Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 15 september 2006
gepubliceerd op 27 september 2006

Koninklijk besluit houdende de integratie in het niveau A van de titularissen van een bijzondere graad van het niveau 1 bij de Federale Overheidsdienst Financiën en de Pensioendienst voor de Overheidssector

bron
federale overheidsdienst financien
numac
2006003429
pub.
27/09/2006
prom.
15/09/2006
ELI
eli/besluit/2006/09/15/2006003429/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

15 SEPTEMBER 2006. - Koninklijk besluit houdende de integratie in het niveau A van de titularissen van een bijzondere graad van het niveau 1 bij de Federale Overheidsdienst Financiën en de Pensioendienst voor de Overheidssector


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de artikelen 37 en 107, tweede lid, van de Grondwet;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 10 april 2006;

Gelet op het advies van de Directieraad van de Pensioendienst voor de overheids-sector, gegeven op 21 april 2006;

Gelet op het advies van het Directiecomité van de Federale Overheids-dienst Financiën, gegeven op 3 mei 2006;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting van 29 mei 2006;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Ambtenarenzaken van 30 juni 2006;

Gelet op het onderhandelingsprotocol van 18 juli 2006 van het Sectorcomité II - Financiën;

Gelet op advies 41.037/2/V van de Raad van State, gegeven op 29 augustus 2006;

Op de voordracht van Onze Minister van Financiën en van Onze Minister van Pensioenen en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK I. - Definities

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit dient te worden verstaan onder : 1° het organiek reglement : a) het koninklijk besluit van 29 oktober 1971 tot vaststelling van het organiek reglement van de Federale Overheidsdienst Financiën en van de bijzondere bepalingen die er voorzien in de uitvoering van het statuut van het Rijkspersoneel;b) het koninklijk besluit van 29 oktober 1971 tot vaststelling van het organiek reglement van het Ministerie van Financiën, Administratie der pensioenen en van de bijzondere bepalingen die er voorzien in de uitvoering van het statuut van het Rijkspersoneel;2° het koninklijk besluit van 8 augustus 1983 : het koninklijk besluit van 8 augustus 1983 betreffende de uitoefening van een hoger ambt in de rijksbesturen;3° het koninklijk besluit van 3 maart 2005 : het koninklijk besluit van 3 maart 2005 houdende de bijzondere bepalingen met betrekking tot de bezoldigingsregeling van het personeel van de Federale Overheidsdienst Financiën en het Ministerie van Financiën. HOOFDSTUK II. - Schrapping en afschaffing van graden behorend tot het niveau 1

Art. 2.§ 1. Bij de Federale Overheidsdienst Financiën worden : 1° de volgende graden geschrapt : - inspecteur bij een fiscaal bestuur; - attaché van financiën; - eerstaanwezend adjunct-adviseur; - eerstaanwezend inspecteur bij een fiscaal bestuur; - eerste attaché van financiën; - scheikundig adviseur; - directeur; - directeur bij een fiscaal bestuur; - eerste scheikundig adviseur; - gewestelijk directeur bij een fiscaal bestuur; - voorzitter van een aankoopcomité; - adviseur van financiën; - adviseur van de thesaurie; - muntmeester; - auditeur-generaal van financiën; - auditeur-generaal, dienstchef (afgeschafte graad); - adviseur-generaal van financiën; - adviseur-generaal van de thesaurie; - administrateur-generaal van de belastingen. 2° de volgende graden afgeschaft : - adjunct-administrateur-generaal van de belastingen; - administrateur-generaal der thesaurie. § 2. In afwijking van de artikelen 3 en 4 van het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het statuut van het Rijkspersoneel bevat niveau A de afgeschafte graden van adjunct-administrateur-generaal van de belastingen en administrateur-generaal der thesaurie. De rijksambtenaren bekleed met deze graden worden in de vakklasse A5 benoemd. Ze dragen de titel van hun afgeschafte graad.

Ze zijn geplaatst onder het hiërarchisch gezag van de voorzitter van het directiecomité.

Elke ambtenaar, bedoeld in het eerste lid, kan, na overleg met hem, belast worden met een opdracht bij beslissing van de voorzitter van het directiecomité.

