gepubliceerd op 30 december 2014
Ministerieel besluit houdende vergoedingen aan sommige elektriciteitsdistributienetbeheerders voor de uitvoering van de openbaredienstverplichtingen inzake geïmmobiliseerde groenestroom- en warmte-krachtcertificaten vermeld in artikel 6.4.14/1 van het Energiebesluit van 19 november 2010
VLAAMSE OVERHEID
Leefmilieu, Natuur en Energie
8 DECEMBER 2014. - Ministerieel besluit houdende vergoedingen aan sommige elektriciteitsdistributienetbeheerders voor de uitvoering van de openbaredienstverplichtingen inzake geïmmobiliseerde groenestroom- en warmte-krachtcertificaten vermeld in artikel 6.4.14/1 van het Energiebesluit van 19 november 2010
De Vlaamse minister van Begroting, Financiën en Energie, Gelet op het Energie
decreet van 8 mei 2009Relevante gevonden documenten
type
decreet
prom.
08/05/2009
pub.
06/07/2009
numac
2009035588
bron
vlaamse overheid
Decreet tot wijziging van het decreet van 22 december 2006 houdende eisen en handhavingsmaatregelen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen en tot invoering van een energieprestatiecertificaat en tot wijziging van artikel 22 van het REG-decreet
type
decreet
prom.
08/05/2009
pub.
07/07/2009
numac
2009035580
bron
vlaamse overheid
Decreet houdende algemene bepalingen betreffende het energiebeleid
sluiten, artikel 7.1.6, § 2, tweede lid, artikel 7.1.7, § 2, tweede lid, artikel 7.5.1, artikel 8.4.1, 9°, artikel 8.7.1 en artikel 13.1.1;
Gelet op het decreet van 20 december 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 20/12/2013 pub. 30/12/2013 numac 2013036194 bron vlaamse overheid Decreet houdende de middelenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2014 sluiten houdende de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2014;
Gelet op het decreet van 25 april 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 25/04/2014 pub. 09/07/2014 numac 2014035615 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2014 sluiten houdende aanpassing van de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2014;
Gelet op het decreet van 19 december 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 19/12/2014 pub. 10/06/2015 numac 2015035562 bron vlaamse overheid Decreet houdende de tweede aanpassing van de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2014 sluiten houdende tweede aanpassing van de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2014;
Gelet op het Energiebesluit van 19 november 2010, artikelen 6.4.14/1, 6.4.14/2 en 11.1.3, ingevoegd bij besluit van de Vlaamse Regering van 10 januari 2014Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 10/01/2014 pub. 14/02/2014 numac 2014201023 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het Energiebesluit van 19 november 2010, wat betreft de banking van groenestroomcertificaten en warmtekrachtcertificaten door de netbeheerders type besluit van de vlaamse regering prom. 10/01/2014 pub. 18/02/2014 numac 2014035174 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van artikel 1, 3, 4, 5, 6, 8 en 9 van het besluit van de Vlaamse Regering van 2 december 2011 houdende de subsidiëring van sociale huisvestingsmaatschappijen voor uitgaven met betrekking tot rationeel energiegebruik en groene warmte sluiten;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 8 november 2013Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 08/11/2013 pub. 18/12/2013 numac 2013206869 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de algemene regels inzake subsidiëring sluiten betreffende de algemene regels inzake subsidiëring;
Gelet op de respectievelijke beslissingen van de VREG tot aanduiding van Gaselwest, Imea, Imewo, Intergem, Iveka, Iverlek, Sibelgas, Infrax-West, Inter-Energa, Iveg en PBE als elektriciteitsdistributienetbeheerder in overeenstemming met artikel 4.1.1 van het Energie decreet van 8 mei 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/05/2009 pub. 06/07/2009 numac 2009035588 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 22 december 2006 houdende eisen en handhavingsmaatregelen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen en tot invoering van een energieprestatiecertificaat en tot wijziging van artikel 22 van het REG-decreet type decreet prom. 08/05/2009 pub. 07/07/2009 numac 2009035580 bron vlaamse overheid Decreet houdende algemene bepalingen betreffende het energiebeleid sluiten;
