Etaamb.openjustice.be
Decreet van 20 februari 2014
gepubliceerd op 13 maart 2014

Decreet betreffende de alternerende opleiding voor werkzoekenden en tot wijziging van het decreet van 18 juli 1997 betreffende de inschakeling van werkzoekenden bij werkgevers die een beroepsopleiding organiseren om in een vacature te voorzien

bron
waalse overheidsdienst
numac
2014201599
pub.
13/03/2014
prom.
20/02/2014
ELI
eli/decreet/2014/02/20/2014201599/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

20 FEBRUARI 2014. - Decreet betreffende de alternerende opleiding voor werkzoekenden en tot wijziging van het decreet van 18 juli 1997Relevante gevonden documenten type decreet prom. 18/07/1997 pub. 09/08/1997 numac 1997027410 bron ministerie van het waalse gewest Decreet betreffende de inschakeling van werkzoekenden bij werkgevers die een beroepsopleiding organiseren om in een vacature te voorzien sluiten betreffende de inschakeling van werkzoekenden bij werkgevers die een beroepsopleiding organiseren om in een vacature te voorzien (1)


Het Waals Parlement heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt : HOOFDSTUK I. - Alternerende opleiding

Artikel 1.Dit decreet regelt gedeeltelijk een aangelegenheid bedoeld in artikel 138 van de Grondwet, overeenkomstig artikel 127, § 1, van de Grondwet.

De bepalingen betreffende de aangelegenheid bedoeld in het eerste lid zijn toepasselijk op het grondgebied van het Franstalige taalgebied.

Art. 2.In de zin van dit decreet wordt verstaan onder : 1° het « technisch comité » : het comité waarvan de samenstelling en de opdrachten in de artikelen 6 en 16 vastliggen;2° de « werkgever » : elke persoon geregistreerd bij de Kruisbank van Ondernemingen, met uitzondering van de interimbedrijven, behalve wat hun eigen personeel betreft, met een inrichtingseenheid in het Franse taalgebied;3° de « FOREm » : de « Office wallon de la formation professionnelle et de l'emploi » (Waalse dienst voor beroepsopleiding en tewerkstelling) bedoeld in het decreet van 6 mei 1999Relevante gevonden documenten type decreet prom. 06/05/1999 pub. 08/07/1999 numac 1999027535 bron ministerie van het waalse gewest Decreet betreffende de "Office wallon de la formation professionnelle et de l'emploi" (1) sluiten betreffende de « Office wallon de la Formation professionnelle et de l'Emploi »;4° het « IFAPME » : Het « Institut wallon de formation en alternance et des indépendants et des petites et moyennes entreprises » (Waals instituut voor alternerende opleiding en zelfstandigen en kleine en middelgrote ondernemingen) bedoeld in het decreet van 17 juli 2003Relevante gevonden documenten type decreet prom. 17/07/2003 pub. 05/08/2003 numac 2003027695 bron ministerie van het waalse gewest Decreet houdende oprichting van een « Institut wallon de formation en alternance et des indépendants et petites et moyennes entreprises » (1) sluiten tot oprichting van een « Institut wallon de formation en alternance et des indépendants et des petites et moyennes entreprises »;5° de « opleidingsoperator » : de « FOREm » en de opleidingscentra van de « FOREm » zoals bedoeld in artikel 6, tweede lid, van het besluit van de Franse Gemeenschapsexecutieve van 12 mei 1987 betreffende de beroepsopleiding of de vaardigheidscentra zoals bedoeld in artikel 1ter, 7°, van het decreet van 6 mei 1999Relevante gevonden documenten type decreet prom. 06/05/1999 pub. 08/07/1999 numac 1999027535 bron ministerie van het waalse gewest Decreet betreffende de "Office wallon de la formation professionnelle et de l'emploi" (1) sluiten betreffende de "Office wallon de la Formation professionnelle et de l'Emploi", alsook het « IFAPME » en het netwerk van de opleidingscentra van het « IFAPME »;6° de « begunstigde » : de persoon die de in artikel 4 bedoelde voorwaarden vervult;7° de « voogd »: de werkgever of de door de werkgever aangewezen werknemer die onder zijn autoriteit handelt, die verantwoordelijk is voor het gedeelte vorming bij de werkgever zolang de opleiding duurt en één van de volgende voorwaarden vervult : a) minstens vijf jaar beroepservaring hebben in het beroep dat geheel of gedeeltelijk aangeleerd wordt in het kader van de vorming, waarbij het bewijs van de beroepservaring door alle rechtsmiddelen geleverd wordt;b) houder zijn van een diploma of van een attest inzake voogdijopleiding, afgegeven door een onderwijs- of opleidingsinstelling ingericht of erkend door de bevoegde gemeenschap of het bevoegde gewest, waaruit blijkt dat hij beschikt over de nodige pedagogische kennis om het traject van de begunstigde van de alternerende opleiding als voogd te volgen;c) houder zijn van een getuigschrift van de validering van zijn vaardigheden als voogd, afgeleverd door een centrum voor de validering van de vaardigheden dat door de bevoegde deelentiteit is erkend;8° de « begeleider-opleider » : het personeelslid van de opleidingsoperator wiens opdrachten in artikel 15 vastliggen;9° de « trajectbegeleider » : Het personeelslid van de « FOREm » zoals bedoeld in artikel 2, 6°, van het decreet van 12 januari 2012Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/05/2002 pub. 31/07/2002 numac 2002022559 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Wet betreffende het recht op maatschappelijke integratie sluiten0 betreffende de geïndividualiseerde begeleiding van de werkzoekenden en betreffende de samenwerkingsregeling voor inschakeling. De begrippen werkgever en opleidingsoperator kunnen nader bepaald worden door de Waalse Regering.

Art. 3.De alternerende opleiding van werkzoekenden is een stelsel voor de beroepsopleiding van de begunstigden die de voorwaarden van artikel 4 vervullen. Ze omvat een praktische opleiding bij een werkgever en een opleiding bij een opleidingsoperator opdat de begunstigde de beroepsvaardigheden zou kunnen aanwerven die nodig zijn op de arbeidsmarkt om een beroepsactiviteit uit te oefenen en die het voorwerp uitmaken van een certificatieve evaluatie.

