5 JULI 2002. - Besluit van de Vlaamse regering houdende de overheveling van de in het Vlaams Intersectoraal Akkoord voor de social-profitsector 2000-2005 voorziene budgetten naar de functionele basisallocaties voor de uitvoering van de maatregelen DAC-regularisatie binnen de beleidsdomeinen Cultuur, Jeugd & Sport en Brusselse Aangelegenheden

De Vlaamse regering, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, inzonderheid op artikel 4, gewijzigd bij de bijzondere wet van 16 juli 1993;

Gelet op de wetten op de Rijkscomptabiliteit, gecoördineerd bij het koninklijk besluit van 17 juli 1991, inzonderheid op de artikelen 55 tot 58;

Gelet op het decreet van 21 december 2001 houdende de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2002, inzonderheid op artikel 50, § 3;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 5 juni 2002;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de Begroting, gegeven op 1 juli 2002;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Binnenlandse Aangelegenheden, Cultuur, Jeugd en Ambtenarenzaken, van de Vlaamse minister van Werkgelegenheid en Toerisme en van de Vlaamse minister van Sport en Brusselse Aangelegenheden;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.Om de benodigde middelen voor de uitvoering van de maatregelen inzake de DAC-regularisatie uit het Vlaams Intersectoraal Akkoord voor de social-profitsector 2000-2005 ter beschikking te kunnen stellen van de betrokken sectoren, worden krachtens artikel 50, § 3, van het decreet van 21 december 2001 houdende de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2002, de volgende begrotingsherverdelingen uitgevoerd : Overheveling van : Programma 52.4 b.a. 41.50 : 1.734.363 euro Naar : Programma 11.1 b.a. 45.01 (Dotatie aan de VGC in Brussel voor de uitvoering van het Vlaams Intersectoraal Akkoord Social Profit) : 498.637 euro Programma 45.5 b.a. 33.16 (Allerhande subsidies in het kader van het VIA) : 1.235.726 euro.

Art. 2.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 juli 2002.

Art. 3.De Vlaamse minister, bevoegd voor de Cultuur en de Jeugd, de Vlaamse minister, bevoegd voor de Werkgelegenheid, en de Vlaamse minister, bevoegd voor de Brusselse Aangelegenheden, zijn belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 5 juli 2002.

De minister-president van de Vlaamse regering, P. DEWAEL De Vlaamse minister van Binnenlandse Aangelegenheden, Cultuur, Jeugd en Ambtenarenzaken, P. VAN GREMBERGEN De Vlaamse minister van Werkgelegenheid en Toerisme, R. LANDUYT De Vlaamse minister van Sport en Brusselse Aangelegenheden, G. VANHENGEL