gepubliceerd op 19 augustus 2022
Decreet betreffende de voorziening voor persoonlijke begeleiding en houdende diverse maatregelen ter begeleiding van de uitvoering van de gemeenschappelijke kern, en voor de toekenning van middelen aan basisscholen om een gerichte en versterkte pedagogische en opvoedkundige ondersteuning te geven aan de leerlingen
20 JULI 2022. - Decreet betreffende de voorziening voor persoonlijke begeleiding en houdende diverse maatregelen ter begeleiding van de uitvoering van de gemeenschappelijke kern, en voor de toekenning van middelen aan basisscholen om een gerichte en versterkte pedagogische en opvoedkundige ondersteuning te geven aan de leerlingen
Het Parlement van de Franse Gemeenschap heeft aangenomen en wij, de regering, bekrachtigen hetgeen volgt: TITEL I. - VOORZIENINGEN VOOR DE ORGANISATIE VAN LESTIJDEN VOOR PERSOONLIJKE BEGELEIDING HOOFDSTUK I. - Bepalingen tot wijziging van het Wetboek voor het basis- en secundair onderwijs
Artikel 1.In artikel 1.5.3-1, § 2, van het Wetboek voor het basis- en secundair onderwijs worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1. in 12.wordt "." vervangen door ";"; 2. paragraaf 2 wordt aangevuld met een 13., luidend als volgt: "13. om elk jaar, voor de scholen die betrokken zijn bij de uitvoering van de gemeenschappelijke Basisi, een globaal onderzoek te voeren over de praktische modaliteiten van de differentiatie van de leerprocessen en van de persoonlijke begeleiding, in samenhang metde elementen in de doelstellingenovereenkomst van de school conform artikel 1.5.2-3, § 1, 6."
Art. 2.In artikel 2.1.1-1 van hetzelfde Wetboek worden de volgende wijzigingen aangebracht: a) 1.wordt vervangen door wat volgt: "1. persoonlijke begeleiding: de lestijden in het lesrooster van alle leerlingen van een klas of meerdere klassen tegelijkertijd, tijdens dewelke een totale omkadering wordt bevorderd om een begeleiding van de leerlingen mogelijk te maken, in groepjes van verschillende grootte of individueel, om heterogene klassen te verkrijgen en de motivatie en het succes van de leerlingen te ondersteunen;"; b) in 10.wordt de zin "Deze praktijken omvatten gedifferentieerde pedagogie, remediëring overschrijdingsactiviteiten en persoonlijke begeleiding" opgeheven.
Art. 3.Artikel 2.2.1-4, § 3, van hetzelfde Wetboek wordt aangevuld met een lid dat luidt als volgt: "In het eerste en tweede jaar van het basisonderwijs, aanvullend op de lestijden van persoonlijke begeleiding waarvan sprake in het eerste lid, 4., worden twee lestijden van persoonlijke begeleiding georganiseerd en verdeeld over de verschillende domeinen en vakken of over alle domeinen en vakken waarvan sprake in artikel 2.2.1-5, § 3.".
Art. 4.Artikel 2.2.3-1 van hetzelfde Wetboek wordt aangevuld met een lid dat luidt als volgt: "De modaliteiten van de differentiatie van de leerprocessen en van de persoonlijke begeleiding zijn beschreven in de doelstellingenovereenkomst conform artikel 1.5.2-3, § 1, 6."
Art. 5.Artikel 2.2.3-2 van hetzelfde Wetboek wordt vervangen door wat volgt: "Artikel 2.2.3-2. § 1. Het aantal wekelijkse lestijden voor gepersonaliseerde begeleiding in het lesrooster van leerlingen wordt bepaald conform artikelen 2.2.1-4, § 3, en 2.2.2-1, § 3.
Als in het basisonderwijs de omkadering berekend volgens artikel 31bis van het decreet van 13 juli 1998Relevante gevonden documenten type decreet prom. 13/07/1998 pub. 28/08/1998 numac 1998029358 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de organisatie van het gewoon kleuteronderwijs en lager onderwijs en de wijziging van de onderwijswetgeving sluiten betreffende de organisatie van het gewoon kleuteronderwijs en lager onderwijs en de wijziging van de onderwijswetgeving onvoldoende lestijden oplevert om het verplichte wekelijkse uurrooster van de leerlingen na te leven, kan de inrichtende macht voor de organisatie van de persoonlijke begeleiding gebruikmaken van resterende lestijden waarvan sprake in artikel 34 van hetzelfde decreet, van aanpassingslestijden waarvan sprake in artikel 33, § 3 en 4 van hetzelfde decreet, en van lestijden van gedifferentieerde begeleiding.
De inrichtende macht implementeert in elk geval een persoonlijke begeleiding inclusief minstens het equivalent van de omkadering van twee klassen door drie leerkrachten, of door twee leerkrachten en een logopedist, en dit gedurende vier wekelijkse lestijden in het eerste en tweede jaar van het basisonderwijs, en gedurende twee wekelijkse lestijden in het derde tot en met het zesde jaar van het basisonderwijs. § 2. De inrichtende macht kan de lestijden voor persoonlijke begeleiding niet aanwenden voor een permanente vermindering van de grootte van de klassengroepen. Een klassengroep kan tijdens het schooljaar af en toe worden onderverdeeld om te voldoen aan de behoeften van de leerlingen, maar zonder permanente en homogene groepen leerlingen in moeilijkheden te vormen.
De inrichtende macht organiseert lestijden voor persoonlijke begeleiding om te garanderen dat, als leerlingen worden begeleid buiten de klassengroep, nieuwe of verschillende lesinhouden niet worden verstrekt aan de rest van de klassengroep.
