Etaamb.openjustice.be
Decreet van 11 april 2014
gepubliceerd op 11 augustus 2014

Decreet houdende wijziging van verschillende bepalingen inzake hoger onderwijs

bron
ministerie van de franse gemeenschap
numac
2014029370
pub.
11/08/2014
prom.
11/04/2014
ELI
eli/decreet/2014/04/11/2014029370/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

11 APRIL 2014. - Decreet houdende wijziging van verschillende bepalingen inzake hoger onderwijs (1)


Het Parlement van de Franse Gemeenschap heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt : TITEL I. - Niet-universitair hoger onderwijs HOOFDSTUK I. - Bepalingen houdende wijziging van het koninklijk besluit van 27 juni 1974 waarbij op 1 april 1972 worden vastgelegd de schalen verbonden aan de ambten van de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel, van het opvoedend hulppersoneel en van het paramedisch personeel bij de rijksonderwijsinrichtingen, aan de ambten van de leden van de inspectiedienst, belast met het toezicht op deze inrichtingen en aan de ambten van de leden van de inspectiedienst van het schriftelijk onderwijs en het gesubsidieerd lager onderwijs, en de schalen verbonden aan de graden van het personeel van de psycho-medisch-sociale centra van de Staat

Artikel 1.In artikel 2, hoofdstuk E', § 1, van het koninklijk besluit van 27 juni 1974 waarbij op 1 april 1972 worden vastgelegd de schalen verbonden aan de ambten van de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel, van het opvoedend hulppersoneel en van het paramedisch personeel bij de rijksonderwijsinrichtingen, aan de ambten van de leden van de inspectiedienst, belast met het toezicht op deze inrichtingen en aan de ambten van de leden van de inspectiedienst van het schriftelijk onderwijs en het gesubsidieerd lager onderwijs, en de schalen verbonden aan de graden van het personeel van de psycho-medisch-sociale centra van de Staat, zoals gewijzigd, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° het punt 1° wordt door de volgende bepaling vervangen : "1.Assistent 415 a) de titularissen van het ambt assistent die tijdelijk aangesteld of geworven worden, genieten een bezoldiging die steeds gelijk is aan het bedrag van het minimum van de loonschaal; b) vanaf 1 januari 2011, genieten de titularissen van het ambt assistent die vast benoemd of aangeworven zijn, een bezoldiging die, op deze datum, niet hoger mag zijn dan het minimum van de loonschaal die overeenstemt met 9 jaar barema-anciënniteit."; 2° een punt 1bis wordt toegevoegd : "1bis.Docent 415 Vanaf 1 januari 2011, genieten de titularissen van het ambt docent een bezoldiging die, op deze datum, niet hoger mag zijn dan het minimum van de loonschaal die overeenstemt met 6 jaar barema-anciënniteit.". HOOFDSTUK II. - Bepalingen houdende wijziging van het decreet van 5 augustus 1995 houdende de algemene organisatie van het hoger onderwijs in hogescholen

Art. 2.In artikel 1, van het decreet van 5 augustus 1995 houdende de algemene organisatie van het hoger onderwijs in hogescholen, wordt een punt 28° toegevoegd, luidend als volgt : "28° organen voor plaatselijk overleg : de Ondernemingsraad, de Plaatselijke paritaire commissie (COPALOC - Commission paritaire locale), het Basisoverlegcomité (COCOBA - Comité de concertation de base). ".

Art. 3.In artikel 63, § 1, van hetzelfde decreet, wordt een 14°, luidend als volgt, toegevoegd : "14° het advies van de organen voor plaatselijk overleg.".

Art. 4.In artikel 65, derde lid, van hetzelfde decreet, worden de woorden "en de toewijzing van de personeelsleden" geschrapt.

Art. 5.In artikel 66 van hetzelfde decreet, wordt het punt 3° door de volgende bepaling vervangen, luidend als volgt : "3° van vier personeelsleden van de hogeschool, in vast verband benoemd of tijdelijk aangeworven voor onbepaalde duur in de hogeschool met minstens zes jaar anciënniteit, die de vakorganisaties vertegenwoordigen die in het Comité van de sector IX zetelen in evenredigheid met hun gewicht in de hogeschool, waarbij elke organisatie over ten minste één mandaat beschikt, en die aan de Regering door de betrokken vakorganisaties worden voorgelegd;".

Art. 6.In artikel 67 van hetzelfde decreet, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° het derde lid wordt door de volgende bepaling vervangen : "Voor de toepassing van het vorige lid worden enkel in aanmerking genomen de personeelsleden die minstens een tiende van een volledige uurregeling in de hogeschool presteren op de datum van de sluiting van de verkiezingslijsten.Wordt als personeelslid beschouwd elk lid van het statutair personeel of elke persoon die in contractueel verband staat met de hogeschool gedurende elk van de drie jaren voorafgaand aan de datum van sluiting van de verkiezingslijsten. Een personeelslid is enkel op één stem gerechtigd."; 2° het vierde lid wordt door de volgende bepaling vervangen : "Het mandaat van Directeur-Voorzitter heeft een vernieuwbare duur van vijf jaar en is onverenigbaar met het mandaat van Categoriedirecteur. De Regering kan afwijken van de onverenigbaarheid bedoeld bij het vorige lid op met redenen omklede aanvraag van de academische overheid van de hogeschool. De aanvraag moet het advies van de organen voor plaatselijk overleg bevatten.".

Art. 7.Er wordt een artikel 69bis ingevoegd in hetzelfde decreet, luidend als volgt : "Voor de hogescholen gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap, bepaalt de Regering de nadere regels van werking en verkiezing van het Directiecollege en van de Categorieraad.".

Art. 8.Artikel 68bis van hetzelfde decreet wordt door de volgende bepaling vervangen : "

Art. 68bis.Wanneer de financiële situatie van de hogeschool die is ingericht door de Franse Gemeenschap of wanneer de eerbiediging van de wetten, decreten en verordeningen dit vereisen, kan de minister van het hoger onderwijs of, desgevallend, de hiertoe door de Regering aangewezen afgevaardigde, het betrokken beheersorgaan verplichten zich te beraden over ieder vraagstuk dat hij bepaalt en binnen de termijn die hij vastlegt.

Wanneer deze termijn verstreken is en het beheersorgaan geen beslissing genomen heeft of wanneer de minister of de door de Regering aangewezen afgevaardigde niet akkoord gaat met de door dit orgaan genomen beslissing, kan de Regering of de door de Regering aangewezen afgevaardigde de beslissing nemen in plaats van het beheersorgaan.".

Art. 9.In hetzelfde decreet wordt een artikel 68ter toegevoegd : "

Art. 68ter.§ 1. Onverminderd artikel 68, wanneer de financiële toestand van de door de Franse Gemeenschap ingerichte hogeschool of de inachtneming van de wetten, decreten en reglementen het vergen, kan de Minister bevoegd voor het hoger onderwijs of, desgevallend, de daartoe door de Regering aangewezen afgevaardigde, een voorlopige administrateur en/of een begeleidingscomité aanstellen.

De voorlopige administrateur en/of het begeleidingscomité oefenen hun opdrachten uit onverminderd deze van de Regeringscommissaris. Hun opdrachten vullen elkaar aan. § 2. De voorlopige administrateur is geen personeelslid van de hogeschool en heeft geen functioneel of persoonlijk belang bij het beheer van deze.

Hij wordt voor een periode van maximum één jaar aangewezen. De minister of de door de Regering aangewezen afgevaardigde, kan op elk ogenblik een einde stellen aan zijn opdracht.

Binnen de door de minister of door de Regering aangewezen afgevaardigde bepaalde perken, treedt de voorlopige administrateur in de plaats van de beheersorganen van de hogeschool, de Directeur-Voorzitter en/of de Categoriedirecteurs en wordt hij de afgevaardigde ordonnateur.

Een keer per maand brengt de voorlopige administrateur verslag uit bij de raad van bestuur over de maatregelen die hij meent te treffen in het kader van zijn opdracht. § 3. Het begeleidingscomité is een collegiaal orgaan samengesteld uit minstens twee personen die geen personeelslid zijn van de hogeschool en geen functioneel of persoonlijk belang bij het beheer van deze hebben. Het wordt voor een periode van maximum één jaar aangewezen. De minister of de door de Regering aangewezen afgevaardigde, kan op elk ogenblik een einde stellen aan zijn opdracht.

