gepubliceerd op 06 juli 2009
Decreet tot wijziging van het decreet van 22 december 2006 houdende eisen en handhavingsmaatregelen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen en tot invoering van een energieprestatiecertificaat en tot wijziging van artikel 22 van het REG-decreet
8 MEI 2009. - Decreet tot wijziging van het decreet van 22 december 2006 houdende eisen en handhavingsmaatregelen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen en tot invoering van een energieprestatiecertificaat en tot wijziging van artikel 22 van het REG-decreet (1)
Het Vlaams Parlement heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt : Decreet tot wijziging van het decreet van 22 december 2006 houdende eisen en handhavingsmaatregelen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen en tot invoering van een energieprestatiecertificaat en tot wijziging van artikel 22 van het REG-decreet
Artikel 1.Dit decreet regelt een gewestaangelegenheid.
Art. 2.In artikel 3 van het decreet van 22 december 2006 houdende eisen en handhavingsmaatregelen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen en tot invoering van een energieprestatiecertificaat en tot wijziging van artikel 22 van het REG-decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° punt 16° wordt vervangen door wat volgt : « 16° verslaggever : de natuurlijke persoon, houder van het diploma van architect, burgerlijk ingenieur-architect, burgerlijk ingenieur, industrieel ingenieur, technisch ingenieur of bio-ingenieur of een daarmee gelijkgesteld buitenlands diploma, die in opdracht van de aangifteplichtige de startverklaring overmaakt aan het Vlaams Energieagentschap en de EPB-aangifte opstelt of de rechtspersoon, binnen wiens organisatie in opdracht van de aangifteplichtige de startverklaring overgemaakt wordt aan het Vlaams Energieagentschap en de EPB-aangifte opgesteld wordt door een zaakvoerder, bestuurder of werknemer, houder van het diploma van architect, burgerlijk ingenieur architect, burgerlijk ingenieur, industrieel ingenieur, technisch ingenieur of bio-ingenieur of een daarmee gelijkgesteld buitenlands diploma;»; 2° een punt 20° wordt toegevoegd, dat luidt als volgt : « 20° melding : de verplichte melding van de handelingen aan het college van burgemeester en schepenen, vermeld in artikel 94 van het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening.».
Art. 3.Aan artikel 10 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 2, eerste lid, worden de woorden « ten minste acht dagen » geschrapt;2° in § 2 wordt tussen het tweede en het derde lid een nieuw lid ingevoegd, dat luidt als volgt : « De gegevens van de materialen en installaties die in het gebouw gebruikt worden en die betrekking hebben op het behalen van de EPB-eisen, zijn opvraagbaar door de verslaggever.De aangifteplichtige, de architect, de aannemer of installateur stellen die gegevens op eerste verzoek ter beschikking. »
Art. 4.In artikel 12, § 1, van hetzelfde decreet wordt telkens na het woord « vergunning » en voor de woorden « de aangifteplichtige » de woorden « of de meldingsplichtige » ingevoegd.
Art. 5.In artikel 17, § 2, van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° na de woorden « de gegevens uit » en voor de woorden « de aanvraag » worden de woorden « de melding, » ingevoegd;2° na de woorden « vergunningen te verlenen » en voor het woord « bezorgt » worden de woorden « of meldingen te registreren » ingevoegd;3° na de woorden « lijst van de vergunde, » en voor het woord « geschorste » wordt het woord « gemelde, » ingevoegd.
Art. 6.In artikel 18 van hetzelfde decreet wordt § 2 vervangen door wat volgt : « § 2. Op eenvoudig verzoek krijgen de ambtenaren, vermeld in § 1, van de overheid die de stedenbouwkundige vergunning heeft verleend of de melding heeft geregistreerd, toegang tot de documenten en de elektronische gegevens die worden bijgehouden van de vergunde, gemelde, geschorste en vernietigde werken, handelingen en wijzigingen. ».
Art. 7.In artikel 23, § 2, eerste lid, van hetzelfde decreet worden de woorden « tweede lid » geschrapt.
Art. 8.In de bijlage bij hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in punt 1.4.1 wordt de zin « Indien in een ruimte met residentiële bestemming er verplichte afvoer rechtstreeks naar buiten is, dan worden voor de bepaling van het toevoerdebiet enkel de doorstroomopeningen (inclusief spleten van binnendeuren) beschouwd. » vervangen door de zin « Als in een ruimte met residentiële bestemming er verplichte afvoer rechtstreeks naar buiten is, dan worden voor de bepaling van het toevoerdebiet alleen de doorstroomopeningen (inclusief spleten van binnendeuren) beschouwd. Als de verticale scheidingsconstructies van de ruimte echter alleen grenzen aan een garage, een gemeenschappelijke gang of trappenhuis, een huisvuilkoker of verzamelruimte voor huisvuil, een liftkoker, een stookplaats, een gasmeterruimte of een brandstofopslagplaats, dan worden voor de bepaling van het toevoerdebiet ook andere toevoeropeningen beschouwd. »; 2° in punt 1.4.1 worden de volgende zinnen geschrapt : « Indien in de EPB-aangifte wordt opgegeven dat het totale ontwerp toevoerdebiet in een ruimte groter is dan de geëiste maximumwaarde zoals die op basis van de EPB-eis voor die ruimte is bepaald in de EPB-aangifte, dan wordt de overeenkomstige afwijking voor de toevoer in die ruimte, uitgedrukt in m3/h, als volgt bepaald : Vtoevoer, aangifte - Vtoevoer, max, aangifte Vtoevoer, max, aangiftehet opgelegde maximale ontwerp toevoerdebiet voor die ruimte, zoals dat op basis van de EPB-eis voor die ruimte is bepaald in de EPB-aangifte, in m3/h. »; 3° in punt 1.4.2 wordt de zin « Indien een ruimte met residentiële bestemming een woonkamer, slaapkamer, studeerkamer of speelkamer is, dan worden voor de bepaling van het afvoerdebiet enkel de doorstroomopeningen (incl. spleten van binnendeuren) beschouwd. » vervangen door de zin « In een ruimte met residentiële bestemming waar verplichte toevoer van buitenlucht is en in een woonkamer of analoge ruimte, worden voor de bepaling van het afvoerdebiet alleen de doorstroomopeningen (inclusief spleten van binnendeuren) beschouwd.
