Etaamb.openjustice.be
Decreet van 29 juni 2012
gepubliceerd op 16 augustus 2012

Decreet houdende de organisatie van pleegzorg

bron
vlaamse overheid
numac
2012035934
pub.
16/08/2012
prom.
29/06/2012
ELI
eli/decreet/2012/06/29/2012035934/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

29 JUNI 2012. - Decreet houdende de organisatie van pleegzorg (1)


Het VLAAMS PARLEMENT heeft aangenomen en Wij, REGERING, bekrachtigen hetgeen volgt : Decreet houdende de organisatie van pleegzorg HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen

Artikel 1.Dit decreet regelt een gemeenschapsaangelegenheid.

Art. 2.In dit decreet wordt verstaan onder : 1° behandelingspleegzorg : een vorm van pleegzorg waarbij een dienst voor pleegzorg al dan niet in combinatie met een andere typemodule buiten de pleegzorg of een andere vorm van hulp- en dienstverlening of in samenwerking met een psychiatrische ziekenhuisdienst wat de psychiatrische gezinsverpleging betreft, voorziet in een behandeling voor een pleegkind of een pleeggast en een intensieve training en begeleiding van de pleegzorger;2° bestandspleeggezin : een pleeggezin dat een pleegkind of een pleeggast opvangt die voordien geen deel uitmaakte van het eigen familiale of sociale netwerk;3° module : een afgebakende eenheid van hulpverlening of zorg, gebaseerd op één typemodule;4° netwerkpleeggezin : een pleeggezin dat een pleegkind of een pleeggast uit het eigen familiale of sociale netwerk opvangt;5° ondersteunende pleegzorg : een vorm van pleegzorg ter ondersteuning van het gezin van het pleegkind of de pleeggast, hetzij voor een korte aaneengesloten periode, hetzij met afwisselend verblijf in dit gezin en in het pleeggezin voor meerdere korte periodes;6° perspectiefbiedende pleegzorg : pleegzorg met een continu en langdurig karakter;7° perspectiefzoekende pleegzorg : een vorm van pleegzorg gedurende een periode van maximaal zes maanden, eenmalig verlengbaar met maximaal zes maanden, waarbij een duidelijk perspectief voor het pleegkind of de pleeggast wordt ontwikkeld;8° pleeggast : elke meerderjarige voor wie pleegzorg wordt georganiseerd;9° pleeggezin : het gezin van de pleegzorger;10° pleegkind : elke minderjarige voor wie pleegzorg wordt georganiseerd;11° pleegzorg : zorg waarbij een pleegzorger vrijwillig, onder begeleiding van een dienst voor pleegzorg en tegen een kostenvergoeding, een of meerdere pleegkinderen en/of pleeggasten opvangt;12° pleegzorger : een meerderjarige natuurlijke persoon die een of meer pleegkinderen en/of pleeggasten in het eigen gezin opvangt;13° psychiatrische gezinsverpleging : de functie zoals bedoeld in het koninklijk besluit van 10 april 1991 houdende vaststelling van de normen waaraan de functie van psychiatrische gezinsverpleging moet voldoen om te worden erkend;14° typemodule : een eenheid van hulpverlening of zorg, gebaseerd op een functie of op een specifiek omschreven kernproces van hulpverlening of zorg. HOOFDSTUK 2. - Aanbod van pleegzorg

Art. 3.De Vlaamse Regering bepaalt de typemodules binnen de pleegzorg op basis van frequentie, duur, intensiteit en doelgroep en de procedure voor het beschrijven van de modules binnen de pleegzorg.

De typemodules en modules binnen de pleegzorg maken deel uit van een van de volgende vormen van pleegzorg : 1° ondersteunende pleegzorg;2° perspectiefzoekende pleegzorg;3° perspectiefbiedende pleegzorg;4° behandelingspleegzorg.

Art. 4.De Vlaamse Regering bepaalt welke typemodules als bedoeld in artikel 3 rechtstreeks en niet rechtstreeks toegankelijk zijn, met dien verstande dat minstens de typemodules binnen de ondersteunende pleegzorg rechtstreeks toegankelijk zijn.

Art. 5.De Vlaamse Regering bepaalt welke typemodules in de pleegzorg gecombineerd kunnen worden met andere typemodules buiten de pleegzorg of andere vormen van hulpen dienstverlening met dien verstande dat pleegzorg minstens kan worden gecombineerd, onder de voorwaarden die de Vlaamse Regering bepaalt, met thuisbegeleiding als bedoeld in het besluit van de Vlaamse Regering van 17 december 1996Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 17/12/1996 pub. 21/07/1999 numac 1999035914 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Besluit van de Vlaamse regering houdende vaststelling van de voorwaarden van subsidieverlening aan het Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek-Vlaanderen sluiten betreffende de erkenning en subsidiëring van thuisbegeleidingsdiensten voor personen met een handicap en in artikel 17 van het besluit van de Vlaamse Regering van 13 juli 1994 inzake de erkenningsvoorwaarden en de subsidienormen voor de voorzieningen van de bijzondere jeugdbijstand.