Het begeleidingscomité kan met de volgende opdrachten belast worden : 1° een raadgevende opdracht en een opdracht als administratieve en organisatiesteun aan de beheersorganen van de hogeschool, de Directeur-Voorzitter en/of de Categoriedirecteurs;2° een voogdijopdracht over geheel of deel van de opdrachten van de hogeschool, de Directeur-Voorzitter en/of de Categoriedirecteurs;3° een informatieopdracht bij de minister of de door de Regering aangewezen afgevaardigde over geheel of deel van het beheer en de werking van de hogeschool, alsook de staat van zijn patrimonium;4° een opdracht van administratief onderzoek. In het geval bedoeld bij 2°, binnen de perken en onder de voorwaarden bepaald door de minister of de afgevaardigde aangewezen door de Regering leggen de beheersorganen van de hogeschool, de Directeur-Voorzitter en/of de Categoriedirecteurs hun beslissingen aan het voorafgaande visum van het begeleidingscomité voor. § 4. Gedurende hun mandaat brengen de voorlopige administrateur en het begeleidingscomité verslag aan de minister of de door de Regering aangewezen afgevaardigde uit over het verloop van hun opdracht.

Op het einde van hun mandaat zenden de voorlopige administrateur en het begeleidingscomité een schriftelijk verslag aan de minister of de door de Regering aangewezen afgevaardigde toe over het verloop van hun opdracht en de geldelijke toestand van de hogeschool. § 5. In het kader van de uitoefening van hun opdracht hebben de voorlopige administrateur en het begeleidingscomité toegang tot enig document, wat ook de drager, betreffende het beheer en de werking van de hogeschool, haar categorieën of haar patrimonium.

De leden van de beheersorganen, de Directeur-Voorzitter, de Categoriedirecteurs en de personeelsleden van de hogeschool werken samen met het begeleidingscomité en de voorlopige administrateur.

In het kader van de uitoefening van de opdracht bedoeld bij paragraaf 3, 4°, organiseert het begeleidingscomité hoorzittingen met inachtneming van het tegenspraakbeginsel en stelt processen-verbaal op. Het begeleidingscomité licht de leden van de beheersorganen, de Directeur-Voorzitter, de Categoriedirecteurs en de personeelsleden van de hogeschool die gehoord worden in dit kader in over het feit dat ze er niet toe gehouden worden samen te werken als ze bij de zaak zouden kunnen worden betrokken. § 6. De voorlopige administrateur geniet het geldelijke statuut van de directeur van het hoger onderwijs van het lange type in functie vóór 1 september 1996 of van Directeur-Voorzitter. § 7. Het Parlement van de Franse Gemeenschap wordt op de hoogte gehouden van de aanwijzing van een voorlopige administrateur en/of het begeleidingscomité bedoeld bij § 1.".

Art. 10.In artikel 69 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het vijfde lid worden de woorden "en de toewijzing van de personeelsleden" geschrapt;2° het zevende lid wordt door de volgende bepaling vervangen : "In het bestuursorgaan is het personeel vertegenwoordigd ten belope van minstens een vierde van de leden.Een kandidaat kan geweigerd worden omdat hij syndicaal afgevaardigde is".

Art. 11.In artikel 70 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° het vierde lid wordt door de volgende bepaling vervangen : "Het mandaat van Directeur-Voorzitter bedraagt een vernieuwbare duur van vijf jaar en is onverenigbaar met het mandaat van Categoriedirecteur." De Regering kan van de onverenigbaarheid afwijken bedoeld bij het vorige lid op met redenen omkleed advies van de inrichtende macht. De aanvraag moet het advies bevatten van de organen voor plaatselijk overleg van de hogeschool."; 2° het derde lid wordt door de volgende bepaling vervangen : "Voor de toepassing van het vorige lid worden enkel in aanmerking genomen de personeelsleden die minstens een tiende van een volledige uurregeling in de hogeschool presteren op de datum van sluiting van de kieslijsten.Wordt geacht als lid van het personeel elk lid van het vastbenoemd personeel dat of elke persoon die in contractueel verband staat met de hogeschool gedurende ieder van de drie jaren die de datum van sluiting van de kieslijsten voorafgaan. Een personeelslid is enkel op één stem gerechtigd.".

Art. 12.In artikel 71 van hetzelfde decreet wordt het derde lid door de volgende bepaling vervangen : "Voor de toepassing van de leden 1 en 2 worden enkel in aanmerking genomen de personeelsleden die minstens een tiende van een volledige uurregeling van de betrokken categorie in de hogeschool presteren op de datum van sluiting van de kieslijsten. Wordt geacht als lid van het personeel elk lid van het vastbenoemd personeel dat of elke persoon die in contractueel verband staat met de hogeschool gedurende ieder van de drie jaren die de datum van sluiting van de kieslijsten voorafgaan. Een personeelslid is enkel op één stem gerechtigd.". HOOFDSTUK III. - Bepalingen houdende wijziging van het decreet van 25 juli 1996 betreffende de opdrachten en betrekkingen in de door de Franse Gemeenschap ingerichte of gesubsidieerde Hogescholen

Art. 13.In artikel 2 van het decreet van 25 juli 1996 betreffende de opdrachten en betrekkingen in de door de Franse Gemeenschap ingerichte of gesubsidieerde Hogescholen wordt een punt 13., luidend als volgt, toegevoegd : "13° organen voor plaatselijk overleg : de Ondernemingsraad, de Plaatselijke paritaire commissie (COPALOC - Commission paritaire locale), het Basisoverlegcomité (COCOBA - Comité de concertation de base).".

Art. 14.Artikel 7, § 1, tweede lid, van hetzelfde decreet, wordt met de volgende woorden aangevuld : "het pedagogische beheer van de internationale betrekkingen, de hulp aan het slagen, het toegepaste wetenschappelijke onderzoek, het beheer van kwaliteit, de deelname aan de beslissings- en raadplegingsorganen, de begeleiding voor het Certificat d'Aptitude pédagogique approprié à l'Enseignement supérieur (CAPAES - GPBHO "Getuigschrift van Pedagogische Bekwaamheid voor het Hoger Onderwijs), de omkadering van studenten in ondernemingen in het kader van het alternerend hoger onderwijs, de deelneming aan de activiteiten inzake voortgezette opleiding, de begeleiding van de Valorisation des Acquis de l'Expérience (VAE - Valorisatie van de Verworven Ervaring), de informatie- en communicatietechnologieen (CIT).".

Art. 15.In artikel 7, § 1, van hetzelfde decreet, wordt, tussen lid 3 en lid 4, een nieuw lid ingevoegd, luidend als volgt : "Ieder jaar, in september daarna in januari, wordt de billijke verdeling van de lasten over de personeelsleden besproken binnen het orgaan voor plaatselijk overleg. Dit advies wordt aan het beheersorgaan overgezonden.".

Art. 16.In artikel 12 van hetzelfde decreet, wordt een nieuwe paragraaf toegevoegd, luidend als volgt : " § 4. Ieder jaar, op 30 september en op 15 januari, stellen de academische overheden een rangschikking op van de personeelsleden, zenden ze aan de organen voor plaatselijk overleg over en delen ze aan de personeelsleden ofwel via een aanplakbord ofwel elektronische aanplakborden.

Deze rangschikking wordt vastgesteld op basis van de dienstanciënniteit in het ambt en de toe te kennen cursus in de zin van de artikelen 38, 141 tot 223 van het decreet van 24 juli 1997 dat het statuut bepaalt van het bestuurs- en onderwijzend personeel en van het opvoedend hulppersoneel van de hogescholen ingericht of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap.

Het personeelslid beschikt over een termijn van vijf dagen vanaf de bekendmaking van de rangschikking om een beroep in te stellen tegen de rangschikking per aangetekende brief gericht aan de academische overheden van de hogeschool. Deze laatste nemen een met redenen omklede beslissing waarvan kennis wordt gegeven binnen de drie werkdagen na de indiening van het beroep.". HOOFDSTUK IV. - Bepalingen houdende wijziging van het decreet van 9 september 1996 betreffende de financiering van de door de Franse Gemeenschap ingerichte of gesubsidieerde Hogescholen

Art. 17.Artikel 35 van het decreet van 9 september 1996 betreffende de financiering van de door de Franse Gemeenschap ingerichte of gesubsidieerde Hogescholen, wordt door de volgende bepaling vervangen : "

Artikel 35.De Regering benoemt vijf commissarissen bij de Hogescholen na een openbare oproep tot de kandidaten.

De Regering doet die oproep tot de kandidaten via een bekendmaking in twee Franstalige dagbladen.