Gelet op het gunstig advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 14 november 2014;
Overwegende dat het besluit 2012/21/EU van de Europese Commissie van 20 december 2011 betreffende de toepassing van artikel 106, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op staatssteun in de vorm van compensatie voor de openbare dienst, verleend aan bepaalde met het beheer van diensten van algemeen economisch belang belaste ondernemingen op de in de besluit vervatte vergoedingen van toepassing is;
Overwegende dat voor 2014 en volgens artikel 6.4.14/1 van het Energiebesluit van 19 november 2010 het aantal te banken certificaten is vastgesteld op 2,5 miljoen certificaten, waarvan 1,5 miljoen groenestroomcertificaten en 1 miljoen warmte-krachtcertificaten;
Besluit : HOOFDSTUK I. - Bepaling van de beschikbare middelen voor de kapitaalkostvergoedingen van 2014 tot uitvoering van artikel 6.4.14/2, § 2, van het energiebesluit van 19 november 2010
Artikel 1.Rekening houdende met het in 2014 gezamenlijk aantal te immobiliseren certificaten volgens artikel 6.4.14/1, § 1 van het Energiebesluit van 19 november 2010, bedragen de voor dat jaar beschikbare middelen vanuit de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap maximaal 2,8 miljoen euro voor de volgens artikel 6.4.14/2, § 2, te betalen jaarlijkse kapitaalkostvergoedingen aan de elektriciteitsdistributienetbeheerders voor hun gezamenlijke jaarlijkse kosten verbonden aan de openbaredienstverplichtingen vermeld in artikel 6.4.14/1 van het Energiebesluit van 19 november 2010.
Art. 2.Het maximale bedrag vermeld in artikel 1 wordt verdeeld over de individuele, in die hoedanigheid door de VREG aangeduide elektriciteitsdistributienetbeheerders door een weging op basis van: 1° de relatieve waarde van te immobiliseren middelen voor de periode van immobilisatie en naargelang het groenestroom- of warmte-krachtcertificaten betreft in uitvoering van artikel 6.4.14/2, § 2, lid 2 van het Energiebesluit van 19 november 2010; 2° het relatieve aandeel van de elektriciteitsdistributienetbeheerders in de te banken certificaten per gezamenlijke verplichting in uitvoering van artikel 6.4.14/2, § 2, lid 3, van het Energiebesluit van 19 november 2010.
Art. 3.De weging met toepassing van de verdeelsleutels van artikel 2 en het daaruit voortvloeiende resultaat tot verdeling van de maximale vergoeding bepaald in artikel 1 over de individuele elektriciteitsdistributienetbeheerders, is opgenomen als bijlage 1.
Art. 4.Op basis van artikel 3 is de maximale vergoeding per individuele elektriciteitsdistributienetbeheerder als volgt: 1° Gaselwest: 491.064,14 euro; 2° Imea: 71.752,27 euro; 3° Imewo: 334.216,82 euro; 4° Intergem: 285.322,64 euro; 5° Iveka: 427.865,98 euro; 6° Iverlek: 322.993,98 euro; 7° Sibelgas: 24.476,18 euro; 8° Infrax-West: 155.330,05 euro; 9° Inter-Energa: 501.389,27 euro; 10° Iveg: 89.548,64 euro; 11° PBE: 96.040,02 euro. HOOFDSTUK II. - Nadere uitbetalingsregels voor de jaarlijkse kapitaalkostvergoedingen vermeld in artikel 6.4.14/2, § 2 van het energiebesluit van 19 november 2010
Art. 5.De kapitaalkostvergoeding voor een bepaald jaar waarop een, in die hoedanigheid door de VREG aangeduide elektriciteitsdistributienetbeheerder aanspraak kan maken volgens artikel 6.4.14/2, § 2 van het Energiebesluit van 19 november 2010 voor de gebankte certificaten volgens artikel 6.4.14/1 van het Energiebesluit van 19 november 2010, wordt vastgesteld op basis van de modaliteiten van artikel 7.
Art. 6.De begunstigde elektriciteitsdistributienetbeheerder dient bij het Vlaams Energieagentschap één afzonderlijke schuldvordering in om de jaarlijkse kapitaalkostvergoeding aan te vragen.
