Etaamb.openjustice.be
Decreet van 12 januari 2012
gepubliceerd op 23 januari 2012

Decreet betreffende de geïndividualiseerde begeleiding van de werkzoekenden en betreffende de samenwerkingsregeling voor inschakeling

bron
waalse overheidsdienst
numac
2012200314
pub.
23/01/2012
prom.
12/01/2012
ELI
eli/decreet/2012/01/12/2012200314/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

12 JANUARI 2012. - Decreet betreffende de geïndividualiseerde begeleiding van de werkzoekenden en betreffende de samenwerkingsregeling voor inschakeling (1)


Het Waals Parlement heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt : HOOFDSTUK I. - Inleidende bepalingen

Artikel 1.Dit decreet regelt krachtens artikel 138 van de Grondwet een aangelegenheid bedoeld in artikel 138, § 1, ervan.

De bepalingen geldend voor deze aangelegenheid zijn toepasselijk op het grondgebied van het Franstalige taalgebied. HOOFDSTUK II. - Begripsomschrijvingen

Art. 2.In het kader van dit decreet wordt verstaan onder : 1° « geïndividualiseerde begeleiding » : het gewestelijk proces voor de gepersonaliseerde ondersteuning en opvolging van de werkzoekende door een trajectbegeleider van de Dienst, indien nodig in samenwerking met één of meerdere operatoren met het oog op de inschakeling van de werkzoekende in het arbeidscircuit met het oog op het verwerven van een duurzame en kwaliteitsvolle betrekking;2° « samenwerkingsregeling » : de gewestelijke regeling aan de hand waarvan de beginselen en de nadere regels voor de samenwerking tussen de Dienst en de operatoren bepaalt wordt en waarbij hun acties op elkaar aansluiten en onderling gecoördineerd worden om bij te dragen tot de uitvoering van de geïndividualiseerde begeleiding;3° « samenwerkingscontract » : het document waarin de betrekking tussen de Dienst in diens opdracht van operator inzake werkgelegenheid, en een operator in de vorm van een contract wordt gegoten en waarbij de beginselen en de nadere regels inzake samenwerking in het kader van de geïndividualiseerde begeleiding operationeel uitgewerkt worden;4° « werkzoekende » : de natuurlijke persoon, bedoeld in artikel 3, die op zoek is naar een verloonde betrekking of naar werk als zelfstandige en die verblijft op het grondgebied van het Franstalige taalgebied;5° « Dienst » : de « Office wallon de la Formation professionnelle et de l'Emploi » (Waalse Dienst voor Beroepsopleiding en Arbeidsbemiddeling);6° « trajectbegeleider » : het personeelslid van de Dienst dat belast is met de opvolging van het traject van de werkzoekende met het oog op diens inschakeling in het arbeidscircuit en een steun vormt in de acties van de werkzoekende voor de duur van diens begeleiding;7° « operator » : de publiek- of privaatrechtelijke natuurlijke of rechtspersoon die een samenwerkingscontract gesloten heeft en die ten opzichte van de werkzoekende prestaties levert die al dan niet rechtstreeks bijdragen tot diens inschakeling in het arbeidscircuit;8° « Regering » : de Regering van het Waalse Gewest;9° « balans » : het geformaliseerd proces tussen de trajectbegeleider en de werkzoekende waarbij de situatie van laatstgenoemde op een bepaald ogenblik omschreven wordt ten opzichte van de toestand op de arbeidsmarkt, dat berust op een oplijsting van diens op de arbeidsmarkt nuttige kennis, vaardigheden en ervaring, evenals van de hindernissen op de weg naar de inschakeling in het arbeidscircuit, met als doel de omschrijving van de doelen die via de uitvoering van het actieplan op beroepsvlak bereikt kunnen worden;10° « actieplan » : het evolutieve document dat op grond van de balans wordt opgesteld, ondertekend door de werkzoekende en de trajectbegeleider met vermelding van het (de) te bereiken beroepsdoel(en), evenals van de acties die ertoe bijdragen met het oog op de inschakeling van de werkzoekende in het arbeidscircuit en aangepast aan de resultaten van de gevoerde acties en aan de bijstellingsvoorstellen. HOOFDSTUK III. - Actoren inzake geïndividualiseerde begeleiding en inzake de samenwerkingsregeling

Art. 3.De niet-tewerkgestelde werkzoekenden die niet aan de schoolplicht moeten voldoen en (her)ingeschreven zijn bij de dienst krijgen geïndividualiseerde begeleiding.