Art. 3.Bij de Pensioendienst voor de overheidssector worden de volgende graden geschrapt : - attaché van financiën; - eerstaanwezend adjunct-adviseur; - eerste attaché van financiën; - directeur; - auditeur-generaal van financiën. HOOFDSTUK III. - Invoering van sommige titels in het niveau A

Art. 4.§ 1. In afwijking van artikel 4, § 1, van het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het statuut van het Rijkspersoneel kunnen de ambtenaren, benoemd in één van de klassen die hierna in kolom 1 zijn opgenomen, een titel dragen die hiertegenover wordt vermeld in kolom 2.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld § 2. De betrekkingen waaraan een titel is verbonden bedoeld in § 1, worden toegekend onder de voorwaarden bepaald in het organiek reglement. HOOFDSTUK IV. - Integratie in het niveau A van de ambtenaren die titularis zijn van een bijzondere graad in het niveau 1

Art. 5.§ 1. De ambtenaren die op 1 december 2004 titularis zijn van één van de geschrapte of afgeschafte graden die hierna in kolom 1 zijn opgenomen, bekleed met de weddenschaal die in kolom 2 is opgenomen, worden ambtshalve benoemd in de klasse die in kolom 3 is opgenomen, bezoldigd in de weddenschaal die in kolom 4 is opgenomen en dragen de titel hiertegenover vermeld in kolom 5.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld _______ Nota (*) 27.647,34 - 42.362,37 11/2 x 1.337,73 (Kl 24j. - N.1 - G.B.) (**) De titel van auditeur-generaal, dienstchef kan niet meer worden verleend na 1 december 2004.

De ambtenaren die na 1 december 2004 titularis werden van één van de geschrapte graden vermeld in kolom 1 of bevorderd in een weddenschaal vermeld in kolom 2 worden, op de datum van die benoeming of bevordering, ambtshalve benoemd in de klasse die in kolom 3 is opgenomen, bezoldigd in de weddenschaal die in kolom 4 is opgenomen en dragen de titel hiertegenover vermeld in kolom 5. § 2. In afwijking van § 1, worden de ambtenaren die op 1 december 2004 als titularis van de geschrapte graad van eerstaanwezend inspecteur bij een fiscaal bestuur gerechtigd waren op de weddenschaal 10S3 en een gelokaliseerde betrekking bezetten waaraan de functie van dienstchef was verbonden, ambtshalve benoemd in de klasse A2, bezoldigd in de weddenschaal A23 en dragen de titel van eerstaanwezend inspecteur-dienstchef bij een fiscaal bestuur.

De ambtenaren die na 1 december 2004 titularis werden van een gelokaliseerde betrekking van eerstaanwezend inspecteur bij een fiscaal bestuur waaraan de functie van dienstchef was verbonden, worden op de datum van de toekenning van deze gelokaliseerde betrekking, ambtshalve benoemd in de klasse A2, bezoldigd in de weddenschaal A23 en dragen de titel van eerstaanwezend inspecteur-dienstchef bij een fiscaal bestuur. § 3. In afwijking van § 1, worden de eerste attachés van financiën die op 1 december 2004 bekleed waren met de weddenschaal 10S2 en waarvan de wedde, in uitvoering van artikel 29, § 1, van het koninklijk besluit van 3 maart 2005, werd vastgesteld in de weddenschaal 10S3, bezoldigd in de weddenschaal A23.

De eerste attachés van financiën bekleed met de weddenschaal 10S2 waarvan de wedde na 1 december 2004, in uitvoering van artikel 29, § 1, van het koninklijk besluit van 3 maart 2005, werd vastgesteld in de weddenschaal 10S3 worden op de datum van deze toekenning bezoldigd in de weddenschaal A23. § 4. De anciënniteit verkregen in niveau 1 wordt geacht verkregen te zijn in niveau A. § 5. De door de in dit artikel bedoelde ambtenaren verkregen geldelijke anciënniteit wordt geacht verkregen te zijn in de nieuwe weddenschaal.

Art. 6.In afwijking van artikel 5 van dit besluit, behouden de ambtenaren het voordeel van de weddenschaal van de graad waarmee ze waren bekleed, voor zover deze gunstiger is.

