gepubliceerd op 01 juni 2007
Koninklijk besluit houdende diverse bepalingen tot uitvoering van het koninklijk besluit van 4 augustus 2004 betreffende de loopbaan van niveau A van het Rijkspersoneel en houdende sommige wijzigingen met betrekking tot de loopbaan in de niveaus B, C en D bij de Federale Overheidsdienst Financiën en bij de Pensioendienst voor de Overheidssector
27 APRIL 2007. - Koninklijk besluit houdende diverse bepalingen tot uitvoering van het koninklijk besluit van 4 augustus 2004 betreffende de loopbaan van niveau A van het Rijkspersoneel en houdende sommige wijzigingen met betrekking tot de loopbaan in de niveaus B, C en D bij de Federale Overheidsdienst Financiën en bij de Pensioendienst voor de Overheidssector
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de artikelen 37 en 107, tweede lid, van de Grondwet;
Gelet op de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op sommige instellingen van openbaar nut, inzonderheid op artikel 11, § 1, gewijzigd bij de wetten van 22 juli 1993 en 24 december 2002;
Gelet op het koninklijk besluit van 29 oktober 1971 tot vaststelling van het organiek reglement van de Federale Overheidsdienst Financiën en van de bijzondere bepalingen die er voorzien in de uitvoering van het statuut van het Rijkspersoneel, inzonderheid op artikel 8, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 25 juli 1974, 14 november 1978, 9 april 1985, 21 maart 1986, 11 juni 1986, 14 april 1993, 13 februari 1996, 6 juli 1997 en 3 maart 2005, op artikel 9, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 10 juli 1996, 6 juli 1997 en 3 maart 2005, op artikel 9 ter, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 6 juli 1997, op artikel 11, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 6 juli 1997, 1 maart 1998 en 3 maart 2005, op artikel 12, vervangen bij het koninklijk besluit van 3 maart 2005, op artikel 13, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 6 juli 1997, op artikel 14, vervangen bij het koninklijk besluit van 3 maart 2005, op artikel 16, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 10 juli 1996 en 6 juli 1997, op artikel 16bis, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 6 juli 1997, op artikel 16ter, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 6 juli 1997 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 3 maart 2005, op artikel 16quater, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 6 juli 1997 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 3 maart 2005, op artikel 16quinquies, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 6 juli 1997 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 3 maart 2005, op artikel 17, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 10 juli 1996 en 3 maart 2005, op artikel 18, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 11 oktober 1971, 15 april 1977, 10 juli 1996, 6 juli 1997 en 3 maart 2005, op artikel 19, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 18 juli 1972, 4 februari 1980, 10 juli 1996, 6 juli 1997 en 3 maart 2005, op artikel 20, vervangen bij het koninklijk besluit van 3 maart 2005, op artikel 21, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 11 oktober 1973, 14 november 1978, 21 maart 1986, 11 februari 1996, 10 juli 1996, 6 juli 1997 en 3 maart 2005, op artikel 22, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 10 juli 1996 en 3 maart 2005, op artikel 24, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 6 juli 1997, op artikel 25bis, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 6 juli 1997, op artikel 25ter, ingevoegd bij het koninklijk besluit 6 juli 1997, op artikel 25quater /2, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 13 april 1997 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 3 maart 2005, op artikel 25quinquies, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 9 april 1985 en gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 6 juli 1997, 1 maart 1998 en 3 maart 2005, op artikel 26, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 3 maart 2005, op artikel 27, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 11 oktober 1973 en 10 juli 1996, op artikel 28, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 3 maart 2005, op artikel 29, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 10 juli 1966 en 3 maart 2005, op artikel 30, vervangen bij het koninklijk besluit van 6 juli 1997 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 3 maart 2005, op artikel 31, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 19 november 1974, op artikel 32, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 10 juli 1996 en 6 juli 1997, op artikel 33, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 20 juli 1976 en 6 juli 1997, op artikel 35, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 3 maart 2005, op artikel 36, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 6 juli 1997 en 3 maart 2005, op artikel 37, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 6 juli 1997, op artikel 43, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 6 juli 1997, op artikel 44, vervangen bij het koninklijk besluit van 3 maart 2005, op artikel 48, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 3 maart 2005 en op artikel 54, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 7 december 1973, 21 maart 1986 en 6 juli 1997;
Gelet op het koninklijk besluit van 29 oktober 1971 tot vaststelling van het organiek reglement van het Ministerie van Financiën, Administratie der pensioenen en van de bijzondere bepalingen die er voorzien in de uitvoering van het statuut van het Rijkspersoneel, inzonderheid op artikel 1 vervangen bij het koninklijk besluit van 3 maart 2005, op artikel 4 vervangen bij het koninklijk besluit van 3 maart 2005, op artikel 6 vervangen bij het koninklijk besluit van 3 maart 2005, op artikel 9quinquies ingevoegd bij het koninklijk besluit van 1 maart 1998, op artikel 9septies ingevoegd bij het koninklijk besluit van 1 maart 1998 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 3 maart 2005, op artikel 9octies ingevoegd bij het koninklijk besluit van 1 maart 1998 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 3 maart 2005, op artikel 9decies ingevoegd bij het koninklijk besluit van 1 maart 1998 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 3 maart 2005, op artikel 9undecies ingevoegd bij het koninklijk besluit van 1 maart 1998 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 3 maart 2005, op artikel 9duodecies ingevoegd bij het koninklijk besluit van 1 maart 1998, op artikel 9tredecies ingevoegd bij het koninklijk besluit van 1 maart 1998, op artikel 10, op artikel 11 gewijzigd bij het koninklijk besluit van 6 juli 1997, op artikel 12 vervangen bij het koninklijk besluit van 3 maart 2005, op artikel 14 vervangen bij het koninklijk besluit van 3 maart 2005, op artikel 16 gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 10 juli 1996 en 6 juli 1997, op artikel 16bis ingevoegd bij het koninklijk besluit van 6 juli 1997, op artikel 16ter ingevoegd bij het koninklijk besluit van 6 juli 1997 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 3 maart 2005, op artikel 16quater ingevoegd bij het koninklijk besluit van 6 juli 1997 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 3 maart 2005, op artikel 16quinquies ingevoegd bij het koninklijk besluit van 6 juli 1997 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 3 maart 2005, op artikel 43 vervangen bij het koninklijk besluit van 3 maart 2005, op artikel 44 vervangen bij het koninklijk besluit van 3 maart 2005, op artikel 45 gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 1 maart 1998 en 3 maart 2005, op artikel 47 gewijzigd bij het koninklijk besluit van 3 maart 2005, op artikel 48 gewijzigd bij het koninklijk besluit van 3 maart 2005, op artikel 53, op artikel 54 gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 7 december 1973, 21 maart 1986, 6 juli 1997 en 3 maart 2005, op artikel 57 opgeheven bij koninklijk besluit van 7 december 1973, op artikel 58 opgeheven bij koninklijk besluit van 3 maart 2005;
Gelet op het koninklijk besluit van 12 augustus 2003 tot oprichting van personeelscomités bij de Federale Overheidsdienst Financiën, inzonderheid op artikel 1;
Gelet op het koninklijk besluit van 3 maart 2005 houdende hervorming van de bijzondere loopbaan van sommige ambtenaren van de Federale Overheidsdienst Financiën en de Administratie der pensioenen van het Ministerie van Financiën en houdende diverse bepalingen tot uitvoering van het koninklijk besluit van 5 september 2002 houdende hervorming van de loopbaan van sommige ambtenaren in de rijksbesturen, inzonderheid op de artikelen 37, 197, 202, 203, 204, 205, 211, 215 en 216;
Gelet op het koninklijk besluit van 15 september 2006 houdende de integratie in het niveau A van de titularissen van een bijzondere graad van het niveau 1 bij de Federale Overheidsdienst Financiën en de Pensioendienst voor de overheidssector, inzonderheid op de artikelen 5 en 18;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 27 augustus 2006;
Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Ambtenarenzaken van 15 januari 2007;
Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting van 16 maart 2007;
Gelet op het advies van het Directiecomité van de Federale Overheidsdienst Financiën van 9 februari 2007;
Gelet op het advies van de Directieraad van de Pensioendienst voor de overheidssector van 19 februari 2007;
Gelet op het onderhandelingsprotocol van 14 maart 2007 van het sectorcomité II - Financiën;
Gelet op advies 42.581/2 van de Raad van State, gegeven op 18 april 2007 met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op de voordracht van Onze Minister van Financiën, Onze Minister van Begroting en van Onze Minister van Pensioenen en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK I. - Bijzondere bepalingen met betrekking tot de loopbaan van het niveau A
Artikel 1.Voor de toepassing van dit hoofdstuk dient te worden verstaan onder het organiek reglement : 1° het koninklijk besluit van 29 oktober 1971 tot vaststelling van het organiek reglement van de Federale Overheidsdienst Financiën en van de bijzondere bepalingen die er voorzien in de uitvoering van het statuut van het Rijkspersoneel; en 2° a) tot 31 december 2005, het koninklijk besluit van 29 oktober 1971 tot vaststelling van het organiek reglement van het Ministerie van Financiën, Administratie der pensioenen en van de bijzondere bepalingen die er voorzien in de uitvoering van het statuut van het Rijkspersoneel;b) met ingang van 1 januari 2006 het koninklijk besluit van 29 oktober 1971 tot vaststelling van het organiek reglement van de Pensioendienst voor de overheidssector en van de bijzondere bepalingen die er voorzien in de uitvoering van het statuut van het Rijkspersoneel.
Art. 2.In afwijking van artikel 70 van het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het statuut van het Rijkspersoneel, wordt de benoeming in een vacante betrekking behorend tot eenzelfde klasse waarbij een andere titel wordt toegekend en waarvan de eerste weddenschaal, verbonden aan deze titel, hoger is dan de eerste weddenschaal verbonden aan de titel waarmee men bekleed is, voor de toepassing van het statuut van het Rijkspersoneel en zijn uitvoeringsbesluiten, beschouwd als een bevordering en wordt door Ons toegekend.
Art. 3.Er worden vergelijkende selecties voor overgang naar niveau A georganiseerd, die toegang verlenen tot de betrekkingen van de klasse A2 waaraan de titel van eerstaanwezend inspecteur bij een fiscaal bestuur of eerste attaché van financiën is verbonden.
Er worden proeven over de beroepsbekwaamheid georganiseerd, die de ambtenaren van niveau A, bij wege van bevordering, toegang verlenen tot de betrekkingen van de klasse A2 waaraan de titel van eerstaanwezend inspecteur bij een fiscaal bestuur of eerste attaché van financiën is verbonden.
Art. 4.§ 1. Voor de bevordering in het niveau A, de verandering van vakklasse of de overgang naar het niveau A kan de functiebeschrijving of het vacaturebericht bepalen dat de kandidaten voor de betrekking, laureaat dienen te zijn van een vergelijkende selectie, een proef over de beroepsbekwaamheid, een vergelijkend overgangsexamen of een examen voor verhoging, waardoor toegang wordt verleend tot de betrekkingen van de klasse A2, waaraan de titel is verbonden van eerste attaché van financiën of eerstaanwezend inspecteur bij een fiscaal bestuur.
Indien er objectieve redenen zijn die in verband staan met de uitoefening van de te begeven functie kunnen andere functievereisten, dan deze vermeld in het vorige lid, worden opgenomen in het vacaturebericht of de functiebeschrijving. § 2. Paragraaf 1 doet geen afbreuk aan de bepalingen van het organiek reglement, die van toepassing zijn op de toekenning van de betrekkingen waaraan een titel is verbonden die wordt vermeld in artikel 1bis van dit reglement.
Art. 5.In afwijking van artikel 29, § 4 en 41, § 3, van het koninklijk besluit van 7 augustus 1939 betreffende de evaluatie en de loopbaan van het rijkspersoneel kunnen de ambtenaren bij een bevordering, in een vacante betrekking van het niveau A, bezoldigd worden in de tweede of derde weddenschaal van de klasse.
Art. 6.In afwijking van artikel 20, § 2, van het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het statuut van het rijkspersoneel kunnen vergelijkende selecties worden georganiseerd voor werving in de klasse A2, die toegang geven tot de betrekkingen waaraan de titel van scheikundig adviseur, adviseur van financiën of van adviseur van de thesaurie is verbonden, zelfs indien de functie van deze ambtenaren behoort tot een vakrichting waarvan de klasse A1 de eerste is. HOOFDSTUK II. - Bijzondere bepalingen met betrekking tot de toepassing van het koninklijk besluit van 8 augustus 1983 betreffende de uitoefening van een hoger ambt in de Rijksbesturen
Art. 7.Voor de toepassing van dit hoofdstuk dient te worden verstaan onder : 1° organiek reglement : a) het koninklijk besluit van 29 oktober 1971 tot vaststelling van het organiek reglement van de Federale Overheidsdienst Financiën en van de bijzondere bepalingen die er voorzien in de uitvoering van het statuut van het Rijkspersoneel; en b. 1.) tot 31 december 2005, het koninklijk besluit van 29 oktober 1971 tot vaststelling van het organiek reglement van het Ministerie van Financiën, Administratie der pensioenen en van de bijzondere bepalingen die er voorzien in de uitvoering van het statuut van het Rijkspersoneel; b. 2.) met ingang van 1 januari 2006 het koninklijk besluit van 29 oktober 1971 tot vaststelling van het organiek reglement van de Pensioendienst voor de overheidssector en van de bijzondere bepalingen die er voorzien in de uitvoering van het statuut van het Rijkspersoneel; 2° koninklijk besluit van 8 augustus 1983 : het koninklijk besluit van 8 augustus 1983 betreffende de uitoefening van een hoger ambt in de Rijksbesturen;3° koninklijk besluit van 3 maart 2005 : a) tot 31 december 2005, het koninklijk besluit van 3 maart 2005 houdende de bijzondere bepalingen met betrekking tot de bezoldigingsregeling van het personeel van de Federale Overheidsdienst Financiën en het Ministerie van Financiën;b) met ingang van 1 januari 2006 het koninklijk besluit van 3 maart 2005 houdende de bijzondere bepalingen met betrekking tot de bezoldigingsregeling van het personeel van de Federale Overheidsdienst Financiën en de Pensioendienst voor de overheidssector.
Art. 8.In afwijking van artikel 1, van het koninklijk besluit van 8 augustus 1983, kunnen voor de periode van 1 december 2004 tot een jaar na de datum van de inwerkingtreding van het koninklijk besluit bedoeld in artikel 5ter van het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het statuut van het Rijkspersoneel, de ambtenaren bedoeld in artikel 1bis van het organiek reglement worden belast met een hoger ambt in een betrekking van hun vakklasse waaraan een andere titel verbonden is dan deze die zij dragen, mits de titel vermeld wordt in hetzelfde artikel.
Art. 9.§ 1. De in artikel 8 bedoelde ambtenaren en de ambtenaren die belast zijn met een hoger ambt in een betrekking van de hogere klasse van hun vakrichting, met een in artikel 1bis van het organiek reglement vermelde titel, waaraan niet de eerste weddenschaal van de klasse is verbonden zijn gerechtigd op de toelage vermeld in artikel 14bis van het koninklijk besluit van 8 augustus 1983.
De toelage is voor de in het eerste lid bedoelde ambtenaren gelijk aan het verschil tussen hun wedde en de wedde die zij zouden genieten in de voorlopig uitgeoefende functie.
Voor de toepassing van deze paragraaf dient onder wedde te worden verstaan, de wedde berekend op basis van de weddenschaal die van toepassing is op de ambtenaar, verhoogd met het complement, het weddencomplement en het supplement bedoeld in respectievelijk de artikelen 26, 27 en 32 van het koninklijk besluit van 3 maart 2005.
De ambtenaar die een competentietoelage geniet behoudt het voordeel ervan tijdens de uitoefening van het hoger ambt. § 2. De in § 1 vermelde bepalingen hebben uitwerking met ingang van 1 december 2004 tot een jaar na de datum van inwerkingtreding van het koninklijk besluit bedoeld in artikel 5ter van het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het statuut van het Rijkspersoneel.
Art. 10.In afwijking van artikel 3, § 2, tweede lid, van het koninklijk besluit van 8 augustus 1983, kan bij gebrek aan een ambtenaar die de statutaire voorwaarden vervult, een ambtenaar van niveau B bekleed met de graad van financieel deskundige of adjunct-fiscaal deskundige, afgeschafte graad, belast worden met een hoger ambt in de graad van fiscaal deskundige.
Art. 11.§ 1. In afwijking van artikel 3, § 2, vierde lid, van het koninklijk besluit van 8 augustus 1983, kunnen ambtenaren van niveau B aangewezen worden voor de uitoefening van een hoger ambt in een betrekking die behoort tot de tweede klasse van een vakrichting, mits de titel die verbonden is aan de betrekking, vermeld is in artikel 1bis van het organiek reglement.