Deze oproep tot de kandidaten vermeldt, inzonderheid : 1° de wijze waarop de kandidaatstellingen ingediend moeten worden en de datum voor de indiening ervan;2° de documenten die de kandidaatstellingsakte moet bevatten, op straffe van nietigheid;3° de beschrijving van het ambt en het bevoegdheidsprofiel van het toe te kennen ambt. De kandidaturen moeten via een aangetekend schrijven ingediend worden en bevatten : 1° een curriculum vitae waarin een beschrijving van de bekwaamheidsbewijzen en verdiensten vervat wordt;2° een geschreven project, op basis van de beschrijving van het ambt. Een College van Deskundigen, aangewezen door de Regering, onderzoekt de dossiers ingediend door de kandidaten. De kandidaten stellen hun project voor tijdens een hoorzitting, bestemd voor het evalueren van hun competenties.

Binnen de maand van de hoorzitting, stelt het College van Deskundige aan de Regering een lijst voor die maximum twee personen mag bevatten die over de nodige kwaliteiten beschikken om het ambt op degelijke wijze te vervullen zonder dat er een rangschikking van deze twee personen wordt gedaan. Het College van Deskundigen vermeldt waarom het deze persoon (deze personen) heeft gekozen en kan, desgevallend, een aanbeveling doen.

Ten laatste binnen de maand van de ontvangst van het advies van het College van Deskundigen benoemt de Regering, vanuit de lijst overgezonden door het College van Deskundigen, de persoon die ze meest geschikt acht om het ambt te bekleden.".

Art. 18.In hetzelfde decreet wordt een artikel 35bis ingevoegd, luidend als volgt : "

Artikel 35bis.Om tot commissaris bij de hogescholen benoemd te worden, dienen de volgende voorwaarden vervuld te worden : 1° Belg zijn;2° de burgerlijke en politieke rechten genieten;3° houder zijn van een diploma dat toegang verleent tot de betrekkingen van niveau 1 van de rijksambtenaren of een beroepservaring van vijf jaar genieten in verband met de materies behandeld door de commissarissen in hun ambt;4° aan de wetten op de legerdienst en op het statuut der gewetensbezwaarden voldoen;5° van onberispelijk gedrag zijn;6° minstens 30 jaar oud zijn. De commissarissen worden vast benoemd en aangewezen bij de Hogescholen gekozen door de Regering voor een periode van vijf jaar. De personen, die, desgevallend, de titularis van het ambt moeten vervangen, blijven deze aanwijzing bekleden tot de terugkeer van de titularis.

De commissaris, of desnoods, zijn vervanger, zijn geacht de graad te bekleden van adjunct-directeur-generaal van het Ministerie van de Franse Gemeenschap of een gelijkwaardige graad van rang 15.

De Regering kan een commissaris bij de hogescholen toezichtsopdrachten toevertrouwen in andere sectoren van het hoger onderwijs buiten de universiteit.".

Art. 19.In artikel 41 van hetzelfde decreet, wordt een nieuw lid toegevoegd, luidend als volgt : "In de hogescholen ingericht door de Franse Gemeenschap, raadpleegt de voorlopige administrateur benoemd met toepassing van artikel 68ter van het decreet van 5 augustus 1995 houdende de algemene organisatie van het hoger onderwijs in hogescholen, de commissarissen alvorens een beslissing te treffen die onder de bevoegdheid van de beheersorganen van de hogeschool, de Directeur-Voorzitter of van de Categoriedirecteurs ressorteert. HOOFDSTUK V. - Bepalingen houdende wijziging van het decreet van 24 juli 1997 dat het statuut bepaalt van het bestuurs- en onderwijzend personeel en van het opvoedend hulppersoneel van de hogescholen ingericht of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap

Art. 20.In artikel 2 van het decreet van 24 juli 1997 dat het statuut bepaalt van het bestuurs- en onderwijzend personeel en van het opvoedend hulppersoneel van de hogescholen ingericht of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap, wordt een punt 29° toegevoegd, luidend als volgt : "29° organen voor plaatselijk overleg : de Ondernemingsraad, de Plaatselijke paritaire commissie (COPALOC - Commission paritaire locale), het Basisoverlegcomité (COCOBA - Comité de concertation de base). ".

Art. 21.In artikel 25, van hetzelfde decreet, zoals aangevuld bij het decreet van 11 januari 2008, wordt paragraaf 1 aangevuld met twee nieuwe leden, luidend als volgt : "Alvorens enige tijdelijke benoeming voor te stellen met toepassing van de vorige leden, breidt de raad van bestuur de opdracht uit van de personeelsleden van de betrokken hogeschool die het hebben aangevraagd met inachtneming van artikel 24, § 1, en dit, in de volgende orde : eerst de vastbenoemde personeelsleden, daarna de voor onbepaalde duur tijdelijk aangewezen personeelsleden.

Deze opdrachtuitbreiding kan niet toegekend worden aan een personeelslid voor wie een tuchtstraf en/of een beoordelingsstaat met de vermelding "onvoldoende" steeds in zijn dossier aanwezig is.".

Art. 22.In artikel 25, § 2, van hetzelfde decreet, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° het eerste lid wordt door de volgende bepaling vervangen : "Wanneer de hogeschool een betrekking wenst te bekleden die vacant wordt na de bekendmaking van de oproep bedoeld bij artikel 22, is de procedure bedoeld bij de leden 1, 3 en 4 van paragraaf 1 van toepassing."; 2° het derde lid wordt door de volgende bepaling vervangen : "Indien een personeelslid aangewezen werd, met toepassing van het eerste lid gedurende een academiejaar als tijdelijke in hetzelfde ambt en dezelfde toe te kennen cursussen, wordt voor de bekleding van deze betrekking door de hogeschool gezorgd, vanaf het tweede academiejaar, met inachtneming van de artikelen 21 en 22.".

Art. 23.In artikel 32, § 1, van hetzelfde decreet, zoals gewijzigd bij het decreet van 11 januari 2008, worden de woorden "of een uitbreiding van opdracht" geschrapt respectief in het derde lid en het vijfde lid.

Art. 24.In artikel 76 van hetzelfde decreet, zoals gewijzigd bij het decreet van 11 januari 2008, worden de woorden "binnen de drie maand die volgen op" vervangen door de woorden "binnen de maand die volgt op".

Art. 25.In artikel 127 van hetzelfde decreet, wordt het derde lid vervangen door de volgende bepaling : "De overheid van de hogeschool maakt daarna een met redenen omkleed voorstel aan de inrichtende macht.

De inrichtende macht neemt een met redenen omklede beslissing die aan de organen voor plaatselijk overleg van de hogeschool wordt meegedeeld. ".

Art. 26.In artikel 128 van hetzelfde decreet, zoals aangevuld bij het decreet van 11 januari 2008, wordt de eerste paragraaf met twee nieuwe leden aangevuld, luidend als volgt : "Alvorens enige tijdelijke benoeming voor te stellen met toepassing van de vorige leden, breidt de inrichtende macht de opdracht uit van de personeelsleden van de betrokken hogeschool die het hebben aangevraagd, en dit, in de volgende orde : eerst de vastbenoemde personeelsleden, daarna de voor onbepaalde duur tijdelijk aangewezen personeelsleden.

Deze opdrachtuitbreiding kan niet toegekend worden aan een personeelslid voor wie een tuchtstraf en/of een beoordelingsstaat met de vermelding "onvoldoende" steeds in zijn dossier aanwezig is.".

Art. 27.Paragraaf 2 van artikel 128 van hetzelfde decreet, zoals aangevuld bij het decreet van 11 januari 2008, wordt door de volgende bepaling vervangen : "Wanneer de hogeschool een betrekking wenst te bekleden die vacant wordt na de bekendmaking van de oproep bedoeld bij artikel 125, is de procedure bedoeld bij de leden 1, 3 en 4 van paragraaf 1 van toepassing.

Deze werving kan in geen geval aanleiding geven tot een aanwerving voor onbepaalde duur.

Indien een personeelslid aangeworven werd, met toepassing van het eerste lid gedurende een academiejaar als tijdelijke in hetzelfde ambt en dezelfde toe te kennen cursussen, wordt voor de bekleding van deze betrekking door de hogeschool gezorgd, vanaf het tweede academiejaar, met inachtneming van de artikelen 125 en 126.".

Art. 28.In artikel 132 van hetzelfde decreet, wordt het derde lid vervangen door de volgende bepaling : "De overheid van de hogeschool maakt daarna een met redenen omkleed voorstel aan de inrichtende macht.

De inrichtende macht neemt een met redenen omklede beslissing die aan de organen voor plaatselijk overleg van de hogeschool wordt meegedeeld. ".

Art. 29.In artikel 135, § 1, van hetzelfde decreet, zoals gewijzigd bij het decreet van 11 januari 2008 en aangevuld bij het decreet van 19 februari 2009, worden de woorden "of een uitbreiding van opdracht" respectief in lid 3 en lid 5 geschrapt.