Art. 7.In afwijking van artikel 5 van dit besluit, worden de ambtenaren voorheen bekleed met de graad van scheikundig adviseur en bezoldigd in de weddenschaal 10F, die op 1 december 2004 een geldelijke anciënniteit tellen van ten minste elf jaar, geïntegreerd in de weddenschaal A32.

De in het vorige lid bedoelde ambtenaren die de anciënniteits-voorwaarde vervullen na 1 december 2004 en uiterlijk op 27 juli 2005 worden op de datum dat zij aan deze vereiste voldoen geïntegreerd in de weddenschaal A32.

Art. 8.In afwijking van artikel 5 van dit besluit, worden de ambtenaren voorheen bezoldigd in de weddenschaal 13S1, die op 1 december 2004 een geldelijke anciënniteit tellen van ten minste tien jaar, geïntegreerd in de weddenschaal A32.

De in het vorige lid bedoelde ambtenaren die de anciënniteits-voorwaarde vervullen na 1 december 2004 en uiterlijk op 27 juli 2005 worden op de datum dat zij aan deze vereiste voldoen geïntegreerd in de weddenschaal A32.

Art. 9.In afwijking van artikel 5 van dit besluit, worden de ambtenaren voorheen bezoldigd in de weddenschaal 13S2 of 13S3, die op 1 december 2004 een geldelijke anciënniteit tellen van ten minste twaalf jaar, geïntegreerd in de weddenschaal A33.

De in het vorige lid bedoelde ambtenaren die de anciënniteits-voorwaarde vervullen na 1 december 2004 en uiterlijk op 27 juli 2005 worden op de datum dat zij aan deze vereiste voldoen geïntegreerd in de weddenschaal A33. HOOFDSTUK V. - Overgangs- en slotbepalingen

Art. 10.Artikel 219 van het koninklijk besluit van 4 augustus 2004 betreffende de loopbaan van niveau A van het Rijkspersoneel is niet van toepassing bij de Federale Overheidsdienst Financiën of de Administratie der pensioenen van het Ministerie van Financiën, op de ambtenaren die titularis waren van de geschrapte graad van adjunct-adviseur.

Art. 11.De bij de inwerkingtreding van dit besluit ingerichte of lopende vergelijkende selecties, vergelijkende selecties voor overgang of proeven over de beroepsbekwaamheid voor één van de bij dit besluit geschrapte graden worden voortgezet.

In afwijking van artikel 29, § 1, van het koninklijk besluit van 7 augustus 1939 betreffende de evaluatie en de loopbaan van het Rijkspersoneel worden de geslaagden geacht geslaagden te zijn voor een vergelijkende selectie voor een vakklasse, een vergelijkende selectie voor overgang naar een vakklasse of proef over de beroepsbekwaamheid die toegang verleent tot een vakklasse, overeenstemmend met de geschrapte graad volgens de nadere regels bepaald door ofwel de Minister van Financiën, ofwel de Minister van Pensioenen, alsmede de Minister bevoegd voor Ambtenarenzaken.

Art. 12.In afwijking van artikel 29, § 1, van het koninklijk besluit van 7 augustus 1939 betreffende de evaluatie en de loopbaan van het Rijkspersoneel en van artikel 11 van dit besluit, kunnen voor de periode van 1 december 2004 tot de datum van inwerkingtreding van het koninklijk besluit bedoeld in artikel 5ter van het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het statuut van het Rijkspersoneel, de geslaagden van een proef over de beroepsbekwaamheid, een vergelijkende selectie voor overgang of een vergelijkend examen voor overgang naar niveau 1 in de klasse benoemd worden waarin de geschrapte graad geïntegreerd is overeenkomstig artikel 5 van dit besluit. Zij verkrijgen de weddenschaal en titel vermeld in hetzelfde artikel 5 tegenover de geschrapte graad.

Art. 13.In afwijking van artikel 29, § 1, van het koninklijk besluit van 7 augustus 1939 betreffende de evaluatie en de loopbaan van het Rijkspersoneel en van artikel 11 van dit besluit, kunnen voor de periode van 1 december 2004 tot de datum van inwerkingtreding van het koninklijk besluit bedoeld in artikel 5ter van het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het statuut van het Rijkspersoneel de geslaagden van een vergelijkende selectie in niveau 1 benoemd worden in de klasse waarin de geschrapte graad geïntegreerd is over-eenkomstig artikel 5 van dit besluit. Zij verkrijgen de weddenschaal en titel vermeld in hetzelfde artikel 5 tegenover de geschrapte graad.

