Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Regering Van De Franse Gemeenschap van 21 november 2002
gepubliceerd op 10 maart 2003

Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot bepaling van de samenstelling en de werking van de GPBHO-Commissie genomen bij toepassing van artikel 8 van het decreet van 17 juli 2002 tot bepaling van het Getuigschrift van Pedagogische Bekwaamheid voor het Hoger Onderwijs (CAPAES) in de Hogescholen en van de voorwaarden voor het verkrijgen ervan

bron
ministerie van de franse gemeenschap
numac
2003029033
pub.
10/03/2003
prom.
21/11/2002
ELI
eli/besluit/2002/11/21/2003029033/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

21 NOVEMBER 2002. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot bepaling van de samenstelling en de werking van de GPBHO-Commissie genomen bij toepassing van artikel 8 van het decreet van 17 juli 2002 tot bepaling van het Getuigschrift van Pedagogische Bekwaamheid voor het Hoger Onderwijs (GPBHO) (CAPAES) in de Hogescholen en van de voorwaarden voor het verkrijgen ervan


De Regering van de Franse Gemeenschap, Gelet op het decreet van 17 juli 2002 tot bepaling van het Getuigschrift van Pedagogische Bekwaamheid voor het Hoger Onderwijs (GPBHO) (CAPAES) in de Hogescholen en van de voorwaarden voor het verkrijgen ervan, inzonderheid op artikel 8;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 25 juli 2002;

Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting, gegeven op 3 september 2002;

Gelet op het overleg met de organisaties die de studenten vertegenwoordigen, dat plaatsgenomen heeft op 20 september 2002;

Gelet op het onderhandelingsprotocol van 24 september 2002 van het Comité van Sector IX en van het Comité voor de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten, Afdeling II, samen vergaderend;

Gelet op de beraadslaging van de Regering van de Franse Gemeenschap over de aanvraag om advies te geven door de Raad van State binnen een termijn van hoogstens één maand;

Gelet op het advies 34.221/2 van de Raad van State, gegeven op 30 oktober 2002, bij toepassing van artikel 84, lid 1, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van de Minister van Hoger Onderwijs, Onderwijs voor Sociale Promotie en Wetenschappelijk Onderzoek;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.De GPBHO-Commissie opgericht bij artikel 8 van het decreet van 17 juli 2002 tot bepaling van het Getuigschrift van Pedagogische Bekwaamheid voor het Hoger Onderwijs (GPBHO) (CAPAES) in de Hogescholen en van de voorwaarden voor het verkrijgen ervan, is als volgt samengesteld : 1° Een Voorzitter : de Directeur-generaal van het niet-verplicht onderwijs en het wetenschappelijk onderzoek of zijn afgevaardigde van rang 15 minimaal;2° Een Ondervoorzitter : de Adjunct-directeur-generaal van het niet-verplicht onderwijs en het wetenschappelijk onderzoek of zijn afgevaardigde van rang 12 minimaal;3° De volgende leden : a) drie werkende leden en hun plaatsvervangers die de onderwijsnetten vertegenwoordigen bedoeld bij artikel 8, § 2, lid 1, van voornoemd decreet van 17 juli 2002.Het werkend lid dat het net van het gesubsidieerd vrij onderwijs vertegenwoordigt, behoort tot het confessioneel vrij onderwijs, alsmede zijn plaatsvervanger. Dit lid heeft daarenboven een tweede plaatsvervanger, behorende tot het niet-confessioneel vrij onderwijs. Deze laatste zetelt bij het onderzoeken van het dossier van een kandidaat dat personeelslid is van een niet-confessionele vrije Hogeschool. Bij het onderzoeken van een dossier van een kandidaat dat personeelslid is van een niet-confessionele vrije Hogeschool, worden de werkende en plaatsvervangende leden die het net van het confessioneel gesubsidieerd vrij onderwijs vertegenwoordigen, geacht vehinderd te zijn; b) drie werkende leden en hun plaatsvervangers die de vakverenigingen vertegenwoordigen bedoeld bij artikel 8, § 2, lid 1, van voornoemd decreet van 17 juli 2002;deze worden gekozen door de Regering op de voordracht van hun respectievelijke vakvereniging onder de vastbenoemde of definitief aangeworven personeelsleden. Deze vakverenigingen beschikken elk over minstens één mandaat als werkend lid en één mandaat als plaatsvervangend lid; c) de verantwoordelijke van de vorming, die overeenkomstig artikel 7 van voornoemd decreet van 17 juli 2002 de vorming van het GPBHO geëvalueerd heeft;d) twee werkende deskundige leden en hun plaatsvervangers waarvan één wetenschappelijk bevoegd zal zijn en een andere pedagogisch, binnen de specialiteit van de kandidaat. De in d) bedoelde deskundigen worden aangesteld door de GPBHO-Commissie op de voordracht van de Algemene Raad van Hogescholen op basis van een lijst die voor elke specialiteit bepaald is. Deze lijst bevat meerdere deskundigen voor elke specialiteit en heeft een geldigheidsduur van vier jaar.

Art. 2.De kandidaten voor het GPBHO sturen hun professioneel dossier, bepaald bij artikel 4 van voornoemd decreet van 17 juli 2002, naar de Voorzitter van de GPBHO-Commissie per aangetekende brief of brengen die naar zijn secretariaat tegen ontvangstbewijs.

De Secretaris van de GPBHO-Commissie deelt aan de Regering de professionele dossiers mee die in de regels zijn ingediend bij de Voorzitter van de GPBHO-Commissie.

Art. 3.§ 1. Overeenkomstig artikel 8, § 5, lid 3, van voornoemd decreet van 17 juli 2002, wordt de GPBHO-Commissie ertoe gehouden binnen een termijn van vier maanden volgend op de datum van ontvangst van het professioneel dossier van een GPBHO-dossier : - ofwel een gemotiveerde beslissing van toekenning van het GPBHO voor homologatie aan de Regering te onderwerpen; - ofwel de kandidaat op de hoogte te brengen dat ze van plan is haar geen GPBHO toe te kennen door haar beslissing te motiveren.

In dat laatste geval, beschikt de kandidaat over een termijn van veertien dagen om een klacht in te dienen bij de GPBHO-Commissie. In dit geval wordt de Commissie ertoe gehouden de Regering te informeren over haar gemotiveerde beslissing binnen een termijn van zes maanden vanaf de initiale ontvangstdatum van het professioneel dossier.

De termijnen bedoeld in deze paragraaf worden geschorst gedurende de maanden juli en augustus. § 2. Overeenkomstig artikel 8, § 6, van voornoemd decreet van 17 juli 2002, kan de kandidaat aan wie de GPBHO-Commissie de toekenning van het GPBHO heeft een nieuw dossier indienen binnen een termijn van een jaar vanaf de indiening van het eerste dossier.

Art. 4.De Minister tot wiens bevoegdheid het Hoger Onderwijs behoort, wordt belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 21 november 2002.

Vanwege de Regering van de Franse Gemeenschap : De Minister van Hoger Onderwijs, Onderwijs voor Sociale Promotie en Wetenschappelijk Onderzoek, Mevr. F. DUPUIS

^