Art. 4.§ 1. Met inachtneming van de toelaatbaarheidsvoorwaarden en van de voorwaarden tot toekenning van de uitkeringen vastgelegd bij het koninklijk besluit van 25 november 1991Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 25/11/1991 pub. 05/11/2018 numac 2018014576 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit houdende de werkloosheidsreglementering. - Officieuze coördinatie in het Duits van de federale versie - Deel I type koninklijk besluit prom. 25/11/1991 pub. 06/11/2020 numac 2020015855 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit houdende de werkloosheidsreglementering. - Officieuze coördinatie in het Duits van de federale versie. - Deel V type koninklijk besluit prom. 25/11/1991 pub. 01/10/2021 numac 2021033177 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit houdende de werkloosheids-reglementering. - Officieuze coördinatie in het Duits van de federale versie - Deel VII type koninklijk besluit prom. 25/11/1991 pub. 04/11/2021 numac 2021033562 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit houdende de werkloosheidsreglementering. - Officieuze coördinatie in het Duits van de federale versie. - Deel VIII type koninklijk besluit prom. 25/11/1991 pub. 24/05/2019 numac 2019012364 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit houdende de werkloosheidsreglementering. - Officieuze coördinatie in het Duits van de federale versie - Deel II type koninklijk besluit prom. 25/11/1991 pub. 14/12/2020 numac 2020043849 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit houdende de werkloosheidsreglementering. - Officieuze coördinatie in het Duits van de federale versie. - Deel VI type koninklijk besluit prom. 25/11/1991 pub. 24/05/2019 numac 2019012365 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit houdende de werkloosheids-reglementering. - Officieuze coördinatie in het Duits van de federale versie - Deel III sluiten houdende de werkloosheidsreglementering, is de alternerende opleiding toegankelijk voor niet-werkende werkzoekenden die als dusdanig bij de « FOREm » ingeschreven zijn en de volgende voorwaarden vervullen : 1° de volle leeftijd van achttien à vijfentwintig jaar bereikt hebben en beschikken over hoogstens een getuigschrift van het hoger secundair onderwijs, zonder over een kwalificatiecertificaat te beschikken;2° zich niet bevinden in de beroepsinschakelingstijd bedoeld in artikel 36 van het koninklijk besluit van 25 november 1991Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 25/11/1991 pub. 05/11/2018 numac 2018014576 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit houdende de werkloosheidsreglementering. - Officieuze coördinatie in het Duits van de federale versie - Deel I type koninklijk besluit prom. 25/11/1991 pub. 06/11/2020 numac 2020015855 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit houdende de werkloosheidsreglementering. - Officieuze coördinatie in het Duits van de federale versie. - Deel V type koninklijk besluit prom. 25/11/1991 pub. 01/10/2021 numac 2021033177 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit houdende de werkloosheids-reglementering. - Officieuze coördinatie in het Duits van de federale versie - Deel VII type koninklijk besluit prom. 25/11/1991 pub. 04/11/2021 numac 2021033562 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit houdende de werkloosheidsreglementering. - Officieuze coördinatie in het Duits van de federale versie. - Deel VIII type koninklijk besluit prom. 25/11/1991 pub. 24/05/2019 numac 2019012364 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit houdende de werkloosheidsreglementering. - Officieuze coördinatie in het Duits van de federale versie - Deel II type koninklijk besluit prom. 25/11/1991 pub. 14/12/2020 numac 2020043849 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit houdende de werkloosheidsreglementering. - Officieuze coördinatie in het Duits van de federale versie. - Deel VI type koninklijk besluit prom. 25/11/1991 pub. 24/05/2019 numac 2019012365 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit houdende de werkloosheids-reglementering. - Officieuze coördinatie in het Duits van de federale versie - Deel III sluiten houdende de werkloosheidsreglementering, behalve als de alternerende opleiding voorziet in een instapstage zoals bedoeld in artikel 7. In zijn bevoegdheid inzake tewerkstelling kan de « FOREm » op gemotiveerde wijze afwijken van : 1° de leeftijdsvoorwaarde bedoeld in het eerste lid, 1°, als de begunstigde zich bevindt in de beroepsinschakelingstijd bedoeld in artikel 36 van voornoemd koninklijk besluit van 25 november 1991Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 25/11/1991 pub. 05/11/2018 numac 2018014576 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit houdende de werkloosheidsreglementering. - Officieuze coördinatie in het Duits van de federale versie - Deel I type koninklijk besluit prom. 25/11/1991 pub. 06/11/2020 numac 2020015855 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit houdende de werkloosheidsreglementering. - Officieuze coördinatie in het Duits van de federale versie. - Deel V type koninklijk besluit prom. 25/11/1991 pub. 01/10/2021 numac 2021033177 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit houdende de werkloosheids-reglementering. - Officieuze coördinatie in het Duits van de federale versie - Deel VII type koninklijk besluit prom. 25/11/1991 pub. 04/11/2021 numac 2021033562 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit houdende de werkloosheidsreglementering. - Officieuze coördinatie in het Duits van de federale versie. - Deel VIII type koninklijk besluit prom. 25/11/1991 pub. 24/05/2019 numac 2019012364 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit houdende de werkloosheidsreglementering. - Officieuze coördinatie in het Duits van de federale versie - Deel II type koninklijk besluit prom. 25/11/1991 pub. 14/12/2020 numac 2020043849 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit houdende de werkloosheidsreglementering. - Officieuze coördinatie in het Duits van de federale versie. - Deel VI type koninklijk besluit prom. 25/11/1991 pub. 24/05/2019 numac 2019012365 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit houdende de werkloosheids-reglementering. - Officieuze coördinatie in het Duits van de federale versie - Deel III sluiten;2° de voorwaarde betreffende de beroepsinschakelingstijd bedoeld in het eerste lid, 2°, voor zover de begunstigde gedurende de beroepsinschakelingstijd niet verzoekt om een instapstage zoals bedoeld in artikel 36quater van voornoemd koninklijk besluit van 25 november 1991Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 25/11/1991 pub. 05/11/2018 numac 2018014576 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit houdende de werkloosheidsreglementering. - Officieuze coördinatie in het Duits van de federale versie - Deel I type koninklijk besluit prom. 25/11/1991 pub. 06/11/2020 numac 2020015855 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit houdende de werkloosheidsreglementering. - Officieuze coördinatie in het Duits van de federale versie. - Deel V type koninklijk besluit prom. 25/11/1991 pub. 01/10/2021 numac 2021033177 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit houdende de werkloosheids-reglementering. - Officieuze coördinatie in het Duits van de federale versie - Deel VII type koninklijk besluit prom. 25/11/1991 pub. 04/11/2021 numac 2021033562 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit houdende de werkloosheidsreglementering. - Officieuze coördinatie in het Duits van de federale versie. - Deel VIII type koninklijk besluit prom. 25/11/1991 pub. 24/05/2019 numac 2019012364 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit houdende de werkloosheidsreglementering. - Officieuze coördinatie in het Duits van de federale versie - Deel II type koninklijk besluit prom. 25/11/1991 pub. 14/12/2020 numac 2020043849 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit houdende de werkloosheidsreglementering. - Officieuze coördinatie in het Duits van de federale versie. - Deel VI type koninklijk besluit prom. 25/11/1991 pub. 24/05/2019 numac 2019012365 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit houdende de werkloosheids-reglementering. - Officieuze coördinatie in het Duits van de federale versie - Deel III sluiten. De begunstigde bewijst bovendien dat hij actief naar werk zoekt, dankzij het actieplan dat uitgevoerd wordt in het kader van de geïndividualiseerde begeleiding. Hij mag niet als leerling voor een gelijksoortig beroep ingeschreven zijn bij een onderwijsoperator, noch bij een erkende operator alternerende opleiding. § 2. Het stelsel inzake alternerende opleiding is, zonder leeftijdsgrens, ook toegankelijk voor werkzoekenden die opgenomen zijn in een omschakelingscel zoals bepaald bij het decreet van 29 januari 2004Relevante gevonden documenten type decreet prom. 29/01/2004 pub. 10/03/2004 numac 2004200661 bron ministerie van het waalse gewest Decreet betreffende het begeleidingsplan inzake omschakelingen sluiten betreffende het begeleidingsplan inzake omschakelingen en die voldoen aan de voorwaarden van artikel 4, § 1, eerste lid, 2°, en derde lid. § 3. De « FOREm », die door zijn bevoegdheid inzake tewerkstelling voor de begeleiding van werkzoekenden instaat, wordt door bemiddeling van de trajectbegeleiders belast met de identificatie van de werkzoekenden voor wie een alternerende opleiding wordt gegeven op basis van een vaardighedenbalans en met informatieverstrekking aan de kandidaten over de mogelijkheden inzake beroepsinschakeling na afloop van de alternerende opleiding. De alternerende opleiding wordt in het actieplan van de werkzoekende opgenomen. § 4. De voorwaarden bedoeld in de paragrafen 1 en 2 kunnen door de Waalse Regering nader bepaald of gewijzigd worden naar gelang van de evolutie van de regelgevingen i.v.m. de regelgeving op de werkloosheid.

