Etaamb.openjustice.be
Decreet van 21 december 2001
gepubliceerd op 22 augustus 2002

Decreet houdende de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2002

bron
ministerie van de vlaamse gemeenschap
numac
2002035711
pub.
22/08/2002
prom.
21/12/2001
ELI
eli/decreet/2001/12/21/2002035711/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP


21 DECEMBER 2001. - Decreet houdende de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2002 (1)


Het Vlaams Parlement heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt : KREDIETEN LOPEND JAAR Artikel 1 Voor de uitgaven met betrekking tot de werkingskosten van de organen en de diensten van de Vlaamse Gemeenschap worden voor het begrotingsjaar 2002 kredieten geopend ten bedrage van : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Die kredieten worden opgesomd in de bij dit decreet gevoegde tabel.

Zij worden aangeduid met code 01.

Artikel 2 Voor de uitgaven van de Vlaamse Gemeenschap met betrekking tot de bevoegdheden bedoeld in artikel 127 tot 129 van de Grondwet, worden voor het begrotingsjaar 2002 kredieten geopend ten bedrage van : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Die kredieten worden opgesomd in de bij dit decreet gevoegde tabel.

Zij worden aangeduid met code 02.

Artikel 3 Voor de uitgaven van de Vlaamse Gemeenschap met betrekking tot de bevoegdheden bedoeld in artikel 39 van de Grondwet worden voor het begrotingsjaar 2002 kredieten geopend ten bedrage van : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Die kredieten worden opgesomd in de bij dit decreet gevoegde tabel.

Zij worden aangeduid met code 03.

Artikel 4 Voor de uitgaven met betrekking tot de werkingskosten van de organen en de diensten van de Vlaamse Gemeenschap worden voor het begrotingsjaar 2002 de variabele kredieten geraamd op : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Die kredieten worden opgesomd in de bij dit decreet gevoegde tabel.

Zij worden aangeduid met code 01.

Artikel 5 Voor de uitgaven van de Vlaamse Gemeenschap met betrekking tot de bevoegdheden bedoeld in artikel 127 tot 129 van de Grondwet worden voor het begrotingsjaar 2002 de variabele kredieten geraamd op : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Die kredieten worden opgesomd in de bij dit decreet gevoegde tabel.

Zij worden aangeduid met code 02.

Artikel 6 Voor de uitgaven van de Vlaamse Gemeenschap met betrekking tot de bevoegdheden bedoeld in artikel 39 van de Grondwet worden voor het begrotingsjaar 2002 de variabele kredieten geraamd op : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Die kredieten worden opgesomd in de bij dit decreet gevoegde tabel.

Zij worden aangeduid met code 03.

Artikel 7 De terugbetalingen van leningen voorzien onder Titel III worden, wat betreft het begrotingsjaar 2002, geraamd op : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld GELDVOORSCHOTTEN Artikel 8 In afwijking van de wet van 29 oktober 1846 op de inrichting van het Rekenhof mogen geldvoorschotten tot een maximumbedrag van 625.000 euro worden verleend aan de buitengewone rekenplichtigen van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap en van de provinciale gouvernementen.

Voor de buitengewone rekenplichtige belast met de betalingen van de afdeling Gebouwen wordt het maximumplafond van de geldvoorschotten vastgesteld op 1.000.000 euro.

Voor de buitengewone rekenplichtigen van de cel Leerlingenvervoer, buitendiensten Brabant, Limburg en West-Vlaanderen, wordt het maximumplafond van de geldvoorschotten vastgesteld op 1.500.000 euro.Voor de buitendiensten Antwerpen en Oost-Vlaanderen wordt het maximumplafond der geldvoorschotten vastgesteld op 1.750.000 euro.

Voor de buitengewone rekenplichtige van de afdeling Algemene Administratieve Diensten van het departement EWBL, wordt het maximumplafond van de geldvoorschotten met betrekking tot de uitbetaling van de aanmoedigingspremies ter stimulering van de arbeidsherverdeling en arbeidsduurvermindering vastgelegd op 10.000.000 euro.

Voor de buitengewoon rekenplichtigen van de afdelingen der Wegen Antwerpen, Vlaams-Brabant, Limburg, Oost-Vlaanderen en West-Vlaanderen (AWV) wordt het maximumplafond van de geldvoorschotten vastgesteld op 900.000 euro.

Voor de buitengewoon rekenplichtige(n) van de afdelingen Loodswezen, Vloot en Scheepvaartbegeleiding, (vestiging AWZ te Vlissingen) en van de rekenplichtige van de DAB Loodswezen wordt het maximumplafond van de geldvoorschotten vastgesteld op 2.000.000 euro.

Voor de buitengewoon rekenplichtige van de afdeling Maritieme Schelde belast met de betaling van declaraties, inclusief rentedeclaraties, in toepassing van het verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Vlaamse Gewest inzake de verruiming van de vaarweg in de Westerschelde, wordt het maximumplafond van de geldvoorschotten vastgesteld op 10.000.000 euro.

Voor de buitengewoon rekenplichtige van de afdeling Vloot - locatie Oostende - wordt het maximumplafond van de geldvoorschotten vastgesteld op 1.000.000 euro.

Voor de buitengewoon rekenplichtigen van de afdeling AOSO - Elektriciteit en Mechanica (buitenafdelingen in Gent en Antwerpen), wordt het maximumplafond van de geldvoorschotten m.b.t. de elektriciteitsrekeningen vastgesteld op 5.000.000 euro.

Voor de buitengewoon rekenplichtigen van de afdeling AOSO-Elektriciteit en Mechanica (buitenafdelingen te Gent en Antwerpen), belast met de betaling van averijen, wordt het maximumplafond van de geldvoorschotten vastgesteld op 1.500.000 euro voor de buitendienst Gent en op 1.500.000 euro voor de buitendienst Antwerpen.

Voor de buitengewone rekenplichtige van de afdeling Zeeschelde, belast met de betalingen lastens de DAB Vlaams Infrastructuurfonds van de dossiers betreffende de financiering van de verwervingen t.b.v. de uitbouw van het havengebied op de Linker Scheldeoever en de financiering van het sociaal begeleidingsplan, in uitvoering van de overeenkomst van 10 maart 1999 tussen het Vlaamse Gewest en de Maatschappij voor Grond- en Industrialisatiebeleid van het Linkerscheldeoevergebied, wordt het maximumplafond van de geldvoorschotten vastgesteld op 6.200.000 euro.

Voor de buitengewone rekenplichtige van de Afdeling Logistiek van het departement LIN wordt het maximumplafond van de geldvoorschotten met betrekking tot de uitbetaling van de werkingskosten vastgesteld op 900.000 euro.

Artikel 9 Onverminderd de bepalingen van de wet van 29 oktober 1846 op de inrichting van het Rekenhof : a) mogen geldvoorschotten worden verleend aan de buitengewoon rekenplichtige bij de administratie Budgettering,Accounting en Financieel Management voor de terugbetaling van ten onrechte geïnde ontvangsten (b.a. 01.01, PR. 24.10 ) en voor de betaling van schadevergoedingen waarvan de bedragen 7.500 euro per rechthebbende niet overschrijden. De schadevergoedingen op basis van een uitvoerbaar vonnis of arrest mogen worden uitbetaald zonder tussenkomst van de deposito- en consignatiekas in afwijking van artikel 100, tweede lid van de gecoördineerde wetten op de rijkscomptabiliteit; b) mogen geldvoorschotten worden verleend voor de vereffening van hulpgelden en toelagen van sociale aard;c) mogen geldvoorschotten worden aangewend om de honoraria te betalen van de experts uit het buitenland ongeacht het bedrag ervan, en om toelagen te betalen die voortvloeien uit regelingen met vreemde landen waarvan het bedrag 1250 euro per begunstigde niet bereikt;d) onverminderd wat voorafgaat, mogen geldvoorschotten gebruikt worden voor de uitbetaling van salarissen en allerlei bijslagen en vergoedingen aan het door de Vlaamse Gemeenschap bezoldigde personeel;e) mogen de buitengewoon rekenplichtigen voorschotten betalen voor buitenlandse zendingen, ongeacht het bedrag ervan;f) wordt de buitengewoon rekenplichtige van de administratie Hoger Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek ertoe gemachtigd, door middel van geldvoorschotten, de reiskosten te betalen van de personen die uit het buitenland komen of zich naar het buitenland begeven, ongeacht het bedrag ervan; g) op onderstaande basisallocaties mogen geldvoorschotten worden verleend voor de betaling van werkingskosten, ongeacht het bedrag : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld i) mogen geldvoorschotten worden verleend om de algemene werkingskosten te betalen, huren inbegrepen, en dit ongeacht het bedrag op basisallocatie 12.01 van het programma 51.90; j) mogen met geldvoorschotten worden betaald alle schuldvorderingen voortvloeiend uit overheidsopdrachten waarvan het bedrag, BTW inbegrepen, niet hoger is dan 7500 euro;k) mogen de buitengewoon rekenplichtigen en de rekenplichtigen van gemengde rekeningen op hun kas aan de personeelsleden van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap en aan kabinetsverantwoordelijken tegen ontvangstbewijs voorschotten verstrekken om kleine en dringende uitgaven in contanten te betalen. Het bedrag van deze voorschotten wordt beperkt tot 2.500 euro.

Indien het gaat om dringende uitgaven voor het begeleiden van internationale delegaties, mag het bedrag van deze voorschotten tijdens de periode dat de internationale delegaties moeten begeleid worden, maximaal 5.000 euro bedragen; l) mogen, binnen het plafond bepaald in artikel 8 van dit decreet, geldvoorschotten worden aangewend voor de betaling van de algemene werkingskosten van het leerlingenvervoer, ongeacht het bedrag ervan; m) mogen geldvoorschotten worden verleend aan de buitengewoon rekenplichtige van de afdeling Maritieme Schelde voor de betaling van de declaraties, inclusief rentedeclaraties, in toepassing van het verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Vlaamse Gewest, inzake de verruiming van de vaarweg in de Westerschelde en dit ongeacht het bedrag op basisallocatie 54.01 van het programma 64.20; n) mag de rekenplichtige van de gemengde rekening op zijn kas aan de personeelsleden van de DAB "Investeren in Vlaanderen" tegen ontvangstbewijs voorschotten verstrekken voor het betalen in speciën van kleine en dringende uitgaven.Het bedrag van de voorschotten is beperkt tot 5000 euro per personeelslid; o) mogen met geldvoorschotten worden betaald, ongeacht het bedrag, alle schuldvorderingen voortvloeiend uit contracten met vervrachters voor het strooien van dooizouten en sneeuwruimen met betrekking tot de winterdienst;p) de buitengewoon rekenplichtigen van de afdelingen Vloot en Scheepvaartbegeleiding (vestiging AWZ te Vlissingen) en van de DAB Loodswezen te Vlissingen worden ertoe gemachtigd salarissen en vergoedingen van de maand december verschuldigd aan het in Vlissingen (Nederland) tewerkgesteld en verblijvend personeel van de afdelingen Vloot en Scheepvaartbegeleiding en van de DAB Loodswezen te betalen op het einde van de maand december door middel van geldvoorschotten van het desbetreffende jaar; q) mogen ten laste van het saldo beschikbaar op 31 december 2001 op de geldvoorschotten verleend op ba 54.01 PR 64.20 aan de buitengewone rekenplichtige van de afdeling Maritieme Schelde, belast met de betaling van de declaraties, inclusief de rentedeclaraties, in toepassing van het Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Vlaamse Gewest inzake de verruiming van de vaarweg in de Westerschelde, verbintenissen aangegaan worden tot beloop van maximaal dit saldo; r) mogen geldvoorschotten worden verleend voor de uitbetaling, op kwartaalbasis, van de aanmoedigingspremies verleend ter stimulering van de arbeidsduurvermindering en arbeidsherverdeling;s) mogen met geldvoorschotten worden betaald ongeacht het bedrag, de onroerende voorheffing op het patrimonium van het Vlaams Gewest; t) mogen geldvoorschotten worden verleend aan de buitengewoon rekenplichtigen van het departement Coördinatie op basisallocatie 11.03 van de organisatieafdeling 99, programma 10 voor het terugbetalen van salarissen, vergoedingen en toelagen van het personeel ter beschikking gesteld van de gevolmachtigd vertegenwoordiger van de Vlaamse regering bevoegd voor het buitenlands beleid, beperkt tot een bedrag van 120.000 euro; u) mogen geldvoorschotten worden verleend aan de buitengewone rekenplichtige van de afdeling Zeeschelde belast met de betalingen van de financiering van de verwervingen door te voeren t.b.v. de uitbouw van het havengebied op de Linker Scheldeoever en de financiering van het sociaal begeleidingsplan en dit ongeacht het bedrag op de onderstaande basisallocaties van de DAB Vlaams Infrastructuurfonds.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld v) mogen geldvoorschotten worden aangewend voor de betaling van de moratoriumintresten verschuldigd aan belastingplichtigen in het kader van de inning van de onroerende voorheffing door de Vlaamse Gemeenschap, van de heffing ter bestrijding van de leegstand en verkrotting van gebouwen en/of woningen, van de heffing ter bestrijding en voorkoming van de leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten;w) mogen met geldvoorschotten worden betaald, ongeacht het bedrag, de aan OVAM verschuldigde milieuheffingen voor het storten van baggerspecie en de aan de VMM verschuldigde milieuheffingen op de verontreiniging van oppervlaktewateren;x) mogen geldvoorschotten worden verleend aan de buitengewone rekenplichtigen van het MINA-fonds bij de Vlaamse Milieumaatschappij voor de terugbetalingen in toepassing van artikel 35ter, § 6 van de wet van 26 maart 1971 op de bescherming van de oppervlaktewateren tegen verontreiniging en de terugstortingen die voortvloeien uit onterechte inningen van de afvalwaterheffing en van de grondwaterheffing, en voor de betaling van de moratoriumintresten inzake afvalwaterheffing en grondwaterheffing in toepassing van artikel 418 van het Wetboek van Inkomstenbelastingen; y) mogen met geldvoorschotten worden betaald, ongeacht het bedrag, alle betalingen aan de N.V. Liefkenshoektunnel die voortvloeien uit het tolvrij openstellen van de Liefkenshoek ten gevolge van verkeersincidenten of calamiteiten die een belangrijke hinder zullen doen ontstaan op de Ring van Antwerpen, de toegangswegen naar deze Ring of in de Kennedytunnel en dit voor de duur van de verplichte omleiding;

VASTE UITGAVEN Artikel 10 Mogen in de vorm van vaste uitgaven uitbetaald worden : a) de salarissen en salaristoelagen van de personeelsleden van de Nederlandstalige peutertuinen en kinderdagverblijven alsmede van de personeelsleden van het voor- en naschoolse toezicht verbonden aan de scholen van het Gemeenschapsonderwijs in Brussel-Hoofdstad, alsook de salaristoelagen voor het leidinggevend en technisch personeel van de erkende openbare gemeentelijke, provinciale en privaatrechtelijke bibliotheken; b) de salarissen en salaristoelagen van de personeelsleden van het basis-, secundair, hoger - met uitzondering van het universitair onderwijs, het buitengewoon onderwijs en het onderwijs voor sociale promotie, het deeltijds kunstonderwijs, de diensten voor beroepsoriëntering;de centra voor leerlingenbegeleiding, en de onderwijsinspectie en de pedagogische begeleidingsdiensten; c) de vergoedingen wegens begrafeniskosten en de geboortetoelagen;d) de toelagen voor derving van het vrij genot van woning, de gevarentoelagen en de toelagen voor elektrische bediening, de toelagen voor de inning van scheepvaartrechten, de toelagen voor extra en onregelmatige prestaties, de vergoedingen voor kantoorkosten, de vergoedingen voor rijwielen met hulpmotor, alsmede de verplichte bijdrage van de werkgever in de kosten van het woon-werkverkeer van de werknemer;e) de toelagen wegens buitengewone prestaties;f) zonder tussenkomsten van de Deposito- en Consignatiekas : de schadevergoedingen toegewezen op basis van een uitvoerbaar vonnis of arrest in afwijking van artikel 100, tweede lid van de gecoördineerde wetten op de rijkscomptabiliteit.Deze schadevergoedingen slaan zowel op de hoofdsom als op de eventuele renten; g) de aflossingen van kapitaal en rente bepaald onder de programma's 24.40, 24.80 en 24.90; h) de renten en terugbetaling in hoofdsom van de geprefinancierde trekkingsrechten op het investeringsfonds, ingeschreven op ba.21.02 en 63.01 van het programma 53.10; i) de aanmoedigingspremies ter stimulering van arbeidsverdeling en arbeidsduurvermindering;j) de aanmoedigingspremies in het kader van het Vlaams Intersectoraal Akkoord voor de Social Profitsector 2000-2005. OVERDRACHTEN KREDIETEN Artikel 11 Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld UITGAVEN VORIGE JAREN Artikel 12 § 1. Onderstaande basisallocaties mogen uitgaven dekken met betrekking tot vorige begrotingsjaren : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld § 2. De basisallocaties 12.06 van de diverse programma's betrekking hebbend op kabinetsbegrotingen mogen uitgaven dekken met betrekking tot vorige jaren. § 3. De basisallocaties 12.03, 12.20, 12.21 en 12.22 van het programma 24.10 mogen uitgaven dekken met betrekking tot voorgaande jaren voor zover deze uitgaven betrekking hebben op kosten gemaakt in het kader van een gedwongen invordering.