Art. 30.In artikel 141 van hetzelfde decreet, zoals gewijzigd bij de decreten van 8 februari 1999, 20 december 2001 en 11 januari 2008, wordt het punt 2° vervangen door de volgende bepaling : "2° de effectieve diensten verricht in vast verband in een hogeschool van een inrichtende macht van hetzelfde net, in een ambt met volledige prestaties, ten belope van drie jaar maximum, worden geteld per kalendermaand; indien ze geen volledige maand beslaan, komen ze niet in aanmerking;".

Art. 31.In artikel 209 van hetzelfde decreet, wordt het derde lid door de volgende bepaling vervangen : "Het beheersorgaan maakt daarna een met redenen omkleed voorstel aan de inrichtende macht.

De inrichtende macht neemt een met redenen omklede beslissing die aan de organen voor plaatselijk overleg van de hogeschool wordt meegedeeld. ".

Art. 32.In artikel 210 van hetzelfde decreet, zoals gewijzigd bij het decreet van 11 januari 2008, wordt de eerste paragraaf met twee nieuwe leden aangevuld, luidend als volgt : "Alvorens enige tijdelijke aanwijzing voor te stellen met toepassing van de vorige leden, breidt de inrichtende macht de opdracht uit van de personeelsleden van de betrokken hogeschool die het hebben aangevraagd, overeenkomstig het eerste lid, en dit, in de volgende orde : eerst de vastbenoemde personeelsleden, daarna de voor onbepaalde duur tijdelijk aangewezen personeelsleden.

Deze opdrachtuitbreiding kan niet toegekend worden aan een personeelslid voor wie een tuchtstraf" steeds in zijn dossier aanwezig is.".

Art. 33.Paragraaf 2 van artikel 210 van hetzelfde decreet, zoals gewijzigd bij het decreet van 11 januari 2008, wordt door de volgende bepaling vervangen : "Wanneer de hogeschool een betrekking wenst te bekleden die vacant wordt na de bekendmaking van de oproep bedoeld bij artikel 207, is de procedure bedoeld bij de leden 1, 3 en 4 van paragraaf 1 van toepassing.

Deze aanwijzing kan in geen geval aanleiding geven tot een aanwijzing voor onbepaalde duur.

Indien een personeelslid aangewezen werd, met toepassing van het eerste lid gedurende een academiejaar als tijdelijke in hetzelfde ambt en dezelfde toe te kennen cursussen, wordt voor de bekleding van deze betrekking door de hogeschool gezorgd, vanaf het tweede academiejaar, met inachtneming van de artikelen 207 en 208.".

Art. 34.In artikel 214 van hetzelfde decreet, wordt het derde lid vervangen door de volgende bepaling : "Het beheersorgaan maakt daarna een met redenen omkleed voorstel aan de inrichtende macht.

De inrichtende macht neemt een met redenen omklede beslissing die aan de organen voor plaatselijk overleg van de hogeschool wordt meegedeeld. ".

Art. 35.In artikel 217, § 1, van hetzelfde decreet, zoals gewijzigd bij het decreet van 11 januari 2008 en aangevuld bij het decreet van 19 februari 2009, worden de woorden "of een uitbreiding van opdracht" respectief in lid 3 en lid 5 geschrapt.

Art. 36.In artikel 223 van hetzelfde decreet wordt het punt 2° vervangen door de volgende bepaling : "2° de effectieve diensten verricht in vast verband in een hogeschool van een inrichtende macht van hetzelfde net, in een ambt met volledige prestaties, ten belope van drie jaar maximum, worden geteld per kalendermaand; indien ze geen volledige maand beslaan, komen ze niet in aanmerking;". HOOFDSTUK VI. - Bepalingen houdende wijziging van het decreet van 20 december 2001 tot vaststelling van de regels die specifiek zijn voor het hoger kunstonderwijs georganiseerd in de hogere kunstscholen (organisatie, financiering, omkadering, statuut van het personeel, rechten en plichten van studenten)

Art. 37.In artikel 2, § 1, van het decreet van 20 december 2001 tot vaststelling van de regels die specifiek zijn voor het hoger kunstonderwijs georganiseerd in de hogere kunstscholen (organisatie, financiering, omkadering, statuut van het personeel, rechten en plichten van studenten), wordt een punt 26° toegevoegd, luidend als volgt : "26° organen voor plaatselijk overleg : de Ondernemingsraad, de Plaatselijke paritaire commissie (COPALOC - Commission paritaire locale), het Basisoverlegcomité (COCOBA - Comité de concertation de base). ".

Art. 38.In artikel 104, § 1, van hetzelfde decreet wordt het vijfde lid vervangen door de volgende bepaling : "Alvorens tot enige tijdelijke aanwijzing over te gaan, stelt de Regering de uitbreiding van de opdracht voor van de personeelsleden van de betrokken hogere kunstschool die het hebben aangevraagd met inachtneming van artikel 103, en dit, in de volgende orde : eerst de vastbenoemde personeelsleden, daarna de voor onbepaalde duur tijdelijk aangewezen personeelsleden.".

Art. 39.In artikel 105 van hetzelfde decreet, zoals gewijzigd bij het decreet van 2 juni 2006 en aangevuld bij het decreet van 19 februari 2009, wordt de eerste paragraaf met twee nieuwe leden aangevuld, luidend als volgt : "Alvorens enige tijdelijke aanwijzing voor te stellen met toepassing van de vorige leden, breidt de Regering de opdracht uit van de personeelsleden van de betrokken hogere kunstschool die het hebben aangevraagd, overeenkomstig artikel 103, en dit, in de volgende orde : eerst de vastbenoemde personeelsleden, daarna de voor onbepaalde duur tijdelijk aangewezen personeelsleden.

Deze opdrachtuitbreiding kan niet toegekend worden aan een personeelslid voor wie een tuchtstraf en/of een beoordelingsstaat met de vermelding "onvoldoende" steeds in zijn dossier aanwezig.".

Art. 40.In artikel 105, van hetzelfde decreet, zoals gewijzigd bij het decreet van 2 juni 2006 en aangevuld bij het decreet van 19 februari 2009, wordt paragraaf 2 vervangen door de volgende bepaling : " § 2. Wanneer de hogere kunstschool een betrekking wenst te bekleden die vacant wordt na de bekendmaking van de oproep bedoeld bij de artikelen 100 en 101, is de procedure bedoeld bij de leden 1, 3 en 4 van paragraaf 1 van toepassing.

Deze aanwijzing kan in geen geval aanleiding geven tot een aanwijzing voor onbepaalde duur.

Indien een personeelslid aangewezen werd, met toepassing van het eerste lid gedurende een academiejaar als tijdelijke in hetzelfde ambt en dezelfde toe te kennen cursussen, wordt voor de bekleding van deze betrekking door de hogere kunstschool gezorgd, vanaf het tweede academiejaar, met inachtneming van de artikelen 100 en 102.".

Art. 41.In artikel 111 van hetzelfde decreet, zoals gewijzigd bij het decreet van 19 februari 2009, worden de woorden "of een uitbreiding van opdracht" respectief in het derde lid en het vijfde lid geschrapt.

Art. 42.In artikel 128 van hetzelfde decreet worden de volgende leden toegevoegd : "Ieder jaar, op 30 september en op 15 januari, stellen de academische overheden een rangschikking op van de personeelsleden, zenden ze aan de organen voor plaatselijk overleg over en delen ze aan de personeelsleden ofwel via een aanplakbord ofwel elektronische aanplakborden. Deze rangschikking wordt op basis van de dienstanciënniteit in het ambt en de toe te kennen cursus opgesteld in de zin van artikel 163.

Het personeelslid beschikt over een termijn van vijf dagen vanaf de bekendmaking van de rangschikking om een beroep in te stellen tegen de rangschikking per aangetekende brief gericht aan de academische overheden van de hogere kunstschool. Deze laatste nemen een met redenen omklede beslissing waarvan kennis wordt gegeven binnen de drie werkdagen na de indiening van het beroep.".

Art. 43.In artikel 230 van hetzelfde decreet, zoals gewijzigd bij het decreet van 2 juni 2006 en aangevuld bij het decreet van 19 februari 2009, wordt paragraaf 1 aangevuld met twee nieuwe leden, luidend als volgt : "Alvorens enige tijdelijke aanwijzing voor te stellen met toepassing van de vorige leden, breidt de inrichtende macht de opdracht uit van de personeelsleden van de betrokken hogere kunstschool die het hebben aangevraagd, en dit, in de volgende orde : eerst de vastbenoemde personeelsleden, daarna de voor een onbepaalde duur tijdelijk aangewezen personeelsleden.

Deze opdrachtuitbreiding kan niet toegekend worden aan een personeelslid voor wie een tuchtstraf steeds in zijn dossier aanwezig zou zijn.".