De categorieën van werkzoekenden die in aanmerking komen voor de alternerende opleiding kunnen door de Waalse Regering nader bepaald of gewijzigd worden naar gelang van de evolutie van de arbeidsmarkt.

Art. 5.De alternerende opleiding wordt voltijds gevolgd door de begunstigde. Minstens 50 percent van de opleiding wordt bij de werkgever gegeven en minstens 20 percent bij een opleidingsoperator.

De verdeling van de alternerende opleiding tussen het gedeelte bij de werkgever en het gedeelte bij de opleidingsoperator kan over de duur ervan variëren naar gelang van de behoeften van de begunstigde, van de realiteiten van het bedrijf en van de vaardigheden die aangeworven moeten worden om het beroep uit te oefenen.

Beide opleidingsgedeelten worden evenwel evenwichtig verdeeld. Het gedeelte waarmee de alternerende opleiding begint, mag niet meer bedragen dan 20 percent van de totale duur ervan. Dat geldt ook voor het slotgedeelte van de alternerende opleiding.

Art. 6.De opleiding wordt gegeven door de opleidingsoperator wiens opleidingsaanbod specifiek beantwoordt aan de opleiding die nodig is voor de uitoefening van het beroep waarvoor de begunstigde kiest.

Als de opleidingsoperatoren dezelfde opleidingen geven, maakt het technisch comité een algemene verdeling tussen de opleidingsaanbiedingen, met name op grond van de volgende criteria : de beoogde beroepen, de omvang van het bedrijf of van de werkgever, de geografische ligging van het opleidingscentrum.

Als verschillende opleidingsaanbiedingen op hetzelfde tijdstip bij verschillende operatoren mogelijk zijn ondanks de verdeelcriteria waarin het technisch comité voorziet, houdt de trajectbegeleider rekening met de specifieke criteria, zoals de woonplaats van de begunstigde, de aanvraag geformuleerd door de begunstigde t.o.v. de opleidingsoperator of de werkgever of de aanvraag geformuleerd door de werkgever.

Het technisch comité kan ook beslissen dat de opleidingsoperatoren bepaalde opleidingsacties in partnerschap voeren volgens in samenspraak overeengekomen modaliteiten.

Het technisch comité wordt belast met het regelen van eventuele geschillen i.v.m. de verdeling van de alternerende opleidingen onder de opleidingsoperatoren.

Door bemiddeling van de trajectbegeleider oriënteert de « FOREm » de kandidaat-begunstigde naar de gepaste opleidingsoperator op grond van de criteria omschreven in de leden 1 tot 4.

Art. 7.De alternerende opleiding van de begunstigde duurt maximum twaalf maanden naar gelang van de inhoud van het referentieel.

De alternerende opleiding kan gecombineerd worden met een instapstage zoals bepaald bij artikel 36quater van het koninklijk besluit van 25 november 1991Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 25/11/1991 pub. 05/11/2018 numac 2018014576 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit houdende de werkloosheidsreglementering. - Officieuze coördinatie in het Duits van de federale versie - Deel I type koninklijk besluit prom. 25/11/1991 pub. 06/11/2020 numac 2020015855 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit houdende de werkloosheidsreglementering. - Officieuze coördinatie in het Duits van de federale versie. - Deel V type koninklijk besluit prom. 25/11/1991 pub. 01/10/2021 numac 2021033177 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit houdende de werkloosheids-reglementering. - Officieuze coördinatie in het Duits van de federale versie - Deel VII type koninklijk besluit prom. 25/11/1991 pub. 04/11/2021 numac 2021033562 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit houdende de werkloosheidsreglementering. - Officieuze coördinatie in het Duits van de federale versie. - Deel VIII type koninklijk besluit prom. 25/11/1991 pub. 24/05/2019 numac 2019012364 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit houdende de werkloosheidsreglementering. - Officieuze coördinatie in het Duits van de federale versie - Deel II type koninklijk besluit prom. 25/11/1991 pub. 14/12/2020 numac 2020043849 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit houdende de werkloosheidsreglementering. - Officieuze coördinatie in het Duits van de federale versie. - Deel VI type koninklijk besluit prom. 25/11/1991 pub. 24/05/2019 numac 2019012365 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit houdende de werkloosheids-reglementering. - Officieuze coördinatie in het Duits van de federale versie - Deel III sluiten houdende de werkloosheidsreglementering. De instapstage werd in het Waalse Gewest ingevoerd krachtens het besluit van de Waalse Regering van 18 juli 2013 betreffende de instapstages. In dat geval mag de alternerende opleiding, in combinatie met de instapstage, niet langer dan achttien maanden duren naar gelang van de inhoud van het referentieel.