Art. 14.In afwijking van artikel 29, § 1, van het koninklijk besluit van 7 augustus 1939 betreffende de evaluatie en de loopbaan van het Rijkspersoneel, voor de periode van 1 december 2004 tot de datum van de inwerkingtreding van het koninklijk besluit bedoeld in artikel 5ter van het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het statuut van het Rijkspersoneel, organiseert SELOR de vergelijkende selecties voor de graden, die vermeld zijn in kolom 1 van de tabel die in artikel 5, § 1, van dit besluit is opgenomen. De geslaagden genieten van de bepalingen van artikel 13 van dit besluit.

Art. 15.De procedures inzake bevordering, verandering van graad en mutatie die lopend zijn op de datum van publicatie van dit besluit worden verder geregeld door de bepalingen zoals die van kracht waren op die datum.

De benoemingen die het resultaat zijn van de in het eerste lid bedoelde procedures gebeuren in de graad die bestaat op 30 november 2004. Indien de graad een in artikel 5, § 1, van dit besluit geschrapte graad betreft worden de ambtenaren benoemd in de klasse, bezoldigd in de weddenschaal en dragen ze de titel vermeld tegenover de geschrapte graad.

Art. 16.De ambtenaren die geslaagd zijn voor een vergelijkend examen of een vergelijkende selectie voor overgang naar het hogere niveau of voor een examen voor verhoging in graad of een proef over de beroepsbekwaamheid, die toegang verleent tot de in de artikelen 2 en 3 geschrapte graden van eerste attaché van financiën of eerstaanwezend inspecteur bij een fiscaal bestuur en die niet in één van deze graden werden benoemd, kunnen, tot een door Ons te bepalen datum, zich op dit welslagen beroepen voor de benoeming in de klasse en de toekenning van de titel en de weddenschaal die overeenkomt met de graad waarnaar zij hebben meegedongen.

De bijzonderheden die voortvloeien uit de toepassing van het voorgaande lid worden geregeld door de Minister van Financiën of de Minister van Pensioenen en de Minister tot wiens bevoegdheid de ambtenarenzaken behoren.

Art. 17.De procedures inzake oppensioenstelling die lopend zijn op datum van de publicatie van dit besluit worden verdergezet op grond van de bepalingen van dit besluit.

Art. 18.§ 1. In afwijking van de artikelen 1 en 3 van het koninklijk besluit van 8 augustus 1983, worden de ambtenaren aan welke in de periode van 1 december 2004 tot de datum van de publicatie van de eerstvolgende wijziging van het organiek reglement, een hoger ambt werd opgedragen in een betrekking die definitief open stond of tijdelijk niet door de titularis werd waargenomen en waaraan een bij dit besluit geschrapte graad was verbonden, belast met het hoger ambt in de overeenstemmende klasse zoals bepaald in artikel 5 van dit besluit. § 2. De toelage voor de uitoefening van een hoger ambt bedoeld in § 1 wordt berekend op grond van de weddenschaal vermeld tegenover de geschrapte graad, zoals opgenomen in de kolommen 1 en 4 van artikel 5 van dit besluit.

Indien het hoger ambt werd opgedragen in een gelokaliseerde betrekking waaraan de geschrapte graad van eerstaanwezend inspecteur bij een fiscaal bestuur en de functie van dienstchef was verbonden, wordt de toelage voor de uitoefening van een hoger ambt berekend op grond van de weddenschaal A23.

Voor de toepassing van deze paragraaf dient onder wedde te worden verstaan, de wedde berekend op basis van de weddenschaal die van toepassing is op de ambtenaar, verhoogd met het complement, het weddencomplement en het supplement bedoeld in respectievelijk de artikelen 26, 27 en 32 van het koninklijk besluit van 3 maart 2005.

De ambtenaar die een competentietoelage geniet behoudt het voordeel ervan tijdens de uitoefening van het hoger ambt.

