2, eerste lid, van hetzelfde decreet, zoals gewijzigd bij het decreet van 2 december 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/02/1999 pub. 29/04/1999 numac 1999029177 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de ambten en bekwaamheidsbewijzen van de leden van het onderwijzend personeel in de Hogescholen ingericht of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap sluiten0, worden de woorden "In afwijking van artikel 70, § 1, van het Landschapsdecreet, de" vervangen door het woord "De".
Art. 57.In artikel 11, § 2, eerste lid, van hetzelfde decreet, zoals gewijzigd bij het decreet van 2 december 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/02/1999 pub. 29/04/1999 numac 1999029177 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de ambten en bekwaamheidsbewijzen van de leden van het onderwijzend personeel in de Hogescholen ingericht of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap sluiten0, worden de woorden "In afwijking van artikel 70, § 1, van het Landschapsdecreet, de" vervangen door het woord "De".
Art. 58.In artikel 12, lid 3, van hetzelfde decreet, zoals gewijzigd bij het decreet van 2 december 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/02/1999 pub. 29/04/1999 numac 1999029177 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de ambten en bekwaamheidsbewijzen van de leden van het onderwijzend personeel in de Hogescholen ingericht of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap sluiten0, worden de woorden "4 jaar" vervangen door de woorden "5 jaar".
Art. 59.In artikel 15 van hetzelfde decreet, zoals gewijzigd bij het decreet van 2 december 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/02/1999 pub. 29/04/1999 numac 1999029177 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de ambten en bekwaamheidsbewijzen van de leden van het onderwijzend personeel in de Hogescholen ingericht of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap sluiten0, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in § 2 worden de woorden "In afwijking van artikel 70, § 1, van het Landschapsdecreet, de" vervangen door het woord "De";2° aan § 3 worden de woorden "overeenkomstig artikel 16, derde lid" toegevoegd.
Art. 60.In artikel 20, § 3, tweede lid, van hetzelfde decreet, zoals gewijzigd bij het decreet van 2 december 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/02/1999 pub. 29/04/1999 numac 1999029177 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de ambten en bekwaamheidsbewijzen van de leden van het onderwijzend personeel in de Hogescholen ingericht of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap sluiten0, worden de woorden "van de inrichtende machten" opgeheven.
Art. 61.In artikel 24, § 3, derde lid, van hetzelfde decreet, zoals gewijzigd bij het decreet van 2 december 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/02/1999 pub. 29/04/1999 numac 1999029177 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de ambten en bekwaamheidsbewijzen van de leden van het onderwijzend personeel in de Hogescholen ingericht of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap sluiten0, worden de woorden "van de inrichtende machten" geschrapt.
Art. 62.Artikel 49 van hetzelfde decreet, zoals gewijzigd bij het decreet van 2 december 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/02/1999 pub. 29/04/1999 numac 1999029177 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de ambten en bekwaamheidsbewijzen van de leden van het onderwijzend personeel in de Hogescholen ingericht of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap sluiten0, wordt vervangen door de volgende tekst "De houder van een doctoraat op het gebied van de studie van psychologische en onderwijswetenschappen of van een doctoraat op het gebied van de studie van onderwijswetenschappen en pedagogiek of van een doctoraat met een didactisch doel in een ander studiegebied is vrijgesteld van de specialisatiemaster in de lerarenopleiding en wordt geacht houder te zijn van het getuigschrift van pedagogische bekwaamheid passend bij het hoger onderwijs voor sociale promotie, zoals gedefinieerd in het decreet van 17 juli 2002Relevante gevonden documenten type decreet prom. 17/07/2002 pub. 24/08/2002 numac 2002029414 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot bepaling van het Getuigschrift van Pedagogische Bekwaamheid voor het Hoger Onderwijs (CAPAES) in de hogescholen en van de voorwaarden voor het verkrijgen ervan (1) sluiten. De regering bepaalt de nadere regels volgens welke de doeltreffendheid van de didactische doelstelling van een doctoraat in een ander studiegebied dan onderwijswetenschappen en pedagogie wordt erkend.
Art. 63.In artikel 50, lid 2, van hetzelfde decreet, zoals gewijzigd bij het decreet van 2 december 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/02/1999 pub. 29/04/1999 numac 1999029177 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de ambten en bekwaamheidsbewijzen van de leden van het onderwijzend personeel in de Hogescholen ingericht of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap sluiten0, wordt het woord "2027" vervangen door het woord "2028".
Art. 64.In artikel 57 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in lid 1 worden de woorden "2022 tot 2024" vervangen door de woorden "2023 tot 2025";2° in lid 1 worden de woorden "in artikel 9 van dit decreet" vervangen door de woorden "in de artikelen 9 tot en met 11";3° in lid 3 worden de woorden "2022 tot 2024" vervangen door de woorden "2023 tot 2025";4° in lid 5: (a) wordt het woord "2025" vervangen door het woord "2026"; (b) wordt het woord "2024" vervangen door het woord "2025".".
Art. 65.In artikel 58 van hetzelfde decreet, zoals gewijzigd bij het decreet van 2 december 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/02/1999 pub. 29/04/1999 numac 1999029177 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de ambten en bekwaamheidsbewijzen van de leden van het onderwijzend personeel in de Hogescholen ingericht of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap sluiten0, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° bij § 1: a) in lid 1 worden de woorden "2022 tot en met 2024" vervangen door de woorden "2023 tot en met 2025";b) in lid 2 worden de woorden "tot 50% voor de hogeschool en tot 50% voor de universiteit" vervangen door de woorden "tot het aandeel van elk van beide in de verdeling van de studiepunten van het programma dat zij overeenkomstig deze overeenkomst organiseren";c) in lid 3 worden de woorden "2022 tot en met 2024" vervangen door de woorden "2023 tot en met 2025";d) lid 5 wordt vervangen door de volgende tekst: "Met ingang van het begrotingsjaar 2026 wordt het totale bedrag van de in 2025 verleende allocaties, rekening houdend met de leden 1 en 2, na indexering geïntegreerd tot het bedrag van het aandeel van elk van hen in de verdeling van de studiepunten van de cursus die zij organiseren, in de financiering van de hogescholen bedoeld in artikel 10 van het decreet van 9 september 1996 betreffende de financiering van de door de Franse Gemeenschap georganiseerde of gesubsidieerde hogescholen enerzijds, en in het variabele gedeelte van de financiering van de universiteiten bedoeld in artikel 29 van de voornoemde wet van 27 juli 1971 anderzijds."; 2° in § 2 wordt het woord "2025" vervangen door het woord "2026";3° in § 3 wordt het woord "2025" vervangen door het woord "2026".
