Etaamb.openjustice.be
Decreet van 01 februari 2008
gepubliceerd op 27 maart 2008

Decreet tot wijziging van het havendecreet van 2 maart 1999 in relatie met het gemeentedecreet

bron
vlaamse overheid
numac
2008200861
pub.
27/03/2008
prom.
01/02/2008
ELI
eli/decreet/2008/02/01/2008200861/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

1 FEBRUARI 2008. - Decreet tot wijziging van het havendecreet van 2 maart 1999 in relatie met het gemeentedecreet (1)


Het Vlaams Parlement heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt : Decreet tot wijziging van het havendecreet van 2 maart 1999 in relatie met het gemeentedecreet.

Artikel 1.Dit decreet regelt een gewestaangelegenheid.

Art. 2.Artikel 226 van het gemeentedecreet wordt vervangen door wat volgt : "

Artikel 226.Onder voorbehoud van de toepassing van andere wettelijke of decretale bepalingen, bestaan er drie vormen van gemeentelijke extern verzelfstandigde agentschappen : 1° het autonoom gemeentebedrijf;2° het gemeentelijke extern verzelfstandigd agentschap in privaatrechtelijke vorm; 3° het autonoom gemeentelijk havenbedrijf.".

Art. 3.Artikel 231 van hetzelfde decreet wordt opgeheven.

Art. 4.In hetzelfde decreet wordt na artikel 247 een afdeling IV, bestaande uit artikel 247 bis , ingevoegd, die luidt als volgt : "Afdeling IV. - Het autonoom gemeentelijk havenbedrijf

Artikel 247bis.De autonome gemeentelijke havenbedrijven zijn de havenbedrijven in de zin van het decreet van 2 maart 1999 houdende het beleid en het beheer van de zeehavens waarop de bepalingen inzake autonome gemeentelijke havenbedrijven van toepassing zijn.

Met uitzondering van artikel 226 zijn de bepalingen van dit decreet niet van toepassing op de autonome gemeentelijke havenbedrijven.".

Art. 5.De artikelen 263bis tot en met 263novies van de Nieuwe Gemeentewet worden, wat de havenbedrijven in de zin van het decreet van 2 maart 1999 houdende het beleid en het beheer van de zeehavens betreft, opgeheven.

Art. 6.Het koninklijk besluit van 10 april 1995 tot bepaling van de activiteiten van industriële of commerciële aard waarvoor de gemeenteraad een autonoom gemeentebedrijf met rechtspersoonlijkheid kan oprichten, zoals gewijzigd bij het koninklijk besluit van 9 maart 1999, wordt, wat de havenbedrijven in de zin van het decreet van 2 maart 1999 houdende het beleid en het beheer van de zeehavens betreft, opgeheven.

Art. 7.In artikel 2 van het decreet van 2 maart 1999 houdende het beleid en het beheer van de zeehavens, gewijzigd bij het decreet van 21 december 2001, wordt punt 15° opgeheven.

Art. 8.In hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 22 december 1999, 21 december 2001, 7 mei 2004 en 24 december 2004, wordt een artikel 3 bis ingevoegd, dat luidt als volgt : "

Artikel 3bis.De havenbedrijven hebben rechtspersoonlijkheid. De havenbedrijven nemen naar eigen keuze een rechtsvorm aan binnen het bestaande wettelijke instrumentarium, waaronder de rechtsvorm van autonoom gemeentelijk havenbedrijf zoals bepaald in hoofdstuk II, afdeling Ibis.".

Art. 9.In artikel 4, § 2, van hetzelfde decreet, vervangen bij het decreet van 21 december 2001, worden de cijfers "31, 32 en 44" vervangen door de cijfers "31 en 32".

Art. 10.In artikel 5 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1 worden de woorden "Onverminderd artikel 38 participeert het Vlaamse Gewest" vervangen door de woorden "Het Vlaamse Gewest participeert";2° in § 3 wordt het woord "eventueel" geschrapt.