Een ambtenaar van niveau B kan slechts worden aangewezen voor een in het eerste lid bedoelde betrekking indien hij geslaagd is voor een competentiemeting of gecertificeerde opleiding, voor zover hij de gelegenheid heeft gehad hieraan deel te nemen. § 2. Voor de toepassing van artikel 13, § 2, tweede lid, van het koninklijk besluit van 8 augustus 1983, wordt de plaatsvervangingstoelage berekend op basis van de eerste weddenschaal verbonden aan de titel van de betrekking waarin het hoger ambt wordt uitgeoefend. § 3. Voor de toepassing van artikel 13, § 3, van het koninklijk besluit van 8 augustus 1983, dient onder bezoldiging te worden verstaan, de wedde berekend op basis van de weddenschaal die van toepassing is op de ambtenaar, verhoogd met het complement, het weddencomplement en het supplement bedoeld in respectievelijk de artikelen 26, 27 en 32 van het koninklijk besluit van 3 maart 2005.
Art. 12.De aanstelling tot uitoefening van een hoger ambt in de betrekkingen van de klasse A2 geschiedt door de Minister, na het verstrekken van de gemotiveerde adviezen van de ambtenaar die de betrokken administratie of dienst leidt en van het Directiecomité. Het Directiecomité kan deze bevoegdheid toevertrouwen aan het personeelscomité van de entiteit waarbinnen de aanwijzing plaats heeft.
Wanneer de continuïteit van het financieel beheer het vereist, kan de aanstelling echter, in afwijking van het vorige lid, geschieden door de voorzitter van het Directiecomité of door de leidend ambtenaar, daartoe door de Minister gemachtigd. Deze bekrachtigt de aanstelling nadat het directiecomité of het door haar gemachtigde personeelscomité binnen de drie maanden zijn advies heeft gegeven. De procedure tot definitieve toekenning van de betrekking dient in dat geval onverwijld te zijn ingezet. HOOFDSTUK III. - Wijziging van het koninklijk besluit van 29 oktober 1971 tot vaststelling van het organiek reglement van de Federale Overheidsdienst Financiën en van de bijzondere bepalingen die er voorzien in de uitvoering van het statuut van het Rijkspersoneel
Art. 13.In het koninklijk besluit van 29 oktober 1971 tot vaststelling van het organiek reglement van de Federale Overheidsdienst Financiën en van de bijzondere bepalingen die er voorzien in de uitvoering van het statuut van het Rijkspersoneel wordt een artikel 1bis ingevoegd, luidende : «
Art. 1bis.De bepalingen van de titels II en III van dit besluit en zijn bijlagen zijn van toepassing op de ambtenaren van niveaus D, C en B en de ambtenaren van niveau A, die één van de volgende titels dragen of de ambtenaren, die kandidaat zijn voor een betrekking waaraan één van de volgende titels is verbonden : - inspecteur bij een fiscaal bestuur; - attaché van financiën; - eerstaanwezend inspecteur bij een fiscaal bestuur; - eerstaanwezend inspecteur-dienstchef bij een fiscaal bestuur; - eerste attaché van financiën; - eerstaanwezend adjunct-adviseur; - scheikundig adviseur; - adviseur van financiën; - adviseur van de thesaurie; - directeur; - directeur bij een fiscaal bestuur; - gewestelijk directeur bij een fiscaal bestuur; - voorzitter van een aankoopcomité; - eerste scheikundig adviseur; - muntmeester; - auditeur-generaal van financiën; - adviseur-generaal van financiën; - adviseur-generaal van de thesaurie.
De bepalingen van de titels II en III zijn niet van toepassing op de ambtenaren bedoeld in het eerste lid wanneer zij kandidaat zijn voor een betrekking van het niveau A waaraan een titel is verbonden die niet wordt vermeld in dat lid. ».
Art. 14.Het opschrift van Hoofdstuk I van Titel II van hetzelfde besluit, wordt vervangen als volgt : « HOOFDSTUK I. - Wervingen, bevorderingen, veranderingen van vakklasse en veranderingen van graad ».
Art. 15.In artikel 8 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 25 juli 1974, 14 november 1978, 9 april 1985, 21 maart 1986, 11 juni 1986, 14 april 1993, 13 februari 1996, 6 juli 1997 en 3 maart 2005, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de bepaling onder § 1, 4° wordt vervangen als volgt : « 4° in de buitendiensten van de Administratie der directe belastingen, de Sector der taxatie enerzijds en de Invorderingssector anderzijds voor de graad van fiscaal deskundige, de afgeschafte graad van financieel en administratief deskundige en de betrekkingen van niveau A waaraan de titel is verbonden van eerstaanwezend inspecteur bij een fiscaal bestuur, van eerstaanwezend inspecteur-dienstchef bij een fiscaal bestuur, van directeur bij een fiscaal bestuur of van gewestelijk directeur bij een fiscaal bestuur.»; 2° § 1, tweede lid, wordt vervangen als volgt : « Binnen elk van deze sectoren, diensten of administraties, kunnen alleen de ambtenaren die er deel van uitmaken een bevordering, een verandering van vakklasse, een verandering van graad of een mutatie bekomen in een betrekking waaraan een titel of graad is verbonden die wordt vermeld in de bijlage I of II, tenzij dit besluit er anders over beschikt.».
Art. 16.Artikel 9 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 10 juli 1996, 6 juli 1997 en 3 maart 2005, wordt vervangen als volgt : «
Art. 9.De bevorderingen, de veranderingen van vakklasse, de veranderingen van graad en de mutaties waarvoor een loopbaanexamen voorgeschreven is, worden slechts toegekend ingevolge het slagen voor een loopbaanexamen dat toegang verleent tot de te verlenen titel, de te begeven graad of de te begeven weddenschaal en dat georganiseerd werd voor de behoeften van de administratie, van de dienst of de sector waar de bevorderingen, de veranderingen van vakklasse, de veranderingen van graad of de mutaties dienen te geschieden.
Het eerste lid is niet toepasselijk : 1° op de bevorderingen bij de Algemene Diensten waar de kandidaten zowel de proeven kunnen inroepen, die ingericht werden met het oog op de toekenning van deze bevorderingen, als deze die zijn afgelegd hebben bij een andere administratie of dienst van de Federale Overheidsdienst Financiën en die leiden tot dezelfde graden, gelijkwaardige titels of tot dezelfde weddenschalen;2° wanneer er in de bijlagen I en II anders over beschikt wordt. Voor de toepassing van het tweede lid, 1°, worden de titels van eerste attaché van financiën en eerstaanwezend inspecteur bij een fiscaal bestuur gelijkwaardig geacht. Andere titels kunnen gelijkwaardig worden verklaard door de Minister van Financiën. ».
Art. 17.Artikel 9ter van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 6 juli 1997, wordt vervangen als volgt : «
Art. 9ter.De loopbaanexamens die toegang geven tot betrekkingen met eenzelfde graad of titel, worden in de loop van hetzelfde jaar in de verschillende administraties en sectoren georganiseerd. ».
Art. 18.In artikel 11 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 6 juli 1997, 1 maart 1998 en 3 maart 2005, worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) de bepaling onder 3° wordt vervangen als volgt : « 3° bij gelijke of bij gebreke aan rangschikking overeenkomstig 1° en 2°, de ambtenaar met de grootste klasseanciënniteit en/of graadanciënniteit;»; b) de bepaling onder 5° wordt vervangen als volgt : « 5° bij gelijke klasseanciënniteit en/of graadanciënniteit, de ambtenaar met de grootste niveauanciënniteit;».
Art. 19.In hetzelfde besluit wordt een artikel 11bis ingevoegd, luidende : «
Art. 11bis.Tenzij uitdrukkelijk anders werd bepaald in dit besluit is voor de toepassing ervan, de klasseanciënniteit van de ambtenaren gelijk aan de niveauanciënniteit die werd verworven sinds de benoeming in een betrekking verbonden aan hun titel.
In afwijking van het vorige lid omvat de klasseanciënniteit van de ambtenaren die ambtshalve werden benoemd, in de klasse hierna opgenomen in kolom 1 en die op datum van hun ambtshalve benoeming bekleed werden met de titel vermeld in kolom 2, eveneens de graadanciënniteit die zij, op de datum van hun ambtshalve benoeming in niveau A, telden in de graad of graden die hiertegenover zijn vermeld in kolom 3.
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Art. 20.In artikel 12 van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 3 maart 2005, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° § 1 wordt vervangen als volgt : « § 1.In afwijking van artikel 26, § 2, van het koninklijk besluit van 18 oktober 2001 betreffende de mobiliteit van het personeel van sommige overheidsdiensten, kan de ambtenaar die overgeplaatst is in een betrekking die overeenstemt met een graad of titel voor dewelke bij de Federale Overheidsdienst Financiën een specifieke proef is voorzien, zich niet beroepen op de graadanciënniteit of de klasseanciënniteit die hij heeft verworven vóór zijn overplaatsing in deze betrekking. »; 2° § 3 wordt vervangen als volgt : « § 3.De ambtenaar die een mutatie in de zin van artikel 25quinquies heeft bekomen naar een betrekking waaraan een titel of graad is verbonden voor dewelke bij de Federale Overheidsdienst Financiën, er een specifieke proef is voorzien, kan zich alleen beroepen op de klasseanciënniteit of de graadanciënniteit die hij heeft verkregen vanaf de datum waarop hij de mutatie in de zin van artikel 25quinquies heeft bekomen. »; 3° er wordt een § 4 ingevoegd luidende : « § 4.De §§ 1 tot 3 zijn slechts van toepassing op de veranderingen van graad, de veranderingen van vakklasse, de mutaties en de bevorderingen die afhankelijk zijn van een vacante betrekking. ».
Art. 21.In artikel 13 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 6 juli 1997, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1, 2°, worden de woorden « van benoeming » vervangen door de woorden « voor een bevordering, een verandering van graad of een verandering van vakklasse »;2° § 3 wordt vervangen als volgt : « § 3.Wanneer de ambtenaren, die van de in § 1 bedoelde bepalingen genoten hebben, kandidaat zijn voor een betrekking bij wege van bevordering, verandering van vakklasse, verandering van graad of mutatie waarvoor niet dezelfde bijzondere benoemingsvoorwaarden gesteld zijn, wordt er geen rekening gehouden met de benoemingen bekomen bij toepassing van deze bepalingen.
In dat geval, wordt de rangschikking van de kandidaten vastgesteld door hen fictief met betrekking tot hun graad, hun titel, hun graadanciënniteit, hun klasseanciënniteit en hun niveauanciënniteit, een gelijkwaardige toestand te verlenen als die welke zij zouden hebben bekomen bij ontstentenis van de benoemingen waarmee geen rekening werd gehouden. »; 3° de laatste zin van § 4 wordt vervangen als volgt : « Hun rangschikking wordt vastgesteld door hen fictief met betrekking tot hun graad, hun titel, hun graadanciënniteit, en hun klasseanciënniteit een gelijkwaardige toestand te verlenen als die welke zij zouden bekomen hebben, indien ze steeds tewerkgesteld waren geweest in de sector waar de betrekking te begeven is.».
Art. 22.Artikel 14 van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 3 maart 2005, wordt vervangen als volgt : «
Art. 14.§ 1.Voor de bevorderingen, de veranderingen van vakklasse en de mutaties in het niveau A, die afhankelijk zijn van een vacante betrekking, doet de toepassing van de artikelen 11 en 13 geen afbreuk aan de bepalingen van het koninklijk besluit van 7 augustus 1939 betreffende de evaluatie en de loopbaan van het rijkspersoneel, die betrekking hebben op het gemotiveerd advies van het Directiecomité en op de beslissing van de overheid die benoemt.
Voor de toekenning van de betrekkingen waaraan de titel van gewestelijk directeur bij een fiscaal bestuur of voorzitter van een aankoopcomité is verbonden, heeft het gemotiveerd advies van het directiecomité ook betrekking op de volgende competenties van de kandidaten : - technische vaardigheden; - specifieke kennis; - leidinggeven; - het motiveren en coachen van personeel; - verantwoordelijkheidszin en integriteit; - strategisch en analytisch denken; - communicatieve vaardigheden; - kwaliteits- en resultaatgericht zijn; - vermogen om diensten te organiseren en hun werking te coördineren. § 2. In afwijking van § 1, eerste lid, en de artikelen 23 en 67 van het koninklijk besluit van 7 augustus 1939 betreffende de evaluatie en de loopbaan van het rijkspersoneel, is het met redenen omkleed advies van het directiecomité niet vereist voor de bevordering in een vacante betrekking van het niveau A waaraan de titel van attaché van financiën, inspecteur bij een fiscaal bestuur of eerstaanwezend inspecteur bij een fiscaal bestuur is verbonden noch voor de verandering van vakklasse of de mutatie in een betrekking waaraan een van de genoemde titels is verbonden. ».
Art. 23.In hetzelfde besluit wordt een artikel 14bis ingevoegd, luidende : «
Art. 14bis.Wanneer ambtenaren die houder zijn van een titel vermeld in bijlage I van dit besluit, kandidaat zijn voor een verandering van vakklasse en aan de benoemingsprocedures deelnemen samen met kandidaten voor bevordering, worden de benoemingsvoorstellen opgesteld rekening houdend met de graad of titel, waarvan de kandidaten voor verandering van vakklasse titularis zouden zijn geweest indien zij niet benoemd waren in een betrekking verbonden aan hun titel. ».
Art. 24.Artikel 16 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 10 juli 1996 en 6 juli 1997, wordt vervangen als volgt : «
Art. 16.Wanneer een ambtenaar naar een betrekking dingt van een lager niveau of een lagere klasse of een betrekking van zijn niveau met een graad of een titel waarvan de eerste weddenschaal, die hieraan is verbonden, lager is dan de eerste weddenschaal verbonden aan zijn graad of titel, wordt er geen rekening gehouden met de benoemingen in een betrekking met een graad of een titel waaraan een hogere weddenschaal is verbonden.
Wanneer, ingevolge zijn aanvraag, de in het vorige lid bedoelde ambtenaar wordt bevorderd in een graad, in een klasse of in een betrekking met een titel waarvan hij titularis is geweest, wordt de anciënniteit die voorheen werd verworven in de dezelfde graad, dezelfde klasse of in een betrekking met eenzelfde titel bijgeteld bij de anciënniteit verworven in de graad, klasse of betrekking met eenzelfde titel waarin hij opnieuw wordt bevorderd. ».
Art. 25.Het opschrift van afdeling 2bis, van hoofdstuk I, titel II, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 6 juli 1997, wordt vervangen als volgt : « Afdeling 2bis. Proeven over de beroepsbekwaamheid die toegang verlenen tot de betrekkingen waaraan de titel van eerste attaché van financiën of van eerstaanwezend inspecteur bij een fiscaal bestuur is verbonden ».
Art. 26.Artikel 16bis, eerste lid, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 6 juli 1997, wordt vervangen als volgt : « De proeven over de beroepsbekwaamheid die toegang verlenen tot de betrekkingen waaraan de titel van eerste attaché van financiën of van eerstaanwezend inspecteur bij een fiscaal bestuur is verbonden, bestaan uit een onderhoud vertrekkend van een praktisch geval dat betrekking heeft op de functie. ».
Art. 27.Artikel 16ter van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 6 juli 1997 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 3 maart 2005, wordt vervangen als volgt : «
Art. 16ter.De vergelijkende selectie voor overgang naar en de proef over de beroepsbekwaamheid, die toegang verleent tot de betrekkingen waaraan de titel van eerste attaché van financiën is verbonden, maken het voorwerp uit van één en dezelfde organisatie.
De vergelijkende selectie voor overgang naar en de proef over de beroepsbekwaamheid, die toegang verleent tot de betrekkingen waaraan de titel van eerstaanwezend inspecteur bij een fiscaal bestuur is verbonden, maken het voorwerp uit van één en dezelfde organisatie. ».
Art. 28.In artikel 16quater van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 6 juli 1997 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 3 maart 2005, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid worden de woorden « de administratie » vervangen door de woorden « de ambtenaar belast met de algemene leiding van de administratie »;2° het tweede lid wordt vervangen als volgt : « De technische proeven voorafgaand aan de proef over de beroepsbekwaamheid zijn identiek aan deze voorafgaand aan de vergelijkende selectie voor overgang naar de klasse A2, die toegang verleent tot dezelfde betrekkingen.Ze maken bovendien het voorwerp uit van eenzelfde ondervraging. ».
Art. 29.In artikel 16quinquies van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 6 juli 1997 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 3 maart 2005, worden de woorden « naar niveau 1 » vervangen door de woorden « naar de klasse A2 ».
Art. 30.Artikel 17 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 10 juli 1996 en 3 maart 2005, wordt vervangen als volgt : «
Art. 17.Het personeel van de Algemene Diensten wordt : - hetzij aangeworven onder de ambtenaren van de andere administraties van de Federale Overheidsdienst Financiën; - hetzij aangeworven door een beroep te doen op de mobiliteit of op de externe arbeidsmarkt. ».