Aan het begin van elk schooljaar deelt de inrichtende macht aan de ouders of aan de meerderjarige leerling de praktische modaliteiten mee voor de organisatie van differentiëringsvoorzieningen en voorzieningen van persoonlijke begeleiding tijdens het nieuwe schooljaar en voor de betrokken klassengroep. § 3. Naast de persoonlijke begeleiding bedoeld in het eerste lid, valt de toekenning van de middelen bedoeld voor differentiatie onder de autonomie van de inrichtende macht De toekenning van de middelen toegewezen voor de omkadering van leerlingen toegelaten in het secundair onderwijs hoewel ze niet (volledig) geslaagd waren voor de gemeenschappelijke externe proef die wordt bekrachtigd met een getuigschrift op het einde van het zesde jaar van de lagere school, volgens de nadere regels bedoeld in artikel 2.3.2-12, mag niet leiden tot de oprichting van permanente groepen-klassen van leerlingen."
Art. 6.In hetzelfde Wetboek wordt een artikel 2.2.3-3 ingelast dat als volgt is opgesteld: "Artikel 2.2.3-3. Bij een inbreuk op de voorwaarden voor de organisatie van de lestijden voor persoonlijke begeleiding vastgesteld in artikel 2.2.3-2, kan de regering, met inachtneming van de procedure in dit artikel, een van de volgende sancties opleggen 1. de waarschuwing;2. een boete waarvan het bedrag gelijk is aan 5% van de jaarlijkse dotaties of werkingssubsidies van de betrokken school.3. in geval van herhaling binnen vijf jaar, de intrekking van alle dotaties of werkingssubsidies voor het lopende schooljaar voor de bedoelde school. Indien de boete bedoeld in lid 1, 2, niet binnen drie maanden na kennisgeving van de straf wordt terugbetaald, zal de Regering het bedrag van de boete verhoogd met 2,5% in mindering laten brengen van de dotaties of werkingssubsidies van de betrokken school.
Zodra zij kennis krijgen van een klacht die of een feit dat een schending of overtreding van het artikel 2.2.3-2 zou kunnen zijn, onderzoeken de Regeringsdiensten de zaak en kunnen zij elke persoon horen die een nuttige bijdrage kan leveren tot hun informatie. In voorkomend geval stelt de inrichtende macht aan de regeringsdiensten de informatie ter beschikking over de praktische organisatie van de lestijden voor persoonlijke begeleiding in de school.
Als ze het nodig achten, kunnen de regeringsdiensten een beroep doen op de algemene inspectiedienst om een onderzoeksopdracht uit te voeren conform artikel 7/1 van het decreet van 10 januari 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 10/01/2019 pub. 26/02/2019 numac 2019040370 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de algemene inspectiedienst sluiten betreffende de algemene inspectiedienst.
Wanneer zij voldoende informatie hebben dat een schending werd begaan of als de onderzoeksopdracht en de specifieke controle van de algemene Dienst inspectiedienst de wezenlijke toekortkoming of inbreuk bevestigt, stellen de regeringsdiensten de bevoegde inrichtende macht in kennis van hun klachten. . Deze heeft 30 dagen tijd om het dossier te raadplegen en schriftelijke opmerkingen te maken De regering neemt een beslissing binnen de zestig dagen na het verstrijken van de reactietermijn die aan de betrokken inrichtende macht is gelaten." HOOFDSTUK II. - Bepalingen tot wijziging van het decreet van 13 juli 1998Relevante gevonden documenten type decreet prom. 13/07/1998 pub. 28/08/1998 numac 1998029358 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de organisatie van het gewoon kleuteronderwijs en lager onderwijs en de wijziging van de onderwijswetgeving sluiten betreffende de organisatie van het gewoon kleuteronderwijs en lager onderwijs en de wijziging van de onderwijswetgeving
Art. 7.In artikel 2 van het decreet van 13 juli 1998Relevante gevonden documenten type decreet prom. 13/07/1998 pub. 28/08/1998 numac 1998029358 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de organisatie van het gewoon kleuteronderwijs en lager onderwijs en de wijziging van de onderwijswetgeving sluiten betreffende de organisatie van het gewoon kleuteronderwijs en lager onderwijs en de wijziging van de onderwijswetgeving, worden de volgende wijzigingen aangebracht: a) 11.wordt opgeheven; b) in 25.worden de woorden "of van een aanpassingsleraar en en leraar pedagogische steun" opgeheven.
Art. 8.In artikel 11, § 1, van hetzelfde decreet worden de woorden "aan een aanpassingsleraar en leraar pedagogische steun" opgeheven.
Art. 9.In artikel 19 van hetzelfde decreet worden de woorden "en de taakleraars en pedagogische steun leraars" en de woorden "of de taakleraar en pedagogische steun leraar" opgeheven.
Art. 10.In artikel 20, § 3, lid 2, van hetzelfde decreet worden de woorden "of de taakleraar en pedagogische steun leraar" opgeheven.
Art. 11.In artikel 21, § 3, lid 2, van hetzelfde decreet worden de woorden "of taakleraar en pedagogische steun leraar" opgeheven.
Art. 12.In artikel 28 van hetzelfde decreet worden de woorden ", in voorkomend geval, de aanvullende begeleiding voor het eerste en tweede leerjaar en de lessen voor aanpassing aan de taal van het onderwijs" vervangen door de woorden "de aanvullende begeleiding voor de persoonlijke begeleiding".
Art. 13.In artikel 29 van hetzelfde decreet wordt paragraaf 2 opgeheven.
