Etaamb.openjustice.be
Decreet van 14 maart 2014
gepubliceerd op 28 maart 2014

Decreet houdende wijziging van het Energiedecreet van 8 mei 2009, wat betreft de energieprestaties van gebouwen

bron
vlaamse overheid
numac
2014035291
pub.
28/03/2014
prom.
14/03/2014
ELI
eli/decreet/2014/03/14/2014035291/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

14 MAART 2014. - Decreet houdende wijziging van het Energie decreet van 8 mei 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/05/2009 pub. 09/06/2009 numac 2009035487 bron vlaamse overheid Decreet houdende wijziging van het REG-decreet van 2 april 2004, wat de uitbreiding tot luchtvaartactiviteiten betreft type decreet prom. 08/05/2009 pub. 06/07/2009 numac 2009035588 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 22 december 2006 houdende eisen en handhavingsmaatregelen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen en tot invoering van een energieprestatiecertificaat en tot wijziging van artikel 22 van het REG-decreet type decreet prom. 08/05/2009 pub. 03/07/2009 numac 2009035594 bron vlaamse overheid Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen type decreet prom. 08/05/2009 pub. 07/07/2009 numac 2009035580 bron vlaamse overheid Decreet houdende algemene bepalingen betreffende het energiebeleid sluiten, wat betreft de energieprestaties van gebouwen (1)


Het Vlaams Parlement heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt: Decreet houdende wijziging van het Energie decreet van 8 mei 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/05/2009 pub. 09/06/2009 numac 2009035487 bron vlaamse overheid Decreet houdende wijziging van het REG-decreet van 2 april 2004, wat de uitbreiding tot luchtvaartactiviteiten betreft type decreet prom. 08/05/2009 pub. 06/07/2009 numac 2009035588 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 22 december 2006 houdende eisen en handhavingsmaatregelen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen en tot invoering van een energieprestatiecertificaat en tot wijziging van artikel 22 van het REG-decreet type decreet prom. 08/05/2009 pub. 03/07/2009 numac 2009035594 bron vlaamse overheid Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen type decreet prom. 08/05/2009 pub. 07/07/2009 numac 2009035580 bron vlaamse overheid Decreet houdende algemene bepalingen betreffende het energiebeleid sluiten, wat betreft de energieprestaties van gebouwen.

Artikel 1.Dit decreet regelt een gewestaangelegenheid.

Art. 2.In artikel 1.1.3 van het Energie decreet van 8 mei 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/05/2009 pub. 09/06/2009 numac 2009035487 bron vlaamse overheid Decreet houdende wijziging van het REG-decreet van 2 april 2004, wat de uitbreiding tot luchtvaartactiviteiten betreft type decreet prom. 08/05/2009 pub. 06/07/2009 numac 2009035588 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 22 december 2006 houdende eisen en handhavingsmaatregelen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen en tot invoering van een energieprestatiecertificaat en tot wijziging van artikel 22 van het REG-decreet type decreet prom. 08/05/2009 pub. 03/07/2009 numac 2009035594 bron vlaamse overheid Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen type decreet prom. 08/05/2009 pub. 07/07/2009 numac 2009035580 bron vlaamse overheid Decreet houdende algemene bepalingen betreffende het energiebeleid sluiten, het laatst gewijzigd bij het decreet van 28 juni 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 28/06/2013 pub. 19/07/2013 numac 2013035646 bron vlaamse overheid Decreet houdende instemming met het samenwerkingsakkoord tussen Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest betreffende het Protocol dat op 20 oktober 2010 door de Regeringen van het Koninkrijk België, het Koninkrijk Denemarken, de Bondsrepubliek Duitsland, het Groothertogdom Luxemburg, het Koninkrijk der Nederlanden en het Koninkrijk Zweden werd ondertekend tot wijziging van het Verdrag van 9 februari 1994 inzake de heffing van rechten voor het gebruik van bepaalde wegen door zware vrachtwagens, ter uitvoering van artikel 4, § 4, van de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de Gemeenschappen en de Gewesten sluiten, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° er wordt een punt 42/1° ingevoegd, dat luidt als volgt: "42/1° energieprestatie van gebouwen: de berekende of gemeten hoeveelheid energie die nodig is om aan de vraag naar energie te voldoen die verband houdt met een normaal gebruik van het gebouw, waaronder energie die wordt gebruikt voor verwarming, koeling, ventilatie, warmwatervoorziening en verlichting;"; 2° er wordt een punt 47/1° ingevoegd, dat luidt als volgt: "47/1° EPB-eenheid: elke eenheid van aangrenzende lokalen die in hetzelfde gebouw liggen, die het voorwerp zijn van werken van dezelfde aard, die ontworpen of aangepast zijn om afzonderlijk te worden gebruikt en die ten hoogste één wooneenheid bevatten;"; 3° punt 56° wordt vervangen door wat volgt: "56° gebouw: voor de toepassing van titels X en XI en artikel 13.4.5 tot en met 13.4.10, elk gebouw in zijn geheel of delen ervan die zijn ontworpen of aangepast om afzonderlijk te worden gebruikt, en waarvoor energie verbruikt wordt om een specifieke binnentemperatuur te verkrijgen;"; 4° in punt 56/1° wordt het woord "subdossiers" vervangen door het woord "EPB-eenheden";5° er wordt een punt 75/2° ingevoegd, dat luidt als volgt: "75/2° kostenoptimaal niveau: het energieprestatieniveau dat gedurende de geraamde economische levensduur de laagste kosten met zich meebrengt, waarbij: a) de laagste kosten worden bepaald aan de hand van de energiegerelateerde investeringskosten, de onderhouds- en bedrijfskosten (met inbegrip van energiekosten en -besparingen, de betrokken gebouwencategorie, inkomsten van geproduceerde energie), waar van toepassing en verwijderingskosten, waar van toepassing;b) de resterende geraamde economische levensduur van een gebouw, waarbij de energieprestatie-eisen voor het gebouw in zijn geheel worden vastgesteld, hetzij op de geraamde economische levensduur van een onderdeel van een gebouw, waarbij de energieprestatie-eisen voor afzonderlijke onderdelen van gebouwen worden vastgesteld; en dat binnen het scala van prestatieniveaus ligt waar de berekende kosten-batenanalyse over de geraamde economische levensduur positief is;"; 6° er wordt een punt 100/1° ingevoegd, dat luidt als volgt: "100/1° primaire energie: energie uit hernieuwbare en niet-hernieuwbare bronnen die geen omzetting of transformatie heeft ondergaan;"; 7° er wordt een punt 113/1/1° ingevoegd, dat luidt als volgt: "113/1/1° SPF: de seizoensprestatiefactor van een warmtepomp;"; 8° punt 114/1° wordt opgeheven; 9° punt 127° wordt vervangen door wat volgt: "127° verslaggever: de natuurlijke persoon, houder van het diploma van architect, burgerlijk ingenieur-architect, burgerlijk ingenieur, industrieel ingenieur, technisch ingenieur, bio-ingenieur, graduaat bouw, architect-assistent, bachelor bouw, de afstudeerrichting klimatisering van de bachelor elektromechanica, bachelor in de toegepaste architectuur of interieurarchitect, of een daarmee gelijkgesteld buitenlands diploma, die in opdracht van de aangifteplichtige de startverklaring bezorgt aan het Vlaams Energieagentschap en de EPB-aangifte opstelt of de rechtspersoon, binnen de organisatie waarvan in opdracht van de aangifteplichtige de startverklaring bezorgd wordt aan het Vlaams Energieagentschap en de EPB-aangifte opgesteld wordt door een zaakvoerder, bestuurder of werknemer, houder van het diploma van architect, burgerlijk ingenieur architect, burgerlijk ingenieur, industrieel ingenieur, technisch ingenieur, bio-ingenieur, graduaat bouw, architect-assistent, bachelor bouw, de afstudeerrichting klimatisering van de bachelor elektromechanica en bachelor in de toegepaste architectuur of interieurarchitect, of een daarmee gelijkgesteld buitenlands diploma;"; 10° er wordt een punt 137/1° ingevoegd, dat luidt als volgt: "137/1° warmtepomp: voor wat de toepassing van de titels X en XI betreft, een machine, toestel of installatie dat/die warmte uit de natuurlijke omgeving, zoals de lucht, het water of de bodem overdraagt aan gebouwen of industriële installaties door de natuurlijke warmtestroming om te keren van een lagere naar een hogere temperatuur of waar bij omkeerbare warmtepompen de warmtestroming ook van het gebouw naar de natuurlijke omgeving kan plaatsvinden;"; 11° er wordt een punt 138/1° ingevoegd, dat luidt als volgt: "138/1° Woningbouwwet: de wet van 9 juli 1971 tot regeling van de woningbouw en de verkoop van te bouwen of in aanbouw zijnde woningen;".