Art. 31.In artikel 18 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 11 oktober 1971, 15 april 1977, 10 juli 1996, 6 juli 1997 en 3 maart 2005, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° § 1 wordt vervangen als volgt : « § 1.Onverminderd de bepalingen van de artikelen 17 en 19, § 2, worden de betrekkingen in de klassen A2 en A1 en in de niveaus B, C en D vastgesteld voor de Algemene Diensten in het personeelsplan en waarvan de graad of titel wordt vermeld in bijlage I van dit besluit, toegekend aan de bij deze diensten benoemde of gedetacheerde ambtenaren, die titularis zijn van een der graden of titels die er overeenkomstig deze bijlage toegang toe verlenen of van eenzelfde graad of een minstens gelijkwaardige titel van de buitendiensten.
Voor de toepassing van het eerste lid worden de titels van attaché van financiën en inspecteur bij een fiscaal bestuur gelijkwaardig geacht.
Andere titels kunnen gelijkwaardig worden verklaard door de Minister van Financiën. »; 2° er wordt een § 1bis ingevoegd, luidende : « § 1bis.Wanneer de detachering van een ambtenaar van niveau A plaats heeft in een betrekking behorend tot een andere vakrichting dan deze waarin hij benoemd was, wordt hij door Ons op voorstel van de Minister van Financiën benoemd in de vakklasse verbonden aan de betrekking waarin hij wordt gedetacheerd. ». 3° in § 2 wordt het woord « klasse-,« ingevoegd tussen de woorden « gehouden met de » en de woorden « graad- of ».
Art. 32.In hetzelfde besluit wordt een artikel 18bis ingevoegd, luidende : «
Art. 18bis.Voor de benoemingen in de vacante betrekkingen van de klasse A4 of A5 mogen alle ambtenaren van de Federale Overheidsdienst Financiën, die voldoen aan de reglementaire voorwaarden, zich kandidaat stellen. ».
Art. 33.In artikel 19 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 18 juli 1972, 4 februari 1980, 10 juli 1996, 6 juli 1997 en 3 maart 2005, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1, eerste lid, vervallen de woorden « aan de selecties voor verhoging in graad » en de woorden « aan de selecties voor verhoging in weddenschaal »;2° in § 2, laatste lid, vervallen de woorden « , de selecties voor verhoging in graad, de selecties voor verhoging in weddenschaal ».
Art. 34.In artikel 20 van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 3 maart 2005, worden de woorden « van de niveaus 1 » vervangen door de woorden « van de niveaus A ».
Art. 35.In artikel 21 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 11 oktober 1973, 14 november 1978, 21 maart 1986, 11 februari 1996, 10 juli 1996, 6 juli 1997 en 3 maart 2005, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° § 2 wordt vervangen als volgt : « § 2.Onverminderd de bepalingen van § 1, worden de betrekkingen in de klassen A2 en A1 en in de niveaus B, C en D, die voor de centrale diensten vastgesteld zijn in het personeelsplan en waarvan de graad of titel wordt vermeld in bijlage I van dit besluit, toegekend aan de bij deze diensten benoemde of gedetacheerde ambtenaren, die titularis zijn van een der graden of titels die er overeenkomstig deze bijlage toegang toe verlenen. »; 2° er wordt een § 2bis ingevoegd, luidende : « § 2bis Wanneer de detachering van een ambtenaar van niveau A plaats heeft in een betrekking behorend tot een andere vakrichting dan deze waarin hij benoemd was, wordt hij door Ons op voorstel van de Minister van Financiën benoemd in de vakklasse verbonden aan de betrekking waarin hij wordt gedetacheerd.».
Art. 36.In hetzelfde besluit wordt een artikel 21bis ingevoegd, luidende : «
Art. 21bis.In afwijking van artikel 21 mogen alle ambtenaren van de Federale Overheidsdienst Financiën, die voldoen aan de reglementaire voorwaarden, zich kandidaat stellen voor een benoeming in de vacante betrekkingen van de klasse A4 of A5. ».
Art. 37.Artikel 22 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 10 juli 1996 en 3 maart 2005, wordt vervangen als volgt : «
Art. 22.De ambtenaren benoemd in de centrale diensten van de fiscale administraties nemen deel, samen met de ambtenaren van de buitendiensten, aan de vergelijkende selecties voor overgang naar het hogere niveau en aan de proeven over de beroepsbekwaamheid, georganiseerd voor de behoeften van hun administratie. ».
Art. 38.In artikel 23 van hetzelfde besluit worden de woorden « een lagere rang dan rang 13 » vervangen door de woorden « de klasse A2 of A1 of de niveaus B, C en D ».
Art. 39.In artikel 24 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 6 juli 1997, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1 worden : a) de woorden « klasse, titel, » ingevoegd tussen de woorden « voorwaarden inzake » en de woorden « graad, anciënniteit »;b) de woorden « graden lager dan die van rang 13 » vervangen door de woorden « bevorderingen in betrekkingen van de klassen A2 en A1 en de niveaus B, C en D »;2° in § 2 worden : a) in de Franse tekst de woorden « subi avec succès » vervangen door het woord « réussi »;b) de woorden « tot bedoelde graden » vervangen door de woorden « in bedoelde betrekkingen ».
Art. 40.In artikel 25bis van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 6 juli 1997, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1, 1°, worden de woorden « Administrateur-generaal van de belastingen » vervangen door de woorden « Administrateur-generaal van de belastingen en de invordering »;2° § 2, eerste lid, wordt vervangen als volgt : « De ambtenaren van de diensten bedoeld in § 1, benoemd in de betrekkingen van de klassen A3 en A4 behouden, in hun administratie van oorsprong, hun aanspraken op bevordering, verandering van vakklasse en op de terugkeer in een betrekking verbonden aan hun titel en vakklasse.»; 3° in § 2, tweede lid, worden de woorden « graad » en « graden » respectievelijk vervangen door de woorden « klasse, titel » en « bevorderingen »;4° in § 2, derde lid, worden de woorden « de graad » vervangen door de woorden « de klasse en de titel »;5° § 2, vierde lid, wordt vervangen als volgt : « De terugkeer van de ambtenaar in een betrekking verbonden aan zijn titel en vakklasse maakt het voorwerp uit van een door Ons genomen besluit.»; 6° § 3 wordt vervangen als volgt : « § 3.De definitief vacante betrekkingen van de klassen A2 en A1 en de niveaus B, C en D, opgenomen in het personeelsplan voor de diensten bedoeld in § 1 en waarvan de titel of graad wordt vermeld in bijlage I van dit besluit, mogen worden bezet door ambtenaren ter beschikking gesteld van de genoemde diensten door de centrale diensten van de andere fiscale administraties.
De tewerkstelling in deze betrekkingen wordt beslist door het Directiecomité, op voorstel van de Administrateur-generaal van de belastingen en de invordering, uitgebracht op advies van : 1° de ambtenaar belast met de algemene leiding van de betrokken administratie, voor het kabinet van de Administrateur-generaal van de belastingen en de invordering;2° de ambtenaar belast met de algemene leiding van de betrokken administratie, voor de Administratie van de fiscale zaken;3° de ambtenaren belast met de algemene leiding van de betrokken administraties, voor de Administratie van de bijzondere belastinginspectie. Het Directiecomité stelt de verhouding vast waarin de ambtenaren van de centrale diensten van de fiscale administraties in de betrekkingen verbonden aan elke titel of graad, in de diensten bedoeld in § 1, mogen worden tewerkgesteld. »; 7° § 4 wordt vervangen als volgt : « § 4.De ambtenaren ter beschikking gesteld van de diensten bedoeld in § 1 mogen vervangen worden in hun administratie van oorsprong. Zij behouden er hun rechten op bevordering, op verandering van graad, op verandering van vakklasse en op terugkeer in een betrekking van hun graad of verbonden aan hun titel en vakklasse. »; 8° § 5 wordt vervangen als volgt : « § 5.Wanneer maatregelen uitgewerkt in de administratie van oorsprong het personeel betreffen dat ter beschikking gesteld is van de diensten bedoeld in § 1, wint de ambtenaar belast met de algemene leiding van de administratie, vóór elke beslissing, naar gelang het geval, het advies in van de Administrateur-generaal van de belastingen en de invordering, van de ambtenaar belast met de algemene leiding van de Administratie van fiscale zaken of van de ambtenaar belast met de algemene leiding van de Administratie van de bijzondere belastinginspectie. In geval van onenigheid wordt de gemotiveerde beslissing genomen door het Directiecomité of het door dit comité gemachtigde orgaan. ».
Art. 41.In artikel 25ter van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 6 juli 1997, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 2, eerste lid, worden de woorden « de personeelsformatie » vervangen door de woorden « het personeelsplan »;2° in § 2, tweede lid, worden de woorden « een verandering van graad, een verandering van vakklasse,« ingevoegd tussen de woorden « verlenen van » en de woorden « een bevordering »;3° in § 2, derde lid, worden de woorden « vanaf rang 26 » vervangen door de woorden « van niveau B of A »;4° in § 3, eerste lid, worden de woorden « rang 26 en hoger » vervangen door de woorden « niveau B of A »;5° § 3, derde lid, wordt vervangen als volgt : « Voor de toekenning van de betrekkingen waaraan de titel van gewestelijk directeur bij een fiscaal bestuur of van directeur bij een fiscaal bestuur is verbonden, kan bovendien desgevallend de voorrang worden gegeven aan de directeur bij een fiscaal bestuur of aan de eerstaanwezend inspecteur-dienstchef bij een fiscaal bestuur, ter beschikking gesteld bij de Administratie van de bijzondere belastinginspectie of die er ten minste gedurende twee jaar in deze functie ter beschikking was gesteld.»; 6° In § 4 wordt de eerste zin vervangen als volgt : « Een kandidaat voor een in § 2 bedoelde betrekking van niveau A mag alleen worden voorgedragen voor een terbeschikkingstelling na een gunstig advies van een college van drie door de Administrateur-generaal van de belastingen en de invordering aangewezen ambtenaren.»; 7° in § 5 : a) worden de woorden « klasse, titel, » ingevoegd tussen de woorden « voorwaarden inzake » en de woorden « graad, anciënniteit »;b) worden de woorden « van de graden » vervangen door de woorden « van de benoemingen »;8° § 6 wordt vervangen als volgt : « § 6.Wanneer maatregelen uitgewerkt in de administratie van oorsprong het personeel bedoeld in § 1 betreffen, wint de ambtenaar belast met de algemene leiding van de administratie, vóór elke beslissing, het advies in van de ambtenaar belast met de algemene leiding van de Administratie van de bijzondere belastinginspectie. In geval van onenigheid wordt de gemotiveerde beslissing genomen door de Administrateur-generaal van de belastingen en de invordering. »; 9° § 7 wordt vervangen als volgt : « § 7.Voor de bevorderingen, veranderingen van vakklasse, veranderingen van graad en mutaties bij de administratie van oorsprong wordt in hoofde van de kandidaten geen rekening gehouden met de gunstigere administratieve toestand, inzonderheid inzake graad, titel en grotere anciënniteit, die ze uitsluitend dankzij de toepassing van dit artikel hebben verworven. ».
Art. 42.Artikel 25quater /2, tweede lid, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 13 april 1997 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 3 maart 2005, wordt vervangen als volgt : « Deze personeelsleden behouden bij de Administratie der thesaurie hun rechten op bevordering, verandering van vakklasse, op verandering van graad en bij hun terugkeer op een betrekking waaraan hun graad of titel en vakklasse is verbonden. ».
Art. 43.In artikel 25quinquies van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 9 april 1985 en gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 6 juli 1997, 1 maart 1998 en 3 maart 2005, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1, eerste lid, worden de woorden « van niveau 1 » vervangen door de woorden « van niveau A »;2° in § 2, eerste lid, vervallen de woorden « van alle graden »;3° in § 3 wordt het tweede gedachtstreepje vervangen als volgt : « - titularis zijn van de graad of de titel die overeenstemt met de vacante betrekking of van een gelijkwaardige graad of titel;»; 4° in § 3, vierde streepje, worden de woorden « de betrekkingen met de overeenstemmende titel of » ingevoegd tussen de woorden « toegang verlenen tot » en de woorden « de graad »;5° § 3 wordt aangevuld als volgt : « Voor de toepassing van het eerste lid bepaalt de Minister van Financiën de gelijkwaardigheid van de titels.»; 6° in § 5 worden de woorden « of met eenzelfde titel » ingevoegd tussen de woorden « dezelfde graad » en de woorden « bij de betrokken administratie ».
Art. 44.In artikel 26, eerste lid, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 3 maart 2005, worden de woorden « of met eenzelfde titel en behorend tot dezelfde vakrichting » ingevoegd tussen de woorden « zijn graad » en de woorden « afhangende van ».
Art. 45.In artikel 27 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 11 oktober 1973 en 10 juli 1996, worden de woorden « , de veranderingen van vakklasse en de veranderingen van titel » ingevoegd tussen de woorden « veranderingen van graad » en de woorden « wanneer er in de bijlagen ».
Art. 46.In artikel 28 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 3 maart 2005, wordt de bepaling onder 1° vervangen als volgt : « 1° in de door de ambtenaar belast met de algemene leiding van de administratie bepaalde vorm voor de betrekkingen waarvan deze ambtenaar de lijst vaststelt. Deze lijst mag geen betrekkingen vermelden van de klasse A3 of waaraan de titel van eerstaanwezend inspecteur-dienstchef bij een fiscaal bestuur is verbonden; ».
Art. 47.In artikel 29 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 10 juli 1966 en 3 maart 2005, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° het derde lid wordt vervangen als volgt : « Na onderhandelingen in het sectorcomité II-Financiën, mag de ambtenaar belast met de algemene leiding van de administratie voor de betrekkingen van de niveaus D, C, B en het niveau A waaraan de titels van inspecteur bij een fiscaal bestuur en eerstaanwezend inspecteur bij een fiscaal bestuur zijn verbonden bijkomende voorwaarden opleggen, wanneer die voorwaarden gerechtvaardigd zijn door de aard van de uitgeoefende of uit te oefenen functie.»; 2° na het derde lid wordt het volgend lid toegevoegd : « Na onderhandelingen in het sectorcomité II-Financiën, mag de Minister bijkomende voorwaarden opleggen voor de betrekkingen van het niveau A die niet bedoeld zijn in het vorige lid, wanneer die voorwaarden gerechtvaardigd zijn door de aard van de uitgeoefende of uit te oefenen functie.».
Art. 48.In artikel 30 van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 6 juli 1997 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 3 maart 2005, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1 worden de woorden « betrekkingen van inspecteur bij een fiscaal bestuur » vervangen door de woorden « betrekkingen waaraan de titel van inspecteur bij een fiscaal bestuur is verbonden »;2° § 2, tweede lid, wordt vervangen als volgt : « Voor de ambtenaar overgeplaatst in een betrekking die overeenstemt met een titel of een graad voor dewelke, bij de Federale Overheidsdienst Financiën, een specifiek proef is voorzien, wordt alleen rekening gehouden met de klasseanciënniteit of de graadanciënniteit die hij heeft verkregen vanaf de datum waarop hij ingevolge deze overplaatsing deze betrekking bekleedt.»; 3° § 2, vierde lid, wordt vervangen als volgt : « De ambtenaar die een mutatie in de zin van artikel 25quinquies heeft verkregen naar een betrekking die overeenstemt met een titel of een graad voor dewelke, bij de Federale Overheidsdienst Financiën, een specifieke proef is voorzien, kan zich alleen beroepen op de klasseanciënniteit of op de graadanciënniteit die hij heeft verkregen vanaf de datum waarop hij de mutatie in de zin van artikel 25quinquies heeft bekomen.»; 4° § 2 wordt aangevuld met het volgend lid : « De bepalingen van het tweede lid tot het vierde lid zijn slechts van toepassing op de veranderingen van graad, de veranderingen van vakklasse, de mutaties en de bevorderingen die afhankelijk zijn van een vacante betrekking. ».
Art. 49.Artikel 31, eerste lid, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 19 november 1974, wordt vervangen als volgt : « Wanneer kandidaten voor mutatie, niet bedoeld bij artikel 30, deelnemen aan de benoemingsprocedures samen met kandidaten voor bevordering, worden de benoemingsvoorstellen opgesteld rekening houdend met de titel of de graad, waarvan de kandidaten voor mutatie titularis zouden zijn geweest indien zij niet benoemd waren in een betrekking met hun titel, hun laatste graad of tot een gelijkwaardige graad in de zin van artikel 27. ».
Art. 50.In artikel 32 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 10 juli 1996 en 6 juli 1997, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1 worden de woorden « van niveau 1 » vervangen door de woorden « van niveau A »;2° § 2 wordt vervangen als volgt : « § 2.De bepaling van § 1 is niet van toepassing op de inspecteur bij een fiscaal bestuur. ».
Art. 51.Artikel 33 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 20 juli 1976 en 6 juli 1997, wordt opgeheven.
