Etaamb.openjustice.be
Decreet van 02 december 2021
gepubliceerd op 17 december 2021

Decreet tot wijziging van het decreet van 7 november 2013 tot bepaling van het hogeronderwijslandschap en de academische organisatie van de studies en andere wetgevingen inzake hoger onderwijs

bron
ministerie van de franse gemeenschap
numac
2021043381
pub.
17/12/2021
prom.
02/12/2021
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

2 DECEMBER 2021. - Decreet tot wijziging van het decreet van 7 november 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/11/2013 pub. 18/12/2013 numac 2013029625 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot bepaling van het hogeronderwijslandschap en de academische organisatie van de studies sluiten tot bepaling van het hogeronderwijslandschap en de academische organisatie van de studies en andere wetgevingen inzake hoger onderwijs


Het Parlement van de Franse Gemeenschap heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen het volgende: TITEL I. - Bepalingen tot wijziging van het decreet van 7 november 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/11/2013 pub. 18/12/2013 numac 2013029625 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot bepaling van het hogeronderwijslandschap en de academische organisatie van de studies sluiten tot bepaling van het hogeronderwijslandschap en de academische organisatie van de studies.

Hoofdstuk 1. - Structuur en minimuminhoud van studies

Artikel 1.In artikel 73, § 1, van het decreet van 7 november 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/11/2013 pub. 18/12/2013 numac 2013029625 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot bepaling van het hogeronderwijslandschap en de academische organisatie van de studies sluiten tot bepaling van het hogeronderwijslandschap en de academische organisatie van de studies, wordt het eerste lid vervangen door wat volgt: "Na een initiële opleiding die bekrachtigd wordt door een academische graad van master of van gelijkwaardig niveau, onder de voorwaarden bepaald door de academische overheden, kunnen specialisatiestudies van de tweede cyclus tot een academische graad van master of specialisatie leiden nadat, overeenkomstig het studieprogramma, ten minste 60 extra studiepunten met succes zijn behaald.

Hoofdstuk 2. - Organisatie van het onderwijs

Art. 2.In artikel 77 van het decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het eerste lid, 10°, worden de woorden "en de pedagogische samenhang in geval van groepering van onderwijsactiviteiten die tot afzonderlijke beoordelingen leiden" toegevoegd tussen de woorden "waaruit ze bestaat" en ", de onderwijs- en leermethodes";2° in het eerste lid, 11°, worden de woorden "de relatieve weging" vervangen door de woorden "de wijze van integratie";3° tussen het eerste en het tweede lid wordt een lid ingevoegd, luidend als volgt : "Wanneer binnen een studieprogramma een onderwijseenheid samengesteld is uit verschillende leeractiviteiten die onder de verantwoordelijkheid van verschillende leerkrachten vallen en die aanleiding geven tot afzonderlijke beoordelingen,.Deze leerkrachten beslissen collegiaal over de wijze van integratie van de beoordelingen van de leeractiviteiten die overeenkomen met de eindbeoordeling van deze eenheid.".

Hoofdstuk 3. - Studietempo

Art. 3.In artikel 79, § 1, van hetzelfde decreet wordt het tweede lid vervangen als volgt : "In afwijking van het eerste lid kunnen bepaalde onderwijseenheden om gemotiveerde pedagogische redenen over de twee eerste vier maanden van het academiejaar worden gespreid; in dat geval, en met betrekking tot de eerste cyclus, wordt aan het einde van de eerste vier maanden een partiële beoordeling georganiseerd.

Hoofdstuk 4. - Academische graden

Art. 4.In artikel 84, derde lid, van hetzelfde decreet worden de woorden ", van master in 60 studiepunten" ingevoegd tussen de woorden "van bachelor specialisatie" en de woorden "of van master specialisatie".

Hoofdstuk 5. - Inschrijving voor studies

Art. 5.In artikel 95/1 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° de woorden "15 november" worden vervangen door de woorden "31 oktober";2° de woorden "in afwachting van de beslissing" worden geschrapt.

Art. 6.In artikel 96, § 1, van hetzelfde decreet wordt het tweede lid vervangen als volgt : "Uiterlijk 15 dagen na ontvangst van zijn definitieve verzoek tot effectieve inschrijving moet de beslissing tot weigering van de inschrijving aan de student worden meegedeeld per aangetekende brief tegen ontvangstbewijs, of per e-mail op het door de student opgegeven e-mailadres of, in geval van herinschrijving, op het door de instelling opgegeven e-mailadres.

Art. 7.Artikel 100 van hetzelfde decreet wordt vervangen als volgt : "Art. 100 § 1. Het jaarlijkse programma van een student die zich voor het eerst inschrijft voor een programma van de eerste cyclus bestaat uit de eerste 60 studiepunten van dit studieprogramma (hierna het 1e jaarlijkse blok genoemd), behoudens in geval van vermindering.