Art. 14.In artikel 30, § 1, laatste lid, van hetzelfde decreet worden de woorden "artikel 29, § 2" opgeheven.
Art. 15.Artikel 31bis van hetzelfde decreet wordt vervangen door wat volgt: "
Artikel 31bis.- § 1. Om een persoonlijke begeleiding in te voeren conform artikel 2.2.3-2 van het Wetboek voor het basis- en secundair onderwijs, wordt het aantal specifieke lestijden voor de persoonlijke begeleiding per vestiging op de volgende manier bepaald: 1. in het eerste en tweede jaar van het basisonderwijs wordt 1 lestijd voorzien per begonnen schijf van 5 leerlingen op basis van de totale schoolbevolking van deze twee studiejaren;2. in het derde en vierde jaar van het basisonderwijs worden 2 lestijden voorzien per begonnen schijf van 20 leerlingen op basis van de totale schoolbevolking van deze twee studiejaren;3. in het vijfde en zesde jaar van het basisonderwijs wordt 1 lestijd voorzien per begonnen schijf van 20 leerlingen op basis van de totale schoolbevolking van deze twee studiejaren. Onverminderd artikel 27 worden de lestijden waarvan sprake in het eerste lid bepaald op basis van het aantal regelmatig ingeschreven leerlingen in de betrokken studiejaren op 15 januari van het voorafgaande schooljaar.
Deze lestijden worden toegekend van de eerste dag van het schooljaar tot de laatste dag van het schooljaar. Ze mogen alleen worden gebruikt in de vestigingen en voor de studiejaren die ze aangemaakt hebben, behalve in het geval van een klassengroep die meerdere studiejaren omvat.
Als er in afwijking van het vorige lid nog lestijden zijn, na voldaan te hebben aan de verplichtingen die voorzien zijn in artikel 2.2.1-4, § 3, eerste lid, 4., en tweede lid, van het Wetboek voor het basis- en secundair onderwijs voor alle klassengroepen van de vestiging, dan kunnen deze worden toegewezen aan de betrokken studiejaren of aan andere studiejaren. Ze hebben dus betrekking op, ofwel de versterking van de voorzieningen voor de ingevoerde persoonlijke begeleiding, ofwel andere pedagogische of organisatorische doeleinden aangepast aan de lokale realiteiten en behoeften van de instellingen. § 2. Het personeelslid dat belast is met de persoonlijke begeleiding is een onderwijzer lager onderwijs, een leermeester tweede taal, een leermeester filosofie en burgerzin of logopedist, zoals bepaald door het decreet van 11 april 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 11/04/2014 pub. 10/10/2014 numac 2014029467 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot regeling van de bekwaamheidsbewijzen en ambten in het door de Franse Gemeenschap georganiseerde en gesubsidieerde basis- en secundair onderwijs sluiten tot regeling van de bekwaamheidsbewijzen en ambten in het door de Franse Gemeenschap georganiseerde of gesubsidieerde basis- en secundair onderwijs.
De keuze van de functie(s) gebeurt door een voorafgaand overleg binnen de plaatselijke organen van sociaal overleg. § 3. Voor de leden van het onderwijzend personeel waarvan sprake in § 2: 1. wordt het aantal prestaties van de personeelsleden waarvan sprake in het eerste lid bepaald volgens de normen van het decreet van 14 maart 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 14/03/2019 pub. 27/03/2019 numac 2019011352 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende diverse bepalingen betreffende de werkorganisatie van de onderwijspersoneelsleden en tot toekenning van meer organisatieflexibiliteit aan de Inrichtende machten sluiten houdende diverse bepalingen betreffende de werkorganisatie van de onderwijspersoneelsleden en tot toekenning van meer organisatieflexibiliteit aan de Inrichtende machten: 2.worden deze vermelde betrekkingen op een vrijwillige basis aan de personeelsleden toegekend, na toepassing van de statutaire regels voor de toekenningsorde van de betrekkingen. De gecreëerde betrekkingen kunnen aanleiding geven tot een benoeming of werving in vast verband. § 4. Voor de logopedisten waarvan sprake in § 2: 1. zijn de artikelen 99, 100 en 101 van het decreet van 3 maart 2004Relevante gevonden documenten type decreet prom. 03/03/2004 pub. 03/06/2004 numac 2004029137 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende organisatie van het gespecialiseerd onderwijs sluiten houdende organisatie van het gespecialiseerd onderwijs van toepassing;2. worden betrekkingen aan de personeelsleden op een vrijwillige basis toegekend, na toepassing van de statutaire regels voor de toekenningsorde van de betrekkingen.De gecreëerde betrekkingen kunnen aanleiding geven tot een benoeming of werving in vast verband. § 5. Alle in lestijden omgerekende betrekkingen worden omgerekend a rato van 24 lestijden per volledige opdrachtlast, en dit ongeacht de personeelscategorie en de in het betrokken ambt geldende prestatieregeling. § 6. Elke vestiging waar vijf of meer leerlingen schoollopen afkomstig van: 1. een opvangtehuis of -gezin, voor zover ze er door de rechter of adviseur voor hulpverlening aan de jeugd zijn geplaatst;2. een internaat voor kinderen waarvan de ouders geen vaste verblijfplaats hebben;3. een opvangcentrum georganiseerd of erkend door de Dienst voor Geboorte en Kinderwelzijn; geniet een halve lestijd per leerling waarvan sprake in punten 1. tot en met 3, afgerond naar de bovenste eenheid Deze lestijden worden toegevoegd aan de lestijden voor persoonlijke begeleiding waarvan sprake in paragraaf 1.