Art. 3.In artikel 7.1.1, § 2, van hetzelfde decreet wordt het tweede lid vervangen door wat volgt: "In afwijking van het eerste lid kent de VREG geen groenestroomcertificaten toe voor de opwekking van elektriciteit uit zonne-energie als het fotovoltaïsch zonne-energiesysteem in aanmerking komt om te voldoen aan de verplichting opgelegd op grond van artikel 11.1.3.".

Art. 4.Het opschrift van titel X van hetzelfde decreet, vervangen bij decreet van 18 november 2011Relevante gevonden documenten type decreet prom. 18/11/2011 pub. 15/12/2011 numac 2011035991 bron vlaamse overheid Decreet houdende wijziging van het decreet van 8 mei 2009 houdende algemene bepalingen betreffende het energiebeleid sluiten, wordt vervangen door wat volgt: "TITEL X. - Erkenning van energiedeskundigen, verslaggevers en opleidingsinstellingen en de certificering van aannemers".

Art. 5.In artikel 10.1.2 van hetzelfde decreet wordt tussen de woorden "die erkenning vast" en de woorden "De Vlaamse Regering" de zin "De Vlaamse Regering kan voorwaarden koppelen aan de opheffing van een schorsing." ingevoegd.

Art. 6.Artikel 10.1.3 van hetzelfde decreet wordt vervangen door wat volgt: "Art. 10.1.3. § 1. Onverminderd artikel 1.1.3, 127°, kan de Vlaamse Regering voorwaarden vastleggen waaraan kandidaat-verslaggevers en verslaggevers moeten voldoen. Die voorwaarden kunnen in elk geval betrekking hebben op de opleiding, beroepskennis en -ervaring.

Onverminderd artikel 11.1.6/1, § 1, tweede lid, kan de Vlaamse Regering bijkomende voorwaarden vastleggen betreffende de onafhankelijke wijze van handelen van de verslaggever ten aanzien van opdrachtgevers en commerciële belangen.

De Vlaamse Regering kan categorieën van verslaggevers bepalen.

De Vlaamse Regering legt de procedure voor de erkenning van de verslaggevers vast. § 2. Voor de aflevering van energieprestatiecertificaten bij bouw wordt de verslaggever aangewezen als energiedeskundige.".

Art. 7.In artikel 10.1.4 van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 18 november 2011Relevante gevonden documenten type decreet prom. 18/11/2011 pub. 15/12/2011 numac 2011035991 bron vlaamse overheid Decreet houdende wijziging van het decreet van 8 mei 2009 houdende algemene bepalingen betreffende het energiebeleid sluiten, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het eerste lid worden tussen het woord "energiedeskundigen" en de woorden "of de aannemers" de woorden ", de verslaggevers" ingevoegd;2° in het derde lid worden tussen het woord "energiedeskundigen" en de woorden "en de aannemers" de woorden ", de verslaggevers" ingevoegd.

Art. 8.In artikel 11.1.1, § 1, vijfde lid, van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 18 november 2011Relevante gevonden documenten type decreet prom. 18/11/2011 pub. 15/12/2011 numac 2011035991 bron vlaamse overheid Decreet houdende wijziging van het decreet van 8 mei 2009 houdende algemene bepalingen betreffende het energiebeleid sluiten, worden de woorden "ten behoeve van mensen" telkens opgeheven.

Art. 9.Aan artikel 11.1.4, eerste lid, van hetzelfde decreet, gewijzigd bij decreet van 18 november 2011Relevante gevonden documenten type decreet prom. 18/11/2011 pub. 15/12/2011 numac 2011035991 bron vlaamse overheid Decreet houdende wijziging van het decreet van 8 mei 2009 houdende algemene bepalingen betreffende het energiebeleid sluiten, worden een punt 8° en een punt 9° toegevoegd, die luiden als volgt: "8° voor niet voor bewoning bestemde gebouwen van landbouwbedrijven met een lage energiebehoefte en niet voor bewoning bestemde gebouwen van landbouwbedrijven die in gebruik zijn bij een sector die onder een energiebeleidsovereenkomst inzake energieprestatie valt; 9° voor de niet voor bewoning bestemde gedeelten met een maximale bruikbare vloeroppervlakte van 50 m2 met een andere functie dan industrie of landbouw, gelegen in industriegebouwen, niet voor bewoning bestemde gebouwen van landbouwbedrijven met een lage energiebehoefte en niet voor bewoning bestemde gebouwen van landbouwbedrijven die in gebruik zijn bij een sector die onder een energiebeleidsovereenkomst inzake energieprestatie valt.".

Art. 10.In artikel 11.1.6 van hetzelfde decreet wordt na het woord "EPB-eisen" en voor de woorden "en de berekeningsmethodiek", de zinsnede ", rekening houdende met het kostenoptimale niveau van het peil van primair energieverbruik," ingevoegd.