Art. 11.Artikel 6 van hetzelfde decreet wordt vervangen door wat volgt : "

Artikel 6.Voor zover de gelijkheid tussen eenzelfde groep van havengebruikers niet wordt verstoord, oefenen de havenbedrijven alle activiteiten uit die de uitoefening van de havenbestuurlijke bevoegdheden rechtstreeks of onrechtstreeks bevorderen, met inbegrip van het oprichten van ondernemingen of het deelnemen in publiek- of privaatrechtelijke rechtspersonen, hierna filialen te noemen.

De oprichting van of deelname in een filiaal mag geen speculatief oogmerk nastreven en gebeurt in overeenstemming met het gelijkheidsbeginsel en met de regelgeving inzake mededinging en staatssteun.

De rechtstreekse deelname in een filiaal is onderworpen aan de voorwaarde dat aan het havenbedrijf minstens één mandaat van bestuurder wordt toegekend.

De bestuursorganen van de filialen rapporteren de jaarlijkse rekeningen en het jaarverslag met de jaarrekening aan de raad van bestuur van de betrokken havenbedrijven.".

Art. 12.Aan artikel 9 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 21 december 2001, wordt een § 3 toegevoegd, die luidt als volgt : "§ 3. De havenbedrijven kunnen, op voorwaarde van bijzondere en omstandige motivering, zakelijke rechten vestigen op openbare domeingoederen voor zover die rechten niet kennelijk onverenigbaar zijn met de bestemming van die goederen.".

Art. 13.In artikel 18, § 3, van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 21 december 2001, wordt het jaartal "2004" vervangen door het jaartal "2010".

Art. 14.In hoofdstuk II van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 21 december 2001, wordt een afdeling Ibis, bestaande uit artikel 19bis tot en met artikel 19octies, ingevoegd, die luidt als volgt : "Afdeling Ibis. - Autonome gemeentelijke havenbedrijven

Artikel 19bis.§ 1. Een autonoom gemeentelijk havenbedrijf wordt opgericht bij gemeenteraadsbesluit.

De oprichtingsbeslissing stelt de statuten van het autonoom gemeentelijk havenbedrijf vast. § 2. De wijzigingen in de statuten worden aangebracht bij beslissing van de gemeenteraad, op voorstel of na advies van de raad van bestuur van het autonoom gemeentelijk havenbedrijf.

Artikel 19ter.§ 1. Het autonoom gemeentelijk havenbedrijf wordt beheerd door een raad van bestuur en een directiecomité. § 2. De raad van bestuur is gemachtigd alle nuttige of noodzakelijke handelingen te stellen om de doelstellingen van het autonoom gemeentelijk havenbedrijf te verwezenlijken. § 3. De gemeenteraad wijst de leden van de raad van bestuur van het autonoom gemeentelijk havenbedrijf aan.

Het aantal bestuursleden in de raad van bestuur bedraagt ten hoogste de helft van het aantal gemeenteraadsleden, maar met een maximum van achttien.

De meerderheid van de raad van bestuur bestaat uit leden van de gemeenteraad. Ten hoogste twee derde van de leden van de raad van bestuur is van hetzelfde geslacht. Elke fractie kan minstens één lid van de raad van bestuur voordragen en dat voordrachtrecht waarborgt elke fractie een vertegenwoordiging in de raad van bestuur. Indien de gewaarborgde vertegenwoordiging evenwel afbreuk zou doen aan de mogelijkheid voor de fracties die vertegenwoordigd zijn in het college van burgemeester en schepenen om minstens de helft van de leden van de raad van bestuur voor te dragen, worden de mandaten evenredig verdeeld over de fracties waaruit de gemeenteraad is samengesteld.

Het mandaat van lid van de raad van bestuur is hernieuwbaar. De leden van de raad van bestuur kunnen te allen tijde door de gemeenteraad worden ontslagen.

