Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 12 juli 2013
gepubliceerd op 06 september 2013

Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de Adviescommissie voor Voorzieningen van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin en pleegzorgers

bron
vlaamse overheid
numac
2013204387
pub.
06/09/2013
prom.
12/07/2013
ELI
eli/besluit/2013/07/12/2013204387/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

12 JULI 2013. - Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de Adviescommissie voor Voorzieningen van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin en (Kandidaat-)pleegzorgers


De Vlaamse Regering, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, artikel 20, gewijzigd bij de bijzondere wet van 16 juli 1993;

Gelet op het decreet van 26 juni 1991 betreffende de erkenning en subsidiëring van het maatschappelijk opbouwwerk, artikel 3, § 4, ingevoegd bij het decreet van 15 juli 1997, en artikel 5, gewijzigd bij het decreet van 15 juli 1997;

Gelet op het decreet van 24 juli 1996 houdende regeling tot erkenning en subsidiëring van de instellingen voor schuldbemiddeling en tot subsidiëring van een Vlaams Centrum Schuldenlast, artikel 3, eerste lid, vervangen bij het decreet van 10 juli 2008, en artikel 10;

Gelet op het decreet van 19 december 1997 betreffende het algemeen welzijnswerk, artikel 15, § 2, tweede lid, en artikel 17;

Gelet op het decreet van 18 mei 1999 betreffende de geestelijke gezondheidszorg, artikel 20, § 2, en artikel 21, § 2;

Gelet op het decreet van 21 november 2003 betreffende het preventieve gezondheidsbeleid, artikel 80, § 1, gewijzigd bij het decreet van 20 maart 2009;

Gelet op het decreet van 3 maart 2004 betreffende de eerstelijnsgezondheidszorg en de samenwerking tussen de zorgaanbieders, artikel 8, § 2;

Gelet op het decreet van 30 april 2004 tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Kind en Gezin, artikel 6, gewijzigd bij het decreet van 22 december 2006, artikel 7, § 1, artikel 8, § 1, eerste en derde lid, en § 2, gewijzigd bij het decreet van 22 december 2006, en artikel 12;

Gelet op het decreet van 7 mei 2004 tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap, artikel 8, 2°;

Gelet op het decreet van 7 december 2007 houdende de oprichting van de Strategische Adviesraad voor het Vlaamse Welzijns-, Gezondheids- en Gezinsbeleid en van een Adviescommissie voor Voorzieningen van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin en (Kandidaat-)pleegzorgers, artikel 13 tot en met 14, artikel 15, gewijzigd bij het decreet van 20 april 2012, artikel 19 en 21;

Gelet op het decreet van 7 maart 2008 inzake bijzondere jeugdbijstand, artikel 48, § 2, 5°, artikel 49, eerste lid, en artikel 50, tweede lid;

Gelet op het decreet van 20 maart 2009 houdende diverse bepalingen betreffende het beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, artikel 30, § 1, eerste lid, § 2, eerste lid, en § 4, gewijzigd bij het decreet van 21 juni 2013;

Gelet op het decreet van 3 april 2009 betreffende het georganiseerde vrijwilligerswerk in het beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, artikel 9;

Gelet op het decreet van 20 april 2012 houdende de organisatie van kinderopvang van baby's en kleuters, artikel 37, vervangen bij het decreet van 21 juni 2013;

Gelet op het decreet van 29 juni 2012 houdende de organisatie van pleegzorg, artikel 53, vervangen bij het decreet van 21 juni 2013;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 14 december 1983 houdende sommige maatregelen tot harmonisatie van de werking en van de presentiegelden en vergoedingen van adviesorganen;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 15 december 1993 tot vaststelling van de algemene regels inzake het verlenen van vergunningen en erkenningen door het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 13 juli 1994 inzake de erkenningsvoorwaarden en de subsidienormen voor de voorzieningen van de bijzondere jeugdbijstand;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 28 januari 1997 tot uitvoering van het decreet van 20 december 1996 houdende oprichting van een Vlaamse Gezondheidsraad en van een Vlaamse Adviesraad voor erkenning van verzorgingsvoorzieningen;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 18 februari 1997 tot vaststelling van de procedure voor de erkenning en de sluiting van ziekenhuizen, ziekenhuisdiensten, onderdelen van ziekenhuizen en samenwerkingsvormen;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 18 februari 1997 tot vaststelling van de procedure voor het verkrijgen van een planningsvergunning en een exploitatievergunning voor intramurale en transmurale voorzieningen in de gezondheidszorg;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 25 maart 1997 tot uitvoering van het decreet van 24 juli 1996 houdende regeling tot erkenning en subsidiëring van de instellingen voor schuldbemiddeling en tot subsidiëring van een Vlaams Centrum Schuldenlast;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 24 juli 1997 tot regeling van de erkenning en de subsidiëring van de centra voor integrale gezinszorg;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 15 september 1998 betreffende de adviserende beroepscommissie inzake gezins- en welzijnsaangelegenheden;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 17 december 1999 ter uitvoering van het decreet van 18 mei 1999 betreffende de geestelijke gezondheidszorg;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 23 juni 2000 tot vaststelling van de procedure voor de bijzondere erkenning van een centrum voor dagverzorging;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 17 juli 2000 tot uitvoering van het decreet van 26 juni 1991 houdende erkenning en subsidiëring van het maatschappelijk opbouwwerk;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 12 oktober 2001 ter uitvoering van het decreet van 19 december 1997 betreffende het algemeen welzijnswerk;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 1 maart 2002 tot bepaling van de voorwaarden en de procedureregels inzake erkenning en subsidiëring van de consultatiebureaus voor het jonge kind;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 19 april 2002 betreffende adoptiediensten die bemiddelen voor binnenlandse kinderen;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 17 mei 2002 betreffende de erkenning en subsidiëring van de vertrouwenscentra kindermishandeling;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 19 december 2008 betreffende de samenwerkingsinitiatieven eerstelijnsgezondheidszorg;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 30 januari 2009 betreffende de Logo's;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 30 april 2009 houdende de voorwaarden voor de erkenning en subsidiëring als gemandateerde voorziening, coördinatiepunt en flexibele opvangpool van doelgroepwerknemers;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 betreffende de erkenning van afdelingen Medisch Toezicht of departementen Medisch Toezicht;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 26 februari 2010 tot regeling van de erkenning en de subsidiëring van organisaties voor autonoom vrijwilligerswerk;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 16 maart 2012 betreffende aspecten van het Vlaams bevolkingsonderzoek naar borstkanker;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 9 november 2012 inzake erkenning en subsidiëring van de centra voor kinderzorg en gezinsondersteuning;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 15 mei 2013;

Gelet op advies 53.411/3 van de Raad van State, gegeven op 25 juni 2013, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin;

Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK 1. - Definities

Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder : 1° beleidsdomein : het beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, vermeld in artikel 9 van het besluit van de Vlaamse Regering van 3 juni 2005 met betrekking tot de organisatie van de Vlaamse administratie;2° bevoegde entiteit : het departement of het agentschap van het beleidsdomein, dat de beslissing heeft genomen of het voornemen heeft geuit, vermeld in artikel 12, tweede lid, van het decreet van 7 december 2007, waartegen een bezwaar is ingediend;3° bevoegde minister : een minister als vermeld in punt 10°, die bevoegd is voor de voorziening in kwestie;4° bezwaar : een bezwaar als vermeld in artikel 12, tweede lid, van het decreet van 7 december 2007;5° Commissie : de commissie, vermeld in artikel 12 van het decreet van 7 december 2007;6° decreet van 7 december 2007 : het decreet van 7 december 2007 houdende oprichting van de Strategische Adviesraad voor het Vlaamse Welzijns-, Gezondheids- en Gezinsbeleid en van een Adviescommissie voor Voorzieningen van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin en (Kandidaat-)pleegzorgers;7° gezins- en welzijnsaangelegenheden : de aangelegenheden, vermeld in artikel 5, § 1, II, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, die tot het beleidsdomein behoren;8° gezondheidsaangelegenheden : de aangelegenheden, vermeld in artikel 5, § 1, I, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, die tot het beleidsdomein behoren;9° gezondheidsvoorziening : een organisatie die activiteiten uitoefent in een of meer gezondheidsaangelegenheden, of een onderdeel van die organisatie;10° ministers : de Vlaamse minister, bevoegd voor de bijstand aan personen, en de Vlaamse minister, bevoegd voor het gezondheidsbeleid;11° secretariaat : het secretariaat van de Commissie;12° voorziening : een gezondheids- of welzijnsvoorziening;13° welzijnsvoorziening : een organisatie die activiteiten uitoefent in een of meer gezins- en welzijnsaangelegenheden, of een onderdeel van die organisatie. HOOFDSTUK 2. - Samenstelling van de Commissie en van de kamers

Art. 2.§ 1. De Commissie is samengesteld uit een voorzitter, twee ondervoorzitters en tien leden. Voor elk van hen is er een plaatsvervanger.

Met behoud van de toepassing van artikel 8, § 2, bestaat de Commissie uit een kamer voor welzijnsvoorzieningen en een kamer voor gezondheidsvoorzieningen. Elke kamer is samengesteld uit de voorzitter, een ondervoorzitter en vijf leden van de Commissie, en hun plaatsvervangers. De voorzitter en de plaatsvervangende voorzitter van de Commissie zijn ook voorzitter en plaatsvervangende voorzitter van de kamers. De ondervoorzitters en plaatsvervangende ondervoorzitters van de Commissie zijn ook ondervoorzitter en plaatsvervangende ondervoorzitter van de kamer waarvan ze deel uitmaken. § 2. De voorzitter, de ondervoorzitters en hun plaatsvervangers getuigen van juridische kennis en bekwaamheid.

De voorzitter en de plaatsvervangende voorzitter zijn deskundig in gezins-, welzijns- en gezondheidsaangelegenheden.

De ondervoorzitter en de leden die deel uitmaken van de kamer voor welzijnsvoorzieningen, en hun plaatsvervangers zijn deskundig in gezins- en welzijnsaangelegenheden.

De ondervoorzitter en de leden die deel uitmaken van de kamer voor gezondheidsvoorzieningen, en hun plaatsvervangers zijn deskundig in gezondheidsaangelegenheden.

De deskundigheid in gezins- en welzijnsaangelegenheden of in gezondheidsaangelegenheden kan blijken uit de praktijkervaring die is opgedaan in die aangelegenheden. § 3. De ministers benoemen de voorzitter, de ondervoorzitters, de leden en de plaatsvervangers voor een termijn van vijf jaar, die tweemaal hernieuwbaar is. Bij de benoeming van de ondervoorzitters, de leden en hun plaatsvervangers wordt vermeld van welke kamer ze deel uitmaken.

Art. 3.De hoedanigheid van voorzitter, ondervoorzitter of lid van de Commissie of van plaatsvervanger is onverenigbaar met de hoedanigheid van : 1° lid van het Europees Parlement, de Kamer van Volksvertegenwoordigers, de Senaat, het Vlaams Parlement en het Brussels Hoofdstedelijk Parlement;2° minister, staatssecretaris of kabinetslid van een minister of staatssecretaris;3° personeelslid van het departement of van een agentschap van het beleidsdomein;4° personeelslid van het Vlaams Parlement of van diensten die opgericht zijn bij het Vlaams Parlement;5° lid of personeelslid van de Strategische Adviesraad voor het Vlaamse Welzijns-, Gezondheids- en Gezinsbeleid, vermeld in artikel 3 van het decreet van 7 december 2007, of lid van de vaste commissies of werkgroepen die zijn opgericht binnen die adviesraad. De voorzitter, ondervoorzitters en leden van de Commissie en de plaatsvervangers leggen, binnen een maand na hun benoeming, op het secretariaat een lijst neer van alle organisaties waarvan de activiteiten betrekking hebben op gezondheidsaangelegenheden of gezins- en welzijnsaangelegenheden, waarin ze actief zijn als lid van de raad van bestuur of van de algemene vergadering of als personeelslid of waarvoor ze als externe raadgever optreden. Ze delen elke wijziging van die lijst binnen een maand mee aan het secretariaat.

Art. 4.De ministers kunnen op verzoek van de betrokkene een einde maken aan het mandaat van voorzitter, ondervoorzitter, lid of plaatsvervanger.

Bovendien kunnen de ministers, na advies van de Commissie en na de betrokkene de gelegenheid te hebben gegeven om te worden gehoord, in de volgende gevallen een einde maken aan het mandaat : 1° als de betrokkene driemaal na elkaar zonder kennisgeving afwezig is op de vergaderingen van de Commissie of van een kamer waarvoor hij is uitgenodigd;2° als de betrokkene het vertrouwelijke karakter van de beraadslagingen van de Commissie of van een kamer niet respecteert of vertrouwelijke documenten verspreidt. De ministers maken, na de betrokkene de gelegenheid te hebben gegeven om te worden gehoord, een einde aan het mandaat als de betrokkene zich in een geval van onverenigbaarheid bevindt als vermeld in artikel 3, eerste lid.

Art. 5.Wie wordt benoemd in de plaats van de voorzitter, van een ondervoorzitter, van een lid of van een plaatsvervanger, die overleden is of van wie het mandaat voortijdig is beëindigd, voleindigt het mandaat van zijn voorganger. HOOFDSTUK 3. - Werking van de Commissie en van de kamers Afdeling 1. - Algemene bepaling

Art. 6.Tenzij dit besluit het anders bepaalt, wordt het advies van de Commissie over een bezwaar verleend door de bevoegde kamer. Afdeling 2. - Werking van de kamers

Art. 7.De bevoegde entiteit beoordeelt, volgens de toepasselijke sectorale regelgeving, de ontvankelijkheid van het bezwaar dat is ingediend tegen het voornemen dat ze heeft geuit, of de beslissing die ze heeft genomen. Ze bezorgt het ontvankelijke bezwaarschrift, binnen vijftien dagen na de ontvangst ervan, aan het secretariaat, samen met het administratieve dossier en de toepasselijke regelgeving.