Indien hij verworven studiepunten geniet of studiepunten in aanmerking genomen voor onderwijseenheden van dit programma, kan hij zijn inschrijving aanvullen met onderwijseenheden uit de rest van het cyclusprogramma volgens de nadere regels en met inachtneming van de voorwaarden bedoeld in de volgende leden Aan het einde van deze eerste inschrijving : 1° het behalen, in voorkomend geval, na valorisatie, van de eerste 60 studiepunten (het eerste jaarlijkse blok) leidt tot het slagen van het eerste jaar van de eerste cyclus;2° het niet-behalen, in voorkomend geval, na valorisatie, van de eerste 60 studiepunten (het eerste jaarblok), leidt tot het niet-slagen van het eerste jaar van de eerste cyclus. In het geval bedoeld in 2° kan de student, als hij ten minste 45 studiepunten heeft verworven of opgewaardeerd, de niet-verworven onderwijseenheden van het 1e jaarlijkse blok opnemen in zijn jaarlijkse programma en dit, onder voorbehoud van de bekrachtiging door de examencommissie, aanvullen met onderwijseenheden uit de rest van het cyclusprogramma, waarvoor hij aan de voorwaarden voldoet en op voorwaarde dat het totaal aantal studiepunten van zijn programma niet meer dan 60 studiepunten bedraagt. Het jaarlijkse programma van een student die ten minste 55 studiepunten heeft verworven of opgewaardeerd, kan evenwel, met instemming van de examencommissie, maximaal 65 studiepunten omvatten.

In het geval bedoeld in 2° kan de student, als hij 30 tot 44 studiepunten heeft verworven of opgewaardeerd, de niet-verworven onderwijseenheden van het eerste jaarlijkse blok opnemen in zijn jaarprogramma. Op zijn verzoek kan de student, met instemming van de examencommissie, zijn programma aanvullen met onderwijseenheden uit de rest van het cyclusprogramma waarvoor hij aan de voorwaarden voldoet en voor zover het totaal aantal studiepunten van zijn programma niet meer dan 60 studiepunten bedraagt. Bovendien kan de student zijn inschrijving aanvullen met activiteiten om hem te helpen slagen, zoals bepaald in artikel 148.

In het geval bedoeld in 2°, als de student minder dan 30 studiepunten heeft verworven of opgewaardeerd, neemt hij de niet-verworven onderwijseenheden van het eerste jaarlijkse blok op in zijn jaarlijkse programma en vult hij zijn inschrijving aan met de activiteiten om hem te helpen slagen zoals bedoeld in artikel 148. § 2. Naast de eerste 60 studiepunten van het studieprogramma van de eerste cyclus bestaat het jaarlijkse programma van een student uit : 1° onderwijseenheden uit de rest van het cyclusprogramma waarvoor hij reeds was ingeschreven en waarvoor hij de overeenstemmende studiepunten nog niet had verworven;2° onderwijseenheden van de rest van het cyclusprogramma, waarvoor hij/zij aan de voorvereiste voorwaarden voldoet. Het jaarlijks programma van elke student is onderworpen aan de goedkeuring van de examencommissie, die erop toeziet dat het jaarlijkse programma van de student evenwichtig is en dat de vooropleidingseisen en de basisvereisten in acht worden genomen. Aan het einde van de cyclus kan de examencommissie, op basis van de individuele beslissing van de student, de vooropleidingen omzetten in basisopleidingen.

De examencommissie zorgt ervoor dat een jaarlijkse werklast van de student ten minste 60 studiepunten bedraagt, behalve op het einde van de cyclus, in het geval van een vermindering zoals bepaald in artikel 151, of onder voorbehoud van het volgende.

De examencommissie kan bij individuele en gemotiveerde beslissing een jaarprogramma van minder dan 60 studiepunten bekrachtigen in de volgende gevallen a) in geval van co-organisatie met instellingen voor hoger onderwijs buiten de Franse Gemeenschap of in geval van mobiliteit ;b) wanneer het jaarprogramma van de student, om het minimumaantal van 60 studiepunten te halen, onderwijseenheden zou moeten omvatten waarvoor de student nog geen basisvereisten heeft verworven;c) om naar behoren gemotiveerde pedagogische of organisatorische redenen, zonder dat dit programma minder dan 55 studiepunten telt;d) op verzoek van de student, om de overblijvende studiepunten voor de voortzetting van de studie in evenwicht te brengen;e) wanneer in het hoger kunstonderwijs, om het minimum van 60 studiepunten te bereiken, een onderwijseenheid in de categorie kunstvakken in het jaarprogramma van de student moet worden opgenomen, waarvoor de student ofwel nog niet de nodige vooropleiding heeft verworven, ofwel niet aan de organisatorische voorwaarden kan worden voldaan. § 3. Op het einde van de cyclus kan de student die nog maximaal 15 studiepunten van het studieprogramma van de eerste cyclus moet verwerven of opwaarderen, zijn jaarprogramma aanvullen met onderwijseenheden uit de volgende cyclus waarvoor zij aan de voorwaarden voldoen.

Hij of zij blijft ingeschreven in de eerste studiecyclus. Voor de verwerving of opwaardering van onderwijseenheden van de tweede cyclus wordt hij of zij echter geacht te zijn ingeschreven in de tweede cyclus.