Na de volledige vernieuwing van de gemeenteraad wordt tot volledige vernieuwing van de raad van bestuur overgegaan. In dat geval blijven de leden van de raad van bestuur hun functie vervullen tot de nieuwe gemeenteraad tot hun vervanging is overgegaan.

De raad van bestuur kiest uit zijn leden een voorzitter. § 4. De bestuurders zijn niet persoonlijk gebonden door de verbintenissen van het autonoom gemeentelijk havenbedrijf.

De bestuurders zijn aansprakelijk zonder hoofdelijkheid voor de tekortkomingen in de normale uitoefening van hun bestuur. Ten aanzien van de overtredingen waaraan zij geen deel hebben gehad, worden de bestuurders van die aansprakelijkheid ontheven als hun geen schuld kan worden verweten en als zij die overtredingen hebben aangeklaagd bij de gemeenteraad binnen een maand nadat zij er kennis van hebben gekregen.

Jaarlijks beslist de gemeenteraad over de aan de bestuurders te verlenen kwijting, na goedkeuring van de rekeningen. Die kwijting is alleen rechtsgeldig als de ware toestand van het autonoom gemeentelijk havenbedrijf niet wordt verborgen door enige weglating of onjuiste opgave in de rekeningen. § 5. Als een bestuurder rechtstreeks of onrechtstreeks een belang van vermogensrechtelijke aard heeft dat strijdig is met een beslissing of een verrichting die tot de bevoegdheid behoort van de raad van bestuur, moet hij dat meedelen aan de andere bestuurders voor de raad van bestuur een besluit neemt. Zijn verklaring, alsook de rechtvaardigingsgronden betreffende het voornoemde strijdige belang moeten worden opgenomen in de notulen van de raad van bestuur die de beslissing moet nemen. De betrokken bestuurder moet tevens de commissarissen van het strijdig belang op de hoogte brengen.

Met het oog op de publicatie ervan in het jaarverslag of, bij het ontbreken daarvan, in een stuk dat gelijk met de jaarrekening moet worden neergelegd, omschrijft de raad van bestuur in de notulen de aard van de beslissing of verrichting, vermeld in het eerste lid, en verantwoordt het genomen besluit. Ook de vermogensrechtelijke gevolgen ervan voor het autonoom gemeentelijk havenbedrijf moeten in de notulen worden vermeld. In het verslag moeten de voornoemde notulen in hun geheel worden opgenomen.

Het verslag van de commissarissen moet een afzonderlijke omschrijving bevatten van de vermogensrechtelijke gevolgen voor het autonoom gemeentelijk havenbedrijf van de besluiten van de raad van bestuur ten aanzien waarvan een strijdig belang in de zin van het eerste lid bestaat.

De bestuurders zijn persoonlijk en hoofdelijk aansprakelijk voor de schade die het autonoom gemeentelijk havenbedrijf of derden geleden hebben ten gevolge van beslissingen of verrichtingen die hebben plaatsgevonden met inachtneming van deze paragraaf, als die beslissing of verrichting aan hen of aan een van hen een onrechtmatig financieel voordeel heeft bezorgd ten nadele van het autonoom gemeentelijk havenbedrijf.

Het autonoom gemeentelijk havenbedrijf kan de nietigheid vorderen van de beslissingen of verrichtingen die hebben plaatsgevonden met overtreding van de in deze paragraaf bepaalde regels, als de wederpartij bij die beslissingen of verrichtingen van die overtreding op de hoogte was of had moeten zijn.