Art. 6.De Vlaamse Regering kan de psychiatrische gezinsverpleging van een psychiatrische ziekenhuisdienst als bedoeld in artikel 2, 13°, slechts erkennen op basis van een samenwerkingsovereenkomst tussen het betrokken ziekenhuis en een vergunde dienst voor pleegzorg. Deze overeenkomst heeft minstens betrekking op de elementen als bedoeld in artikel 7, § 2, 2°, 3°, 6°, 7°, 8°, 9°, 10°, 11°, 12° en 15°. HOOFDSTUK 3. - Diensten voor pleegzorg Afdeling 1. - Opdracht en taken van de diensten voor pleegzorg

Art. 7.§ 1. Een dienst voor pleegzorg biedt ondersteunende pleegzorg, met inbegrip van crisispleegzorg, perspectiefzoekende pleegzorg, perspectiefbiedende pleegzorg en behandelingspleegzorg aan. § 2. Een dienst voor pleegzorg heeft de volgende taken : 1° in samenwerking met de partnerorganisatie, als bedoeld in artikel 19, pleegzorg bekendmaken;2° het actief zoeken naar mogelijke netwerkpleeggezinnen en het werven van mogelijke bestandspleeggezinnen;3° het screenen van kandidaat-pleeggezinnen en pleeggezinnen;4° het oriënteren van kandidaat-pleeggezinnen naar een of meerdere vormen van pleegzorg als bedoeld in artikel 3;5° het sluiten van een samenwerkingsovereenkomst met een ziekenhuis als bedoeld in artikel 6, voor zover de psychiatrische gezinsverpleging in het werkingsgebied van de dienst wordt aangeboden;6° het onthaal en de verheldering van de zorgvraag van een persoon of zijn wettelijke vertegenwoordiger en het desgevallend indiceren van rechtstreeks toegankelijke pleegzorg als bedoeld in artikel 4, waarbij het onthaal, de verheldering van de zorgvraag en de indicatiestelling maximaal gebeuren in dialoog met deze persoon en zijn wettelijke vertegenwoordiger;7° het zoeken naar het meest geschikte pleeggezin voor een persoon voor wie pleegzorg wordt georganiseerd;8° de vorming van kandidaat-pleegzorgers, pleegzorgers en pleeggezinnen;9° het instaan voor een correcte en passende informatieverstrekking aan het pleegkind of de pleeggast over de aard en de draagwijdte van de pleegzorg;10° de begeleiding van pleegkinderen of pleeggasten;11° de ondersteuning en begeleiding van pleegzorgers en pleeggezinnen;12° de pleegzorggebonden begeleiding van de gezinnen waarvan de ouders of wettelijke vertegenwoordigers van de pleegkinderen of de pleeggasten deel uitmaken;13° het organiseren van een participatieraad met een vertegenwoordiging van de pleegkinderen, de pleeggasten, de gezinnen waarvan de ouders of de wettelijke vertegenwoordigers van de pleegkinderen of de pleeggasten deel uitmaken en de pleegzorgers, die op eigen initiatief of op verzoek van de dienst voor pleegzorg advies uitbrengt over de werking van de dienst;14° het instaan voor een naadloze overgang bij het beëindigen van pleegzorg voor de pleegkinderen, de pleeggasten, de gezinnen waarvan de ouders of de wettelijke vertegenwoordigers van de pleegkinderen of de pleeggasten deel uitmaken, de pleegzorgers en de pleeggezinnen;15° het instaan voor zorgcontinuïteit, onder meer naar aanleiding van de overgang van minderjarigen- naar meerderjarigenzorg;16° het aanbieden van een passende nazorg voor de pleegkinderen, de pleeggasten, de gezinnen waarvan de ouders of de wettelijke vertegenwoordigers van de pleegkinderen of de pleeggasten deel uitmaken, de pleegzorgers en de pleeggezinnen. De Vlaamse Regering kan bijkomende taken bepalen voor de diensten voor pleegzorg. Afdeling 2. - Programmatie en het werkingsgebied van de diensten voor

pleegzorg

Art. 8.Per provincie kan maximaal één dienst voor pleegzorg worden vergund.

Art. 9.Het werkingsgebied van een dienst voor pleegzorg is beperkt tot de provincie waarvoor de dienst is vergund. Het werkingsgebied van de dienst voor pleegzorg die vergund is voor de provincie Vlaams-Brabant, strekt zich uit tot het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad.

Onverminderd het eerste lid kan een persoon worden opgevangen in een pleeggezin waarvan de verblijfplaats gelegen is in een andere provincie dan deze van deze persoon, met dien verstande dat de dienst voor pleegzorg gelegen in de provincie van het pleeggezin de dienstverlening verzekert. Diensten voor pleegzorg sluiten hierover samenwerkingsovereenkomsten. Afdeling 3. - Vergunning van de diensten voor pleegzorg

Art. 10.Een dienst voor pleegzorg mag zijn activiteiten pas uitoefenen nadat de Vlaamse Regering de dienst heeft vergund.

Art. 11.De Vlaamse Regering kan een dienst voor pleegzorg vergunnen indien de dienst aan de volgende voorwaarden voldoet : 1° hij is opgericht als een rechtspersoon zonder winstoogmerk;2° hij voldoet aan de bepalingen van de artikelen 7, 8, 9 en 15;3° hij waarborgt de toegankelijkheid van de dienstverlening zonder discriminatie op grond van ideologische, godsdienstige en filosofische overtuiging of lidmaatschap of enig ander criterium op grond waarvan kan worden gediscrimineerd;4° hij heeft een multidisciplinaire werking;5° hij respecteert het door de Vlaamse Regering te bepalen jaarlijks gemiddeld aantal pleegkinderen of pleeggasten en/of begeleidingscontacten per begeleider van de dienst, waarbij deze gemiddelden onder meer kunnen worden gedifferentieerd volgens de vormen en typemodules binnen de pleegzorg als bedoeld in artikel 3;6° hij hanteert gezinsvriendelijke contacturen voor pleegkinderen en pleeggasten, de pleegzorgers en de gezinnen waarvan de ouders of wettelijke vertegenwoordigers van de pleegkinderen of pleeggasten deel uitmaken;7° hij is goed bereikbaar en zet hiertoe antennepunten in het werkingsgebied op. De Vlaamse Regering kan bijkomende voorwaarden bepalen waaraan de diensten voor pleegzorg moeten voldoen om vergund te worden of vergund te blijven. Die voorwaarden hebben onder meer betrekking op : 1° de infrastructuur;2° de organisatie en de werking;3° de verzekeringen inzake burgerlijke aansprakelijkheid;4° de kwalificaties van het personeel;5° de hulp- en dienstverlening.