Art. 11.In artikel 11.1.8, § 1, van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° het eerste lid wordt vervangen door wat volgt: "Na de uitvoering van de werken en handelingen aan gebouwen waarvoor EPB-eisen gelden als vermeld in artikel 11.1.1, § 1, dient de verslaggever namens de aangifteplichtige een EPB-aangifte in bij het Vlaams Energieagentschap binnen een termijn van zes maanden die ingaat van zodra een van de volgende voorwaarden is vervuld: 1° de ingebruikname van het gebouw, waarbij bij een nieuwbouw dit moment ten laatste steeds de eerste domiciliering van natuurlijke personen in een gebouw of de vestiging van een maatschappelijke zetel van een rechtspersoon in een gebouw is; 2° het beëindigen van de vergunnings- of meldingsplichtige werken of handelingen."; 2° tussen het eerste en het tweede lid wordt een lid ingevoegd, dat luidt als volgt: "De EPB-aangifte wordt in elk geval ten laatste vijf jaar na het verlenen van de stedenbouwkundige vergunning of na het neerleggen van de melding ingediend."; 3° in het bestaande tweede lid, dat het derde lid wordt, worden tussen de woorden "na de ingebruikname van het gebouw" en de woorden "namens de aangifteplichtige", de woorden "en uiterlijk vijf jaar na het verlenen van de stedenbouwkundige vergunning" ingevoegd.

Art. 12.In artikel 11.1.9 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1 wordt het tweede lid vervangen door wat volgt: "Als een gebouw dat gebouwd moet worden of in aanbouw is, door de aangifteplichtige wordt vervreemd, of als de stedenbouwkundige vergunning door de aangifteplichtige wordt overgedragen, dan wordt respectievelijk de nieuwe eigenaar of de nieuwe houder van de stedenbouwkundige vergunning de nieuwe aangifteplichtige.Als een gebouw dat al voorlopig opgeleverd is, wordt vervreemd voor een EPB-aangifte is ingediend, blijft de oorspronkelijke houder van de stedenbouwkundige vergunning of de meldingsplichtige de aangifteplichtige."; 2° in paragraaf 2 wordt de zinsnede "verkoop door een promotor-bouwheer aan een natuurlijke persoon van een gebouwde, te bouwen, te verbouwen of in aanbouw zijnde woning of appartement" vervangen door de zinsnede "een overeenkomst tussen een promotor-bouwheer en een natuurlijke persoon, waarbij de Woningbouwwet van toepassing is en die tot doel heeft een appartement of woning te verkopen, te bouwen of te verbouwen,".

Art. 13.In artikel 11.1.11 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij decreet van 18 november 2011Relevante gevonden documenten type decreet prom. 18/11/2011 pub. 15/12/2011 numac 2011035991 bron vlaamse overheid Decreet houdende wijziging van het decreet van 8 mei 2009 houdende algemene bepalingen betreffende het energiebeleid sluiten, wordt tussen het eerste en het tweede lid een lid ingevoegd, dat luidt als volgt: "De EPB-aangifte wordt door de verslaggever ingediend per deelproject als er geen EPB-eenheden zijn, of per EPB-eenheid. Als een stedenbouwkundige vergunning, waarop EPB-eisen van toepassing zijn, voor de ingebruikname of voor het beëindigen van de vergunnings- of meldingsplichtige werken door een nieuwe stedenbouwkundige vergunning wordt gewijzigd, worden de werken die uitgevoerd zijn op basis van deze verschillende vergunningen door de verslaggever in een EPB-aangifte gerapporteerd. Als een wijziging van een bestaande stedenbouwkundige vergunning wordt gevraagd en het voorwerp van de aanvraag een uitbreiding van het gebouw met EPB-eenheden betreft, wordt elk van deze uitbreidingen als een aparte EPB-eenheid met een EPB-aangifte gerapporteerd. De verslaggever meldt elektronisch aan het Vlaams Energieagentschap welke energieprestatiedossiers worden samengevoegd.".

Art. 14.In artikel 11.1.14, § 2, eerste lid, van hetzelfde decreet worden tussen het woord "vernietigde" en het woord "werken", de woorden "gestarte en voltooide" ingevoegd.

Art. 15.In artikel 11.2.1 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij decreet van 18 november 2011Relevante gevonden documenten type decreet prom. 18/11/2011 pub. 15/12/2011 numac 2011035991 bron vlaamse overheid Decreet houdende wijziging van het decreet van 8 mei 2009 houdende algemene bepalingen betreffende het energiebeleid sluiten, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1, eerste lid, wordt tussen de woorden "de eigenaars" en de woorden "de gebruikers", de zinsnede ", de houders van een zakelijk recht" ingevoegd;2° in paragraaf 3, eerste lid, wordt tussen de woorden "alsook zijn" en het woord "lasthebber" het woord "opdrachthouder," ingevoegd.

Art. 16.In artikel 13.1.4, § 2, van hetzelfde decreet worden tussen het woord "vernietigde" en het woord "werken" de woorden "gestarte en voltooide" ingevoegd.

Art. 17.In artikel 13.4.5, § 5, van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het tweede lid wordt het bedrag "250 euro" vervangen door het bedrag "1.000 euro"; 2° aan het tweede lid wordt de volgende zin toegevoegd: "De maximale boete bedraagt 10.000 euro."; 3° in het derde lid wordt het bedrag "25 euro" vervangen door het bedrag "10 euro".

Art. 18.Aan artikel 13.4.6, eerste lid, van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 18 december 2011, worden een punt 6° tot en met punt 14° toegevoegd, die luiden als volgt: "6° 1 euro per afwijking van 1%.m² op het installatierendement van ketels op gasvormige en vloeibare brandstof, bepaald op de wijze, vermeld in punt 1.7.1 van de bijlage bij dit decreet; 7° 22 euro per afwijking van 1 m² op de SPF van de elektrische warmtepomp, bepaald op de wijze, vermeld in punt 1.7.2 van de bijlage bij dit decreet; 8° 1,75 euro per afwijking van 1 W op het maximaal toegestaan vermogen voor directe elektrische verwarming, bepaald op de wijze, vermeld in punt 1.7.3 van de bijlage bij dit decreet; 9° 75 eurocent per afwijking van 1 W op het maximaal toegestaan vermogen voor elektrische warmwaterproductietoestellen, bepaald op de wijze, vermeld in punt 1.7.4 van de bijlage bij dit decreet; 10° 30 euro per afwijking van 1 m².K/W op de isolatie van circulatieleidingen, bepaald op de wijze, vermeld in punt 1.7.5 van de bijlage bij dit decreet; 11° 14 euro per afwijking van 1 m² op het systeemrendement van ijswatersystemen, bepaald op de wijze, vermeld in punt 1.7.6 van de bijlage bij dit decreet; 12° 30 eurocent per afwijking van 1 %.m² op het warmteterugwinrendement van centrale ventilatiesystemen, bepaald op de wijze, vermeld in punt 1.7.7 van de bijlage bij dit decreet; 13° 1,75 euro per afwijking van 1 W op het maximaal equivalente specifiek geïnstalleerd vermogen van verlichtingssystemen, bepaald op de wijze, vermeld in punt 1.7.8 van de bijlage bij dit decreet; 14° 2,5 euro per afwijking van 1 m² op de eis betreffende de energieverbruiksmeters, bepaald op de wijze, vermeld in punt 1.7.9 van de bijlage bij dit decreet;".