Het eerste en het tweede lid zijn niet van toepassing als de beslissingen of verrichtingen die tot de bevoegdheid behoren van de raad van bestuur betrekking hebben op beslissingen of verrichtingen die tot stand zijn gekomen tussen het autonoom gemeentelijk havenbedrijf en een vennootschap waarin het autonoom gemeentelijk havenbedrijf rechtstreeks of onrechtstreeks ten minste vijfennegentig procent bezit van de stemmen die verbonden zijn aan het geheel van de door die vennootschap uitgegeven effecten, dan wel tussen het autonoom gemeentelijk havenbedrijf en een vennootschap waarin ten minste vijfennegentig procent van de stemmen die verbonden zijn aan het geheel van de door die vennootschap uitgegeven effecten in het bezit zijn van de gemeente die het autonoom gemeentelijk havenbedrijf heeft opgericht.

Bovendien zijn het eerste en het tweede lid niet van toepassing als de beslissingen van de raad van bestuur betrekking hebben op gebruikelijke verrichtingen die plaatshebben onder de voorwaarden en tegen de zekerheden die op de markt gewoonlijk gelden voor soortgelijke verrichtingen.

Deze paragraaf doet geen afbreuk aan de gelding van andere bepalingen betreffende de belangenvermenging wat betreft ambtenaren en met openbare diensten belaste personen.

Artikel 19quater.De raad van bestuur vertrouwt het dagelijkse bestuur, de vertegenwoordiging met betrekking tot dat bestuur en de voorbereiding en uitvoering van de beslissingen van de raad van bestuur toe aan een directiecomité, voorgezeten door een gedelegeerd bestuurder, al dan niet met de mogelijkheid van subdelegatie aan personeelsleden van het autonoom gemeentelijk havenbedrijf.

De leden van het directiecomité worden door de raad van bestuur benoemd.

Artikel 19quinquies.De vergaderingen van de raad van bestuur en het directiecomité zijn niet openbaar. De notulen van die vergaderingen en alle documenten waarnaar verwezen wordt in de notulen, alsook de beslissingen van het directiecomité, worden ter inzage neergelegd op het secretariaat van het autonoom gemeentelijk havenbedrijf.

Artikel 19sexies.Het toezicht op de financiële toestand en op de jaarrekeningen van het autonoom gemeentelijk havenbedrijf wordt opgedragen aan een college van drie commissarissen die door de gemeenteraad worden gekozen buiten de raad van bestuur van het autonoom gemeentelijk havenbedrijf en waarvan ten minste één lid is van het Instituut voor Bedrijfsrevisoren.

Met uitzondering van die laatste zijn de leden van het college van commissarissen allemaal lid van de gemeenteraad.

Artikel 19septies.§ 1. Het personeel van het autonoom gemeentelijk havenbedrijf kan in statutair of contractueel verband worden aangesteld. § 2. Bij gemeenteraadsbesluit kan de gemeente, op verzoek van het autonoom gemeentelijk havenbedrijf, aan het autonoom gemeentelijk havenbedrijf middelen, infrastructuur of, mits de ter zake geldende rechtspositieregeling nageleefd wordt, statutair personeel ter beschikking stellen of overdragen.

Artikel 19octies.De gemeenteraad kan steeds beslissen om tot ontbinding en vereffening van het autonoom gemeentelijk havenbedrijf over te gaan.

In de beslissing tot ontbinding wijst de gemeenteraad de vereffenaars aan. Alle andere organen vervallen op het ogenblik van de ontbinding.".

Art. 15.Artikel 21 van hetzelfde decreet wordt vervangen door wat volgt : "

Artikel 21.Het havenbedrijf stelt periodiek, minstens om de vijf jaar, een ondernemingsplan op dat de doelstellingen en de strategie van het havenbedrijf op middellange termijn vastlegt, evenals jaarlijks een financieel meerjarenplan en een activiteitenverslag.

Het activiteitenverslag, het ondernemingsplan en het financieel meerjarenplan, vermeld in het eerste lid, alsmede het omstandige verslag van het college van commissarissen worden meegedeeld aan de Vlaamse Regering en aan de gemeenteraad in het geval van de autonome gemeentelijke havenbedrijven, en aan de Vlaamse Regering en aan de algemene vergadering in het geval van de andere havenbedrijven. De gemeenteraad kan te allen tijde aan de raad van bestuur verslag vragen over de activiteiten van het autonoom gemeentelijk havenbedrijf of over sommige ervan.

