Etaamb.openjustice.be
Wet van 08 juni 2008
gepubliceerd op 16 juni 2008

Wet houdende diverse bepalingen (1)

bron
federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister
numac
2008202047
pub.
16/06/2008
prom.
08/06/2008
ELI
eli/wet/2008/06/08/2008202047/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

8 JUNI 2008. - Wet houdende diverse bepalingen (II) (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt : TITEL I. - Algemene bepaling

Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet.

TITEL II. - Overheidsopdrachten ENIG HOOFDSTUK. - Wijziging van de wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten

Art. 2.Dit hoofdstuk voorziet in de omzetting van : 1° de artikelen 1, 1, en 2, 1, a, van richtlijn 89/665/EEG van de Raad van 21 december 1989 houdende de coördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende de toepassing van de beroepsprocedures inzake het plaatsen van overheidsopdrachten voor leveringen en voor de uitvoering van werken, en van artikel 41 van richtlijn 2004/18/EG van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 betreffende de coördinatie van de procedures voor het plaatsen van overheidsopdrachten voor werken, leveringen en diensten;2° de artikelen 1, 1, en 2, 1, a, van richtlijn 92/13/EEG van de Raad van 25 februari 1992 tot coördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende de toepassing van de communautaire voorschriften inzake de procedures voor het plaatsen van opdrachten door diensten die werkzaam zijn in de sectoren water- en energievoorziening, vervoer en telecommunicatie, en van artikel 49 van richtlijn 2004/17/EG van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 houdende coördinatie van de procedures voor het plaatsen van opdrachten in de sectoren water- en energievoorziening, vervoer en postdiensten.

Art. 3.In artikel 21bis van de wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, ingevoegd door de wet van 9 juli 2004, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° § 1 wordt vervangen als volgt : « § 1.De aanbestedende overheid informeert onverwijld de niet-geselecteerde kandidaten, de niet-geselecteerde inschrijvers en de inschrijvers van wie de offerte als onregelmatig werd beschouwd of niet werd gekozen, nadat een beslissing werd genomen die op hen betrekking heeft. Deze bepaling geldt niet voor bepaalde opdrachten die bij onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking worden gegund, waarvan de Koning de lijst vaststelt.

De Koning legt de regels vast betreffende de verplichting om de kandidaten en inschrijvers de motivering van de beslissing mede te delen die op hen betrekking heeft. Hij kan uitzonderingen bepalen voor sommige opdrachten die bij onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking worden gegund. »; 2° § 2 wordt vervangen als volgt : « § 2.Wanneer de overheidsopdracht of de concessie voor openbare werken verplicht onderworpen is aan de Europese bekendmaking bij de aanvang van de procedure, deelt de aanbestedende overheid samen met de informatie bepaald in § 1 mede : 1° aan elke niet-geselecteerde inschrijver, de motieven voor zijn niet-selectie;2° aan elke inschrijver van wie de offerte als niet regelmatig werd beschouwd, de motieven voor zijn wering;3° aan elke inschrijver waarvan de offerte niet werd gekozen, de gemotiveerde toewijzingsbeslissing van de opdracht. De mededeling gebeurt onverwijld per telefax of via elektronische middelen en wordt dezelfde dag bevestigd bij een ter post aangetekende brief.

De aanbestedende overheid kent de inschrijvers een termijn toe van vijftien dagen vanaf de dag die volgt op de in het tweede lid bepaalde datum van verzending per telefax of via elektronische middelen. De inschrijvers kunnen binnen deze termijn een schorsingsberoep instellen bij een rechtscollege, wat uitsluitend mag gebeuren in het kader van, al naargelang, een procedure in kort geding voor de justitiële rechter of, voor de Raad van State, via een procedure wegens uiterst dringende noodzakelijkheid. Indien de aanbestedende overheid binnen de toegestane termijn geen schriftelijke kennisgeving in die zin ontvangt op het door haar vermelde adres, mag de procedure worden verdergezet. »

Art. 4.In artikel 41 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wetten van 8 april 2003 en van 9 juli 2004, worden de woorden « 21bis, §§ 1 en 3, » opgeheven.

Art. 5.In boek I, titel IV, van dezelfde wet, wordt een hoofdstuk IV ingevoegd, dat artikel 41sexies omvat, luidende : « HOOFDSTUK IV. - De informatie

Art. 41sexies.§ 1. De aanbestedende overheid informeert onverwijld de niet-geselecteerde kandidaten, de niet-geselecteerde inschrijvers en de inschrijvers van wie de offerte als onregelmatig werd beschouwd of niet werd gekozen, nadat een beslissing werd genomen die op hen betrekking heeft. Deze bepaling geldt niet voor bepaalde opdrachten die bij onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking worden gegund, waarvan de Koning de lijst vaststelt.