Onverminderd het eerste lid en artikel 19 van dit besluit ontvangen de in § 1 bedoelde ambtenaren van niveau A, met ingang van 1 december 2004, de toelage bedoeld in artikel 14bis van het koninklijk besluit van 8 augustus 1983 § 3. De aanstelling voor het uitoefenen van een hoger ambt in de betrekkingen van de klasse A2 geschiedt door de Minister, na het verstrekken van de gemotiveerde adviezen van de ambtenaar die de betrokken administratie of dienst leidt en van het Directiecomité. Het Directiecomité kan deze bevoegdheid toevertrouwen aan het personeelscomité van de entiteit waarbinnen de aanwijzing plaats heeft. § 4. Wanneer de continuïteit van het financieel beheer het vereist, kan de aanstelling echter, in afwijking van § 3, geschieden door de voorzitter van het Directiecomité of door de leidend ambtenaar, daartoe door de Minister gemachtigd. Deze bekrachtigt de aanstelling nadat het directiecomité of het door haar gemachtigde personeelscomité binnen de drie maanden zijn advies heeft gegeven. De procedure tot definitieve toekenning van de betrekking dient in dit geval onverwijld te zijn ingezet.

Art. 19.De ambtenaren van niveau A, die in de periode van 1 december 2004 tot de datum van publicatie van dit besluit gerechtigd waren op een plaatsvervangingstoelage en/of waarnemingstoelage overeenkomstig de artikelen 11 tot 14 van het koninklijk besluit van 8 augustus 1983, behouden deze toelagen indien zij in hun geheel minstens even voordelig zijn als de toelage bedoeld in artikel 14bis van hetzelfde besluit.

Art. 20.Tijdens de periode van 1 december 2004 tot de datum van publicatie van de eerste wijziging van het koninklijk besluit van 3 maart 2005, worden bezoldigd in de weddenschaal A21 en ontvangen het weddencomplement van 2.503,73 EUR bedoeld in artikel 26 van hetzelfde besluit : 1° de ambtenaren die houder zijn van de titel van inspecteur bij een fiscaal bestuur, vanaf de eerste dag van de maand volgend op de datum van het proces-verbaal van de proef over de beroepsbekwaamheid die toegang verleende tot de geschrapte graad van eerstaanwezend inspecteur bij een fiscaal bestuur of de geschrapte graad van eerste attaché van financiën;2° de ambtenaren die houder zijn van de titel van inspecteur bij een fiscaal bestuur, vanaf de datum van hun benoeming in een betrekking waaraan deze titel is verbonden, voor de laureaten van een vergelijkende selectie voor overgang die toegang verleende tot de geschrapte graad van eerstaanwezend inspecteur bij een fiscaal bestuur;3° de ambtenaren die houder zijn van de titel van attaché van financiën, vanaf de eerste dag van de maand volgend op de datum van het proces-verbaal van de proef over de beroepsbekwaamheid die toegang verleende tot de geschrapte graad van eerste attaché van financiën of de geschrapte graad van eerstaanwezend inspecteur bij een fiscaal bestuur;4° de ambtenaren die houder zijn van de titel van attaché van financiën, vanaf de datum van hun benoeming in een betrekking waaraan deze titel is verbonden, voor de laureaten van een vergelijkende selectie voor overgang die toegang verleende tot de geschrapte graad van eerste attaché van financiën of de geschrapte graad van eerstaanwezend inspecteur bij een fiscaal bestuur;5° de ambtenaren die houder zijn van de titel van attaché, voorheen titularis van de geschrapte graad van adjunct-adviseur, die laureaat zijn van de proef over de beroepsbekwaamheid die toegang verleende tot de geschrapte graad van eerste attaché van financiën, vanaf de eerste dag van de maand volgend op de datum van het proces-verbaal.

Art. 21.Behoudens door Ons genomen andersluidende bepaling is voor de titularissen van een gemene graad van het niveau 1 het koninklijk besluit van 4 augustus 2004 betreffende de loopbaan van niveau A van het Rijkspersoneel van toepassing.

Art. 22.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 december 2004 met uitzondering van de artikelen 2 en 3 die in werking treden de dag waarop dit besluit in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 23.Onze Minister van Financiën en Onze Minister van Pensioenen zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 15 september 2006.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Financiën, D. REYNDERS De Minister van Begroting, Mevr. F. VAN DEN BOSSCHE De Minister van Pensioenen, B. TOBBACK

^