Art. 19.In artikel 13.4.7 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 18 december 2011 en 21 december 2012, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° aan paragraaf 1, eerste lid, worden een punt 8° tot en met punt 20° toegevoegd, die luiden als volgt: "8° 1 euro per afwijking van 1%.m² op het installatierendement van ketels op gasvormige en vloeibare brandstof, bepaald op de wijze, vermeld in punt 2.6.1 van de bijlage bij dit decreet; 9° 22 euro per afwijking van 1 m² op de SPF van de elektrische warmtepomp, bepaald op de wijze, vermeld in punt 2.6.2 van de bijlage bij dit decreet; 10° 1,75 euro per afwijking van 1 W op het maximaal toegestaan vermogen voor direct elektrische verwarming, bepaald op de wijze, vermeld in punt 2.6.3 van de bijlage bij dit decreet; 11° 75 eurocent per afwijking van 1 W op het maximaal toegestaan vermogen voor elektrische warmwaterproductietoestellen, bepaald op de wijze, vermeld in punt 2.6.4 van de bijlage bij dit decreet; 12° 30 euro per afwijking van 1 m².K/W op de isolatie van circulatieleidingen, bepaald op de wijze, vermeld in punt 2.6.5 van de bijlage bij dit decreet; 13° 14 euro per afwijking van 1 m² op het systeemrendement van ijswatersystemen, bepaald op de wijze, vermeld in punt 2.6.6 van de bijlage bij dit decreet; 14° 30 eurocent per afwijking van 1 %.m² op het warmteterugwinrendement van centrale ventilatiesystemen, bepaald op de wijze, vermeld in punt 2.6.7 van de bijlage bij dit decreet; 15° 1,75 euro per afwijking van 1 W op het maximaal equivalente specifiek geïnstalleerd vermogen van verlichtingssystemen, bepaald op de wijze, vermeld in punt 2.6.8 van de bijlage bij dit decreet; 16° 2,5 euro per afwijking van 1 m² op de eis betreffende de energieverbruiksmeters, bepaald op de wijze, vermeld in punt 2.6.9 van de bijlage bij dit decreet; 17° 10 euro per m² verschil tussen de in de EPB-aangifte opgegeven oppervlakte van de ruimten waarin de systeemeisen gelden en de bij controle vastgestelde waarde van de oppervlakte, met een maximum van 500 euro per systeemeis waarvoor de oppervlakte niet waarheidsgetrouw gerapporteerd is, bepaald op de wijze, vermeld in punt 2.7 van de bijlage bij dit decreet; 18° 50 euro per afwijking van 1 m op de lengte van de circulatieleiding, met een maximum van 500 euro, bepaald op de wijze, vermeld in punt 2.8 van de bijlage bij dit decreet; 19° 10 euro per afwijking van 1 m² voor elke niet gerapporteerde systeemeis, met een maximum van 1.000 euro per systeemeis, bepaald op de wijze, vermeld in punt 2.9 van de bijlage bij dit decreet; 20° 50 euro per afwijking van 1 m voor het niet rapporteren van de circulatieleiding, met een maximum van 1.000 euro, bepaald op de wijze, vermeld in punt 2.10 van de bijlage bij dit decreet."; 2° in paragraaf 1 wordt tussen het achtste en het negende lid een nieuw lid ingevoegd dat luidt als volgt: "De maximale boete bedraagt 10 euro per m® beschermd volume dat nieuw gebouwd wordt, gerenoveerd wordt of een functiewijziging ondergaat."; 3° in paragraaf 3 wordt het derde lid opgeheven;4° paragraaf 4 wordt vervangen door wat volgt: " § 4.Als het Vlaams Energieagentschap vaststelt dat de EPB-aangifte niet in overeenstemming is met de as-builtsituatie op de datum van de indiening van de EPB-aangifte of met de gemaakte controlevaststellingen, verplicht het Vlaams Energieagentschap de verslaggever om binnen de 60 kalenderdagen een nieuwe EPB-aangifte in te dienen die in overeenstemming is met zijn controlevaststellingen.

Als het Vlaams Energieagentschap vaststelt dat de indeling van het bouwproject in EPB-eenheden in de EPB-aangifte niet correct is gebeurd, verplicht het Vlaams Energieagentschap de verslaggever om binnen 60 kalenderdagen een nieuwe EPB-aangifte in te dienen volgens de correcte indeling in EPB-eenheden.

De verslaggever brengt de aangifteplichtige daarvan onmiddellijk op de hoogte en bezorgt hem de nieuw ingediende EPB-aangifte. De kosten voor het herindienen van de EPB-aangifte zijn volledig ten laste van de verslaggever."; 5° een paragraaf 5 wordt toegevoegd die luidt als volgt: " § 5.Als een overtreding van de verplichting, vermeld in paragraaf 3, eerste lid, of in paragraaf 4, eerste en tweede lid, wordt vastgesteld, maant het Vlaams Energieagentschap de verslaggever aan om binnen een vastgestelde termijn de verplichting na te leven. Als de verslaggever bij het verstrijken van die termijn in gebreke blijft, legt het Vlaams Energieagentschap een administratieve geldboete van 500 euro op. Het Vlaams Energieagentschap legt ook een nieuwe termijn vast waarin de betreffende verplichting moet worden nageleefd.

Als de verslaggever bij het verstrijken van de termijn, vermeld in het tweede lid, in gebreke blijft, legt het Vlaams Energieagentschap de verslaggever een administratieve geldboete op in de vorm van een dwangsom. Die bedraagt 10 euro per kalenderdag dat de termijn, vermeld in het eerste lid, wordt overschreden.".

Art. 20.Artikel 13.4.7/1, § 1, van hetzelfde decreet, ingevoegd bij decreet van 18 november 2011Relevante gevonden documenten type decreet prom. 18/11/2011 pub. 15/12/2011 numac 2011035991 bron vlaamse overheid Decreet houdende wijziging van het decreet van 8 mei 2009 houdende algemene bepalingen betreffende het energiebeleid sluiten en gewijzigd bij decreet van 21 december 2012, wordt vervangen door wat volgt: " § 1. Onverminderd artikel 13.4.7 kan het Vlaams Energieagentschap verslaggevers die herhaaldelijk fouten maken, verplichten om binnen een door het agentschap vastgestelde termijn te slagen voor een door of namens het agentschap georganiseerd examen. Verslaggevers die binnen deze termijn niet slagen voor dit examen, worden in hun activiteiten geschorst totdat zij alsnog slagen voor het examen.