Die stukken en eventueel aanvullende stukken die door de indiener van het bezwaar of de bevoegde entiteit worden aangereikt, liggen tot de dag voor de behandeling van het bezwaar ter inzage op het secretariaat.

Art. 8.§ 1. Bezwaren betreffende gezondheidsvoorzieningen worden behandeld door de kamer voor gezondheidsvoorzieningen. Bezwaren betreffende welzijnsvoorzieningen worden behandeld door de kamer voor welzijnsvoorzieningen.

In afwijking van het eerste lid kunnen de ministers bepalen dat de bezwaren betreffende een door hen te bepalen type gezondheidsvoorziening of welzijnsvoorziening worden behandeld door de andere kamer, door een kamer als vermeld in paragraaf 2, of door de Commissie, als er een wezenlijke samenhang bestaat tussen het type gezondheidsvoorziening en een of meer types van welzijnsvoorzieningen of omgekeerd.

In afwijking van het eerste lid kan de voorzitter van de Commissie, op eigen initiatief of op verzoek van een kamer, het bezwaar laten behandelen door de Commissie als het bezwaar principiële vragen oproept waarvan de oplossing alle kamers aanbelangt. § 2. Op verzoek van de Commissie of na advies van de Commissie kunnen de ministers een kamer oprichten die conform artikel 2, § 1, tweede lid, samengesteld is uit leden en plaatsvervangers van elk van de beide kamers, vermeld in artikel 2, § 1, tweede lid. De ministers bepalen de nadere samenstelling van die kamer.

Art. 9.§ 1. De vergadering van een kamer wordt voorgezeten door de voorzitter of de ondervoorzitter van de kamer of zijn plaatsvervanger. § 2. Alleen de voorzitter, de ondervoorzitter en de leden van de kamer of hun plaatsvervangers zijn stemgerechtigd. Ze hebben elk een stem. § 3. Een kamer kan alleen geldig beraadslagen en stemmen als minstens de voorzitter of de ondervoorzitter en drie leden, of plaatsvervangers, aanwezig zijn.

Als geen consensus kan worden bereikt, worden beslissingen genomen bij gewone meerderheid.

Bij de stemming worden onthoudingen niet in aanmerking genomen om de vereiste meerderheid te bereiken. Bij staking van stemmen is de stem van de voorzitter doorslaggevend. § 4. Wie een persoonlijk belang heeft bij de behandeling van een bezwaar, kan de beraadslaging en de stemming over dat bezwaar niet bijwonen.

Art. 10.De kamer hoort de indiener van het bezwaar als die daarom in zijn bezwaarschrift heeft verzocht, of op eigen initiatief. Ze hoort ook de bevoegde entiteit. Ze kan op eigen initiatief of op verzoek van de indiener van het bezwaar of van de bevoegde entiteit het agentschap Zorginspectie horen.

De uitnodiging daarvoor wordt uiterlijk de achtste dag voor de vergadering per aangetekende brief verstuurd aan de indiener van het bezwaar en met de gewone of elektronische post aan de bevoegde entiteit en aan het agentschap Zorginspectie als dat agentschap moet worden gehoord.

De indiener van het bezwaar en de bevoegde entiteit kunnen zich tijdens de vergadering laten bijstaan of vertegenwoordigen door een of meer personen die ze daarvoor aanwijzen. Ze kunnen nog stukken neerleggen tot staving van hun mondelinge uiteenzetting.

Art. 11.Met behoud van de toepassing van artikel 10 verleent de kamer haar advies op stukken.

Art. 12.§ 1. Tenzij de toepasselijke sectorale regelgeving het anders bepaalt, bezorgt het secretariaat het advies van de kamer gelijktijdig aan de bevoegde minister, aan de bevoegde entiteit en aan de indiener van het bezwaar uiterlijk vijfenzeventig dagen nadat het secretariaat het bezwaarschrift en het administratieve dossier heeft ontvangen.

De voorzitter van de kamer kan bij een gemotiveerde beslissing die termijn met dertig dagen verlengen. De verlenging wordt onmiddellijk ter kennis gebracht van de indiener van het bezwaar en de bevoegde entiteit. § 2. Het advies kan betrekking hebben op de inhoudelijke en formele aspecten van het bezwaar en van het voornemen of de beslissing waartegen het bezwaar is ingediend.

Het advies is gemotiveerd. Het maakt ook melding van een afwijkend standpunt op verzoek van het lid dat het formuleert, zonder vermelding van zijn identiteit. Afdeling 3. - Werking van de Commissie

Art. 13.§ 1. De Commissie kan alleen geldig beraadslagen en stemmen als minstens de voorzitter of een ondervoorzitter en zes leden, of plaatsvervangers, aanwezig zijn. Minstens drie leden of plaatsvervangers van elk van de kamers, vermeld in artikel 2, § 1, tweede lid, zijn aanwezig. § 2. Op de vergaderingen van de Commissie is artikel 9, § 1, § 2 en § 3, tweede en derde lid, van overeenkomstige toepassing.

In afwijking van het eerste lid keurt de Commissie met minstens negen stemmen de volgende stukken goed : 1° het advies over het beëindigen van een mandaat, vermeld in artikel 4, tweede lid;2° het verzoek of het advies met betrekking tot de oprichting van een kamer, vermeld in artikel 8, § 2;3° het voorstel van huishoudelijk reglement of tot wijziging ervan, vermeld in artikel 17, eerste lid;4° het verslag, vermeld in artikel 19.

Art. 14.Als conform artikel 8, § 1, tweede lid of derde lid, de behandeling van een bezwaar is toevertrouwd aan de Commissie, zijn artikel 9, § 4, en artikel 10 tot en met 12 van overeenkomstige toepassing. Afdeling 4. - Gemeenschappelijke bepalingen voor de Commissie en de

kamers

Art. 15.De Commissie en de kamers kunnen zich laten bijstaan door onpartijdige deskundigen. De ministers kunnen nadere regels bepalen voor de aanstelling van die deskundigen.

Art. 16.De vergaderingen van de Commissie en van de kamers zijn niet openbaar. De beraadslagingen in de Commissie en de kamers zijn vertrouwelijk.

Art. 17.De Commissie legt binnen drie maanden na haar concrete samenstelling aan de ministers een voorstel van huishoudelijk reglement voor. De ministers keuren het huishoudelijk reglement goed, alsook elke wijziging ervan.

Met behoud van de toepassing van dit besluit regelt het huishoudelijk reglement de nadere werking van de Commissie en van de kamers.

Art. 18.Een of meer personeelsleden van het Vlaams Ministerie van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin nemen het secretariaat waar, inclusief dat van de kamers.

Art. 19.De Commissie maakt jaarlijks een verslag op van haar werkzaamheden, inclusief die van de kamers, tijdens het voorbije kalenderjaar. Het verslag wordt voor 30 september aan de Vlaamse Regering meegedeeld. De ministers kunnen nadere regels bepalen voor het verslag.

Art. 20.De voorzitter, de ondervoorzitters en de leden van de Commissie, hun plaatsvervangers en de deskundigen ontvangen voor hun werkzaamheden een presentiegeld per vergadering van de Commissie of van een kamer waaraan ze deelnemen.