Onder laatstgenoemden kan de Regering prioritaire doelgroepen bepalen na raadpleging van de Commissie van operatoren, bedoeld in artikel 16, en van het beheerscomité van de Dienst, bedoeld in artikel 11 van het decreet van 6 mei 1999Relevante gevonden documenten type decreet prom. 06/05/1999 pub. 08/07/1999 numac 1999027535 bron ministerie van het waalse gewest Decreet betreffende de "Office wallon de la formation professionnelle et de l'emploi" (1) sluiten betreffende de « Office wallon de la Formation professionnelle et de l'Emploi » (Waalse Dienst voor Beroepsopleiding en Arbeidsbemiddeling). In dat geval kan de Regering voor elke doelgroep de datum bepalen vanaf welke de (her)inschrijving als werkzoekende bij de Dienst resulteert in de opname in de betrokken doelgroep.

De doelgroepen bedoeld in lid 2 worden minstens om de drie jaar aangepast na raadpleging van de Commissie van operatoren en van het beheerscomité.

Art. 4.De Dienst is belast met de sturing en de uitvoering van de geïndividualiseerde begeleiding. Hij zorgt voor die uitvoering, met name via de trajectbegeleiders en de betrokken operatoren. Hij draagt bij tot de samenwerkingsregeling via de samenwerkingscontracten gesloten met de operatoren en zijn deelname aan de Commissie bedoeld in artikel 16.

Art. 5.De operatoren die een samenwerkingscontract gesloten hebben met de dienst werken mee aan de uitvoering van de geïndividualiseerde begeleiding via prestaties die bijdragen tot de uitvoering van het (de) beroepsdoel(en) vermeld in het actieplan van de werkzoekenden en via de beoordeling van de bijdrage van die prestaties. Zij dragen eveneens bij tot de samenwerkingsregeling door deelname aan de Commissie bedoeld in artikel 16. HOOFDSTUK IV. - Uitvoering van de geïndividualiseerde begeleiding en de samenwerkingsregeling Afdeling 1. - Uitvoering van de geïndividualiseerde begeleiding

Art. 6.Op het ogenblik van de inschrijving of de herinschrijving als werkzoekende wordt laatstgenoemde door de Dienst ingelicht over de nadere regels van het proces van de geïndividualiseerde begeleiding en van de daaruit voortvloeiende rechten en plichten. Als de werkzoekende reeds ingeschreven is, wordt hij daarover ingelicht tijdens het eerste gesprek met het oog op de balansopmaak.

Art. 7.De trajectbegeleider maakt samen met de werkzoekende een balans op waaruit de beroepsdoelen vermeld in het actieplan nader omschreven kunnen worden.

Art. 8.In overleg met de werkzoekende werkt de trajectbegeleider een actieplan uit op grond van de balans.

In het actieplan wordt (worden) het (de) beroepsdoel(en) opgenomen dat (die) bereikt moet(en) worden met het oog op de inschakeling van de werkzoekende in het arbeidscircuit. In dat actieplan worden minstens omschreven : 1° de acties die de werkzoekende moet ondernemen inzake het zoeken naar een betrekking en, in voorkomend geval, inzake oriëntering, vorming en activiteitscreatie of elke andere stap die bij zou kunnen dragen tot diens inschakeling in het beroepscircuit;2° de termijnen voor het ondernemen van de acties;3° de verbintenissen van elkeen ten opzichte van het uitvoeren van de te ondernemen acties;4° de vordering van de acties naarmate ze uitgevoerd worden. De uitvoering van het actieplan kan berusten op de interne prestaties van de Dienst of op de prestaties van operatoren die een samenwerkingscontract gesloten hebben. De trajectbegeleider kan in voorkomend geval steunen op de diensten van partnerstructuren van de Dienst belast met de informatie en de oriëntering van de werkzoekende.