Art. 7.§ 1. De schuldvordering en uitbetaalde kapitaalkostvergoeding voor een bepaald jaar hebben betrekking op de werkelijke externe financieringskost en de marktconformiteit ervan volgens de hieronder beschreven modaliteiten en voor te leggen bewijsstukken. In het geval van een aftopping volgens paragraaf 6 betreft het slechts een deel van de externe financieringskost. § 2. De uitbetaalde kapitaalkostvergoeding heeft betrekking op de financieringskost FKn (EUR) van de voorraad geïmmobiliseerde groenestroom- en warmte-krachtcertificaten van een elektriciteitsdistributienetbeheerder in het jaar n waarbij deze financieringskost wordt vastgesteld volgens de formules van § 3. § 3. Aan de schuldvordering dient afzonderlijk een verantwoording te worden toegevoegd met daarin de berekening van FKn volgens ondergaande formules waarvan elk resultaat afzonderlijk in deze verantwoording dient te worden opgenomen: FKn = WRn X GWn Met hierin: WRn = De door de FOD Financiën vastgestelde wettelijke rentevoet (%), toegepast in burgerlijke en handelszaken en die betrekking heeft op het jaar n en berekend werd in uitvoering van de wet van 5 mei 1865Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/05/1865 pub. 06/09/2011 numac 2011000565 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de lening tegen intrest sluiten betreffende de lening tegen interest, artikel 2, § 1, zoals gewijzigd door artikel 87 van de programmawet van 27 december 2006 (B.S. 28/12/06), namelijk als het gemiddelde van de EURIBOR-rentevoet op 1 jaar (en beschikbaar is op de website van de Nationale Bank van België) tijdens de maand december van het jaar n-1 afgerond naar het hoger gelegen kwart percent en verhoogd met twee percent.
GWn = De gemiddelde waarde (EUR) voor het jaar n van de voorraad geïmmobiliseerde certificaten volgens de waardering in de boekhouding van de elektriciteitsdistributienetbeheerder, berekend als volgt:
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Met hierin: V31/12/x = De boekwaarde (EUR) van de voorraad geïmmobiliseerde groenestroom- en warmte-krachtcertificaten van distributienetbeheerder voor de immobilisatie van de certificaten in het jaar x. § 4. Er dienen geen andere verantwoordingen of bewijsstukken te worden ingediend bij de schuldvordering. § 5. Er dienen evenwel bewijsstukken ter beschikking te worden gehouden in de zin dat de onder paragraaf 3 opgegeven boekwaarde van de voorraad geïmmobiliseerde groenestroom- en warmte-krachtcertificaten van distributienetbeheerder voor de immobilisatie van de certificaten in het jaar n, respectievelijk het jaar n-1 zich telkens dient te weerspiegelen in de boekhouding van het jaar n, respectievelijk het jaar n-1 die door de elektriciteitsdistributienetbeheerder of de betreffende werkmaatschappij, waarop deze elektriciteitsdistributienetbeheerder een beroep kan doen volgens artikel 4.1.5 van het Energie decreet van 8 mei 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/05/2009 pub. 06/07/2009 numac 2009035588 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 22 december 2006 houdende eisen en handhavingsmaatregelen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen en tot invoering van een energieprestatiecertificaat en tot wijziging van artikel 22 van het REG-decreet type decreet prom. 08/05/2009 pub. 07/07/2009 numac 2009035580 bron vlaamse overheid Decreet houdende algemene bepalingen betreffende het energiebeleid sluiten, wordt gevoerd. De relevante activa dienen in de door de commissaris van de elektriciteitsdistributienetbeheerder en/of andere bevoegde overheidsdiensten geverifieerde resultatenbalansen terug te vinden zijn en aan het Vlaams Energieagentschap te worden bezorgd indien hier wordt om gevraagd. § 6. De kapitaalkostvergoeding voor een bepaald jaar is beperkt tot de maximale vergoeding die voor dat jaar en per individuele elektriciteitsdistributienetbeheerder is vastgelegd per ministerieel besluit (voor 2014 in hoofdstuk I.).