Art. 52.In artikel 34 van hetzelfde besluit worden de woorden « , de veranderingen van vakklasse gelijkgesteld met een mutatie » ingevoegd tussen de woorden « de mutaties » en de woorden « of de veranderingen van graad ».
Art. 53.Artikel 35 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 3 maart 2005, wordt vervangen als volgt : «
Art. 35.§ 1. De mutaties bedoeld in artikel 26 en de bij toepassing van artikel 27 met mutaties gelijkgestelde veranderingen van graad in de betrekkingen van de niveaus B, C en D worden toegekend door de ambtenaar belast met de algemene leiding van de administratie. § 2. In de betrekkingen van niveau A waaraan de titels van inspecteur bij een fiscaal bestuur of eerstaanwezend inspecteur bij een fiscaal bestuur zijn verbonden worden : 1° de mutaties bedoeld in artikel 26 toegekend door de ambtenaar belast met de algemene leiding van de administratie;2° de veranderingen van vakklasse die gelijkgesteld zijn met een mutatie door Ons toegekend. § 3. In de betrekkingen van de klasse A3 en deze van de klasse A2 waaraan de titel van eerstaanwezend inspecteur-dienstchef bij een fiscaal bestuur is verbonden, worden : 1° toegekend door de Minister, de mutaties bedoeld in artikel 26, en de veranderingen van titel die worden gelijkgesteld met een mutatie en;2° toegekend door Ons, de met mutaties gelijkgestelde veranderingen van vakklasse. De in het eerste lid bedoelde mutaties, de met mutaties gelijkgestelde veranderingen van vakklasse en de met mutaties gelijkgestelde veranderingen van titel worden toegekend op voorstel van het Directiecomité of het door dit comité gemachtigde personeelscomité.
Het voorstel bevat maximum vijf kandidaten per vacante betrekking.
Voorrang wordt gegeven aan degene van de kandidaten die eenparig werd voorgedragen door het Directiecomité of het personeelscomité. Indien de Minister meent niet te kunnen instemmen met het eenparig voorstel van het Directiecomité of het personeelscomité en indien hij aan een andere van de vijf kandidaten de voorkeur geeft, wordt zijn beslissing houdende mutatie of zijn voorstel houdende verandering van vakklasse die gelijkgesteld wordt met mutatie met redenen omkleedt.
Artikel 26bis van het koninklijk besluit van 7 augustus 1939 betreffende de evaluatie en de loopbaan van het rijkspersoneel is op de in het tweede lid bedoelde mutatieprocedures van toepassing. ».
Art. 54.Artikel 36 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 6 juli 1997 en 3 maart 2005, wordt vervangen als volgt : «
Art. 36.§ 1. In uitzonderlijke gevallen, wanneer het belang van de dienst zulks vereist, mag er worden afgeweken van de artikelen 29 tot 34. § 2. Wanneer voor de mutaties, de bij toepassing van artikel 27 met mutaties gelijkgestelde veranderingen van graad of de veranderingen van vakklasse gelijkgesteld met een mutatie bedoeld in artikel 35, §§ 1 en 2, de ambtenaar belast met de algemene leiding van de administratie, meent van de artikelen bedoeld in § 1 te moeten afwijken, geeft hij daarvan kennis aan de ambtenaar die hierdoor zou kunnen worden benadeeld en deelt hem tevens de motieven mee die tot deze afwijking hebben geleid.
Indien deze ambtenaar meent benadeeld te zijn, kan hij binnen de tien werkdagen na deze gemotiveerde kennisgeving een bezwaarschrift indienen bij het Directiecomité of het door dit comité gemachtigde personeelscomité. Hij wordt op zijn vraag gehoord. De ambtenaar kan zich laten bijstaan door een verdediger van zijn keuze.
Na kennis te hebben genomen van het bezwaarschrift en, eventueel, de ambtenaar te hebben gehoord betekent het Directiecomité of het door dit comité gemachtigde personeelscomité zijn gemotiveerd advies aan de betrokkene, alsook aan de ambtenaar belast met de algemene leiding van de administratie.
Ingeval de ambtenaar wordt gehoord, wordt het gemotiveerd advies van het Directiecomité of het door dit comité gemachtigde personeelscomité ter kennis gebracht van de betrokkene binnen tien dagen nadat de ambtenaar werd gehoord.
De in artikel 35, §§ 1 en 2, bedoelde overheid motiveert de toegekende mutatie, de bij toepassing van artikel 27 met een mutatie gelijkgestelde verandering van graad of de met een mutatie gelijkgestelde verandering van vakklasse, die niet overeenstemt met het advies van het Directiecomité of het personeelscomité. § 3. Wanneer voor de mutaties en de met toepassing van artikel 27 met mutaties gelijkgestelde veranderingen van titel of veranderingen van vakklasse, bedoeld in artikel 35, § 3, het Directiecomité of het personeelscomité, meent van de artikelen 29, 31, 32 en 34 te moeten afwijken, worden de motieven voor deze afwijking opgenomen in de betekening bedoeld in artikel 26bis van het koninklijk besluit van 7 augustus 1939 betreffende de evaluatie en de loopbaan van het rijkspersoneel. ».
Art. 55.In artikel 37, tweede lid, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 6 juli 1997, worden de woorden « de titel, » ingevoegd tussen de woorden « gehouden met » en de woorden « de hogere graad ».
Art. 56.In artikel 40 van hetzelfde besluit worden de woorden « graad en graadanciënniteit » vervangen door de woorden « titel of graad en klasseanciënniteit of graadanciënniteit ».
Art. 57.In artikel 41 van hetzelfde besluit worden de woorden « van zijn graad » vervangen door de woorden « met zijn titel of graad ».
Art. 58.Artikel 43 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 6 juli 1997, wordt vervangen als volgt : «
Art. 43.In de centrale diensten wordt er voor de toekenning van een betrekking, geen rekening gehouden met de titel, de hogere graad, de hogere weddenschaal of de grotere anciënniteit, die een kandidaat ten opzichte van andere kandidaten uitsluitend heeft verworven ingevolge de toepassing van de wetten op het gebruik der talen in bestuurszaken. ».
Art. 59.Artikel 44 van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 3 maart 2005, wordt vervangen als volgt : «
Art. 44.Wanneer de kandidaten moeten gerangschikt worden volgens de uitslag van een loopbaanexamen of op grond van de datum van afsluiting van het proces-verbaal en wanneer het uitsluitend georganiseerd werd voor de betrekkingen van een bepaalde taalgroep, worden de kandidaten, die aan dit loopbaanexamen niet mochten deelnemen ingevolge de toepassing van de wetten op het gebruik der talen in bestuurszaken, maar die geslaagd zijn voor het eerstvolgende loopbaanexamen, nadien georganiseerd voor de betrekkingen met dezelfde titel of graad, geacht geslaagd te zijn voor het loopbaanexamen waaraan ze niet mochten deelnemen. ».
Art. 60.In artikel 47, § 1, van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de woorden « of titel » worden ingevoegd tussen de woorden « wegens de graad » en de woorden « waarvan zij titularis »;2° de woorden « , verandering van vakklasse, verandering van titel » ingevoegd tussen de woorden « verandering van graad » en de woorden « of mutatie ».
Art. 61.In artikel 48 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 3 maart 2005, worden de woorden « , veranderingen van vakklasse, veranderingen van titel » ingevoegd tussen de woorden « van graad » en de woorden « en mutaties ».
Art. 62.Artikel 53, § 1, eerste lid, van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : « De kandidaturen vermelden de naam, voornamen, titel en vakrichting of graad alsook de administratieve standplaats van de ambtenaar en het adres waarnaar de eventuele kennisgeving moet worden gezonden. ».
Art. 63.In artikel 54 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 7 december 1973, 21 maart 1986 en 6 juli 1997, worden de woorden « verandering van vakklasse, » ingevoegd tussen de woorden « tot bevordering, » en de woorden « verandering van graad ».
Art. 64.Artikel 55 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : «
Art. 55.Indien de administratieve standplaats niet door de benoemende overheid werd bepaald, wordt zij vastgesteld door : 1° de ambtenaar belast met de algemene leiding van de administratie voor : a) de ambtenaren van de niveaus D, C en B;b) de ambtenaren die werden benoemd in de klasse A1;c) de ambtenaren die werden benoemd in de klasse A2 en die de titel dragen van inspecteur bij een fiscaal bestuur of eerstaanwezend inspecteur bij een fiscaal bestuur;2° de Minister voor : a) de ambtenaren die werden benoemd in de klasse A3;b) de ambtenaren die werden benoemd in de klasse A2 en die de titel dragen van eerstaanwezend inspecteur-dienstchef bij een fiscaal bestuur. Zelfs wanneer de benoemende overheid de administratieve standplaats heeft vastgesteld kan de overheid bedoeld in het vorige lid deze wijzigen. ».
Art. 65.Artikel 57 van hetzelfde besluit, opgeheven bij koninklijk besluit van 7 december 1973, wordt hersteld in de volgende lezing : «
Art. 57.De afgevaardigde bestuurder van SELOR - Selectiebureau van de Federale Overheid - organiseert de proeven over de beroepsbekwaamheid.
Hij kan onder zijn toezicht de organisatie van de proeven over de beroepsbekwaamheid echter geheel of gedeeltelijk opdragen aan de Federale Overheidsdienst Financiën. ».
Art. 66.Artikel 58 van hetzelfde besluit, opgeheven bij koninklijk besluit van 3 maart 2005, wordt hersteld in de volgende lezing : «
Art. 58.Indien een ambtenaar wordt bevorderd in het niveau A in een betrekking waaraan een titel is verbonden, die wordt vermeld in artikel 1bis, en die overeenstemt met de titel van de betrekking welke hij zonder onderbreking heeft waargenomen bij wege van hoger ambt en indien hij voor deze betrekking wordt aangewezen, neemt hij rang in voor de bevordering in een betrekking met een titel vermeld in genoemd artikel, op de datum vanaf welke hij die betrekking ononderbroken waarneemt, zonder dat die datum mag teruggaan tot vóór de datum waarop de belanghebbende alle vereisten heeft vervuld welke het statuut van het Rijkspersoneel en dit organiek reglement stellen om bevorderd te worden in een betrekking met een titel waarvoor hij is aangewezen, noch tot vóór de datum waarop die betrekking vacant is geworden. ».
Art. 67.In artikel 58bis van hetzelfde besluit worden de woorden « directeurs, bezoldigd met de weddenschaal 13A of adviseurs » vervangen door de woorden « ambtenaren van de klasse A3 ».
Art. 68.In bijlage I van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 6 juli 1997 en gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 17 juni 1999, 5 juli 1999 en 3 maart 2005, wordt de titel van kolom 1 vervangen als volgt : « Wijze en orde van de benoemingen Voorwaarden inzake titel, graad, anciënniteit, selecties en proeven over de beroepsbekwaamheid ».
Art. 69.In bijlage I van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 6 juli 1997 en gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 17 juni 1999, 5 juli 1999 en 3 maart 2005, wordt de rubriek « rang 15 : » vervangen door de rubriek « Niveau A : ».
Art. 70.In bijlage I van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 6 juli 1997 en gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 17 juni 1999, 5 juli 1999 en 3 maart 2005, worden onder de rubriek « niveau A » de volgende titel en bepalingen ingevoegd in de kolommen 1 en 2 :
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Art. 71.In bijlage I van hetzelfde besluit vervangen bij het koninklijk besluit van 6 juli 1997 en gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 17 juni 1999, 5 juli 1999 en 3 maart 2005, worden onder de titel « Adviseur-generaal van financiën », de bepalingen van de kolommen 1 en 2 vervangen als volgt :
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Art. 72.In bijlage I van hetzelfde besluit vervangen bij het koninklijk besluit van 6 juli 1997 en gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 17 juni 1999, 5 juli 1999 en 3 maart 2005, onder de titel « Adviseur-generaal van de thesaurie », worden de bepalingen van de kolommen 1 en 2 vervangen als volgt :
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Art. 73.In bijlage I van hetzelfde besluit vervangen bij het koninklijk besluit van 6 juli 1997 en gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 17 juni 1999, 5 juli 1999 en 3 maart 2005, wordt de rubriek « rang 13 » opgeheven. De bepalingen vermeld in de kolommen 1 en 2 worden gehandhaafd onverminderd de wijzigingen aangebracht door dit besluit.
Art. 74.In bijlage I van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 6 juli 1997 en gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 17 juni 1999, 5 juli 1999 en 3 maart 2005, onder de titel « Muntmeester », worden de bepalingen van de kolommen 1 en 2 vervangen als volgt :
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Art. 75.In bijlage I van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 6 juli 1997 en gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 17 juni 1999, 5 juli 1999 en 3 maart 2005, onder de titel « directeur », worden de bepalingen van kolom 1 vervangen als volgt : « Verandering van vakklasse : directeur.
Verandering van titel : Adviseur : proef over de beroepsbekwaamheid die toegang geeft tot de betrekkingen waaraan de titel van eerste attaché van financiën is verbonden (oude loopbaan van auditeur).
Bevordering : Eerste attaché van financiën : ten minste zes jaar anciënniteit in niveau A tellen. ».
Art. 76.In bijlage I van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 6 juli 1997 en gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 17 juni 1999, 5 juli 1999 en 3 maart 2005, onder de titel directeur, kolom 2, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° sub A wordt vervangen als volgt : « A.De in kolom 1 bedoelde verandering van titel heeft uitwerking op de eerste dag van de maand volgend op de datum van het proces-verbaal van de proef over de beroepsbekwaamheid. De proef over de beroepsbekwaamheid bedoeld in kolom 1 omvat de technische proeven bedoeld in artikel 16quater van dit besluit. De verandering van titel wordt door Ons toegekend, volgens de bepalingen die gelden voor de verandering van vakklasse.
Alleen de ambtenaren van de Administratie der thesaurie, die titularis zijn van een betrekking waaraan de titel van adviseur of van eerstaanwezend adjunct-adviseur is verbonden, mogen deelnemen aan bedoelde proef ingericht bij hun administratie. »; 2° in sub B worden de woorden « titularis van de graad van eerste attaché van financiën » vervangen door de woorden « titularis van een betrekking waaraan de titel van eerste attaché van financiën is verbonden »;3° sub C wordt vervangen als volgt : « C.Benevens aan de ambtenaren van de administratie zelf, kunnen de betrekkingen waaraan de titel van directeur is verbonden ook worden toegekend, binnen de verhoudingen vastgesteld voor de betrekkingen verbonden aan eenzelfde titel door het Directiecomité of het hiertoe gemachtigde personeelscomité, aan de ambtenaren van de centrale administraties van de fiscale administraties, die over de beroepskwalificaties beschikken, vereist voor de uitvoering van het studie- en conceptiewerk inzake nationale en internationale fiscale wetgeving en die, hetzij titularis zijn van een betrekking met eenzelfde titel, hetzij voldoen aan de, in kolom 1, vermelde voorwaarden om bevorderd te worden in een betrekking waaraan deze titel is verbonden. »; 4° in sub D worden de woorden « de rangen 13 » vervangen door de woorden « klasse A3 »;5° in sub E, wordt de tweede zin vervangen als volgt : « De betrekkingen waaraan de titel van directeur is verbonden kunnen eveneens toegekend worden aan ambtenaren titularis van een betrekking met eenzelfde titel, afkomstig uit één van de bovenbedoelde administraties.».
Art. 77.In bijlage I van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 6 juli 1997 en gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 17 juni 1999, 5 juli 1999 en 3 maart 2005, worden de bepalingen met betrekking tot de graad van industrieel ingenieur-directeur opgeheven.
Art. 78.In bijlage I van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 6 juli 1997 en gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 17 juni 1999, 5 juli 1999 en 3 maart 2005, worden de bepalingen met betrekking tot de graad van adviseur opgeheven.
Art. 79.In bijlage I van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 6 juli 1997 en gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 17 juni 1999, 5 juli 1999 en 3 maart 2005, worden de bepalingen met betrekking tot de graad van vertaler-revisor-directeur opgeheven.
Art. 80.In bijlage I van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 6 juli 1997 en gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 17 juni 1999, 5 juli 1999 en 3 maart 2005, worden de bepalingen met betrekking tot de graad van vertaler-directeur (vlakke loopbaan in uitdoving) opgeheven.
Art. 81.In bijlage I van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 6 juli 1997 en gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 17 juni 1999, 5 juli 1999 en 3 maart 2005, worden de bepalingen met betrekking tot de graad van informaticus-directeur opgeheven.
Art. 82.In bijlage I van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 6 juli 1997 en gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 17 juni 1999, 5 juli 1999 en 3 maart 2005, wordt de rubriek « rang 10 » opgeheven. De bepalingen vermeld in de kolommen 1 en 2 worden gehandhaafd onverminderd de wijzigingen aangebracht door dit besluit.