Bij gelijktijdige interventies van verschillende operatoren zorgt de trajectbegeleider voor de kapitalisering van de bij de prestaties bekomen resultaten via zijn contacten met de werkzoekende en de betrokken operatoren.

Het plan wordt naar gelang van de contacten tussen de werkzoekende en de trajectbegeleider aangepast aan de resultaten van de ondernomen acties en, in voorkomend geval, aan de aanpassingsvoorstellen, evenals aan de evolutie van de situatie van de werkzoekende. De intensiteit en de frequentie van de contacten met de trajectbegeleider worden bepaald in functie van de zelfstandigheidsgraad van de werkzoekende.

Art. 9.De Regering stelt de nadere procedureregels vast voor het proces van de geïndividualiseerde begeleiding. De procedure voor de geïndividualiseerde begeleiding kan verlengd of herhaald worden volgens de beginselen bepaald door de Regering. Afdeling 2. - Samenwerkingsregeling

Art. 10.De samenwerking tussen de Dienst en de operatoren regelt minstens : 1° de onderschrijving van de beginselen en de nadere regels van de geïndividualiseerde begeleiding getroffen krachtens dit decreet;2° de transparantie en het zichtbaar maken van het prestatieaanbod van de operator(en);3° de toegang tot de aangeboden prestaties met inachtneming van het wettelijk kader ivm de opdrachten van de operatoren, met inbegrip van de inscrhrijving voor de opvangsessies en informatievergaderingen ingericht door de operator(en);4° de opvolging van de acties ondernomen door de werkzoekende;5° de beoordeling van de resultaten van de prestaties ten opzichte van de beroepsdoelen van het actieplan van de werkzoekende;6° de coördinatie van de acties ten opzichte van de ondernemingen in de optiek van bemiddeling;7° de beoordeling van de uitvoering van de samenwerkingsregeling en het proces van de geïndividualiseerde begeleiding.

Art. 11.De nadere regels voor de samenwerking bedoeld in artikel 10, evenals de verbintenissen bedoeld in de artikelen 13 en 14, worden op operationeel vlak uitgewerkt in een samenwerkingscontract vastgesteld door de Dienst in het kader van diens opdracht als operator op de arbeidsmarkt, en de operatoren. Dat samenwerkingscontract bevat minstens : 1° de contract ondertekenende partijen;2° de aanhef met vermelding van het deontologisch handvest en waarbij het contract opgenomen wordt in het beleid en de regelgeving van de vorming/inschakeling in het Waalse Gewest, evenals in het kader van de geïndividualiseerde begeleiding naar de inschakeling van de werkzoekenden in het arbeidscircuit;3° de inhoud van het contract met betrekking tot de nadere samenwerkingsregels tussen de partijden, operationeel uitgewerkt in het kader van de geïndividualiseerde begeleiding;4° de verbintenissen van de partijen zoals bepaald in de artikelen 10, 13 en 14, met inbegrip van de instemming met het deontologisch handvest;5° de verbintenissen van de partijen over de operationele uitwerking van de beginselen en nadere samenwerkingsregels zodat het volgende nader opgegeven wordt : a) de specificiteit van het prestatieaanbod van de operator, namelijk minstens het type prestaties, de doelstellingen, de verwachte en leverbare resultaten, de lokalisering, de duur en de kalender en, in voorkomend geval, de betrokken doelgroep;b) de specifieke samenwerkingsregels, namelijk minstens de verspreiding van het aanbod, de nadere opvangregels, de wijze van prioriteitenstelling, de adressering en het beheer van de stagiairs;6° de opvolging en de beoordeling van de samenwerking;7° de bevordering en de communicatie inzake samenwerking;8° de bepalingen inzake betwisting en geschillenbeslechting;9° de duur en de wijze van opzegging van het contract. Afdeling 3. - Verbintenissen van de actoren