Het presentiegeld per vergadering wordt door de ministers vastgesteld en bedraagt maximaal 100 euro. Aan degene die de vergadering voorzit, wordt een presentiegeld van 150 % van het door de ministers vastgestelde bedrag toegekend.

Er wordt voor maximaal vierentwintig vergaderingen per jaar een presentiegeld toegekend. Twee of meer vergaderingen van de Commissie of van een kamer op dezelfde dag gelden als een vergadering.

Art. 21.Aan de personen, vermeld in artikel 20, wordt een vergoeding toegekend voor de reiskosten die verbonden zijn aan de uitoefening van hun werkzaamheden voor de Commissie of voor een kamer, volgens de regeling die geldt voor de vergoeding van reiskosten van personeelsleden van de Vlaamse overheid. HOOFDSTUK 4. - Beslissing na advies van de Commissie

Art. 22.§ 1. Met toepassing van artikel 15, tweede lid, van het decreet van 7 december 2007 kan de bevoegde minister of het hoofd van de bevoegde entiteit, naar gelang het geval, over het bezwaar alleen een definitieve beslissing nemen na de ontvangst van het advies van de Commissie of, als het advies niet is meegedeeld binnen de termijn, vermeld in artikel 12, § 1, van dit besluit, na het verstrijken van die termijn. § 2. Als het advies van de Commissie gelijkluidend is met het voornemen of de beslissing, vermeld in artikel 7, eerste lid, wordt de definitieve beslissing genomen door het hoofd van de bevoegde entiteit.

Als het advies van de Commissie echter afwijkt van het voornemen of de beslissing, vermeld in artikel 7, eerste lid, wordt de definitieve beslissing door de bevoegde minister genomen. De bevoegde entiteit bezorgt in dat geval, na de ontvangst van het advies, het bezwaarschrift en het administratieve dossier aan de bevoegde minister.

Tenzij de toepasselijke sectorale regelgeving het anders bepaalt, wordt de definitieve beslissing binnen twee maanden nadat het hoofd van de bevoegde entiteit respectievelijk de bevoegde minister het advies van de Commissie heeft ontvangen, aan de indiener van het bezwaar meegedeeld per aangetekende brief. § 3. Als het advies van de Commissie echter niet binnen de termijn, vermeld in artikel 12, § 1, is meegedeeld, wordt de definitieve beslissing door de bevoegde minister genomen. De bevoegde entiteit bezorgt in dat geval, na het verstrijken van de termijn, het bezwaarschrift en het administratieve dossier aan de bevoegde minister.

Tenzij de toepasselijke sectorale regelgeving het anders bepaalt, wordt de definitieve beslissing van de bevoegde minister, binnen drie maanden na het verstrijken van die termijn, per aangetekende zending meegedeeld aan de indiener van het bezwaar. In dat geval wordt de indiener van het bezwaar gehoord voor de beslissing wordt genomen, als hij daarom heeft verzocht in zijn bezwaarschrift. HOOFDSTUK 5. - Afwijkende regeling bij een groepsgewijze behandeling van aanvragen

Art. 23.De bepalingen van hoofdstuk 3, afdeling 2 en 3, en hoofdstuk 4 doen geen afbreuk aan de toepassing van specifieke bepalingen die zijn opgenomen in de sectorale regelgeving, onder meer wat betreft de behandeling van bezwaren die worden ingediend na een groepsgewijze behandeling van aanvragen voor een vergunning, een toelating, een attest, een erkenning of een subsidie. HOOFDSTUK 6. - Wijzigingsbepalingen Afdeling 1. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van

14 december 1983 houdende sommige maatregelen tot harmonisatie van de werking en van de presentiegelden en vergoedingen van adviesorganen

Art. 24.In de bijlage bij het besluit van de Vlaamse Regering van 14 december 1983 houdende sommige maatregelen tot harmonisatie van de werking en van de presentiegelden en vergoedingen van adviesorganen, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 11 december 2009, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in punt 4 wordt de zinsnede "- de adviserende beroepscommissie inzake gezins- en welzijnsaangelegenheden en de binnen die commissie opgerichte kamers;" opgeheven; 2° in punt 5 wordt de zinsnede "- Vlaamse Adviesraad voor erkenning van verzorgingsvoorzieningen;" opgeheven. Afdeling 2. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van

15 december 1993 tot vaststelling van de algemene regels inzake het verlenen van vergunningen en erkenningen door het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap

Art. 25.In artikel 8 van het besluit van de Vlaamse Regering van 15 december 1993 tot vaststelling van de algemene regels inzake het verlenen van vergunningen en erkenningen door het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 27 april 1999 en gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16 februari 2007, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in paragraaf 1, eerste lid, wordt de zinsnede "bij de Vlaamse minister, bevoegd voor de bijstand aan personen" opgeheven; 2° in paragraaf 1 wordt het derde lid vervangen door wat volgt : "Het beroep wordt behandeld volgens de regels die zijn vastgesteld bij of ter uitvoering van hoofdstuk III van het decreet van 7 december 2007 houdende oprichting van de Strategische Adviesraad voor het Vlaamse Welzijns-, Gezondheids- en Gezinsbeleid en van een Adviescommissie voor Voorzieningen van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin en (Kandidaat-)pleegzorgers."; 3° in paragraaf 2, eerste lid, wordt de zinsnede "de beslissing van de Vlaamse minister, bevoegd voor de bijstand aan personen," vervangen door de woorden "de beslissing over het beroep".

Art. 26.In artikel 17 van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 27 april 1999 en gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16 februari 2007, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in paragraaf 1, eerste lid, wordt de zinsnede "bij de Vlaamse minister, bevoegd voor de bijstand aan personen" opgeheven; 2° in paragraaf 1 wordt het derde lid vervangen door wat volgt : "Het beroep wordt behandeld volgens de regels die zijn vastgesteld bij of ter uitvoering van hoofdstuk III van het decreet van 7 december 2007 houdende oprichting van de Strategische Adviesraad voor het Vlaamse Welzijns-, Gezondheids- en Gezinsbeleid en van een Adviescommissie voor Voorzieningen van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin en (Kandidaat-)pleegzorgers."; 3° in paragraaf 2, eerste lid, wordt de zinsnede "de beslissing van de Vlaamse minister, bevoegd voor de bijstand aan personen," vervangen door de woorden "de beslissing over het beroep". Afdeling 3. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van

13 juli 1994 inzake de erkenningsvoorwaarden en de subsidienormen voor de voorzieningen van de bijzondere jeugdbijstand

Art. 27.In artikel 24, § 1, eerste lid, van het besluit van de Vlaamse Regering van 13 juli 1994 inzake de erkenningsvoorwaarden en de subsidienormen voor de voorzieningen van de bijzondere jeugdbijstand, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 8 december 1998 en gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 25 juni 2010, worden tussen de woorden "Vlaamse minister" en het woord "kan" de woorden "of de administrateur-generaal" ingevoegd.