Art. 66.In artikel 59 van hetzelfde decreet, zoals gewijzigd bij het decreet van 2 december 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/02/1999 pub. 29/04/1999 numac 1999029177 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de ambten en bekwaamheidsbewijzen van de leden van het onderwijzend personeel in de Hogescholen ingericht of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap sluiten0, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het eerste lid worden de woorden "2025 tot en met 2027" vervangen door de woorden "2026 tot en met 2028".2° in lid 3 worden de woorden "2025 tot 2027" vervangen door de woorden "2026 tot 2028";3° lid 5 wordt vervangen door hetgeen volgt: "Vanaf het begrotingsjaar 2029 wordt het totaalbedrag van de in de vorige alinea's bedoelde allocaties voor het begrotingsjaar 2028, na indexering, geïntegreerd tot het bedrag van het aandeel van elk van hen in de verdeling van de studiepunten van het programma dat zij organiseren, in de financiering van de hogesholen bedoeld in artikel 10 van het decreet van 9 september 1996 betreffende de financiering van de door de Franse Gemeenschap georganiseerde of gesubsidieerde hogescholen, enerzijds, en in het variabele gedeelte van de financiering van de universiteiten bedoeld in artikel 29 van de voornoemde wet van 27 juli 1971, anderzijds.".
Art. 67.In artikel 60 van hetzelfde decreet, zoals gewijzigd bij het decreet van 2 december 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/02/1999 pub. 29/04/1999 numac 1999029177 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de ambten en bekwaamheidsbewijzen van de leden van het onderwijzend personeel in de Hogescholen ingericht of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap sluiten0, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in § 1, eerste lid, worden de woorden "2031 tot 2033" vervangen door de woorden "2032 tot 2034";2° in § 1, derde lid, worden de woorden "2031 tot 2033" vervangen door de woorden "2032 tot 2034";3° in § 1 wordt het vierde lid vervangen door wat volgt: "Vanaf het begrotingsjaar 2035 wordt het totaalbedrag van de in de vorige leden bedoelde allocaties voor het begrotingsjaar 2034, na indexering, geïntegreerd tot het bedrag van het aandeel van elk van hen in de verdeling van de studiepunten van de cursus die zij organiseren, in de financiering van de hogescholen bedoeld in artikel 10 van het decreet van 9 september 1996 betreffende de financiering van de door de Franse Gemeenschap georganiseerde of gesubsidieerde hogescholen, enerzijds, en in het variabele gedeelte van de financiering van de universiteiten bedoeld in artikel 29 van voornoemde wet van 27 juli 1971, anderzijds ";4° in § 2 wordt het woord "2034" vervangen door het woord "2035";5° in § 3 wordt het woord "2034" vervangen door het woord "2035".
Art. 68.Artikel 64 van het decreet wordt vervangen door de volgende tekst: "
Artikel 64.- Artikel 10 van het decreet van 9 september 1996 betreffende de financiering van de door de Franse Gemeenschap georganiseerde of gesubsidieerde hogescholen wordt als volgt vervolledigd: "Vanaf het begrotingsjaar 2026 wordt een bedrag bepaald in toepassing van artikel 58, § 1, vijfde lid, van het decreet van 7 februari 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/02/2019 pub. 07/03/2019 numac 2019040574 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende diverse maatregelen betreffende het hoger onderwijs sluiten tot vaststelling van de initiële lerarenopleiding, toegevoegd aan het bedrag bepaald in de vorige leden.
Vanaf het begrotingsjaar 2028 wordt het bedrag dat is vastgesteld overeenkomstig artikel 61, vijfde lid, van het decreet van 7 februari 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/02/2019 pub. 07/03/2019 numac 2019040574 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende diverse maatregelen betreffende het hoger onderwijs sluiten tot vaststelling van de initiële lerarenopleiding, toegevoegd aan het bedrag dat krachtens de vorige leden is vastgesteld.
Vanaf het begrotingsjaar 2029 wordt een bedrag, vastgesteld overeenkomstig artikel 59, vijfde lid, van het decreet van 7 februari 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/02/2019 pub. 07/03/2019 numac 2019040574 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende diverse maatregelen betreffende het hoger onderwijs sluiten tot vaststelling van de initiële lerarenopleiding, toegevoegd aan het bedrag, vastgesteld krachtens de voorgaande leden.
Vanaf het begrotingsjaar 2035 wordt een bedrag bepaald overeenkomstig artikel 60, § 1, vierde lid, van het decreet van 7 februari 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/02/2019 pub. 07/03/2019 numac 2019040574 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende diverse maatregelen betreffende het hoger onderwijs sluiten tot vaststelling van de initiële lerarenopleiding, toegevoegd aan het bedrag bepaald krachtens de voorgaande leden.
Art. 69.Artikel 65 van het decreet wordt vervangen door de volgende tekst "
Artikel 65.- Artikel 15 van hetzelfde decreet wordt aangevuld met een lid dat als volgt luidt "Vanaf het academiejaar 2023-2024 worden de opleidingen die worden georganiseerd in vakgebied 10bis, omschreven in artikel 83 van het Landschapsdecreet, ingedeeld in groep G."".