Art. 83.In bijlage I van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 6 juli 1997 en gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 17 juni 1999, 5 juli 1999 en 3 maart 2005, onder de titel « eerste attaché van financiën », worden de bepalingen van kolom 1 vervangen als volgt : « Administratie der thesaurie : 1. a) Verandering van vakklasse : eerste attaché van financiën. Verandering van titel : Eerstaanwezend adjunct-adviseur : proef over de beroepsbekwaamheid die toegang geeft tot de betrekkingen waaraan de titel van eerste attaché van financiën is verbonden (oude loopbaan van auditeur); 1. b) Bevordering : de houders van de titel van attaché van financiën en de houders van de titel van attaché die voorheen titularis waren van de geschrapte graad van adjunct-adviseur (rang 10) : - ten minste drie jaar anciënniteit tellen in het niveau A en/of in de afgeschafte graden van financieel en administratief deskundige en/of financieel en ICT-deskundige; - laureaat zijn van de proef over de beroepsbekwaamheid of van de vergelijkende selectie voor overgang naar de klasse A2, die toegang verleent tot de betrekkingen waaraan de titel van eerste attaché van financiën is verbonden; 1. c) Overgang naar het hogere niveau : financieel en administratief deskundige (afgeschafte graad) of bij overgangsmaatregel financieel en ICT-deskundige (afgeschafte graad) bedoeld onder het eerste streepje hierna : - vergelijkende selectie voor overgang naar de klasse A2, die toegang verleent tot de betrekkingen waaraan de titel van eerste attaché van financiën is verbonden. De vergelijkende selectie voor overgang is voorbehouden aan de financieel en administratief deskundige (afgeschafte graad) en aan de financieel deskundige die laureaat is van een selectie voor verhoging tot de geschrapte graad van eerstaanwezend verificateur of landmeter-expert van financiën. Bij wege van overgangsmaatregel, mag eveneens deelnemen aan deze vergelijkende selectie voor overgang, de financieel en ICT-deskundige (afgeschafte graad) voorheen benoemd in de geschrapte graad van programmeringsanalist bij financiën, bij toepassing van de artikelen 5 en 18 van het koninklijk besluit van 17 juni 1999 betreffende het informaticapersoneel van het Ministerie van Financiën; »; - een gecumuleerde anciënniteit van ten minste drie jaar anciënniteit tellen in de afgeschafte graden van financieel en administratief deskundige en/of financieel en ICT-deskundige; 2. Mutatie in de zin van artikel 25quinquies : - proef over de beroepsbekwaamheid en geslaagd zijn voor de vier technische proeven bedoeld in artikel 16quater.3. Overplaatsing : ambtenaar bedoeld in artikel 2 van het koninklijk besluit van 18 oktober 2001 betreffende de mobiliteit van het personeel van sommige overheidsdiensten : - de voorwaarden vastgesteld in artikel 4, § 1, van hetzelfde besluit vervullen; - proef over de beroepsbekwaamheid en geslaagd zijn voor de vier technische proeven bedoeld in artikel 16quater.
Algemene Diensten : Verandering van vakklasse : eerste attaché van financiën Bevordering : attaché van financiën : - ten minste drie jaar anciënniteit tellen in het niveau A en/of in de afgeschafte graden van financieel en administratief deskundige en/of financieel en ICT-deskundige en/of de graad van fiscaal deskundige; - laureaat zijn van de proef over de beroepsbekwaamheid of van de vergelijkende selectie voor overgang naar de klasse A2, die toegang verleent tot de betrekkingen waaraan de titel van eerste attaché van financiën of van eerstaanwezend inspecteur bij een fiscaal bestuur is verbonden.
Overgang naar het hogere niveau : Ambtenaar van niveau B, die geslaagd is voor een vergelijkende selectie voor overgang naar de klasse A2, die toegang verleent tot de betrekkingen waaraan de titel van eerste attaché van financiën of eerstaanwezend inspecteur bij een fiscaal bestuur is verbonden.
De vergelijkende selectie voor overgang naar de klasse A2 is voorbe- houden aan de financieel en administratief deskundige (afgeschafte graad) en aan de financieel deskundige die laureaat is van een selectie voor verhoging tot de geschrapte graad van eerstaanwezend verificateur of landmeter-expert van financiën. Mag eveneens deelnemen aan deze vergelijkende selectie voor overgang, bij overgangsmaatregel, de financieel en ICT-deskundige (afgeschafte graad) voorheen benoemd in de geschrapte graad van programmeringsanalist bij financiën, bij toepassing van de artikelen 5 en 18 van het koninklijk besluit van 17 juni 1999 betreffende het informaticapersoneel van het Ministerie van Financiën.
Ten minste drie jaar anciënniteit tellen in de graad van financieel en administratief deskundige (afgeschafte graad) en/of financieel en ICT- deskundige (afgeschafte graad).
Fiscale administraties met uitzondering van het kabinet van de Administrateur-generaal van de belastingen en de invordering, de Administratie van fiscale zaken en de Administratie van de bijzondere belastinginspectie : Verandering van vakklasse, bevordering en overgang naar het hogere niveau : Ambtenaar die de vereiste titels bezit om te kunnen worden benoemd in een betrekking waaraan de titel van eerstaanwezend inspecteur bij een fiscaal bestuur is verbonden. ».
Art. 84.In bijlage I van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 6 juli 1997 en gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 17 juni 1999, 5 juli 1999 en 3 maart 2005, onder de titel « eerste attaché van financiën », kolom 2, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° onder sub A wordt het woord « graad » vervangen door het woord « titel »; 2° in sub B wordt de eerste zin vervangen als volgt : « De kandidaten voor een benoeming in een betrekking waaraan de titel van eerste attaché van financiën is verbonden, bedoeld in kolom 1 onder 1.b) en 1.c) worden gerangschikt in de volgorde van de datum van het proces-verbaal van de vergelijkende selectie voor overgang, de vergelijkende selectie voor overgang naar de klasse A2 of van de proef over de beroepsbekwaamheid, die toegang verleent tot de betrekkingen waaraan de titel van eerste attaché van financiën is verbonden of het examen voor verhoging tot de graad van adjunct-auditeur dat op de verst afgelegen datum werd afgesloten. »; 3° in sub D wordt de eerste zin vervangen als volgt : « De kandidaten voor een benoeming in een betrekking waaraan de titel van eerste attaché van financiën is verbonden worden gerangschikt in de volgorde van de datum van het proces-verbaal van de vergelijkende selectie voor overgang, van de vergelijkende selectie voor overgang naar de klasse A2 of van de proef over de beroepsbekwaamheid, die toegang verleent tot de betrekkingen waaraan de titel van eerste attaché van financiën of eerstaanwezend inspecteur bij een fiscaal bestuur is verbonden, te beginnen met het proces-verbaal dat op de verst afgelegen datum werd afgesloten.»; 4° in sub E wordt de eerste zin vervangen als volgt : « De kandidaten voor een benoeming in een betrekking waaraan de titel van eerste attaché van financiën is verbonden worden gerangschikt in de volgorde van de datum van het proces-verbaal van het vergelijkend overgangsexamen of het examen voor verhoging tot een graad van rang 11 of van de vergelijkende selectie voor overgang of van de vergelijkende selectie voor overgang naar de klasse A2 of van de proef over de beroepsbekwaamheid, die toegang verleent tot de betrekkingen waaraan de titel van eerstaanwezend inspecteur bij een fiscaal bestuur is verbonden, te beginnen met het proces-verbaal dat op de verst afgelegen datum werd afgesloten.»; 5° in sub F, eerste lid, wordt de inleidende bepaling vervangen als volgt : « De rangschikking van de kandidaten voor een benoeming in een betrekking waaraan de titel van eerste attaché van financiën is verbonden gebeurt als volgt : »;6° in sub F, eerste lid, wordt de bepaling onder 4° vervangen als volgt : « 4° de laureaat van een vergelijkende selectie voor overgang, een proef over de beroepsbekwaamheid of een vergelijkende selectie voor overgang naar de klasse A2, die toegang verleent tot de betrekkingen waaraan de titel van eerstaanwezend inspecteur bij een fiscaal bestuur is verbonden.».
Art. 85.In bijlage I van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 6 juli 1997 en gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 17 juni 1999, 5 juli 1999 en 3 maart 2005, worden de bepalingen met betrekking tot de graad van eerstaanwezend adjunct-adviseur opgeheven.
Art. 86.In bijlage I van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 6 juli 1997 en gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 17 juni 1999, 5 juli 1999 en 3 maart 2005, worden de bepalingen met betrekking tot de graad van informaticus opgeheven.
Art. 87.In bijlage I van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 6 juli 1997 en gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 17 juni 1999, 5 juli 1999 en 3 maart 2005, onder de titel « attaché van financiën », kolom 1, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° het volgnummer 1 met zijn bepalingen wordt vervangen als volgt : « 1.a) Verandering van vakklasse : attaché van financiën. 1. b) Overgang naar het hogere niveau : ambtenaar van niveau B, laureaat van de vergelijkende selectie voor overgang naar de klasse A2, die toegang verleent tot de betrekkingen waaraan de titel van eerste attaché van financiën is verbonden.»; 2° in het laatste lid worden de woorden « van niveau 1 » vervangen door de woorden « van niveau A ».
Art. 88.In bijlage I van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 6 juli 1997 en gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 17 juni 1999, 5 juli 1999 en 3 maart 2005, onder de titel « attaché van financiën », kolom 2, wordt sub A met zijn bepalingen vervangen als volgt : « A. De kandidaten voor verandering van vakklasse of bevordering in een betrekking waaraan de titel van attaché van financiën is verbonden bedoeld in kolom 1, onder sub 1.a), 1.b) en 2) worden gerangschikt in de volgorde van de datum van het proces-verbaal van de vergelijkende selectie voor overgang dat op de verst afgelegen datum werd afgesloten. De laureaten van eenzelfde proef of proeven waarvan het proces-verbaal is afgesloten op dezelfde datum, worden gerangschikt volgens de behaalde punten. ».
Art. 89.In bijlage I van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 6 juli 1997 en gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 17 juni 1999, 5 juli 1999 en 3 maart 2005, worden de bepalingen met betrekking tot de graad van industrieel ingenieur opgeheven.
Art. 90.In bijlage I van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 6 juli 1997 en gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 17 juni 1999, 5 juli 1999 en 3 maart 2005, worden de bepalingen met betrekking tot de graad van vertaler-revisor opgeheven.
Art. 91.In bijlage I van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 6 juli 1997 en gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 17 juni 1999, 5 juli 1999 en 3 maart 2005, in de Franse tekst, rubriek Niveau B, onder de graad « expert financier », kolom 2, zal de bestaande tekst punt A vormen en wordt aangevuld met een punt B, luidende : « B. En ce qui concerne les administrations fiscales, l'expert fiscal adjoint (grade supprimé) peut également être détaché dans un emploi d'expert financier. ».
Art. 92.In bijlage I van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 6 juli 1997 en gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 17 juni 1999, 5 juli 1999 en 3 maart 2005, in de rubriek Niveau C, onder de graad « financieel assistent », kolom 2, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in sub C, tweede lid, worden de woorden « of de proef over de beroepsbekwaamheid » ingevoegd tussen de woorden « volledige vergelijkende selectie » en de woorden « en zo zij uit »;2° in sub E, derde lid, worden de woorden « de proef over de beroepsbekwaamheid » vervangen door de woorden « de eerste proef over de beroepsbekwaamheid ».
Art. 93.In bijlage I van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 6 juli 1997 en gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 17 juni 1999, 5 juli 1999 en 3 maart 2005, onder de graad « technisch assistent », kolom 1, vervallen de woorden « Administrations fiscales : affectation des agents détachés des services extérieurs ».
Art. 94.In bijlage II van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 6 juli 1997 en gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 17 juni 1999, 5 juli 1999 en 3 maart 2005, wordt de titel van kolom 1 vervangen als volgt : « Wijze en orde van de benoemingen Voorwaarden inzake titels, graad, anciënniteit, selecties en proeven over de beroepsbekwaamheid ».
Art. 95.In bijlage II van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 6 juli 1997 en gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 17 juni 1999, 5 juli 1999 en 3 maart 2005, wordt de rubriek « rang 13 » vervangen door de rubriek « Niveau A ».
Art. 96.In bijlage II van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 6 juli 1997 en gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 17 juni 1999, 5 juli 1999 en 3 maart 2005, worden onder de titel « gewestelijk directeur bij een fiscaal bestuur » de bepalingen vervangen als volgt :
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Art. 97.In bijlage II van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 6 juli 1997 en gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 17 juni 1999, 5 juli 1999 en 3 maart 2005, worden onder de titel « voorzitter van een aankoopcomité » de bepalingen vervangen als volgt :
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Art. 98.In bijlage II van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 6 juli 1997 en gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 17 juni 1999, 5 juli 1999 en 3 maart 2005, onder de titel « directeur bij een fiscaal bestuur » worden de bepalingen van kolom 1 vervangen als volgt : « Verandering van vakklasse : directeur bij een fiscaal bestuur.
Bevordering : eerstaanwezend inspecteur-dienstchef bij een fiscaal bestuur : minstens zes jaar anciënniteit tellen in niveau A. ».
Art. 99.In bijlage II van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 6 juli 1997 en gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 17 juni 1999, 5 juli 1999 en 3 maart 2005, onder de titel « directeur bij een fiscaal bestuur », kolom 2, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de bepalingen onder sub A worden vervangen als volgt : « A.De verandering van vakklasse wordt gelijkgesteld met een mutatie.
In afwijking van artikel 11bis, tweede lid, worden de kandidaten voor een bevordering in een betrekking waaraan de titel van directeur bij een fiscaal bestuur is verbonden, voor de toepassing van artikel 11, 3° gerangschikt op basis van de klasseanciënniteit die ze als eerstaanwezend inspecteur-dienstchef bij een fiscaal bestuur hebben verworven, eventueel vermeerderd met de graadanciënniteit die ze als eerstaanwezend inspecteur bij een fiscaal bestuur hebben verworven vanaf de datum waarop ze titularis waren van een betrekking waaraan de functie van dienstchef was verbonden.»; 2° sub B, eerste lid, wordt vervangen als volgt : « De titularissen van een betrekking waaraan de titel van eerstaanwezend inspecteur-dienstchef bij een fiscaal bestuur is verbonden en die laureaat zijn van een examen voor verhoging in graad of van een vergelijkend overgangsexamen naar de graad van adjunct-commissaris bij een aankoopcomité kunnen slechts benoemd worden in een betrekking waaraan de titel van directeur bij een fiscaal bestuur is verbonden, na geslaagd te zijn voor de vier technische proeven bedoeld in artikel 16quater georganiseerd ten behoeve van de Sector der registratie en domeinen.»; 3° sub B, tweede lid, wordt vervangen als volgt : « Bij overgangsmaatregel werd ten behoeve van de laureaten van het examen voor verhoging tot of van het vergelijkende overgangsexamen naar de graad van adjunct-commissaris bij een aankoopcomité tweemaal één proef over beroepsbekwaamheid ingericht.»; 4° sub B, derde lid, wordt vervangen als volgt : « Voor de benoeming in een betrekking waaraan de titel van directeur bij een fiscaal bestuur is verbonden wordt er in hoofde van de kandidaten, geen rekening gehouden met de gunstigere administratieve toestand, inzonderheid inzake titel en klasseanciënniteit, die ze uitsluitend hebben verworven ingevolge de benoeming bij voorrang tot de graden van commissaris en/of adjunct-commissaris bij een aankoopcomité.»; 5° in sub B, vierde lid, worden de woorden « graad en graadanciënniteit » vervangen door de woorden « titel en klasseanciënniteit ».
Art. 100.In bijlage II van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 6 juli 1997 en gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 17 juni 1999, 5 juli 1999 en 3 maart 2005, wordt de rubriek « rang 10 » opgeheven, de bepalingen vermeld in de kolommen 1 en 2 worden gehandhaafd onverminderd de wijzigingen aangebracht door dit besluit.