De algemene boekhouding van de havenbedrijven wordt gevoerd volgens de wetgeving op de boekhouding en de jaarrekeningen van de ondernemingen.

De analytische boekhouding maakt bovendien een onderscheid tussen de verschillende dienstverleningen. De havenbedrijven maken gebruik van een dienst Interne Audit. De bestemming van het resultaat wordt geregeld in de statuten.".

Art. 16.Artikel 23 van hetzelfde decreet wordt vervangen door wat volgt : "

Artikel 23.§ 1. Een voltijdse gewestelijke havencommissaris, aangesteld in het departement Mobiliteit en Openbare Werken, oefent binnen het kader van dit decreet controle uit op de havenbedrijven. De gewestelijke havencommissaris wordt benoemd en ontslagen door de Vlaamse Regering die zijn statuut regelt. Ter ondersteuning van zijn controletaak stelt de Vlaamse Regering het nodige personeel ter beschikking van de gewestelijke havencommissaris. § 2. De gewestelijke havencommissaris wordt ten minste zeven dagen op voorhand uitgenodigd voor alle vergaderingen van de raad van bestuur van de havenbedrijven. Bij de uitnodiging zijn de agenda en de stukken gevoegd. De havenbedrijven stellen binnen twintig dagen de gewestelijke havencommissaris op de hoogte van alle beslissingen van de raad van bestuur van de havenbedrijven. § 3. Het voornemen van een havenbedrijf om een nieuwe deelneming op te richten of aan te gaan, of om een deelneming in een filiaal te wijzigen, moet door de gewestelijke havencommissaris geviseerd worden.

Het havenbedrijf legt het dossier voor aan de gewestelijke havencommissaris ten minste twintig dagen voor de vergadering van de raad van bestuur waarop de beslissing genomen zal worden. Het visum moet gegeven worden binnen een termijn van acht vrije dagen vanaf de ontvangst van het voornemen door de gewestelijke havencommissaris. Als die termijn eenmaal verstreken is, wordt het visum geacht gegeven te zijn. Als het visum geweigerd wordt, moet dat omstandig gemotiveerd worden. Als het visum geweigerd wordt, kan het havenbedrijf binnen een termijn van tien vrije dagen vanaf de kennisgeving van de weigering het dossier voorleggen aan de Vlaamse Regering. De Vlaamse Regering beslist binnen een termijn van dertig vrije dagen. Als het havenbedrijf geen beroep aantekent binnen de gestelde termijn van tien vrije dagen, wordt de weigering geacht definitief te zijn. Als de Vlaamse Regering geen beslissing heeft genomen binnen de gestelde termijn van dertig vrije dagen, wordt het visum geacht verleend te zijn.

Het visum heeft betrekking op de toetsing van de beslissing aan de voorwaarden die gesteld worden in artikel 4, § 1, en artikel 6. § 4. De gewestelijke havencommissaris kan de uitvoering opschorten van alle beslissingen van de bestuursorganen die hij strijdig acht met dit decreet, met de wettelijke bepalingen inzake de financiering van haveninvesteringen, met de besluiten die genomen zijn ter uitvoering van dit decreet of met de overeenkomsten die vermeld worden in artikel 40. Om beroep aan te tekenen beschikt de gewestelijke havencommissaris over een termijn van acht vrije dagen, die ingaat op de dag waarop hij van de beslissing op de hoogte werd gesteld overeenkomstig § 2.Het beroep is opschortend.