Art. 12.Onverminderd de verplichtingen verband houdend met de inschrijving als werkzoekende dient de werkzoekende : 1° zich in te schakelen in het proces van de geïndividualiseerde begeleiding door deel te nemen aan de uitwerking van de balans en van het actieplan en door de acties te ondernemen vermeld in het actieplan met het oog op het bereiken van het (de) beroepsdoel(en) volgens de nadere regels vastgesteld in het actieplan in overleg met de trajectbegeleider;2° de trajectbegeleider in te lichten over alle gegevens die de balans mee op kunnen maken en het (de) beroepsdoel(en) mee kunnen vastleggen via het actieplan, evenals elk gegeven dat een impact heeft op de inhoud, de uitvoering en de afsluiting van het actieplan.

Art. 13.Onverminderd de verplichtingen van de Dienst omschreven in de artikelen 6 tot en met 8 en 10 van dit decreet dient de Dienst : 1° de werkzoekende in te lichten over de verbintenissen en de verplichtingen van de geïndividualiseerde begeleiding;2° een trajectbegeleider aan te wijzen voor de geïndividualiseerde begeleiding van de werkzoekende reeds vanaf het eerste gesprek met het oog op de opmaak van de balans;3° de bemiddeling te vergemakkelijken tussen de werkzoekende en de werkgevers;4° de samenwerkingscontracten uit te voeren gesloten met de operatoren en er de verplichtingen van na te leven;5° de opvang, de informatieverstrekking, de advisering van de werkzoekende te garanderen in het zoeken naar prestaties en diensten nuttig voor het bereiken van de beroepsdoelen via het actieplan;in overleg met de werkzoekende oriënteert de trajectbegeleider laatstgenoemde naar geschikte prestaties volgens welbepaalde nadere regels met name inzake adressering; 6° de technologische instrumenten ter beschikking te stellen van de trajectbegeleiders en de operatoren aan de hand waarvan ze de kapitalisering van de informatie en de opvolging van het traject van de werkzoekenden kunnen waarborgen;7° de vaardigheden verworven door de werkzoekende te benutten voor aanpassing en beoordeling van het actieplan en de eventuele voorstellen van navolgende of gelijktijdige acties door de operator(en) in overweging te nemen;8° de werkzoekende een afschrift te bezorgen van het hem betreffende actieplan;9° te orodelen of het (de) beroepsdoel(en) van het actieplan bereikt is (zijn);10° de geïndividualiseerde begeleiding te sluiten;11° de bezwaren ingediend door de werkzoekende ten opzichte van de verbintenissen van de Dienst bedoeld in 1° tot 3°, 5°, 7° tot 10° te behandelen;12° de Commissie van operatoren in te lichten over de weerkerende moeilijkheden die voorkomen in het kader van de geïndividualiseerde begeleiding;13° de geïndividualiseerde begeleiding te bevorderen.