De begunstigde die over de nodige voorkennis beschikt voor bepaalde beroepsvaardigheden die vereist worden voor het beroep waarop de alternerende opleiding betrekking heeft, kan met de instemming van de opleidingsoperator vrijgesteld worden van een deel van de alternerende opleiding.

De Regering kan de duur en het begin van de alternerende opleiding aanpassen naar gelang van de evolutie van de federale en gefedereerde regelgevingen i.v.m. de regelgeving op de werkloosheid.

Art. 8.Met uitzondering van de persoon bedoeld in artikel 4, § 2, kan een begunstigde slechts één alternerende opleiding volgen, ongeacht de opleidingsoperator. Als de werkgever een overeenkomst inzake alternerende opleiding met een begunstigde heeft gesloten, kan hij later geen plan opleiding-inschakeling met dezelfde begunstigde sluiten, en omgekeerd.

Art. 9.Vooraleer de alternerende opleiding op te starten sluiten de begunstigde, de werkgever, de « FOREm », in zijn bevoegdheid voor tewerkstelling, en de opleidingsoperator door bemiddeling van de begeleider-opleider een overeenkomst inzake alternerende opleiding waarvan het model door de Waalse Regering bepaald wordt.

De alternerende opleiding kan pas na de ondertekening van de desbetreffende overeenkomst beginnen.

Voor de ondertekening gaat de « FOREm », in zijn bevoegdheid voor tewerkstelling, na of de werkgever geen plan opleiding-inschakeling gesloten heeft met de begunstigde die de in het eerste lid bedoelde overeenkomst medeondertekend heeft.

Art. 10.De overeenkomst inzake alternerende opleiding vermeldt minimum : 1° de duur van de alternerende opleiding alsook de begin- en einddatum ervan;2° de benaming van het beroep waarop de alternerende opleiding betrekking heeft;3° de plaats(en) van de activiteiten in België;4° de uitvoeringsmodaliteiten, met name de verhouding tussen het opleidingsgedeelte bij de werkgever en het opleidingsgedeelte bij de opleidingsoperator;5° de inhoud en het opleidingsplan;6° de rechten en plichten van elke partij;7° de modaliteiten voor de betaling van de financiële tegemoetkoming bedoeld in artikel 12, 9°;8° de modaliteiten voor de evaluatie van de alternerende opleiding door de partijen;9° de personalia van de begunstigde, de werkgever, de contactpersonen, de voogd, de opleidingsoperator en de begeleider-opleider;10° de voorwaarden waaronder ze voortijdig opgezegd kan worden. Elke overeenkomst inzake alternerende opleiding voorziet in een proefperiode van veertien dagen, behalve als de alternerende opleiding de instapstage omvat.

Het opleidingsplan bedoeld in het eerste lid, 5°, wordt door de opleidingsoperator, de werkgever en de begunstigde uitgewerkt, met de begeleider-opleider als bemiddelaar. Dat opleidingsplan biedt een uitvoerig overzicht van het opleidingstraject van de begunstigde en van de vaardigheden die hij moet aanwerven, zowel tijdens de opleiding bij een opleidingsoperator als tijdens de praktische opleiding bij de werkgever.

De elementen van het opleidingsplan kunnen nader bepaald worden door de Regering.

Art. 11.De begunstigde moet, volgens de modaliteiten waarin de overeenkomst inzake alternerende opleiding voorziet : 1° bij de werkgever aanwezig zijn en alles in het werk stellen om de overeenkomst te beëindigen;2° handelen naar de richtlijnen die hem door de werkgever gegeven worden, via één van zijn gevolmachtigden of aangestelden of zijn voogd;3° de opleiding bij de opleidingsoperator volgen overeenkomstig de door hem gestelde algemene voorwaarden en zoals ze omschreven wordt in zijn opleidingsplan, alsook aan de formatieve en certificatieve evaluaties deelnemen;4° de voor elke operator specifieke administratieve en pedagogische documenten invullen;5° de nodige gegevens en attesten overleggen ter rechtvaardiging van eventuele afwezigheden; 6° de werkgever, de « FOREm », in zijn bevoegdheid voor tewerkstelling, en de opleidingsoperator kennis geven van elke moeilijkheid i.v.m. de uitvoering van de overeenkomst inzake alternerende opleiding; 7° bereid zijn om in het kader van de activiteit van de werkgever eventuele verplaatsingen te ondernemen waarin het opleidingsplan voorziet;8° zich onthouden van alles wat schade zou kunnen berokkenen, hetzij aan zijn eigen veiligheid of aan die van de personen die hem bijstaan, hetzij aan derden;9° zich onthouden, zowel tijdens de overeenkomst inzake alternerende opleiding als erna, van de onthulling van fabricage- of zakengeheimen alsook van de geheimen van elke zaak met een persoonlijk of vertrouwelijk karakter waarvan hij kennis zou hebben vanwege zijn aanwezigheid bij de werkgever;10° de hem toevertrouwde werkinstrumenten, ongebruikte grondstoffen en werkkledij in goede staat aan de werkgever teruggeven.