De student betaalt de inschrijvingsgelden van de eerste cyclus en is vrijgesteld van het betalen van de inschrijvingsgelden van de tweede cyclus.

Het jaarprogramma van de student wordt door elke examencommissie bekrachtigd voor zover het hem betreft, maar het totale aantal studiepunten mag niet meer dan 60 studiepunten bedragen.

Een student die zijn graad van de eerste cyclus niet verworven heeft, mag in zijn jaarprogramma de onderwijseenheden van de tweede cyclus die overeenkomen met zijn scriptie of zijn eindejaarstudiewerk niet opnemen, behalve voor de graden van master van 60 studiepunten.

Voor de student aan het einde van de cyclus bedoeld in deze paragraaf worden de onderwijseenheden van de eerste cyclus onderzocht door de examencommissie van de eerste cyclus en worden de onderwijseenheden van de tweede cyclus onderzocht door de examencommissie van de tweede cyclus. § 4. In afwijking van de bepalingen van de vorige paragrafen geldt de inschrijving voor studies van de derde cyclus voor het volledige programma, terwijl de inschrijving voor studies van voortgezette opleiding betrekking heeft op een gepersonaliseerd programma.".

Art. 8.In artikel 101 van het decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het eerste lid: a) worden de woorden " wordt de einddatum voor de inschrijving op 31 oktober bepaald " vervangen door de woorden "wordt de einddatum voor de inschrijving op 30 september bepaald";b) worden de woorden " Nochtans, bij wijze van afwijking, kan de Regering, op advies van de instelling voor hoger onderwijs, uitzonderlijk een student ertoe machtigen zich in te schrijven na deze datums wanneer de omstandigheden het verantwoorden" vervangen door de woorden " Nochtans kan de instelling voor hoger onderwijs de inschrijving van een student uitzonderlijk toelaten die een aanvraag na deze datums indient wanneer de aangevoerde omstandigheden dit rechtvaardigen, zonder dat deze aanvraag tot inschrijving later dan 15 februari wordt ingediend"; 2° tussen het eerste en tweede lid wordt een nieuw lid ingevoegd, luidend als volgt "Tussen 1 oktober en 31 oktober van het lopende academiejaar kan een student in het eerste jaar van de eerste cyclus om een wijziging van de inschrijving verzoeken zonder dat dit nieuwe verzoek als een heroriëntatie wordt beschouwd."; 3° in het tweede lid, dat het derde lid wordt, worden de woorden "de einddatum voor de effectieve inschrijving" vervangen door de woorden "de einddatum voor de aanvragen tot inschrijving bedoeld in het eerste lid".

Art. 9.In artikel 102 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in § 1: a) tussen het eerste en het tweede lid wordt een lid ingevoegd, luidend als volgt : "De student die ingeschreven is overeenkomstig het vorige lid ontvangt van de instelling voor het lopende academiejaar tevens een persoonlijke studentenkaart waarop naast zijn naam en voornaam (en), ten minste één pasfoto in zwart-wit geleverd ofwel door de student ofwel door de instelling, het studentennummer en de naam van de instelling staan vermeld.Ook de gebruikelijke voornaam, een voornaam die een persoon voor zichzelf heeft gekozen en die beter overeenstemt met zijn/haar genderidentiteit en waarmee de persoon wenst te worden aangeduid, kan worden vermeld. Deze studentenkaart stelt de instelling in staat de student te identificeren, met name tijdens leeractiviteiten, praktische werkzaamheden en evaluaties, alsook tijdens door de instelling georganiseerde sportieve en culturele activiteiten; b) in het oude derde lid, dat het vierde lid wordt, worden de woorden "het tweede lid" vervangen door de woorden "het derde lid";c) in het oude vijfde lid, dat het zesde wordt, worden de woorden "in het eerste en tweede lid" vervangen door de woorden "in het eerste en derde lid";2° in § 2, eerste lid, worden de woorden "tweede en derde lid" vervangen door de woorden "derde en vierde lid";3° tot § 3: a) in het eerste lid worden de woorden "Behalve in het geval bedoeld in artikel 101, tweede lid" ingevoegd voor de woorden "De student van het eerste jaar van de eerste cyclus";b) het tweede lid wordt vervangen als volgt "De gastinstelling stelt, zodra de heroriëntatie is goedgekeurd, de instelling van herkomst in kennis van de verandering van instelling.

Art. 10.In artikel 103, eerste lid, van hetzelfde decreet worden de woorden "artikel 102" vervangen door de woorden "artikel 102, § 1, eerste lid".

Art. 11.In artikel 104, tweede lid, van hetzelfde decreet worden na het woord "partners" de woorden ", alsmede de vestigingsplaats of vestigingsplaatsen waar de leeractiviteiten worden uitgevoerd en geëvalueerd" ingevoegd.