Een attest van de directie van het opvangcentrum, van het internaat voor kinderen waarvan de ouders geen vaste verblijfplaats hebben, van het opvangtehuis of -gezin moet aan de verificateur ter rechtvaardiging worden voorgelegd. Dit document wordt elk jaar vernieuwd."
Art. 16.In artikel 31bis/1 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1. de woorden "bij artikel 31bis, § 4," worden elke keer vervangen door de woorden "in paragraaf 6,";2. artikel 31bis/1 wordt aangevuld met een paragraaf 6, luidend als volgt: " § 6.Het maximale aantal leerlingen in het eerste en tweede jaar van het basisonderwijs bedraagt 24 per klassengroep."
Art. 17.In artikel 33 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1. in paragraaf 4, eerst lid, worden de woorden "lestijden voor aanvullende omkadering in het eerste en tweede leerjaar van het basisonderwijs waarvan sprake in artikel 31bis, aanpassingslestijden aan de onderwijstaal waarvan sprake in artikel 32, § 3," vervangen door de woorden "lestijden voor persoonlijke begeleiding waarvan sprake in artikel 31bis," 2.paragraaf 3 wordt vervangen door wat volgt: "Voor elke school of vestiging met afzonderlijke telling is het aantal rechthebbenden het quotiënt (geheel getal) van de deling door 24 van het resultaat verkregen in artikel 29, waarvan het aantal voor lichamelijke opvoeding voorbehouden lestijden wordt afgetrokken, met name twee lestijden per georganiseerde klas.
Na aftrek van de lestijden van rechthebbenden en lichamelijke opvoeding waarvan spraken in het eerste lid van de lestijden gegenereerd conform artikel 29, vormen de veelvouden van 12 van het saldo de aanpassingslestijden.
Met de aanpassingslestijden kunnen de volgende zaken worden georganiseerd: de persoonlijke begeleiding, de coördinatie of pedagogische ondersteuning, de lichamelijke opvoeding, moderne talen (tweede taal) en de lessen filosofie en burgerzin, of om de klassen te splitsen.
Als de aanpassingslestijden worden gebruikt voor coördinatie en pedagogische ondersteuning, kunnen ze worden gepresteerd gedurende maximaal 3 lestijden per schijf van 12, 6 lestijden per schijf van 24, 9 lestijden per schijf van 36 (en zo verder per veelvoud van 12).
De in het vorige lid voorziene bepaling maakt bij elk nieuw schooljaar het voorwerp uit van een gunstig advies van, afhankelijk van het geval, het basisoverlegcomité voor het onderwijs georganiseerd door de Franse Gemeenschap, of van de plaatselijke paritaire commissie voor het gesubsidieerd officieel onderwijs, of van een overleg in de hiertoe voorziene instantie in het vrij gesubsidieerd onderwijs." 3. in paragraaf 4 worden de woorden "voltijdse of deeltijdse taakleraars en pedagogische steun leraars" vervangen door de woorden "aanpassingslestijden".
Art. 18.In artikel 34, tweede lid, van hetzelfde decreet worden de woorden "van taakleraars" vervangen door de woorden "van aanpassingslestijden".
Art. 19.In artikel 35 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1. in paragraaf 1 worden de woorden "van de persoonlijke begeleiding" ingevoegd tussen de woorden "van lichamelijke opvoeding" en de woorden "groepen van beperkte omvang vormen ."; 2. in paragraaf 2 worden de woorden "of een taakleraar en pedagogische steun leraar" opgeheven.
Art. 20.In artikel 39, § 2, tweede lid, van hetzelfde decreet, worden de woorden "de lestijden voor de aanvullende omkadering voor het eerste en tweede leerjaar van het basisonderwijs waarvan sprake in artikel 31bis, § 1," en de woorden "toegekend aan de taakleraars" opgeheven.
TITEL II. - BEPALINGEN BETREFFENDE HET ONTHAAL, DE SCHOLARISATIE EN DE BEGELEIDING VAN LEERLINGEN DIE DE TAAL NIET BEHEERSEN IN HET ONDERWIJS GEORGANISEERD OF GESUBSIDIEERD DOOR DE FRANSE GEMEENSCHAP .