Art. 70.Artikel 66 van het decreet wordt vervangen door de volgende tekst: "
Artikel 66.- Artikel 17, lid 2, van hetzelfde decreet wordt als volgt aangevuld: "In verband met het decreet van 7 februari 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/02/2019 pub. 07/03/2019 numac 2019040574 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende diverse maatregelen betreffende het hoger onderwijs sluiten tot vaststelling van de initiële lerarenopleiding worden evenwel de volgende afwijkingen toegepast op de in de vorige leden vastgestelde berekeningswijzen: 1° voor de academiejaren 2023-2024 tot en met 2025-2026 wordt, voor de hogescholen die de eerste cyclus van de afdelingen 1 tot en met 3 van de initiële lerarenopleiding in co-diplomering organiseren, het aantal studenten dat ingeschreven is in de eerste cyclus van de afdelingen 1 tot en met 3 van vakgebied 10bis en in de cursussen voor de geaggregeerde van het lager secundair onderwijs of in de opleiding tot leraar lager of kleuteronderwijs van vakgebied 10, vervangen voor elke betrokken hogeschool, door het gemiddelde aantal studenten dat in de academiejaren 2020-2021 tot en met 2022-2023 is ingeschreven voor bacheloropleidingen geaggregeerde van het lager secundair onderwijs of in het basis- of kleuteronderwijs in vakgebied 10.De studenten in de afdelingen 1 tot en met 3 van vakgebied 10bis worden dus pas in aanmerking genomen vanaf de inschrijvingen in het academiejaar 2026-2027, die voor het eerst worden meegenomen in de berekening van de onderwijsopdrachteneenheden in de begroting 2028; 2° het aantal studenten in de specialisatiemaster lerarenopleiding georganiseerd als een co-diplomering graad wordt pas in rekening gebracht vanaf de inschrijving van het academiejaar 2024-2025, die voor het eerst deelnemen aan de berekening van de onderwijslopdrachteneenheden van de begroting 2026;3° het aantal studenten in de tweede cyclus van de afdelingen 1 tot en met 3 wordt pas in aanmerking genomen vanaf de inschrijving van het academiejaar 2027-2028;4° het aantal studenten ingeschreven in de opleiding die leidt tot de academische graad van master in het onderwijs afdeling 5 wordt pas in aanmerking genomen vanaf het academiejaar 2026-2027;5° het aantal studenten specialisatiemaster in het onderwijs, afdelingen 1 en 2, en het aantal studenten specialisatiemaster in het onderwijs, afdelingen 3, 4 en 5, worden pas in aanmerking genomen vanaf de inschrijvingen voor het academiejaar 2033-2034, die voor het eerst worden opgenomen in de berekening van de onderwijsopdrachteneenheden in de begroting 2035. De berekening van de driejaargemiddelden voor de studenten bedoeld in het vorige lid, 2° tot 5°, integreert voor de twee jaren voorafgaand aan het eerste jaar waarin zij in aanmerking worden genomen bij de berekening van de onderwijsopdrachteneenheden, het aantal studenten dat ingeschreven was in het eerste jaar van de organisatie van de studiecyclus.
Art. 71.Artikel 68 van hetzelde decreet wordt vervangen door de volgende tekst: "
Artikel 68.- In artikel 29 van de wet van 27 juli 1971 betreffende de financiering van en de controle op de universitaire instellingen, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° de volgende paragraaf 3quinquies wordt ingevoegd: " § 3quinquies.Ingevolge het decreet van 7 februari 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/02/2019 pub. 07/03/2019 numac 2019040574 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende diverse maatregelen betreffende het hoger onderwijs sluiten tot vaststelling van de initiële lerarenopleiding worden de volgende bedragen toegevoegd aan het variabele gedeelte bedoeld in § 2: - met ingang van het begrotingsjaar 2026, de bedragen met toepassing van de artikelen 57, vijfde lid, en 58, § 1, vijfde lid, van het voornoemde decreet van 7 februari 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/02/2019 pub. 07/03/2019 numac 2019040574 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende diverse maatregelen betreffende het hoger onderwijs sluiten; - met ingang van het begrotingsjaar 2029, een bedrag met toepassing van artikel 59, vijfde lid, van het voornoemde decreet van 7 februari 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/02/2019 pub. 07/03/2019 numac 2019040574 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende diverse maatregelen betreffende het hoger onderwijs sluiten. - met ingang van het begrotingsjaar 2035, een bedrag met toepassing van artikel 60, § 1, vierde lid, van het voornoemde decreet van 7 februari 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/02/2019 pub. 07/03/2019 numac 2019040574 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende diverse maatregelen betreffende het hoger onderwijs sluiten; - met ingang van het begrotingsjaar 2028, een bedrag met toepassing van artikel 61, vijfde lid, van het voornoemde decreet van 7 februari 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/02/2019 pub. 07/03/2019 numac 2019040574 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende diverse maatregelen betreffende het hoger onderwijs sluiten; 2° in paragraaf 5: a) aan lid 1 wordt het volgende toegevoegd: "In afwijking hiervan worden studenten die zijn ingeschreven voor vakgebied 10bis pas in aanmerking genomen vanaf het begrotingsjaar: - 2026 voor studenten van de eerste cyclus in de afdelingen 1 tot en met 3 van de initiële lerarenopleiding en studenten in de specialisatiemaster voor de lerarenopleiding; - 2028 voor studenten in de tweede cyclus die leidt tot een academische graad van master in het onderwijs afdeling 5; - 2029 voor studenten in de tweede cyclus van de afdelingen 1 tot en met 3 van de initiële lerarenopleiding; - 2035 voor studenten in de specialisatiemaster in het onderwijs afdelingen 1 en 2 en voor studenten in de specialisatiemaster in het onderwijs afdelingen 3, 4 en 5."; b) aan paragraaf 5 wordt een vierde lid toegevoegd, dat als volgt luidt: "Voor de berekening van de in het derde lid bedoelde vierjaargemiddelden worden de aantallen studenten van de afdelingen 1 tot en met 3 van vakgebied 10bis die in aanmerking worden genomen voor de jaren voorafgaand aan het jaar waarin zij in de berekening worden opgenomen, zoals bepaald in afwijking van het eerste lid, vastgesteld op de aantallen studenten die zijn ingeschreven in het derde jaar van de organisatie van de studiecyclus."".
Art. 72.Artikel 69 van hetzelfde decreet wordt vervangen door de volgende tekst: "
Artikel 69.- Artikel 29bis van dezelfde wet wordt aangevuld met een lid dat als volgt luidt: "Vanaf het academiejaar 2023-2024 wordt een wegingscoëfficiënt van 1,45 toegepast op financierbare studenten die zijn ingeschreven in vakgebied 10bis."".
