6 JULI 1997. Koninklijk besluit houdende diverse wijzigingen aan de loopbaan van de informatici die tewerkgesteld zijn bij het Adviesbureau voor Organisatie en Beheer van het Ministerie van Ambtenarenzaken

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op het artikel 107, tweede lid, van de Grondwet;

Gelet op het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het statuut van het rijkspersoneel, inzonderheid op artikel 6, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 17 september 1969;

Gelet op het koninklijk besluit van 7 augustus 1939 betreffende de beoordeling en de loopbaan van het rijkspersoneel, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 6 februari 1997;

Gelet op het koninklijk besluit van 20 juli 1964 betreffende de hërarchische indeling en de loopbaan van sommige personeelsleden van de rijksbesturen, inzonderheid op artikel 20, 1, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 4 oktober 1996;

Gelet op het koninklijk besluit van 29 juni 1973 houdende bezoldigingsregeling van het personeel der ministeries, inzonderheid op artikel 4, 2°, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 14 september 1994 en 10 april 1995;

Gelet op het koninklijk besluit van 4 april 1995 houdende de oprichting van het Adviesbureau voor Organisatie en Beheer en houdende diverse bepalingen betreffende het Korps van de Adviseurs van het Openbaar Ambt;

Gelet op het koninklijk besluit van 10 april 1995 houdende vereenvoudiging van de loopbaan van sommige ambtenaren in de rijksbesturen die behoren tot de niveaus 1 en 2+, inzonderheid op artikel 33;

Gelet op het koninklijk besluit van 19 januari 1996 tot uitvoering van artikel 16 van het koninklijk besluit van 4 april 1995 houdende de oprichting van het Adviesbureau voor Organisatie en Beheer en houdende diverse bepalingen betreffende het Korps van de Adviseurs van het Openbaar Ambt, inzonderheid op artikel 1;

Overwegende dat het aangewezen is de ambtenaren van de informaticaloopbaan van het Ministerie van Ambtenarenzaken die, krachtens het koninklijk besluit van 4 april 1995 houdende oprichting van het Adviesbureau voor Organisatie en Beheer en houdende diverse bepalingen betreffende het Korps van de Adviseurs van het Openbaar ambt, bij de werkzaamheid van dat bureau geïntegreerd zijn, samen te brengen in één enkele graad van adviseur in informatica, opgericht in rang 13;

Overwegende dat het beheer van het personeel van het Bureau, er aldus zal door vergemakkelijkt worden, daar de adviseurs in informatica tot de tweede trap van de hiërarchie behoren, dezelfde trap als de adviseurs van het Openbaar ambt;

Gelet op het advies van de Directieraad van het Ministerie van Ambtenarenzaken van 5 januari 1996 en 24 maart 1997;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 11 januari 1996 en op 25 maart 1997;

Gelet op het akkoord van Onze Minister van Begroting, gegeven op 30 januari 1996 en op 8 april 1997;

Gelet op het protocol nr 71/8 van 27 mei 1997 van het Sectorcomité I - Algemeen bestuur;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, 1, gewijzigd bij de wet van 4 juli 1989;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat het koninklijk besluit van 26 september 1991 houdende oprichting en organisatie van het Adviesbureau voor informatica werd opgeheven bij het koninklijk besluit van 4 april 1995;

Overwegende dat een herstructurering van de loopbaan van de informatici die voordien tot het Adviesbureau voor informatica behoorden zich opdringt om hen in de mogelijkheid te stellen de opdrachten uit te voeren die hun zullen toegewezen worden met toepassing van het voormelde koninklijk besluit van 4 april 1995, onverminderd de toegang, mits voorwaarden, tot de loopbaan van de adviseurs van het Openbaar Ambt, zoals bepaald in artikel 16 van hetzelfde besluit;

Overwegende dat deze herstructurering er moet komen met terug- werkende kracht op 31 december 1995, rekening houdend met de overdracht op 1 januari 1996 van nieuwe besturen naar het Ministerie van Ambtenarenzaken;

Overwegende dat het Ministerie van Ambtenarenzaken alle mogelijke schikkingen getroffen had om een beperkte uitwerking aan de terugwerkende kracht te geven maar dat de onderhandelingen in sectorcomité I over het geheel van de teksten betreffende de definitieve installatie van het Ministerie van Ambtenarenzaken slechts op 22 april 1997 zijn kunnen beëindigd worden;

Op de voordracht van Onze Minister van Ambtenarenzaken en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK 1. - De loopbaan van de adviseurs in informatica