Art. 21.In artikel 2 van het decreet van 7 februari 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/02/2019 pub. 18/03/2019 numac 2019040713 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende het onthaal, de scholarisatie en de begeleiding van leerlingen die de taal niet beheersen in het onderwijs georganiseerd of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap sluiten betreffende het onthaal, de scholarisatie en de begeleiding van leerlingen die de taal niet beheersen in het onderwijs georganiseerd of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap, zoals aangevuld door het decreet van 14 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 14/07/2021 pub. 02/09/2021 numac 2021032599 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende aanpassing van de uitgavenbegroting van de Franse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 type decreet prom. 14/07/2021 pub. 11/08/2021 numac 2021031993 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende instemming met het samenwerkingsakkoord van 7 mei 2021 gesloten tussen de Vlaamse Gemeenschap, de Franse Gemeenschap, de Duitstalige Gemeenschap en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie tot wijziging van het samenwerkingsakkoord van 9 december 2011 gesloten tussen de Vlaamse Gemeenschap, de Franse Gemeenschap, de Duitstalige Gemeenschap en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie betreffende dopingpreventie en -bestrijding in de sport type decreet prom. 14/07/2021 pub. 31/08/2021 numac 2021032560 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de dopingbestrijding en -preventie type decreet prom. 14/07/2021 pub. 09/08/2021 numac 2021042664 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet over de plaatsingscapaciteit van de Franse Gemeenschap om te zorgen voor de uitvoering van en de controle op het elektronisch toezicht, en over het tijdschema voor rechtzoekenden die zijn veroordeeld tot een vrijheidsbenemende straf van drie jaar of minder sluiten, 1. In 2.worden de woorden "of de Belgische nationaliteit hebben en langer dan twaalf maanden in het buitenland in een niet-Franstalige regio hebben gewoond," ingevoegd tussen de woorden "of de Belgische nationaliteit hebben verkregen na adoptie," en de woorden "of erkend zijn als staatloos;" 2. in 3.wordt a) vervangen door wat volgt: "a) minstens 5 jaar oud zijn op ten laatste 31 december van het betrokken schooljaar en schoollopen in het derde jaar van het kleuteronderwijs, of in het eerste of tweede jaar van het basisonderwijs;"
Art. 22.In artikel 4, § 3, derde lid, van hetzelfde decreet, zoals aangevuld door het decreet van 14 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 14/07/2021 pub. 02/09/2021 numac 2021032599 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende aanpassing van de uitgavenbegroting van de Franse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 type decreet prom. 14/07/2021 pub. 11/08/2021 numac 2021031993 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende instemming met het samenwerkingsakkoord van 7 mei 2021 gesloten tussen de Vlaamse Gemeenschap, de Franse Gemeenschap, de Duitstalige Gemeenschap en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie tot wijziging van het samenwerkingsakkoord van 9 december 2011 gesloten tussen de Vlaamse Gemeenschap, de Franse Gemeenschap, de Duitstalige Gemeenschap en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie betreffende dopingpreventie en -bestrijding in de sport type decreet prom. 14/07/2021 pub. 31/08/2021 numac 2021032560 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de dopingbestrijding en -preventie type decreet prom. 14/07/2021 pub. 09/08/2021 numac 2021042664 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet over de plaatsingscapaciteit van de Franse Gemeenschap om te zorgen voor de uitvoering van en de controle op het elektronisch toezicht, en over het tijdschema voor rechtzoekenden die zijn veroordeeld tot een vrijheidsbenemende straf van drie jaar of minder sluiten, worden de woorden "24 maanden" vervangen door de woorden "12 maanden".
Art. 23.In artikel 22, § 4, van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen ingevoerd: a) de termen "Vanaf 1 september 2020" worden vervangen door de termen "vanaf 28 augustus 2023"; b) een lid wordt ingevoegd na het huidige enkele lid, luidend als volgt: "De verklaring van vacature in deze betrekkingen mag niet tot deze datum lopen."
Art. 24.Artikel 26/1 van hetzelfde decreet wordt aangevuld met een lid dat luidt als volgt: "In afwijking van het artikel 2, 3., blijven de FLA-leerlingen die tijdens het schooljaar 2021-2022 een aanvullende omkadering hebben gegenereerd conform artikel 4, deze aanvullende omkadering genereren tot aan het verstrijken van de termijn waarvan sprake in het artikel 4, § 3, derde lid."
Art. 25.In hetzelfde decreet wordt een artikel 26/2 ingelast dat als volgt is opgesteld: "
Artikel 26/2.- Tijdens het schooljaar 2022-2023 en in afwijking van het artikel 2, 3., a), blijven de FLA-leerlingen die schoollopen in het derde en vierde leerjaar van het basisonderwijs een aanvullende begeleiding genereren conform artikel 4, § 1, gedurende 12 opeenvolgende kalendermaanden conform artikel 4, § 3, derde lid." TITEL III. - BEPALINGEN BETREFFENDE EXTERNE EVALUATIES DIE NIET BEKRACHTIGD WORDEN MET EEN GETUIGSCHRIFT
Art. 26.Artikel 1.6.3-1, eerste lid, van het Wetboek voor het basis- en secundair onderwijs wordt opgeheven.
Art. 27.In artikel 1.6.3-5 van hetzelfde Wetboek wordt paragraaf 1 vervangen door wat volgt: " § 1. Wat de gemeenschappelijke Basis in artikel 1.2.1-5 betreft, bepaalt de regering elke vijf jaar, op voorstel van de Evaluatiecommissie ingesteld door artikel 1.6.4-1 en op advies van het Stuurcomité waarvan de opdrachten vermeld staan in artikel 3 van het decreet van 27 maart 2002Relevante gevonden documenten type decreet prom. 27/03/2002 pub. 16/04/2002 numac 2002029187 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende wijziging van het decreet van 30 juni 1998 dat erop gericht is alle leerlingen gelijke kansen op sociale emancipatie te geven, inzonderheid door de invoering van maatregelen voor positieve discriminatie, en houdende verschillende wijzigingsbepalingen type decreet prom. 27/03/2002 pub. 17/05/2002 numac 2002029247 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de begeleiding van het onderwijssysteem van de Franse Gemeenschap sluiten betreffende de begeleiding van het onderwijssysteem van de Franse Gemeenschap, een vijfjarenplan met de kalender van alle externe evaluaties die niet bekrachtigd worden met een getuigschrift, voor alle leerlingen van het derde en vijfde jaar van het basisonderwijs, met vermelding van: 1. de externe evaluaties die niet bekrachtigd worden met een getuigschrift die gaan over alle scholen en deze met een representatieve steekproefl ervan;2. de vakken of delen van vakken waarvan sprake, evenals de betrokken studiejaren of leeftijdsgroepen;3. de voor elke evaluatie toegekende duur voor afname en correctie;4. in voorkomend geval, de bedoelde types en vormen gespecialiseerd onderwijs. Het vijfjarenplan voorziet minimaal een jaarlijks evaluatie voor de leerlingen van het derde en vijfde jaar van het basisonderwijs."