Art. 73.Artikel 72 van hetzelfde decreet wordt vervangen door de volgende tekst: "
Artikel 72.- § 1. Studenten die vóór het academiejaar 2023-2024 zijn ingeschreven voor de studiecyclus bachelor kleuteronderwijzer, bachelor in het lager onderwijs, geaggregeerde bachelor lager secundair onderwijs of bachelor in de muziekopleiding, voltooien deze studiecyclus tijdens de academiejaren 2023-2024 en 2024-2025. § 2. Indien de studenten bedoeld in § 1 op het einde van het academiejaar 2024-2025 het academisch diploma behorende tot deze opleiding niet behaald hebben, beschikken zij over de academiejaren 2025-2026 en 2026-2027 om de ontbrekende onderwijseenheden te verwerven.
Indien zij aan het eind van het academiejaar 2026-2027 niet de academische graad hebben behaald die overeenkomt met de gevolgde studiecyclus, zetten zij hun studie voort in de studiecyclus die in dit decreet is omschreven. De overheid van de instelling stelt de verworven onderwijseenheden vast die in het kader van dit nieuwe leerplan worden gewaardeerd.
Met het oog op een goede voltooiing van de studies blijven de instellingen die in het academiejaar 2022-2023 minstens één van de in § 1 van dit artikel bedoelde cursussen organiseren, elk van de georganiseerde cursussen organiseren tot het einde van het academiejaar 2026-2027, voor zover minstens één student die vóór het academiejaar 2023-2024 bij hun instelling is ingeschreven, bij deze organisatie betrokken is.
Art. 74.In artikel 76 van hetzelfde decreet worden de woorden "artikel 51, 3° " vervangen door de woorden "artikel 54, 3° ".
Art. 75.In artikel 77, § 1, tweede lid, van hetzelfde decreet worden de woorden "2032-2033" vervangen door de woorden "2033-2034".
Art. 76.In artikel 77bis, m., van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 2 december 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/02/1999 pub. 29/04/1999 numac 1999029177 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de ambten en bekwaamheidsbewijzen van de leden van het onderwijzend personeel in de Hogescholen ingericht of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap sluiten0, worden de woorden "Menswetenschappen en opvoeding tot filosofie en burgerschap;" vervangen door de woorden "Menswetenschappen;".
Art. 77.In artikel 77ter van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 2 december 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/02/1999 pub. 29/04/1999 numac 1999029177 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de ambten en bekwaamheidsbewijzen van de leden van het onderwijzend personeel in de Hogescholen ingericht of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap sluiten0, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° De woorden " master onderwijsgeaggregeerde afdeling 5 " worden vervangen door de woorden " master onderwijs afdeling 5 ";2° na de woorden "verwijzende instellingen" wordt de volgende zin toegevoegd: "Deze co-diplomering brengt een hogeschool, de verwijzende instelling, en een of meer universiteiten, de partnerinstellingen, samen".
Art. 78.In artikel 78 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° de woorden "2025-2026" worden vervangen door de woorden "2026-2027";2° de woorden "2022-2023" worden vervangen door de woorden "2023-2024".
Art. 79.Artikel 89 van hetzelfde decreet wordt opgeheven.
Art. 80.In artikel 96 van hetzelfde decreet wordt het woord "2026" vervangen door het woord "2027".
Art. 81.In artikel 97 van hetzelfde decreet, zoals gewijzigd bij het decreet van 2 december 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/02/1999 pub. 29/04/1999 numac 1999029177 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de ambten en bekwaamheidsbewijzen van de leden van het onderwijzend personeel in de Hogescholen ingericht of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap sluiten0, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in lid 1 worden de volgende wijzigingen aangebracht: a) de woorden "2022-2023" worden vervangen door de woorden "2023-2024";b) de woorden "2023-2024" worden vervangen door de woorden "2024-2025";2° in lid 2 worden de woorden "2023-2024" vervangen door de woorden "2026-2027";3° in lid 5 worden de woorden "2022-2023" vervangen door de woorden "2023-2024"; 4° er wordt een zesde lid toegevoegd, luidend als volgt: "De opleiding die leidt tot het getuigschrift van begeleiding van opleidingen voor leraren in opleiding wordt georganiseerd vanaf het academiejaar 2023-2024.".
Art. 82.In artikel 98 van hetzelfde decreet, zoals vervangen bij het decreet van 2 december 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/02/1999 pub. 29/04/1999 numac 1999029177 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de ambten en bekwaamheidsbewijzen van de leden van het onderwijzend personeel in de Hogescholen ingericht of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap sluiten0, worden de woorden "2031-2032" vervangen door de woorden "2032-2033".
Art. 83.In artikel 99 van hetzelfde decreet worden de woorden "wordt uiterlijk bij de aanvang van het academiejaar 2022-2023 ten uitvoer gelegd" vervangen door de woorden "wordt georganiseerd vanaf het academiejaar 2023-2024".
Art. 84.In artikel 100 van hetzelfde decreet worden de woorden "tijdens het academiejaar 2020-2021" vervangen door de woorden "met het oog op de toepassing ervan vanaf het academiejaar 2023-2024".
Art. 85.Aan artikel 101 van hetzelfde decreet wordt het volgende toegevoegd: "met uitzondering van de artikelen 85 en 87, die in werking treden met ingang van het academiejaar 2028-2029, en artikel 91, dat in werking treedt met ingang van het academiejaar 2025-2026.". HOOFDSTUK 8. - Bepalingen tot wijziging van het decreet van 2 december 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/02/1999 pub. 29/04/1999 numac 1999029177 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de ambten en bekwaamheidsbewijzen van de leden van het onderwijzend personeel in de Hogescholen ingericht of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap sluiten0 tot wijziging van het decreet van 7 november 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/11/2013 pub. 18/12/2013 numac 2013029625 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot bepaling van het hogeronderwijslandschap en de academische organisatie van de studies sluiten tot bepaling van het hoger onderwijslandschap en de academische studieorganisatie en andere wetgevingsregels betreffende het hoger onderwijs
Art. 86.In artikel 26 van hetzelfde decreet worden na lid 1 twee leden ingevoegd, die als volgt luiden: "De in de eerste cyclus ingeschreven studenten die op het einde van het academiejaar 2021-2022 minstens 45 studiepunten van blok 1 hebben verworven, worden geacht hun studies voort te zetten en zijn in het academiejaar 2022-2023 en, in voorkomend geval, in de volgende jaren onderworpen aan artikel 100, § 2, van hetzelfde decreet, voor zover zij hun studies in dit programma niet onderbreken aan een instelling die onder het gezag van de Franse Gemeenschap staat.