Art. 12.De krachtens artikel 13 erkende werkgever moet, volgens de modaliteiten waarin de overeenkomst inzake alternerende opleiding voorziet : 1° de stagiair opvangen, voor zijn integratie in het beroepsmilieu zorgen en hem het arbeidsreglement overhandigen bij de ondertekening van de overeenkomst inzake alternerende opleiding;2° op erewoord verklaren dat hij zijn personeelsbestand in de loop van het jaar voor de overeenkomst inzake alternerende opleiding niet verminderd heeft om een begunstigde van de alternerende opleiding in dienst te nemen;3° de begunstigde enkel taken in overeenstemming met zijn overeenkomst inzake alternerende opleiding en in verband met zijn opleidingsprogramma toevertrouwen en hem voorbereiden op het aanleren van een beroep, met name door het ter beschikking stellen van de pedagogische en technische opvolging, van het gereedschap, rekening houdend met de gewone slijtage ervan, van de nodige materies en de individuele beschermingsuitrustingen, waarbij dit niet beschouwd mag worden als een voordeel in natura, en zal als een goede huisvader zorg dragen voor de persoonlijke bezittingen die de begunstigde in bewaring moet afgeven;7° gedurende de uitvoering van de overeenkomst inzake alternerende opleiding door bemiddeling van de begeleider-opleider samenwerken met de « FOREm » en de opleidingsoperator;5° een DIMONA-aangifte doen bij de Rijksdienst voor sociale zekerheid als hij aan die verplichting onderworpen is;6° de begunstigde voor de gezamenlijke termijn van uitvoering van de overeenkomst verzekeren tegen arbeidsongevallen en ongevallen op de weg van en naar het werk door, naar gelang van het betrokken beroep, een verzekeringspolis te sluiten bij een erkende verzekeringsmaatschappij of een erkende verzekeringskas die hem dezelfde voordelen biedt als die welke ten laste van de verzekeraar gelegd worden bij de wet van 10 april 1971Relevante gevonden documenten type wet prom. 10/04/1971 pub. 11/06/1998 numac 1998000213 bron ministerie van binnenlandse zaken Arbeidsongevallenwet - Duitse vertaling type wet prom. 10/04/1971 pub. 17/10/2014 numac 2014000710 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Arbeidsongevallenwet type wet prom. 10/04/1971 pub. 23/03/2018 numac 2018030615 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Arbeidsongevallenwet sluiten op de arbeidsongevallen;7° een verzekeringsovereenkomst "burgerlijke aansprakelijkheid" sluiten bij een erkende verzekeringsmaatschappij ter dekking van de schade die door de begunstigde berokkend wordt aan derden en aan de werkgever bij wie hij een opleiding volgt;8° voldoen aan de verplichtingen uitgevaardigd bij de Codex over het welzijn op het werk, bij het Algemeen reglement voor de arbeidsbescherming of de collectieve arbeidsovereenkomsten die toepasselijk zijn op de werkgever, met inbegrip van de tenlasteneming van de voorafgaande medische onderzoeken, alsook aan elke latere wijziging; 9° de maandelijkse financiële tegemoetkoming van 350 euro aan de begunstigde betalen voor het geheel van de verstrekkingen i.v.m. de overeenkomst inzake alternerende opleiding; 10° de reiskosten van de begunstigde i.v.m. de uitvoering van de alternerende opleiding op basis van bewijsstukken terugbetalen, zowel voor de verplaatsingen naar de werkgever als voor die naar het opleidingscentrum of elke plaats voorzien voor de overeenkomst inzake alternerende opleiding, met inachtneming van de bepalingen die toepasselijk zijn op de werkgever krachtens de sectorale overeenkomst waaraan hij onderworpen is of, in voorkomend geval, de collectieve arbeidsovereenkomst 19octies; 11° de « FOREm », in zijn bevoegdheid voor tewerkstelling, na afloop van de alternerende opleiding laten weten of de begunstigde al dan niet in dienst genomen wordt.

Art. 13.Vooraleer de werkgever een overeenkomst inzake alternerende opleiding sluit, moet hij een erkenning bij de « FOREm » of het « IFAPME » verkrijgen, ongeacht of het om één of meer welbepaalde beroepen gaat.

Om erkend te worden vervult de werkgever de volgende voorwaarden : 1° het beroep of de beroepen uitoefenen waarvoor hij de erkenning aanvraagt;2° ingeschreven zijn bij de Kruispuntbank van Ondernemingen;3° zijn fiscale en sociale verplichtingen nakomen;4° alle garanties inzake organisatie en uitrusting bieden om de alternerende opleiding mogelijk te maken;5° niet het voorwerp van een intrekking of weigering van erkenning hebben uitgemaakt in de loop van het jaar dat aan zijn aanvraag voorafgaat;6° voor het betrokken beroep een voogd aanwijzen die belast wordt met de opvolging en de begeleiding van de begunstigde gedurende de alternerende opleiding. De erkenningsaanvraag wordt door de werkgever aan de « FOREm » of aan het « IFAPME » gericht en bevat op zijn minst : 1° de identificatiegegevens en het referentienummer voor de werkgever bij de Kruispuntbank van Ondernemingen;2° de naam, de beroepservaring en de kwalificaties van de voogd(en);3° het aantal effectieve werkenemers, uitgedrukt in voltijds equivalenten;4° het aantal personen onder federale, gewestelijke of gemeenschappelijke opleidingscontracten;5° het beroep of de beroepen waarvoor de alternerende opleiding voorgesteld wordt. De « FOREm » of het « IFAPME » wordt belast met de behandeling van elke aanvraag die hem gericht wordt, met inachtneming van de modaliteiten die vastliggen in de partnerschapsovereenkomst tussen de « FOREm » en het « IFAPME ».

De « FOREm » of het « IFAPME » bericht ontvangst van de aanvraag en gaat binnen tien dagen na ontvangst ervan na of ze al dan niet volledig is. Als de aanvraag onvolledig is, verwittigt de operator de werkgever en laat hij hem in hetzelfde schrijven weten dat de termijn opgeschort wordt tot de inontvangstneming van de ontbrekende stukken of gegevens. Als hij ze niet binnen vijftien na die herinneringsbrief ontvangen heeft, wordt de aanvraag als afgedaan beschouwd.

Als de aanvraag volledig is, geeft de « FOREm » of het « IFAPME » binnen de maand die volgt op de datum van het bericht van ontvangst advies over het opleidingsvermogen van de werkgever, desnoods door hem een bezoek te brengen, en over het aantal begunstigden die gelijktijdig opgeleid kunnen worden.

De « FOREm » of het « IFAPME » spreekt zich uit over de erkenningsaanvraag en deelt zijn beslissing aan de werkgever mee.

De « FOREm » of het « IFAPME » geeft het technisch comité, via elke verzending met datum dat bewijskracht heeft, maandelijks kennis van de beslissingen tot erkenning.

Elke erkenning die door de « FOREm » of het « IFAPME » aan een werkgever verleend wordt, wordt, wat de alternerende opleiding betreft, automatisch aan het geheel van de opleidingsoperatoren toegekend.

Als de Minister acht dat de « FOREm » of het « IFAPME » de nodige gegevens voor de behandeling van de aanvraag bij authentieke bronnen van andere administraties of instellingen kan verkrijgen, stelt hij de aanvrager vrij van hun overbrenging aan de « FOREm » of het « IFAPME ».

De procedurele modaliteiten betreffende de erkenningsaanvragen en de hernieuwing, opschorting of intrekking van erkenning kunnen nader bepaald worden door de Regering.