Art. 28.In artikel 26bis, § 1, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 8 december 1998 en vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 15 december 2006, wordt het tweede lid vervangen door wat volgt : "Het bezwaarschrift wordt behandeld volgens de regels die zijn vastgesteld bij of ter uitvoering van hoofdstuk III van het decreet van 7 december 2007 houdende oprichting van de Strategische Adviesraad voor het Vlaamse Welzijns-, Gezondheids- en Gezinsbeleid en van een Adviescommissie voor Voorzieningen van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin en (Kandidaat-)pleegzorgers.".

Art. 29.In artikel 26ter, eerste lid, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 8 december 1998, worden tussen de woorden "Vlaamse minister" en het woord "kan" de woorden "of de administrateur-generaal" ingevoegd.

Art. 30.In artikel 26sexies van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 8 december 1998, worden de woorden "Vlaamse minister" vervangen door het woord "administrateur-generaal".

Art. 31.In artikel 26octies van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 8 december 1998, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in paragraaf 1 worden de woorden "Vlaamse minister" vervangen door het woord "administrateur-generaal";2° in paragraaf 2, eerste lid, worden tussen de woorden "Vlaamse minister" en het woord "definitief" de woorden "of de administrateur-generaal" ingevoegd; 3° in paragraaf 2 wordt het tweede lid vervangen door wat volgt : "Als de beslissing, vermeld in het eerste lid, niet aan de inrichtende macht is betekend binnen de termijn die daarvoor is bepaald door de regels, vermeld in artikel 26bis, § 1, tweede lid, blijft de voorziening erkend.".

Art. 32.In artikel 26nonies van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 8 december 1998, worden de woorden "Vlaamse minister" vervangen door het woord "administrateur-generaal". Afdeling 4. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van

18 februari 1997 tot vaststelling van de procedure voor de erkenning en de sluiting van ziekenhuizen, ziekenhuisdiensten, onderdelen van ziekenhuizen en samenwerkingsvormen

Art. 33.In artikel 1 van het besluit van de Vlaamse Regering van 18 februari 1997 tot vaststelling van de procedure voor de erkenning en de sluiting van ziekenhuizen, ziekenhuisdiensten, onderdelen van ziekenhuizen en samenwerkingsvormen, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 31 maart 2006 en 12 januari 2007, wordt punt 2° opgeheven.

Art. 34.In artikel 5 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 12 januari 2007, wordt het tweede lid opgeheven.

Art. 35.Artikel 6 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 12 januari 2007, wordt vervangen door wat volgt : "

Art. 6.Het bezwaarschrift wordt behandeld volgens de regels die zijn vastgesteld bij of ter uitvoering van hoofdstuk III van het decreet van 7 december 2007 houdende oprichting van de Strategische Adviesraad voor het Vlaamse Welzijns-, Gezondheids- en Gezinsbeleid en van een Adviescommissie voor Voorzieningen van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin en (Kandidaat-)pleegzorgers.". Afdeling 5. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van

18 februari 1997 tot vaststelling van de procedure voor het verkrijgen van een planningsvergunning en een exploitatievergunning voor intramurale en transmurale voorzieningen in de gezondheidszorg

Art. 36.In artikel 2 van het besluit van de Vlaamse Regering van 18 februari 1997 tot vaststelling van de procedure voor het verkrijgen van een planningsvergunning en een exploitatievergunning voor intramurale en transmurale voorzieningen in de gezondheidszorg, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 31 maart 2006 en 12 januari 2007, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° punt 4° wordt opgeheven; 2° punt 5° wordt vervangen door wat volgt : "5° de Adviescommissie : de commissie, vermeld in artikel 12 van het decreet van 7 december 2007 houdende de oprichting van de Strategische Adviesraad voor het Vlaamse Welzijns-, Gezondheids- en Gezinsbeleid en van de Adviescommissie voor Voorzieningen van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin en (Kandidaat-)pleegzorgers;".

Art. 37.In artikel 6 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 12 januari 2007, wordt het derde lid opgeheven.

Art. 38.Artikel 7 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 12 januari 2007, wordt vervangen door wat volgt : "

Art. 7.Het bezwaarschrift wordt behandeld volgens de regels die zijn vastgesteld bij of ter uitvoering van hoofdstuk III van het decreet van 7 december 2007 houdende oprichting van de Strategische Adviesraad voor het Vlaamse Welzijns-, Gezondheids- en Gezinsbeleid en van een Adviescommissie voor Voorzieningen van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin en (Kandidaat-)pleegzorgers.".

Art. 39.In artikel 9 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 12 januari 2007, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° aan paragraaf 4 wordt de volgende zin toegevoegd : "Artikel 7 is van overeenkomstige toepassing voor zover de bepalingen van paragraaf 5 tot en met 8 daarvan niet afwijken."; 2° in paragraaf 5 en 6 wordt het woord "Adviesraad" telkens vervangen door het woord "Adviescommissie";3° paragraaf 7 wordt vervangen door wat volgt : " § 7.Het gemotiveerd advies van de Adviescommissie wordt per aangetekende brief betekend aan alle verzorgingsvoorzieningen die in de procedure betrokken waren."; 4° paragraaf 8 wordt vervangen door wat volgt : " § 8.De minister of de administrateur-generaal beslist groepsgewijs in alle dossiers. Als het advies van de Adviescommissie niet binnen de gestelde termijn is meegedeeld, kan de minister geen beslissing nemen zonder ook de aanvragers te hebben gehoord die hun standpunt hebben ingediend en die gevraagd hebben om te worden gehoord.". Afdeling 6. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van

25 maart 1997 tot uitvoering van het decreet van 24 juli 1996 houdende regeling tot erkenning en subsidiëring van de instellingen voor schuldbemiddeling en tot subsidiëring van een Vlaams Centrum Schuldenlast

Art. 40.In artikel 5 van het besluit van de Vlaamse Regering van 25 maart 1997 tot uitvoering van het decreet van 24 juli 1996 houdende regeling tot erkenning en subsidiëring van de instellingen voor schuldbemiddeling en tot subsidiëring van een Vlaams Centrum Schuldenlast, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 24 november 2006, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid worden de woorden "de minister" vervangen door de woorden "de administratie"; 2° het derde lid wordt vervangen door wat volgt : "Als de instelling een bezwaarschrift heeft ingediend, wordt dat behandeld volgens de regels die zijn vastgesteld bij of ter uitvoering van hoofdstuk III van het decreet van 7 december 2007 houdende oprichting van de Strategische Adviesraad voor het Vlaamse Welzijns-, Gezondheids- en Gezinsbeleid en van een Adviescommissie voor Voorzieningen van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin en (Kandidaat-)pleegzorgers."; 3° in het vierde lid worden de woorden "bedoeld in het tweede en het derde lid" vervangen door de zinsnede ", vermeld in het tweede lid of vastgesteld door de regels, vermeld in het derde lid".

Art. 41.Artikel 8 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 24 november 2006, wordt vervangen door wat volgt : "

Art. 8.Als de bepalingen van het decreet niet worden nageleefd, kan de secretaris-generaal het voornemen uiten om de erkenning in te trekken of voor een bepaalde termijn te schorsen. Dat voornemen wordt door de administratie betekend met een aangetekende brief, waarin de mogelijkheid en de voorwaarden worden vermeld om een bezwaarschrift in te dienen.