Art. 101.In bijlage II van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 6 juli 1997 en gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 17 juni 1999, 5 juli 1999 en 3 maart 2005, wordt in de rubriek Niveau A na de titel « directeur bij een fiscaal bestuur », met zijn bepalingen, de volgende titel en bepalingen ingevoegd in de kolommen 1 en 2 :
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Art. 102.In bijlage II van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 6 juli 1997 en gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 17 juni 1999, 5 juli 1999 en 3 maart 2005, onder de titel « eerstaanwezend inspecteur bij een fiscaal bestuur », kolom 1, wordt het volgnummer 1 met zijn bepalingen vervangen als volgt : 1. a) Verandering van vakklasse : eerstaanwezend inspecteur bij een fiscaal bestuur.1. b) Bevordering : inspecteur bij een fiscaal bestuur : - laureaat zijn van de proef over de beroepsbekwaamheid die toegang verleent tot de betrekkingen waaraan de titel van eerstaanwezend inspecteur bij een fiscaal bestuur is verbonden of van de vergelijkende selectie voor overgang naar de klasse A2 die toegang verleent tot de betrekkingen waaraan de titel van eerstaanwezend inspecteur bij een fiscaal bestuur is verbonden; - voor deelname aan de proef over de beroepsbekwaamheid die toegang verleent tot de betrekkingen waaraan de titel van eerstaanwezend inspecteur bij een fiscaal bestuur is verbonden : met vrucht de cursussen over fiscaliteit en technologie gevolgd hebben, die ingericht worden door de administratie. Worden van die voorwaarde vrijgesteld, de ambtenaren die geslaagd zijn voor een selectie die toegang verleende tot de geschrapte graden van eerstaanwezend verificateur of landmeter-expert van financiën, hetzij voor de proef over de beroepsbekwaamheid of de vergelijkende selectie voor overgang die toegang verleent tot de graad van fiscaal deskundige, die voor dezelfde administratie of sector werd ingericht als voormelde proef over de beroepsbekwaamheid; - een gecumuleerde anciënniteit van minstens drie jaar tellen in het niveau A en/of in de graden van fiscaal deskundige of financieel en administratief deskundige (afgeschafte graad) of financieel en ICT-deskundige (afgeschafte graad). 1. c) Overgang naar het hogere niveau : fiscaal deskundige, financieel en administratief deskundige (afgeschafte graad) en bij overgangsmaatregel de financieel en ICT-deskundige voorheen titularis van de geschrapte graad van programmeringsanalist bij financiën, die bij toepassing van de artikelen 5 en 18 van het koninklijk besluit van 17 juni 1999 betreffende het informatica-personeel van het Ministerie van Financiën benoemd werd tot deze graad. - vergelijkende selectie voor overgang naar de klasse A2, die toegang verleent tot de betrekkingen waaraan de titel van eerstaanwezend inspecteur bij een fiscaal bestuur is verbonden. De vergelijkende selectie voor overgang is voorbehouden aan de fiscaal deskundige, financieel en administratief deskundige (afgeschafte graad), alsook de financieel deskundige of adjunct-fiscaal deskundige (afgeschafte graad) die laureaat zijn van een selectie voor verhoging tot de geschrapte graad van eerstaanwezend verificateur of landmeter-expert van financiën. Bij wege van overgangsmaatregel, mag eveneens deelnemen aan deze vergelijkende selectie voor overgang, de financieel en ICT-deskundige (afgeschafte graad) voorheen benoemd in de graad van programmeringsanalist bij financiën bij toepassing van de artikelen 5 en 18 van het koninklijk besluit van 17 juni 1999 betreffende het informaticapersoneel van het Ministerie van Financiën.
Deze voorwaarden moeten vervuld zijn op het moment van de inschrijving voor de in artikel 16quater bedoelde technische proeven die toegang geven tot de vergelijkende selectie voor overgang; - een gecumuleerde anciënniteit van ten minste drie jaar tellen in de graden van fiscaal deskundige of financieel en administratief deskundige (afgeschafte graad) of financieel en ICT-deskundige (afgeschafte graad). ».
Art. 103.In bijlage II van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 6 juli 1997 en gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 17 juni 1999, 5 juli 1999 en 3 maart 2005, onder de titel « eerstaanwezend inspecteur bij een fiscaal bestuur », kolom 2, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° sub A wordt hersteld in de volgende lezing : « A.De verandering van vakklasse wordt gelijkgesteld met een mutatie. »; 2° sub B wordt vervangen als volgt : « B.Voor de ambtenaren bedoeld in artikel 19, § 1, van dit besluit, wordt de klasseanciënniteit en/of de graadanciënniteit die vereist is voor de bevordering of de overgang naar het hogere niveau, vermeld in kolom 1, geteld vanaf de datum waarop zij zouden kunnen genieten van artikel 24 van dit besluit voor een benoeming in een betrekking waaraan, de titel van inspecteur bij een fiscaal bestuur, de graad van fiscaal deskundige of de afgeschafte graad van financieel en administratief deskundige is verbonden. »; 3° sub C wordt vervangen als volgt : « C.De kandidaten voor benoeming in een betrekking waaraan de titel van eerstaanwezend inspecteur bij een fiscaal bestuur is verbonden, worden gerangschikt in de volgorde van de datum van het proces-verbaal van het vergelijkend overgangsexamen of het examen voor verhoging tot een graad van rang 11 of de vergelijkende selectie voor overgang of de vergelijkende selectie voor overgang naar de klasse A2 of van de proef over de beroepsbekwaamheid die toegang verleent tot de betrekkingen waaraan de titel van eerstaanwezend inspecteur bij een fiscaal bestuur is verbonden, dat op de verst afgelegen datum werd afgesloten. De laureaten van eenzelfde proef of proeven afgesloten op dezelfde datum worden gerangschikt volgens de behaalde punten. »; 4° sub D met zijn bepalingen wordt opgeheven;5° sub E, tweede lid, wordt vervangen als volgt : « Bij overgangsmaatregel werd ten behoeve van de laureaten van het examen voor verhoging tot of van het vergelijkende overgangsexamen naar de graad van adjunct-commissaris bij een aankoopcomité tweemaal één proef over de beroepsbekwaamheid ingericht.»; 6° sub E, derde lid, wordt vervangen als volgt : « Voor de benoeming in een betrekking waaraan de titel van eerstaanwezend inspecteur bij een fiscaal bestuur is verbonden wordt er in hoofde van de kandidaten, bedoeld in het tweede lid, geen rekening gehouden met de gunstigere administratieve toestand, inzonderheid inzake titel en klasseanciënniteit, die ze uitsluitend verworven hebben ingevolge de benoeming bij voorrang tot de graden van commissaris en/of adjunct-commissaris bij een aankoopcomité.»; 7° sub E, vierde lid, wordt vervangen als volgt : « In dat geval wordt er een fictieve rangschikking vastgesteld inzake titel en klasseanciënniteit;deze fictieve rangschikking plaatst hen in een gelijkwaardige toestand als die welke zij zouden bekomen hebben indien zij laureaat geweest waren van het examen voor verhoging tot of van het vergelijkend overgangsexamen naar de graad van ontvanger A van de Sector der registratie en domeinen. »; 8° in sub F, eerste lid, worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) de inleidende bepaling wordt vervangen als volgt : « De laureaten van het vroegere examen voor verhoging tot een graad van rang 11, van het vroegere vergelijkend overgangsexamen naar een graad van rang 11, van een vergelijkende selectie voor overgang of van een vergelijkende selectie voor overgang naar de klasse A2 of van de proef over de beroepsbekwaamheid, die toegang verleent tot de betrekkingen waaraan de titel van eerstaanwezend inspecteur bij een fiscaal bestuur is verbonden, worden als volgt gerangschikt : »;b) de bepaling onder a, 5°, wordt vervangen als volgt : « 5° de laureaten van een vergelijkend overgangsexamen, vergelijkende selectie voor overgang of vergelijkende selectie voor overgang naar de klasse A2 of van een proef over de beroepsbekwaamheid die toegang verleent tot de betrekkingen waaraan de titel van eerstaanwezend inspecteur bij een fiscaal bestuur is verbonden.»; c) de bepaling onder b, 5°, wordt vervangen als volgt : « 5° de laureaten van een vergelijkend overgangsexamen of een vergelijkende selectie voor overgang naar de klasse A2 of van een proef over de beroepsbekwaamheid, die toegang verleent tot de betrekkingen waaraan de titel van eerstaanwezend inspecteur bij een fiscaal bestuur is verbonden, en houder zijn van het diploma van meetkundige-schatter van onroerende goederen of een gelijkaardig diploma bepaald door de Minister;»; d) de bepaling onder c, 5°, wordt vervangen als volgt : « 5° de laureaten van een vergelijkend overgangsexamen of van een vergelijkende selectie voor overgang naar de klasse A2 of van een proef over de beroepsbekwaamheid, die toegang verleent tot de betrekkingen waaraan de titel van eerstaanwezend inspecteur bij een fiscaal bestuur is verbonden.»; 9° de bepaling onder sub F, tweede lid, 1, wordt vervangen als volgt : « 1.de laureaat van het examen voor verhoging in graad, van het vergelijkend overgangsexamen, een vergelijkende selectie voor overgang, een proef over de beroepsbekwaamheid, een vergelijkende selectie voor overgang naar de klasse A2, waarvan het proces-verbaal werd afgesloten op de verst afgelegen datum; »; 10° de bepaling onder sub F, tweede lid, 2, wordt vervangen als volgt : « 2.onder de laureaten bedoeld onder 1 van eenzelfde examen, selectie of proef, hetzij van examens, selecties of proeven waarvan het proces-verbaal op dezelfde datum werd afgesloten, de laureaat die de meeste punten heeft behaald. »; 11° sub G met zijn bepalingen wordt opgeheven.
Art. 104.In bijlage II van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 6 juli 1997 en gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 17 juni 1999, 5 juli 1999 en 3 maart 2005, worden onder de titel « inspecteur bij een fiscaal bestuur » de bepalingen vervangen als volgt :
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Art. 105.In bijlage II van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 6 juli 1997 en gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 17 juni 1999, 5 juli 1999 en 3 maart 2005, in de rubriek Niveau B onder de graad « fiscaal deskundige », kolom 1, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in de Franse tekst, worden in sub 2.a), tweede lid, de woorden « l'examen d'avancement au grade de vérificateur principal » vervangen door de woorden « l'épreuve »; 2° sub 2.b) wordt aangevuld als volgt : « Bij de Administratie der douane en accijnzen is de deelname aan de selectie voorbehouden aan de kandidaten die met vrucht de verificatie-cursussen hebben gevolgd, die te hunner intentie door de administratie worden ingericht. ».
Art. 106.In bijlage II van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 6 juli 1997 en gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 17 juni 1999, 5 juli 1999 en 3 maart 2005, in de rubriek Niveau B onder de graad « fiscaal deskundige », kolom 2, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° sub B wordt aangevuld met het volgende lid : « In afwijking van het vorige lid kunnen er proeven over de beroepsbekwaamheid worden georganiseerd, waaraan slechts kan worden deelgenomen door de titularissen van de afgeschafte graad van adjunct-fiscaal deskundige of de graad van financieel deskundige die houder zijn van het diploma van meetkundige-schatter van onroerende goederen.»; 2° in sub C, in de Franse tekst wordt de eerste zin vervangen als volgt : « Pour réussir les candidats doivent obtenir au minimum 60 % des points à la partie spécifique et si elle comporte plusieurs parties, 50 % des points à chacune d'entre elles.»; 3° in sub E, worden in de inleidende bepaling de woorden « kolom 1, sub 1, a, b en c, » vervangen door de woorden « kolom 1, sub 2, a en b, »;4° sub F wordt vervangen als volgt : « Bij de Administratie van het kadaster en de Administratie van de BTW, registratie en domeinen, sector registratie en domeinen, kunnen betrekkingen voorbehouden worden aan de laureaten van de in sub B, tweede lid, bedoelde proeven. ».
Art. 107.In bijlage II van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 6 juli 1997 en gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 17 juni 1999, 5 juli 1999 en 3 maart 2005, in de rubriek Niveau C onder de graad « financieel assistent », kolom 2, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in sub C, tweede lid, worden de woorden « of de proef over de beroepsbekwaamheid » ingevoegd tussen de woorden « volledige vergelijkende selectie » en de woorden « en zo zij uit »;2° in sub E, derde lid, worden de woorden « de proef over de beroepsbekwaamheid » vervangen door de woorden « de eerste proef over de beroepsbekwaamheid ».
Art. 108.In bijlage II van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 6 juli 1997 en gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 17 juni 1999, 5 juli 1999 en 3 maart 2005, onder de graad « administratief assistent », kolom 2, 1°, worden de woorden « administratief deskundige » vervangen door de woorden « administratief assistent ».
Art. 109.In bijlage II van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 6 juli 1997 en gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 17 juni 1999, 5 juli 1999 en 3 maart 2005, onder de graad « financieel medewerker », kolom 2, sub C, 2°, worden de woorden « eenzelfde selectie » vervangen door de woorden « eenzelfde proef over de beroepsbekwaamheid ».
Art. 110.In bijlage II van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 6 juli 1997 en gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 17 juni 1999, 5 juli 1999 en 3 maart 2005, Franse tekst, rubriek Niveau D onder de graad « collaborateur administratif », kolom 2, wordt het eerste lid omgevormd tot sub « A. ».
Art. 111.In bijlage II, van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 6 juli 1997 en gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 17 juni 1999, 5 juli 1999 en 3 maart 2005, onder de titel « Laboratorium der douane en accijnzen » wordt de rubriek « rang 13 » vervangen door de rubriek « niveau A ».
Art. 112.In bijlage II van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 6 juli 1997 en gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 17 juni 1999, 5 juli 1999 en 3 maart 2005, onder de titel « Eerste scheikundig adviseur » worden de bepalingen van kolom 1 vervangen als volgt : « Bevordering : scheikundig adviseur : minstens negen jaar niveauanciënniteit tellen. ».
Art. 113.In bijlage II van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 6 juli 1997 en gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 17 juni 1999, 5 juli 1999 en 3 maart 2005, wordt onder de titel « Laboratorium der douane en accijnzen » de « rubriek rang 10 » opgeheven, de titel « scheikundig adviseur » en de bepalingen in kolom 1 worden gehandhaafd.
Art. 114.In bijlage IV, sub II, van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 6 juli 1997, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° littera A wordt vervangen als volgt : « A.Alleen de kandidaten die rang hebben ingenomen in een betrekking waaraan de titel van eerstaanwezend inspecteur bij een fiscaal bestuur is verbonden en die behoort tot één van de afzonderlijke groepen van betrekkingen bedoeld in littera B hierna, hebben toegang tot de betrekkingen van deze groep waaraan de titel van eerstaanwezend inspecteur-dienstchef bij een fiscaal bestuur of een andere titel is verbonden. »; 2° in littera B.1) worden de woorden « eerstaanwezend inspecteur-dienstchef bij een fiscaal bestuur, » ingevoegd tussen de woorden « eerstaanwezend inspecteur bij een fiscaal bestuur, » en de woorden « van directeur bij een fiscaal bestuur »; 3° in littera B.2) worden de woorden « eerstaanwezend inspecteur-dienstchef bij een fiscaal bestuur, » ingevoegd tussen de woorden « eerstaanwezend inspecteur bij een fiscaal bestuur, » en de woorden « van directeur bij een fiscaal bestuur »; 4° in littera B.3) worden de woorden « , eerstaanwezend inspecteur-dienstchef bij een fiscaal bestuur, » ingevoegd tussen de woorden « directeur bij een fiscaal bestuur » en de woorden « en van eerstaanwezend inspecteur bij een fiscaal bestuur ».
Art. 115.In bijlage IV, sub III, van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 6 juli 1997, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in littera A, 1° worden de woorden « eerstaanwezend inspecteur bij een fiscaal bestuur waaraan de functie van dienstchef is verbonden » vervangen door de woorden « eerstaanwezend inspecteur-dienstchef, bij een fiscaal bestuur »;2° littera B, 1°, wordt vervangen als volgt : « 1° De betrekking van gewestelijk directeur bij een fiscaal bestuur bij de Nationale Opsporingsdirectie mag voorbehouden worden aan een ambtenaar van die dienst die titularis is van een betrekking waaraan de titel van directeur bij een fiscaal bestuur of eerstaanwezend inspecteur-dienstchef bij een fiscaal bestuur. De betrekkingen van directeur bij een fiscaal bestuur bij de Nationale Opsporingsdirectie mogen voorbehouden worden aan de ambtenaren die bij deze dienst of bij inspecties opsporing titularis zijn van een betrekking waaraan de titel van eerstaanwezend inspecteur-dienstchef bij een fiscaal bestuur is verbonden. »; 3° littera C wordt vervangen als volgt : « C.De eerstaanwezend inspecteurs-dienstchef bij een fiscaal bestuur die tewerkgesteld zijn in de inspecties opsporing, in de inspecties waarde en externe boekhoudcontrole of in de ontvangkantoren Antwerpen DE en Brussel DE, kunnen slechts een mutatie bekomen na gedurende ten minste drie jaar in voornoemde betrekkingen te hebben gefungeerd. ».
Art. 116.In bijlage IV, sub IV, van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 6 juli 1997, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in littera A, eerste lid, wordt het woord « graad » vervangen door het woord « betrekkingen »;2° in littera D, 1°, worden de woorden « , van eerstaanwezend inspecteur-dienstchef bij een fiscaal bestuur » ingevoegd tussen de woorden « directeur bij een fiscaal bestuur » en de woorden « en van eerstaanwezend inspecteur bij een fiscaal bestuur ».