Art. 14.De « FOREm », in zijn bevoegdheid voor tewerkstelling, volgt de begunstigde werkzoekende gedurende de hele uitvoering van de overeenkomst inzake alternerende opleiding via een actieplan waarin de geïndividualiseerde begeleiding voorziet en licht de werkgevers en de werkzoekenden in over het alternerende opleidingsstelsel;

Art. 15.§ 1. Volgens de modaliteiten waarin de overeenkomst inzake alternerende opleiding voorziet moet de opleidingsoperator : 1° elke informatie i.v.m. dit decreet onder werkgevers en werkzoekenden verspreiden; 2° de aanbiedingen inzake alternerende opleiding die van de werkgevers uitgaan in ontvangst nemen en ze in relatie met de kandidaat-begunstigden brengen;3° met de betrokken sectoren actief zoeken naar mogelijkheden inzake alternerende opleiding bij de werkgevers;4° samenwerkingsverbanden met de sectorale sociale partners bevorderen, met name via sectorale opleidingsfondsen of gebruik maken van de bestaande ter bevordering van de alternerende opleiding;5° de werkgevers bijstand verlenen bij het opmaken van het opleidingsprogramma;6° de opleiding geven zodat voldaan wordt aan het opleidingsprogramma van de begunstigde, met inachtneming van de modaliteiten die bepaald worden door het technisch comité bedoeld in artikel 16;7° de administratieve en pedagogische monitoring van de alternerende opleiding waarnemen, door ervoor te zorgen dat de begunstigden door een begeleider-opleider van de opleidingsoperator gevolgd worden;8° de begunstigde kennis geven van de voorwaarden betreffende de formatieve en certificatieve evaluaties;9° desgevallend de klachtenbehandelingsdiensten van de operatoren ter beschikking stellen van de werkgever of de begunstigde, desnoods begeleid door hun vertegenwoordiger;10° met de « FOREm », in zijn bevoegdheid voor tewerkstelling, de overdracht regelen, desgevallend bij overeenkomst, van de gegevens die hem nuttig zijn in het kader van die opdracht;11° het technisch comité de nodige informatie voor de uitoefening van zijn opdrachten verstrekken. § 2. De begeleider-opleider van de opleidingsoperator: 1° is de bemiddelaar die noodzakelijk is om de overeenkomst inzake alternerende opleiding te sluiten en vervult op zijn minst de volgende voorwaarden : a) ervoor zorgen dat de overeenkomst tot een goed einde gebracht wordt en instaan voor de administratieve aspecten in het kader van de opvolging van de begunstigde bij de werkgever;b) desnoods opgaven in de loop van de opleiding beheren;2° zorgt ervoor dat de overeenkomst inzake alternerende opleiding en het daarmee gepaard gaande opleidingsplan nageleefd worden;3° zorgt voor een efficiënte samenwerking tussen de begunstigde, de werkgever, de voogd en de opleidingsoperator en treedt desnoods als bemiddelaar op in geval van problemen tussen de werkgever en de begunstigde, desnoods begeleid door hun vertegenwoordiger; 4° verstrekt alle informatie die nuttig is bij het ondernemen van administratieve stappen i.v.m. de alternerende opleiding; 5° volgt de evolutie van de alternerende opleiding van de begunstigde binnen het bedrijf. § 3. De rechten en plichten van elk van de partijen die de overeenkomst ondertekend hebben alsook die van de voogden en begeleiders-opleiders kunnen nader bepaald worden door de Waalse Regering.

Art. 16.§ 1. Behalve de opdrachten bedoeld in artikel 6, wordt een technisch comité belast met de volgende taken : 1° desnoods de lijst herzien van de beroepen waarvoor alternerende opleidingen mogelijk zijn en, voor elk van hen, de vaardigheden die gedurende de alternerende opleiding aangeworven moeten worden, zowel bij de werkgever als bij de opleidingsoperator;die vaardigheden moeten identiek zijn als dezelfde opleidingen door de opleidingsoperatoren gegeven worden; 2° het aanbod van alternerende opleidingen zo goed mogelijk verdelen onder de opleidingsoperatoren;3° zorgen voor een coherente inhoud van de administratieve documenten die in het kader van de alternerende opleiding gebruikt worden, zoals de overeenkomst inzake alternerende opleiding, het opleidingsplan, het rapport bijgevoegd aan het einde van de alternerende opleiding, het attest tot erkenning van de tijdens de opleiding aangeworven vaardigheden;4° de erkenningen van de werkgevers centraliseren en de lijst van de erkende werkgevers ter inzage van de opleidingsoperatoren leggen;5° als beroepsinstantie optreden wanneer een beroep door een operator ingediend wordt in geval van betwisting van een beslissing tot weigering, opschorting of intrekking van erkenning;6° jaarlijks een evaluatieverslag over de uitvoering van dit decreet en over de tenuitvoerlegging van deze maatregel aan de Regering overleggen, na advies van de gemobiliseerde opleidingsoperatoren. Het jaarlijkse evaluatieverslag bevat een kwantitatief en een kwalitatief luik op grond waarvan o.a. een evaluatie gemaakt kan worden van de weerslag van de maatregel tot beroepsinschakeling van werkzoekenden in de loop van het jaar na het traject van de alternerende opleiding. Het vermeldt ook het aantal begunstigden van de alternerende opleiding en hun categorie, alsook de afwijkingsmotieven bedoeld in artikel 4, § 1, tweede lid. De Regering legt het verslag aan de « Conseil économique et social de Wallonie » (Sociaal-economische raad van Wallonië) over.

De beroepenlijst bedoeld in het eerste lid, 1°, wordt goedgekeurd door de beheerscomités van de « FOREm » en het « IFAPME ». § 2. Het technisch comité bedoeld in § 1, eerste lid, is samengesteld uit : 1° een vertegenwoordiger van de « FOREm », in zijn bevoegdheid voor tewerkstelling;2° twee vertegenwoordigers van het « IFAPME », als opleidingsoperator;3° twee vertegenwoordigers van de « FOREm », als opleidingsoperator;4° twee vertegenwoordigers die zitting hebben in het beheerscomité van de « FOREm »;5° twee vertegenwoordigers die zitting hebben in het beheerscomité van het « IFAPME ». Het technisch comité kan, op unanieme beslissing, één of meer vertegenwoordigers van de opleidingsoperatoren uitnodigen, met inachtneming van een evenwichtige verdeling onder de « FOREm » en het « IFAPME ».

Bij gebrek aan unanimiteit binnen het beheerscomité over de uitoefening van de opdrachten bedoeld in § 1, 1° tot 5°, kan het comité op verzoek van één van zijn leden uitgebreid worden tot een vertegenwoordiger van de Minister van de Waalse Regering die met Tewerkstelling en Vorming belast is. Als de materies Tewerkstelling en Vorming onder de bevoegdheid van twee verschillende ministers ressorteren, wordt het comité uitgebreid tot twee vertegenwoordigers van elke betrokken minister.