Art. 44.In artikel 230 van hetzelfde decreet, zoals gewijzigd bij het decreet van 2 juni 2006 en aangevuld bij het decreet van 19 februari 2009, wordt paragraaf 2 vervangen door de volgende bepaling : "Wanneer de hogere kunstschool een betrekking wenst te bekleden die vacant wordt na de bekendmaking van de oproep bedoeld bij de artikelen 225 en 226, is de procedure bedoeld bij de leden 1, 3 en 4 van paragraaf 1 van toepassing.

Deze aanwijzing kan in geen geval aanleiding geven tot een aanwijzing voor onbepaalde duur.

Indien een personeelslid aangewezen werd, met toepassing van het eerste lid gedurende een academiejaar als tijdelijke in hetzelfde ambt en dezelfde toe te kennen cursussen, wordt voor de bekleding van deze betrekking door de hogere kunstschool gezorgd, vanaf het tweede academiejaar, met inachtneming van de artikelen 225 en 227.".

Art. 45.In artikel 236, § 1, van hetzelfde decreet, zoals gewijzigd bij het decreet van 19 februari 2009, worden de woorden "of uitbreiding van opdracht" respectief in de leden 4 en 6 geschrapt.

Art. 46.In artikel 255 van hetzelfde decreet, worden de volgende leden toegevoegd : "Ieder jaar, op 30 september en op 15 januari, stellen de academische overheden een rangschikking op van de personeelsleden, zenden ze aan de organen voor plaatselijk overleg over en delen ze aan de personeelsleden ofwel via een aanplakbord ofwel elektronische aanplakborden. Deze rangschikking wordt op basis van de dienstanciënniteit in het ambt en de toe te kennen cursus opgesteld in de zin van artikel 278.

Het personeelslid beschikt over een termijn van vijf dagen vanaf de bekendmaking van de rangschikking om een beroep in te stellen tegen de rangschikking per aangetekende brief gericht aan de academische overheden van de hogere kunstschool. Deze laatste nemen een met redenen omklede beslissing waarvan kennis wordt gegeven binnen de drie werkdagen na de indiening van het beroep.".

Art. 47.In artikel 360 van hetzelfde decreet, zoals gewijzigd bij het decreet van 2 juni 2006 en aangevuld bij het decreet van 19 februari 2009, wordt paragraaf 1 aangevuld met twee nieuwe leden, luidend als volgt : "Alvorens enige tijdelijke aanwijzing voor te stellen met toepassing van de vorige leden, breidt de inrichtende macht de opdracht uit van de personeelsleden van de betrokken hogere kunstschool die het hebben aangevraagd, en dit, in de volgende orde : eerst de vastbenoemde personeelsleden, daarna de voor een onbepaalde duur tijdelijk aangewezen personeelsleden.

Deze opdrachtuitbreiding kan niet toegekend worden aan een personeelslid voor wie een tuchtstraf steeds in zijn dossier aanwezig zou zijn.".

Art. 48.. In artikel 360 van hetzelfde decreet, zoals gewijzigd bij het decreet van 2 juni 2006 en aangevuld bij het decreet van 19 februari 2009, wordt paragraaf 2 vervangen door de volgende bepaling : "Wanneer de hogere kunstschool een betrekking wenst te bekleden die vacant wordt na de bekendmaking van de oproep bedoeld bij de artikelen 355 en 356, is de procedure bedoeld bij de leden 1, 3 en 4 van paragraaf 1 van toepassing.

Deze aanwijzing kan in geen geval aanleiding geven tot een aanwijzing voor onbepaalde duur.

Indien een personeelslid aangewezen werd, met toepassing van het eerste lid gedurende een academiejaar als tijdelijke in hetzelfde ambt en dezelfde toe te kennen cursussen, wordt voor de bekleding van deze betrekking door de hogere kunstschool gezorgd, vanaf het tweede academiejaar, met inachtneming van de artikelen 355 en 357.".

Art. 49.In artikel 366, § 1, van hetzelfde decreet, zoals gewijzigd bij het decreet van 19 februari 2009, worden de woorden "of uitbreiding van opdracht" respectief in de leden 3 en 6 geschrapt.

Art. 50.. In artikel 385 van hetzelfde decreet, worden de volgende leden toegevoegd : "Ieder jaar, op 30 september en op 15 januari, stellen de academische overheden een rangschikking op van de personeelsleden, zenden ze aan de organen voor plaatselijk overleg over en delen ze aan de personeelsleden ofwel via een aanplakbord ofwel elektronische aanplakborden. Deze rangschikking wordt op basis van de dienstanciënniteit in het ambt en de toe te kennen cursus opgesteld in de zin van artikel 410.

Het personeelslid beschikt over een termijn van vijf dagen vanaf de bekendmaking van de rangschikking om een beroep in te stellen tegen de rangschikking per aangetekende brief gericht aan de academische overheden van de hogere kunstschool. Deze laatste nemen een met redenen omklede beslissing waarvan kennis wordt gegeven binnen de drie werkdagen na de indiening van het beroep.". HOOFDSTUK VII. - Bepaling houdende wijziging van het decreet van 17 juli 2002 houdende dringende wijzigingen inzake onderwijs

Art. 51.Artikel 5 van het decreet van 17 juli 2002 houdende dringende wijzigingen inzake onderwijs, wordt door de volgende bepaling vervangen : "

Artikel 5.Dit hoofdstuk is niet van toepassing op de categorieën van het administratief personeel en van het meesters-, vak- en dienstpersoneel van het gewoon en buitengewoon basis- en secundair onderwijs.

Het is van toepassing op de categorieën van het administratief personeel van de hogescholen en de hogere kunstscholen.". HOOFDSTUK VIII. - Bepalingen houdende wijziging van het decreet van 12 mei 2004 tot bepaling van het statuut van de leden van het administratief personeel, het meester-, vak- en dienstpersoneel van de onderwijsinrichtingen ingericht door de Franse Gemeenschap

Art. 52.In artikel 190, § 1, van het decreet van 12 mei 2004 tot bepaling van het statuut van de leden van het administratief personeel, het meester-, vak- en dienstpersoneel van de onderwijsinrichtingen ingericht door de Franse Gemeenschap, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° het tweede lid wordt door de volgende bepaling vervangen : "Dit verslag wordt van een visum voorzien en gedagtekend door het lid van het werkliedenpersoneel waarop het slaat en bij zijn persoonlijke dossier gevoegd."; 2° er worden twee nieuwe leden toegevoegd, luidend als volgt : "Indien het lid van het tijdelijke werkliedenpersoneel meent dat de inhoud van het verslag niet gegrond is, kan hij binnen de vijf werkdagen na de bij het tweede lid vermelde datum een schriftelijke klacht bij de directeur van de inrichting indienen, die er goed ontvangst van bericht en ze onmiddellijk aan de Raad van beroep overzendt.Deze geeft een met redenen omkleed advies binnen een maximumtermijn van één maand vanaf de datum van de ontvangst van de klacht.

De Regering neemt haar beslissing binnen één maand vanaf de ontvangst van het advies van de Raad van beroep. De oorspronkelijke beslissing wordt bevestigd of gewijzigd. In alle gevallen wordt deze beslissing met redenen omkleed.".

Art. 53.In artikel 191 van hetzelfde decreet, wordt een nieuwe paragraaf toegevoegd, luidend als volgt : " § 6. Van de beslissing tot afdanking wordt aan het lid van het werkliedenpersoneel kennisgegeven. Het kan, binnen de tien werkdagen van de kennisgeving, een schriftelijke klacht bij aangetekende brief indienen bij de directeur indienen, die er goed ontvangst van bericht en ze onmiddellijk aan de Raad van beroep overzendt. Deze geeft een met redenen omkleed advies binnen een maximumtermijn van één maand vanaf de datum van de ontvangst van de klacht.

De Regering neemt haar beslissing binnen één maand vanaf de ontvangst van het advies van de Raad van beroep.".

Art. 54.In artikel 192 van hetzelfde decreet, wordt een nieuwe paragraaf toegevoegd, luidend als volgt : "Binnen de tien werkdagen van de kennisgeving bedoeld bij de derde paragraaf kan het lid van het werkliedenpersoneel een schriftelijke klacht bij aangetekende brief indienen bij de Raad van beroep indienen tegen de beslissing tot afdanking zonder vooropzegtermijn wegens zware fout Het beroep schort de beslissing niet op.

Wordt de partij regelmatig opgeroepen en verschijnt ze, of haar vertegenwoordiger, niet, dan kan de Raad van beroep zich uitspreken.

De Raad van beroep geeft een met redenen omkleed advies binnen een termijn van één maand vanaf de datum van de ontvangst van het beroep.