Artikel 13 De meeruitgaven voortvloeiend uit de omrekening naar de euro van betalingen verschuldigd op vastleggingen van vorige jaren, mogen worden aangerekend op de overeenkomstige kredieten van het lopend jaar.

Artikel 14 § 1. De ordonnanceringen van de uitgaven die in de loop van de vorige begrotingsjaren werden vastgelegd ten laste van vastleggingskredieten en vastleggingsmachtigingen van basisallocaties of artikelen waarvan de nummering inmiddels gewijzigd werd of overgegaan is in andere basisallocaties of begrotingsartikelen mogen worden aangerekend op de overeenstemmende programmakredieten en basisallocaties van de begroting voor het jaar 2002. § 2. De ordonnanceringen van de verbintenissen die in de loop van vorige begrotingsjaren werden vastgelegd ten laste van de verbintenissenmachtigingen 99.35 en 99.36 van Pr 62.40 mogen respectievelijk worden aangerekend op b.a. 31.03 en 31.04 van Pr 62.40. § 3. De Vlaamse regering wordt ertoe gemachtigd de afrekeningen, contractuele verbintenissen en andere verplichtingen lastens b.a. 14.07 van het programma 63.10 aan te rekenen op b.a. 14.08 van dit zelfde programma.

SUBSIDIES Artikel 15 Binnen de perken van de betrokken basisallocatie kunnen de volgende subsidies worden toegekend : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Artikel 16 De Vlaamse openbare instellingen kunnen binnen de perken van de betrokken basisallocaties dotaties krijgen, zelfs als de wet of het decreet houdende oprichting van deze instelling dat niet uitdrukkelijk bepaalt.

LENINGSMACHTIGINGEN Artikel 17 De minister die bevoegd is voor de huisvesting wordt ertoe gemachtigd het Vlaams Woningfonds van de grote gezinnen in staat te stellen verbintenissen aan te gaan voor een bedrag van maximaal 136.341.000 euro in het kader van de sociale huisvesting.

De minister die bevoegd is voor financiën en begroting, wordt ertoe gemachtigd, op voorstel van de minister die bevoegd is voor de huisvesting, om leningsmachtigingen, met de waarborg van het Vlaamse Gewest, toe te kennen aan voormelde instelling voor het voormelde bedrag.

VASTLEGGINGSMACHTIGINGEN Artikel 18 § 1. Het Gemeenschapsonderwijs wordt ertoe gemachtigd verbintenissen aan te gaan voor een bedrag van 10.558.000 euro voor kleine infrastructuurwerken in schoolgebouwen van het Gemeenschapsonderwijs. § 2. Het Gemeenschapsonderwijs wordt ertoe gemachtigd verbintenissen aan te gaan voor een bedrag van 19.175.000 euro voor grote infrastructuurwerken in schoolgebouwen van het Gemeenschapsonderwijs.

Artikel 19 § 1. De Investeringsdienst van de Vlaamse Autonome Hogescholen wordt ertoe gemachtigd verbintenissen aan te gaan ten beloop van 7.728.000 euro voor het beheer, het onderhoud en de investeringen in schoolgebouwen van de Vlaamse Autonome Hogescholen. § 2. Het op 31 december 2002 niet opgebruikte deel van de machtiging vermeld in § 1, wordt overgedragen naar het jaar 2003 en samengevoegd met de machtiging voor het jaar 2003.

Artikel 20 § 1. De Dienst voor Infrastructuurwerken voor het Gesubsidieerd Onderwijs wordt ertoe gemachtigd de hiernavolgende verbintenissen aan te gaan voor het beheer, het onderhoud en de investeringen in schoolgebouwen : a) 19.815.000 euro voor het gesubsidieerd officieel onderwijs met uitzondering van het hoger onderwijs; b) 83.206.000 euro voor het gesubsidieerd vrij onderwijs met uitzondering van het hoger onderwijs; c) 1.343.000 euro voor het gesubsidieerd officieel hoger onderwijs; d) 12.493.000 euro voor het gesubsidieerd vrij hoger onderwijs. § 2. Deze verbintenissen worden in een globaar pakket, per vrijgegeven investeringsschijf, opgenomen en vastgelegd, rekening houdend met een door de Vlaamse minister bevoegd voor financien en begroting op voorstel van de Dienst voor Infrastructuurwerken voor het Gesubsidieerd Onderwijs jaarlijks vast te stellen percentage dat volgens statistische gegevens inzake saldi en annulaties effectief wordt geordonnanceerd. Deze te ordonnanceren bedragen kunnen de in § 1 vermelde machtigingsbedragen nooit overschrijden. § 3. Het op 31 december 2002 niet opgebruikte deel van de machtiging vermeld in § 1, punt c en punt d, wordt overgedragen naar het jaar 2003 en samengevoegd met de machtiging voor het jaar 2003.

Artikel 21 Kind en Gezin is overeenkomstig het decreet 23 februari 1994 inzake de infrastructuur voor persoonsgebonden aangelegenheden gemachtigd om tijdens het begrotingsjaar 2002 voor een maximumbedrag van 5.652.000 euro vastleggingen te verrichten met het oog op het toekennen van toelagen voor de aankoop, bouw, verbouwing, uitbreiding en uitrusting van crèches.

Artikel 22 Het Vlaams Fonds voor de Sociale Integratie van Personen met een Handicap is overeenkomstig het decreet van 27 juni 1990 houdende oprichting van een Vlaams Fonds voor de Sociale Integratie van Personen met een Handicap, gemachtigd om voor een maximumbedrag van 16.900.000 euro vastleggingen te verrichten met het oog op het toekennen van toelagen voor aankoop, bouw, verbouwingswerkzaamheden, uitrusting en apparatuur betreffende voorzieningen die in het kader van de programmatie terzake hiervoor in aanmerking komen.

Artikel 23 Het Vlaams Commissariaat-generaal voor de Bevordering van de Lichamelijke Ontwikkeling, de Sport en de Openluchtrecreatie wordt gemachtigd verbintenissen aan te gaan ten beloop van maximaal 4.634.000 euro voor zijn eigen investeringen.

Artikel 24 § 1.Toerisme-Vlaanderen wordt gemachtigd verbintenissen aan te gaan ten beloop van 13.527.000 euro voor zijn investeringen en investeringstoelagen. § 2.Toerisme-Vlaanderen wordt gemachtigd verbintenissen aan te gaan ten beloop van 3.774.000 euro in het kader van de cofinanciering van Europese steunprogramma's.

Artikel 25 De trekkingsrechten te verdelen krachtens het decreet van 20 maart 1991 houdende instelling van een investeringsfonds ter verdeling van de subsidies voor bepaalde onroerende investeringen die in de Vlaamse Gemeenschap en het Vlaams Gewest door of op initiatief van de provincies, de gemeenten of de Vlaamse Gemeenschapscommissie worden gedaan, worden voor het begrotingsjaar 2002 vastgesteld op 131.525.000 euro waarvan 1.679.058 euro bestemd is voor gemeenschapsaangelegenheden in Brussel -Hoofdstad.

De minister die bevoegd is voor binnenlandse aangelegenheden, wordt gemachtigd om aan Dexia de rentelasten te betalen van de in de loop van het begrotingsjaar opgenomen voorschotten op de trekkingsrechten.

Artikel 26 Aan het Instituut voor de aanmoediging van Innovatie door Wetenschap en Technologie in Vlaanderen (IWT-Vlaanderen) wordt een vastleggingsmachtiging verleend voor de projecten op initiatief van bedrijven en innovatie-samenwerkingsverbanden ten beloop van 87.560.000 euro in het kader van zijn opdracht vastgesteld in het decreet van 23 januari 1991 betreffende de oprichting van een Vlaams Instituut voor de bevordering van het wetenschappelijk-technologisch onderzoek in de industrie en het decreet van 18 mei 1999 betreffende het voeren van een beleid ter aanmoediging van de technologische innovatie.

Het Instituut voor de de aanmoediging van Innovatie door Wetenschap en Technologie in Vlaanderen (IWT-Vlaanderen) wordt ertoe gemachtigd in opdracht van de Vlaamse regering voor een bedrag van 41.890.000 euro aan verbintenissen aan te gaan voor acties van technologische innovatie. IWTVlaanderen wordt belast met de uitvoering, de financiële en administratieve afhandeling van de opdrachten.

De minister bevoegd voor het wetenschaps - en technologische innovatiebeleid kan, na akkoord van de minister bevoegd voor financien en begroting, onderling en gelijktijdig overschrijvingen uitvoeren tussen de vastleggingsmachtiging verleend aan het IWT- Vlaanderen voor projecten op initiatief van bedrijven en innovatie-samenwerkingsverbanden en de vastleggingsmachtiging verleend voor acties van technologische innovatie op initiatief van de Vlaamse regering.

WAARBORG Artikel 27 De rentelasten van de leningen die de v.z.w. "Bond van Grote en van Jonge Gezinnen" onder waarborg van de Gemeenschap uitgeeft voor haar studiefonds, zullen voor het jaar 2002 gedeeltelijk door de Gemeenschap en gedeeltelijk door de v.z.w. "Bond van Grote en Jonge Gezinnen" gedragen worden volgens een tussen de minister die bevoegd is voor onderwijs, en de lener overeen te komen verdeelsleutel. Deze verdeelsleutel wordt voor het jaar 2002 vastgesteld als volgt : maximaal tweederde van vernoemde rentelasten worden ten laste genomen door de Gemeenschap en minimaal eenderde door de v.z.w. "Bond van de Grote en Jonge Gezinnen".

Het plafond van de gewaarborgde leningen bedraagt 3.098.670 euro.

Artikel 28 De minister die bevoegd is voor financiën en begroting, op de voordracht van de minister die de watervoorziening in zijn bevoegdheid heeft, wordt ertoe gemachtigd de waarborg van het Vlaamse Gewest te hechten aan de leningen uit te geven en de kredieten per jaar op te nemen door de Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening.

Deze verbintenissen mogen een totaal bedrag van 49.578.705 euro niet overschrijden.

Artikel 29 De minister die bevoegd is voor financiën en begroting, wordt ertoe gemachtigd, op voordracht van de minister die bevoegd is voor het vervoer, de waarborg van het Vlaamse Gewest te hechten aan de leningen, aangegaan door de Vlaamse Vervoermaatschappij met het oog op de vernieuwing of uitbreiding van haar voertuigenpark of voor de herfinanciering ervan.

Het plafond van de gewaarborgde leningen bedraagt 37.500.000 euro.

Artikel 30 De minister die bevoegd is voor financiën en begroting, wordt ertoe gemachtigd, op de voordracht van de minister die bevoegd is voor economie, de waarborg van het Vlaamse Gewest te hechten aan de leningen en participaties aangegaan door de organisaties aangesloten bij de v.z.w. "Samenwerkingsverband Sociale Economie", met het oog op de gedeeltelijke dekking van het verlies dat deze organisaties eventueel dragen als gevolg van de economische mislukking van projecten inzake sociale economie. De gewaarborgde leningen en participaties mogen een totaal bedrag van 2.500.000 euro niet overschrijden.

Artikel 31 De minister die bevoegd is voor financiën en begroting, wordt ertoe gemachtigd, op de voordracht van de minister die bevoegd is voor ontwikkelingssamenwerking, de waarborg van het Vlaamse Gewest en de Vlaamse Gemeenschap te hechten aan de leningen en participaties, aangegaan door de niet-gouvernementele ontwikkelingsorganisaties, met het oog op de gedeeltelijke dekking van het verlies dat deze organisaties eventueel dragen als gevolg van de economische mislukking van ontwikkelingsprojecten in de derde wereld. De gewaarborgde leningen en participaties mogen een totaal bedrag van 5.000.000 euro niet overschrijden.

Artikel 32 De minister die bevoegd is voor financiën en begroting, wordt ertoe gemachtigd, op de voordracht van de minister die bevoegd is voor de huisvesting, de waarborg van het Vlaamse Gewest, beperkt tot 90 %, te hechten aan de leningen aan te gaan door de Vlaamse Huisvestingsmaatschappij ten beloop van onderstaande bedragen, voor de financiering van het investeringsprogramma van deze maatschappij : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Artikel 33 De minister die bevoegd is voor het leefmilieu, en de minister die bevoegd is voor financiën en begroting, worden gemachtigd de waarborg van het Vlaamse Gewest te hechten aan leningen aan te gaan door de N.V. Aquafin ten beloop van 74.368.058 euro, met het oog op het uitvoeren van de beheersovereenkomst tussen het Vlaamse Gewest en de N.V. Aquafin.

Het Vlaamse Gewest is slechts gehouden tot betaling van de uitstaande saldi van de in het eerste lid bedoelde leningen, als de uitwinning van de waarborg niet het gevolg is van : - de foutieve uitvoering door de N.V. Aquafin van de beheersovereenkomst tussen het Vlaamse Gewest en de N.V. Aquafin; - of van de uitvoering door de N.V. Aquafin van overeenkomsten met derde partijen.

Artikel 34 De Vlaamse minister bevoegd voor financiën en begroting, op de voordracht van de Vlaamse minister bevoegd voor het economisch overheidsinstrumentarium, wordt ertoe gemachtigd de waarborg van het Vlaams Gewest te hechten aan de gedeeltelijke herfinanciering van het consortiumkrediet in hoofde van de N.V. Mijnen.

Artikel 33, § 2 van het decreet van 18 december 1997 houdende de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 1998 wordt gelijktijdig opgeheven.

Artikel 35 De Vlaamse regering wordt ertoe gemachtigd, op voorstel van de minister bevoegd voor financiën en begroting, de waarborg van het Vlaams Gewest te hechten aan de leningen met een maximale looptijd tot eind 2009, die ertoe strekken de bestaande schuld van de N.V. Liefkenshoektunnel ten belope van maximaal 149.000.000 euro, te consolideren, mits betaling van de waarborgpremie overeenkomstig het decreet van 16 december 1997 houdende bepalingen inzake kas-, schuld- en waarborgbeheer.

VOORSCHOTTEN Artikel 36 Ten laste van het krediet van de basisallocatie 85.10 van het programma 12.10 mag aan de Gemeenschapsattachés een bestendig voorschot van maximaal 25.000 euro per attaché worden verleend voor de prefinanciering van de uitgaven die betrekking hebben op activiteiten, manifestaties, zakenreizen en administratieve kosten van de attachés en op de werkingskosten van de Vlaamse Huizen en Vertegenwoordigers in het buitenland.

De geprefinancierde uitgaven zullen worden aangerekend op het respectieve basisallocaties 12.26 en 12.60 van het programma 12.10.

Op basis van de ingediende verantwoordingsstukken mag de buitengewone rekenplichtige van de administratie buitenlands beleid het voorschot aanvullen tot maximaal het toegekende bedrag.

Artikel 37 § 1. De schatkist wordt ertoe gemachtigd tot een maximumbedrag van 12.400.000 euro de nodige provisies te verstrekken om de uitbetaling, lastens de basisallocaties van de programma's 40 en 80, organisatieafdeling 24, te verzekeren met verplichting deze provisies uiterlijk tegen 31 december 2003 te regulariseren. § 2. Op de te gebruiken thesaurierekening en op de financiële rekening wordt daarvoor tijdelijk een negatief saldo toegelaten.