Op straffe van niet-ontvankelijkheid kan de instelling tot uiterlijk vijftien dagen na de ontvangst van het voornemen, vermeld in het eerste lid, daartegen met een aangetekende brief bij de administratie een gemotiveerd bezwaarschrift indienen. Ze kan daarin uitdrukkelijk vragen om te worden gehoord.

Als de instelling een bezwaarschrift heeft ingediend, wordt dat behandeld volgens de regels die zijn vastgesteld bij of ter uitvoering van hoofdstuk III van het decreet van 7 december 2007 houdende oprichting van de Strategische Adviesraad voor het Vlaamse Welzijns-, Gezondheids- en Gezinsbeleid en van een Adviescommissie voor Voorzieningen van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin en (Kandidaat-)pleegzorgers.

Als de instelling geen bezwaarschrift heeft ingediend wordt de definitieve beslissing van de secretaris-generaal over de intrekking of schorsing van de erkenning binnen dertig dagen na het verstrijken van de termijn, vermeld in het tweede lid, door de administratie aan de instelling betekend met een aangetekende brief.". Afdeling 7. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van

24 juli 1997 tot regeling van de erkenning en de subsidiëring van de centra voor integrale gezinszorg

Art. 42.In artikel 1 van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 juli 1997 tot regeling van de erkenning en de subsidiëring van de centra voor integrale gezinszorg, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 31 maart 2006, 24 november 2006, 24 september 2010 en 7 december 2012, wordt punt 17° opgeheven.

Art. 43.In artikel 8 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 24 november 2006 en 12 december 2008, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° het tweede lid wordt vervangen door wat volgt : "Het bezwaarschrift wordt behandeld volgens de regels die zijn vastgesteld bij of ter uitvoering van hoofdstuk III van het decreet van 7 december 2007 houdende oprichting van de Strategische Adviesraad voor het Vlaamse Welzijns-, Gezondheids- en Gezinsbeleid en van een Adviescommissie voor Voorzieningen van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin en (Kandidaat-)pleegzorgers."; 2° het derde lid wordt opgeheven.

Art. 44.In artikel 9 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 24 november 2006 en 12 december 2008, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° paragraaf 1 wordt opgeheven;2° in paragraaf 3 wordt de zinsnede "bedoeld in § 1, tweede lid, en § 2" vervangen door de zinsnede ", vermeld in paragraaf 2, of vastgesteld door de regels, vermeld in artikel 8, tweede lid,".

Art. 45.In artikel 20 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 24 november 2006, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° het tweede lid wordt vervangen door wat volgt : "Het bezwaarschrift wordt behandeld volgens de regels die zijn vastgesteld bij of ter uitvoering van hoofdstuk III van het decreet van 7 december 2007 houdende oprichting van de Strategische Adviesraad voor het Vlaamse Welzijns-, Gezondheids- en Gezinsbeleid en van een Adviescommissie voor Voorzieningen van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin en (Kandidaat-)pleegzorgers."; 2° het derde lid wordt opgeheven.

Art. 46.In artikel 21 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 24 november 2006, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° paragraaf 1 wordt opgeheven;2° in paragraaf 3 wordt de zinsnede "bedoeld in § 1, tweede lid, of § 2" vervangen door de zinsnede ", vermeld in paragraaf 2, of vastgesteld door de regels, vermeld in artikel 20, tweede lid,". Afdeling 8. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van

17 december 1999 ter uitvoering van het decreet van 18 mei 1999 betreffende de geestelijke gezondheidszorg

Art. 47.In artikel 1 van het besluit van de Vlaamse Regering van 17 december 1999 ter uitvoering van het decreet van 18 mei 1999 betreffende de geestelijke gezondheidszorg, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 31 maart 2006 en 12 januari 2007, worden punt 5° en punt 6° opgeheven.

Art. 48.In artikel 9 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 12 januari 2007, wordt paragraaf 2 opgeheven.

Art. 49.Artikel 10 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 12 januari 2007, wordt vervangen door wat volgt : "

Art. 10.Het bezwaarschrift wordt behandeld volgens de regels die zijn vastgesteld bij of ter uitvoering van hoofdstuk III van het decreet van 7 december 2007 houdende oprichting van de Strategische Adviesraad voor het Vlaamse Welzijns-, Gezondheids- en Gezinsbeleid en van een Adviescommissie voor Voorzieningen van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin en (Kandidaat-)pleegzorgers.".

Art. 50.In artikel 14 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 12 januari 2007, wordt de zinsnede "artikel 10, § 1" vervangen door de zinsnede "artikel 9, § 1" en wordt de zinsnede "Artikelen 10, § 2, tot en met 12, § 1," vervangen door de zinsnede "Artikel 10 en 11, § 1,". Afdeling 9. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van

23 juni 2000 tot vaststelling van de procedure voor de bijzondere erkenning van een centrum voor dagverzorging

Art. 51.In artikel 7, § 1, van het besluit van de Vlaamse Regering van 23 juni 2000 tot vaststelling van de procedure voor de bijzondere erkenning van een centrum voor dagverzorging, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 12 januari 2007 en 7 december 2012, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° het tweede lid wordt vervangen door wat volgt : "Dat bezwaar wordt behandeld volgens de regels die zijn vastgesteld bij of ter uitvoering van hoofdstuk III van het decreet van 7 december 2007 houdende oprichting van de Strategische Adviesraad voor het Vlaamse Welzijns-, Gezondheids- en Gezinsbeleid en van een Adviescommissie voor Voorzieningen van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin en (Kandidaat-)pleegzorgers."; 2° het derde lid wordt opgeheven.

Art. 52.In artikel 12, § 1, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 12 januari 2007 en 7 december 2012, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° het tweede lid wordt vervangen door wat volgt : "Dat bezwaar wordt behandeld volgens de regels die zijn vastgesteld bij of ter uitvoering van hoofdstuk III van het decreet van 7 december 2007 houdende oprichting van de Strategische Adviesraad voor het Vlaamse Welzijns-, Gezondheids- en Gezinsbeleid en van een Adviescommissie voor Voorzieningen van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin en (Kandidaat-)pleegzorgers."; 2° het derde lid wordt opgeheven. Afdeling 10. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van

17 juli 2000 tot uitvoering van het decreet van 26 juni 1991 houdende erkenning en subsidiëring van het maatschappelijk opbouwwerk

Art. 53.In artikel 1 van het besluit van de Vlaamse Regering van 17 juli 2000 tot uitvoering van het decreet van 26 juni 1991 houdende erkenning en subsidiëring van het maatschappelijk opbouwwerk, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 20 februari 2004, 31 maart 2006, 24 november 2006, 4 juli 2008 en 24 september 2010, wordt punt 9° opgeheven.

Art. 54.In artikel 8 van hetzelfde besluit wordt het tweede lid vervangen door wat volgt : "Dat bezwaar wordt behandeld volgens de regels die zijn vastgesteld bij of ter uitvoering van hoofdstuk III van het decreet van 7 december 2007 houdende oprichting van de Strategische Adviesraad voor het Vlaamse Welzijns-, Gezondheids- en Gezinsbeleid en van een Adviescommissie voor Voorzieningen van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin en (Kandidaat-)pleegzorgers.".