Hoofdstuk 6. - Toegang tot studies Afdeling 1. - Toegang tot studies van de eerste cyclus

Art. 12.In artikel 107 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het tweede lid wordt littera 1 vervangen door "1° een diploma van bachelor van het korte type, van master, geaggregeerde van het hoger secundair onderwijs of van het getuigschrift pedagogische bekwaamheid, volgens de lijst die door de Regering, na overleg met de ARES, wordt opgesteld en bijgehouden;" ; 2° in het tweede lid, 2°, worden de woorden "of door de Koninklijke Militaire School" ingevoegd tussen de woorden "Duitstalige" en "gelijkaardige";3° in het tweede lid, 2°, worden na de woorden "door de overheden van de hogeschool" de woorden "of door de overheden van de instelling voor het onderwijs voor sociale promotie" ingevoegd; 4° tussen het tweede lid en het derde lid wordt een lid ingevoegd, luidend als volgt : "Om te worden toegelaten tot de geïntegreerde proef van een afdeling die een graad van bachelor specialisatie uitreikt, overeenkomstig artikel 71 van het decreet van 16 april 1991 houdende organisatie van het onderwijs voor sociale promotie, kan de kandidaat bovendien houder zijn van één van de toegangsbewijzen opgenomen in het tweede lid."; 5° in het oude vijfde lid, dat het zesde lid wordt, worden de woorden "Om te worden toegelaten tot de geïntegreerde proef van een afdeling die een graad van bachelor specialisatie uitreikt, moet de kandidaat bovendien houder zijn van een graad van bachelor of van een graad die gelijkwaardig is aan de graad van bachelor opgenomen in de lijst die door ARES wordt opgesteld en bijgehouden, overeenkomstig artikel 71 van het decreet van 16 april 1991 houdende organisatie van het onderwijs voor sociale promotie." opgeheven. Afdeling 2. - Toegang tot de studies van de tweede cyclus

Art. 13.In artikel 111, § 3, van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° de woorden "artikel 100, § 2, 3° en 4° " worden vervangen door de woorden "artikel 100, §§ 6 en 7";2° de woorden "artikel 100, §§ 6 en 7," worden vervangen door de woorden "artikel 100, § 3,".

Art. 14.Artikel 112 van het decreet wordt vervangen als volgt : "

Art. 112.§ 1. Overeenkomstig de algemene voorwaarden die door de academische overheden worden vastgesteld, hebben toegang tot de studies van master specialisatie, de studenten die houder zijn van : 1° een academische graad van master ;2° een academische graad gelijkaardig aan deze vermeld in het vorige lid, uitgereikt door een instelling van hoger onderwijs in de Vlaamse Gemeenschap, in de Duitstalige Gemeenschap of door de Koninklijke Militaire School, krachtens een beslissing van de academische overheden en onder de eventuele bijkomende voorwaarden die zij stellen;3° een buitenlandse academische graad die krachtens dit decreet, een Europese richtlijn, een internationaal verdrag of andere wetgeving, onder dezelfde voorwaarden, erkend is als gelijkwaardig aan deze vermeld in punten 1° en 2°. De aanvullende voorwaarden voor toegang bedoeld in punt 2° zijn bedoeld om te waarborgen dat de student de vakken en vaardigheden heeft verworven die voor de studies in kwestie vereist zijn. Wanneer deze aanvullende toegangsvoorwaarden bestaan uit een of meer aanvullende cursussen, mogen deze voor de student niet meer dan 60 extra studiepunten vertegenwoordigen, waarbij rekening wordt gehouden met alle studiepunten die hij anders bij toelating zou kunnen gebruiken. Deze cursussen maken deel uit van het studieprogramma van de student. § 2. Onder de algemene voorwaarden bepaald door de academische overheden kan een student die houder is van een bekwaamheidsbewijs, een diploma, een graad of een getuigschrift van de tweede cyclus, binnen of buiten de Franse Gemeenschap, die hem geen toegang geeft tot de studies van master specialisatie krachtens de vorige paragraaf, toch worden toegelaten door de examencommissie van de betrokken studies, onder de aanvullende voorwaarden die zij bepaalt, wanneer het geheel van de door hem gevolgde hoger onderwijsstudies of verworven competenties door de examencommissie op ten minste 240 studiepunten wordt gevaloriseerd. § 3. In afwijking van deze algemene voorwaarden, van de aanvullende voorwaarden die ze bepalen kunnen de academische overheden toelaten tot de studies van master specialisatie de houders van een bekwaamheidsbewijs, een diploma, een graad of een getuigschrift uitgereikt buiten de Franse Gemeenschap die in dit stelsel van oorsprong rechtstreeks toegang geven tot studies van de derde cyclus, zelfs indien de studies die met deze graden worden bekrachtigd niet in afzonderlijke cycli of in ten minste vijf jaar worden georganiseerd.". Afdeling 3. - Gepersonaliseerde toelatingen

Art. 15.Artikel 117, tweede lid, van hetzelfde decreet wordt opgeheven.

Hoofdstuk 7. - Studieprogramma en evaluaties Afdeling 1. - Examencommissies

Art. 16.In artikel 131, § 1, derde lid, van hetzelfde decreet wordt het woord "beraadslagen," ingevoegd tussen de woorden "zijn belast" en het woord "bekrachtigen".