Na advies van het technisch comité kan de Regering in voorrangorde de beroepen bepalen waarvoor een alternerende opleiding georganiseerd wordt of beslissen de alternerende opleiding voor bepaalde beroepen aan een opleidingsoperator toe te vertrouwen.

Art. 17.De begunstigde neemt gedurende het hele opleidingstraject deel aan de formatieve en certificatieve evaluaties die door de opleidingsoperator georganiseerd worden.

Aan het einde van de alternerende opleiding maakt de begunstigde, samen met de werkgever, een rapport op grond van de elementen die door het technisch comité bepaald worden. Het rapport wordt door bemiddeling van de begeleider-opleider aan de opleidingsoperator en aan de trajectbegeleider gericht.

De opleidingsoperator organiseert uiterlijk de maand na afloop van de alternerende opleiding één of meer certificatieve evaluaties van de beroepsvaardigheden die tijdens de opleiding aangeworven werden. De begunstigde die met goed gevolg slaagt voor de certificatieve evaluatie(s), ontvangt een attest tot erkenning van de beroepsvaardigheden die tijdens de opleiding aangeworven werden.

Als de begunstigde dat attest met goed gevolg verkrijgt in het kader van de altererende opleiding bij de de « FOREm » of het « IFAPME » en een opleiding « bedrijfsleider » of een opleiding « coördinatie en begeleiding » bij het « IFAPME » wenst te volgen, kan het « IFAPME » hem op basis van die certificatieve evaluatie vrijstellen van het eerste jaar van de volledige cyclus van de opleiding « bedrijfsleider » of van een opleiding « coördinatie en begeleiding » bij het « IFAPME », met inbegrip van het voorbereidend jaar op beide opleidingen. Het « IFAPME » kan, na verificatie van de gelijkstelling van de programma's, ook beslissen die vrijstelling per beroep te verlenen.

Art. 18.§ 1. De overeenkomst inzake alternerende opleiding wordt met de instemming van de begeleider-opleider opgeschort onder de voorwaarden en volgens de formaliteiten bedoeld in de bepalingen van de wet van 3 juli 1978Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/07/1978 pub. 03/07/2008 numac 2008000527 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten type wet prom. 03/07/1978 pub. 12/03/2009 numac 2009000158 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten sluiten betreffende de arbeidsovereenkomsten voor de arbeiders en de bedienden en krachtens de federale regels die toepasselijk zijn wat betreft de aspecten i.v.m. de sociale zekerheid. § 2. Als de verplichtingen bedoeld in de artikelen 11, 12, 14 en 15 niet nagekomen worden door één van de partijen, wordt de overeenkomst met de instemming van de begeleider-opleider voor een bepaalde duur opgeschort opdat de overtreder zich naar de bepalingen van dit decreet kan richten.

Als de niet-nakoming van de verplichting aan de werkgever toe te schrijven is, heeft de begunstigde recht op een financiële tegemoetkoming die over een periode van zeven kalenderdagen berekend wordt. § 3. Elk opschortingsgeval wordt onmiddellijk meegedeeld aan de andere partijen die de overeenkomst ondertekend hebben. Als de uitvoering van de overeenkomst langer dan zes maanden opgeschort wordt, eindigt de overeenkomst inzake alternerende opleiding aan het eind van de zesde maand van de opschorting op verzoek van één van de partijen die de overeenkomst ondertekend hebben.

Art. 19.§ 1. De overeenkomst inzake alternerende opleiding eindigt : 1° na afloop van de duur die erin vastligt;2° in geval van overmacht als de uitvoering van de overeenkomst definitief onmogelijk gemaakt wordt;3° bij overlijden van de begunstigde, de werkgever of de voogd;4° in onderlinge overeenstemming tussen de partijen, na voorafgaande adviesverlening door de begeleider-opleider;5° gedurende de proefperiode, door de schriftelijk betekende wil van één van de partijen, mits opzeg van zeven kalenderdagen en buiten de proefperiode, mits opzeg van veertien kalenderdagen, met uitzondering van de gevallen bedoeld onder 8° en 9°;de opzeg gaat in op de dag die volgt op de schriftelijke kennisgeving ervan. De partijen kunnen ook overeenkomen om een einde aan de overeenkomst te maken zonder opzeg; 6° als de erkenning van de werkgever ingetrokken wordt;7° in geval van stopzetting van activiteiten of van faillissement, fusie, splitsing, overdracht, overname van de onderneming of van vernadering van werkgeversstatuut, tenzij de overeenkomst inzake alternerende opleiding onder dezelfde voorwaarden overgenomen wordt door de nieuwe werkgever, indien hij ook erkend wordt voor de alternerende opleiding en mits instemming van de begunstigde;8° in geval van ernstige tekortkoming van de begunstigde of de werkgever;als de overeenkomst opgezegd wordt wegens ernstige tekortkoming van de begunstigde, zijn de regels inzake ontslag wegens ernstige tekortkoming van toepassing; 9° als ernstige twijfels rijzen omtrent het feit dat de opleiding beëindigd kan worden en het niet verstandig lijkt om ze voort te zetten;de opzeggingsredenen moeten schriftelijk en uitvoerig aan de andere partij meegedeeld worden binnen drie dagen na de opzeg van de overeenkomst, op straffe van nietigverklaring. § 2. Vooraleer de overeenkomst opgezegd wordt zoals in de gevallen bedoeld in § 1, roept de trajectbegeleider de begunstigde binnen de maand op als het mogelijk is en kan hij met de begeleider-opleider een verzoeningsgesprek tussen de werkgever en de begunstigde organiseren als die verzoening opportuun lijkt. In overeenstemming met de trajectbegeleider voltooit de begunstigde zijn opleiding voor de resterende duur bij een andere werkgever, voor zover de beëindiging van de overeenkomst inzake alternerende opleiding niet aan hem toe te schijven is.

Art. 20.Tijdens de uitvoering van de overeenkomst inzake alternerende opleiding blijft de begunstigde ingeschreven als niet tewerkgestelde werkzoekende en behoudt hij het recht op werkloosheids-, stage- en inschakelingsuitkeringen alsook op het leefloon ingesteld bij de wet van 26 mei 2002Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/05/2002 pub. 31/07/2002 numac 2002022559 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Wet betreffende het recht op maatschappelijke integratie sluiten betreffende het recht op maatschappelijke integratie.