Artikel 38 § 1. De schatkist wordt gemachtigd voorschotten toe te staan aan niet gouvernementele organisaties die als promotoren in moeilijkheden verkeren,wanneer de derdengeldrekening "prefinanciering " bij de v.z.w. ESF-Agentschap uitgeput is. Deze voorschotten slaan alleen op goedgekeurde begeleidings-, opleidings- of tewerkstellingsprojecten in het kader van de ESF programmatie. § 2. Onder niet gouvernementele organisaties die als promotoren in moeilijkheden verkeren, zoals bedoeld bij § 1 van dit artikel, dient verstaan te worden de privaatrechtelijke promotoren, niet ondernemingen, die via de aanbreng van boekhoudkundig bewijsmateriaal kunnen aantonen dat de organisatie omwille van niet tijdige Europese betalingen in moeilijkheden verkeren. De Vlaamse regering bepaalt de nadere modaliteiten. § 3. De niet gouvernementele organisaties die als promotoren in moeilijkheden verkeren, richten een gemotiveerde vraag, vergezeld van het vereist boekhoudkundig bewijsmateriaal, aan de Administratie Werkgelegenheid, die de vraag voorlegt aan een onafhankelijke commissie. Deze commissie oordeelt over de ontvankelijkheid van de vraag en zal de Administratie Werkgelegenheid van haar gemotiveerd oordeel op de hoogte brengen. De Vlaamse minister bevoegd voor de werkgelegenheid bepaalt de samenstelling van de commissie. § 4. De debettoestand wordt beperkt tot maximaal 12.395.000 euro. § 5. Voor deze voorschotten dient een rente betaald die gelijk is aan die welke voor de Vlaamse Gemeenschap van toepassing is voor kortlopend krediet bij haar kassier. Deze rente wordt per dag berekend en aangerekend op programma 52.40, basisallocatie 41.07.

Artikel 39 De bevoegde minister wordt ertoe gemachtigd provisies te verlenen aan de advocaten, experts en gerechtsdeurwaarders die voor rekening van de Vlaamse Gemeenschap en het Vlaamse Gewest optreden.

OVERSCHRIJVINGEN Artikel 40 De minister die bevoegd is voor financiën en begroting, is ertoe gemachtigd, en dit binnen de perken van de kredieten geopend voor organisatieafdeling 24 programma 40 en 80, overschrijvingen te verrichten tussen de betrokken basisallocaties over de programma's heen.

Artikel 41 De minister die bevoegd is voor de huisvesting wordt ertoe gemachtigd overschrijvingen te verrichten van gesplitste ordonnanceringskredieten van PR 62.40, ba 34.70 naar PR 24.70, ba 34.01.

Artikel 42 De minister die bevoegd is voor het onderwijs wordt ertoe gemachtigd het krediet ingeschreven onder b.a. 40.02, pr. 32.10, geheel of gedeeltelijk, over te schrijven naar de hieronder vermelde basisallocaties : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Artikel 43 De minister die bevoegd is voor het onderwijs wordt ertoe gemachtigd het krediet ingeschreven onder b.a. 12.02, pr. 34.50, geheel of gedeeltelijk, over te schrijven naar de hieronder vermelde basisallocaties : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Artikel 44 De minister die bevoegd is voor onderwijs, is ertoe gemachtigd het krediet ingeschreven onder b.a. 12.43 van het programma 35.40 geheel of gedeeltelijk over te schrijven naar de hieronder vermelde basisallocaties : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Artikel 45 De minister die bevoegd is voor onderwijs, is ertoe gemachtigd het krediet ingeschreven onder b.a. 12.10 en b.a. 12.11, programma 20, organisatieafdeling 39, geheel of gedeeltelijk over te schrijven naar de hieronder vermelde basisallocaties : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Artikel 46 De minister die bevoegd is voor onderwijs, is er toe gemachtigd het krediet ingeschreven onder de b.a. 11.10, programma 20, organisatieafdeling 39 geheel of gedeeltelijk over te schrijven naar de hieronder vermelde basisallocaties : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Artikel 47 De Vlaamse regering wordt ertoe gemachtigd de kredieten ingeschreven onder de b.a. 33.01 pr 40.30 geheel of gedeeltelijk over te schrijven naar door de Vlaamse regering aan te duiden programma's en basisallocaties onder de organisatieafdelingen 11, 40, 41, 42, 45 en 52.

Artikel 48 De minister bevoegd voor cultuur wordt ertoe gemachtigd het krediet ingeschreven onder ba 33.56 van het programma 45.20 gedeeltelijk over te schrijven naar ba 33.58 van ditzelfde programma.

Artikel 49 De minister die bevoegd is voor de cultuur is ertoe gemachtigd het krediet ingeschreven onder de ba. 33.47 van het programma 45.40 geheel of gedeeltelijk over te schrijven naar de ba. 41.05 van hetzelfde programma.

Artikel 50 § 1. De Vlaamse regering wordt ertoe gemachtigd de kredieten van de basisallocatie 41.02 van het programma 52.40 geheel of gedeeltelijk over te schrijven naar de basisallocatie 11.19 van het programma 35.40. § 2. De Vlaamse regering wordt er toe gemachtigd een bedrag van maximaal 1.000.000 euro over te schrijven van b.a. 41.02 pr 52.40 naar b.a. 41.01 pr 41.40. § 3. De kredieten ingeschreven onder b.a. 41.02, 41.05 en 43.01 van het programma 52.40, voor die gedeelten van de onderscheidene tewerkstellingsprogramma's die in aanmerking komen voor regularisering, kunnen, bij besluit van de Vlaamse regering, overgeschreven worden naar door de Vlaamse regering aan te duiden programma's en basisallocaties.

Artikel 51 De Vlaamse regering wordt ertoe gemachtigd, op voorstel van de minister die bevoegd is voor financiën en begroting, overschrijvingen te verrichten tussen de gesplitste ordonnanceringskredieten van de basisallocaties van het Departement 6 - LIN, van Afdeling I van de algemene uitgavenbegroting.

PROVISIONELE KREDIETEN Artikel 52 Het provisionele krediet ingeschreven onder de basisallocatie 11.01 van het programma 24.60 mag aangewend worden tot dekking van de lasten, met inbegrip van die welke betrekking hebben op vorige begrotingsjaren, voor de hele begroting, voortvloeiend uit een eventuele stijging van de prijsindex die berekend en benoemd wordt voor de toepassing van artikel 2 van het KB van 24 december 1993 ter uitvoering van de wet van 6 januari 1989 tot vrijwaring van het concurrentievermogen en toepassing van de sociale programmatie en tengevolge van lastenstijgingen door uitvoering van CAO's. Het mag volgens de behoeften worden verdeeld over de passende organisatieafdelingen, programma's en basisallocaties van de begroting door middel van een besluit van de Vlaamse regering.

Artikel 53 Het provisionele krediet ingeschreven onder ba 00.20 van het programma 24.60 mag aangewend worden m.b.t. de werking en uitrusting van de kabinetten met inbegrip van tekorten op salariskredieten.

Het mag volgens de behoeften verdeeld worden over de passende organisatieafdelingen, programma's en basisallocaties van de begroting door middel van een besluit van de Vlaamse regering.

Artikel 54 Het provisionele krediet ingeschreven onder ba 00.21 van het programma 24.60 mag aangewend worden voor het dekken van verhuiskosten en inrichtingskosten van kabinetten.

Het mag volgens de behoeften verdeeld worden over de passende basisallocaties van de kabinetsbegrotingen door middel van een besluit van de Vlaamse regering.

Artikel 55 Het provisioneel krediet ingeschreven onder ba 00.22 van het programma 24.60 mag aangewend worden voor het dekken van uitgaven, ten laste te nemen van de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap gedurende het begrotingsjaar 2002, in het kader van de bijzondere wet van 13 juli 2001 houdende overdracht van diverse bevoegdheden aan de Gewesten en de Gemeenschappen.

Het mag volgens de behoeften, geheel of gedeeltelijk, verdeeld worden over de passende, bestaande of eventueel nog nieuw in te schrijven basisallocaties van de begroting van de Vlaamse Gemeenschap of, in de eventualiteit, aangewend worden voor de terugbetaling aan de federale overheid van gedane kosten in afwachting van de effectieve overheveling van de in de bijzondere wet van 13 juli 2001 bedoelde materies betrekking hebbend op het begrotingsjaar 2002.

Artikel 56 Het provisionele krediet ingeschreven onder de basisallocatie 11.11 van het programma 39.10 mag aangewend worden tot dekking van de uitgaven voor wedden en weddetoelagen van het onderwijspersoneel die in het lopende jaar met betrekking tot prestaties van het voorgaande begrotingsjaar verschuldigd zijn.

Deze basisallocatie kan door middel van een besluit van de Vlaamse regering geheel of gedeeltelijk overgedragen worden naar de desbetreffende basisallocaties van de onderstaande programma 's.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld De overdracht mag gebeuren in 3 schijven : - een eerste schijf vanaf 1 mei op basis van de op 30 april gekende uitgaven; - een tweede schijf vanaf 1 september op basis van de op 31 augustus gekende uitgaven; - een derde schijf vanaf 1 december op basis van de op 30 november gekende uitgaven.

Artikel 57 Het provisioneel krediet ingeschreven onder de basisallocatie 11.12 van het programma 39.10 mag aangewend worden tot dekking van de uitgaven voor wedden en weddetoelagen van contractueel onderwijspersoneel als gevolg van de maatregelen genomen in het kader van de CAO VI. Deze basisallocatie kan bij besluit van de Vlaamse regering geheel of gedeeltelijk overgedragen worden naar onderstaande basisallocaties : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Artikel 58 Het provisioneel krediet ingeschreven onder ba. 01.01 programma 40.30 mag aangewend worden ter uitvoering van het Vlaams intersectoraal akkoord in de social profit sector. Het mag bij besluit van de Vlaamse regering, geheel of gedeeltelijk verdeeld worden over door de Vlaamse regering aan te duiden programma's en basisallocaties onder de organisatieafdelingen 11, 41, 42, 45 en 52.

Artikel 59 Het provisioneel krediet ingeschreven onder b.a. 12.23 van het programma 11.20 mag aangewend worden in het kader van het communicatiebeleid van de Vlaamse regering.

Het mag volgens de behoeften verdeeld worden over de passende basisallocaties van de algemene uitgavenbegroting door middel van een besluit van de Vlaamse regering.

Artikel 60 De minister bevoegd voor cultuur wordt gemachtigd om binnen de perken van de kredieten ingeschreven onder programma 45.50, b.a. 01.01, kredieten over te schrijven naar de basisallocaties van de programma's 45.10, 45.20 en 45.50.

Zodra de kredieten ontvangen op ba. 01.01 van programma 45.50 worden herverdeeld, zal het Vlaams Parlement hiervan in kennis gesteld worden.

Artikel 61 Het provisioneel gesplitste ordonnanceringskrediet ingeschreven onder ba 01.01 van het programma 49.90 mag volgens de behoeften worden verdeeld over de passende organisatieafdelingen, programma's en gesplitste basisallocaties van de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap van het departement WVC door middel van een besluit van de Vlaamse regering.

Artikel 62 Het provisioneel gesplitste ordonnanceringskrediet ingeschreven onder b.a. 01.01 van het programma 69.90 mag volgens de behoeften worden verdeeld over de passende organisatieafdelingen, programma's en gesplitste basisallocaties van de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap van het departement LIN door middel van een besluit van de Vlaamse regering.

VISUM VAN DE CONTROLEUR VAN DE VASTLEGGINGEN EN CONTROLE DOOR HET REKENHOF Artikel 63 Elke verbintenis aan te gaan krachtens de artikelen 17 (Vlaams Woningfonds), 18 (Gemeenschapsonderwijs), 19 (IVAH), 20 (DIGO), 21 (Kind en Gezin), 22 (VSIPH), 23 (BLOSO), 24 (T.V.), 26 (IWT-Vlaanderen), 90 (Mina), 92 (Luchthaven Antwerpen), 93 (Luchthaven Oostende), 95 (VIF), 113 (VIPA), 116 (Inv. Fonds Grond en woonbeleid Vlaams Brabant), 117 (Fonds Bijzondere Jeugdzorg), 119 (VLIF), 121 (Financieringsinstrument), 122 (Fonds Flankerend Economisch Beleid), 123 (Herplaatsingsfonds), 124 (Limburgfonds) en 126 (Fonds Culturele Infrastructuur) van dit decreet wordt onderworpen aan het visum van de Controleur van de Vastleggingen en aan het Rekenhof.

Voor de tiende van iedere maand legt de Controleur der Vastleggingen aan het Rekenhof een in drievoud opgemaakte lijst met de bewijsstukken voor die enerzijds het bedrag vermeldt van de vastleggingen die tijdens de afgelopen maand geviseerd werden, en anderzijds het bedrag aangeeft van de vastleggingen die geviseerd werden sinds het begin van het jaar.

De lijst van de maand december maakt de jaarlijkse verzamelstaat uit.

Binnen tien dagen na ontvangst van de jaarlijkse verzamelstaat stuurt het Rekenhof twee door het Hof afgesloten exemplaren naar de regering terug.

De hiervoor in artikel 20 vermelde verbintenissen (DIGO) worden m.b.t. het visum van de controleur van de vastleggingen gegroepeerd per investeringsschijf. § 2.Worden vrijgesteld van het voorafgaand visum voor vastlegging door de Controleur der Vastleggingen : - de verbintenissen en schuldvorderingen die met geldvoorschotten mogen betaald worden op basis van een decretale toelating of op basis van de reglementering op de rijkscomptabiliteit. - de verbintenissen en schuldvorderingen die in de vorm van vaste uitgaven mogen worden betaald op basis van de reglementering op de rijkscomptabiliteit of op basis van een decretale toelating.

Artikel 64 In verband met toelagen voor investeringen van openbaar nut kunnen zowel voor de aangelegenheden bedoeld in artikel 127 tot 129 als voor de aangelegenheden bedoeld in artikel 39 van de Grondwet, voorschotten ten beloop van maximum 90 procent van de toelage worden verstrekt onder bij besluit van de Vlaamse regering bepaalde voorwaarden.

De ordonnanties van betaling, betreffende voorschotten op toelagen in kapitaal worden vrijgesteld van het voorafgaand visum van het Rekenhof; zij zijn onderworpen aan de regels bepaald in artikel 50 van de gecoördineerde wetten op de Rijkscomptabiliteit en aan de regels bepaald in artikel 41 van de gecoördineerde wetten op de Rijkscomptabiliteit.

De betaling van het saldo van de toelage in kapitaal of het beschikbaar stellen door Dexia Bank van het saldo der toelage door deze instelling gefinancierd, wordt vooraf aan het visum van het Rekenhof voorgelegd, gestaafd door de goedgekeurde eindafrekening en alle andere bewijsstukken.

Bij het ter beschikking stellen van het saldo van de toelage door Dexia Bank van België zijn, in voorkomend geval, de bepalingen van de 2e, 3e en 4e alinea van artikel 14 van de organieke wet van 29 oktober 1846 op de inrichting van het Rekenhof van toepassing.