Als de verticale scheidingsconstructies van de ruimte echter alleen grenzen aan een garage, een gemeenschappelijke gang of trappenhuis, een huisvuilkoker of verzamelruimte voor huisvuil, een liftkoker, een stookplaats, een gasmeterruimte of een brandstofopslagplaats, dan worden voor de bepaling van het afvoerdebiet ook andere afvoeropeningen beschouwd. »; 4° in punt 2.4.2 wordt de zin « Indien in een ruimte met residentiële bestemming er verplichte afvoer rechtstreeks naar buiten is, dan worden voor de bepaling van het toevoerdebiet enkel de doorstroomopeningen (inclusief spleten van binnendeuren) beschouwd. » vervangen door de zin « Indien in een ruimte met residentiële bestemming er verplichte afvoer rechtstreeks naar buiten is, dan worden voor de bepaling van het toevoerdebiet enkel de doorstroomopeningen (inclusief spleten van binnendeuren) beschouwd.
Als de verticale scheidingsconstructies van de ruimte echter alleen grenzen aan een garage, een gemeenschappelijke gang of trappenhuis, een huisvuilkoker of verzamelruimte voor huisvuil, een liftkoker, een stookplaats, een gasmeterruimte of een brandstofopslagplaats, dan worden voor de bepaling van het toevoerdebiet ook andere toevoeropeningen beschouwd. »; 5° in punt 2.4.1 worden de volgende zinnen geschrapt : « Indien bij controle vastgesteld wordt dat voor een ruimte het geëist maximaal debiet in de EPB-aangifte te hoog werd opgegeven, dan wordt de overeenkomstige afwijking voor die ruimte, uitgedrukt in m3/h, als volgt bepaald : Veis, max, aangifte - Veis, max, vastgesteld Waarin wordt verstaan onder : Veis, max, aangifte het opgelegde maximaal nominaal debiet voor die ruimte, zoals opgegeven in de EPB-aangifte, in m3/h;
Veis, max, vastgesteld het opgelegde maximaal nominaal debiet voor die ruimte, zoals die op basis van de EPB-eis is bepaald bij controle, in m3/h. »; 6° in punt 2.4.3 wordt de zin « Indien een ruimte met residentiële bestemming een woonkamer, slaapkamer, studeerkamer of speelkamer is, dan worden voor de bepaling van het afvoerdebiet enkel de doorstroomopeningen (incl. spleten van binnendeuren) beschouwd. » vervangen door de zin « In een ruimte met residentiële bestemming waar verplichte toevoer van buitenlucht is en in een woonkamer of analoge ruimte, worden voor de bepaling van het afvoerdebiet alleen de doorstroomopeningen (inclusief spleten van binnendeuren) beschouwd.
Als de verticale scheidingsconstructies van de ruimte alleen grenzen aan een garage, een gemeenschappelijke gang of trappenhuis, een huisvuilkoker of verzamelruimte voor huisvuil, een liftkoker, een stookplaats, een gasmeterruimte of een brandstofopslagplaats, dan worden voor de bepaling van het afvoerdebiet ook andere afvoeropeningen beschouwd. »; 7° een punt 3 wordt toegevoegd, dat luidt als volgt : « 3.Afrondingsregels bij het bepalen van de administratieve geldboete Bij het berekenen van de afwijkingen worden volgende afrondingen toegepast : - de oppervlakte A (m2) wordt afgerond tot op twee cijfers na de komma; - het volume V (m3) wordt afgerond tot op drie cijfers na de komma; - de warmtedoorgangscoëfficiënt U (W/m2.K) wordt afgerond tot op twee cijfers na de komma; - de warmteweerstand R (m2.K/W) wordt afgerond tot op twee cijfers na de komma; - het K-peil (-) is een geheel getal; - het karakteristiek jaarlijks primair energieverbruik Ekarakteristiek jaarlijks primair energieverbruik (MJ) wordt afgerond tot een geheel getal; - de indicator voor oververhitting I (Kh) wordt afgerond tot een natuurlijk getal; - het ventilatiedebiet V (m3/h), wordt afgerond op drie cijfers na de komma; ».
Art. 9.Artikel 2, 2°, artikel 3, 1°, en artikelen 4 tot 6 van dit decreet treden in werking op een door de Vlaamse Regering vast te stellen datum en uiterlijk op 31 december 2010.
Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Brussel, 8 mei 2009.
De minister-president van de Vlaamse Regering, K. PEETERS De Vlaamse minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur, H. CREVITS _______ Nota (1) Zitting 2008-2009. Stukken. - Ontwerp van decreet, 2162 - Nr. 1. - Verslag, 2162 - Nr. 2. - Tekst aangenomen door de plenaire vergadering, 2162 - Nr. 3.
Handelingen. - Bespreking en aanneming. Vergaderingen van 29 en 30 april 2009.