Het Vlaams Energieagentschap kan tevens verslaggevers die blijk geven van kennelijke onbekwaamheid, die de erkenningsvoorwaarden niet naleven of die activiteiten uitvoeren die in strijd zijn met de bepalingen van artikel 11.1.6/1, § 1, tweede lid, schorsen in hun activiteiten, vermeld in dit decreet, voor een termijn die het Vlaams Energieagentschap zelf bepaalt, of de erkenning als verslaggever definitief intrekken. Vooraleer de schorsing van een verslaggever wordt opgeheven, dient hij te slagen voor een door of namens het Vlaams Energieagentschap georganiseerd examen.

Wanneer de verslaggever een rechtspersoon is, kan het Vlaams Energieagentschap de sanctie, vermeld in het eerste en tweede lid, opleggen aan één of meer van de natuurlijke personen, vermeld in artikel 1.1.3, 127°.

De Vlaamse Regering kan bijkomende voorwaarden koppelen aan de opheffing van een schorsing.".

Art. 21.In artikel 13.4.10, § 3/1, tweede lid, van hetzelfde decreet, ingevoegd bij decreet van 18 november 2011Relevante gevonden documenten type decreet prom. 18/11/2011 pub. 15/12/2011 numac 2011035991 bron vlaamse overheid Decreet houdende wijziging van het decreet van 8 mei 2009 houdende algemene bepalingen betreffende het energiebeleid sluiten, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° tussen de woorden "aan de" en het woord "lasthebber" wordt het woord "opdrachthouder," ingevoegd;2° tussen de woorden "van deze" en het woord "lasthebber" word het woord "opdrachthouder," ingevoegd.

Art. 22.In hetzelfde decreet, het laatst gewijzigd bij decreet van 28 juni 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 28/06/2013 pub. 19/07/2013 numac 2013035646 bron vlaamse overheid Decreet houdende instemming met het samenwerkingsakkoord tussen Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest betreffende het Protocol dat op 20 oktober 2010 door de Regeringen van het Koninkrijk België, het Koninkrijk Denemarken, de Bondsrepubliek Duitsland, het Groothertogdom Luxemburg, het Koninkrijk der Nederlanden en het Koninkrijk Zweden werd ondertekend tot wijziging van het Verdrag van 9 februari 1994 inzake de heffing van rechten voor het gebruik van bepaalde wegen door zware vrachtwagens, ter uitvoering van artikel 4, § 4, van de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de Gemeenschappen en de Gewesten sluiten, wordt een artikel 15.3.5/6 ingevoegd, dat luidt als volgt: "Art. 15.3.5/6. In afwijking van artikel 10.1.3, § 1, kan de Vlaamse Regering voor verslaggevers die zich voor 1 januari 2015 als zodanig al in de energieprestatiedatabank geregistreerd hebben en die minstens één startverklaring of één EPB-aangifte ingediend hebben, uitzonderingen toestaan op de erkenningsvoorwaarden.".

Art. 23.In de bijlage bij hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° het woord "subdossier" wordt in de tekst en in de formules telkens vervangen door het woord "EPB-eenheid";2° het woord "subdossiers" wordt in de tekst en in de formules telkens vervangen door het woord "EPB-eenheden";3° het woord "ontwerptoevoerdebiet" wordt in de tekst en in de formules telkens vervangen door het woord "toevoerdebiet";4° het woord "ontwerpafvoerdebiet" wordt in de tekst en in de formules telkens vervangen door het woord "afvoerdebiet";5° de woorden "ontwerp toevoerdebiet" worden in de tekst en in de formules telkens vervangen door het woord "toevoerdebiet";6° de woorden "ontwerp afvoerdebiet" worden in de tekst en in de formules telkens vervangen door het woord "afvoerdebiet"; 7° aan punt 1 wordt een punt 1.7 toegevoegd, dat luidt als volgt: "1.7. Afwijkingen bij niet-conformiteit met de EPB-eisen op het vlak van de systeemeisen 1.7.1. Ketels op gasvormige en vloeibare brandstof Als in de EPB-aangifte gerapporteerd is dat niet voldaan is aan de eis betreffende het minimale installatierendement, wordt de overeenkomstige afwijking op het vlak van het installatierendement, uitgedrukt in %.m², als volgt bepaald: (inst, eis - inst, aangifte) Ainst, heat, net, aangifte waarin: inst, aangifte de in de EPB-aangifte vermelde waarde van het installatierendement; inst, eis de minimaal vereiste waarde van het installatierendement;

Ainst, heat, net, aangifte de in de EPB-aangifte vermelde netto vloeroppervlakte die bediend wordt door de verwarmingsinstallatie, in m². Dit is de som van de vloeroppervlaktes, uitgedrukt in m² van alle ruimtes waarin minstens één warmte afgifte-element of inblaasmond van warme lucht aangesloten is op de betreffende verwarmingsinstallatie. 1.7.2. Elektrische warmtepompen Als in de EPB-aangifte opgegeven is dat niet voldaan is aan de eis betreffende de minimale SPF, wordt de overeenkomstige afwijking op het vlak van SPF, uitgedrukt in m², als volgt bepaald: (SPFeis - SPFaangifte) Ainst, heat, net, aangifte waarin: SPFaangifte de in de EPB-aangifte vermelde waarde van de SPF i;

SPFeis de minimaal vereiste waarde van de SPF;

Ainst, heat, net, aangifte de in de EPB-aangifte vermelde netto vloeroppervlakte die bediend wordt door de verwarmingsinstallatie, uitgedrukt in m². Dit is de som van de vloeroppervlaktes in m² van alle ruimtes waarin minstens één warmte afgifte-element of inblaasmond van warme lucht aangesloten is op de betreffende verwarmingsinstallatie. 1.7.3. Directe elektrische verwarming Als in de EPB-aangifte opgegeven is dat niet voldaan is aan de eis betreffende het maximaal toegestaan elektrische vermogen van direct elektrische verwarming, wordt de overeenkomstige afwijking op het vlak van het elektrische vermogen, uitgedrukt in W, als volgt bepaald: (Wtot, aangifte/Af, gross, aangifte - 15 W/m²) Af, gross, aangifte waarin: Wtot, aangifte de in de EPB-aangifte vermelde waarde van het totale afgiftevermogen van de elektrische verwarmingstoestellen, uitgedrukt in W;