Art. 12.De Vlaamse Regering bepaalt de vergunningsprocedure, die de mogelijkheid bevat om een bezwaarschrift in te dienen, en de duur van de vergunning. Afdeling 4. - Subsidiëring van de diensten voor pleegzorg

Art. 13.§ 1. De Vlaamse Regering subsidieert de vergunde diensten voor pleegzorg op basis van de reëel ingezette typemodules en het aantal begeleidingen als bedoeld in artikel 7, § 2.

De Vlaamse Regering kan bijkomende subsidievoorwaarden bepalen, met dien verstande dat enkel voor de behandelingspleegzorg een maximaal subsidieerbare inzet van typemodules en modules als bedoeld in artikel 3 kan worden bepaald. § 2. De Vlaamse Regering kan een investeringssubsidie en een investeringswaarborg zoals bedoeld in artikel 2, 5° en 6°, van het decreet van 23 februari 1994 inzake de infrastructuur voor persoonsgebonden aangelegenheden toekennen aan een vergunde dienst voor pleegzorg. HOOFDSTUK 4. - Pleegzorgers en pleeggezinnen Afdeling 1. - Screening

Art. 14.§ 1. Per pleegkind of pleeggast moet een kandidaat-pleegzorger of pleegzorger beschikken over een attest om dit pleegkind of deze pleeggast te kunnen opvangen.

Het attest wordt uitgereikt door de vergunde dienst voor pleegzorg in wiens werkingsgebied de kandidaat-pleegzorger of pleegzorger zijn hoofdverblijfplaats heeft. § 2. De dienst voor pleegzorg neemt op basis van de in artikel 7, § 2, eerste lid, 3°, vermelde screening binnen een redelijke termijn een schriftelijke gemotiveerde beslissing over de toekenning of de weigering van een attest. Hierbij geldt dat de dienst een attest toekent indien het kandidaat-pleeggezin of pleeggezin aan de volgende voorwaarden voldoet : 1° voor alle meerderjarige leden van het kandidaat-pleeggezin of het pleeggezin wordt een recent uittreksel uit het strafregister volgens model 2 aan de dienst voor pleegzorg voorgelegd, waaruit blijkt dat er in hoofde van deze personen geen elementen bestaan die onverzoenbaar zijn met pleegzorg;2° het pleeggezin heeft voldoende draagkracht om het pleegkind of de pleeggast een stabiel leefklimaat te bieden;3° de leden van het gezin van de kandidaat-pleegzorger of de pleegzorger worden betrokken bij de kandidaatstelling door de kandidaat-pleegzorger of de pleegzorger. De dienst voor pleegzorg bezorgt een afschrift van de beslissing zoals bedoeld in het eerste lid aan de kandidaat-pleegzorger of pleegzorger. § 3. In afwijking van § 1 kan een netwerkpleeggezin een pleegkind of een pleeggast opvangen in het kader van pleegzorg zonder dat de pleegzorger beschikt over een attest van een vergunde dienst voor pleegzorg wanneer : 1° een pleegkind aan een pleeggezin wordt toegewezen door de jeugdrechtbank;2° de onmiddellijke opvang van een pleegkind of een pleeggast door een pleeggezin noodzakelijk is in het belang van het pleegkind of de pleeggast;3° het pleegkind of de pleeggast reeds verblijft bij het netwerkpleeggezin. In alle gevallen bepaald in het eerste lid moet de pleegzorger uit het netwerkpleeggezin zo snel mogelijk en uiterlijk binnen zes weken beschikken over een attest van een vergunde dienst voor pleegzorg. § 4. De pleegzorger meldt een wijziging van de gezinssamenstelling tijdens de pleegzorg aan de dienst voor pleegzorg. Voor elke meerderjarige die buiten de pleegzorg om lid wordt van het pleeggezin tijdens de pleegzorg moet worden voldaan aan § 2.

De dienst voor pleegzorg kan te allen tijde, indien hij oordeelt dat het pleeggezin niet langer voldoende draagkracht heeft om een pleegkind of een pleeggast op te vangen, een attest intrekken met een schriftelijke gemotiveerde beslissing. De dienst voor pleegzorg bezorgt een afschrift van deze beslissing aan de pleegzorger. § 5. Bij een weigering of een intrekking van een attest kan een kandidaat-pleegzorger of een pleegzorger een herscreening vragen bij een andere dienst voor pleegzorg die wordt aangeduid volgens een jaarlijks wisselend rotatiesysteem dat door de diensten voor pleegzorg wordt bepaald. Deze andere dienst kan het attest alsnog toekennen of opnieuw toekennen volgens de voorwaarden bepaald in § 2.