De financiële tegemoetkoming ten laste van de werkgever, bedoeld in artikel 12, 9°, is verschuldigd zowel voor de diensten die de begunstigde binnen het bedrijf verricht als voor de opleiding in een centrum of op elke andere plek waarin de overeenkomst inzake alternerende opleiding voorziet, met inbegrip van de evaluaties die hij voorlegt ter uitvoering van bedoelde overeenkomst.

Het bedrag van de financiële tegemoetkoming bedoeld in artikel 12, 9°, kan jaarlijks aangepast worden door de Regering. Dat bedrag kan door de Regering geïndexeerd worden op basis van het indexcijfer van de consumptieprijzen maar de indexering mag niet hoger zijn dan de groeivoet van het begrotingskrediet van het lopende jaar.

De duur van de proefperiode en die van de opzeg, bedoeld in de artikelen 10 en 19, kunnen gewijzigd worden door de Regering.

Art. 21.De « FOREm » en het « IFAPME » sluiten een partnerschapsovereenkomst die voorziet in : 1° de modaliteiten voor hun samenwerking in het kader van de alternerende opleiding;2° de organisatorische modaliteiten voor de opleidingsoperatoren inzake de tenuitvoerlegging van de alternerende opleiding;3° de procedure tot erkenning van bedrijven die gelijksoortig zijn aan de opleidingsoperatoren en in de modaliteiten tot informatieuitwisseling tussen operatoren in geval van opschorting of intrekking van de erkenning van een bedrijf;4° de overdracht van informatie en de uitwisseling van gegevens over de begunstigden en de overdracht van de informatie die nodig is voor de opdracht van de « ONEm ».

Art. 22.Het toezicht en de controle op de naleving van dit decreet worden uitgeoefend overeenkomstig de bepalingen van het decreet van 5 februari 1998Relevante gevonden documenten type decreet prom. 05/02/1998 pub. 20/02/1998 numac 1998027077 bron ministerie van het waalse gewest Decreet houdende toezicht en controle op de naleving van de wetgeving betreffende het tewerkstellingsbeleid type decreet prom. 05/02/1998 pub. 20/02/1998 numac 1998027078 bron ministerie van het waalse gewest Decreet houdende toezicht en controle op de naleving van de wetgeving betreffende de omscholing en de bijscholing sluiten houdende toezicht en controle op de naleving van de wetgeving betreffende het tewerkstellingsbeleid en van het decreet van 5 februari 1998Relevante gevonden documenten type decreet prom. 05/02/1998 pub. 20/02/1998 numac 1998027077 bron ministerie van het waalse gewest Decreet houdende toezicht en controle op de naleving van de wetgeving betreffende het tewerkstellingsbeleid type decreet prom. 05/02/1998 pub. 20/02/1998 numac 1998027078 bron ministerie van het waalse gewest Decreet houdende toezicht en controle op de naleving van de wetgeving betreffende de omscholing en de bijscholing sluiten houdende toezicht en controle op de naleving van de wetgeving betreffende de omscholing en de bijscholing.

Art. 23.De bedrijven erkend door het « IFAPME » op grond van het besluit van de Waalse Regering van 16 juli 1998Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/05/2002 pub. 31/07/2002 numac 2002022559 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Wet betreffende het recht op maatschappelijke integratie sluiten1 tot bepaling van de voorwaarden waaronder bedrijven erkend worden voor de permanente vorming van de middenstand en de kleine en middelgrote ondernemingen, of erkend inzake alternerende opleiding volgens de door de Regering bepaalde modaliteiten, worden beschouwd als erkend krachtens artikel 13.

Art. 24.De alternerende opleiding komt in aanmerking om te voldoen aan de verplichting tot terbeschikkingstelling van stages, naar rato van één percent voor de werkgevers op wie de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités van toepassing is.

In dat kader telt elke begunstigde als een voltijds equivalent van het begin tot het einde van de alternerende opleiding. HOOFDSTUK II. - Wijziging in het decreet van 18 juli 1997Relevante gevonden documenten type decreet prom. 18/07/1997 pub. 09/08/1997 numac 1997027410 bron ministerie van het waalse gewest Decreet betreffende de inschakeling van werkzoekenden bij werkgevers die een beroepsopleiding organiseren om in een vacature te voorzien sluiten betreffende de inschakeling van werkzoekenden bij werkgevers die een beroepsopleiding organiseren om in een vacature te voorzien

Art. 25.Artikel 8, eerste lid, van het decreet van 18 juli 1997Relevante gevonden documenten type decreet prom. 18/07/1997 pub. 09/08/1997 numac 1997027410 bron ministerie van het waalse gewest Decreet betreffende de inschakeling van werkzoekenden bij werkgevers die een beroepsopleiding organiseren om in een vacature te voorzien sluiten betreffende de inschakeling van werkzoekenden bij werkgevers die een beroepsopleiding organiseren om in een vacature te voorzien, gewijzigd bij het decreet van 6 mei 1999Relevante gevonden documenten type decreet prom. 06/05/1999 pub. 08/07/1999 numac 1999027535 bron ministerie van het waalse gewest Decreet betreffende de "Office wallon de la formation professionnelle et de l'emploi" (1) sluiten, het decreet van 4 juli 2002 en het decreet van 22 november 2007, wordt aangevuld met een 6°, luidend als volgt : « 6° geen overeenkomst inzake alternerende opleiding met een begunstigde te sluiten als hij al een plan opleiding-inschakeling met hem heeft gesloten, en omgekeerd. ».

Art. 26.Dit decreet treedt in werking op 1 februari 2014.

Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Namen, 20 februari 2014.

De Minister-President, R. DEMOTTE De Minister van Duurzame Ontwikkeling en Ambtenarenzaken, J.-M. NOLLET De Minister van Begroting, Financiën, Tewerkstelling, Vorming en Sport, A. ANTOINE De Minister van Economie, K.M.O.'s, Buitenlandse Handel en Nieuwe Technologieën, J.-Cl. MARCOURT De Minister van de Plaatselijke Besturen en de Stad, P. FURLAN De Minister van Gezondheid, Sociale Actie en Gelijke Kansen, Mme E. TILLIEUX De Minister van Leefmilieu, Ruimtelijke Ordening en Mobiliteit, Ph. HENRY De Minister van Openbare Werken, Landbouw, Landelijke Aangelegenheden, Natuur, Bossen en Erfgoed, C. DI ANTONIO ___________________ (1) Zitting 2013-2014. Stukken van het Waals Parlement 930 (2013-2014). Nrs 1 tot 3.

Volledig verslag, openbare vergadering van 19 februari 2014.

Bespreking.

Stemming.

^