Art. 17.Artikel 133 van hetzelfde decreet wordt vervangen als volgt : "

Art. 133.De beraadslagingen van de examencommissie worden achter gesloten deuren gehouden. Alle leden van de examencommissie moeten de geheimhouding van de beraadslaging en van de eventuele stemmingen respecteren.

Voor de studenten van het eerste jaar van de eerste cyclus en deze van het einde van de cyclus worden de beslissingen van de examencommissie bekendgemaakt door middel van een proclamatie en een aanplakking gedurende ten minste vijftien dagen na de proclamatie.

Voor andere studenten kunnen de beslissingen van de examencommissie alleen bekendgemaakt worden door aanplakking.

De examencommissie beslist op soevereine en collegiale wijze. Haar beslissingen zijn met redenen omkleed.

Op gewoon verzoek ontvangt de student nadere gegevens over de resultaten van de evaluaties van de vakken waarop de beraadslaging is gebaseerd. Afdeling 2. - Diploma's

Art. 18.In artikel 145 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het eerste lid worden de woorden " Ze verwijzen duidelijk naar het diplomasupplement dat ermee gepaard gaat" vervangen door de woorden "Teneinde de student nauwkeurig te identificeren en de internationale authenticiteit van de diploma's uitgereikt door de instellingen van hoger onderwijs die door de Franse Gemeenschap zijn erkend, te waarborgen, worden op elk diploma zijn naam, voornaam, geboorteplaats en geboortedatum vermeld.In elk diploma wordt uitdrukkelijk verwezen naar het bijbehorende diplomasupplement; 2° na het tweede lid wordt een lid ingevoegd, luidend als volgt: "Personen wier naam of voornaam overeenkomstig de toepasselijke wetgeving is gewijzigd, kunnen de instelling die hun een diploma heeft uitgereikt, verzoeken kosteloos een getuigschrift van gelijkwaardigheid met het diploma af te geven waarin rekening wordt gehouden met deze wijziging van naam of voornaam, mits het verzoek vergezeld gaat van documenten waaruit deze wijziging blijkt. Hoofdstuk 8. - Steun voor succes

Art. 19.In artikel 148 van het decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° het tweede lid wordt aangevuld met een littera 8°, luidend als volgt "8° de organisatie van blanco examens, blokperiodes, begeleide revisiesessies, vraag-en-antwoordsessies voorafgaand aan de evaluatie en tutoraat;2° tussen het vierde en vijfde lid worden drie nieuwe leden ingevoegd, luidend als volgt : "Vóór elk academiejaar stellen de overheden van de instellingen voor hoger onderwijs een strategisch plan op met de maatregelen die zij wensen te nemen om het slagen van studenten te bevorderen, in het bijzonder : 1° het ondersteuningsbeleid voor studenten ;2° bijzondere maatregelen om het niet-slagen te bestrijden;3° maatregelen voor opvang-, informatie-, evaluatie-, oriëntatie- en remediëringsbeleid. Deze plannen worden aan de ARES meegedeeld.

De jaarverslagen die de middelen verantwoorden die toegekend worden in het kader van de steun voor succes, worden opgesteld met verwijzing naar deze strategische plannen en ARES neemt ze op in haar analyse van deze bewijsverslagen; 3° in het oude zesde lid dat het negende lid wordt, worden de woorden "ten minste 45 studiepunten uit" opgeheven.

Art. 20.Artikel 150 van hetzelfde decreet wordt vervangen als volgt : "

Art. 150.Voor de studenten van het eerste jaar van de eerste cyclus die aan het einde van de eerste vier maanden voor een van de beoordelingen niet het vereiste minimumaantal punten hebben behaald, is de instelling verplicht om aan het einde van de volgende twee vier maanden van het academiejaar ten minste twee andere beoordelingsperiodes te organiseren die betrekking hebben op dezelfde opleidingen. In afwijking van artikel 100 kunnen de studenten van het eerste jaar van de eerste cyclus er vóór 15 februari voor kiezen hun activiteitenprogramma voor de tweede vier maanden in te krimpen. Dit gewijzigde programma wordt opgesteld in overleg met de examencommissie en omvat specifieke remediëringsactiviteiten.

Het eerste lid is niet van toepassing op de onderwijseenheden van de rest van het cyclusprogramma.

Art. 21.In artikel 151 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° het eerste lid en het tweede lid worden vervangen als volgt : "Bij individuele en gemotiveerde beslissing kunnen de academische overheden uitzonderlijk aan een student een vermindering van het programma toestaan bij de inschrijving.Deze vermindering kan alleen worden toegekend om naar behoren aangetoonde professionele, academische, sociale of medische redenen.

Bij individuele en gemotiveerde beslissing kunnen de academische overheden een student uitzonderlijk een vermindering van het programma tijdens het academiejaar toestaan. Deze vermindering kan alleen worden toegekend om naar behoren aangetoonde ernstige sociale of medische redenen. 2° in het derde lid worden de woorden "artikel 107, derde lid," vervangen door de woorden "artikel 107, zevende lid,". TITEL II. - Bepalingen tot wijziging van de wet van 27 juli 1971 op de financiering en de controle van de universitaire instelling

Art. 22.In artikel 36quater van de wet van 27 juli 1971 op de financiering en de controle van de universitaire instellingen, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid worden de woorden "met het oog op het bevorderen van de in artikel 148 bedoelde initiatieven en steun voor succes" vervangen door de woorden "met het oog op de organisatie van steun voor succes, overeenkomstig artikel 148";2° het vijfde lid wordt opgeheven.