Als de Vlaamse Regering binnen een termijn van twintig vrije dagen, die ingaat op dezelfde dag als de termijn, vermeld in het eerste lid, de nietigverklaring niet uitgesproken heeft, dan wordt de beslissing waartegen beroep werd aangetekend definitief. De Vlaamse Regering betekent de nietigverklaring aan het havenbedrijf. § 5. De gewestelijke havencommissaris heeft het recht om met het oog op de uitvoering van dit artikel te allen tijde ter plaatse inzage te hebben in al de boeken, brieven, notulen en, in het algemeen, alle documenten en geschriften van het havenbedrijf. Hij kan van de voorzitter van de raad van bestuur en van de leden van het directiecomité alle ophelderingen en inlichtingen vorderen die hij nodig acht voor de uitvoering van dit artikel.

Art. 17.In artikel 25 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de woorden " § 1." worden geschrapt; 2° § 2, § 3 en § 4 worden opgeheven.

Art. 18.In artikel 26 van hetzelfde decreet wordt het woord "kunnen" ingevoegd tussen de woorden "havengebruikers" en "worden".

Art. 19.In artikel 27 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de woorden "gemeentelijk autonoom" worden geschrapt;2° de woorden "263sexies, § 2, van de Gemeentewet" worden vervangen door de woorden "6, § 1".

Art. 20.In artikel 36 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 22 december 1999, wordt het tweede lid opgeheven.

Art. 21.Artikel 38 van hetzelfde decreet wordt vervangen door wat volgt : "

Artikel 38.De stad Brugge mag onder geen enkel beding de aandelen in de Maatschappij van de Brugse Zeevaartinrichtingen NV, verworven van het Vlaamse Gewest op 17 mei 2001, vervreemden, tenzij met de voorafgaande goedkeuring van de Vlaamse Regering.

In afwijking van artikel 5, § 1, kunnen de bestaande aandelen van privaatrechtelijke personen in de Maatschappij van de Brugse Zeevaartinrichtingen NV behouden blijven.".

Art. 22.Artikel 39 van hetzelfde decreet wordt opgeheven.

Art. 23.In artikel 40, § 1, van hetzelfde decreet wordt het cijfer "drie" vervangen door het cijfer "elf".

Art. 24.Artikel 41 van hetzelfde decreet wordt opgeheven.

Art. 25.Artikel 42 van hetzelfde decreet wordt opgeheven.

Art. 26.Artikel 44 van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 21 december 2001, wordt opgeheven.

Art. 27.Aan hetzelfde decreet wordt een artikel 45 toegevoegd, dat luidt als volgt : "Artikel 45, § 1. Bij de inwerkingtreding van hoofdstuk II, afdeling Ibis, van dit decreet worden de autonome gemeentebedrijven haven van Antwerpen, haven van Gent en haven van Oostende, opgericht op basis van de artikelen 263bis tot en met 263decies van de Nieuwe Gemeentewet, van rechtswege een autonoom gemeentelijk havenbedrijf.

Binnen zes maanden vanaf de inwerkingtreding van hoofdstuk II, afdeling Ibis, worden de statuten van deze havenbedrijven aangepast aan de bepalingen van hoofdstuk II, afdeling Ibis. § 2. Afdeling Ibis van dit decreet is niet van toepassing op de Maatschappij van de Brugse Zeevaartinrichtingen NV, opgericht bij overeenkomstwet van 1 juni 1894 - 11 september 1895.".

Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Brussel, 1 februari 2008.

De minister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Institutionele Hervormingen, Havens, Landbouw, Zeevisserij en Plattelandsbeleid, Kris PEETERS De Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Stedenbeleid, Wonen en Inburgering, Marino KEULEN _______ Nota (1) Zitting 2007-2008 : Stukken.- Ontwerp van decreet : 1385 - Nr. 1. - Amendementen : 1385 - Nr. 2. - Verslag : 1385 - Nr. 3. - Tekst aangenomen door de plenaire vergadering : 1385 - Nr. 4.

Handelingen. - Bespreking en aanneming : Vergadering van 23 januari 2008.

^