Artikel 65 Onverminderd de in artikel 41 en artikel 50 van de gecoördineerde wetten op de Rijkscomptabiliteit bepaalde regels, worden vrijgesteld van het voorafgaand visum van het Rekenhof voorschotten ten beloop van maximum 90 procent van de bedragen opgenomen onder de betreffende basisallocaties voor onderstaande begunstigden : Jeugdwerk : - het landelijk georganiseerd jeugdwerk - de begunstigden gesubsidieerd op basis van het decreet van 9 juni 1993 houdende subsidiëring van gemeentebesturen en de VGC inzake het voeren van een jeugdwerkbeleid - de provinciebesturen voor wat betreft de subsidiering voor de uitvoering van het provinciaal jeugdwerkbeleid - de begunstigden gesubsidieerd op basis van het besluit van de Vlaamse regering van 31 juli 1990 houdende de organisatie, de normering en de financiering van de erkende vorming in het kader van de deeltijdse leerplicht - v.z.w. CJP - Europees Muziekfestival van de jeugd te Neerpelt - v.z.w. ADJ - v.z.w.VVJ - v.z.w. JINT - de begunstigden van subsidies aan allerlei initiatieven in verband met sport en internationale sportmanifestaties - de v.z.w. Instituut Topsport Vlaanderen - het Europees Jeugdorkest - de begunstigden van de subsidieregeling inzake experimenteel jeugdwerk - de begunstigden van de subsidieregeling voor participatieprojecten voor de jeugd - de begunstigden van de subsidieregeling voor jeugdculturele initiatieven - de v.z.w. Steunpunt Jeugd - de Jeugdraad van de Vlaamse Gemeenschap Volksontwikkeling en Bibliotheken : - de begunstigden gesubsidieerd op basis van de decreten van 27 juni 1985 (archief- en documentatiecentra) - de begunstigden gesubsidieerd op basis van het decreet houdende het stimuleren van een kwalitatief en integraal gemeentelijk cultuurbeleid - de begunstigden gesubsidieerd op basis van de decreten van 19 april 1995 (verenigingen, instellingen en diensten) - de begunstigden gesubsidieerd op basis van het decreet van 27 oktober 1998 (volkscultuur en culturele vrijetijdsbesteding) - de begunstigden gesubsidieerd op basis van het decreet van 22 december 2000 (amateurkunsten) - het steunpunt voor het sociaal-cultureel werk - v.z.w. Intercultureel centrum voor migranten - de organisatie van de toneelwedstrijd het Landjuweel - v.z.w. historisch centrum Alden Biesen - v.z.w. De Rand - v.z.w. cultureel centrum Koninglo te Vilvoorde - v.z.w. cultureel centrum Baarle-Hertog - v.z.w. cultuur voor bijzondere doelgroepen Beeldende Kunst en Musea : - de begunstigden gesubsidieerd op basis van het decreet van 20.12.1996 tot erkenning en subsidiëring van musea - v.z.w. MUHKA - v.z.w. Kunst in Huis - de v.z.w. Vlaamse museumvereniging - de v.z.w. Pro Musea Judaico - de v.z.w. Vereniging voor het Museum van Hedendaagse Kunst - steunpunt beeldende kunst en nieuwe media - v.z.w. Culturele Biografie Vlaanderen - Vlaams Architectuur Instituut - het Vlaams architectuurarchief (VAA) - de koepel van musea van de Vlaamse ontvoogding - de begunstigden van de erfgoedconvenants Muziek, Letteren en Podiumkunsten : - de begunstigden gesubsidieerd op basis van het decreet van 31 maart 1998 (professionele muziekensembles, concertorganisaties, muziekclubs, festivals, muziekeducatieve organisaties, het Muziekcentrum van de Vlaamse Gemeenschap, muziekprojecten, compositieopdrachten en werkbeurzen) - de begunstigden gesubsidieerd op basis van het podiumkunstendecreet van 18 mei 1999 - het Centrum voor Teksteditie en Bronnenstudie - de kunstkritische en culturele tijdschriften - v.z.w. Filharmonie van Vlaanderen - v.z.w. Koninklijk Ballet van Vlaanderen - v.z.w. de Singel - centrum voor de Bibliografie van de neerlandistiek - v.z.w. Paleis - v.z.w. Ancienne Belgique - v.z.w. Beursschouwburg - de literaire projecten en manifestaties in het kader van de leesbevordering - v.z.w. Theater Stap - v.z.w. Vlaams Theater Instituut (VTI) - Brussels Jeugdtheater Bronks - v.z.w. Lunatheater - de v.z.w. Stichting Ons Erfdeel - v.z.w. I Fiamminghi - v.z.w. Symfonie Orkest Vlaanderen - de concertverenigingen - de Brusselse podia - de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde - de v.z.w. Vlaams Omroeporkest en Kamerkoor - de v.z.w. Koninklijke Vlaamse Schouwburg - v.z.w. Forum voor Muziek, Dans en Beeldcultuur Vlaanderen - v.z.w. Concertgebouw Brugge - de Stichting Lezen Algemeen cultuurbeleid : - de Nederlandse Taalunie - de begunstigden inzake internationale culturele samenwerking - het sociaal fonds voor het sociaal cultureel werk van de Vlaamse Gemeenschap - de v.z.w. Brugge 2002 - het steunpunt voor sociaal-cultureel werk - de v.z.w. het Vlaams Centrum voor cultuurcommunicatie - de begunstigden inzake grote culturele evenementen - de begunstigden voor het organiseren van activiteiten en projecten met sociaal-cultureel en artistiek belang - het expertisecentrum - de begunstigden gesubsidieerd op basis van de uitvoering van het social profit-akkoord 2001-2005 Artikel 66 Onverminderd de in artikel 41 en artikel 50 van de gecoördineerde wetten op de Rijkscomptabiliteit bepaalde regels, worden vrijgesteld van het voorafgaand visum van het Rekenhof voorschotten ten belope van maximum 90 % van de bedragen voorzien onder de betreffende basisallocaties voor onderstaande begunstigden : 1. het Vlaams Infrastructuurfonds voor Persoonsgebonden Aangelegenheden (VIPA) 2.het Vlaams Fonds voor Lastendelging (VFLD) 3. het Limburgfonds (LF) 4.het Fonds voor bijzondere jeugdbijstand (FBJ) 5. Kind en Gezin (K&G) 6.Vlaams Fonds voor Sociale Integratie van Personen met een Handicap (VFSIPH) 7. Toerisme Vlaanderen (TV) 8.Vlaamse Gemeenschapscommissie (VGC) 9. Vlaamse Vervoermaatschappij (VVM) 10.Vlaamse Landmaatschappij (VLM) 11. Dienst voor de Scheepvaart (DS) 12.Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding (VDAB) 13. Vlaams Commissariaat -generaal voor de Bevordering van de Lichamelijke Ontwikkeling, de Sport en de Openluchtrecreatie (BLOSO) 14.Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) 15. Vlaamse Huisvestingsmaatschappij of door de Vlaamse Huisvestingsmaatschappij erkende lokale sociale huisvestingsmaatschappijen (VHM) 16.Vlaamse Radio en Televisie (VRT) 17. Vlaams Instituut voor het zelfstandig ondernemen (VIZO) 18.Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek (VITO) 19. Vlaams Instituut voor de bevordering van het wetenschappelijk technologisch onderzoek in de industrie (IW T-Vlaanderen) 20.de Dienst met Afzonderlijk Beheer "Fonds voor de Preventie en Sanering inzake Leefmilieu en Natuur" (MINA) 21. de Diensten met Afzonderlijk Beheer Gemeenschapsinstellingen voor bijzondere Jeugdbijstand" 22.de Dienst met Afzonderlijk Beheer "Hogere Zeevaartschool" 23. het Gemeenschapsonderwijs 24.de Dienst voor Infrastructuurwerken voor het Gesubsidieerd Onderwijs (DIGO) 25. de Dienst met Afzonderlijk Beheer "Provinciale Gouvernementen" (artikel 51, wet 20 juli 1991) 26.de Vlaamse Onderwijsraad (VLOR) 27. de Dienst met Afzonderlijk Beheer "Instituut voor het Archeologisch Patrimonium" 28.de Dienst met Afzonderlijk Beheer "De Brakke Grond" 29. de Dienst met Afzonderlijk Beheer "Kasteel van Gaasbeek" 30.de Dienst met Afzonderlijk Beheer "Koninklijk Museum voor Schone Kunsten - Antwerpen (KMSKA)" 31. het Investeringsfonds voor grond - en woonbeleid voor Vlaams-Brabant (VLABIN.V.EST) 32. de Dienst met Afzonderlijk Beheer Vlaams Infrastructuur Fonds (VIF) 33.Domus Flandria N.V. 34. de Milieu- en Natuurraad van Vlaanderen 35.het Amortisatiefonds van leningen voor de sociale huisvesting (ALESH) 36. de Dienst met Afzonderlijk Beheer "Investeren in Vlaanderen" 37.het Vlaams Landbouwinvesteringsfonds (VLIF) 38. de v.z.w.Vlaams Centrum voor Agro- en Visserijmarketing 39. de subsidies aan het FWO -Vlaanderen voor de ondersteuning van het niet-gericht wetenschappelijk onderzoek 40.de Dienst met Afzonderlijk Beheer Landcommanderij Alden Biesen 41. de N.V. Zeekanaal en Watergebonden Grondbeheer Vlaanderen 42. het Fonds voor het Flankerend Economisch Beleid 43.de Vlaamse Raad voor het Wetenschapsbeleid (VRWB) 44. het secretariaat van de internationale Maas - en Scheldecommissie 45.de Dienst met Afzonderlijk Beheer "Schoonmaak" 46. het Fonds Culturele Infrastructuur 47.v.z.w. Egalisatiefonds Responsabiliseringsbijdrage Vlaams Pensioenfonds 48. de Vlaamse Openbare Instelling "Vlaamse Opera" (VLOPERA) 49.Export Vlaanderen 50. de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt (VREG) 51.het Financieringsinstrument voor de Vlaamse visserij - en aquicultuursector (FIVA) 52. Pensioenfonds VRT 53.het Fonds voor de financiering van het urgentieplan van de sociale huisvesting 54. de Dienst met Afzonderlijk Beheer "Luchthaven Oostende" 55.de Dienst met Afzonderlijk Beheer "Luchthaven Antwerpen" 56. de Dienst met Afzonderlijk Beheer "Linkerscheldeoever" 57.de Dienst met Afzonderlijk Beheer "Grondfonds" 58. Vlaams Fonds voor de Letteren 59.de Dienst met Afzonderlijk Beheer "Catering" 60. het "Herplaatsingsfonds" 61.het Instituut Prins Leopold voor Tropische Geneeskunde en de Vlerick Leuven-Gent Management School 62. de Investeringsdienst van de Vlaamse Autonome Hogescholen (IVAH) 63.de Dienst met Afzonderlijk Beheer "Loodswezen" 64. de subsidies vermeld onder de betreffende basisallocaties voor de universiteiten 65.de werkingssubsidie vermeld onder de betreffende basisallocaties van de hogescholen 66. de subsidies voor de hogere instituten voor schone kunsten en andere instellingen voor schone kunsten 67.de toelagen voor projecten in het hoger kunstonderwijs 68. de scholengroepen van het Gemeenschapsonderwijs 69.de subsidies vermeld onder de betreffende basisallocaties voor de havenbesturen 70. de begunstigden gesubsidieerd op basis van het decreet van 12 juni 1991 betreffende de universiteiten in de Vlaamse Gemeenschap (artikelen 167, 168, 169,169bis en 169quater ) 71.de huurdersorganisaties bedoeld bij b.a. 33.61 PR 62.4 72. de sociale verhuurkantoren 73.het Vlaams Fonds voor éénmalige investeringen en schuldafbouw 74. allerhande uitgaven voor personeel, uitrusting en werking ten behoeve van de commissarissen van de Vlaamse regering 75.uitgaven met betrekking tot de terbeschikkinggestelden voorafgaand aan het pensioen 76. de subsidie aan het LUC ten bate van de Transnationale Universiteit Limburg (tUL) 77.de subsidie aan de VUB ten bate van het Instituut voor Europese Studiën (IES) 78. OVAM 79.het Vlaams Brussels Fonds 80. Jobpunt Vlaanderen Artikel 67 § 1.Onverminderd de regels bepaald in artikel 50 van de gecoördineerde wetten op de rijkscomptabiliteit en van de regels bepaald in artikel 41 van de gecoördineerde wetten op de rijkscomptabiliteit, worden vrijgesteld van het voorafgaand visum van het Rekenhof, de voorschotten ten beloop van maximum 90 procent van de subsidies verstrekt ten laste van b.a. 34.27 van het programma 42.10. § 2. Onverminderd de regels bepaald in artikel 50 van de gecoördineerde wetten op de rijkscomptabiliteit en van de regels bepaald in artikel 41 van de gecoördineerde wetten op de rijkscomptabiliteit, worden vrijgesteld van het voorafgaand visum van het Rekenhof de studietoelagen toegekend aan leerlingen en studenten met toepassing van de wet van 19 juli 1971. § 3. Onverminderd de regels bepaald in artikel 50 van de gecoördineerde wetten op de rijkscomptabiliteit en van de regels bepaald in artikel 41 van de gecoördineerde wetten op de rijkscomptabiliteit, worden vrijgesteld van het voorafgaand visum van het Rekenhof de tegemoetkomingen toegekend in de last van hypothecaire leningen aangegaan met het oog op het bouwen, kopen of verbouwen van woningen alsook de tegemoetkomingen bij het bouwen van een nieuwe woning of bij het uitvoeren van werken aan een woning, de aanpassings- en verbeteringspremie en de tegemoetkoming in de huursubsidie. § 4. Onverminderd de regels bepaald in artikel 50 van de gecoördineerde wetten op de rijkscomptabiliteit en van de regels bepaald in artikel 41 van de gecoördineerde wetten op de rijkscomptabiliteit, worden vrijgesteld van het voorafgaand visum van het Rekenhof, de ordonnanties van betaling voor eigen investeringen tot beloop van 75 % per aannemingsopdracht voor infrastructuurwerken of buitengewoon onderhoud aangerekend op gesplitste kredieten. § 5. Onverminderd de regels bepaald in artikel 50 van de gecoördineerde wetten op de rijkscomptabiliteit en van de regels bepaald in artikel 41 van de gecoördineerde wetten op de rijkscomptabiliteit, worden vrijgesteld van het voorafgaand visum van het Rekenhof voorschotten ten beloop van maximum 90 % van de bedragen opgenomen onder de hierna vermelde basisallocaties : - subsidies voor vormingsbehoeften i.v.m. de bevordering van het vakmanschap ten behoeve van werkzaamheden aan beschermde monumenten; - de subsidie voor de instandhouding, herstelling en het onderhoud van het IJzermonument en het omringende domein in Diksmuide (decreet 23.12.1986); - subsidie aan de Regionale Landschappen v.z.w.; - de subsidie aan de v.z.w. Stichting Vlaams Erfgoed; - subsidie aan vrijwilligersverenigingen voor educatieve - en sensibiliseringsprojecten in de sector monumenten en landschappen; - de subsidie aan de v.z.w. Monumentenwacht Vlaanderen; - de subsidie aan de Vlaamse Contactcommissie Monumentenzorg; - de subsidie voor de toekenning van een jaarlijkse monumentenprijs. § 6. Onverminderd de regels bepaald in artikel 50 van de gecoördineerde wetten op de rijkscomptabiliteit en van de regels bepaald in artikel 41 van de gecoördineerde wetten op de rijkscomptabiliteit worden vrijgesteld van het voorafgaand visum van het Rekenhof voorschotten ten beloop van maximaal 90 % van de subsidies verstrekt lastens b.a. 34.04 van het programma 41.70. § 7. Onverminderd de regels bepaald in artikel 50 van de gecoördineerde wetten op de rijkscomptabiliteit en van de regels bepaald in artikel 41 van de gecoördineerde wetten op de rijkscomptabiliteit worden vrijgesteld van het voorafgaand visum van het Rekenhof ten beloop van maximaal 90 percent van de bedragen opgenomen onder de hierna vermelde basisallocaties : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld § 8. Onverminderd de regels bepaald in artikel 50 van de gecoördineerde wetten op de rijkscomptabiliteit en van de regels bepaald in artikel 41 van de gecoördineerde wetten op de rijkscomptabiliteit, worden vrijgesteld van het voorafgaand visum van het Rekenhof, ongeacht het bedrag, de betaling van alle schuldvorderingen voortvloeiend uit contracten met vervrachters voor het strooien van dooizouten en sneeuwruimen met betrekking tot de winterdienst. § 9. Onverminderd de regels bepaald in artikel 50 van de gecoördineerde wetten op de rijkscomptabiliteit en van de regels bepaald in artikel 41 van de gecoördineerde wetten op de rijkscomptabiliteit, worden vrijgesteld van het voorafgaand visum van het Rekenhof, ongeacht het bedrag, de betaling van de onroerende voorheffing op het patrimonium van het Vlaamse Gewest. § 10. Onverminderd de regels bepaald in artikel 50 van de gecoördineerde wetten op de rijkscomptabiliteit en van de regels bepaald in artikel 41 van de gecoördineerde wetten op de rijkscomptabiliteit, worden vrijgesteld van het voorafgaand visum van het Rekenhof, de voorschotten ten beloop van maximum 90 procent van de bedragen voorzien onder de hierna betreffende basisallocaties voor onderstaande begunstigden : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld § 11. Onverminderd de regels bepaald in artikel 50 van de gecoördineerde wetten op de rijkscomptabiliteit en van de regels bepaald in artikel 41 van de gecoördineerde wetten op de rijkscomptabiliteit, worden vrijgesteld van het voorafgaand visum van het Rekenhof, de voorschotten ten beloop van maximum 90 procent van de bedragen voorzien onder de hierna betreffende basisallocaties voor onderstaande begunstigden : Algemeen welzijnsbeleid - de begunstigden gesubsidieerd op basis van het decreet van 26 juni 1991 houdende erkenning en subsidiering van het maatschappelijk opbouwwerk; - de begunstigden gesubsidieeerd op basis van het decreet van 28 april 1998 inzake het Vlaams beleid ten aanzien van etnisch-culturele minderheden. § 12. Onverminderd de regels bepaald in artikel 50 van de gecoördineerde wetten op de rijkscomptabiliteit en van de regels bepaald in artikel 41 van de gecoördineerde wetten op de rijkscomptabiliteit, worden vrijgesteld van het voorafgaand visum van het Rekenhof, de voorschotten ten beloop van maximum 90 procent van de bedragen voorzien onder de hierna betreffende basisallocaties voor onderstaande begunstigden : - uitgaven met betrekking tot de terbeschikkinggestelden voorafgaand aan het pensioen.