Art. 8.Het Vlaams Energieagentschap kan nadere regels vastleggen voor de te volgen uitbetalingsprocedures. HOOFDSTUK III. - Nadere uitbetalingsregels voor de eenmalige vergoedingen vermeld in artikel 6.4.14/2, § 3 van het energiebesluit van 19 november 2010
Art. 9.§ 1. De uitbetaling van de eenmalige vergoedingen waarop een in die hoedanigheid door de VREG aangeduide elektriciteitsdistributienetbeheerder aanspraak kan maken wat betreft de gebankte groenestroomcertificaten volgens artikel 6.4.14/2, § 3 van het Energiebesluit van 19 november 2010, wordt vastgesteld op basis van de modaliteiten van artikel 11, paragrafen 1, 2 en 4. § 2. De uitbetaling van de eenmalige vergoedingen waarop een in die hoedanigheid door de VREG aangeduide elektriciteitsdistributienetbeheerder aanspraak kan maken wat betreft de gebankte warmte-krachtcertificaten volgens artikel 6.4.14/2, § 3 van het Energiebesluit van 19 november 2010, wordt vastgesteld op basis van de modaliteiten van artikel 11, paragrafen 1, 3 en 4.
Art. 10.De begunstigde elektriciteitsdistributienetbeheerder dient bij het Vlaams Energieagentschap telkens een afzonderlijke schuldvordering in, enerzijds voor de eenmalige vergoedingen van artikel 9, § 1 voor de verkoop van alle groenestroomcertificaten in één bepaald jaar, anderzijds voor de eenmalige vergoedingen van artikel 9, § 2 voor de verkoop van alle warmte-krachtcertificaten in één bepaald jaar.
Art. 11.§ 1. De schuldvorderingen en uitbetaalde eenmalige vergoedingen hebben betrekking op de gedeeltelijke dekking van het vermogen waarmee de verkochte certificaten initieel werden aangekocht ter banking van deze certificaten volgens artikel 6.4.14/1 van het Energiebesluit van 19 november 2010 en zijn gebaseerd op reële verkoopprijzen van de certificaten en de marktconformiteit ervan volgens de hieronder beschreven modaliteiten en voor te leggen bewijstukken. In het geval van een aftopping volgens paragraaf 4 betreft ligt de dekking lager. § 2. Indien de verkoopprijs van elk individueel groenestroomcertificaat lager ligt dan 93 euro, te staven door bewijsstukken die de reële verkoopprijs en marktconformiteit staven, is de maximale vergoeding per individueel certificaat gelijk aan 93 euro min de verkoopprijs. In het andere geval is de vergoeding 0 euro. § 3. Voor zover de verkoopprijs van elk individueel warmte-krachtcertificaat lager ligt dan de betaalde minimumsteun vermeld in artikel 7.1.7 van het Energie decreet van 8 mei 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/05/2009 pub. 06/07/2009 numac 2009035588 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 22 december 2006 houdende eisen en handhavingsmaatregelen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen en tot invoering van een energieprestatiecertificaat en tot wijziging van artikel 22 van het REG-decreet type decreet prom. 08/05/2009 pub. 07/07/2009 numac 2009035580 bron vlaamse overheid Decreet houdende algemene bepalingen betreffende het energiebeleid sluiten, te staven door bewijsstukken die de reële verkoopprijs en marktconformiteit staven, is de maximale vergoeding per individueel certificaat gelijk aan de voormelde minimumsteun min de verkoopprijs ervan. In het andere geval is de vergoeding 0 euro. § 4. De eenmalige vergoedingen van § 2 en § 3 worden pro rata (volgens verhouding in euro) verlaagd opdat in het jaar van uitbetaling de totale som van enerzijds de uitbetaalde jaarlijkse kapitaalvergoeding op basis van de hoofdstukken I en II en anderzijds de uitbetaalde eenmalige vergoedingen op basis van dit hoofdstuk, voor een elektriciteitsdistributienetbeheerder nooit meer zou bedragen dan 15 miljoen euro per jaar.
Art. 12.Het Vlaams Energieagentschap kan nadere regels vastleggen voor de te volgen uitbetalingsprocedures. HOOFDSTUK IV. - Slotbepaling
Art. 13.Dit besluit treedt in werking op de datum van de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad.
Brussel, 8 december 2014.
De Vlaamse minister van Begroting, Financiën en Energie, A. TURTELBOOM
Bijlage 1
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om gevoegd te worden bij het ministerieel besluit houdende vergoedingen aan sommige elektriciteitsdistributienetbeheerders voor de uitvoering van de openbaredienstverplichtingen inzake geïmmobiliseerde groenestroom- en warmte-krachtcertificaten vermeld in artikel 6.4.14/1 van het Energiebesluit van 19 november 2010.
Brussel, 8 december 2014.
De Vlaamse minister van Begroting, Financiën en Energie, A. TURTELBOOM