De Koning legt de regels vast betreffende de verplichting om de kandidaten en inschrijvers de motivering van de beslissing mede te delen die op hen betrekking heeft. Hij kan uitzonderingen bepalen voor sommige opdrachten die bij onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking worden gegund. § 2. Wanneer de overheidsopdracht verplicht onderworpen is aan de Europese bekendmaking bij de aanvang van de procedure, deelt de aanbestedende overheid samen met de informatie bepaald in § 1 mede : 1° aan elke niet-geselecteerde inschrijver, de motieven voor zijn niet-selectie;2° aan elke inschrijver van wie de offerte als niet regelmatig werd beschouwd, de motieven voor zijn wering;3° aan elke inschrijver waarvan de offerte niet werd gekozen, de gemotiveerde toewijzingsbeslissing van de opdracht. De mededeling gebeurt onverwijld per telefax of via elektronische middelen en wordt dezelfde dag bevestigd bij een ter post aangetekende brief.

De aanbestedende overheid kent de inschrijvers een termijn toe van vijftien dagen vanaf de dag die volgt op de in het tweede lid bepaalde datum van verzending per telefax of via elektronische middelen. De inschrijvers kunnen binnen deze termijn een schorsingsberoep instellen bij een rechtscollege, wat uitsluitend mag gebeuren in het kader van, al naargelang, een procedure in kort geding voor de justitiële rechter of, voor de Raad van State, via een procedure wegens uiterst dringende noodzakelijkheid. Indien de aanbestedende overheid binnen de toegestane termijn geen schriftelijke kennisgeving in die zin ontvangt op het door haar vermelde adres, mag de procedure worden verdergezet. § 3. Bepaalde gegevens mogen evenwel niet worden medegedeeld indien de openbaarmaking ervan de toepassing van een wet zou belemmeren, in strijd zou zijn met het openbaar belang, nadelig zou zijn voor de rechtmatige commerciële belangen van overheidsbedrijven of particuliere ondernemingen of de eerlijke mededinging tussen de ondernemingen zou kunnen schaden. »

Art. 6.In boek II, titel I, van dezelfde wet, wordt een hoofdstuk IIIbis ingevoegd, dat artikel 62bis omvat, luidende : « HOOFDSTUK IIIbis. - De informatie «

Art. 62bis.§ 1. De aanbestedende dienst informeert onverwijld de niet- geselecteerde kandidaten, de niet-geselecteerde inschrijvers en de inschrijvers van wie de offerte als onregelmatig werd beschouwd of niet werd gekozen, nadat een beslissing werd genomen die op hen betrekking heeft. De Koning kan uitzonderingen bepalen voor bepaalde opdrachten die bij onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking worden gegund, waarvan Hij de lijst vaststelt.

De Koning legt de regels vast betreffende de verplichting om de kandidaten en inschrijvers de motivering van de beslissing mede te delen die op hen betrekking heeft. Hij kan uitzonderingen bepalen voor sommige opdrachten die bij onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking worden gegund. § 2. Wanneer de opdracht verplicht onderworpen is aan de Europese bekendmaking bij de aanvang van de procedure, deelt de aanbestedende dienst samen met de in § 1 bepaalde informatie mede : 1° aan elke niet-geselecteerde inschrijver, de motieven voor zijn niet-selectie;2° aan elke inschrijver van wie de offerte als niet regelmatig werd beschouwd, de motieven voor zijn wering;3° aan elke inschrijver waarvan de offerte niet werd uitgekozen, de gemotiveerde toewijzingsbeslissing van de opdracht. De mededeling gebeurt onverwijld per telefax of via elektronische middelen.

De aanbestedende dienst kent de inschrijvers een termijn toe van vijftien dagen vanaf de dag die volgt op de in het tweede lid bepaalde datum van verzending per telefax of via elektronische middelen. De inschrijvers kunnen binnen deze termijn een schorsingsberoep instellen bij een rechtscollege, wat uitsluitend mag gebeuren in het kader van, al naargelang, een procedure in kort geding voor de justitiële rechter of, voor de Raad van State, via een procedure wegens uiterst dringende noodzakelijkheid. Indien de aanbestedende dienst binnen de toegestane termijn geen schriftelijke kennisgeving in die zin ontvangt op het door haar vermelde adres, mag de procedure worden verdergezet. § 3. Bepaalde gegevens mogen evenwel niet worden medegedeeld indien de openbaarmaking ervan de toepassing van een wet zou belemmeren, in strijd zou zijn met het openbaar belang, nadelig zou zijn voor de rechtmatige commerciële belangen van overheidsbedrijven of particuliere ondernemingen of de eerlijke mededinging tussen de ondernemingen zou kunnen schaden. »

Art. 7.De Koning stelt de datum van inwerkingtreding van de artikelen 2 tot 6 vast.