Art. 28.In artikel 1.6.4-1 van hetzelfde Wetboek worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1. in 7.wordt "." vervangen door ";"; 2. het eerste lid wordt aangevuld met een 8., luidend als volgt: "8. aan de regering een voorstel van een vijfjarenplan voorleggen waarvan sprake in artikel 1.6.3-5, § 1.".
TITEL IV. - BEPALINGEN BETREFFENDE DE TOEKENNING VAN MIDDELEN AAN BASISSCHOLEN OM EEN GERICHTE EN VERSTERKTE PEDAGOGISCHE EN OPVOEDKUNDIGE ONDERSTEUNING TE GEVEN AAN DE LEERLINGEN
Art. 29.Voor de toepassing van de huidige titel verstaat men onder "pedagogische ondersteuning" de stappen van individuele of collectieve begeleiding van de leerlingen van het gewoon en gespecialiseerd basisonderwijs ondernomen door leerkrachten om de leermoeilijkheden van die leerlingen te verhelpen. Deze stappen kunnen passen in het kader van een perspectief van differentiatie dat erop gericht is de middelen, inrichtingen en methodes af te wisselen, rekening gehouden met de heterogeniteit van de klassen, alsook de diversiteit van de leerwijzen en -noden van de leerlingen. Dergelijke praktijken liggen in de lijn van een logica van persoonlijke begeleiding.
Men verstaat onder "opvoedingsondersteuning" de stappen van individuele of collectieve begeleiding van leerlingen van het gewoon basisonderwijs ondernomen door hun opvoeders en van de leerlingen van het gespecialiseerd basisonderwijs ondernomen door opvoeders of paramedisch, sociaal en psychologisch personeel om het mentaal, emotioneel en relationeel welzijn van die leerlingen te verbeteren.
Deze stappen van pedagogische ondersteuning en opvoedingsondersteuning moeten face-to-face plaatsvinden. Zij kunnen, niettemin, op afstand plaatsvinden, indien de geldende gezondheidsnormen het vereisen.
Art. 30.Bijkomende middelen worden toegekend aan de scholen van het gewoon en gespecialiseerd basisonderwijs. Zij beogen de buitengewone ontplooiing van een ondersteuning van het pedagogische en educatieve type om voor de leerlingen met de meeste leerproblemen de gevolgen van de COVID-19-gezondheidscrisis te compenseren door de volgende doelstellingen na te streven: 1. prioritair de leerlingen ondersteunen die leermoeilijkheden vertonen bij de verwerving van basiskennis;2. de mentale gezondheid en het welzijn van de leerlingen in een sereen en gunstig schoolklimaat ondersteunen;3. de schooluitval tegengaan. Deze bijkomende middelen kunnen geenszins aan andere doeleinden dan deze die door de huidige titel worden beoogd ten goede komen.
Art. 31.§ 1. Een pot van 32.230 lestijden wordt toegekend aan de vestigingen van het gewoon basisonderwijs op basis van een lestijd per volledige schijf van 19 leerlingen die op 15 januari 2021 regelmatig zijn ingeschreven. De berekening wordt per vestiging gedaan. Elke vestiging geniet, tenminste, twee lestijden. § 2. Een pot van 2,042 lestijden wordt toegekend aan de vestigingen van het gespecialiseerd basisonderwijs (maturiteiten I tot IV) op basis van een lestijd per volledige schijf van 16 leerlingen die op 15 januari 2021 regelmatig zijn ingeschreven. De berekening wordt per vestiging gedaan. Elke vestiging geniet, tenminste, twee lestijden. § 3. De lestijden beoogd door het huidig artikel worden toegekend voor een duur van zes maanden, van 1 januari tot en met 30 juni 2022.
Art. 32.De vestigingen die van 1 januari tot 1 april 2022 de lestijden gebruiken waarvan sprake in artikel 31, moeten de regeringsdiensten daarover inlichten via een daartoe ontworpen formulier en dit ten laatste tegen 15 februari 2022. Als het formulier niet binnen die termijn wordt ingevuld en teruggestuurd, kunnen de lestijden door de betrokken vestiging niet meer worden gebruikt.
De vestigingen die van 2 april tot 30 juni 2022 de lestijden gebruiken waarvan sprake in artikel 31, moeten de regeringsdiensten daarover inlichten via een daartoe ontworpen formulier en dit ten laatste tegen 20 mei 2022. Als het formulier niet binnen die termijn wordt ingevuld en teruggestuurd, kunnen de lestijden door de betrokken vestiging niet meer worden gebruikt.
In dit formulier geeft de vestiging het/de profiel(en) aan onder de in artikel 33 vermelde functies die ze wenst aan te werven. Ze geeft eveneens de taken en activiteiten aan die ze wenst te organiseren in het kader van de implementering van pedagogische of educatieve ondersteuning waarvoor de lestijden waarvan sprake in artikel 31 moeten worden gebruikt, alsook het (de) begunstigde doelpubliek(en).
Art. 33.§ 1. Met de middelen waarvan sprake in artikel 31 kunnen een of meerdere betrekkingen worden gecreëerd in rekruteringsfuncties, zoals vastgelegd, voor het niveau van het betrokken onderwijs of het onmiddellijk lager of hoger niveau, door het decreet van 11 april 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 11/04/2014 pub. 10/10/2014 numac 2014029467 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot regeling van de bekwaamheidsbewijzen en ambten in het door de Franse Gemeenschap georganiseerde en gesubsidieerde basis- en secundair onderwijs sluiten tot regeling van de bekwaamheidsbewijzen en ambten in het door de Franse Gemeenschap georganiseerde en gesubsidieerde basis- en secundair onderwijs, binnen de volgende personeelscategorieën: 1. het onderwijzend personeel;2. het paramedisch personeel;3. het sociaal personeel;4. het psychologisch personeel;5. het opvoedend hulppersoneel. Over de bepaling van de in dat kader toevertrouwde opdrachten en hun verbinding met een aanwervingsambt door de inrichtende macht wordt vooraf overleg gepleegd binnen de plaatselijke organen van sociaal overleg.