Artikel 68 De Vlaamse regering wordt, in uitvoering van artikel 90 van het bosdecreet van 13 juni 1990, gemachtigd om over te gaan tot de ruiling van de beboste gedeelten van de kadastrale percelen 1448r9- 1448x5-1448y5-1448e11-1437d38-1399c8-1221c2 en 2209a gelegen op het grondgebied van de stad Lommel, dit in het kader van een ruiling met gronden in eigendom van de stad Lommel.

DIVERSE ANDERE BEPALINGEN Artikel 69 De minister die bevoegd is voor financiën en begroting, wordt ertoe gemachtigd, namens het Gewest, de verbintenissen aan te gaan tot het betalen op de vervaldag aan de financiële instellingen van : 1° de rente ten laste van basisallocatie 41.03, programma 80, organisatieafdeling 24 en de aflossing ten laste van basisallocatie 61.03, programma 80, organisatieafdeling 24 van de leningen, overgenomen door de Vlaamse Milieumaatschappij met toepassing van het besluit van de Vlaamse regering d.d. 16 januari 1985 houdende bepalingen van de nadere regelen voor de toepassing van artikel 32 quinquies van de wet van 26 maart 1971 op de bescherming van de oppervlaktewateren tegen verontreiniging, aangevuld bij decreet van 5 april 1984, zoals gewijzigd bij de decreten van 12 december 1990 en 1 juli 1992; 2° de rente ten laste van basisallocatie 41.04, programma 80, organisatieafdeling 24 van de volgende door de Vlaamse Milieumaatschappij aangegane eigen leningen : - Lening van 24.789.352,48 euro bij de ASLK aangegaan voor de terugbetaling aan de gemeenten en intercommunales van kosten van het verleden; - Saldo op 1 januari 2002 : 16.337.424,26 euro; - Gewaarborgd bij ministerieel besluit van 17 december 1991.

Artikel 70 § 1. De dotatie aan het Gemeenschapsonderwijs, bestemd voor het centraal niveau, is de som van de diverse basisallocaties 41.11, 41.13, 41.16 en 61.01 in het programma 35.40. § 2. De toegekende middelen, in strijd met bestaande wettelijke, decretale of reglementaire bepalingen betreffende de investeringsmiddelen bedoeld in artikel 18 van dit decreet worden in mindering gebracht op de laatste schijf van de aan het Gemeenschapsonderwijs of aan de aan zijn instellingen toegekende werkingsmiddelen, conform artikel 192 van het decreet betreffende het onderwijs II van 31 juli 1990.

Artikel 71 § 1. De dotatie aan het gemeenschapsonderwijs, bestemd voor de scholengroepen, is de som van de diverse basisallocaties 41.11 in de programma 's : - 10 van de organisatieafdeling 31 - 20 van de organisatieafdeling 31 - 10 van de organisatieafdeling 32 - 20 van de organisatieafdeling 32 - 20 van de organisatieafdeling 34 - 20 van de organisatieafdeling 35 - 30 van de organisatieafdeling 35 - en de ba's 41.20 en 61.06 in pr.35.40. § 2. De in strijd met bestaande wettelijke, decretale of reglementaire bepalingen toegekende salarissen en daarmee gelijkgestelde vergoedingen aan personeelsleden bestemd voor de scholengroepen van het gemeenschapsonderwijs, werkingsmiddelen en investeringsmiddelen bedoeld in artikel 18 van dit decreet worden in mindering gebracht op de laatste schijf van de aan de scholengroepen van het gemeenschapsonderwijs toegekende werkingsmiddelen, conform artikel 192 van het decreet betreffende het onderwijs II van 31 juli 1990.

Artikel 72 In afwachting van de organieke regeling betreffende de organisatie en de financiering van het open hoger onderwijs in de Vlaamse Gemeenschap, draagt de Vlaamse Gemeenschap bij in de dekking van de kosten van ondersteuning en begeleiding van de studenten die in Vlaanderen een inschrijving hebben genomen voor een cursus van het open hoger onderwijs in het kader van de samenwerkingsovereenkomst met de Open Universiteit Nederland en van de kosten van ontwikkeling van elektronische studie - en leermateriaal.

Het bedrag van de subsidies, die deels of geheel worden uitbetaald aan de studiecentra gevestigd in Antwerpen, Brussel, Gent, Hasselt, Kortrijk en Leuven bestaat uit een vaste component - 12.394,68 euro per studiecentrum - en een variabele component berekend op basis van het aantal inschrijvingen met examenrechten omgerekend naar het aantal eenheidsmodules. Het maximum per eenheidsmodule bedraagt 185,92 euro.

De Vlaamse regering stelt met betrekking tot het voorgaande nadere uitvoeringsregels vast.

Artikel 73 De Vlaamse Gemeenschap wordt ertoe gemachtigd om bijkomende dotaties te verstrekken aan universitaire instellingen, die deze kunnen aanwenden voor de aflossing van de leningen, aangegaan in het kader van de wet van 2 augustus 1960, betreffende de tussenkomst van de Staat in de financiering van de vrije universiteiten en van diverse inrichtingen voor hoger onderwijs en voor wetenschappelijk onderzoek, gewijzigd inzonderheid bij de wetten van 16 juli 1970, 27 juli 1971, 6 maart 1981 en 9 april 1995.

Artikel 74 Het Fonds voor Bijzondere Jeugdbijstand wordt ertoe gemachtigd de kredieten ingeschreven onder basisallocatie 41.02 van het programma 20 van de organisatieafdeling 41 aan te wenden voor de uitgaven voortvloeiend uit het openen, op naam van de in de pleeggezinnen geplaatste minderjarigen, van een compensatoire vergoeding die een deel van het bedrag van de kinderbijslag vervangt.

Artikel 75 In afwijking van artikel 5, van het koninklijk besluit nr. 81 van 10 november 1967 neemt het Vlaams Fonds voor de Sociale Integratie van Personen met een Handicap voor personen die op 31 december 1990 bij beslissing van de jeugdrechtbank in een instelling verbleven erkend in het kader van voormeld Fonds, de tegemoetkomingen voor zijn rekening tot het einde van de maatregel van de jeugdrechtbanken.

Artikel 76 De minister die bevoegd is voor cultuur, wordt gemachtigd subsidies te verstrekken of specifieke opdrachten te geven aan instellingen, groepen of personen voor de uitvoering van internationale uitvoeringsprojecten ook wanneer deze instellingen, groepen of personen, al dan niet nominatim, gesubsidieerd worden op andere basisallocaties met betrekking tot het cultuurbeleid binnen de Vlaamse Gemeenschap.

Artikel 77 Met betrekking tot het verlenen van subsidies aan allerlei initiatieven in Midden en Oost Europa, wordt de Vlaamse minister die bevoegd is voor het buitenlands beleid ertoe gemachtigd uitgaven kleiner of gelijk aan 500.000 euro aan te gaan.

Artikel 78 De minister die bevoegd is voor het leefmilieu, wordt ertoe gemachtigd, na advies van de Inspectie van Financiën, gebruikstoestemmingen te verlenen, hetzij van beperkte, hetzij van onbeperkte duur, van de domeinen, gronden en gebouwen verworven of te verwerven ten laste van artikel 361B7002, 361B7003 en 361B7110 van de begroting van het MINA -fonds bestemd voor aankoop van gronden voor de aanleg van openbare groene zones.

Deze gebruikstoestemmingen mogen, zonder kosteloos opzegbaar te zijn door de Vlaamse Gemeenschap, de duur van negen jaar niet overschrijden behalve na instemming van de Vlaamse regering.

Artikel 79 De minister die bevoegd is voor de ruilverkavelingen, wordt ertoe gemachtigd overeenkomsten voor technisch beheer af te sluiten, hetzij van beperkte duur, hetzij van onbeperkte duur, ten einde de uitvoering van de passende beheersmaatregelen te verzekeren op de onroerende goederen verworven krachtens de bepalingen van de wet van 22 juli 1970 op de ruilverkaveling van landeigendommen uit kracht van de wet, aangevuld door de wet van 11 augustus 1978 houdende bijzondere bepalingen eigen aan het Vlaamse Gewest en van de wet van 28 december 1967 betreffende de onbevaarbare waterlopen.

Deze overeenkomsten mogen de duur van drie jaar niet overschrijden, behalve na instemming van de Vlaamse regering.

Artikel 80 Onverminderd de bepalingen van de wet van 28 december 1967 wordt de minister die bevoegd is voor de ruilverkaveling ertoe gemachtigd, binnen de perken van ba 12.10 van het pr 61.50 de lopende uitgaven van welke aard ook te dragen met het oog op de afwatering, al dan niet door middel van kunstwerken, van de waterlopen van eerste categorie bedoeld door de wet van 28 december 1967, en met het oog op de versteviging en bescherming van de dijken en van de oevers van de onbevaarbare waterlopen.

Artikel 81 De minister die bevoegd is voor de landinrichting wordt ertoe gemachtigd, op grond van artikel 13, § 4, van het decreet van 21 december 1988 houdende oprichting van de Vlaamse Landmaatschappij, ingevoegd bij decreet van 22 november 1995 houdende bepalingen tot begeleiding van de aanpassing van de begroting 1995, de Vlaamse Landmaatschappij te belasten met de uitvoering van gedeelten van landinrichtingsplannen op gronden die eigendom zijn van of beheerd worden door de gemeenten en de provincies.

Artikel 82 De minister bevoegd voor de openbare werken wordt ertoe gemachtigd om, binnen de perken van de ingeschreven kredieten op de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap en deze van de DAB Vlaams Infrastructuurfonds, en dit binnen het kader opgelegd door de Vlaamse regering met betrekking tot de administratieve en begrotingscontrole, mandaat te verlenen aan enerzijds de Dienst voor de Scheepvaart en anderzijds de N.V. Zeekanaal en Watergebonden Grondbeheer Vlaanderen voor de verbetering, herbouw, vernieuwing, uitbreiding, de structurele herstelling, het onderhoud en het buitengewoon onderhoud van de door hen beheerde infrastructuur en zijn aanhorigheden, met inbegrip van de nodige aankopen, onteigeningen en allerhande uitgaven en aan te rekenen ten laste van de voor deze werken, leveringen en diensten bestemde, kredieten op de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap, inclusief deze op de begroting van de DAB Vlaams Infrastructuurfonds.

Artikel 83 De minister die bevoegd is voor de openbare werken, wordt ertoe gemachtigd om binnen de perken van de begroting het Vlaamse aandeel in de herstelling van de oevers van de Westerschelde, noodzakelijk wegens de versnelde inscharing wegens de baggerwerken en ter uitvoering van het verdiepingsprogramma 48'/43'/38' van de Westerschelde, aan te rekenen en te vereffenen ten laste van de basisallocatie 54.01, van het programma 20, organisatieafdeling 64.

Artikel 84 De Vlaamse regering wordt ertoe gemachtigd om de onderhouds- en verdiepingsbaggerwerken in de Schelde in hun geheel te gunnen en de werken jaarlijks op te dragen door middel van dienstbevelen welke afhankelijk zijn van enerzijds de budgettaire middelen ingeschreven in de begroting en anderzijds de gewaarborgde minima ingeschreven in het goedgekeurde contract met de aannemer.

Binnen de enveloppe van de beschikbare budgettaire middelen, worden deze bedragen jaarlijks door middel van provisionele vastleggingen gereserveerd.

Artikel 85 De minister die bevoegd is voor de openbare werken, wordt ertoe gemachtigd investeringen uit te voeren in de door de lagere openbare besturen beheerde havens op gronden die hun eigendom zijn of door hen beheerd worden.

Artikel 86 De minister die bevoegd is voor de mobiliteit, wordt ertoe gemachtigd het gedeelte van de loodsgelden dat het volgens de vastgestelde verdeling aan België toekomende aandeel overstijgt, terug te betalen aan Nederland.

Artikel 87 In verband met de betaling van de verzekeringspremies en de vergoeding van de makelaar van de Vlaamse Openbare Instellingen, wordt de minister bevoegd voor financiën en begroting ertoe gemachtigd om, indien de betrokken instellingen niet overgaan tot storting van de gevraagde provisies, tot een ambtshalve inhouding van een corresponderend deel van het dotatiebedrag over te gaan.

INSCHRIJVINGEN OP KAPITAAL Artikel 88 De minister die bevoegd is voor vervoer, wordt ertoe gemachtigd namens het Gewest de verbintenis aan te gaan, ten beloop van 79.163.000 euro, voor inschrijvingen op het kapitaal van de VVM. COFINANCIERING Artikel 89 Ten laste van de hierna vermelde basisallocaties mogen op een thesaurierekening begrotingsgelden worden gestort in de rekening van de gewone rekenplichtige belast met de betaling van uitgaven waarvan derden de cofinanciering voor hun rekening nemen : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld DIENSTEN MET AFZONDERLIJK BEHEER Artikel 90 Goedgekeurd wordt de bij dit decreet gevoegde begroting voor het jaar 2002 van de Dienst met Afzonderlijk Beheer "Fonds voor Preventie en Sanering inzake Leefmilieu en Natuurbehoud", afgekort Mina-Fonds.

De begroting beloopt voor de ontvangsten 1.020.042.000 euro.

De begroting beloopt voor de uitgaven 585.988.000 euro in vastleggingen en 1.020.042.000 euro in ordonnanceringen.

De ontvangsten en uitgaven voor orde worden geraamd op respectievelijk 0 euro en 0 euro.

De minister bevoegd voor het leefmilieu wordt ertoe gemachtigd de ordonnanceringen van de uitgaven die in de loop van de vorige begrotingsjaren werden vastgelegd in het kader van het Minaplan 2 ten laste van de vastleggingskredieten van artikel 361B4143 (ex 2.19), aan te rekenen op de ordonnanceringskredieten van de artikelen 361B1106, 361B1206, 361B4148, 361B5210, 361B6322, 361B7110 en 361B7420.

De ordonnanceringen van de uitgaven die in de loop van de vorige begrotingsjaren werden vastgelegd ten laste van de vastleggingskredieten van artikels waarvan de nummering inmiddels werd gewijzigd of overgegaan zijn in andere begrotingsartikelen van het Minafonds, of die werden overgeheveld naar programma 61.10, 61.20, 61.30 of 61.50 van de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap, mogen worden aangerekend op de overeenstemmende artikelen of basisallocaties van de begroting voor het jaar 2002, waarop de vastleggingen worden geacht te zijn aangerekend en waarnaar zij worden overgebracht.

Binnen de perken van de kredieten op onderstaande basisallocaties van de d.a.b.Minafonds wordt de minister bevoegd voor het Leefmilieu gemachtigd om subsidies toe te kennen : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Artikel 91 Goedgekeurd wordt de bij dit decreet gevoegde begroting voor het jaar 2002 van de Dienst met Afzonderlijk Beheer "Hogere Zeevaartschool".