De Vlaamse Regering bepaalt de regels om een bezwaarschrift in te dienen tegen de weigering van een attest naar aanleiding van een herscreening als bedoeld in het eerste lid. Het bezwaarschrift wordt behandeld door de Adviescommissie voor Voorzieningen van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin als bedoeld in artikel 12 van het decreet van 7 december 2007Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/12/2007 pub. 21/12/2007 numac 2007037262 bron vlaamse overheid Decreet houdende de oprichting van de Strategische Adviesraad voor het Vlaamse Welzijns-, Gezondheids- en Gezinsbeleid en van een Adviescommissie voor Voorzieningen van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin sluiten houdende de oprichting van de Strategische Adviesraad voor het Vlaamse Weizijns-, Gezondheids- en Gezinsbeleid en van een Adviescommissie voor Voorzieningen van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin.

Art. 15.Een dienst voor pleegzorg meldt de weigering of intrekking van een attest aan de Vlaamse Regering. De Vlaamse Regering legt hiertoe een register aan. De dienst voor pleegzorg raadpleegt dit register in het kader van de screening als bedoeld in artikel 7, § 2, eerste lid, 3°.

De Vlaamse Regering bepaalt de duurtijd van bewaring van de weigering of de intrekking van een attest in het register, als bedoeld in het eerste lid. Afdeling 2. - Kostenvergoeding en bijdrage van de ouders van

pleegkinderen

Art. 16.De Vlaamse Regering kent per pleegkind of pleeggast en per opvangdag in het pleeggezin een forfaitaire kostenvergoeding toe aan de pleegzorgers met een attest als bedoeld in artikel 14, § 1. Deze kostenvergoeding kan onder meer verschillen op basis van : - de leeftijd van het pleegkind of de pleeggast; - de vormen van pleegzorg en de typemodules binnen de pleegzorg als bedoeld in artikel 3; - de beschikbaarheid in hoofde van de pleegzorgers over de gezinsbijslag ten voordele van het pleegkind of de pleeggast.

Voor de maximale periode van zes weken als bedoeld in artikel 14, § 3, kent de Vlaamse Regering eveneens een forfaitaire kostenvergoeding toe als bedoeld in het eerste lid wanneer aan de pleegzorger uit het netwerkpleeggezin bij het aflopen van deze periode een attest wordt toegekend door een vergunde dienst voor pleegzorg.

Art. 17.De Vlaamse Regering kent tegemoetkomingen voor bijzondere kosten toe aan pleegzorgers, gericht op het behoud of het herstel van de fysieke en/of psychische integriteit van het pleegkind of de pleeggast.

Art. 18.De Vlaamse Regering kan regels bepalen voor het innen, per opvangdag, van een bijdrage van de ouders van pleegkinderen. HOOFDSTUK 5. - Partnerorganisatie

Art. 19.§ 1. De Vlaamse Regering sluit in het kader van haar beleid met betrekking tot pleegzorg, op basis van een oproep voor een partnerorganisatie, een convenant met één rechtspersoon zonder winstoogmerk.

Deze rechtspersoon voldoet aan de volgende voorwaarden : 1° hij beschikt over deskundigheid op het vlak van pleegzorg, ontwikkelt deze en draagt deze uit;2° hij vertegenwoordigt de pleegkinderen, de pleeggasten, de pleegzorgers, de gezinnen waarvan de ouders of wettelijke vertegenwoordigers van de pleegkinderen of de pleeg-gasten deel uitmaken en de diensten voor pleegzorg;3° hij verbindt zich in het convenant om minstens volgende taken te vervullen : a) het sensibiliseren rond en bekendmaken van pleegzorg;b) het ondersteunen van de diensten voor pleegzorg;c) het opzetten van steungroepen voor pleegkinderen en pleegzorgers;4° hij treedt op als structurele gesprekspartner voor de pleegzorg met de Vlaamse Gemeenschap. De Vlaamse Regering kan bijkomende voorwaarden bepalen waaraan de rechtspersoon als bedoeld in het eerste lid moet voldoen om als partnerorganisatie een convenant te kunnen afsluiten met de Vlaamse Regering. § 2. Het convenant geldt voor minimaal drie en maximaal vijf jaar en omvat het beleidsplan voor de duurtijd van het convenant.

Het beleidsplan bevat de resultaatgebieden voor de uitvoering van het convenant en de evaluatiecriteria met betrekking tot de resultaatgebieden om onder meer de uitvoering van het convenant te kunnen evalueren.

De Vlaamse Regering kan bijkomende voorwaarden bepalen waaraan het convenant en het beleidsplan moeten voldoen. § 3. De Vlaamse Regering bepaalt de subsidie en de subsidievoorwaarden voor de partnerorganisatie. HOOFDSTUK 6. - Gegevensverwerking en -uitwisseling

Art. 20.De vergunde diensten voor pleegzorg verwerken relevante gegevens over de pleegzorg, inclusief de gegevens als bedoeld in de artikelen 6, 7 en 8, van de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens.

Deze gegevensverwerking heeft tot doel de vergunde diensten voor pleegzorg te laten beschikken over gegevens die relevant en noodzakelijk zijn om hun opdracht en taken als bedoeld in artikel 7 te kunnen uitvoeren en gebeurt steeds in het belang van de personen tot wie de pleegzorg zich richt. Ze heeft eveneens tot doel aan de Vlaamse Gemeenschap anonieme of gecodeerde gegevens te bezorgen om haar in staat te stellen haar beleid op het vlak van pleegzorg te evalueren en bij te sturen.

Art. 21.De vergunde diensten voor pleegzorg wisselen onder elkaar persoonsgegevens uit met het oog op de uitvoering van de opdracht en taken, als bedoeld in artikel 7.