Art. 117.In bijlage IV, sub V, van het zelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 6 juli 1997, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° sub B, 1°, worden de woorden « , eerstaanwezend inspecteur-dienstchef bij een fiscaal bestuur » ingevoegd tussen de woorden « directeur bij een fiscaal bestuur » en de woorden « en van eerstaanwezend inspecteur »;2° sub B, 2°, wordt vervangen als volgt : « 2° de mutatie naar of vanaf de betrekkingen van directeur bij een fiscaal bestuur en van eerstaanwezend inspecteur-dienstchef bij een fiscaal bestuur, bedoeld onder 1°, is niet toegelaten;de mutatie naar of vanaf een betrekking van eerstaanwezend inspecteur bij een fiscaal bestuur, bedoeld onder 1° kan worden geweigerd.».
Art. 118.In bijlage V van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 3 maart 2005, worden de punten 1 tot en met 3 opgeheven. HOOFDSTUK IV. - Wijziging van het koninklijk van 29 oktober 1971 tot vaststelling van het organiek reglement van het Ministerie van Financiën, Administratie der pensioenen en van de bijzondere bepalingen die er voorzien in de uitvoering van het statuut van het Rijkspersoneel Afdeling I. - Wijzigingen naar aanleiding van de invoering van de
nieuwe loopbanen
Art. 119.In hetzelfde besluit wordt een artikel 1bis ingevoegd, luidende : «
Art. 1bis.De bepalingen van titel II, hoofdstuk I, afdelingen 1ter tot en met 2bis, hoofdstukken III tot en met V en titel III van dit besluit en zijn bijlagen zijn van toepassing op de ambtenaren van de niveaus D, C en B en de ambtenaren van niveau A, die één van de volgende titels dragen of de ambtenaren, die kandidaat zijn voor een betrekking waaraan één van de volgende titels is verbonden : - attaché van financiën; - eerste attaché van financiën; - eerstaanwezend adjunct-adviseur; - directeur; - auditeur-generaal van financiën.
De in het vorige lid bedoelde bepalingen zijn niet van toepassing op de ambtenaren bedoeld in het eerste lid, wanneer zij kandidaat zijn voor een betrekking waaraan een titel is verbonden die niet wordt vermeld in dat lid. ».
Art. 120.In artikel 6 van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 3 maart 2005, worden de woorden « bekleed zijn met een graad ingedeeld in de rangen 16 of 15 » vervangen door de woorden « benoemd zijn in de klasse A5 of A4 ».
Art. 121.Het opschrift van Hoofdstuk I van Titel II van hetzelfde besluit, wordt vervangen als volgt : « HOOFDSTUK I. - Wervingen, bevorderingen, veranderingen van vakklasse en veranderingen van graad ».
Art. 122.Artikel 9quinquies van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 1 maart 1998, wordt vervangen als volgt : «
Art. 9quinquies.De bepalingen van titel I van het koninklijk besluit van 7 augustus 1939 betreffende de evaluatie en de loopbaan van het Rijkspersoneel zijn van toepassing voor de ambtenaren die aan dat besluit zijn onderworpen, onder voorbehoud van de afwijkingen die door deze afdeling worden ingevoerd. ».
Art. 123.In artikel 9septies, § 1, tweede lid, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 1 maart 1998 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 3 maart 2005, wordt het woord « , titel » ingevoegd tussen de woorden « de graad » en de woorden « of de functie ».
Art. 124.In artikel 9octies, eerste lid, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 1 maart 1998 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 3 maart 2005, worden de woorden « van niveau 1 » vervangen door de woorden « van niveau A ».
Art. 125.In artikel 9decies, § 1, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 1 maart 1998 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 3 maart 2005, worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) in de inleidende bepaling worden de woorden « niveau 1 » vervangen door de woorden « niveau A »;b) in de bepaling onder 2°, in de Franse tekst, worden de woorden « visés au 2° » vervangen door de woorden « visés au 1° »;c) de bepaling onder 4° vervangen als volgt : « 4° een ambtenaar benoemd in ten minste de klasse A3 en in een hogere klasse dan deze van de te evalueren ambtenaar.».
Art. 126.In artikel 9undecies van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 1 maart 1998 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 3 maart 2005, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1, worden de woorden « hebben een verschillende graad » vervangen door de woorden « behoren tot het niveau A en hebben een verschillende titel »;2° § 4 wordt vervangen als volgt : « § 4.Indien er geen overeenstemming is tussen de twee aangewezen meerderen is de mening beslissend van de hiërarchische meerdere die benoemd is in de hoogste klasse of indien beiden tot dezelfde klasse behoren met de hoogste weddenschaal. ».
Art. 127.In artikel 9duodecies van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 1 maart 1998, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1, eerste lid, worden de woorden « het College van dienstchefs » vervangen door de woorden « de Directieraad »;2° in § 1, derde lid, worden de woorden « het College van dienstchefs » vervangen door de woorden « de Directieraad »;3° in § 2, tweede lid, vervallen de woorden « , het College van dienstchefs »;4° in § 3 worden de woorden « Het College van dienstchefs » vervangen door de woorden « De Directieraad »;5° in § 4 worden de woorden « het College van dienstchefs » vervangen door de woorden « de Directieraad ».
Art. 128.In artikel 9tredecies van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 1 maart 1998 worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 2 worden de woorden « het College van dienstchefs » vervangen door de woorden « de Directieraad »;2° in § 3 worden de woorden « het College van dienstchefs » vervangen door de woorden « de Directieraad ».
Art. 129.Artikel 10, § 2, van hetzelfde besluit wordt opgeheven.
Art. 130.In artikel 11 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 6 juli 1997, worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) in de bepaling onder 1° worden de woorden « bijlagen I tot III » vervangen door de woorden « bijlage I »;b) in de bepaling onder 2° worden de woorden « dezelfde bijlagen » vervangen door de woorden « dezelfde bijlage »;c) de bepaling onder 4° wordt vervangen als volgt : « 4° bij dezelfde evaluatievermelding, de ambtenaar met de grootste klasseanciënniteit en/of graadanciënniteit;»; d) de bepaling onder 5° wordt vervangen als volgt : « 5° bij gelijke graad en/of klasseanciënniteit, de ambtenaar met de grootste niveauanciënniteit;»; e) de bepaling onder 6° wordt vervangen als volgt : « 6° bij gelijke niveauanciënniteit, de ambtenaar met de grootste niveauanciënniteit in het onmiddellijk lager niveau van de te verlenen betrekking.Voor de ambtenaren van niveau B wordt de niveauanciënniteit verworven in niveau C samengeteld met de niveauanciënniteit verworven in niveau D; ».
Art. 131.In hetzelfde besluit wordt een artikel 11bis ingevoegd, luidende : «
Art. 11bis.Voor de toepassing van dit besluit en zijn bijlagen is de klasseanciënniteit van de ambtenaren gelijk aan de niveauanciënniteit die werd verworven sinds de benoeming in een betrekking verbonden aan zijn titel.
In afwijking van het vorige lid, omvat de klasseanciënniteit van de ambtenaren die ambtshalve werden benoemd, in een klasse, hierna opgenomen in kolom 1 en bekleed met de titel vermeld in kolom 2, eveneens de graadanciënniteit die zij, op de datum van hun ambtshalve benoeming in niveau A, telden.
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Art. 132.]In artikel 12, § 1, van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 3 maart 2005, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° § 1, wordt vervangen als volgt : « § 1.In afwijking van artikel 26, § 2, van het koninklijk besluit van 18 oktober 2001 betreffende de mobiliteit van het personeel van sommige overheidsdiensten, kan de ambtenaar die overgeplaatst werd in een betrekking die overeenstemt met een graad of titel voor dewelke bij het Ministerie van Financiën een specifieke proef was voorzien, zich niet beroepen op de graadanciënniteit of de klasseanciënniteit die hij heeft verworven vóór zijn overplaatsing in deze betrekking. »; 2° in § 3 worden de woorden « proef is voorzien » vervangen door de woorden « proef werd voorzien »;3° er wordt een § 4 ingevoegd luidende : « § 4.De §§ 1 tot 3 zijn slechts van toepassing op de veranderingen van graad, de veranderingen van vakklasse en de bevorderingen die afhankelijk zijn van een vacante betrekking. ».
Art. 133.Artikel 14 van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 3 maart 2005, wordt vervangen als volgt : «
Art. 14.Voor de bevorderingen en veranderingen van vakklasse in het niveau A, doet de toepassing van artikel 11 geen afbreuk aan de bepalingen van het koninklijk besluit van 7 augustus 1939 betreffende de evaluatie en de loopbaan van het rijkspersoneel, die betrekking hebben op het gemotiveerd advies van de directieraad en op de beslissing van de overheid die benoemt.
In afwijking van het vorige lid en de artikelen 23 en 67 van het koninklijk besluit van 7 augustus 1939 betreffende de evaluatie en de loopbaan van het rijkspersoneel, is het met redenen omkleed advies van de directieraad niet vereist voor de bevordering of verandering van vakklasse in een vacante betrekking waaraan de titel van attaché van financiën of attaché is verbonden. ».
Art. 134.In hetzelfde besluit wordt een artikel 14bis ingevoegd, luidende : «
Art. 14bis.Wanneer ambtenaren die houder zijn van een titel vermeld in bijlage I van dit besluit, kandidaat zijn voor een verandering van vakklasse en aan de benoemingsbewegingen deelnemen samen met kandidaten voor bevordering, worden de benoemingsvoorstellen opgesteld rekening houdend met de graad of titel, waarvan de kandidaten voor verandering van vakklasse titularis zouden zijn geweest indien zij niet benoemd waren in een betrekking verbonden aan hun titel. ».
Art. 135.Artikel 16 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 10 juli 1996 en 6 juli 1997, wordt vervangen als volgt : «
Art. 16.Wanneer een ambtenaar naar een betrekking dingt van een lager niveau of een lagere klasse of een betrekking van zijn niveau met een graad of titel waarvan de eerste weddenschaal, die hieraan is verbonden, lager is dan de eerste weddenschaal verbonden aan zijn graad of titel, wordt er geen rekening gehouden met de benoemingen in het hoger niveau of in een hogere klasse dan deze waarnaar wordt gedongen of met de benoemingen in een graad of titel waaraan een hogere weddenschaal is verbonden.
Wanneer, ingevolge zijn aanvraag, de in het vorige lid bedoelde ambtenaar wordt bevorderd in een graad, een klasse of in een betrekking met een titel waarvan hij titularis is geweest, wordt de anciënniteit die voorheen werd verworven in dezelfde graad, dezelfde klasse of in een betrekking met eenzelfde titel bijgeteld bij de anciënniteit verworven in de graad, klasse of betrekking met eenzelfde titel waarin hij opnieuw wordt bevorderd. ».
Art. 136.Het opschrift van afdeling 2bis van hoofdstuk I van titel II van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 3 maart 2005, wordt vervangen als volgt : « Afdeling 2bis. - Proef over de beroepsbekwaamheid die toegang verleent tot de betrekkingen waaraan de titel van eerste attaché van financiën is verbonden. ».
Art. 137.Artikel 16bis, eerste lid, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 6 juli 1997, wordt vervangen als volgt : « De proef over de beroepsbekwaamheid die toegang verleent tot de betrekkingen waaraan de titel van eerste attaché van financiën is verbonden, bestaat uit een onderhoud vertrekkend van een praktisch geval dat betrekking heeft op de functie.« .
Art. 138.In artikel 16ter van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 6 juli 1997 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 3 maart 2005, worden de woorden « beroepsbekwaamheid tot de graad » vervangen door de woorden « beroepsbekwaamheid, die toegang verleent tot de betrekkingen ».
Art. 139.Artikel 16quater, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 6 juli 1997 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 3 maart 2005, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid worden de woorden « de administratie » vervangen door de woorden « de ambtenaar belast met de algemene leiding van de administratie »;2° het tweede lid wordt vervangen als volgt : « De technische proeven voorafgaand aan de proef over de beroepsbekwaamheid zijn identiek aan deze voorafgaand aan de vergelijkende selectie voor overgang naar de klasse A2, die toegang verleent tot dezelfde betrekkingen.Ze maken bovendien het voorwerp uit van eenzelfde ondervraging. ».
Art. 140.In artikel 16quinquies, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 6 juli 1997 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 3 maart 2005, worden de woorden « naar niveau 1 » vervangen door de woorden « naar de klasse A2 ».
Art. 141.In artikel 43 van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 3 maart 2005, worden de woorden « de titel, » ingevoegd tussen de woorden « gehouden met » en de woorden « de hogere graad ».
Art. 142.Artikel 44 van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 3 maart 2005, wordt vervangen als volgt : «
Art. 44.Wanneer de kandidaten moeten gerangschikt worden volgens de uitslag van een proef over de beroepsbekwaamheid, van een vergelijkende selectie of van een selectie, of op grond van de datum van afsluiting van het proces-verbaal van dergelijke proef of selectie, en wanneer een proef over de beroepsbekwaamheid, vergelijkende selectie of selectie uitsluitend georganiseerd werd voor de betrekkingen van een bepaalde taalgroep, worden de kandidaten, die aan deze proef, vergelijkende selectie of selectie niet mochten deelnemen ingevolge de toepassing van de wetten op het gebruik der talen in bestuurszaken, maar die geslaagd zijn voor de eerstvolgende proef, vergelijkende selectie of selectie, nadien georganiseerd voor de betrekkingen met dezelfde titel of graad, geacht geslaagd te zijn voor de proef over de beroepsbekwaamheid, vergelijkende selectie of de selectie waaraan ze niet mochten deelnemen. ».
Art. 143.Artikel 45 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 1 maart 1998 en 3 maart 2005, wordt vervangen als volgt : «
Art. 45.In alle gevallen waarin er, voor de vaststelling van de rangschikking der kandidaten voor een benoeming, rekening wordt gehouden met de evaluatie, kunnen de ambtenaren die met de vermelding « goed » geëvalueerd zijn en sinds de toekenning van hun graad of titel minder dan drie jaar anciënniteit tellen, bij het indienen van hun kandidatuur de gunstigere evaluatievermelding inroepen, die zij het laatst in hun vorige graad of titel bezaten, wanneer hun kandidatuur moet vergeleken worden met die van andere kandidaten, titularissen van laatst bedoelde graad of titel.
Nochtans mag de evaluatie in de vorige graad of titel niet worden ingeroepen door de ambtenaar die, in de graad of titel waarvan hij titularis is de vermelding « goed » gekregen heeft, nadat hij voordien in dezelfde graad of titel de vermelding « zeer goed » had bekomen. ».
Art. 144.In artikel 47, § 1, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 3 maart 2005, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de woorden « of de titel » worden ingevoegd tussen de woorden « wegens de graad » en de woorden « waarvan zij titularis zijn »;2° de woorden « of mutatie » worden vervangen door de woorden « of verandering van vakklasse, »;3° het tweede lid wordt opgeheven.
Art. 145.In artikel 48 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 3 maart 2005, worden de woorden « en mutaties, » vervangen door de woorden « en veranderingen van vakklasse, ».
Art. 146.Artikel 53, § 1, eerste lid, van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : « De kandidaturen vermelden de naam, voornamen, titel en vakrichting of graad van de ambtenaar en het adres waarnaar de eventuele kennisgeving moet worden gezonden. ».
Art. 147.In artikel 54 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de koninklijk besluiten van 7 december 1973, 21 maart 1986, 6 juli 1997 en 3 maart 2005, worden de woorden « verandering van vakklasse, » ingevoegd tussen de woorden « tot bevordering, » en de woorden « verandering van graad ».
Art. 148.Artikel 57 van hetzelfde besluit, opgeheven bij koninklijk besluit van 7 december 1973, wordt hersteld in de volgende lezing : «
Art. 57.De afgevaardigde bestuurder van SELOR - Selectiebureau van de Federale Overheid - organiseert de proeven over de beroepsbekwaamheid.
Hij kan onder zijn toezicht de organisatie van de proeven over de beroepsbekwaamheid echter geheel of gedeeltelijk opdragen aan de Administratie der pensioenen. ».
Art. 149.Artikel 58 van hetzelfde besluit, opgeheven bij koninklijk besluit van 3 maart 2005, wordt hersteld in de volgende lezing : «
Art. 58.Indien een ambtenaar wordt bevorderd in het niveau A in een betrekking waaraan een titel is verbonden, die wordt vermeld in artikel 1bis, en die overeenstemt met de titel van de betrekking welke hij zonder onderbreking heeft waargenomen bij wege van hoger ambt en zo hij voor deze betrekking wordt aangewezen, neemt hij rang in voor de bevordering in een betrekking met een titel vermeld in genoemd artikel, op de datum vanaf welke hij die betrekking ononderbroken waarneemt, zonder dat die datum mag teruggaan tot vóór de datum waarop de belanghebbende alle vereisten heeft vervuld welke het statuut van het Rijkspersoneel en dit organiek reglement stellen om bevorderd te worden in een betrekking met een titel waarvoor hij is aangewezen, noch tot vóór de datum waarop die betrekking vacant is geworden. ».
Art. 150.In bijlage I van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 6 juli 1997 en gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 17 juni 1999, 5 juli 1999 en 3 maart 2005, wordt de titel van kolom 1 vervangen als volgt : « Wijze en orde van de benoemingen Voorwaarden inzake titel, graad, anciënniteit, selecties en proeven over de beroepsbekwaamheid ».