De begroting beloopt voor de ontvangsten 1.256.000 euro.

De begroting beloopt voor de uitgaven 1.256.000 euro in vastleggingen en 1.256.000 euro in ordonnanceringen. De ontvangsten en uitgaven voor orde worden geraamd respectievelijk 0 euro en 0 euro.

Artikel 92 Goedgekeurd wordt de bij dit decreet gevoegde begroting voor het jaar 2002 van de Dienst met Afzonderlijk Beheer "Luchthaven Antwerpen".

De begroting beloopt voor de ontvangsten 5.483.000 euro.

De begroting beloopt voor de uitgaven 5.483.000 euro in vastleggingen en 5.483.000 euro in ordonnanceringen.

De ontvangsten en uitgaven voor orde worden respectievelijk geraamd op 0 euro en 0 euro.

Artikel 93 Goedgekeurd wordt de bij dit decreet gevoegde begroting voor het jaar 2002 van de Dienst met Afzonderlijk Beheer "Luchthaven Oostende".

De begroting beloopt voor de ontvangsten 10.766.000 euro.

De begroting beloopt voor de uitgaven 10.766.000 euro in vastleggingen en 10.766.000 euro in ordonnanceringen.

De ontvangsten en uitgaven voor orde worden respectievelijk geraamd op 0 euro en 0 euro.

Artikel 94 Goedgekeurd wordt de bij dit decreet gevoegde begroting voor het jaar 2002 van de Dienst met Afzonderlijk Beheer "Instituut van het Archeologisch Patrimonium".

De begroting beloopt voor de ontvangsten 3.414.000 euro.

De begroting beloopt voor de uitgaven 3.414.000 euro in vastleggingen en 3.414.000 euro in ordonnanceringen.

De ontvangsten en uitgaven voor orde worden respectievelijk geraamd op 0 euro en 0 euro.

Artikel 95 § 1. Goedgekeurd wordt de bij dit decreet gevoegde begroting voor het jaar 2002 van de Dienst met Afzonderlijk Beheer "Vlaams Infrastructuurfonds".

De begroting beloopt voor de ontvangsten 1.181.971.000 euro.

De begroting beloopt voor de uitgaven 599.905.000 euro in vastleggingen en 1.181.971.000 euro in ordonnanceringen.

De ontvangsten en uitgaven voor orde worden respectievelijk geraamd op 0 euro en 0 euro. § 2. De uitgaven verbonden aan de vergoedingen aan de rekenplichtigen van de DAB VIF, ongeacht het begrotingsjaar waarop deze vergoedingen betrekking hebben, worden ten laste gebracht op artikel 369F1211. § 3. De minister die bevoegd is voor openbare werken, wordt ertoe gemachtigd het gedeelte van de uitgaven die ten laste van het Vlaams Gewest voortvloeien uit gecombineerde werken en projecten tussen enerzijds het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, administratie Wegen en Verkeer en anderzijds de N.V..Aquafin, Dijkstraat 8, te Aartselaar, en voor welke laatstgenoemde instantie optreedt als opdrachtgever, ten laste te brengen van de begroting van de DAB "Vlaams Infrastructuurfonds".

Deze machtiging is onderworpen aan onderstaande voorwaarden : 1. de gecombineerde werken en projecten dienen te geschieden op basis van een overeenkomst; 2. de inbreng in de gecombineerde werken en projecten van de N.V. Aquafin dient minimaal 70 te zijn; 3. de administratieve- en begrotingscontrole is van toepassing op het aandeel van het Vlaams Gewest. § 4. De DAB "Vlaams Infrastructuurfonds" wordt ertoe gemachtigd de uitgaven voortvloeiend uit vonnissen en arresten van de hoven en rechtbanken, alsmede in voorkomend geval, van dadingen en andere minnelijke regelingen, aangaande geschillen gerezen ingevolge beslissingen van de krachtige bevoegde overheden en /of rechtsvoorgangers, inzake de aangelegenheden thans bedoeld in artikel 6, § 1, X, 1e tot en met 5e van de B.W. van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, gewijzigd bij de B.W. van 8 augustus 1988, ten laste te brengen van zijn begroting. § 5. Binnen de perken van de kredieten geopend op de volgende basisallocaties van de DAB "Vlaams Infrastructuurfonds" wordt de minister die bevoegd is voor openbare werken, ertoe gemachtigd de volgende subsidies toe te kennen : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld § 6. De minister die bevoegd is voor openbare werken, wordt ertoe gemachtigd om binnen de perken van de ingeschreven kredieten op de artikelen 363F6300 en 364F6300 de kosten, verbonden aan de verplaatsing van gas-, water en elektriciteitsleidingen en rioleringen in het kader van de verbetering van de infrastructuur van het openbaar vervoer, aan de nutsbedrijven te betalen. § 7. De minister die bevoegd is voor openbare werken, wordt ertoe gemachtigd om binnen de perken van de ingeschreven kredieten op artikel 364F1250, de verschuldigde milieuheffingen voor het storten van baggerspecie te betalen aan de instanties gemachtigd tot het innen van deze heffingen. § 8. De minister die bevoegd is voor openbare werken wordt ertoe gemachtigd om binnen de perken van de ingeschreven kredieten op artikel 364F7321, aan de havenbesturen voorschotten uit te keren op de door het Vlaamse Gewest verschuldigde bedragen ingevolge het sluiten van financieringsovereenkomsten tussen het Vlaamse Gewest en de havenbesturen.

Deze voorschotten worden verleend ten laste van hetzelfde begrotingsartikel waarop de investeringsuitgaven worden verleend.

Deze voorschotten kunnen aan de havenbesturen worden betaald conform de bepalingen van de artikelen 9, 10, 11 en 12 van het Besluit van de Vlaamse regering van 10 november 1993 betreffende het subsidiëringsbesluit van de investeringen in de zeehavens voor de in bijlage II van het besluit van de Vlaamse regering van 13 juli 2001 opgesomde projecten en volgens artikel 8 van ditzelfde besluit voor de andere projecten. § 9. De minister die bevoegd is voor openbare werken wordt ertoe gemachtigd binnen de perken van de begroting van het Vlaams Infrastructuurfonds kosten aan te rekenen en voorschotten toe te staan in het kader van het project "Deurganckdok" (met inbegrip van de gemeente Doel) op artikel 364F7110 en voor de uitvoering van het globaal begeleidingsplan voor de bewoners van Doel op artikel 364F3431. § 10. De minister die bevoegd is voor openbare werken wordt ertoe gemachtigd met de NMBS en spoorwegoperatoren, de Dienst voor de Scheepvaart, de N.V. Zeekanaal en Watergebonden Grondbeheer Vlaanderen en de binnenvaartexploitanten onderhandelingen te voeren en gezamenlijke initiatieven te nemen voor het bevorderen van het intermodaal vervoer via de binnenvaart en /of het spoor, zoals onder meer de opstarting van shuttles en/of bloktreinen gaande van en naar de Vlaamse zeehavens met inbegrip van de daaraan verbonden kosten voor specifieke studies. De samenwerkingsakkoorden mogen de duur van drie jaar niet overschrijden behalve met instemming van de Vlaamse regering. § 11. De minister die bevoegd is voor openbare werken wordt ertoe gemachtigd binnen de perken van de ingeschreven kredieten kosten aan te rekenen in verband met de aanstelling van een sociaal bemiddelaar bij de uitvoering van het project Doel, voor de lonen, vergoedingen en sociale lasten op de artikelen 369F1110, 369F1120, en 369F1130 en voor de werkingskosten op artikel 369F1202. § 12. De minister die bevoegd is voor openbare werken wordt ertoe gemachtigd de ontvangsten, uit overdracht van gronden naar de N.V. Zeekanaal en Watergebonden Grondbeheer Vlaanderen, toe te wijzen aan het Vlaams Infrastructuurfonds. § 13. De ordonnanceringen van de uitgaven die in de loop van de vorige begrotingsjaren werden vastgelegd ten laste van vastleggingskredieten en vastleggingsmachtigingen van basisallocaties die afgeschaft zijn of overgegaan in andere basisallocaties, mogen worden aangerekend op de overeenstemmende basisallocaties van de begroting voor het jaar 2002. § 14. De minister die bevoegd is voor openbare werken wordt ertoe gemachtigd binnen de perken van de ingeschreven kredieten kosten aan te rekenen in verband met de aanstelling van een havencommissaris in uitvoering van het havendecreet, voor de lonen,sociale lasten en toelagen op de artikelen 369F1110, 369F1120 en 369F1230 en voor de werkingskosten op artikel 369F1203. § 15. De administratie Wegen en Verkeer wordt gemachtigd de ontvangsten in het kader van de beteugeling van de aantasting van de wegeninfrastructuur door overgewicht of door overtollige asdruk te innen door middel van betalingen met bankkaarten. De daaraan verbonden kosten komen in mindering van de ontvangsten. § 16. De minister die bevoegd is voor openbare werken wordt ertoe gemachtigd om binnen de perken van de kredieten ingeschreven op artikel 363F3200, de kosten verbonden aan de verplichte verkeersomleiding via de Liefkenshoektunnel ten gevolge van verkeersincidenten op de Ring rond Antwerpen, de toegangswegen naar deze Ring of in de Kennedytunnel, aan de N.V. Liefkenshoektunnel te betalen.

Artikel 96 Goedgekeurd wordt de bij dit decreet gevoegde begroting voor het jaar 2002 van de Dienst met Afzonderlijk Beheer "De Brakke Grond".

De begroting beloopt voor de ontvangsten 1.158.000 euro.

De begroting beloopt voor de uitgaven 1.733.000 euro in vastleggingen en 1.158.000 euro in ordonnanceringen.

De ontvangsten en uitgaven voor orde worden respectievelijk geraamd op 0 euro en 0 euro.

De DAB kan aan het instellingshoofd van de DAB een kasvoorschot voor dringende uitgaven ter beschikking stellen van maximaal 12.000 euro.

Het instellingshoofd is er toe gehouden de aanwending van dit kasvoorschot te verantwoorden.

Artikel 97 Goedgekeurd wordt de bij dit decreet gevoegde begroting voor het jaar 2002 van de Dienst met Afzonderlijk Beheer "Kasteel van Gaasbeek".

De begroting beloopt voor de ontvangsten 288.000 euro.

De begroting beloopt voor de uitgaven 296.000 euro in vastleggingen en 288.000 euro in ordonnanceringen.

De ontvangsten en uitgaven voor orde worden respectievelijk geraamd op 0 euro en 0 euro.

De DAB kan aan het instellingshoofd van de DAB" Kasteel van Gaasbeek" een kasvoorschot voor dringende uitgaven ter beschikking stellen van maximaal 12.000 euro. Het instellingshoofd is er toe gehouden de aanwending van dit kasvoorschot te verantwoorden.

Artikel 98 Goedgekeurd wordt de bij dit decreet gevoegde begroting voor het jaar 2002 van de Dienst met Afzonderlijk Beheer "Koninklijk Museum voor Schone Kunsten - Antwerpen" (KMSKA).

De begroting beloopt voor de ontvangsten 3.525.000 euro.

De begroting beloopt voor de uitgaven 3.321.000 euro in vastleggingen en 3.445.000 euro in ordonnanceringen.

De ontvangsten en uitgaven voor orde worden respectievelijk geraamd op 0 euro en 0 euro.

De DAB kan aan het instellingshoofd van de DAB " Koninklijk Museum voor Schone Kunsten-Antwerpen " een kasvoorschot voor dringende uitgaven ter beschikking stellen van maximaal 12.000 euro. Het instellingshoofd is er toe gehouden de aanwending van dit kasvoorschot te verantwoorden.

Artikel 99 Goedgekeurd wordt de bij dit decreet gevoegde begroting voor het jaar 2002 van de dienst met Afzonderlijk Beheer Fonds voor de financiering van het urgentieplan voor de sociale huisvesting.

De begroting beloopt voor de ontvangsten en de uitgaven 38.421.000 euro.

De ontvangsten en uitgaven voor orde worden geraamd op 0 euro en 0 euro.

De DAB wordt gemachtigd ten laste van zijn begroting 2002 de noodzakelijke bedragen te ordonnanceren en te betalen m.b.t. in 1999 vastgestelde subsidies aan de sociale huisvestingsmaatschappijen en voor de realisatie of de renovatie van sociale woningen in het kader van het BVR d.d. 19.12.1996 houdende subsidiëring van de renovatie van woningen en gebouwen en van de bouw van nieuwe sociale woningen.

Artikel 100 Goedgekeurd wordt de bij dit decreet gevoegde begroting voor het jaar 2002 van de dienst met Afzonderlijk Beheer Investeren in Vlaanderen.

De begroting beloopt voor de ontvangsten 9.126.000 euro.

De begroting beloopt voor de uitgaven 7.351.000 euro in vastleggingen en 9.126.000 euro in ordonnanceringen.

De ontvangsten en uitgaven voor orde worden respectievelijk geraamd op 0 euro en 0 euro.

Artikel 101 Goedgekeurd wordt de bij dit decreet gevoegde begroting voor het jaar 2002 van de dienst met Afzonderlijk Beheer "Schoonmaak".

De begroting beloopt voor de ontvangsten 7.028.000 euro.

De begroting beloopt voor de uitgaven 7.960.000 euro in vastleggingen en 7.028.000 euro in ordonnanceringen.

De ontvangsten en uitgaven voor orde worden respectievelijk geraamd op 0 euro en 0 euro.

Artikel 102 Goedgekeurd wordt de bij dit decreet gevoegde begroting voor het jaar 2002 van de dienst met Afzonderlijk Beheer "Landcommanderij Alden Biesen".

De begroting beloopt voor de ontvangsten 960.000 euro.

De begroting beloopt voor de uitgaven 960.000 euro in vastleggingen en 960.000 euro in ordonnanceringen.

De ontvangsten en uitgaven voor orde worden respectievelijk geraamd op 0 euro en 0 euro.

De DAB kan aan het instellingshoofd van de DAB een kasvoorschot voor dringende uitgaven ter beschikking stellen van maximaal 12.000 euro.

Het instellingshoofd is er toe gehouden de aanwending van dit kasvoorschot te verantwoorden.

Artikel 103 Goedgekeurd wordt de bij dit decreet gevoegde begroting voor het jaar 2002 van de diensten met Afzonderlijk Beheer Gemeenschapsinstellingen van Bijzondere Jeugdbijstand "De Zande en de Kempen".

De begroting beloopt voor de ontvangsten 2.198.000 euro.

De begroting beloopt voor de uitgaven 2.198.000 euro in vastleggingen en 2.198.000 euro in ordonnanceringen.

De ontvangsten en uitgaven voor orde worden geraamd op respectievelijk 0 euro en 0 euro.

De rekenplichtigen van de DAB's Gemeenschapsinstellingen voor Bijzondere Jeugdbijstand De Zande en De Kempen worden ertoe verplicht het kasgeld dat niet nodig is voor te verwachten uitgaven regelmatig te storten op hun financiële rekening. In geen geval mogen zij een geldsom in kas houden die groter is dan 2500 euro.

Artikel 104 Goedgekeurd wordt de bij dit decreet gevoegde begroting voor het jaar 2002 van de DAB "Autonome Fiscale Inning".

De begroting beloopt voor de ontvangsten 125.000 euro.

De begroting beloopt voor de uitgaven 125.000 euro in vastleggingen en 125.000 euro in ordonnanceringen.

De ontvangsten en uitgaven voor orde worden respectievelijk geraamd op 0 euro en 0 euro.

Artikel 105 Goedgekeurd wordt de bij dit decreet gevoegde begroting voor het jaar 2002 van de DAB "CICOV".

De begroting beloopt voor de ontvangsten 551.000 euro.

De begroting beloopt voor de uitgaven 551.000 euro in vastleggingen en 551.000 euro in ordonnanceringen.

De ontvangsten en uitgaven voor orde worden respectievelijk geraamd op 0 euro en 0 euro.

Artikel 106 Goedgekeurd wordt de bij dit decreet gevoegde begroting voor het jaar 2002 van de DAB "Linker Schelde Oever".

De begroting beloopt voor de ontvangsten 6.222.000 euro.