Met behoud van de toepassing van de verplichtingen en beperkingen die voortvloeien uit de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens, is deze gegevensuitwisseling onderworpen aan de volgende voorwaarden : 1° de gegevensuitwisseling heeft enkel betrekking op gegevens die noodzakelijk zijn voor de pleegzorg;2° de gegevens worden enkel uitgewisseld in het belang van de personen tot wie de pleegzorg zich richt;3° de vergunde diensten voor pleegzorg trachten, in de mate van het mogelijke, de geïnformeerde instemming met de gegevensuitwisseling te verkrijgen van de persoon op wie de persoonsgegevens betrekking hebben.

Art. 22.Onverminderd de artikelen 20 en 21 zijn alle personen die hun medewerking verlenen aan de toepassing van dit decreet, gebonden door de geheimhoudingsplicht, bedoeld in artikel 458 van het Strafwetboek, met betrekking tot de gegevens waarvan zij in de uitoefening van hun opdracht kennis krijgen en die daarmee verband houden. HOOFDSTUK 7. - Handhaving Afdeling 1. - Toezicht

Art. 23.De Vlaamse Regering organiseert het toezicht op de naleving van de bepalingen van dit decreet en zijn uitvoeringsbesluiten.

De Vlaamse Regering wijst de personeelsleden van de diensten van de Vlaamse Regering aan die belast zijn met het toezicht, vermeld in het eerste lid. Deze personeelsleden oefenen het toezicht ter plaatse of op stukken uit. Ze hebben het recht elke dienst voor pleegzorg te bezoeken en kunnen alle relevante stukken en gegevens, die voor het toezicht noodzakelijk zijn, rechtstreeks opvragen of ze ter plaatse inkijken.

De diensten voor pleegzorg verlenen hun medewerking aan de uitoefening van het toezicht.

Ze stellen aan de personeelsleden, vermeld in het tweede lid, alle relevante stukken en gegevens ter beschikking die voor het toezicht noodzakelijk zijn. Ze staan deze personeelsleden toe om ter plaatse de naleving van de bepalingen van dit decreet en zijn uitvoeringsbesluiten te verifiëren en alle stappen te ondernemen die daarvoor nodig zijn.

Van hun vaststellingen maken de personeelsleden, als bedoeld in het tweede lid, een verslag op. Het verslag heeft bewijskracht tot het tegenbewijs. Van het verslag wordt een afschrift gestuurd naar de dienst voor pleegzorg in kwestie. Afdeling 2. - Begeleidende maatregelen

Art. 24.De Vlaamse Regering kan een of meerdere begeleidende maatregelen opleggen aan een vergunde dienst voor pleegzorg indien deze dienst de vergunningsvoorwaarden niet naleeft, zodat de dienst binnen een bepaalde termijn aan de vergunningsvoorwaarden, vermeld in de begeleidende maatregelen, kan voldoen.

De Vlaamse Regering bepaalt de regels om een bezwaar in te dienen tegen deze begeleidende maatregelen. Afdeling 3. - Sancties

Onderafdeling 1. - Intrekking van de vergunning en sluiting

Art. 25.Met behoud van de toepassing van artikel 24, kan de Vlaamse Regering, volgens de regels die ze bepaalt, de vergunning intrekken van een erkende dienst voor pleegzorg als deze dienst de vergunningsvoorwaarden niet naleeft of niet meewerkt aan de uitoefening van het toezicht. De Vlaamse Regering bepaalt de regels om een bezwaar in te dienen tegen de intrekking van de vergunning als dienst voor pleegzorg.

Art. 26.De intrekking van de vergunning van een dienst voor pleegzorg heeft van rechtswege de sluiting van deze dienst tot gevolg.

De Vlaamse Regering beveelt de sluiting van een dienst voor pleegzorg, als deze dienst niet vergund is. De sluiting houdt in dat de dienst voor pleegzorg niet langer zijn activiteiten mag uitoefenen.

De Vlaamse Regering bepaalt de regels om een bezwaar in te dienen tegen de sluiting als dienst voor pleegzorg.

Onderafdeling 2. - Administratieve geldboete

Art. 27.§ 1. Met behoud van de toepassing van artikel 24, 25 en 26, naargelang het geval, kan de Vlaamse Regering een administratieve geldboete van 100 tot 10.000 euro opleggen aan : 1° een vergunde dienst voor pleegzorg als deze dienst door de Vlaamse Regering werd aangemaand om binnen een bepaalde termijn aan de vergunningsvoorwaarden, vermeld in de aanmaning, te voldoen en binnen die termijn niet aan deze voorwaarden voldoet;2° een dienst voor pleegzorg die niet vergund is;3° een dienst voor pleegzorg die het door of krachtens dit decreet geregelde toezicht verhindert. § 2. De administratieve geldboete kan worden opgelegd binnen een termijn van zes maanden, te rekenen vanaf de dag van de vaststelling van de inbreuk door de personeelsleden, vermeld in artikel 23, tweede lid, en nadat de betrokken dienst voor pleegzorg werd gehoord.