Art. 55.In artikel 9 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 24 november 2006 en 24 september 2010, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° paragraaf 1 wordt opgeheven;2° in paragraaf 4 wordt de zinsnede "de termijnen bedoeld in § 1 en § 2" vervangen door de zinsnede "de termijn, vermeld in paragraaf 2, of vastgesteld door de regels, vermeld in artikel 8, tweede lid,".

Art. 56.In artikel 19 van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 20 februari 2004 en gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 24 november 2006, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in paragraaf 2, tweede lid, wordt de zinsnede "9, § 1 en § 2, eerste lid" vervangen door de zinsnede "9, § 2, eerste lid";2° in paragraaf 3 wordt de zinsnede "bedoeld in artikel 9, § 1, tweede lid, of § 2, eerste lid" vervangen door de zinsnede ", vermeld in artikel 9, § 2, eerste lid, of vastgesteld door de regels, vermeld in artikel 8, tweede lid,".

Art. 57.In artikel 26, § 3, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 24 november 2006, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het tweede lid wordt de zinsnede "9, § 1 en § 2, eerste lid" vervangen door de zinsnede "9, § 2, eerste lid";2° in het derde lid wordt de zinsnede "bedoeld in artikel 9, § 1 en § 2, eerste lid" vervangen door de zinsnede ", vermeld in artikel 9, § 2, eerste lid, of vastgesteld door de regels, vermeld in artikel 8, tweede lid,". Afdeling 11. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van

12 oktober 2001 ter uitvoering van het decreet van 19 december 1997 betreffende het algemeen welzijnswerk

Art. 58.In artikel 13 van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 oktober 2001 ter uitvoering van het decreet van 19 december 1997 betreffende het algemeen welzijnswerk, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 24 november 2006, wordt het tweede lid vervangen door wat volgt : "Dat bezwaar wordt behandeld volgens de regels die zijn vastgesteld bij of ter uitvoering van hoofdstuk III van het decreet van 7 december 2007 houdende oprichting van de Strategische Adviesraad voor het Vlaamse Welzijns-, Gezondheids- en Gezinsbeleid en van een Adviescommissie voor Voorzieningen van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin en (Kandidaat-)pleegzorgers.".

Art. 59.In artikel 29 van hetzelfde besluit wordt het tweede lid vervangen door wat volgt : "Dat bezwaar wordt behandeld volgens de regels die zijn vastgesteld bij of ter uitvoering van hoofdstuk III van het decreet van 7 december 2007 houdende oprichting van de Strategische Adviesraad voor het Vlaamse Welzijns-, Gezondheids- en Gezinsbeleid en van een Adviescommissie voor Voorzieningen van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin en (Kandidaat-)pleegzorgers.". Afdeling 12. - Wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 1

maart 2002 tot bepaling van de voorwaarden en de procedureregels inzake erkenning en subsidiëring van de consultatiebureaus voor het jonge kind

Art. 60.Artikel 43 van het besluit van de Vlaamse Regering van 1 maart 2002 tot bepaling van de voorwaarden en de procedureregels inzake erkenning en subsidiëring van de consultatiebureaus voor het jonge kind wordt vervangen door wat volgt : "

Art. 43.Het beroep wordt behandeld volgens de regels die zijn vastgesteld bij of ter uitvoering van hoofdstuk III van het decreet van 7 december 2007 houdende oprichting van de Strategische Adviesraad voor het Vlaamse Welzijns-, Gezondheids- en Gezinsbeleid en van een Adviescommissie voor Voorzieningen van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin en (Kandidaat-)pleegzorgers.". Afdeling 13. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van

19 april 2002 betreffende adoptiediensten die bemiddelen voor binnenlandse kinderen

Art. 61.In artikel 35 van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 april 2002 betreffende adoptiediensten die bemiddelen voor binnenlandse kinderen worden de woorden "bij de minister" opgeheven.

Art. 62.In artikel 37, 4° en 6°, van hetzelfde besluit wordt het woord "beroep" vervangen door het woord "bezwaar".

Art. 63.Artikel 40 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 6 oktober 2006, wordt vervangen door wat volgt : "

Art. 40.Het bezwaar wordt behandeld volgens de regels die zijn vastgesteld bij of ter uitvoering van hoofdstuk III van het decreet van 7 december 2007 houdende oprichting van de Strategische Adviesraad voor het Vlaamse Welzijns-, Gezondheids- en Gezinsbeleid en van een Adviescommissie voor Voorzieningen van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin en (Kandidaat-)pleegzorgers.". Afdeling 14. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van

17 mei 2002 betreffende de erkenning en subsidiëring van de vertrouwenscentra kindermishandeling

Art. 64.In artikel 24 van het besluit van de Vlaamse Regering van 17 mei 2002 betreffende de erkenning en subsidiëring van de vertrouwenscentra kindermishandeling worden de woorden "bij de minister" opgeheven.

Art. 65.Artikel 29 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : "

Art. 29.Het beroep wordt behandeld volgens de regels die zijn vastgesteld bij of ter uitvoering van hoofdstuk III van het decreet van 7 december 2007 houdende oprichting van de Strategische Adviesraad voor het Vlaamse Welzijns-, Gezondheids- en Gezinsbeleid en van een Adviescommissie voor Voorzieningen van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin en (Kandidaat-)pleegzorgers.". Afdeling 15. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van

19 december 2008 betreffende de samenwerkingsinitiatieven eerstelijnsgezondheidszorg

Art. 66.In artikel 9, § 5, derde lid, artikel 12, § 4, tweede lid, artikel 14, § 2, tweede lid, artikel 15, § 3, tweede lid, en artikel 16 van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 december 2008 betreffende de samenwerkingsinitiatieven eerstelijnsgezondheidszorg wordt de zinsnede "de Adviescommissie voor Voorzieningen van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin" vervangen door de woorden "het agentschap".

Art. 67.Artikel 17 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : "

Art. 17.Het bezwaarschrift wordt behandeld volgens de regels die zijn vastgesteld bij of ter uitvoering van hoofdstuk III van het decreet van 7 december 2007 houdende oprichting van de Strategische Adviesraad voor het Vlaamse Welzijns-, Gezondheids- en Gezinsbeleid en van een Adviescommissie voor Voorzieningen van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin en (Kandidaat-)pleegzorgers.".

Art. 68.Artikel 18 van hetzelfde besluit wordt opgeheven. Afdeling 16. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van

30 januari 2009 betreffende de Logo's

Art. 69.In artikel 20 van het besluit van de Vlaamse Regering van 30 januari 2009 betreffende de Logo's wordt het vierde lid vervangen door wat volgt : "Het ontvankelijke bezwaarschrift wordt behandeld volgens de regels die zijn vastgesteld bij of ter uitvoering van hoofdstuk III van het decreet van 7 december 2007 houdende oprichting van de Strategische Adviesraad voor het Vlaamse Welzijns-, Gezondheids- en Gezinsbeleid en van een Adviescommissie voor Voorzieningen van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin en (Kandidaat-)pleegzorgers.".