In het academiejaar 2022-2023 kan de examencommissie een pre-rekwisiet onderwijseenheid omvormen tot een co-rekwisiet onderwijseenheid voor een student die deze omvorming heeft genoten zonder deze onderwijseenheid te hebben verworven in het academiejaar 2021-2022.
Art. 87.In artikel 27 van het decreet van 2 december 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/02/1999 pub. 29/04/1999 numac 1999029177 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de ambten en bekwaamheidsbewijzen van de leden van het onderwijzend personeel in de Hogescholen ingericht of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap sluiten0 tot wijziging van het decreet van 7 november 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/11/2013 pub. 18/12/2013 numac 2013029625 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot bepaling van het hogeronderwijslandschap en de academische organisatie van de studies sluiten tot bepaling van het hoger onderwijslandschap en de academische studieorganisatie en andere wetgevingsregels betreffende het hoger onderwijs, worden de woorden "in een opleiding in de Franse Gemeenschap op het ogenblik van de inwerkingtreding van dit decreet" vervangen door de woorden "in een opleiding gedurende de laatste vijf academiejaren voorafgaand aan de inwerkingtreding van dit decreet".
TITEL II - Bepalingen betreffende het onderwijs voor sociale promotie HOOFDSTUK 1 - Bepalingen tot wijziging van het decreet van 16 april 1991 houdende de organisatie van het onderwijs voor sociale promotie
Art. 88.In artikel 5bis van het decreet van 16 april 1991 houdende de organisatie van het onderwijs voor sociale promotie, wordt punt 15° vervangen door wat volgt: "15° hybride onderwijs: een onderwijsvorm waarbij face-to-face- en afstandsonderwijsactiviteiten worden gecombineerd door gebruik te maken van verschillende pedagogische en digitale instrumenten die communicatie, interactie en samenwerking met en tussen studenten mogelijk maken.
Deze leermethode kan een combinatie zijn van synchrone en asynchrone leermomenten. Hybride onderwijs kan ook co-modaal leren omvatten, d.w.z. leren waarbij face-to-face- en afstandsonderwijs gelijktijdig plaatsvinden".
Art. 89.In artikel 36bis, § 2, punt 5, van hetzelfde decreet worden de woorden "via e-learning" vervangen door de woorden: "via hybride onderwijs".
Art. 90.Artikel 120 van hetzelfde decreet wordt vervangen door de volgende tekst: "
Artikel 120.- § 1. Onder de door de regering vastgestelde voorwaarden kunnen instellingen voor sociaal onderwijs onderwijseenheden via hybride onderwijs organiseren. § 2. Het aantal lestijden in het pedagogische dossier van de door middel van hybride onderwijs georganiseerde onderwijseenheid wordt ontleend aan de lestijdendotatie van de betrokken instellingen overeenkomstig de artikelen 82 tot en met 93 en 102. § 3. Het aantal lestijden-leerling voor via hybride onderwijs georganiseerde onderwijseenheden wordt verkregen door het aantal lestijden van deze onderwijseenheden, met uitzondering van bijzondere gevallen, die door alle regelmatige studenten worden bijgewoond, bij elkaar op te tellen. § 4. Het aantal gewogen lestijden-leerling voor onderwijseenheden die via hybride onderwijs worden georganiseerd, wordt op dezelfde manier berekend als het aantal gewogen lestijden-leerling voor onderwijseenheden die via face-to-face onderwijs worden georganiseerd. § 5. Het feit dat onderwijseenheden worden gevolgd via hybride onderwijs verandert niets aan de voorwaarden inzake regelmatigheid van de leerlingen die in aanmerking worden genomen voor de toekenning van de in artikel 35 bedoelde middelen. § 6. Het volgen van onderwijseenheden via hybride onderwijs wijzigt niet de bedragen van de inschrijvingsrechten noch de vrijstellingen van deze rechten die van kracht zijn in het onderwijs voor sociale promotie georganiseerd of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap.".
Art. 91.In artikel 120decies van hetzelfde decreet worden in lid 1 de woorden "in E-learning" vervangen door de woorden: "geïntegreerd in een hybride opleiding". HOOFDSTUK 2 - Bepalingen tot wijziging van de wet van 29 mei 1959 houdende wijziging van bepaalde bepalingen van de onderwijswetgeving
Art. 92.De volgende wijzigingen worden aangebracht in artikel 12, § 3, negende lid, van de wet van 29 mei 1959 tot wijziging van bepaalde bepalingen van de onderwijswetgeving: 1° in het laatste streepje worden de woorden en het teken "een overheidsinstantie" vervangen door de woorden "een overheidsdienst;" 2° de volgende streepjes worden toegevoegd: "personen die zich hebben ingeschreven voor cursussen Frans als vreemde taal op of onder niveau A2 van het gemeenschappelijk Europees referentiekader voor talen; - personen die zich inschrijven voor onderwijseenheden alfabetisering en andere op lager secundair niveau ingedeelde onderwijseenheden waarvoor het CEB niet de vereiste kwalificatie is in plaats van de vereiste voorkennis.". HOOFDSTUK 3 - Bepalingen tot wijziging van de wet van 21 juni 1985Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/06/1985 pub. 15/02/2012 numac 2012000076 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de technische eisen waaraan elk voertuig voor vervoer te land, de onderdelen ervan, evenals het veiligheidstoebehoren moeten voldoen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende het onderwijs
Art. 93.In het opschrift van hoofdstuk VII van de wet van 21 juni 1985Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/06/1985 pub. 15/02/2012 numac 2012000076 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de technische eisen waaraan elk voertuig voor vervoer te land, de onderdelen ervan, evenals het veiligheidstoebehoren moeten voldoen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende het onderwijs, worden de woorden "en het niet-universitair hoger onderwijs" geschrapt.