Als een administratieve geldboete wordt opgelegd, vermeldt de beslissing het bedrag, de wijze waarop en de termijn waarbinnen deze moet worden betaald. De kennisgeving van de beslissing aan de betrokkene vermeldt de wijze waarop en de termijn waarbinnen beroep ingesteld kan worden tegen de beslissing. § 3. Als de dienst voor pleegzorg de opgelegde administratieve geldboete niet tijdig betaalt, wordt ze bij dwangbevel ingevorderd. De Vlaamse Regering wijst de personeelsleden van de Vlaamse overheid aan die een dwangbevel kunnen geven en uitvoerbaar verklaren. Een dwangbevel wordt betekend met een deurwaardersexploot met bevel tot betaling. § 4. De vordering tot voldoening van de administratieve geldboete verjaart na verloop van vijf jaar, te rekenen vanaf de datum van de beslissing, vermeld in § 2, eerste lid, of in geval van beroep, vanaf de datum van de in kracht van gewijsde gegane rechterlijke beslissing.

De verjaring wordt gestuit op de wijze en onder de voorwaarden, bepaald in artikel 2244 en volgende van het Burgerlijk Wetboek.

Art. 28.De Vlaamse Regering beheert het budget dat voortkomt uit de administratieve geldboeten bepaald in dit decreet en de uitvoeringsbesluiten ervan, en besteedt het ten voordele van pleegzorg. HOOFDSTUK 8. - Wijzigingsbepalingen

Art. 29.In artikel 2, 1°, van het decreet van 17 oktober 2003Relevante gevonden documenten type decreet prom. 17/10/2003 pub. 10/11/2003 numac 2003201693 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende de kwaliteit van de gezondheids- en welzijnsvoorzieningen sluiten betreffende de kwaliteit van de gezondheids- en welzijnsvoorzieningen worden de woorden "een organisatie die erkend of, wat kinderopvang van baby's en peuters betreft, vergund is" vervangen door de woorden "een organisatie die erkend of, wat kinderopvang van baby's en peuters of pleegzorg betreft, vergund is".

Art. 30.In artikel 3, § 1, van hetzelfde decreet worden de woorden "erkenningsnormen of, wat kinderopvang van baby's en peuters betreft, vergunningsnormen" vervangen door de woorden "erkenningsnormen of, wat kinderopvang van baby's en peuters en pleegzorg betreft, vergunningsnormen".

Art. 31.In artikel 9 van hetzelfde decreet worden de woorden "erkenningsnormen of, wat kinderopvang van baby's en peuters betreft, vergunningsnormen" vervangen door de woorden "erkenningsnormen of, wat kinderopvang van baby's en peuters en pleegzorg betreft, vergunningsnormen" en worden de woorden "erkenning of, wat kinderopvang van baby's en peuters betreft, vergunning" telkens vervangen door de "erkenning of, wat kinderopvang van baby's en peuters en pleegzorg betreft, vergunning".

Art. 32.Aan artikel 6, tweede lid, van het decreet van 30 april 2004Relevante gevonden documenten type decreet prom. 30/04/2004 pub. 09/06/2004 numac 2004035884 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende wijziging van het decreet van 30 maart 1999 houdende de organisatie van de zorgverzekering type decreet prom. 30/04/2004 pub. 28/05/2004 numac 2004035824 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet tot oprichting van het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap Vlaams Agentschap voor Geestelijke Gezondheidszorg type decreet prom. 30/04/2004 pub. 08/06/2004 numac 2004035871 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende de oprichting van de Mobiliteitsraad van Vlaanderen type decreet prom. 30/04/2004 pub. 07/06/2004 numac 2004035799 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Kind en Gezin sluiten tot oprichting van de publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigde agentschappen Openbaar Psychiatrisch Zorgcentrum Geel en Openbaar Psychiatrisch Zorgcentrum Rekem worden de volgende woorden toegevoegd : « op basis van een samenwerkingsovereenkomst met een vergunde dienst voor pleegzorg als bedoeld in artikel 6 van het decreet van 29 juni 2012 houdende de organisatie van pleegzorg".

Art. 33.In artikel 8, § 1, eerste lid, van het decreet van 30 april 2004Relevante gevonden documenten type decreet prom. 30/04/2004 pub. 09/06/2004 numac 2004035884 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende wijziging van het decreet van 30 maart 1999 houdende de organisatie van de zorgverzekering type decreet prom. 30/04/2004 pub. 28/05/2004 numac 2004035824 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet tot oprichting van het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap Vlaams Agentschap voor Geestelijke Gezondheidszorg type decreet prom. 30/04/2004 pub. 08/06/2004 numac 2004035871 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende de oprichting van de Mobiliteitsraad van Vlaanderen type decreet prom. 30/04/2004 pub. 07/06/2004 numac 2004035799 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Kind en Gezin sluiten tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Kind en Gezin worden tussen de woorden "het agentschap" en "ook taken op inzake" de woorden "met uitsluiting van pleegzorg als bedoeld in artikel 2, 11°, van het decreet van 29 juni 2012 houdende de organisatie van pleegzorg" ingevoegd.

Art. 34.In artikel 5, 1°, van het decreet van 7 mei 2004Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/05/2004 pub. 11/06/2004 numac 2004035909 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap type decreet prom. 07/05/2004 pub. 11/10/2004 numac 2004036482 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende de integrale jeugdhulp sluiten tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap worden tussen de woorden "de ondersteuning," en "van personen met een handicap" de woorden "met uitsluiting van pleegzorg als bedoeld in artikel 2, 11°, van het decreet van 29 juni 2012 houdende de organisatie van pleegzorg," ingevoegd.

