Etaamb.openjustice.be
Wet van 06 februari 2024
gepubliceerd op 20 februari 2024

Wet tot wijziging van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde en het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 wat de invoering van de verplichting tot elektronische facturering betreft

bron
federale overheidsdienst financien
numac
2024001635
pub.
20/02/2024
prom.
06/02/2024
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

6 FEBRUARI 2024. - Wet tot wijziging van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde en het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 wat de invoering van de verplichting tot elektronische facturering betreft (1)


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamer van volksvertegenwoordigers heeft aangenomen en Wij bekrachtigen, hetgeen volgt : HOOFDSTUK 1 - Algemene bepaling

Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 74 van de Grondwet. HOOFDSTUK 2 - Wijzigingen van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde

Art. 2.Artikel 1, § 13, van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde, ingevoegd bij de wet van 17 december 2012Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/12/2012 pub. 21/12/2012 numac 2012003385 bron federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van de belasting over de toegevoegde waarde (1) sluiten en vervangen bij de wet van 16 oktober 2022 wordt aangevuld met de bepaling onder 3°, luidende: "3° "gestructureerde elektronische factuur": een elektronische factuur die is opgesteld, verzonden en ontvangen in een gestructureerde elektronische vorm die automatische en elektronische verwerking ervan mogelijk maakt.".

Art. 3.In artikel 53 van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 28 januari 2004Relevante gevonden documenten type wet prom. 28/01/2004 pub. 10/02/2004 numac 2004003055 bron federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde sluiten en laatstelijk gewijzigd bij de wet van 27 december 2021, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° de inleidende zin van paragraaf 2, eerste lid, wordt vervangen als volgt: " § 2.De belastingplichtige die andere leveringen van goederen of diensten verricht dan die welke krachtens artikel 44 zijn vrijgesteld en andere dan die welke bedoeld zijn in artikel 135, lid 1, punten a) tot g) van Richtlijn 2006/112/EG, reikt een factuur uit aan zijn medecontractant of zorgt ervoor dat in zijn naam en voor zijn rekening, door zijn medecontractant of een derde een factuur wordt uitgereikt:"; 2° een paragraaf 2bis wordt ingevoegd, luidende: " § 2bis.In afwijking van paragraaf 2, eerste en vierde lid, reikt de in België gevestigde belastingplichtige, met uitsluiting van de belastingplichtigen op wie de in artikel 56 bedoelde regeling van toepassing is en van de gefailleerde belastingplichtigen ten aanzien van de activiteit waarvoor ze failliet zijn verklaard, aan zijn medecontractant een gestructureerde elektronische factuur uit of laat hij in zijn naam en voor zijn rekening, door zijn medecontractant of door een derde, een dergelijke factuur uitreiken: 1° wanneer hij, onder zijn krachtens artikel 50, § 1, eerste lid, 1°, toegekende btw-identificatienummer of, in geval van een btw-eenheid in de zin van artikel 4, § 2, onder het krachtens artikel 50, § 1, eerste lid, 6°, aan één van zijn leden toegekende sub-btw-identificatienummer, andere leveringen van goederen of diensten verricht dan die die krachtens artikel 44 zijn vrijgesteld, voor: a) ofwel, een belastingplichtige die voor die handeling zijn btw-identificatienummer bedoeld in artikel 50, § 1, eerste lid, 1° of 3°, moet meedelen overeenkomstig artikel 53quater, § 1, eerste lid;b) ofwel, een btw-eenheid in de zin van artikel 4, § 2, wanneer één van haar leden voor die handeling zijn sub-btw-identificatienummer bedoeld in artikel 50, § 1, eerste lid, 6°, moet meedelen overeenkomstig artikel 53quater, § 4, eerste lid; 2° wanneer de belasting opeisbaar wordt over de gehele of een deel van de prijs van de handelingen bedoeld in de bepaling onder 1° krachtens de artikelen 17, § 1, derde lid, en § 4, en artikel 22bis, § 1, derde lid, en § 4.".

De in het eerste lid bedoelde facturen beantwoorden aan de door de Koning vastgelegde normen inzake semantiek, syntaxis en wijze van overdracht. De in het eerste lid bedoelde belastingplichtige die gehouden is tot het uitreiken van een gestructureerde elektronische factuur mag van die normen afwijken mits akkoord tussen de betrokken partijen en op voorwaarde dat hij de Europese semantische en syntactische normen EN 16931-1 en CEN/TS 16931-2 in acht neemt.

Ieder document dat wijzigingen aanbrengt in en specifiek en ondubbelzinnig verwijst naar de oorspronkelijke in het eerste en het tweede lid bedoelde factuur geldt als gestructureerde elektronische factuur en wordt uitgereikt in hetzelfde formaat als de oorspronkelijke factuur.

De uitreiking, overeenkomstig het eerste lid, van een gestructureerde elektronische factuur door de medecontractant, in naam en voor rekening van de leverancier of dienstverrichter, wordt enkel toegestaan op voorwaarde dat er een voorafgaandelijk akkoord is tussen beide partijen en dat iedere factuur het voorwerp uitmaakt van een procedure van aanvaarding door de belastingplichtige die de levering van het goed of de dienst verricht.