Art. 23.In artikel 36quater/1 van diezelfde wet wordt het derde lid opgeheven.

Art. 24.Artikel 36sexies van dezelfde wet wordt vervangen als volgt : "

Art. 36sexies.Elke instelling stelt een jaarlijks activiteitenverslag op, waarvan het model door de Regering wordt vastgesteld na advies van de ARES, en die met name het volgende omvat : 1° het beleid gevoerd ten aanzien van studenten die zijn ingeschreven in het eerste jaar van de eerste cyclus ;2° georganiseerde activiteiten;3° de doelgroep ;4° het aanwezigheidspercentage in verhouding tot de doelgroep;5° een evaluatie van de ingevoerde maatregelen en van de mogelijke verbeteringspunten. De ARES is verantwoordelijk voor de analyse van deze verslagen voor de identificatie van goede praktijken en de formulering van voorstellen voor alle instellingen in dit verband. Zij stelt tevens een activiteitenverslag op over het gebruik van de uitkering bedoeld in artikel 36 quater, derde lid.

TITEL III. - Bepaling tot wijziging van het decreet van 11 april 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 11/04/2014 pub. 10/06/2014 numac 2014029344 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot aanpassing van de financiering van de instellingen voor hoger onderwijs aan de nieuwe organisatie van de studies type decreet prom. 11/04/2014 pub. 11/08/2014 numac 2014029370 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende wijziging van verschillende bepalingen inzake hoger onderwijs sluiten tot aanpassing van de financiering van de instellingen voor hoger onderwijs aan de nieuwe organisatie van de studies

Art. 25.Artikel 5 van het decreet van 11 april 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 11/04/2014 pub. 10/06/2014 numac 2014029344 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot aanpassing van de financiering van de instellingen voor hoger onderwijs aan de nieuwe organisatie van de studies type decreet prom. 11/04/2014 pub. 11/08/2014 numac 2014029370 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende wijziging van verschillende bepalingen inzake hoger onderwijs sluiten tot aanpassing van de financiering van de instellingen voor hoger onderwijs aan de nieuwe organisatie van de studies wordt vervangen als volgt : "Art. 5 § 1. Naast de in artikel 3 genoemde voorwaarden komt een student in aanmerking voor financiering: 1. of bij de inschrijving voor een studiecyclus, zonder dat hij/zij tijdens de vijf voorafgaande academiejaren reeds voor dezelfde studiecyclus was ingeschreven;2. of wanneer hij/zij alle studiepunten verworven heeft bij zijn vorige inschrijving voor deze cursus met een minimum van 45 studiepunten van zijn jaarlijks programma, behalve in geval van vermindering;3. of wanneer hij/zij voldoet aan voldoende academische slagenvereisten zoals beschreven in de volgende paragrafen. § 2. Een student die is ingeschreven voor een eerste studiecyclus die leidt tot een bepaalde academische graad van 180 studiepunten, voldoet niet langer aan de voldoende voorwaarden voor academisch welslagen als zich één van de volgende situaties voordoet : 1. aan het einde van zijn eerste inschrijving in deze cursus als de student de studiepunten verbonden aan ten minste één van de onderwijseenheden van het eerste jaarblok niet verworven of gevaloriseerd heeft;2. na twee inschrijvingen in de eerste cyclus als de student de eerste 60 studiepunten van het eerste jaarblok van zijn/haar cursus niet verworven of gevaloriseerd heeft;3. na vier inschrijvingen in de eerste cyclus als de student geen 120 studiepunten van zijn/haar cursus verworven of gevaloriseerd heeft;4. na vijf inschrijvingen in de eerste cyclus als de student niet alle studiepunten van zijn cursus verworven of gevaloriseerd heeft. Met uitzondering van het eerste lid, 2°, na twee inschrijvingen in de eerste cyclus, kan worden geacht aan voldoende voorwaarden voor succes te hebben voldaan, mits de examencommissie hiermee instemt: 1° de student bedoeld in artikel 100, § 1, vierde of vijfde lid, van het decreet van 7 november 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/11/2013 pub. 18/12/2013 numac 2013029625 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot bepaling van het hogeronderwijslandschap en de academische organisatie van de studies sluiten die 60 studiepunten heeft verworven of gevaloriseerd, waarvan ten minste 50 studiepunten uit het eerste jaarblok ;2° de student bedoeld in artikel 100, § 1, zesde lid, van hetzelfde decreet die ten minste 50 studiepunten van het eerste jaarblok heeft verworven of gevaloriseerd, onder voorbehoud van bijkomende voorwaarden bepaald door de examencommissie, die hem kan verplichten zich in te schrijven voor de succesondersteunende activiteiten bedoeld in artikel 148. In deze gevallen moet het saldo van de studiepunten van het eerste jaarblok in het volgende academiejaar volledig worden behaald om te blijven voldoen aan de voldoende slaagvoorwaarden.