Art. 35.In artikel 3, 1°, van het besluit van de Vlaamse Regering van 7 mei 2004Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 07/05/2004 pub. 07/06/2004 numac 2004035841 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Besluit van de Vlaamse regering tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap « Zorg en Gezondheid » type besluit van de vlaamse regering prom. 07/05/2004 pub. 02/06/2004 numac 2004035830 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Besluit van de Vlaamse regering tot oprichting van het Intern Verzelfstandigd Agentschap Jongerenwelzijn sluiten tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap Zorg en Gezondheid worden na de woorden "Welzijn, Volksgezondheid en Gezin" de woorden ", met uitzondering van diensten voor pleegzorg als bedoeld in artikel 7 van het decreet van 29 juni 2012 houdende de organisatie van pleegzorg" toegevoegd.

Art. 36.Aan artikel 4, § 1, eerste lid, van het decreet van 7 mei 2004Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/05/2004 pub. 11/06/2004 numac 2004035909 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap type decreet prom. 07/05/2004 pub. 11/10/2004 numac 2004036482 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende de integrale jeugdhulp sluiten betreffende de integrale jeugdhulp wordt een punt 8° toegevoegd, dat luidt als volgt : « 8° het decreet van 29 juni 2012 houdende de organisatie van pleegzorg. ».

Art. 37.In artikel 26 van het decreet van 7 mei 2004Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/05/2004 pub. 11/06/2004 numac 2004035909 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap type decreet prom. 07/05/2004 pub. 11/10/2004 numac 2004036482 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende de integrale jeugdhulp sluiten betreffende de rechtspositie van de minderjarige in de integrale jeugdhulp worden tussen de woorden "aan wie residentiële jeugdhulpverlening wordt geboden," en "heeft, ten laste van de Vlaams overheid" de volgende woorden ingevoegd : « met uitzondering van pleegzorg als bedoeld in artikel 2, 11°, van het decreet van 29 juni 2012 houdende de organisatie van pleegzorg,".

Art. 38.Aan artikel 33 van het decreet van 8 juni 2007Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/06/2007 pub. 19/07/2007 numac 2007036095 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de studiefinanciering van de Vlaamse Gemeenschap sluiten betreffende de studiefinanciering van de Vlaamse Gemeenschap wordt een tweede lid toegevoegd, dat luidt als volgt : « In afwijking van het eerste lid heeft een pleegkind of een pleeggast, als bedoeld in artikel 2, 8° en 10°, van het decreet van 29 juni 2012 houdende de organisatie van pleegzorg recht op een volledige toelage op voorwaarde dat de pleegzorg in het pleeggezin langer dan één jaar duurt. ».

Art. 39.Het opschrift van het decreet van 7 december 2007Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/12/2007 pub. 21/12/2007 numac 2007037262 bron vlaamse overheid Decreet houdende de oprichting van de Strategische Adviesraad voor het Vlaamse Welzijns-, Gezondheids- en Gezinsbeleid en van een Adviescommissie voor Voorzieningen van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin sluiten houdende de oprichting van de Strategische Adviesraad voor het Vlaamse Welzijns-, Gezondheids- en Gezinsbeleid en van een Adviescommissie voor Voorzieningen van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin wordt vervangen door wat volgt : « Decreet van 7 december 2007Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/12/2007 pub. 21/12/2007 numac 2007037262 bron vlaamse overheid Decreet houdende de oprichting van de Strategische Adviesraad voor het Vlaamse Welzijns-, Gezondheids- en Gezinsbeleid en van een Adviescommissie voor Voorzieningen van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin sluiten houdende de oprichting van de Strategische Adviesraad voor het Vlaamse Weizijns-, Gezondheids- en Gezinsbeleid en van een Adviescommissie voor Voorzieningen van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin en (Kandidaat-)pleegzor-gers".

Art. 40.Het opschrift van hoofdstuk III van het decreet van 7 december 2007Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/12/2007 pub. 21/12/2007 numac 2007037262 bron vlaamse overheid Decreet houdende de oprichting van de Strategische Adviesraad voor het Vlaamse Welzijns-, Gezondheids- en Gezinsbeleid en van een Adviescommissie voor Voorzieningen van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin sluiten houdende de oprichting van de Strategische Adviesraad voor het Vlaamse Welzijns-, Gezondheids- en Gezinsbeleid en van een Adviescommissie voor Voorzieningen van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin wordt vervangen door wat volgt : 'Adviescommissie voor Voorzieningen van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin en (Kandidaat-)pleegzorgers".

Art. 41.In artikel 12 van het decreet van 7 december 2007Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/12/2007 pub. 21/12/2007 numac 2007037262 bron vlaamse overheid Decreet houdende de oprichting van de Strategische Adviesraad voor het Vlaamse Welzijns-, Gezondheids- en Gezinsbeleid en van een Adviescommissie voor Voorzieningen van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin sluiten houdende de oprichting van de Strategische Adviesraad voor het Vlaamse Welzijns-, Gezondheids- en Gezinsbeleid en van een Adviescommissie voor Voorzieningen van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid worden de woorden "adviescommissie voor voorzieningen van welzijn, volksgezondheid en gezin" vervangen door wat volgt : « Adviescommissie voor Voorzieningen van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin en (Kandidaat-)pleegzorgers";2° een vierde lid wordt toegevoegd, dat luidt als volgt : « De commissie behandelt het bezwaar tegen de weigering van een attest naar aanleiding van een herscreening als bedoeld in artikel 14, § 5, van het decreet van 29 juni 2012 houdende de organisatie van pleegzorg.».