De bestemmeling van een overeenkomstig deze paragraaf uitgereikte gestructureerde elektronische factuur, die overeenkomstig artikel 50, § 1, eerste lid, 1° of 3°, voor btw-doeleinden is geïdentificeerd: 1° is in staat, zelf of via een derde in zijn naam en voor zijn rekening, die factuur te ontvangen in het formaat waarin ze werd uitgereikt; 2° kan geen beroep doen op het bepaalde in paragraaf 2, vierde lid."; 3° paragraaf 3 wordt vervangen als volgt: " § 3.In het kader van een btw-eenheid in de zin van artikel 4, § 2, is het lid dat goederen of diensten verschaft aan een ander lid ertoe gehouden een bijzonder stuk uit te reiken aan dat lid en een kopie daarvan op te stellen of ervoor te zorgen dat in zijn naam en voor zijn rekening, door het lid in zijn hoedanigheid van medecontractant of door een derde dergelijke stukken worden uitgereikt of opgesteld, als de in paragraaf 2 of 2bis bedoelde factuur niet werd uitgereikt.

De in paragraaf 2, tweede lid, bedoelde voorwaarden zijn van toepassing wanneer het in het eerste lid bedoelde stuk wordt uitgereikt door de medecontractant in naam en voor rekening van het lid dat de goederen levert of de diensten verricht.

De in paragraaf 2bis, tweede tot en met vierde lid, bedoelde voorwaarden zijn van toepassing op de in het eerste lid bedoelde facturen en bijzondere stukken wanneer een gestructureerde elektronische factuur had moeten worden uitgereikt overeenkomstig paragraaf 2bis, eerste lid, als de bestemmeling van de factuur geen lid was geweest van dezelfde btw-eenheid in de zin van artikel 4, § 2.

De Koning kan andere verplichtingen bepalen om de juiste heffing van de belasting te waarborgen en om de fraude te vermijden.". HOOFDSTUK 3 - Wijzigingen van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992

Art. 4.In artikel 64ter, eerste lid, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, ingevoegd bij de wet van 8 juni 2008Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/06/2008 pub. 16/06/2008 numac 2008202061 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende opheffing van het verval van sommige wetsontwerpen die een aangelegenheid regelen als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet sluiten en laatstelijk gewijzigd bij de wet van 25 december 2017, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° de bepaling onder 1° wordt hersteld als volgt: "1° de kosten, met uitzondering van deze die bestaan uit afschrijvingen, verbonden aan factureringspakketten voor het opstellen, verzenden en ontvangen van elektronische facturen in een gestructureerde vorm die automatische en elektronische verwerking ervan mogelijk maakt in het kader van de verplichtingen opgelegd overeenkomstig de wet van 6 februari 2024 tot wijziging van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde en het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 wat de invoering van de verplichting tot elektronische facturering betreft;"; 2° de bepaling onder 1° wordt opgeheven.

Art. 5.In artikel 194octies van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 26 maart 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/03/2018 pub. 30/03/2018 numac 2018011490 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet betreffende de versterking van de economische groei en de sociale cohesie sluiten en laatstelijk gewijzigd bij de wet van 5 juli 2022, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° de woorden "en 64ter" worden vervangen door de woorden "en 64ter, eerste lid, 2° en 3°, tweede en derde lid,"; 2° het artikel wordt aangevuld met een lid, luidende: "Artikel 64ter, eerste lid, 1°, is slechts van toepassing ten name van vennootschappen die als kleine vennootschap worden aangemerkt."; 3° in het eerste lid worden de woorden "en 64ter, eerste lid, 2° en 3°, tweede en derde lid" vervangen door de woorden "en 64ter";4° het tweede lid wordt opgeheven. HOOFDSTUK 4 - Inwerkingtreding

Art. 6.Deze wet treedt in werking op 1 januari 2026.

De inwerkingtreding van deze wet is afhankelijk van het verkrijgen, door het Koninkrijk België, van de machtiging van de Raad van de Europese Unie, op grond van artikel 395 van Richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde, om de verplichting in te voeren om gestructureerde elektronische facturen uit te reiken onder de in deze wet gestelde voorwaarden.

In afwijking van het eerste lid, treden de artikelen 4, 1°, en 5, 1° en 2°, in werking op 1 januari 2024 en zijn van toepassing vanaf aanslagjaar 2025 verbonden aan een belastbaar tijdperk dat ten vroegste aanvangt op 1 januari 2024.

In afwijking van het eerste lid, treden de artikelen 4, 2°, en 5, 3° en 4°, in werking op 1 januari 2028 en zijn van toepassing vanaf aanslagjaar 2029 verbonden aan een belastbaar tijdperk dat ten vroegste aanvangt op 1 januari 2028.

Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Gegeven te Brussel, 6 februari 2024.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Financiën, V. VAN PETEGHEM Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, P. VAN TIGCHELT _______ Nota (1) Kamer van volksvertegenwoordigers (www.dekamer.be) Stukken : K55-3743 Integraal verslag: 1 februari 2024.

^