De Regering neemt een beslissing binnen de dertig dagen van de ontvangst van het advies van de Raad van beroep.". HOOFDSTUK IX. - Bepalingen houdende wijziging van het decreet van 2 juni 2006 tot vaststelling van de academische graden uitgereikt door de Hogescholen die door de Franse Gemeenschap worden georganiseerd of gesubsidieerd en tot vaststelling van de minimale uurregelingen

Art. 55.In de eerste afdeling van hoofdstuk IV van het decreet van 2 juni 2006 tot vaststelling van de academische graden uitgereikt door de Hogescholen die door de Franse Gemeenschap worden georganiseerd of gesubsidieerd en tot vaststelling van de minimale uurregelingen, wordt "Onderafdeling XIII. - De specialisatie Pediatrie" vervangen door "Onderafdeling XIII. - De specialisatie Pediatrie en neonatologie".

Art. 56.In artikel 54, van hetzelfde decreet, wordt het woord "Pediatrie" telkens vervangen door de woorden "Pediatrie en neonatologie".

Art. 57.De bijlagen D-12, D-13, D-16, D-17 en D-21 van hetzelfde decreet worden vervangen door de bijlagen D-12, D-13, D-16, D-17 en D-21 gevoegd bij dit decreet. HOOFDSTUK X. - Bepalingen houdende wijziging van het decreet van 20 juni 2008 betreffende de administratieve personeelsleden van de door de Franse Gemeenschap georganiseerde of gesubsidieerde Hogescholen, Hogere Kunstscholen en Hogere Instituten voor architectuur

Art. 58.In artikel 2, § 1, van het decreet van 20 juni 2008 betreffende de administratieve personeelsleden van de door de Franse Gemeenschap georganiseerde of gesubsidieerde Hogescholen, Hogere Kunstscholen en Hogere Instituten voor architectuur, zoals gewijzigd bij het decreet van 19 februari 2009, worden de volgende punten 21° en 22° toegevoegd : "21° opdrachtuitbreiding : voor de ambten van rang 1, de procedure volgens welke de inrichtende macht de opdracht uitbreidt van een in vast benoemd of vast aangeworven personeelslid in hetzelfde ambt, ten belope van een maximum volledige opdracht, met inachtneming van artikel 31 van het decreet van 9 september 1996. Voor de ambten van rang 2, de procedure volgens welke de inrichtende macht de opdracht definitief uitbreidt van een personeelslid in hetzelfde ambt, ten belope van een maximum volledige opdracht; 22° organen voor plaatselijk overleg : de Ondernemingsraad, de Plaatselijke paritaire commissie (COPALOC - Commission paritaire locale), het Basisoverlegcomité (COCOBA - Comité de concertation de base).".

Art. 59.In het vierde lid van artikel 5 van hetzelfde decreet, zoals gewijzigd bij het decreet van 19 februari 2009, worden de woorden "de aanvragen om uitbreiding van de opdracht uitgaande van leden van het vast benoemd of in vast verband aangeworven personeelsleden" tussen de woorden "die onder dezelfde inrichtende macht ressorteert" en het woord "alsook" ingevoegd.

Art. 60.In artikel 8 van hetzelfde decreet, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° bij § 1 worden twee nieuwe leden ingevoegd tussen lid 2 en lid 3, luidend als volgt : "Alvorens enige tijdelijke aanwijzing voor te stellen met toepassing van de vorige leden, breidt de inrichtende macht de opdracht uit van de vast benoemde personeelsleden van de betrokken inrichting die het hebben aangevraagd. Deze opdrachtuitbreiding kan niet toegekend worden aan een personeelslid voor wie een tuchtstraf steeds in zijn dossier aanwezig zou zijn.". 2° bij § 2 wordt het eerste lid vervangen door de volgende bepaling : "Wanneer de inrichting een betrekking wenst te bekleden die vacant wordt na de bekendmaking van de oproep bedoeld bij artikel 6, is de procedure bedoeld bij de leden 1, 3 en 4 van paragraaf 1 van toepassing.".

Art. 61.In artikel 9 van hetzelfde decreet, wordt het tweede lid aangevuld met : "De met redenen omklede beslissing van de inrichtende macht wordt aan de organen voor plaatselijk overleg meegedeeld.".

Art. 62.In het tweede lid van artikel 18 van hetzelfde decreet, worden de woorden " Naar aanleiding van de oproep bedoeld in artikel 6, maakt de inrichtende macht een oproep bekend voor de reaffectaties en veranderingen van affectatie voor elke betrekking die nog toe te kennen is na toepassing van het eerste lid." vervangen door de woorden "Naar aanleiding van de oproep bedoeld in artikel 6, maakt de inrichtende macht een oproep bekend voor de reaffectaties, opdrachtuitbreidingen en veranderingen van affectatie voor elke betrekking die nog toe te kennen is na toepassing van het eerste lid.".

Art. 63.In artikel 15 van hetzelfde decreet, wordt een nieuw lid ingevoegd, luidend als volgt : "Ieder jaar, op 30 september en op 15 januari, stellen de academische overheden een rangschikking op van de personeelsleden, zenden ze aan de organen voor plaatselijk overleg over en delen ze aan de personeelsleden ofwel via een aanplakbord ofwel elektronische aanplakborden mee. Deze rangschikking wordt op basis van de dienstanciënniteit in het ambt opgesteld in de zin van artikel 32, § 5.

Het personeelslid beschikt over een termijn van vijf dagen vanaf de bekendmaking van de rangschikking om een beroep in te stellen tegen de rangschikking per aangetekende brief gericht aan de academische overheden van de hogeschool. Deze laatste nemen een met redenen omklede beslissing waarvan kennis wordt gegeven binnen de drie werkdagen na de indiening van het beroep.". HOOFDSTUK XI. - Bepalingen houdende wijziging van het decreet van 18 juli 2008 tot vaststelling van de voorwaarden voor het behalen van de diploma's van bachelor-vroedvrouw en bachelor verpleegzorg, ter versterking van de studentenmobiliteit en houdende diverse maatregelen inzake hoger onderwijs

Art. 64.In hoofdstuk III van het decreet van 18 juli 2008 tot vaststelling van de voorwaarden voor het behalen van de diploma's van bachelor-vroedvrouw en bachelor verpleegzorg, ter versterking van de studentenmobiliteit en houdende diverse maatregelen inzake hoger onderwijs, wordt het lid dat het opschrift "Afdeling 1. - Definitie" voorafgaat vervangen door hetgeen volgt : "Dit hoofdstuk, dat de Richtlijn 2005/36/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 september 2005 betreffende de erkenning van beroepskwalificaties gedeeltelijk omzet, is van toepassing op het hoger onderwijs in de hogescholen en op het hoger onderwijs voor sociale promotie.".

Art. 65.In artikel 15, eerste lid, 2°, van hetzelfde decreet, worden de woorden "model 1" vervangen door de woorden "model II".

Art. 66.Artikel 17 van hetzelfde decreet wordt aangevuld met de woorden "of, voor het hoger onderwijs voor sociale promotie, komt overeen met het pedagogische dossier van de afdeling.".

Art. 67.Artikel 18 van hetzelfde decreet wordt aangevuld met de woorden "of zoals bepaald in artikel 3 van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 2 september 1997 tot vaststelling van de voorwaarden waaronder het brevet van ziekenhuisverpleger (-verpleegster) in het onderwijs voor sociale promotie wordt toegekend.".

Art. 68.In de eerste zin van artikel 19 van hetzelfde decreet, worden de woorden "of meesterassistenten" vervangen door de woorden "of docenten in het onderwijs voor sociale promotie.".

Art. 69.Artikel 21 van hetzelfde decreet van 18 juli 2008 tot vaststelling van de voorwaarden voor het behalen van de diploma's van bachelor-vroedvrouw en bachelor verpleegzorg, ter versterking van de studentenmobiliteit en houdende diverse maatregelen inzake hoger onderwijs, wordt door de volgende bepaling vervangen : "

Artikel 21.Om het diploma van bachelor verpleegzorg te behalen omvat het geheel van de opleiding activiteiten inzake inschakeling in het arbeidsproces, ingedeeld als volgt : - ten minste 700 uren in medische en/of chirurgische en/of geriatrische diensten, met inbegrip van de gespecialiseerde en medisch-technische diensten; - ten minste 420 uren naar keuze van de onderwijsinstelling; - ten minste 280 uren naar keuze van de student en goedgekeurd door de onderwijsinrichting.".