Art. 42.Aan artikel 2, 2°, van het decreet van 7 maart 2008Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/03/2008 pub. 15/04/2008 numac 2008201168 bron vlaamse overheid Decreet inzake bijzondere jeugdbijstand sluiten inzake bijzondere jeugdbijstand wordt de volgende zin toegevoegd : « Voor de toepassing van dit decreet worden bij pleegzorg als bedoeld in artikel 2, 11°, van het decreet van 29 juni 2012 houdende de organisatie van pleegzorg zowel een pleeggezin als een dienst voor pleegzorg als betrokken partijen beschouwd. ».

Art. 43.In artikel 36, § 2, eerste lid, van hetzelfde decreet van 7 maart 2008Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/03/2008 pub. 15/04/2008 numac 2008201168 bron vlaamse overheid Decreet inzake bijzondere jeugdbijstand sluiten inzake bijzondere jeugdbijstand wordt punt 2° vervangen door wat volgt : « 2° tot de leeftijd van ten hoogste eenentwintig jaar verblijven bij een kandidaat-pleegzorger of pleegzorger als bedoeld in artikel 14, § 1 of § 3, van het decreet van 29 juni 2012;".

Art. 44.In artikel 36, § 2, tweede lid, van hetzelfde decreet van 7 maart 2008Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/03/2008 pub. 15/04/2008 numac 2008201168 bron vlaamse overheid Decreet inzake bijzondere jeugdbijstand sluiten inzake bijzondere jeugdbijstand worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de woorden "in het eerste lid, 1°, 2° en 3° " vervangen door "in het eerste lid, 1° en 3° ";2° de woorden "in het eerste lid, 4° " vervangen door "in het eerste lid, 2° en 4° ".

Art. 45.In artikel 38, § 1, van hetzelfde decreet wordt punt 10° vervangen door wat volgt : « 10° de minderjarige toevertrouwen aan een kandidaat-pleegzorger of pleegzorger als bedoeld in artikel 14, § 1 of § 3, van het decreet van 29 juni 2012 houdende de organisatie van pleegzorg voor ten hoogste drie jaar, al dan niet met toepassing van artikel 5 van hetzelfde decreet;".

Art. 46.Aan artikel 38, § 2, van hetzelfde decreet worden de volgende leden toegevoegd : « De jeugdrechtbank motiveert waarom de minderjarige bij toepassing van § 1, 11°, niet kan worden toevertrouwd aan een kandidaat-pleegzorger of pleegzorger als bedoeld in § 1, 10°.

De jeugdrechtbank motiveert waarom meerdere minderjarigen uit eenzelfde gezin bij toepassing van § 1, 10°, ten aanzien van hen niet kunnen worden toevertrouwd aan eenzelfde kandidaat-pleegzorger of pleegzorger. ».

Art. 47.In artikel 40 van hetzelfde decreet wordt punt 3° vervangen door wat volgt : « 3° een erkende dienst voor pleegzorg met de begeleiding van de kandidaat-pleegzorger of pleegzorger, aan wie overeenkomstig artikel 38, § 1, 10°, de minderjarige werd toevertrouwd. ».

Art. 48.In artikel 46, tweede lid, van hetzelfde decreet worden de woorden "een gezin of een persoon" vervangen door "een pleegzorger als bedoeld in artikel 14, § 1 of § 3, van het decreet van 29 juni 2012 houdende de organisatie van pleegzorg".

Art. 49.In artikel 55, eerste lid, van hetzelfde decreet worden tussen woorden "van de zorg" en "die wordt aangeboden" de woorden ", met uitzondering van pleegzorg als bedoeld in artikel 2, 11°, van het decreet van 29 juni 2012 houdende de organisatie van pleegzorg" gevoegd.

Art. 50.Aan artikel 8, § 1, van het decreet van 29 juni 2012 houdende de organisatie van kinderopvang van baby's en peuters wordt een punt 4° toegevoegd dat luidt als volgt : « 4° de aanwezigheid van pleegkinderen, als bedoeld in artikel 2, 10°, van het decreet van 29 juni 2012 houdende de organisatie van pleegzorg, in het gezin en die in aanmerking komen voor kinderopvang als bedoeld in artikel 2, 2°.».

Art. 51.In artikel 8, § 1, van hetzelfde decreet wordt een tweede lid ingevoegd dat luidt als volgt : « In afwijking van het eerste lid wordt voor pleeggezinnen zoals bedoeld in artikel 2, 9°, van het decreet van 29 juni 2012 houdende de organisatie van pleegzorg voor het pleegkind een financiële bijdrage vastgesteld die overeenstemt met de laagst mogelijke financiële bijdrage onafhankelijk van het inkomen van het pleeggezin. ». HOOFDSTUK 8. - Slotbepalingen

Art. 52.De Vlaamse Regering bepaalt de overgangsbepalingen voor pleegzorgsituaties die ontstonden vóór de datum van inwerkingtreding van dit decreet.

Art. 53.De bepalingen van dit decreet treden in werking op een door de Vlaamse Regering te bepalen datum en uiterlijk op 1 juli 2013, met uitzondering van artikel 38, dat in werking zal treden op een door de Vlaamse Regering te bepalen datum en uiterlijk op 1 september 2013.

Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Brussel, 29 juni 2012.

De minister-president van de Vlaamse Regering, K. PEETERS De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, J. VANDEURZEN _______ Nota (1) Zitting 2011-2012. Stukken. - Voorstel van decreet : 1597 - Nr. 1. - Amendementen : 1597 - Nr. 2. - Verslag : 1597 - Nr. 3. - Tekst aangenomen door de plenaire vergadering : 1597 - Nr. 4.

Handelingen. - Bespreking en aanneming : Middagvergadering van 20 juni 2012.

^