Art. 94.In artikel 58 van dezelfde wet worden de woorden "en het niet-universitair hoger onderwijs" geschrapt. HOOFDSTUK 4 - Bepalingen tot wijziging van het besluit van de Executieve van de Franse Gemeenschap van 25 september 1991 houdende uitvoering van de artikelen 59, 60 en 61 van de wet van 21 juni 1985Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/06/1985 pub. 15/02/2012 numac 2012000076 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de technische eisen waaraan elk voertuig voor vervoer te land, de onderdelen ervan, evenals het veiligheidstoebehoren moeten voldoen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende het onderwijs
Art. 95.In artikel 1 van het besluit van de Executieve van de Franse Gemeenschap van 25 september 1991 houdende uitvoering van de artikelen 59, 60 en 61 van de wet van 21 juni 1985Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/06/1985 pub. 15/02/2012 numac 2012000076 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de technische eisen waaraan elk voertuig voor vervoer te land, de onderdelen ervan, evenals het veiligheidstoebehoren moeten voldoen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende het onderwijs, wordt een nieuw punt 5° quater ingevoegd, luidend als volgt: "5° quater alsmede leerlingen en studenten die in België mogen verblijven terwijl zij subsidiaire bescherming of tijdelijke bescherming genieten door toepassing van de bepalingen van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen;".
Art. 96.In hetzelfde besluit wordt artikel 2, 3°, opgeheven. HOOFDSTUK 5 - Bepaling tot wijziging van het decreet van 31 maart 2022Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/02/1999 pub. 29/04/1999 numac 1999029177 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de ambten en bekwaamheidsbewijzen van de leden van het onderwijzend personeel in de Hogescholen ingericht of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap sluiten1 betreffende de aanpassing van het jaarritme van de scholen voor gewoon, gespecialiseerd basis- en secundair onderwijs, secundair kunstonderwijs met beperkt leerplan en voor sociale promotie en betreffende de begeleidingsmaatregelen voor de vrijetijdsopvang
Art. 97.In artikel 226, eerste lid, van het decreet van 31 maart 2022Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/02/1999 pub. 29/04/1999 numac 1999029177 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de ambten en bekwaamheidsbewijzen van de leden van het onderwijzend personeel in de Hogescholen ingericht of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap sluiten1 betreffende de aanpassing van het jaarritme van de scholen voor gewoon, gespecialiseerd basis- en secundair onderwijs, secundair kunstonderwijs met beperkt leerplan en voor sociale promotie en betreffende de begeleidingsmaatregelen voor de vrijetijdsopvang, worden de woorden "In het leerplicht- en gespecialiseerd basis- en secundair onderwijs, in het secundair kunstonderwijs met beperkt leerplan," vervangen door de woorden "In het gewoon en gespecialiseerd basis- en secundair onderwijs, in het secundair kunstonderwijs met beperkt leerplan en in het onderwijs voor sociale promotie,".
TITEL III - Bepalingen betreffende wetenschappelijk onderzoek HOOFDSTUK 1 - Bepalingen met betrekking tot diverse subsidies inzake wetenschappelijk onderzoek Afdeling 1 - Financiering van reisbeurzen voor doctoraalscripties
Art. 98.De regering kent elk jaar een bedrag van 162.000 euro toe aan de universiteiten die door de Franse Gemeenschap worden georganiseerd of gesubsidieerd.
Dit bedrag wordt over de universiteiten verdeeld volgens de verdeelsleutel bepaald in artikel 6 van het decreet van 30 januari 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 30/01/2014 pub. 12/05/2014 numac 2014029278 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de financiering van onderzoek in de universiteiten sluiten betreffende de financiering van onderzoek in de universiteiten.
De subsidie is bestemd voor verblijven van middellange duur, d.w.z. van minimaal 2 maanden tot maximaal 6 maanden, in een gaststructuur buiten de Franse Gemeenschap, ten behoeve van universitaire onderzoekers die een doctoraalscripties voorbereiden.
Art. 99.§ 1. De laureaten van de reisbeurzen worden binnen elke universiteit aangewezen door middel van een openbare oproep tot het indienen van aanvragen, waarin de selectiecriteria en de weging daarvan duidelijk worden vermeld.
Elke universiteit stelt haar eigen selectietijdschema en inschrijvingsprocedures vast. § 2. Overeenkomstig de algemene criteria en de volgende weging komen de universiteiten de specifieke criteria overeen aan de hand waarvan de door de aanvragers ingediende projecten worden gerangschikt. De projecten worden gerangschikt aan de hand van de algemene criteria en de volgende weging, zonder dat het totale gewicht van deze 3 criteria meer dan 100% bedraagt: 1° het profiel van de kandidaat (tussen 30 en 50%);2° het voorgedragen onderzoeksproject (tussen 30 en 50%);3° de impact op de internationalisering van de universiteit (tussen 30 en 50%). De subsidies worden verdeeld in de volgorde waarin de kandidaten zijn gerangschikt, te beginnen met de hoogst gerangschikte tot de subsidie is uitgeput door toepassing van de artikelen 96 en 98.
Art. 100.De in artikel 98 bedoelde subsidies worden gebruikt ter dekking van de volgende subsidiabele kosten: 1° inschrijvingsgeld (binnen een universiteit gevestigd buiten België) voor colloquia en seminaries;2° de vervoerskosten naar en van de woonplaats en de plaats van verblijf;3° verblijfskosten;4° de kosten voor het verkrijgen van een VISA.
Art. 101.De kandidaat moet op het ogenblik van de indiening van de aanvraag ingeschreven zijn in het doctoraatsprogramma van de universiteit die de oproep tot het indienen van aanvragen doet. Hij mag zijn doctoraalscriptie niet vóór het einde van het verblijf in het buitenland hebben verdedigd.
Het verblijf in het buitenland moet plaatsvinden tussen 1 mei van het jaar waarin de oproep tot het indienen van aanvragen wordt bekendgemaakt en 14 september van het daaropvolgende jaar.
Een laureaat kan gedurende zijn gehele doctoraalscriptie slechts één reisbeurs als bedoeld in artikel 98 ontvangen. Kandidaten aan wie geen reisbeurs is toegekend, hebben het recht bij een volgende oproep opnieuw een aanvraag in te dienen.