Art. 70.In artikel 21 van hetzelfde besluit worden paragraaf 1, 2 en 3 opgeheven.

Art. 71.Artikel 22 van hetzelfde besluit wordt opgeheven. Afdeling 17. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van

30 april 2009 houdende de voorwaarden voor de erkenning en subsidiëring als gemandateerde voorziening, coördinatiepunt en flexibele opvangpool van doelgroepwerknemers

Art. 72.In artikel 24 van het besluit van de Vlaamse Regering van 30 april 2009 houdende de voorwaarden voor de erkenning en subsidiëring als gemandateerde voorziening, coördinatiepunt en flexibele opvangpool van doelgroepwerknemers wordt het eerste lid vervangen door wat volgt : "Het beroep wordt behandeld volgens de regels die zijn vastgesteld bij of ter uitvoering van hoofdstuk III van het decreet van 7 december 2007 houdende oprichting van de Strategische Adviesraad voor het Vlaamse Welzijns-, Gezondheids- en Gezinsbeleid en van een Adviescommissie voor Voorzieningen van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin en (Kandidaat-)pleegzorgers.".

Art. 73.Artikel 25 van hetzelfde besluit wordt opgeheven. Afdeling 18. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van

5 juni 2009 betreffende de erkenning van afdelingen Medisch Toezicht of departementen Medisch Toezicht

Art. 74.In artikel 17, derde lid, artikel 20, § 1, tweede lid, en artikel 21, § 3, tweede lid, van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 betreffende de erkenning van afdelingen Medisch Toezicht of departementen Medisch Toezicht wordt de zinsnede "op het adres van de Adviescommissie voor Voorzieningen van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin" opgeheven.

Art. 75.In artikel 23 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° het eerste lid wordt vervangen door wat volgt : "Het ontvankelijke bezwaarschrift wordt behandeld volgens de regels die zijn vastgesteld bij of ter uitvoering van hoofdstuk III van het decreet van 7 december 2007 houdende oprichting van de Strategische Adviesraad voor het Vlaamse Welzijns-, Gezondheids- en Gezinsbeleid en van een Adviescommissie voor Voorzieningen van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin en (Kandidaat-)pleegzorgers."; 2° het tweede en derde lid worden opgeheven.

Art. 76.Artikel 24 van hetzelfde besluit wordt opgeheven. Afdeling 19. - Wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van

26 februari 2010 tot regeling van de erkenning en de subsidiëring van organisaties voor autonoom vrijwilligerswerk

Art. 77.In artikel 11 van het besluit van de Vlaamse Regering van 26 februari 2010 tot regeling van de erkenning en de subsidiëring van organisaties voor autonoom vrijwilligerswerk wordt het tweede lid vervangen door wat volgt : "Het bezwaarschrift wordt behandeld volgens de regels die zijn vastgesteld bij of ter uitvoering van hoofdstuk III van het decreet van 7 december 2007 houdende oprichting van de Strategische Adviesraad voor het Vlaamse Welzijns-, Gezondheids- en Gezinsbeleid en van een Adviescommissie voor Voorzieningen van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin en (Kandidaat-)pleegzorgers.". Afdeling 20. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van

16 maart 2012 betreffende aspecten van het Vlaams bevolkingsonderzoek naar borstkanker

Art. 78.In artikel 1 van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 maart 2012 betreffende aspecten van het Vlaams bevolkingsonderzoek naar borstkanker wordt punt 2° opgeheven.

Art. 79.In artikel 30 van hetzelfde besluit wordt het tweede lid opgeheven.

Art. 80.In artikel 31 van hetzelfde besluit wordt paragraaf 1 vervangen door wat volgt : " § 1. Als de aanvrager een bezwaarschrift heeft ingediend conform artikel 30, eerste lid, wordt dat behandeld volgens de regels die zijn vastgesteld bij of ter uitvoering van hoofdstuk III van het decreet van 7 december 2007 houdende oprichting van de Strategische Adviesraad voor het Vlaamse Welzijns-, Gezondheids- en Gezinsbeleid en van een Adviescommissie voor Voorzieningen van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin en (Kandidaat-)pleegzorgers.". Afdeling 21. - Wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 9

november 2012 inzake erkenning en subsidiëring van de centra voor kinderzorg en gezinsondersteuning

Art. 81.Artikel 52 van het besluit van de Vlaamse Regering van 9 november 2012 inzake erkenning en subsidiëring van de centra voor kinderzorg en gezinsondersteuning wordt vervangen door wat volgt : "

Art. 52.Het beroepschrift wordt verder behandeld volgens de regels die zijn vastgesteld bij of ter uitvoering van hoofdstuk III van het decreet van 7 december 2007 houdende oprichting van de Strategische Adviesraad voor het Vlaamse Welzijns-, Gezondheids- en Gezinsbeleid en van een Adviescommissie voor Voorzieningen van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin en (Kandidaat-)pleegzorgers.". HOOFDSTUK 7. - Slotbepalingen

Art. 82.Het besluit van de Vlaamse Regering van 28 januari 1997 tot uitvoering van het decreet van 20 december 1996 houdende oprichting van een Vlaamse Gezondheidsraad en van een Vlaamse Adviesraad voor erkenning van verzorgingsvoorzieningen wordt opgeheven.

Art. 83.Het besluit van de Vlaamse Regering van 15 september 1998 betreffende de adviserende beroepscommissie inzake gezins- en welzijnsaangelegenheden, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 29 september 2000, 31 maart 2006 en 24 november 2006, wordt opgeheven.

Art. 84.Artikel 12, tweede en derde lid, artikel 15, 19 en 20 van het decreet van 7 december 2007 houdende de oprichting van de Strategische Adviesraad voor het Vlaamse Welzijns-, Gezondheids- en Gezinsbeleid en van een Adviescommissie voor Voorzieningen van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin en (Kandidaat-)pleegzorgers treden in werking op 1 januari 2014.

Artikel 12, eerste lid, artikel 13 en 14 van voormeld decreet hebben uitwerking met ingang van 1 juli 2013.

Art. 85.Artikel 33 en 34 van het decreet van 20 april 2012 houdende de organisatie van kinderopvang van baby's en peuters treden in werking op 1 januari 2014.

Art. 86.Artikel 39, 40 en 41, 1°, van het decreet van 29 juni 2012 houdende de organisatie van pleegzorg hebben uitwerking met ingang van 1 juli 2013.

Art. 87.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2014, met uitzondering van artikel 1 tot en met 3, artikel 13, § 1 en § 2, eerste lid en tweede lid, 2° en 3°, artikel 17, 18, 20, 21 en 88, die uitwerking hebben met ingang van 1 juli 2013.

Art. 88.De Vlaamse minister, bevoegd voor de bijstand aan personen, en de Vlaamse minister, bevoegd voor het gezondheidsbeleid, zijn, ieder wat hem of haar betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 12 juli 2013 De minister-president van de Vlaamse Regering, K. PEETERS De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, J. VANDEURZEN

^