Deze betrekkingen worden aan de personeelsleden op een vrijwillige basis toegekend, na toepassing van de statutaire regels voor de toekenningsorde van de betrekkingen.
In geen geval mag de toekenning van deze lestijden leiden tot een benoeming of werving in vast verband. § 2. Alle in lestijden omgerekende betrekkingen worden omgerekend a rato van 24 lestijden per volledige opdrachtlast, en dit ongeacht de personeelscategorie en de in de betrokken functies geldende prestatieregeling.
TITEL V. - TECHNISCHE BEPALING
Art. 34.In artikel 105 van het decreet van 31 maart 2022Relevante gevonden documenten type decreet prom. 31/03/2022 pub. 07/06/2022 numac 2022040888 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de aanpassing van het jaarritme van de scholen voor gewoon, gespecialiseerd basis- en secundair onderwijs, secundair kunstonderwijs met beperkt leerplan en voor sociale promotie en betreffende de begeleidingsmaatregelen voor de vrijetijdsopvang sluiten betreffende de aanpassing van het jaarritme van de scholen voor gewoon, gespecialiseerd basis- en secundair onderwijs, secundair kunstonderwijs met beperkt leerplan en voor sociale promotie en betreffende de begeleidingsmaatregelen voor de vrijetijdsopvang, worden de woorden "artikelen 8, § 2, en 9, § 2," vervangen door de woorden "artikelen 10, § 2, en 11, § 2,".
TITEL VI - OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN HOOFDSTUK I. - Overgangsbepalingen
Art. 35.De scholen die betrokken zijn bij de uitvoering van de gemeenschappelijke basis waarvan sprake in artikel 1.2.1-5 van het Wetboek voor het basis- en secundair onderwijs tijdens de geldigheidsperiode van hun doelstellingenovereenkomst moeten in deze overeenkomst een wijziging doorvoeren om de elementen waarvan sprake in artikel 1.5.2-3, § 1, 6., van hetzelfde wetboek bij te werken tijdens de tussentijdse evaluatie van hun doelstellingenovereenkomst conform artikel 1.5.2-9, § 1, van hetzelfde wetboek.
Art. 36.§ 1. Tijdens het schooljaar 2022-2023 en in afwijking van artikel 2.2.1-4, § 3, tweede lid, van het Wetboek voor het basis- en secundair onderwijs, bevat het lesrooster in het eerste en tweede jaar van het basisonderwijs de twee lestijden voor persoonlijke begeleiding waarvan sprake in artikel 2.2.1-4, § 3, eerste lid, 4., van hetzelfde wetboek.
Hiertoe en in afwijking van artikel 2.2.3-2, § 1, tweede lid, van hetzelfde wetboek, wordt het aantal lestijden specifiek voor de persoonlijke begeleiding in het lestijdenpakket per vestiging bepaald per begonnen schijf van 12 leerlingen van het eerste en tweede leerjaar van het basisonderwijs op basis van de totale schoolbevolking van deze twee leerjaren. Per vestiging worden minimaal twee lestijden voorzien.
De lestijden waarvan sprake in het tweede lid worden bepaald op basis van het aantal regelmatig ingeschreven leerlingen in de betrokken leerjaren op 15 januari 2022.
Deze lestijden worden toegekend van de eerste dag van het schooljaar tot de laatste dag van het schooljaar. Ze mogen alleen worden gebruikt in de vestigingen en voor de studiejaren die ze aangemaakt hebben, behalve in het geval van een klassengroep die meerdere leerjaren omvat.
Als er in afwijking van het vorige lid nog lestijden zijn na voldaan te hebben aan de verplichtingen die voorzien zijn in het eerste lid, voor alle klassengroepen van de vestiging, dan kunnen deze worden toegekend aan de betrokken studiejaren of aan andere studiejaren en dit om de voorzieningen voor persoonlijke begeleiding te ontwikkelen of versterken. § 2. Het personeelslid dat belast is met de persoonlijke begeleiding is een onderwijzer lager onderwijs, een leermeester tweede taal, een leermeester filosofie en burgerzin of logopedist, zoals bepaald door het decreet van 11 april 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 11/04/2014 pub. 10/10/2014 numac 2014029467 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot regeling van de bekwaamheidsbewijzen en ambten in het door de Franse Gemeenschap georganiseerde en gesubsidieerde basis- en secundair onderwijs sluiten tot regeling van de bekwaamheidsbewijzen en ambten in het door de Franse Gemeenschap georganiseerde of gesubsidieerde basis- en secundair onderwijs.