Af, gross, aangifte de in de EPB-aangifte vermelde brutovloeroppervlakte in m². 1.7.4. Elektrische doorstroomtoestellen en boilers Als in de EPB-aangifte opgegeven is dat niet voldaan is aan de eis betreffende het maximaal toegestaan elektrische vermogen van elektrische warmwaterproductietoestellen, wordt de overeenkomstige afwijking op het vlak van het elektrische vermogen, uitgedrukt in W, als volgt bepaald: Pel, aangifte - max [ 2500; 2500 + 50 * (Af, gross, aangifte - 150) ] waarin: Pel, aangifte de in de EPB-aangifte vermelde waarde van het elektrisch vermogen, uitgedrukt in W, bepaald door de som te nemen van de elektrische vermogens van alle elektrische warmwaterproductietoestellen;

Af, gross, aangifte de in de EPB-aangifte vermelde brutovloeroppervlakte in m². 1.7.5. Circulatieleidingen Als in de EPB-aangifte opgegeven is dat niet voldaan is aan de eis betreffende de isolatie van circulatieleidingen, wordt de overeenkomstige afwijking op het vlak isolatie, uitgedrukt in m².K/W, als volgt bepaald: (R,l,min, eis - Rl, aangifte) lcirc, aangifte waarin: R,l, min, eis de minimaal vereiste waarde van de lineaire warmteweerstand van het betreffende leidingsegment, uitgedrukt in m.K/W;

R,l, aangifte de in de EPB-aangifte vermelde waarde van de lineaire warmteweerstand van het betreffende leidingsegment, uitgedrukt in m.K/W; lcirc, aangifte de in de EPB-aangifte vermelde lengte van het betreffende segment van de circulatieleiding in m. 1.7.6. IJswatersystemen Als in de EPB-aangifte opgegeven is dat niet voldaan is aan de eis betreffende het minimale systeemrendement van ijswatersystemen, wordt de overeenkomstige afwijking van het systeemrendement, uitgedrukt in m², als volgt bepaald: (sys,cool,min, eis - sys,cool, aangifte) A inst, cool, net, aangifte waarin: sys,cool,min, eis de minimaal vereiste waarde van het systeemrendement; sys,cool, aangifte de in de EPB-aangifte vermelde waarde van het systeemrendement;

Ainst, cool, net, aangifte de in de EPB-aangifte vermelde netto vloeroppervlakte die bediend wordt door de koelinstallatie, uitgedrukt in m². Dit is de som van de vloeroppervlaktes in m² van alle ruimtes waarin minstens één koude afgifte-element of inblaasmond van koude lucht aangesloten is op de betreffende koelinstallatie. 1.7.7. Energieprestatie van ventilatiesystemen Als in de EPB-aangifte opgegeven is dat niet voldaan is aan de eis betreffende het minimale warmteterugwinrendement voor centrale ventilatiesystemen, wordt de overeenkomstige afwijking van het warmteterugwinrendement, uitgedrukt in %.m², als volgt bepaald: (hr, vent, eis - hr, vent, aangifte) Ainst, vent, net, aangifte waarin: hr, vent, eis de minimaal vereiste waarde van het warmteterugwinrendement; hr, vent, aangifte de in de EPB-aangifte vermelde waarde van het warmteterugwinrendement;

Ainst, vent, net, aangifte de in de EPB-aangifte vermelde netto vloeroppervlakte die bediend wordt door de ventilatie-installatie, uitgedrukt in m². Dit is de som van de vloeroppervlaktes in m² van alle ruimtes waarin minstens één mechanische toevoer- of afvoeropening aangesloten is op de betreffende ventilatie-installatie. 1.7.8. Verlichting Als in de EPB-aangifte opgegeven is dat er in een ruimte niet voldaan is aan de eis betreffende het maximaal equivalente specifiek geïnstalleerd vermogen voor verlichting, wordt de overeenkomstige afwijking op het equivalente specifiek geïnstalleerd vermogen in die ruimte, uitgedrukt in W, als volgt bepaald: (wequiv, aangifte - wequiv, max, eis) Alight, net, aangifte waarin: wequiv, aangifte de in de EPB-aangifte vermelde waarde van het equivalente specifiek geïnstalleerd vermogen in de betreffende ruimte; wequiv, max, eis het maximaal equivalente specifiek geïnstalleerd vermogen in de betreffende ruimte;

Alight, net de in de EPB-aangifte vermelde netto vloeroppervlakte, uitgedrukt in m², van de ruimte waarin het maximaal equivalente specifiek geïnstalleerd vermogen overschreden wordt. 1.7.9. Energieverbruiksmeters Als in de EPB-aangifte opgegeven is dat niet voldaan is aan de eis betreffende de verplichte energieverbruiksmeters, is de overeenkomstige afwijking gelijk aan Ainst, heat, net, aangifte zoals bepaald in 1.7.1 in geval van warmteproductie en gelijk aan Ainst, cool, net, aangifte zoals bepaald in 1.7.6 in geval van koeling."; 8° aan punt 2 wordt een punt 2.7 toegevoegd, dat luidt als volgt: "2.7. Afwijkingen van niet-conformiteit met de EPB-eisen op het vlak van de systeemeisen 2.7.1. Ketels op gasvormige en vloeibare brandstof Als bij controle de vastgestelde waarde van het installatierendement kleiner blijkt dan in de EPB-aangifte is vermeld, wordt de overeenkomstige afwijking op het vlak van het installatierendement, uitgedrukt in %.m², als volgt bepaald: (inst, aangifte - inst, vaststelling) Ainst, heat, net, vaststelling waarin: inst, aangifte de in de EPB-aangifte vermelde waarde van het installatierendement; inst, vaststelling de bij controle vastgestelde waarde van het installatierendement;

Ainst, heat, net, vaststelling de bij controle vastgestelde waarde van de netto vloeroppervlakte die bediend wordt door de verwarmingsinstallatie, uitgedrukt in m². Dit is de som van de vloeroppervlaktes in m² van alle ruimtes waarin minstens één warmte afgifte-element of inblaasmond van warme lucht aangesloten is op de betreffende verwarmingsinstallatie. 2.7.2. Elektrische warmtepompen Als bij controle de vastgestelde waarde van de SPF kleiner blijkt dan in de EPB-aangifte is vermeld, dan wordt de overeenkomstige afwijking op het vlak van SPF, uitgedrukt in m², als volgt bepaald: (SPF aangifte - SPF vaststelling) Ainst, heat, net, vaststelling waarin: SPF aangifte de in de EPB-aangifte vermelde waarde van de SPF;

SPFvaststelling de bij controle vastgestelde waarde van de SPF;