De examencommissie analyseert de resultaten van elke student die in aanmerking zou kunnen komen voor de uitzonderingen vermeld in het tweede lid, 1° en 2°.

Naast de voorwaarden bedoeld in het eerste lid, 1° tot 3°, voldoet een student die is ingeschreven in een eerste studiecyclus die leidt tot een bepaalde academische graad van 240 studiepunten niet langer aan de voldoende slaagvoorwaarden wanneer hij zich in een van de volgende situaties bevindt 1. op het einde van zes inschrijvingen in de eerste cyclus als hij geen 180 studiepunten van zijn/haar programma heeft verworven of gevaloriseerd;2. na zeven inschrijvingen in de eerste cyclus als hij niet alle studiepunten van zijn programma heeft verworven of gevaloriseerd. Een student die is ingeschreven voor specialisatiestudies in de eerste cyclus voldoet niet langer aan de voldoende slaagvoorwaarden als hij na twee inschrijvingen in de eerste cyclus niet alle studiepunten van zijn cursus heeft verworven of gevaloriseerd. § 3. Een student die is ingeschreven voor een tweede studiecyclus die tot een bepaalde academische graad leidt, voldoet niet langer aan de voldoende slaagvoorwaarden als hij zich in één van de volgende situaties bevindt : 1. na twee inschrijvingen in de tweede cyclus als hij geen 60 studiepunten van zijn cursus heeft verworven of gevaloriseerd, met inbegrip, in voorkomend geval, van de studiepunten van het aanvullende programma bedoeld in artikel 111 van het voornoemde decreet van 7 november 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/11/2013 pub. 18/12/2013 numac 2013029625 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot bepaling van het hogeronderwijslandschap en de academische organisatie van de studies sluiten;2. na vier inschrijvingen in de tweede cyclus als hij geen 120 studiepunten van zijn cursus heeft verworven of gevaloriseerd;3. na zes inschrijvingen in de tweede cyclus als hij niet alle studiepunten van zijn cursus heeft verworven of gevaloriseerd. Wanneer in toepassing van artikel 111 van voornoemd decreet van 7 november 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/11/2013 pub. 18/12/2013 numac 2013029625 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot bepaling van het hogeronderwijslandschap en de academische organisatie van de studies sluiten in bijkomende toegangsvoorwaarden is voorzien, komt de student in aanmerking voor : 1. een bijkomende inschrijving waarbij deze bijkomende voorwaarden ten hoogste 30 bijkomende studiepunten vertegenwoordigen;2. twee bijkomende inschrijvingen waarbij de bijkomende voorwaarden 31 tot 60 studiepunten vertegenwoordigen. § 4. Voor de toepassing van §§ 2 en 3 wordt geen rekening gehouden met de inschrijvingen tijdens de vorige academiejaren die aanleiding hebben gegeven tot het behalen van een academische graad. § 5. In geval van heroriëntering komt de student bedoeld in de paragrafen 2 en 3 in aanmerking voor een bijkomende inschrijving. Dit voordeel wordt echter slechts eenmaal toegekend voor de duur van de betrokken cyclus. In afwijking van paragraaf 2, eerste lid, 2°, moet een student die zich heroriënteert na de tweede inschrijving in de cyclus bachelor ten minste de eerste 50 studiepunten van zijn cursus verwerven of valoriseren na maximaal drie inschrijvingen in de cyclus, en de eerste 60 studiepunten van zijn cursus na maximaal vier inschrijvingen voor deze cursus.

Voor de toepassing van deze paragraaf wordt onder heroriëntatie verstaan de hypothese voorzien in artikel 102, § 3, van het decreet van 7 november 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/11/2013 pub. 18/12/2013 numac 2013029625 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot bepaling van het hogeronderwijslandschap en de academische organisatie van de studies sluiten of die waarbij een student zich bij het begin van het academiejaar inschrijft voor een studieprogramma dat tot een academische graad leidt zonder er reeds voor ingeschreven te zijn, maar wel reeds voor een ander studieprogramma ingeschreven te zijn geweest.