De begroting beloopt voor de uitgaven 6.222.000 euro in vastleggingen en 6.222.000 euro in ordonnanceringen.

De ontvangsten en uitgaven voor orde worden respectievelijk geraamd op 0 euro en 0 euro.

Artikel 107 Goedgekeurd wordt de bij dit decreet gevoegde begroting voor het jaar 2002 van de DAB "Grondfonds".

De begroting beloopt voor de ontvangsten 7.257.000 euro.

De begroting beloopt voor de uitgaven 7.257.000 euro in vastleggingen en 7.257.000 euro in ordonnanceringen.

De ontvangsten en uitgaven voor orde worden respectievelijk geraamd op 0 euro en 0 euro.

De DAB "Grondfonds" wordt ertoe gemachtigd de uitgaven voortvloeiend uit verbintenissen die in de loop van vorige begrotingsjaren werden vastgelegd ten laste van ba 34.90 PR. 62.10 ten laste te nemen van zijn begroting.

Binnen de perken van de kredieten geopend op de begroting van de DAB "Grondfonds" wordt de minister bevoegd voor ruimtelijke ordening ertoe gemachtigd subsidies toe te kennen in uitvoering van het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening op onderstaande basisallocatie : b.a. 34.02 subsidies voor door overmacht vernielde zonevreemde constructies.

Artikel 108 Goedgekeurd wordt de bij dit decreet gevoegde begroting voor het jaar 2002 van de DAB "Catering".

De begroting beloopt voor de ontvangsten 6.117.000 euro.

De begroting beloopt voor de uitgaven 6.117.000 euro in vastleggingen en 6.117.000 euro in ordonnanceringen.

De ontvangsten en uitgaven voor orde worden respectievelijk geraamd op 0 euro en 0 euro.

Artikel 109 Goedgekeurd wordt de bij dit decreet gevoegde begroting voor het jaar 2002 van de DAB " Loodswezen ".

De begroting beloopt voor de ontvangsten 63.533.000 euro.

De begroting beloopt voor de uitgaven 63.533.000 euro in vastleggingen en 63.533.000 euro in ordonnanceringen.

De ontvangsten en uitgaven voor orde worden respectievelijk geraamd op 3.966.000 euro en 3.966.000 euro.

Artikel 110 Goedgekeurd wordt de bij dit decreet gevoegde begroting voor het jaar 2002 van de DAB "Vlaams Centrum voor Openbaar Bibliotheekwerk".

De begroting beloopt voor de ontvangsten 394.000 euro.

De begroting beloopt voor de uitgaven 0 euro in vastleggingen en 394.000 euro in ordonnanceringen.

De ontvangsten en uitgaven voor orde worden respectievelijk geraamd op 0 euro en 0 euro.

Artikel 111 Goedgekeurd wordt de bij dit decreet gevoegde begroting voor het jaar 2002 van de DAB " Vlaams Kenniscentrum PPS".

De begroting beloopt voor de ontvangsten 1.187.000 euro.

De begroting beloopt voor de uitgaven 1.187.000 euro in vastleggingen en 1.187.000 euro in ordonnanceringen.

De ontvangsten en uitgaven voor orde worden respectievelijk geraamd op 0 euro en 0 euro.

INSTELLINGEN VAN OPENBAAR NUT Artikel 112 Goedgekeurd wordt de bij dit decreet gevoegde begroting voor het jaar 2002 van de Openbare Afvalstoffenmaatschappij voor het Vlaamse Gewest (OVAM).

De begroting beloopt voor de ontvangsten 150.831.000 euro en voor de uitgaven 150.831.000 euro.

De ontvangsten en de uitgaven voor de orde worden respectievelijk geraamd respectievelijk op 0 euro en 0 euro.

Artikel 113 § 1. De bij dit decreet gevoegde begroting voor het jaar 2002 van het Vlaams Infrastructuurfonds voor Persoonsgebonden Aangelegenheden wordt goedgekeurd.

De begroting beloopt voor de ontvangsten en de uitgaven 182.290.000 euro.

De ontvangsten uit huurovereenkomsten met de openbare psychiatrische ziekenhuizen en deze uit huurovereenkomsten van de woningen verbonden aan de gemeenschapsinstellingen kunnen bovenop de verleende machtiging worden aangewend voor herstellings- en onderhoudswerken aan deze instellingen en woningen.

Het kassaldo van het vorige jaar zal in mindering worden gebracht van de dotatie van het lopende jaar.

De ontvangsten in verband met de waarborgverlening van het Vlaams Infrastructuurfonds voor Persoonsgebonden Aangelegenheden worden geraamd op 250.000 euro. Het reservefonds in verband met de uitwinning van de waarborg wordt begin 2002 gebracht op 2.015.000 euro.

Het Vlaams Infrastructuurfonds voor Persoonsgebonden Aangelegenheden wordt ertoe gemachtigd ten laste van het artikel 01.2.B een bedrag van 74.028.500 euro vast te leggen voor de per lot gesplitste vastleggingen voor de ziekenhuizen. Het VIPA mag ten laste van artikel 01.2.A vereffenen ten bedrage van 100.000.000 euro.

Het Vlaams Infrastructuurfonds voor Persoonsgebonden Aangelegenheden wordt ertoe gemachtigd ten laste van artikel 01.2.B een bedrag van 882.500 euro vast te leggen voor de per lot gesplitste vastleggingen voor de centra voor geestelijke gezondheidszorg. Het VIPA mag ten laste van artikel 01.2.A vereffenen ten bedrage van 932.000 euro.

Het Vlaams Infrastructuurfonds voor Persoonsgebonden Aangelegenheden wordt er tevens toe gemachtigd, ten laste van het artikel 01.02.B een bedrag van 44.960.500 euro vast te leggen voor de ouderenvoorzieningen en welzijnsvoorzieningen in de thuiszorg en ten laste van het artikel 01.02.A te vereffenen voor een bedrag van 53.036.000 euro.

Het Vlaams Infrastructuurfonds voor Persoonsgebonden Aangelegenheden wordt ertoe gemachtigd ten laste van artikel 01.05, een bedrag van 4.908.500 euro vast te leggen en een bedrag van 4.960.000 euro uit te betalen ten gunste van de gemeenschapsinstellingen voor Bijzondere Jeugdbijstand. Het eventuele saldo van de eigen ontvangsten uit huurgelden en verkopen worden overgedragen naar het volgend begrotingsjaar.

Het Vlaams Infrastructuurfonds voor Persoonsgebonden Aangelegenheden wordt ertoe gemachtigd ten laste van het artikel 01.06 een bedrag van 84.000 euro vast te leggen en ten bedrage van 84.000 euro te vereffenen voor het CICOV te Overijse.

Het Vlaams Infrastructuurfonds voor Persoonsgebonden Aangelegenheden wordt ertoe gemachtigd ten laste van het artikel 01.07.vastleggingen en betalingen te doen voor 25.000 euro voor de gezondheidscentra, de centra voor medisch schooltoezicht en de consultatiebureaus voor respiratoire aandoeningen en te vereffenen voor 25.000 euro.

Het Vlaams Infrastructuurfonds voor Persoonsgebonden Aangelegenheden wordt ertoe gemachtigd ten laste van het artikel 01.08.B een bedrag van 372.000 euro vast te leggen voor de per lot gesplitste vastleggingen voor de wijkgezondheidscentra en aanloopadressen beschut wonen. Het Vlaams Infrastructuurfonds voor Persoonsgebonden Aangelegenheden mag ten laste van het artikel 01.08.A vereffenen ten bedrage van 372.000 euro.

Het Vlaams Infrastructuurfonds voor Persoonsgebonden Aangelegenheden wordt er toe gemachtigd ten laste van artikel 01.03 een bedrag van 16.516.000 euro te vereffenen in het kader van het besluit van de Vlaamse Executieve van 25 november 1992 (alternatieve financiering).

Het Vlaams Infrastructuurfonds voor Persoonsgebonden Aangelegenheden wordt ertoe gemachtigd ten laste van het artikel 01.09.B een bedrag van 7.173.000 euro vast te leggen voor de per lot gesplitste vastleggingen voor de centra voor algemeen welzijnswerk.

Het V.I.P.A. mag ten laste van het artikel 01.09.A vereffenen ten bedrage van 3.800.000 euro.

Het Vlaams Infrastructuurfonds voor Persoonsgebonden Aangelegenheden wordt ertoe gemachtigd ten laste van artikel 01.10 B een bedrag van 1.859.000 euro vast te leggen voor de per lot gesplitste vastleggingen voor de instellingen voor Bijzondere Jeugdbijstand. Het VIPA mag ten laste van het artikel 01.10 A vereffenen ten bedrage van 186.000 euro.

Het Vlaams Infrastructuurfonds voor Persoonsgebonden Aangelegenheden wordt er ten slotte toe gemachtigd ten laste van het artikel 00.01 een bedrag van 89.000 euro vast te leggen en voor 89.000 euro te ordonnanceren als eigen werkingskredieten. § 2. De bevoegde Vlaamse minister kan, na akkoord van de Vlaamse regering, onderling en gelijktijdig overschrijvingen uitvoeren tussen de vastleggingsmachtigingen en bijbehorende vereffeningskredieten zoals vastgesteld in § 1 van dit artikel.

Artikel 114 Goedgekeurd wordt de bij dit decreet gevoegde begroting voor het jaar 2002 van het Vlaams Fonds voor de Lastendelging.

De begroting beloopt voor de ontvangsten 52.268.000 euro en voor de uitgaven 52.268.000 euro.

De ontvangsten en uitgaven voor de orde worden respectievelijk geraamd op 0 euro en 0 euro.

Artikel 115 Goedgekeurd wordt de bij dit decreet gevoegde begroting voor het jaar 2002 van het Fonds Film in Vlaanderen.

De begroting beloopt voor de ontvangsten 2.175.000 euro en voor de uitgaven 2.175.000 euro.

De ontvangsten en uitgaven voor de orde worden respectievelijk geraamd op 0 euro en 0 euro.

Artikel 116 Goedgekeurd wordt de bij dit decreet gevoegde begroting voor 2002 van het Investeringsfonds voor Grond- en Woonbeleid voor Vlaams-Brabant.

De begroting beloopt voor de ontvangsten 9.152.000 euro en voor de uitgaven 9.152.000 euro.

De ontvangsten en uitgaven voor orde worden respectievelijk geraamd op 0 euro en 0 euro.

Het Investeringsfonds voor Grond- en Woningbeleid voor Vlaams Brabant wordt ertoe gemachtigd het niet aangewende saldo van de vastleggingsmachtiging 1992 verder over te hevelen naar het begrotingsjaar 2002 en verbintenissen aan te gaan tot maximaal dit saldo.

Artikel 117 § 1. Goedgekeurd wordt de bij dit decreet gevoegde begroting voor het jaar 2002 van het Fonds Bijzondere Jeugdbijstand.

De begroting beloopt voor de ontvangsten 190.686.000 euro en voor de uitgaven 190.686.000 euro.

De ontvangsten en uitgaven voor de orde worden respectievelijk geraamd op 0 euro en 0 euro. § 2. Het Fonds Bijzondere Jeugdbijstand wordt ertoe gemachtigd ten laste van zijn Begroting een bedrag van 7.500.000 euro vast te leggen om verbintenissen aan te gaan met het oog op de uitvoering van begeleidingsmaatregelen in het kader van de bijzondere jeugdbijstand en voor het opzetten van preventiecampagnes en wetenschappelijke en /of vernieuwende projecten.

Artikel 118 Goedgekeurd wordt de bij dit decreet gevoegde begroting voor het jaar 2002 van de Vlaamse Milieumaatschappij.

De begroting beloopt voor de ontvangsten 66.758.000 euro en voor de uitgaven 66.758.000 euro.

De ontvangsten en de uitgaven voor orde worden respectievelijk geraamd op 247.001.000 euro.

Artikel 119 Goedgekeurd wordt de bij dit decreet gevoegde begroting voor het jaar 2002 van het Vlaams Landbouwinvesteringsfonds.

De begroting beloopt voor de ontvangsten 32.706.000 euro en voor de uitgaven 32.706.000 euro.

De ontvangsten en uitgaven voor orde worden respectievelijk geraamd op 0 euro en 0 euro.

Het Vlaams Landbouwinvesteringsfonds wordt ertoe gemachtigd ten laste van zijn begroting een bedrag van 56.891.000 euro vast te leggen, te verhogen met de over te hevelen machtiging, conform de laatste alinea van dit artikel.

Het Vlaams Landbouwinvesteringsfonds wordt ertoe gemachtigd zijn waarborg te verlenen aan leningen bestemd voor investeringen in de land- en tuinbouw voor een totaal gewaarborgd bedrag van 95.984.000 euro.

Het fonds wordt ertoe gemachtigd het niet aangewende saldo van de vastleggingsmachtiging 2001 verder over te hevelen naar het begrotingsjaar 2002.

Artikel 120 Goedgekeurd wordt de bij dit decreet gevoegde begroting voor het jaar 2002 van het Grindfonds.

De begroting beloopt voor de ontvangsten 49.997.000 euro en voor de uitgaven 49.997.000 euro.

De ontvangsten en uitgaven voor orde worden respectievelijk geraamd op 0 euro en 0 euro.

Artikel 121 Goedgekeurd wordt de bij dit decreet gevoegde begroting voor het jaar 2002 van het Financieringsinstrument voor de Vlaamse visserij- en aquicultuursector.

De begroting beloopt voor de ontvangsten 3.025.000 euro en voor de uitgaven 3.025.000 euro.

De ontvangsten en uitgaven voor orde worden respectievelijk geraamd op 0 euro en 0 euro.

Het Financieringsinstrument voor de Vlaamse visserij - en aquicultuursector wordt gemachtigd ten laste van zijn begroting een bedrag van 3.905.000 euro vast te leggen.

Het Financieringsinstrument voor de Vlaamse visserij - en aquicultuursector wordt ertoe gemachtigd zijn waarborg te verlenen aan leningen bestemd voor investeringen in de visserij - en aquicultuursector voor een totaal gewaarborgd bedrag van 12.500.000 euro.

Artikel 122 Goedgekeurd wordt de bij dit decreet gevoegde begroting voor het jaar 2002 van het Fonds Flankerend Economisch Beleid.

De begroting beloopt voor de ontvangsten 335.383.000 euro en voor de uitgaven 335.383.000 euro.

Het Fonds wordt ertoe gemachtigd ten laste van zijn begroting een bedrag van 241.208.000 euro vast te leggen, verhoogd met de conform de laatste alinea van dit artikel over te dragen machtiging.

De Vlaamse minister die bevoegd is voor het economisch beleid, wordt ertoe gemachtigd om, zonder inbreuk te maken op het vastleggingsbeginsel van artikel 45, § 4 van de gecoördineerde wetten op de rijkscomptabiliteit, en na akkoord van de Vlaamse minister die bevoegd is voor begroting, de vastlegging van de principieel voorwaardelijk toegekende meertewerkstellingssteun in het kader van de economische expansiewetgeving ten laste het fonds voor het flankerend economisch beleid te beperken tot de steun die overeenstemt met de werkelijk realiseerbare meertewerkstelling.

De minister die bevoegd is voor economie wordt er tevens toe gemachtigd uitgaven kleiner of gelijk aan 500.000 euro aan te gaan die passen in het sociaal, economisch en regionaal beleid van de Vlaamse regering.

Het niet aangewende saldo van de vastleggingsmachtiging voor het begrotingsjaar 2001 van het Fonds voor de Economische Expansie en Regionale Reconversie- middelgrote en grote ondernemingen wordt overgeheveld naar het begrotingsjaar 2002 en samengevoegd met de machtiging van het Fonds voor het Flankerend Economisch Beleid.

Artikel 123 Goedgekeurd wordt de bij dit decreet gevoegde begroting voor het jaar 2002 van het Herplaatsingsfonds.

De begroting beloopt voor de ontvangsten 589.000 euro en voor de uitgaven 589.000 euro.

De ontvangsten en uitgaven voor orde worden geraamd op respectievelijk 0 euro en 0 euro.

Het Herplaatsingsfonds wordt ertoe gemachtigd ten laste van zijn begroting verbintenissen aan te gaan ten beloop van maximaal 1.259.000 euro.

Artikel 124 Goedgekeurd wordt de bij dit decreet gevoegde begroting voor het jaar 2002 voor het Limburgfonds.