Art. 70.Artikel 22 van hetzelfde decreet wordt door de volgende bepaling vervangen : "

Artikel 22.Onder de 420 uren naar keuze van de onderwijsinstelling en de 280 uren naar keuze van de student en goedgekeurd door de onderwijsinrichting bedoeld bij artikel 21 presteren de studenten : - ten minste 70 uren in structuren van geestelijke gezondheid en psychiatrie; - ten minste 35 uren in structuren buiten de ziekenhuizen met inbegrip van thuiszorgverlening; - ten minste 70 uren in structuren in ziekenhuizen of buiten ziekenhuizen voor bejaarden; - ten minste 35 uren bij de moeder of de nieuwgeborene(n), gezond of ziek; - ten minste 4 tot 8 uren nachtdiensten.".

Art. 71.Artikel 26 van hetzelfde decreet wordt door de volgende bepaling vervangen : "

Artikel 26.Voor het behalen van het diploma van bachelor-vroedvrouw omvat de hele opleiding activiteiten inzake inschakeling in het arbeidsproces, ingedeeld als volgt : - ten minste 210 uren in medische en/of chirurgische diensten; - ten minste 70 uren in structuren van geestelijke gezondheid en psychiatrie; - ten minste 150 uren in prenatale consultaties; - ten minste 400 uren in bevallingszalen en geboortehuizen; - ten minste 220 uren in het toezicht op en zorgverlening aan bevallenen en nieuwgeborenen; - ten minste 100 uren in neonatale centra; - ten minste 100 uren in het toezicht op en de zorgverlening aan hoogrisicozwangerschappen; - ten minste 250 uren naar keuze van de onderwijsinstelling; - ten minste 280 uren naar keuze van de student en goedgekeurd door de onderwijsinrichting.".

TITEL II. - Universitair onderwijs HOOFDSTUK I. - Bepalingen houdende wijziging van het koninklijk besluit van 31 oktober 1953 tot vaststelling van het statuut van de geaggregeerden, de repetitors en het wetenschappelijk personeel bij de Rijksuniversiteiten

Art. 72.In artikel 6 van het koninklijk besluit van 31 oktober 1953 tot vaststelling van het statuut van de geaggregeerden, de repetitors en het wetenschappelijk personeel bij de Rijksuniversiteiten, wordt het laatste lid vervangen door de volgende bepaling : "Bovendien, besteden ze minstens de helft van hun tijd aan het uitvoeren van wetenschappelijk onderzoekswerk betreffende de voorbereiding van een doctoraatsthesis of, als ze houder zijn van een academische graad van doctor, dat bijdraagt tot hun postdoctorale wetenschappelijke vervolmaking.".

Art. 73.In artikel 44, 2°, van hetzelfde koninklijke besluit wordt de regel "bevalling van de echtgenote" vervangen door de volgende regel : "bevalling van de echtgenote of van de persoon met wie, op het ogenblik van de gebeurtenis, het personeelslid tien dagen als koppel leeft". HOOFDSTUK II. - Bepaling houdende wijziging van het koninklijk besluit van 21 april 1965 houdende bezoldigingsregeling van het wetenschappelijk personeel van de Staat

Art. 74.In artikel 3 van het koninklijk besluit van 21 april 1965 houdende bezoldigingsregeling van het wetenschappelijk personeel van de Staat, onder het opschrift "RANG A", 2°, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° vóór de woorden "voor de houder van het diploma doctor in de geneeskunde", wordt een lid luidend als volgt, ingevoegd : "Vanaf 1 januari 2014 wordt de ontwikkeling van de schaal vervangen door : 1 jaarlijkse verhoging van 624,26 euro 1 jaarlijkse verhoging van 1.248,52 euro 1 driejaarlijkse verhoging van 958,71 euro 4 tweejaarlijkse verhogingen van 958,71 euro 6 tweejaarlijkse verhogingen van 1.293,05 euro."; 2° het laatste lid wordt met de volgende zin aangevuld : "Houders van een academische graad van master in de kinesitherapie en revalidatie in 60 studiepunten uitgereikt door een universiteit terwijl de academische graad die ermee overeenstemt in 120 studiepunten minstens niet uitgereikt kon worden, genieten ook deze schaal.". HOOFDSTUK III. - Bepalingen houdende wijziging van het koninklijk besluit van 30 oktober 1971 tot vaststelling van de hiërarchietabel van het bestuurs- en toegevoegd personeel, het administratief personeel, het hulppersoneel voor onderzoek, het beheerspersoneel, de kinderverzorgsters, werkopzichters en tekenaars, het paramedisch en gespecialiseerd personeel van de universiteiten en universitaire faculteit van de Franse Gemeenschap

Art. 75.In artikel 1 van het koninklijk besluit van 30 oktober 1971 tot vaststelling van de hiërarchietabel van het bestuurs- en toegevoegd personeel, het administratief personeel, het hulppersoneel voor onderzoek, het beheerspersoneel, de kinderverzorgsters, werkopzichters en tekenaars, het paramedisch en gespecialiseerd personeel van de universiteiten en universitaire faculteit van de Franse Gemeenschap, in de hiërarchietabellen, 1. Categorie van het bestuurspersoneel, tweede regel "Eerstaanwezend attaché", punt a) wordt vervangen door : "a) bevordering zonder examen".

Art. 76.In artikel 1 van hetzelfde koninklijk besluit, in de hierarchietabellen, 2. Categorie van het administratief personeel, het hulppersoneel voor onderzoek, het beheerspersoneel, de kinderverzorgsters, werkopzichters en tekenaars, op regel 3, gespecialiseerd ambtenaar, worden de woorden "bevordering met examen" vervangen door de woorden "bevordering zonder examen". HOOFDSTUK IV. - Bepaling houdende wijziging van het koninklijk besluit van 5 november 1971 tot vaststelling van de bezoldigingsregeling voor het bestuurs- en toegevoegd personeel, het administratief personeel, het hulppersoneel voor onderzoek, het beheerspersoneel, de kinderverzorgsters, werkopzichters en tekenaars, het paramedisch en gespecialiseerd personeel van de universiteiten en universitaire faculteit van de Franse Gemeenschap

Art. 77.In artikel 13 van het koninklijk besluit van 5 november 1971 tot vaststelling van de bezoldigingsregeling voor het bestuurs- en toegevoegd personeel, het administratief personeel, het hulppersoneel voor onderzoek, het beheerspersoneel, de kinderverzorgsters, werkopzichters en tekenaars, het paramedisch en gespecialiseerd personeel van de universiteiten en universitaire faculteit van de Franse Gemeenschap, wordt een nieuw lid toegevoegd, luidend als volgt : "Komen tevens in aanmerking voor de toekenning van de tussentijdse verhogingen, de diensten verricht in de privésector voor een maximale duur van zes jaar of buiten werkingstoelage wanneer ze een beroepservaring bewijzen die nuttig is voor het ambt.". HOOFDSTUK V. - Bepaling houdende wijziging van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 23 december 2003 tot vaststelling van de weddeschalen van het administratief, gespecialiseerd, meesters-, vak- en dienstpersoneel van de universiteiten en de universitaire faculteit van de Franse Gemeenschap (bij decreet van 13 december 2012 goedgekeurd)

Art. 78.In artikel 1 van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 23 december 2003 tot vaststelling van de weddeschalen van het administratief, gespecialiseerd, meesters-, vak- en dienstpersoneel van de universiteiten en de universitaire faculteit van de Franse Gemeenschap (bij decreet van 13 december 2012 goedgekeurd), zoals gewijzigd, bij punt 1. Categorie van het bestuurs- en toegevoegd personeel, wordt de regel "attaché na vier jaar" geschrapt. HOOFDSTUK VI. - Bepaling houdende wijziging van het decreet van 31 maart 2004 betreffende de organisatie van het hoger onderwijs ter bevordering van de integratie in de Europese ruimte van het hoger onderwijs en betreffende de herfinanciering van de universiteiten

Art. 79.In artikel 54, 2°, van het decreet van 31 maart 2004 betreffende de organisatie van het hoger onderwijs ter bevordering van de integratie in de Europese ruimte van het hoger onderwijs en betreffende de herfinanciering van de universiteiten, worden de woorden "van minstens 120 studiepunten" geschrapt.

TITEL III. - Gemeenschappelijke bepalingen HOOFDSTUK I. - Bepalingen houdende wijziging van het decreet van 22 februari 2008 houdende verschillende maatregelen betreffende de organisatie en de werking van het Agentschap voor de evaluatie van de kwaliteit van het door de Franse Gemeenschap georganiseerde of gesubsidieerde onderwijs

Art. 80.In artikel 7 van het decreet van 22 februari 2008 houdende verschillende maatregelen betreffende de organisatie en de werking van het Agentschap voor de evaluatie van de kwaliteit van het door de Franse Gemeenschap georganiseerde of gesubsidieerde onderwijs, wordt paragraaf 1 vervangen door de volgende bepaling : " § 1. Het Agentschap beschikt over een uitvoerende cel belast met het implementeren van de beslissingen van het beheerscomité en het bureau.