Bovendien, wanneer een student zich in een situatie van programmavermindering bevindt met toepassing van artikel 150 zonder heroriëntering of van artikel 151 van het decreet van 7 november 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/11/2013 pub. 18/12/2013 numac 2013029625 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot bepaling van het hogeronderwijslandschap en de academische organisatie van de studies sluiten, geniet hij van een bijkomende halve inschrijving in de betrokken cyclus. Bij de berekening van de cyclus wordt de som van de extra inschrijvingen naar boven afgerond op het eerstvolgende gehele getal. § 6. De student die zich inschrijft voor een eerste studiecyclus op basis van de voorwaarden bedoeld in artikel 107 van het decreet van 7 november 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/11/2013 pub. 18/12/2013 numac 2013029625 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot bepaling van het hogeronderwijslandschap en de academische organisatie van de studies sluiten, wordt geacht regelmatig ingeschreven te zijn geweest voor elk academiejaar volgend op het behalen van het diploma, het bekwaamheidsbewijs of het getuigschrift bedoeld in deze toegangsvoorwaarden, voor een jaarprogramma van 60 studiepunten van de bedoelde studies, met uitzondering van de jaren waarvoor hij het bewijs levert dat hij tijdens het bedoelde jaar niet was ingeschreven voor een activiteit van hoger onderwijs of een vergelijkend examen of een toegangsexamen zowel binnen als buiten de Franse Gemeenschap. Dit bewijs kan worden geleverd door elk officieel document of, bij gebreke van een naar behoren gemotiveerd document wegens overmacht, door een verklaring op erewoord van de student waaruit blijkt dat het materieel onmogelijk is een dergelijk document over te leggen. § 7. In afwijking van § 2, eerste lid, 2° tot 4°, heeft een student die voor het eerst is ingeschreven in een eerste jaar van de eerste cyclus en die op het einde van dit jaar ten minste 45 studiepunten van de eerste 60 studiepunten van het studieprogramma in de diergeneeskundige wetenschappen heeft verworven, maar die geen toegangsattest na het cyclusprogramma heeft verkregen, recht op een bijkomende inschrijving. § 8. Voor de studenten bedoeld in artikel 100, § 3 van het decreet van 7 november 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/11/2013 pub. 18/12/2013 numac 2013029625 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot bepaling van het hogeronderwijslandschap en de academische organisatie van de studies sluiten wordt de naleving van de voorwaarden om in aanmerking te komen voor financiering van de student in elk van de twee cycli afzonderlijk gecontroleerd.

TITEL IV. - Overgangs-, opheffings- en slotbepalingen Hoofdstuk I. - Overgangsbepalingen

Art. 26.Artikel 100, §§ 6 en 7, van het decreet van 7 november 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/11/2013 pub. 18/12/2013 numac 2013029625 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot bepaling van het hogeronderwijslandschap en de academische organisatie van de studies sluiten tot bepaling van het hogeronderwijslandschap en de academische organisatie van de studies, blijft van kracht tot 13 september 2023.

Art. 27.Studenten die bij de inwerkingtreding van dit decreet reeds ingeschreven zijn voor een studiecyclus in de Franse Gemeenschap, blijven onderworpen aan de bepalingen van het decreet van 11 april 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 11/04/2014 pub. 10/06/2014 numac 2014029344 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot aanpassing van de financiering van de instellingen voor hoger onderwijs aan de nieuwe organisatie van de studies type decreet prom. 11/04/2014 pub. 11/08/2014 numac 2014029370 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende wijziging van verschillende bepalingen inzake hoger onderwijs sluiten die van toepassing waren op de dag vóór de inwerkingtreding van dit decreet, zolang zij deze studiecyclus volgen en ten laatste tot en met het academiejaar 2023-2024.

Hoofdstuk 2. - Opheffings- en slotbepalingen

Art. 28.Het decreet van 27 december 1993 houdende diverse maatregelen inzake cultuur, gezondheid, onderwijs en begroting wordt opgeheven voor het niveau van het hoger onderwijs.

Art. 29.Tijdens het academiejaar 2026-2027 zal de ARES het nieuwe systeem evalueren wat betreft het studententraject (met inbegrip van het afstuderen) en de organisatie van de instellingen (met inbegrip van de gevolgen voor hun financiering).

Art. 30.Dit decreet treedt in werking met ingang van het academiejaar 2022-2023, met uitzondering van artikel 13, 2°, van dit decreet en artikel 100, § 3, van het decreet van 7 november 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/11/2013 pub. 18/12/2013 numac 2013029625 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot bepaling van het hogeronderwijslandschap en de academische organisatie van de studies sluiten, zoals vervangen bij artikel 7 van dit decreet, die in werking treden met ingang van het academiejaar 2023-2024. Artikel 13, 1° van dit decreet treedt in werking op de tiende dag na de dag waarop het decreet in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Brussel, 2 december 2021.

De Minister-president, P.-Y. JEHOLET De Vice-Voorzitter en Minister van Begroting, Ambtenarenzaken, Gelijke Kansen en Toezicht op Wallonië-Bruxelles Enseignement, F. DAERDEN De Vice-voorzitter en Minister van Kind, Gezondheid, Cultuur, Media en Vrouwenrechten, B. LINARD De Minister van Hoger Onderwijs, Onderwijs voor sociale promotie, Universitaire Ziekenhuizen, Hulpverlening aan de Jeugd, Justitiehuizen, Jeugd, Sport en Promotie van Brussel, V. GLATIGNY De Minister van Onderwijs, C. DESIR _______ Nota Zitting 2021-2022 Stukken van het Parlement. Ontwerp van decreet, nr. 307-1. - Commissieamendement(en), nr. 307-2. - Commissieverslag, nr. 307-3. - Tekst aangenomen tijdens de plenaire vergadering, nr. 307-4 Integraal verslag. - Bespreking en aanneming. - Vergadering van 1 december 2021.

^