Dit artikel treedt in werking op de dag waarop deze wet in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

TITEL III. - Justitie HOOFDSTUK I.- Wijziging van het Gerechtelijk Wetboek ingevolge de Richtlijn 2005/56/EG van het Europees Parlement en de Raad van 26 oktober 2005 betreffende grensoverschrijdende fusies van kapitaalvennootschappen

Art. 8.Artikel 588 van het Gerechtelijk Wetboek, laatstelijk gewijzigd bij de wetten van 19 april 2007 en 10 mei 2007, wordt aangevuld met de bepaling onder 17°, luidende : « 17° op de vorderingen ingesteld op grond van artikel 772/9, § 2, van het Wetboek van vennootschappen. » HOOFDSTUK II. - Wijzigingen van de wet van 4 oktober 1867 op de verzachtende omstandigheden Art 9. Artikel 3 van de wet van 4 oktober 1867 op de verzachtende omstandigheden, vervangen bij de wet van 1 februari 1977 en gewijzigd bij de wet van 11 juli 1994, wordt aangevuld met een lid, luidende : « Zij kan zich bevoegd verklaren door de verzachtende omstandigheden of de verschoningsgrond aan te nemen wanneer zij vaststelt dat de bij haar aanhangig gemaakte misdaad niet is gecorrectionaliseerd en daarvoor in aanmerking komt op grond van artikel 2, derde lid. »

Art. 10.Artikel 5 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 11 juli 1994, wordt aangevuld met een lid, luidende : « Zij kan zich bevoegd verklaren door de verzachtende omstandigheden aan te nemen die de raadkamer, de kamer van inbeschuldigingstelling of het openbaar ministerie hebben verzuimd te vermelden bij de aanhangigmaking van het in artikel 4, eerste lid, omschreven feit. » HOOFDSTUK III. - Wijziging van de wet van 2 juli 1975 tot vaststelling van de personeelsformatie van de rechtbanken van eerste aanleg en van de wet van 25 april 2007 tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek inzonderheid met betrekking tot bepalingen inzake het gerechtspersoneel van het niveau A, de griffiers en de secretarissen en inzake de rechterlijke organisatie

Art. 11.In de tabel die voorkomt in artikel 1 van de wet van 2 juli 1975 tot vaststelling van de personeelsformatie van de rechtbanken van eerste aanleg, vervangen bij de wet van 20 juli 1998 en gewijzigd bij de wetten van 14 december 2004, 17 mei 2006 en 22 mei 2006, wordt de kolom met als opschrift « griffier », vervangen als volgt : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Art. 12.De tabel die voorkomt in artikel 165, 1°, van de wet van 25 april 2007 tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek inzonderheid met betrekking tot bepalingen inzake het gerechtspersoneel van het niveau A, de griffiers en de secretarissen en inzake de Rechterlijke Organisatie, wordt vervangen als volgt : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld HOOFDSTUK IV. - Wijziging van de wet van 17 mei 2006 betreffende de externe rechtspositie van de veroordeelden tot een vrijheidsstraf en de aan het slachtoffer toegekende rechten in het raam van de strafuitvoeringsmodaliteiten

Art. 13.Artikel 64 van de wet van 17 mei 2006 betreffende de externe rechtspositie van de veroordeelden tot een vrijheidsstraf en de aan het slachtoffer toegekende rechten in het raam van de strafuitvoeringsmodaliteiten, wordt aangevuld met een bepaling onder 6°, luidende : « 6° wanneer de veroordeelde het programma van de concrete invulling van de beperkte detentie of het elektronisch toezicht, zoals bepaald overeenkomstig artikel 42, tweede lid, niet naleeft. ». HOOFDSTUK V. - Wijzigingen van de programmawet (II) van 27 december 2006

Art. 14.Artikel 3 van de programmawet (II) van 27 december 2006 wordt aangevuld met een lid, luidende : « De dienstverlenende persoon die weigert gevolg te geven aan de opdracht waarvoor hij gevorderd werd, wordt gestraft met geldboete van vijftig euro tot vijfhonderd euro. ».

Art. 15.In artikel 6, tweede lid, van dezelfde wet, worden de woorden « binnen twaalf maanden » vervangen door de woorden « binnen vierentwintig maanden ».

Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Gegeven te Brussel, 8 juni 2008.

ALBERT Van Koningswege : De Eerste Minister, Y. LETERME De Minister van Justitie, J. VANDEURZEN Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, J. VANDEURZEN _______ Nota (1) Stukken van de Kamer van volksvertegenwoordigers : 52-1013 - 2007/2008 : 001 : Wetsontwerp. 002 en 003 : Amendementen. 004 en 005 : Verslagen. 006 : Tekst aangenomen door de commissie. 007 : Tekst aangenomen in plenaire vergadering en overgezonden aan de Senaat.

Integraal verslag : 8 mei 2008.

Stukken van de Senaat : 4-740 - 2007/2008 : Nr. 1 : Ontwerp overgezonden door de Kamer van volksvertegenwoordigers.

Nrs. 2 en 3 : Verslagen.

Nr. 4 : Tekst aangenomen in plenaire vergadering en aan de Koning ter bekrachtiging voorgelegd.

Handelingen van de Senaat : 29 mei 2008.

^