Deze uitvoerende cel wordt onder de leiding geplaatst van een ambtenaar van rang 12 minstens en is samengesteld uit minstens drie ambtenaren van niveau 1 en twee ambtenaren van niveau 2.

Deze ambtenaren zijn : 1° ofwel personeelsleden van de diensten van de Franse Gemeenschap;2° ofwel leden gedetacheerd voor een minimumperiode van twee jaar van het personeel van de instellingen voor hoger onderwijs overeenkomstig het decreet van 24 juni 1996 houdende regeling van de opdrachten, verloven wegens opdracht en terbeschikkingstelling wegens opdracht in het door de Franse Gemeenschap georganiseerd of gesubsidieerd onderwijs;3° ofwel, in afwijking van het koninklijk besluit van 22 december 2000 tot bepaling van de algemene principes van het administratief en geldelijk statuut van de rijksambtenaren die van toepassing zijn op het personeel van de diensten van de Gemeenschaps- en Gewestregeringen en van de Colleges van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie en van de Franse Gemeenschapscommissie, alsook op de publiekrechtelijke rechtspersonen die ervan afhangen, leden van het contractueel personeel, aangeworven ten laste van de werkingsdotatie van het Agentschap en die niet imperatief aan één van de voorwaarden voldoen opgenomen in artikel 2, § 1, tweede lid, 1° tot 4°, van het koninklijk besluit. De leidend ambtenaar en de ambtenaren bedoeld bij het tweede lid, 1° en 2°, worden door de Regering aangesteld.

De Regering vaardigt bij het bureau, op de met redenen en documenten omklede voordracht van de directeur van de uitvoerende cel, de aanwerving af van de ambtenaren bedoeld bij het tweede lid, 3°.

Onder voorbehoud van de nodige aanpassingen bepaald door de Regering, is het administratief en geldelijk statuut van de ambtenaren bedoeld bij het tweede lid, 1° en 2°, van toepassing op de ambtenaren bedoeld bij het tweede lid, 3°. ".

Art. 81.In artikel 22 van hetzelfde decreet, wordt het tweede lid door de volgende bepaling vervangen : "Deze dotatie aan het Agentschap heeft tot doel voor de kosten zorgen van de uitgaven inzake externe evaluatie alsook de aanwerving van het personeel bedoeld bij artikel 7, § 1, tweede lid, 3°. ".

Art. 82.In artikel 23 van hetzelfde decreet, wordt het tweede lid vervangen door de volgende bepaling : "Het personeel van de uitvoerende cel dat onder artikel 7, § 1, tweede lid, 1° en 2° ressorteert en de werkingskosten van het Agentschap met inbegrip van de kosten bedoeld bij het eerste lid vallen ten laste van de begroting van de Franse Gemeenschap.

Het personeel van de uitvoerende cel dat onder artikel 7, § 1, tweede lid, 3° ressorteert, valt ten laste van de jaarlijkse dotatie van het Agentschap opgenomen in artikel 22.". HOOFDSTUK II. - Bepalingen houdende wijziging van het decreet van 7 november 2013 tot bepaling van het hogeronderwijslandschap en de academische organisatie van de studies

Art. 83.In artikel 11, 9°, van het decreet van 7 november 2013 tot bepaling van het hogeronderwijslandschap en de academische organisatie van de studies, worden de woorden "van de Franse Gemeenschap" geschrapt.

Art. 84.In artikel 15 van hetzelfde decreet, wordt een punt 30° bis, ingevoegd, luidend als volgt : "30° bis alternerend hoger onderwijs : onderwijs waarin het verwerven van de competenties die noodzakelijk zijn voor het verkrijgen van een diploma uitgereikt door een instelling voor hoger onderwijs gedeeltelijk via een stage in een onderneming gedeeltelijk binnen genoemde instelling plaatsvindt;".

Art. 85.In artikel 76, eerste lid, van hetzelfde decreet, wordt een punt luidend als volgt, toegevoegd : "4° het verwerven van competenties in een onderneming in het kader van het alternerend onderwijs.".

Art. 86.In artikel 103 van hetzelfde decreet, wordt een nieuw lid toegevoegd, luidend als volgt : "Iedere student die zich inschrijft voor één van de cursussen ingericht in het kader van het alternerend hoger onderwijs zal enkel als regelmatig beschouwd worden als hij met een onderneming en de instelling voor hoger onderwijs een overeenkomst voor alternerend onderwijs heeft gesloten.".

Art. 87.Artikel 107 van hetzelfde decreet wordt aangevuld als volgt : "Mits inachtneming van de voorwaarden bepaald door de Regering, kunnen de instellingen die studies inrichten die onder het gebied van de muziek ressorteren, studenten verwelkomen die niet aan de toegangsvoorwaarden voldoen bedoeld bij het eerste lid, voor zover deze studenten in een inrichting voor leerplichtonderwijs ingeschreven zijn, ze voor de toegangsproef geslaagd zijn en er een overeenkomst werd gesloten tussen de betrokken inrichtingen.

De Regering kan de aanvullende toegangsvoorwaarden bepalen voor de studenten bedoeld bij het vorige lid.

De Regering bepaalt de minimuminhoud van deze overeenkomst, het maximumaantal studiepunten die door de student gevolgd kunnen worden, de mogelijkheden inzake lesvrijstelling in iedere van de betrokken inrichtingen en de nadere regels voor het inaanmerkingnemen van de student voor de financiering.".

Art. 88.In bijlage II van hetzelfde decreet, in de tabel van de Haute Ecole de la Province de Liège, worden de regels toegevoegd :

Lang

19

Technisch

Afdeling "Master in Productiebeheer" - Finaliteit "Productie"


62

Lang

9

Economisch

Afdeling "Beheer van de algemene diensten"


62


Art. 89.In bijlage II van hetzelfde decreet, in de tabel van de Haute Ecole Robert Schuman, wordt de regel toegevoegd :

Lang

19

Technisch

Afdeling "Beheer van een werf gespecialiseerd in duurzaam bouwen"


84


Art. 90.In bijlage II van hetzelfde decreet, in de tabel van de Haute Ecole Louvain en Hainaut, worden de regels toegevoegd :

Lang

19

Technisch

Afdeling "Master in Productiebeheer" - Finaliteit "Productie"


53

Lang

9

Technisch

Afdeling "Analytische engineering" - Finaliteit Biochemie


53


HOOFDSTUK III. - Bepaling houdende wijziging van de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op sommige instellingen van openbaar nut

Art. 91.In artikel 1 van de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op sommige instellingen van openbaar nut, worden de woorden "-Académie de Recherche et d'Enseignement supérieur (ARES) ingevoegd vóór de woorden "-Agence des appels aux services de secours".".

TITEL IV. - Opheffings- en slotbepalingen

Art. 92.Opgeheven worden de artikelen 23, 24, 27 tot 29 van het decreet van 18 juli 2008 tot vaststelling van de voorwaarden voor het behalen van de diploma's van bachelor-vroedvrouw en bachelor verpleegzorg, ter versterking van de studentenmobiliteit en houdende diverse maatregelen inzake hoger onderwijs.

Art. 93.Artikel 1 heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2011. De artikelen 55 tot 57 hebben uitwerking met ingang van 15 september 2013. De artikelen 69 tot 71 treden in werking op 14 september 2014. Artikel 74, 2° heeft uitwerking met ingang van 1 september 2012.

Artikel 79 heeft uitwerking vanaf het academiejaar 2012-2013. Artikel 80 treedt in werking op 1 juli 2014. De artikelen 83 tot 90 hebben uitwerking met ingang van 1 januari 2014.

Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Brussel, 11 april 2014.

De Minister-president van de Regering van de Franse Gemeenschap, R. DEMOTTE De Vicepresident en Minister van Kind, Onderzoek en Ambtenarenzaken, J.-M. NOLLET De Vicepresident en Minister van Begroting, Financiën en Sport, A. ANTOINE De Vicepresident en Minister van Hoger Onderwijs, J.-Cl. MARCOURT De Minister van Jeugd, Mevr. E. HUYTEBROECK De Minister van Cultuur, Audiovisuele Sector, Gezondheid en Gelijke Kansen, Mevr. F. LAANAN De Minister van Leerplichtonderwijs en van Onderwijs voor Sociale Promotie, Mevr. M.-M. SCHYNS _______ Nota (1) Zitting 2013-2014 Stukken van het Parlement.- Ontwerp van decreet, nr. 639 - 1. - Commissieamendementen, nr. 639-2. - Verslag, nr. 639 - 3.

Integraal verslag. - Bespreking en aanneming. Vergadering van 10 april 2014.

^