Artikel 1.1. Bij het Ministerie van Ambtenarenzaken wordt in rang 13 de graad van adviseur in informatica opgericht. 2. In de tabel gevoegd bij het koninklijk besluit van 20 juli 1964 betreffende de hiërarchische indeling van de graden waarvan de ambtenaren in de Rijksbesturen kunnen titularis zijn, wordt onder titel "I.Alfabetische rangschikking van de Nederlandse benamingen, Afdeling A, administratief personeel" en onder titel "II. Alfabetische

rangschikking van de Franse benamingen, Afdeling A, administratief personeel", de volgende graad ingevoegd : in rang 13 : adviseur in informatica (Ambtenarenzaken).

Art. 2.1. In afwijking van artikel 20, 1, van het koninklijk besluit van 20 juli 1964 betreffende de hiërarchische indeling en de loopbaan van sommige personeelsleden van de Rijksbesturen, wordt de ambtenaar, titularis van de graad van informaticus of van informaticus-directeur, tewerkgesteld bij het Adviesbureau voor Organisatie en Beheer, die in dienst is op de datum van de inwerkingtreding van dit besluit, ambtshalve benoemd in de graad van adviseur in informatica, volgens de bij dit besluit gevoegde tabel. 2. De krachtens 1 benoemde ambtenaren behouden in hun nieuwe graad de ancienniteit die ze hadden verworven in de graad waarvan ze titularis waren.3. Voor de berekening van de graadanciënniteit van de krachtens 1 benoemde ambtenaren worden de in aanmerking komende diensten die in een graad van de informatica loopbaan van de rangen 12, 13 en 14 gepresteerd zijn geacht verricht te zijn in de graad van rang 13.4. De door deze ambtenaren verworven geldelijke anciënniteit wordt geacht verworven te zijn in de nieuwe weddeschaal.

Art. 3.1. De adviseur in informatica (rang 13) geniet de hiernavermelde bijzondere weddeschaal : 1.018.768 - 1.514.768 31 x 24.933 112 x 38.291 (Kl. 24 j. - N.1 - G.B.) 2. De adviseur in informatica die 5 jaar graadanciënniteit heeft, bekomt de hiernavolgende bijzondere weddeschaal : 1.259.187 - 1.766.758 31 x 26.713 82 x 53.429 (Kl. 24 j. N.1 - G.B.) 3. De adviseur in informatica die 9 jaar graadanciënniteit heeft, bekomt de hiernavolgende bijzondere weddeschaal : 1.357.137 - 1.944.856 112 x 53.429 (Kl. 24j. - N.1 - G.B.) 4. De adviseur in informatica die 12 jaar graadanciënniteit heeft, kan, voor zover er vacante betrekkingen zijn, de hiernavolgende bijzondere weddeschaal bekomen : 1.493.670 - 2.081.389 112 x 53.429 (Kl.24j - N.1 - G.B.)

Art. 4.In afwijking van artikel 39 van het koninklijk besluit van 7 augustus 1939 betreffende de beoordeling en de loopbaan van het Rijkspersoneel, kan de adviseur in informatica slechts aanspraak maken op een bevordering in een graad van rang 15, wanneer hij ten minste de bijzondere weddeschaal vermeld in artikel 3, 3, geniet en dit sedert ten minste een jaar, en hij tenminste 12 jaar anciënniteit heeft in niveau 1.

De graad van adviseur-generaal van het Openbaar Ambt kan hem niet worden toegekend.

Art. 5.De graad van adviseur in informatica kan niet meer worden begeven noch via werving, noch via verandering van graad, noch via bevordering.

Art. 6.De ambtenaren benoemd in de graad van adviseur in informatica krachtens artikel 2, 1, behouden het recht deel te nemen aan het examen bedoeld in artikel 1 van het koninklijk besluit van 19 januari 1996 tot uitvoering van artikel 16 van het koninklijk besluit van 4 april 1995 houdende de oprichting van het Adviesbureau voor organisatie en beheer en houdende diverse bepalingen betreffende het Korps van de Adviseurs van het Openbaar Ambt.

Art. 7.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 31 december 1995.

Art. 8.Onze Minister van Ambtenarenzaken is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 6 juli 1997.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Begroting, H. VAN ROMPUY De Minister van Ambtenarenzaken, A. FLAHAUT Bijlage Conversietabel der graden en der eraan verbonden weddeschalen Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 6 juli 1997.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Begroting, H. VAN ROMPUY De Minister van Ambtenarenzaken, A. FLAHAUT