De begroting beloopt voor de ontvangsten 52.373.000 euro en voor de uitgaven 52.373.000 euro.

De ontvangsten en uitgaven voor orde worden respectievelijk geraamd op 14.349.000 euro en 14.349.000 euro.

Het fonds wordt ertoe gemachtigd ten laste van zijn begroting een bedrag van 7.437.000 euro vast te leggen.

Met betrekking tot het Limburgfonds wordt de bevoegde minister er tevens toe gemachtigd uitgaven kleiner of gelijk aan 500.000 euro aan te gaan die passen in het sociaal, economisch en regionaal beleid van de Vlaamse regering.

Artikel 125 Goedgekeurd wordt de bij dit decreet gevoegde begroting voor het jaar 2002 voor het "Vlaams Egalisatie Rente Fonds".

De begroting beloopt voor de ontvangsten 66.640.000 euro en voor de uitgaven 66.640.000 euro.

De ontvangsten en uitgaven voor orde worden respectievelijk geraamd op 0 euro en 0 euro.

Artikel 126 Goedgekeurd wordt de bij dit decreet gevoegde begroting voor het jaar 2002 van het Fonds Culturele Infrastructuur.

De begroting beloopt voor de ontvangsten 23.549.000 euro.

De begroting beloopt voor de uitgaven 17.117.000 euro in vastleggingen en 23.549.000 euro in ordonnanceringen.

De ontvangsten en uitgaven voor orde worden respectievelijk geraamd op 0 euro en 0 euro.

Artikel 127 Goedgekeurd wordt de bij dit decreet gevoegde begroting voor het jaar 2002 van het Vlaams Zorgfonds.

De begroting beloopt voor de ontvangsten 170.939.000 euro en voor de uitgaven 170.939.000 euro.

De ontvangsten en uitgaven voor orde worden respectievelijk geraamd op 0 euro en 0 euro.

Artikel 128 Goedgekeurd wordt de bij dit decreet gevoegde begroting voor het jaar 2002 van het Financieringsfonds voor schuldafbouw en éénmalige investeringsuitgaven.

De begroting beloopt voor de ontvangsten 219.913.000 euro en voor de uitgaven 219.913.000 euro.

De ontvangsten en uitgaven voor orde worden respectievelijk geraamd op 0 euro en 0 euro.

Artikel 129 Goedgekeurd wordt de bij dit decreet gevoegde begroting voor het jaar 2002 van het Vlaams Brusselfonds.

De begroting beloopt voor de ontvangsten 992.000 euro.

De begroting beloopt voor de uitgaven 2.479.000 euro in vastleggingen en 992.000 euro in ordonnanceringen.

De ontvangsten en uitgaven voor orde worden respectievelijk geraamd op 0 euro en 0 euro.

Artikel 130 Goedgekeurd wordt de bij dit decreet gevoegde begroting voor het jaar 2002 van de bicommunautaire instelling voor de inning van het kijk- en luistergeld in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

De begroting beloopt voor de ontvangsten 63.809.000 euro en voor de uitgaven 63.809.000 euro.

De ontvangsten en uitgaven voor orde worden respectievelijk geraamd op 0 euro en 0 euro.

THESAURIEBEHEER Artikel 131 In uitvoering van artikel 5 van het decreet van 16 december 1997 houdende bepalingen inzake het kas-, schuld- en waarborgbeheer van de Vlaamse Gemeenschap dienen volgende normen te worden nageleefd tijdens het begrotingsjaar 2002 : 1° Voor wat betreft het kasbeheer van de Vlaamse Gemeenschap en het Vlaamse Gewest : het rekenkundig gemiddelde van de som van de kastoestand en de beleggingen per kalenderdag voor het begrotingsjaar 2002 moet kleiner zijn dan 500.000.000 euro. 2° Inzake het beheer van de directe en indirecte schuld: a) In geval van financiële verrichtingen dient bij de toewijzing prioritair rekening gehouden te worden met de financiële voorwaarden. Concreet zullen deze voorwaarden gerelateerd worden aan de contractvoorwaarden in hun totaliteit.

In tweede orde wordt diversificatie en mogelijk ook het debiteuroenrisico in aanmerking genomen bij de evaluatie van een offerte. b) De directe en indirecte schuld tegen vlottende rente mag in totaliteit niet minder dan 10 % en niet meer dan 30 % van de totale uitstaande schuld bedragen, waarbij onder "totale uitstaande schuld" wordt verstaan : de som van de nog niet afgeloste kapitaalsgedeelten van de directe en indirecte schuld.c) Bij de uitstaande directe schuld tegen vlottende rente dient een gelijkmatige spreiding binnen het jaar van de rentevoetherziening te worden nagestreefd.Wordt beoogd : de schuld met een initiële contractuele looptijd tot en met één jaar of met een initiële contractuele looptijd langer dan één jaar waarvan de rentevoet minimaal eens per jaar wordt aangepast; voor de definiëring van deze schuld dient rekening gehouden te worden met de renteherzieningsperiodiciteit ervan na eventuele indekking. d) Bij de uitstaande directe schuld tegen vaste rente dient een gelijkmatige spreiding over de jaren heen te worden nagestreefd.Wordt beoogd : de schuld met een initiële contractuele looptijd langer dan één jaar waarvan de rente gedurende de gehele looptijd van de lening niet aangepast wordt, of waarvan de frequentie van de rentevoetherziening (d.i. het interval tussen 2 rentevoetherzieningen) groter is dan 1 jaar; voor de definiëring van deze schuld dient rekening gehouden te worden met de rentevoetherzieningsperiodiciteit ervan na eventuele indekking. e) Er zal hoogstens ten belope van 10 % van de middelen schuld aangehouden mogen worden onder vorm van niet-geconsolideerde schuld. Onder "middelen" wordt verstaan : het totale bedrag aan ontvangsten zoals jaarlijks ingeschreven in het decreet houdende de middelenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap, exclusief de opbrengsten uit leningen; onder "niet-geconsolideerde schuld" wordt verstaan : directe schuld met een contractuele looptijd kleiner dan één jaar, met inbegrip van de kastoestand, en in zoverre het saldo van beiden over geen contractuele financieringsmogelijkheid van minimaal één jaar beschikt. Voor zover inderdaad de Vlaamse Gemeenschap beschikt over kredietlijnen met vaste overname, dan mag van deze directe schuld met een contractuele looptijd kleiner dan 1 jaar (kastoestand inbegrepen) de nog beschikbare ruimte op de opnamefaciliteiten afgetrokken worden.

Als voorwaarde geldt evenwel dat elke faciliteit nog gedurende minimaal één jaar beschikbaar moet zijn op het moment dat de financieringsnood zich voordoet. f) Schuld in vreemde deviezen kan enkel aangegaan worden als deze van bij de opname volledig ingedekt is en in relatieve termen goedkoper uitkomt dan een financiering in de eenheidsmunt van toepassing in België.Intrestruilverrichtingen, inbegrepen cross currency swaps, zijn toegelaten in zoverre zij de relatieve kost van een financiering bij opname kunnen verlagen of gedaan worden om te voldoen aan de opgelegde norm inzake de verhouding vast vlottend (zie b). g) De uitstaande indirecte schuld moet in 2002 in nominale termen afnemen. h) Alle indekkingsproducten moeten onmiddellijk gekoppeld worden aan een onderliggende financiering.Deze laatste mag afgelost worden. De rentevoeten van bestaande en toekomstige financieringen kunnen maximaal één jaar op voorhand bepaald worden.

Optionele constructies kunnen enkel opgezet worden voor zover zij de onzekerheid betreffende de toekomstige kostprijs van een schuld verlagen.

Artikel 132 § 1. De ontvangsten en uitgaven van elke individuele renteswap verrichting kunnen worden gesaldeerd. § 2. De uitgaven in verband met de renteswapverrichtingen mogen worden betaald ten laste van de thesaurierekening 24.40.10.29. De Schatkist wordt ertoe gemachtigd voorschotten toe te staan wanneer de verrichtingen een debettoestand op deze thesaurierekening veroorzaken. § 3. Zowel de thesaurierkening als de financiële rekening mogen een debetsaldo vertonen. § 4. De thesaurierekening wordt aangezuiverd door de ontvangsten van de renteswapverrichtingen. § 5. De excedenten van de ontvangsten op de uitgaven op deze thesaurierekening worden bij het einde van het begrotingsjaar overgeschreven naar de algemene middelenbegroting. § 6. De excedenten van de uitgaven op de ontvangsten worden jaarlijks budgettair aangezuiverd.

Artikel 133 § 1.Voor derdenbeslag op financiële tegoeden van de Vlaamse Gemeenschap en het Vlaams Gewest wordt een thesaurierekening 24.10.10.40 geopend. Deze thesaurierekening mag een negatief saldo vertonen ten belope van de gecumuleerde som van de beslagnames. § 2. Het negatieve saldo ten gevolge van de uitvoering van het derdenbeslag zal budgettair worden aangezuiverd.

Artikel 134 § 1. De financiele rekening "leningen" mag voor de terugbetaling van het geleende kapitaal en de daarmee verbonden debetintresten in het kader van het kasbeheer op korte termijn ambsthalve gedebiteerd worden door de financiële instelling belast met het geldverkeer van de Vlaams Gemeenschap en van het Vlaams Gewest. § 2. De thesaurierekening 24.40.10.65 en de financiële rekening " leningen " mogen een negatief saldo vertonen ten belope van de gecumuleerde debetintresten en de kosten van vervroegde terugbetaling over maximaal één jaar. § 3. De verschuldigde debetintresten van de korte termijnontleningen en de kosten ingeval van vervroegde terugbetaling van leningen worden aangerekend op de thesaurierekening 24.40.10.65 en jaarlijks aangezuiverd.

Artikel 135 « § 1. De financiële rekening "leningen" mag voor de terugbetaling van het geleende kapitaal en de daarmee verbonden debetintresten in het kader van het kasbeheer op korte termijn ambtshalve gedebiteerd worden door de financiële instelling belast met het geldverkeer van de Vlaamse Gemeenschap en van het Vlaamse Gewest, Centraal Financieringsorgaan. § 2. De rekening voor orde 24.40.80.04 en de financiële rekening "leningen" mogen een negatief saldo vertonen ten belope van de gecumuleerde debetintresten en de kosten van vervroegde terugbetaling over maximaal één jaar. » § 3. De verschuldigde debetintresten van de korte termijnontleningen en de kosten van vervroegde terugbetaling worden aangerekend op de rekening voor orde 24.40.80.04 en jaarlijks aangezuiverd.

Artikel 136 « § 1. Voor de beleggingen van tijdelijke kasoverschotten van de Vlaamse Gemeenschap en het Vlaamse Gewest mag de financiële rekening "beleggingen" ambtshalve gedebiteerd worden door de financiële instelling belast met het geldverkeer van de Vlaamse Gemeenschap en van het Vlaamse Gewest. § 2. De beleggingen van tijdelijke kasoverschotten worden aangerekend op de thesaurierekening 24.40.10.81 en aangezuiverd op de vervaldag van de respectieve beleggingen. § 3. De thesaurierekening 24.40.10.81 en de financiële rekening "beleggingen" mogen een negatief saldo vertonen voor het bedrag en voor de looptijd van de beleggingen. » .

Artikel 137 « § 1. Voor de beleggingen van tijdelijke kasoverschotten van de Vlaamse Gemeenschap en het Vlaamse Gewest, Centraal Financieringsorgaan, mag de financiële rekening "beleggingen" ambtshalve gedebiteerd worden door de financiële instelling belast met het geldverkeer van de Vlaamse Gemeenschap en van het Vlaamse Gewest, Centraal Financieringsorgaan. § 2. De beleggingen van tijdelijke kasoverschotten worden aangerekend op de rekening voor orde 24.40.80.01 en aangezuiverd op de vervaldag van de respectieve beleggingen. § 3. De rekening voor orde 24.40.80.01 en de financiële rekening "beleggingen" mogen een negatief saldo vertonen ten belope van en voor de looptijd van de beleggingen. » .

Artikel 138 § 1. De Vlaamse regering wordt ertoe gemachtigd voorschotten toe te staan op de onderstaande thesaurierekeningen : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld § 2. Zowel de thesaurierekening en als de financiële rekeningen mogen een negatief saldo vertonen. § 3. De thesaurierekeningen 24.10.10.76 en 24.10.10.77 worden jaarlijks budgettair aangezuiverd. § 4. Voor de onderstaande thesaurierekeningen wordt de debettoestand beperkt tot : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Artikel 139 § 1. De Vlaamse regering wordt ertoe gemachtigd voorschotten toe te staan wanneer de verrichtingen inzake het financieel beheer van de Vlaamse Gemeenschap een debettoestand veroorzaken. § 2. De creditintresten, na inhouding van de roerende voorheffing, en de debetintresten op de zichtrekening van de Vlaamse Gemeenschap bij de kassier mogen maandelijks worden gesaldeerd. § 3. De excedenten van de ontvangsten op de uitgaven worden overgeschreven naar de algemene middelenbegroting op artikel 24.40.26.03. § 4. De excedenten van de uitgaven op de ontvangsten worden aangerekend op de thesaurierekening 24.40.10.83 en jaarlijks aangezuiverd door een overeenkomstige vermindering van de creditintresten bedoeld in § 3 of uit de algemene uitgavenbegroting. § 5. Zowel de thesaurierekening als de financiële rekening mogen een debetsaldo vertonen.

Artikel 140 § 1. Thesaurievoorschotten mogen worden verleend wanneer de operaties in verband met de betaling van de controleorganen bij de openbare instellingen een debettoestand van de financiële rekening veroorzaken. § 2. Als de betrokken instellingen de gevraagde provisies niet storten wordt een corresponderend deel van het dotatiebedrag ambtshalve ingehouden voor aanzuivering van de gedebiteerde orderekening 24.10.87.38. § 3. Deze debetpositie op de financiële rekening en op de orderekening mag maximaal 25.000 euro bedragen.

Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Brussel, 21 december 2001.

De minister-president van de Vlaamse regering, P. DEWAEL Voor de Vlaamse minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie, S. STEVAERT, afwezig, De Vlaamse minister van Werkgelegenheid en Toerisme, R. LANDUYT Voor de Vlaamse minister van Welzijn, Gezondheid en Gelijke Kansen, M. VOGELS, afwezig, De Vlaamse minister van Leefmilieu en Landbouw, V. DUA De Vlaamse minister van Cultuur, Jeugd, Sport, Brusselse Aangelegenheden en Ontwikkelingssamenwerking, B. ANCIAUX Voor de Vlaamse minister van Onderwijs en Vorming, M. VANDERPOORTEN De Vlaamse minister van Werkgelegenheid en Toerisme, R. LANDUYT De Vlaamse minister van Leefmilieu en Landbouw, V. DUA De Vlaamse minister van Financiën en Begroting, Innovatie, Media en Ruimtelijke Ordening, D. VAN MECHELEN De Vlaamse minister van Binnenlandse Aangelegenheden, Ambtenarenzaken en Buitenlands Beleid, P. VAN GREMBERGEN Voor de Vlaamse minister van Economie, Buitenlandse Handel en Huisvesting, J. GABRIELS, afwezig, De Vlaamse minister van Financiën en Begroting, Innovatie, Media en Ruimtelijke Ordening, D. VAN MECHELEN _______ Nota's Zitting 2001-2002 Stukken . - Advies van de SERV over het begrotingsbeleid 2002 van de Vlaamse Gemeenschap, 12 - A - nr. 1.

Zitting 2001-2002 Stukken. - Toelichting, 13 - nr. 1. - Ontwerp van decreet 15 - nr. 1 + Bijlagen + Errata bij de bijlagen. - Amendementen, 15 - nrs. 2 tot 6. - Verslagen aan de Commissie van Algemeen Beleid, Financiën en Begroting, 15 - nrs. 7-A tot J. - Verslag van de Commissie voor Algemeen Beleid, Financiën en Begroting, 15-nr. 8. - Amendementen, 15 - nrs. 9 tot 11. - Tekst aangenomen door de plenaire vergadering, 15 - nr. 12. - Verslag van het Rekenhof, 16 - nr. 1.

Handelingen . - Bespreking en aanneming : vergaderingen van 18 en 19 december 2001.

TABEL Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

^