Ainst, heat, net, vaststelling de bij controle vastgestelde waarde van de netto vloeroppervlakte die bediend wordt door de verwarmingsinstallatie, uitgedrukt in m². Dit is de som van de vloeroppervlaktes in m² van alle ruimtes waarin minstens één warmte afgifte-element of inblaasmond van warme lucht aangesloten is op de betreffende verwarmingsinstallatie. 2.7.3. Directe elektrische verwarming Als bij controle de vastgestelde waarde van het elektrische vermogen van de direct elektrische verwarming groter blijkt dan in de EPB-aangifte is vermeld, wordt de overeenkomstige afwijking op het vlak van het elektrische vermogen, uitgedrukt in W, als volgt bepaald: Wtot, vaststelling - Wtot, aangifte waarin: Wtot, vaststelling de bij controle vastgestelde waarde van het totale afgiftevermogen van de elektrische verwarmingstoestellen, uitgedrukt in W;

Wtot, aangifte de in de EPB-aangifte vermelde waarde van het totale afgiftevermogen van de elektrische verwarmingstoestellen, uitgedrukt in W. 2.7.4. Elektrische doorstroomtoestellen en boilers Als bij controle de vastgestelde waarde van het elektrische vermogen van de elektrische warmwaterproductietoestellen groter blijkt dan in de EPB-aangifte is vermeld, wordt de overeenkomstige afwijking op het vlak van het elektrische vermogen, uitgedrukt in W, als volgt bepaald: Pel, vaststelling - Pel, aangifte waarin: Pel, vaststelling de bij controle vastgestelde waarde van het elektrisch vermogen die bepaald is door de som te nemen van de elektrische vermogens van alle elektrische warmwaterproductietoestellen, uitgedrukt in W;

Pel, aangifte de in de EPB-aangifte vermelde waarde van het elektrisch vermogen, die bepaald is door de som te nemen van de elektrische vermogens van alle elektrische warmwaterproductietoestellen, uitgedrukt in W. 2.7.5. Circulatieleidingen Als bij controle de vastgestelde waarde van de isolatie van circulatieleidingen slechter blijkt dan in de EPB-aangifte is vermeld, wordt de overeenkomstige afwijking op het vlak van de isolatie, uitgedrukt in m².K/W, als volgt bepaald: (R,l, aangifte - Rl, vaststelling) lcirc, vaststelling waarin: R,l, aangifte de in de EPB-aangifte vermelde waarde van de lineaire warmteweerstand van het betreffende leidingsegment, uitgedrukt in m.K/W;

R,l, vaststelling de bij controle vastgestelde waarde van de lineaire warmteweerstand van het betreffende leidingsegment, uitgedrukt in m.K/W; lcirc, vaststelling de bij controle vastgestelde waarde van de lengte van het betreffende segment van de circulatieleiding, uitgedrukt in m. 2.7.6. IJswatersystemen Als bij controle de vastgestelde waarde van het systeemrendement van ijswatersystemen kleiner blijkt dan in de EPB-aangifte is vermeld, wordt de overeenkomstige afwijking op het systeemrendement, uitgedrukt in m², als volgt bepaald: (sys,cool, aangifte - sys,cool, vaststelling) Ainst, cool, net, vaststelling waarin: sys,cool, aangifte de in de EPB-aangifte vermelde waarde van het systeemrendement; sys,cool, vaststelling de bij controle vastgestelde waarde van het systeemrendement;

Ainst, cool, net, vaststelling de bij controle vastgestelde waarde van de netto vloeroppervlakte die bediend wordt door de koelinstallatie, uitgedrukt in m². Dit is de som van de vloeroppervlaktes in m² van alle ruimtes waarin minstens één koude afgifte-element of inblaasmond van koude lucht aangesloten is op de betreffende koelinstallatie. 2.7.7. Energieprestatie van ventilatiesystemen Als bij controle de vastgestelde waarde van het warmteterugwinrendement voor centrale ventilatiesystemen kleiner blijkt dan in de EPB-aangifte is vermeld, wordt de overeenkomstige afwijking op het warmteterugwinrendement, uitgedrukt in %.m², als volgt bepaald: (hr, vent, aangifte - hr, vent, vaststelling) Ainst, vent, net, vaststelling waarin: hr, vent, aangifte de in de EPB-aangifte vermelde waarde van het warmteterugwinrendement; hr, vent, vaststelling de bij controle vastgestelde waarde van het warmteterugwinrendement;

Ainst, vent, net, vaststelling de bij controle vastgestelde waarde van de netto vloeroppervlakte die bediend wordt door de ventilatie-installatie, uitgedrukt in m². Dit is de som van de vloeroppervlaktes in m² van alle ruimtes waarin minstens één mechanische toevoer- of afvoeropening aangesloten is op de betreffende ventilatie-installatie. 2.7.8. Verlichting Als bij controle voor een ruimte de vastgestelde waarde van het equivalente specifiek geïnstalleerd vermogen voor verlichting groter blijkt dan in de EPB-aangifte is vermeld, wordt de overeenkomstige afwijking op het equivalente specifiek geïnstalleerd vermogen voor die ruimte, uitgedrukt in W, als volgt bepaald: (wequiv, vaststelling - wequiv, aangifte) Alight, net, vaststelling waarin: wequiv, vaststelling de bij controle vastgestelde waarde van het equivalente specifiek geïnstalleerd vermogen in de ruimte; wequiv, aangifte de in de EPB-aangifte vermelde waarde van het equivalente specifiek geïnstalleerd vermogen in de ruimte;

Alight, net, vaststelling de bij controle vastgestelde waarde van de netto vloeroppervlakte, uitgedrukt in m², van de ruimte waarin de in de EPB-aangifte vermelde waarde van het equivalente specifiek geïnstalleerd vermogen afwijkt ten opzichte van de bij controle vastgestelde waarde van het equivalente specifiek geïnstalleerd vermogen. 2.7.9. Energieverbruiksmeters Als bij controle blijkt dat niet voldaan is aan de eis betreffende de verplichte energieverbruiksmeters (er is geen meter geplaatst of de meter voldoet niet aan de minimaal vereiste karakteristieken) in tegenstelling tot wat in de EPB-aangifte is vermeld, is de overeenkomstige afwijking gelijk aan Ainst, heat, net, vaststelling, zoals bepaald in 2.6.1, in geval van warmteproductie en gelijk aan Ainst, cool, net, vaststelling, zoals bepaald in 2.6.6, in geval van koeling."; 9° aan punt 2 wordt een punt 2.8 toegevoegd, dat luidt als volgt: "2.8. Afwijkingen bij het bepalen van de oppervlakten van de ruimtes waarin de systeemeisen gelden Als bij controle de vastgestelde waarde van de bruto vloeroppervlakten van de ruimten waarin de systeemeisen met betrekking tot direct elektrische verwarming en elektrische doorstroomtoestellen en boilers gelden, meer dan 5% kleiner blijkt dan in de EPB-aangifte is vermeld, wordt de overeenkomstige afwijking, uitgedrukt in m², als volgt bepaald: Af, gross, aangifte - Af, gross, vaststelling waarin: Af, gross, aangifte de in de EPB-aangifte vermelde bruto vloeroppervlakte, uitgedrukt in m²;

Af, gross, vaststelling de bij controle vastgestelde waarde van de bruto vloeroppervlakte, uitgedrukt in m².