Aanvullende financiering door andere hulpinstanties is toegestaan op voorwaarde dat het niet om een forfaitair bedrag gaat en dat er geen sprake is van dubbele financiering van de reisbeurs als bedoeld in artikel 98.
Art. 102.Het maximumbedrag dat per doctoraatsstudent wordt toegekend, is 4.000 euro voor een verblijf in een land van de Europese Unie en 5.000 euro voor een verblijf buiten de Europese Unie.
Art. 103.De universiteit is verantwoordelijk voor de betaling van de reisbeurs op de bankrekening van de laureaten.
De betaling geschiedt in twee schijven: 1° de eerste schijf komt overeen met 70 % van het bedrag van de beurs en wordt betaald nadat de begunstigde een kopie van zijn vervoerbewijs naar de ontvangende structuur heeft gestuurd;2° de tweede schijf stemt overeen met het saldo en wordt betaald na voorlegging van een verslag over het verblijf en van de originele bewijsstukken. Het verslag van het bezoek is bedoeld om na te gaan in hoeverre de voor het bezoek gestelde doelen zijn bereikt.
De universiteiten maken afspraken over de punten die in het verslag van het verblijf moeten worden opgenomen. Afdeling 2 - Financiering van de deelname aan vergaderingen voor
uitwisselingen tussen onderzoekers in het kader van hun onderzoekswerkzaamheden
Art. 104.§ 1 De regering trekt jaarlijks 168.000 euro uit voor de financiering van de organisatie van bijeenkomsten, of de deelname van onderzoekers aan bijeenkomsten, die een ontmoeting en een uitwisseling tussen vakgenoten mogelijk maken over onderzoek dat ontwikkeld is in instellingen voor hoger onderwijs die georganiseerd of gesubsidieerd worden door de Franse Gemeenschap, zoals bedoeld in de artikelen 10, 11 en 12 van het decreet van 7 november 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/11/2013 pub. 18/12/2013 numac 2013029625 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot bepaling van het hogeronderwijslandschap en de academische organisatie van de studies sluiten tot bepaling van het hoger onderwijslandschap en de academische studieorganisatie.
Om voor de in paragraaf 1, eerste lid, bedoelde subsidie in aanmerking te komen, moeten de bijeenkomsten bijdragen tot het delen en uitwisselen van kennis die voortvloeit uit het onderzoek. Deze bijeenkomsten moeten een openbaar karakter hebben en kunnen zowel rechtstreeks als virtueel worden georganiseerd. Zij moeten vooraf op een aan hun aard aangepaste wijze worden bekendgemaakt. In geen geval mogen vergaderingen worden beperkt tot de deelname van onderzoekers van één instelling. Populairwetenschappelijke activiteiten, conferenties of voorstellingen zonder deskundig publiek zijn uitgesloten.
Bij de in lid 1 bedoelde bijeenkomsten kunnen belanghebbenden van buiten de rechtstreeks bij het onderzoeksproces betrokken instellingen voor hoger onderwijs worden betrokken. § 2. Het in paragraaf 1, eerste lid, bedoelde bedrag wordt als volgt over de verschillende categorieën begunstigden verdeeld: 1° 6.000 euro voor alle hogere kunstscholen bedoeld in artikel 12 van het decreet van 7 november 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/11/2013 pub. 18/12/2013 numac 2013029625 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot bepaling van het hogeronderwijslandschap en de academische organisatie van de studies sluiten tot bepaling van het hoger onderwijslandschap en de academische studieorganisatie; 2° 15.000 euro voor alle instellingen voor hoger onderwijs bedoeld in artikel 11 van het decreet van 7 november 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/11/2013 pub. 18/12/2013 numac 2013029625 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot bepaling van het hogeronderwijslandschap en de academische organisatie van de studies sluiten tot bepaling van het hoger onderwijslandschap en de academische studieorganisatie; 3° 51.000 euro voor de Université catholique de Louvain; 4° 7.500 euro voor de Université de Namur; 5° 3.000 euro voor de Université Saint-Louis - Bruxelles; 6° 40.500 euro voor de Université libre de Bruxelles; 7° 9.000 euro voor de Université de Mons; 8° 36.000 euro voor de Université de Liège.
Het bedrag bedoeld in § 2, eerste lid, 1°, wordt toegekend aan een organisatie die tot doel heeft alle hogere kunstscholen te federeren, bedoeld in artikel 12 van het decreet van 7 november 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/11/2013 pub. 18/12/2013 numac 2013029625 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot bepaling van het hogeronderwijslandschap en de academische organisatie van de studies sluiten tot bepaling van het hoger onderwijslandschap en de academische studieorganisatie.
Het bedrag bedoeld in § 2, eerste lid, 2°, wordt toegekend aan een organisatie die tot doel heeft alle hogescholen bedoeld in artikel 11 van het decreet van 7 november 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/11/2013 pub. 18/12/2013 numac 2013029625 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot bepaling van het hogeronderwijslandschap en de academische organisatie van de studies sluiten tot bepaling van het hoger onderwijslandschap en de academische studieorganisatie, te federeren.
De in § 2, leden 2 en 3, bedoelde organisaties hebben tot opdracht: 1° het bevorderen van onderzoek en innovatie van de instellingen die zij vertegenwoordigen;2° het versterken van de netwerkvorming van onderzoeksactoren uit deze instellingen, zoals docenten, onderzoekers en studenten;3° de belangen van deze instellingen te verdedigen;4° de onderzoeksactoren van deze instellingen te ondersteunen bij het opzetten van projecten, het onderhandelen over onderzoeks- en ontwikkelingsovereenkomsten, en het beschermen, exploiteren en promoten van de resultaten. De in § 2, leden 2 en 3 bedoelde organisaties zijn verantwoordelijk voor het uitschrijven van een oproep tot het indienen van projecten voor de instellingen die zij vertegenwoordigen en voor de verdeling van de ontvangen subsidie over de succesvolle aanvragers volgens de procedures van de artikelen 105 tot 110.