De keuze van de functie(s) gebeurt door een voorafgaand overleg binnen de plaatselijke organen van sociaal overleg. § 3. Voor de leden van het onderwijzend personeel waarvan sprake in § 2: 1. wordt het aantal prestaties van de personeelsleden waarvan sprake in het eerste lid wordt volgens de normen van het decreet van 14 maart 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 14/03/2019 pub. 27/03/2019 numac 2019011352 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende diverse bepalingen betreffende de werkorganisatie van de onderwijspersoneelsleden en tot toekenning van meer organisatieflexibiliteit aan de Inrichtende machten sluiten houdende diverse bepalingen betreffende de werkorganisatie van de onderwijspersoneelsleden en tot toekenning van meer organisatieflexibiliteit aan de Inrichtende machten: 2.worden deze vermelde betrekkingen aan de personeelsleden op een vrijwillige basis toegekend, na toepassing van de statutaire regels voor de toekenningsorde van de betrekkingen. De gecreëerde betrekkingen kunnen aanleiding geven tot een benoeming of werving in vast verband. § 4. Voor de logopedisten waarvan sprake in § 2: 1. zijn de artikelen 99, 100 en 101 van het decreet van 3 maart 2004Relevante gevonden documenten type decreet prom. 03/03/2004 pub. 03/06/2004 numac 2004029137 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende organisatie van het gespecialiseerd onderwijs sluiten houdende organisatie van het gespecialiseerd onderwijs van toepassing;2. worden deze betrekkingen aan de personeelsleden op een vrijwillige basis toegekend, na toepassing van de statutaire regels voor de volgorde toekenningsorde van de betrekkingen.De gecreëerde betrekkingen kunnen aanleiding geven tot een benoeming of werving in vast verband. § 5. Alle in lestijden omgerekende betrekkingen worden omgerekend a rato van 24 lestijden per volledige opdrachtlast, en dit ongeacht de personeelscategorie en de in het betrokken ambt geldende prestatieregeling. § 6. Aanvullend op de twee verplichte lestijden voor persoonlijke begeleiding waarvan sprake in paragraaf 1, kan de inrichtende macht beslissen om een deel van of alle lestijden voor persoonlijke begeleiding te organiseren waarvan sprake in artikel 2.2.1-4, § 3, tweede lid, van het Wetboek voor het basis- en secundair onderwijs, door gebruik te maken van: 1. de eventuele lestijden die specifiek toegekend zijn voor de persoonlijke begeleiding waarvan sprake in paragraaf 1;2. lestijden waarvan sprake in artikel 29, § 2 van 13 juli 1998 betreffende de organisatie van het gewoon kleuteronderwijs en lager onderwijs en de wijziging van de onderwijswetgeving;3. lestijden voor de aanvullende omkadering voor het eerste en tweede leerjaar waarvan sprake in artikel 31bis van hetzelfde decreet;4. resterende lestijden waarvan sprake in artikel 34 van hetzelfde decreet;5. aanpassingslestijden waarvan sprake in artikel 33, §§ 3 en 4, van hetzelfde decreet;6. lestijden voor gedifferentieerde omkadering.
Art. 37.Artikel 31bis van het decreet van 13 juli 1998Relevante gevonden documenten type decreet prom. 13/07/1998 pub. 28/08/1998 numac 1998029358 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de organisatie van het gewoon kleuteronderwijs en lager onderwijs en de wijziging van de onderwijswetgeving sluiten betreffende de organisatie van het gewoon kleuteronderwijs en lager onderwijs en de wijziging van de onderwijswetgeving, zoals vervangen door artikel 15, is van toepassing: 1. vanaf de eerste dag van het schooljaar 2023-2024 voor alle schoolgaande leerlingen in het eerste, tweede, derde en vierde jaar van het basisonderwijs;2. vanaf de eerste dag van het schooljaar 2024-2025 voor alle schoolgaande leerlingen in het vijfde jaar van het basisonderwijs;3. vanaf de eerste dag van het schooljaar 2025-2026 voor alle schoolgaande leerlingen in het zesde jaar van het basisonderwijs;
Art. 38.In afwijking van artikel 6.1.8-1, § 1, van het Wetboek voor het basis- en secundair onderwijs, bedraagt de volledige enveloppe voorzien door deze bepaling 27.839.750 euro voor het kalenderjaar 2022.
In afwijking van artikel 6.1.8-1, § 1, 1. van het Wetboek voor het basis- en secundair onderwijs wordt een bedrag van maximaal 15.000.000 euro toegewezen aan de organisatie van bijkomende halve dagen, waarvan sprake in artikel 6.1.3-9 van hetzelfde wetboek voor het kalenderjaar 2022. HOOFDSTUK II. - Slotbepalingen
Art. 39.Artikel 34 wordt van kracht op 1 april 2022.
Art. 40.Artikelen 7 tot 20 treden in werking op 28 augustus 2023.
Art. 41.Artikelen 22 en 25 treden in werking op 1 oktober 2022.
Art. 42.Titel IV wordt van kracht op 1 januari 2022 en is niet langer van kracht op 30 juni 2022.
Art. 43.Met uitzondering van de datum van inwerkingtreding bepaald in artikelen 39 tot 42, treedt dit decreet in werking op 29 augustus 2022.
Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Brussel, 20 juli 2022.
De Minister-President, P.-Y. JEHOLET De Vicepresident en Minister van Begroting, Ambtenarenzaken, Gelijke kansen en het toezicht op "Wallonie-Bruxelles Enseignement", F. DAERDEN De Vicepresidente en Minister van Kind, Gezondheid, Cultuur, Media en Vrouwenrechten, B. LINARD De Minister van Hoger Onderwijs, Onderwijs voor sociale promotie, Universitaire ziekenhuizen, Hulpverlening aan de jeugd, Justitiehuizen, Jeugd, Sport en de Promotie van Brussel, V. GLATIGNY De Minister van Onderwijs, C. DESIR _______ Nota Zitting 2021-2022 Stukken van het parlement. Ontwerp van decreet, nr. 421-1. - Verslag van de commissie, nr. 421-2. - Aangenomen tekst in de plenaire vergadering, nr. 421-3 Integraal verslag. - Bespreking en aanneming. - Vergadering van 19 juli 2022.