Als bij controle de vastgestelde waarde van de netto vloeroppervlakte van de ruimten waarin een systeemeis geldt, meer dan 5% groter blijkt dan in de EPB-aangifte is vermeld, wordt de overeenkomstige afwijking, uitgedrukt in m², als volgt bepaald: - in geval van ketels op gasvormige en vloeibare brandstof, elektrische warmtepompen en energieverbruiksmeters van warmteproductie-installaties: Ainst, heat, net, vaststelling - Ainst, heat, net, aangifte waarin: Ainst, heat, net, vaststelling de bij controle vastgestelde waarde van de netto vloeroppervlakte die bediend wordt door de verwarmingsinstallatie, zoals bepaald in 2.7.1. Ainst, heat, net, aangifte de in de EPB-aangifte vermelde waarde van de netto vloeroppervlakte die bediend wordt door de verwarmingsinstallatie, zoals bepaald in 2.7.1.; - in geval van ijswatersystemen en energieverbruiksmeters van koelinstallaties: Ainst, cool, net, vaststelling - Ainst, cool, net, aangifte waarin: Ainst, cool, net, vaststelling de bij controle vastgestelde waarde van de netto vloeroppervlakte die bediend wordt door de koelinstallatie, zoals bepaald in 2.7.6.

Ainst, cool, net, aangifte de in de EPB-aangifte vermelde waarde van de netto vloeroppervlakte die bediend wordt door de koelinstallatie, zoals bepaald in 2.7.6.; - in geval van energieprestatie van ventilatiesystemen: Ainst, ven, net, vaststelling - Ainst, vent, net, aangifte waarin: Ainst, vent, net, vaststelling de bij controle vastgestelde waarde van de netto vloeroppervlakte die bediend wordt door de ventilatie-installatie, zoals bepaald in 2.7.7.

Ainst, vent, net, aangifte de in de EPB-aangifte vermelde waarde van de netto vloeroppervlakte die bediend wordt door de ventilatie-installatie, zoals bepaald in 2.7.7.; - in geval van verlichting: Alight, net, vaststelling - Alight, net, aangifte waarin: Alight, net, vaststelling de bij controle vastgestelde waarde van de netto vloeroppervlakte, uitgedrukt in m², van de ruimte waarin het maximaal equivalente specifiek geïnstalleerd vermogen overschreden wordt.

Alight, net, aangifte de in de EPB-aangifte vermelde waarde van de netto vloeroppervlakte, uitgedrukt in m², van de ruimte waarin het maximaal equivalente specifiek geïnstalleerd vermogen overschreden wordt."; 10° aan punt 2 wordt een punt 2.9 toegevoegd, dat luidt als volgt: "2.9. Afwijkingen bij de bepaling van de lengte van circulatieleidingen Als bij controle de vastgestelde waarde van de lengte van een circulatieleiding meer dan 5% groter blijkt in de EPB-aangifte is vermeld, dan wordt de overeenkomstige afwijking, uitgedrukt in meter, als volgt bepaald: (lcirc, vaststelling - lcirc, aangifte) waarin: lcirc, vaststelling de bij controle vastgestelde lengte, uitgedrukt in meter van de circulatieleiding; lcirc, aangifte de in de EPB-aangifte vermelde waarde van de lengte, uitgedrukt in meter van de circulatieleiding."; 11° aan punt 2 wordt een punt 2.10 toegevoegd, dat luidt als volgt: "2.10. Afwijking bij de rapportering van de geldende systeemeisen Als bij controle blijkt dat een systeemeis van toepassing is in tegenstelling tot wat in de EPB-aangifte is vermeld, dan is de overeenkomstige afwijking, uitgedrukt in m², per geldende eis die niet gerapporteerd is gelijk aan: - in geval van ketels op gasvormige en vloeibare brandstof, elektrische warmtepompen en energieverbruiksmeters van warmteproductie-installaties: Ainst, heat, net, vaststelling, de bij controle vastgestelde waarde van de netto vloeroppervlakte die bediend wordt door de verwarmingsinstallatie, zoals bepaald in 2.7.1; - in geval van ijswatersystemen en energieverbruiksmeters van koelinstallaties: Ainst, cool, net, vaststelling, de bij controle vastgestelde waarde van de netto vloeroppervlakte die bediend wordt door de koelinstallatie, zoals bepaald in 2.7.6; - in geval van energieprestatie van ventilatiesystemen: Ainst, vent, net, vaststelling, de bij controle vastgestelde waarde van de netto vloeroppervlakte die bediend wordt door de ventilatie-installatie, zoals bepaald in 2.7.7; - in geval van verlichting: Alight, net, vaststelling, de bij controle vastgestelde waarde van de netto vloeroppervlakte, uitgedrukt in m², van de ruimtes waarvoor de systeemeis met betrekking tot verlichting van toepassing is; - in geval van direct elektrische verwarming en elektrische doorstroomtoestellen en boilers: Af, gross, vaststelling, de bij controle vastgestelde waarde van de bruto vloeroppervlakte, uitgedrukt in m²."; 12° aan punt 2 wordt een punt 2.11 toegevoegd, dat luidt als volgt: "2.11. Afwijking bij de rapportering van circulatieleidingen Als bij controle blijkt dat een circulatieleiding geplaatst is in tegenstelling tot wat in de EPB-aangifte is vermeld, is de overeenkomstige afwijking gelijk aan de bij controle vastgestelde lengte in meter van de circulatieleiding."; 13° aan punt 3 wordt een streepje toegevoegd, dat luidt als volgt: "- de jaarlijkse netto-energiebehoefte voor verwarming Q (kWh/m².jaar) wordt afgerond tot op twee cijfers na de komma.".

Art. 24.Dit decreet treedt in werking op de datum van de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad, met uitzondering van artikel 2, 3° en 9°, en artikel 8, die in werking treden op 1 januari 2015.

Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Brussel, 14 maart 2014.

De minister-president van de Vlaamse Regering, K. PEETERS De Vlaamse minister van Energie, Wonen, Steden en Sociale Economie, F. VAN DEN BOSSCHE _______ Nota (1) Zitting 2013-2014. Stukken. - Ontwerp van decreet, 2328 - Nr. 1. - Amendementen, 2328 - Nr. 2. - Verslag, 2328 - Nr. 3. - Tekst aangenomen door de plenaire vergadering, 2328 - Nr. 4 Handelingen. - Bespreking en aanneming. Vergadering van 26 februari 2014.

^