Art. 105.Elke onderzoeker die personeelslid is van een instelling voor hoger onderwijs die door de Franse Gemeenschap wordt georganiseerd of gesubsidieerd, en elke onderzoeker die door het F.R.S.-FNRS wordt gefinancierd, komt in aanmerking voor de subsidie bedoeld in artikel 104, onder de volgende voorwaarden: 1° de kandidaat legt een mededeling voor op een vergadering bedoeld in artikel 104, § 1;2° de kandidaat wordt door de organisatoren van de vergadering uitgenodigd om op te treden als moderator, voorzitter of sessievoorzitter;3° de kandidaat is lid van het organisatiecomité van de vergadering. Onder mededeling wordt verstaan een presentatie voor een groep onderzoekers tijdens een conferentie, seminarie of andere bijeenkomst, in de vorm van schriftelijke of mondelinge informatie.
Art. 106.Het voornaamste doel van de in artikel 104 bedoelde bijeenkomst moet de verspreiding en uitwisseling van onderzoekskennis onder vakgenoten zijn.
Bovendien kan de bijeenkomst educatieve of opleidingsdoelstellingen hebben.
Vergaderingen kunnen face-to-face of virtueel worden georganiseerd.
Alle formele vormen van communicatie zijn aanvaardbaar, afhankelijk van inzonderheid de wetenschappelijke vakken en de kunstgebieden, het soort onderzoek (fundamenteel, strategisch of toegepast wetenschappelijk onderzoek en kunstonderzoek) en het betrokken publiek (publiek van vakgenoten, of met inbegrip van gebruikers of burgers).
Bijeenkomsten die niet specifiek gericht zijn op spillovereffecten voor de deelnemer, kunnen in het kader van dit financieringsinstrument niet worden gesteund. Spinovereffecten worden gedefinieerd als een verbetering van cognitieve en intellectuele vaardigheden en bekwaamheden die waarde toevoegen aan de verschillende aspecten van het werk van de onderzoeker.
Art. 107.De in artikel 104 bedoelde bijeenkomsten moeten in de eerste plaats bestemd zijn voor een internationaal onderzoekpubliek, tenzij het nationale karakter van de bijeenkomst gerechtvaardigd is om wetenschappelijke, artistieke en/of technologische, economische, sociale en/of culturele redenen.
De term internationale onderzoekers verwijst naar onderzoekers die actief zijn in verschillende landen buiten België.
Populairwetenschappelijke activiteiten, lezingen of voorstellingen zonder deskundig publiek zijn uitgesloten van de in artikel 104 bedoelde financiering.
Art. 108.De in artikel 104 bedoelde financiering bestaat uit een vast bedrag van 500 euro indien de vergadering plaatsvindt op het grondgebied van de Europese Unie of op afstand, en 1.500 euro indien de vergadering plaatsvindt buiten het grondgebied van de Europese Unie.
Art. 109.De in artikel 104 bedoelde middelen worden gebruikt ter dekking van de volgende uitgaven: 1° voor de deelname aan de vergaderingen bedoeld in artikel 104, § 1: de verblijfs-, reis-, arbeids- en materiële kosten, de inschrijvingsgelden;2° voor de organisatie van vergaderingen bedoeld in artikel 104, eerste lid, de secretariaats- en tolkkosten, de kosten met betrekking tot de materiële organisatie, met inbegrip van de kosten voor het vertonen of presenteren van voorstellingen;3° voor deelneming en organisatie: de productie van promotiemateriaal voor podcasts, de publicatie van handelingen in verband met de bijeenkomst alleen indien deze rechtstreeks toegankelijk zijn in open access overeenkomstig het decreet van 3 mei 2018Relevante gevonden documenten type decreet prom. 03/05/2018 pub. 28/05/2018 numac 2018031080 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende het invoeren van een open access-beleid inzake wetenschappelijke publicaties sluiten tot vaststelling van een beleid van vrije toegang tot wetenschappelijke publicaties (open access). De in artikel 108 bedoelde subsidie kan niet dienen ter dekking van het programma van sociale activiteiten die eventueel verbonden zijn aan de organisatie van de bijeenkomst.
Art. 110.Een eerste selectie wordt gemaakt door de universiteiten en de in artikel 104, § 2, tweede en derde lid, bedoelde organisaties, die beperkte lijsten van vergaderingen toezenden aan de met het onderwijs belaste administratie.
In geen geval mogen de voorstellen de toegewezen begroting als vermeld in artikel 106 overschrijden.
De administratie gaat na of aan de voorwaarden van de artikelen 104 tot en met 109 is voldaan.
De wijze van indiening wordt bepaald door de begunstigde van de subsidie. De eindbegunstigde moet echter aantonen dat er geen sprake is van overlapping van financiering met andere financieringsbronnen die hij heeft ontvangen.
TITEL IV - Slotbepaling
Art. 111.Dit decreet treedt in werking met ingang van het academiejaar 2022-2023.
In afwijking van lid 1: 1° de artikelen 4, 27, 93, 94 en 96 treden in werking met ingang van het academiejaar 2023-2024;2° artikel 45, 1°, heeft uitwerking met ingang van het academiejaar 2021-2022;3° de artikelen 45, 2°, en 46 hebben uitwerking met ingang van 1 september 2021;4° de artikelen 53, 92 en 95 hebben uitwerking met ingang van 4 maart 2022. Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Brussel, 20 juli 2022.
De Minister-President, P.-Y. JEHOLET De Vicepresident en Minister van Begroting, Ambtenarenzaken, Gelijke kansen en het Toezicht op Wallonie-Bruxelles Enseignement, F. DAERDEN De Vicepresidente en Minister van Kind, Gezondheid, Cultuur, Media en Vrouwenrechten, B. LINARD De Minister van Hoger Onderwijs, Onderwijs voor sociale promotie, Universitaire ziekenhuizen, Hulpverlening aan de jeugd, Justitiehuizen, Jeugd, Sport en de Promotie van Brussel, V. GLATIGNY De Minister van Onderwijs, C. DESIR _______ Nota Integraal verslag. - Bespreking en aanneming. - Vergadering van 16 juni 2021.
Zitting 2021-2022 Stukken van het Parlement. Ontwerp van decreet, nr. 418-1. - Amendement(en) in de commissie, nr. 418-2 - Verslag van de commissie, nr. 418-3 - Tekst aangenomen in de commissie, nr. 418-4 - Tekst aangenomen tijdens de plenaire vergadering, nr. 418-5 Volledig verslag. - Bespreking en goedkeuring. - Vergadering van 19 juli 2022