Art. 151.In bijlage I van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 6 juli 1997 en gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 17 juni 1999, 5 juli 1999 en 3 maart 2005, wordt onder de titels van de kolommen 1 en 2 de rubriek « Niveau A : » ingevoegd.
Art. 152.In bijlage I van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 6 juli 1997 en gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 17 juni 1999, 5 juli 1999 en 3 maart 2005, worden onder de titels van de kolommen 1 en 2 en onder de rubriek « Niveau A : », de volgende bepalingen ingevoegd :
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Art. 153.In bijlage I van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 6 juli 1997 en gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 17 juni 1999, 5 juli 1999 en 3 maart 2005, wordt de rubriek « rang 13 » opgeheven. De bepalingen vermeld in de kolommen 1 en 2 worden gehandhaafd onverminderd de wijzigingen aangebracht door dit besluit.
Art. 154.In bijlage I van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 6juli 1997 en gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 17 juni 1999, 5 juli 1999 en 3 maart 2005, onder de titel « directeur » worden de bepalingen van kolom 1 vervangen als volgt : « Verandering van vakklasse : directeur.
Bevordering : eerste attaché van financiën ten minste zes jaar anciënniteit in niveau A tellen. ».
Art. 155.In bijlage I van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 6 juli 1997 en gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 17 juni 1999, 5 juli 199 en 3 maart 2005, onder de titel « directeur », worden de bepalingen van kolom 2 opgeheven.
Art. 156.In bijlage I van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 6 juli 1997 en gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 17 juni 1999, 5 juli 1999 en 3 maart 2005, worden de bepalingen met betrekking tot de graad van adviseur opgeheven.
Art. 157.In bijlage I van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 6 juli 1997 en gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 17 juni 1999, 5 juli 1999 en 3 maart 2005, wordt de rubriek « rang 10 » opgeheven. De bepalingen vermeld in de kolommen 1 en 2 worden gehandhaafd onverminderd de wijzigingen aangebracht door dit besluit.
Art. 158.In bijlage I van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 6 juli 1997 en gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 17 juni 1999, 5 juli 1999 en 3 maart 2005, onder de titel « eerste attaché van financiën » worden de bepalingen van de kolommen 1 en 2 vervangen als volgt :
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Art. 159.In bijlage I van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 6 juli 1997 en gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 17 juni 1999, 5 juli 1999 en 3 maart 2005, worden de bepalingen met betrekking tot de graad van eerstaanwezend adjunct-adviseur opgeheven.
Art. 160.In bijlage I van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 6 juli 1997 en gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 17 juni 1999, 5 juli 1999 en 3 maart 2005, onder de titel « attaché van financiën », kolom 1, wordt het volgnummer 1 met zijn bepalingen vervangen als volgt : « 1. a) Verandering van vakklasse : attaché van financiën. 1. b) Overgang naar het hogere niveau : ambtenaar van niveau B, laureaat van een vergelijkende selectie voor overgang naar de klasse A2, die toegang verleent tot de betrekkingen waaraan de titel van eerste attaché van financiën is verbonden.».
Art. 161.In bijlage I van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 6 juli 1997 en gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 17 juni 1999, 5 juli 1999 en 3 maart 2005, onder de « titel attaché van financiën » worden de bepalingen in kolom 2 vervangen als volgt : « De kandidaten voor verandering van vakklasse of bevordering in een betrekking waaraan de titel van attaché van financiën is verbonden, bedoeld in kolom 1, onder sub 1. a) en 1. b) worden gerangschikt in de volgorde van de datum van het proces-verbaal van de vergelijkende selectie voor overgang dat op de verst afgelegen datum werd afgesloten. De laureaten van eenzelfde proef of proeven waarvan het proces-verbaal is afgesloten op dezelfde datum, worden gerangschikt volgens de behaalde punten. ».
Art. 162.In bijlage I van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 6 juli 1997 en gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 17 juni 1999, 5 juli 1999 en 3 maart 2005, in de rubriek Niveau C, onder de graad financieel assistent, kolom 2, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in sub C, tweede lid, worden de woorden « of voor de proef over de beroepsbekwaamheid » ingevoegd tussen de woorden « volledige vergelijkende selectie » en de woorden « en zo zij uit »;2° in sub E, tweede lid, worden de woorden « de proef over de beroepsbekwaamheid » vervangen door de woorden « de eerste proef over de beroepsbekwaamheid ».
Art. 163.In bijlage V van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 3 maart 2005, wordt het punt 1 opgeheven. Afdeling II. - Wijzigingen naar aanleiding van de oprichting van de
Pensioendienst voor de overheidssector
Art. 164.Het opschrift van het koninklijk besluit van 29 oktober 1971 tot vaststelling van het organiek reglement van het Ministerie van Financiën, Administratie der pensioenen en van de bijzondere bepalingen die er voorzien in de uitvoering van het statuut van het Rijkspersoneel wordt vervangen als volgt : « Koninklijk besluit tot vaststelling van het organiek reglement van de Pensioendienst voor de overheidssector en van de bijzondere bepalingen die er voorzien in de uitvoering van het statuut van het Rijkspersoneel ».
Art. 165.Het opschrift van titel I van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : « TITEL I. - Algemene organisatie ».
Art. 166.Het opschrift van hoofdstuk I van titel I van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : « HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied ».
Art. 167.Artikel 1 van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 3 maart 2005, wordt vervangen als volgt : «
Artikel 1.Dit besluit is van toepassing op het personeel bedoeld in artikel 23 van de wet van 12 januari 2006 tot oprichting van de Pensioendienst voor de overheidssector.
De bepalingen van titel II, hoofdstuk I, afdelingen 1ter tot en met 2bis, hoofdstukken III tot en met V en titel III van dit besluit en zijn bijlagen zijn van toepassing op de ambtenaren van de niveaus D, C en B en de ambtenaren van niveau A, die één van de volgende titels dragen of de ambtenaren, die kandidaat zijn voor een betrekking waaraan één van de volgende titels is verbonden : - attaché van financiën; - eerste attaché van financiën; - eerstaanwezend adjunct-adviseur; - directeur; - auditeur-generaal van financiën.
De in het vorige lid bedoelde bepalingen zijn niet van toepassing op de ambtenaren bedoeld in dat lid, wanneer zij kandidaat zijn voor een betrekking waaraan een titel is verbonden die niet wordt vermeld in dat lid. ».
Art. 168.Artikel 1bis van hetzelfde besluit, ingevoegd bij artikel 119 van dit besluit wordt opgeheven.
Art. 169.Artikel 4 van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 3 maart 2005, wordt opgeheven.
Art. 170.In artikel 9decies, § 3, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 1 maart 1998 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 3 maart 2005 en bij artikel 125 van dit besluit worden de woorden « het Ministerie van Financiën » vervangen door de woorden « de Pensioendienst voor de overheidssector ».
Art. 171.In artikel 9undecies, § 3, eerste lid, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 1 maart 1998 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 3 maart 2005 en artikel 126 van dit besluit, worden de woorden « het Ministerie van Financiën » vervangen door de woorden « de Pensioendienst voor de overheidssector ».
Art. 172.In Artikel 57 van hetzelfde besluit, hersteld bij artikel 148 van dit besluit, worden de woorden « de Administratie der pensioenen » vervangen door de woorden « de Pensioendienst voor de overheidssector ».
Art. 173.In bijlage I van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 6 juli 1997 en gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 17 juni 1999, 5 juli 1999, 3 maart 2005 en bij artikel 152 van dit besluit, onder de titel « auditeur-generaal van financiën » in kolom 2, sub A, worden de woorden « Administratie der pensioenen » vervangen door de woorden « Pensioendienst voor de overheidssector ».
Art. 174.In bijlage I van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 6 juli 1997 en gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 17 juni 1999, 5 juli 1999 en 3 maart 2005 en bij artikel 162 van dit besluit, onder de graad « financieel assistent », kolom 2, sub E, tweede lid, worden de woorden « Administratie der pensioenen » vervangen door de woorden « Pensioendienst voor de overheidssector ». HOOFDSTUK V Wijziging van het koninklijk besluit van 12 augustus 2003 tot oprichting van personeelscomités bij de Federale Overheidsdienst Financiën
Art. 175.In artikel 1 van het koninklijk besluit van 12 augustus 2003 tot oprichting van personeelscomités bij de Federale Overheidsdienst Financiën, worden de woorden « bevordering door verhoging in graad, bevordering door verhoging in weddenschaal » vervangen door de woorden « bevordering, benoeming door verandering van vakklasse ». HOOFDSTUK VI. - Wijziging van het koninklijk besluit van 3 maart 2005 houdende hervorming van de bijzondere loopbaan van sommige ambtenaren van de Federale Overheidsdienst Financiën en de Administratie der pensioenen van het Ministerie van Financiën en houdende diverse bepalingen tot uitvoering van het koninklijk besluit van 5 september 2002 houdende hervorming van de loopbaan van sommige ambtenaren in de rijksbesturen
Art. 176.In artikel 37, § 1, van het koninklijk besluit van 3 maart 2005 houdende hervorming van de bijzondere loopbaan van sommige ambtenaren van de Federale Overheidsdienst Financiën en de Administratie der pensioenen van het Ministerie van Financiën en houdende diverse bepalingen tot uitvoering van het koninklijk besluit van 5 september 2002 houdende hervorming van de loopbaan van sommige ambtenaren in de rijksbesturen, wordt tussen het eerste en het tweede lid het volgende lid ingevoegd : « De in het vorige lid bedoelde integratie in de weddenschaal 26H mag niet voorafgaan aan de datum waarop de weddenschaal BF2 werd toegekend. ».
Art. 177.Artikel 197, § 4, van hetzelfde besluit wordt aangevuld met het volgende lid : « De verworven geldelijke anciënniteit wordt geacht verworven te zijn in de nieuwe weddenschaal. ».
Art. 178.Artikel 202, § 4, van hetzelfde besluit, wordt vervangen als volgt : « § 4. De artikelen 36, 40, et 42 zijn van toepassing. ».
Art. 179.Artikel 203, § 4, van hetzelfde besluit, wordt vervangen als volgt : « § 4. De artikelen 36, 40 en 42 zijn van toepassing. ».
Art. 180.Artikel 204, § 4, van hetzelfde besluit, wordt vervangen als volgt : « § 4. De artikelen 36 en 40 zijn van toepassing. ».
Art. 181.Artikel 205, § 4, van hetzelfde besluit, wordt vervangen als volgt : « § 4. De artikelen 36 en 40 zijn van toepassing. ».
Art. 182.In hetzelfde besluit wordt een artikel 207bis ingevoegd luidende : «
Art. 207bis.In afwijking van artikel 2 van het koninklijk besluit van 3 december 2002 tot toekenning van een integratiepremie aan sommige personeelsleden van sommige overheidsdiensten behouden de personeelsleden van niveau 3 die ambtshalve werden benoemd in niveau C het recht op de premie betaald voor de jaren 2002, 2003 en 2004 voor zover deze reglementair werd uitbetaald. ».
Art. 183.Artikel 211 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : «
Art. 211.§ 1. De ambtenaren van niveau B die laureaat zijn van een selectie voor verhoging tot de geschrapte graad van eerstaanwezend verificateur en die houder zijn van het brevet bedoeld in artikel 14, § 2, 1°, van het koninklijk besluit van 22 december 2000 betreffende de selectie en de loopbaan van het rijkspersoneel, kunnen tot een door Ons te bepalen datum deelnemen aan technische proeven bedoeld in artikel 16quater van de koninklijke besluiten van 29 oktober 1971 tot vaststelling van het organiek reglement van de Pensioendienst voor de Overheidssector en van de bijzondere bepalingen die er voorzien in de uitvoering van het Statuut van het Rijkspersoneel. § 2. De ambtenaren van niveau B die laureaat zijn van een selectie voor verhoging tot de geschrapte graad van eerstaanwezend verificateur of landmeterexpert van financiën of de proef over de beroepsbekwaamheid die toegang verleent tot de graad van fiscaal deskundige, en houder zijn van het brevet bedoeld in artikel 14, § 2, 1°, van het koninklijk besluit van 22 december 2000 betreffende de selectie en de loopbaan van het rijkspersoneel, kunnen tot een door Ons te bepalen datum deelnemen aan de technische proeven bedoeld in artikel 16quater van de koninklijke besluiten van 29 oktober 1971 tot vaststelling van het organiek reglement van de Federale Overheidsdienst Financiën en van de bijzondere bepalingen die er voorzien in de uitvoering van het Statuut van het Rijkspersoneel. ».
Art. 184.Artikel 215 van hetzelfde besluit, wordt vervangen als volgt : « § 1. De ambtenaren die houder zijn van de titel van inspecteur bij een fiscaal bestuur of attaché van financiën kunnen tot een door Ons te bepalen datum deelnemen aan de technische proeven bedoeld in artikel 16quater van het koninklijk besluit van 29 oktober 1971 tot vaststelling van het organiek reglement van de Federale Overheidsdienst Financiën en van de bijzondere bepalingen die er voorzien in de uitvoering van het statuut van het Rijkspersoneel. § 2. De bepalingen van § 1 zijn eveneens van toepassing op de ambtenaren van de Administratie der thesaurie die op datum van hun ambtshalve benoeming in het niveau A titularis waren van een van de volgende geschrapte graden : adviseur, eerstaanwezend adjunct-adviseur of adjunct-adviseur. ».
Art. 185.Artikel 216 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : « § 1. De ambtenaren die houder zijn van de titel van attaché van financiën kunnen tot een door Ons te bepalen datum deelnemen aan de technische proeven bedoeld in artikel 16quater van het koninklijk besluit van 29 oktober 1971 tot vaststelling van het organiek reglement van de Pensioendienst voor de overheidssector en van de bijzondere bepalingen die er voorzien in de uitvoering van het statuut van het Rijkspersoneel. § 2. De bepalingen van § 1 zijn eveneens van toepassing op de ambtenaren van de Pensioendienst voor de overheidssector die op datum van hun ambtshalve benoeming in het niveau A titularis waren van een van de volgende geschrapte graden : eerstaanwezend adjunct-adviseur of adjunct-adviseur. ». HOOFDSTUK VII. - Wijziging van het koninklijk besluit van 15 september 2006 houdende de integratie in het niveau A van de titularissen van een bijzondere graad van het niveau 1 bij de Federale Overheidsdienst Financiën en de Pensioendienst voor de overheidssector
Art. 186.In artikel 5 van het koninklijk besluit van 15 september 2006 houdende de integratie in het niveau A van de titularissen van een bijzondere graad van het niveau 1 bij de Federale Overheidsdienst Financiën en de Pensioendienst voor de overheidssector wordt een § 4bis ingevoegd, luidende : « § 4bis. De klasseanciënniteit van de ambtenaren benoemd in toepassing van de §§ 1 en 2, is gelijk aan de graadanciënniteit welke verkregen was, op de datum van hun ambtshalve benoeming in het niveau A, in de graad waarvan ze titularis waren of in een andere graad van hetzelfde niveau en van dezelfde rang. ». HOOFDSTUK VIII. - Opheffings- en slotbepalingen
Art. 187.Artikel 18 van het koninklijk besluit van 15 september 2006 houdende integratie in het niveau A van de titularissen van een bijzondere graad in het niveau 1 bij de Federale Overheidsdienst Financiën en de Pensioendienst voor de overheidssector wordt opgeheven.
Art. 188.De betrekkingen waaraan een titel is verbonden die wordt vermeld in artikel 1bis van het koninklijk besluit van 29 oktober 1971 tot vaststelling van het organiek reglement van de Federale Overheidsdienst Financiën en van de bijzondere bepalingen die er voorzien in de uitvoering van het statuut van het Rijkspersoneel kunnen, indien ze bij wege van bevordering of verandering van vakklasse worden verleend slechts worden toegekend in uitvoering van de personeelsplannen 2005, 2006 en 2007.
Het eerste lid is niet van toepassing op de met een mutatie gelijkgestelde verandering van vakklasse.
Art. 189.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 december 2004 met uitzondering van : - de artikelen 109, 110 en 130, a en b, die uitwerking hebben met ingang van 1 januari 2002; - de artikelen 92, 93, 107, 108, 162, 177 en 182 die uitwerking hebben met ingang van 1 juni 2002; - de artikelen 91, 105, 106, 130, e, 176, 178, 179, 180 en 181 die uitwerking hebben met ingang van 1 oktober 2002; - de artikelen 164 tot 174 die uitwerking hebben met ingang van 1 januari 2006; - de artikelen 12, 183, 184, 185 en 187 die in werking treden de dag waarop dit besluit in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art. 190.Onze Minister van Financiën, Onze Minister van Begroting en Onze Minister van Pensioenen zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 27 april 2007.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Financiën, D. REYNDERS De Minister van Begroting, Mevr. F. VAN DEN BOSSCHE De Minister van Pensioenen, B. TOBBACK