Art. 14.Onverminderd de verplichtingen van de operator omschreven in artikel 10 van dit decreet moet de operator die een samenwerkingscontract gesloten heeft : 1° de samenwerkingscontracten uitvoeren gesloten met Dienst en er de verplichtingen van naleven;2° aan de Dienst zijn prestatieaanbod meedelen en er de zichtbaarheid van garanderen;3° de nadere opvangregels en de regels betreffende de informatievergaderingen over diens prestaties verspreiden, de toegankelijkheid van zijn prestatieaanbod aan de werkzoekenden opgenomen in het bestand van de trajectbegeleider bevorderen en al dan niet rechtstreeks de opvang, de informatie en de advisering van de werkzoekende garanderen in diens zoektocht naar prestaties en diensten nuttig voor het bereiken van de beroepsdoelen vermeld in het actieplan;4° de werkzoekende, georiënteerd door de trajectbegeleider, opvangen en de kandidatuur analyseren tegenover de prestatie ten opzichte van het actieplan;5° de werkzoekende en zijn trajectbegeleider inlichten over het resultaat van de analyse van de kandidatuur tegenover de prestatie en de aanpassing van de prestatie aan het actieplan;6° de werkzoekende ondersteunen en volgen tijdens het verrichten van de overeengekomen prestatie, evenals de trajectbegeleider inlichten over elk feit dat een gevolg zou kunnen hebben voor het uitvoeren van de aan de gang zijnde actie en, in voorkomend geval, aanpassingen voorstellen;7° in overleg met de werkzoekende de inbreng van de prestatie beoordelen tegenover het (de) beroepsdoel(en) en zich vergewissen van de communicatie van die resultaten aan de trajectbegeleider;8° de bezwaren ingediend door de werkzoekende ten opzichte van de verbintenissen van de operator bedoeld in 2° tot 7° te behandelen;9° de Commissie van operatoren inlichten over de weerkerende moeilijkheden die voorkomen in het kader van de geïndividualiseerde begeleiding. Afdeling 4. - Betrokkenheid van de bedrijven bij de

geïndividualiseerde begeleiding

Art. 15.De bedrijven worden betrokken bij de geïndividualiseerde begeleiding, meer bepaald via sectorovereenkomsten gesloten met de Regering en meer bepaald via de volgende verbintenissen : 1° hetz ichtbaar maken van de jobaanbiedingen in de sector door toedoen van de Dienst;2° de informatieverstrekking over de beroepen en hun evoluties;3° de ontwikkeling van stage- en leerplaatsen in bedrijven; 4° de ondersteuning van de inschakeling in het beroepscircuit, w.o. de ondersteuning van de uitvoering van regelingen voor bijstand bij aanwerving; 5° de investering in de vorming van de werkzoekenden met het oog op hun inschakeling in het beroepscircuit. Op het ogenblik van de jaarlijkse beoordeling van de uitvoering van de sectorovereenkomsten licht de sturingsinstantie van de sectorovereenkomsten de Commissie van operatoren in over de betrokkenheid van de bedrijven bij de gëïndividualiseerde begeleiding via onderzoek van de punten bedoeld in lid 1. HOOFDSTUK V. - Commissie van operatoren

Art. 16.§ 1. De Dienst en de operatoren werken samen en waarborgen de dialoog en de onderlinge gesprekken in een Commissie ingesteld bij de Dienst met als benaming, in de zin van dit decreet, Commissie van operatoren. § 2. In het kader van haar opdracht in verband met de geïndividualiseerde begeleiding moet die Commissie de uitvoering van de samenwerkingsregeling ondersteunen voor wat betreft de betrekkingen tussen de Dienst en de operatoren, met name via : 1° de uitwerking, de verspreiding en de uitvoering van een deontologisch handvest van de samenwerkingsregeling en van het model van de samenwerkingscontracten;2° het in overweging nemen van de beoordeling van de samenwerkingscontracten met het oog op de optimalisering van de werking van die regeling;3° het in overweging nemen van de informatie bedoeld in artikel 15, lid 2, overgemaakt door de sturingsinstantie van de sectorovereenkomsten met het oog op het toezicht over de betrokkenheid van de bedrijven;4° de bemiddeling en de arbitrage in de geschillen tussen de Dienst en een operator voor zover die functie voorzien is in het samenwerkingscontract dat ze gesloten hebben. § 3. De Commissie van operatoren kan voorstellen of aanbevelingen aan de Regering formuleren in verband met de uitvoering van de samenwerkingsregeling met het oog op de betere werking en het proces van de geïndividualiseerde beleiding ten opzichte van bepaalde begunstigden, met inbegrip van de doelgroepen bedoeld in artikel 3, lid 2. § 4. De Commissie van operatoren organiseert de beginselen van de dialoog en de gesprekken tussen de Dienst en de operatoren op plaatselijk niveau. In die hoedanigheid en in functie van de organisatie van de Directoraten-generaal van de Dienst worden de subregionale vertegenwoordigers verzocht om deel te nemen aan de vergaderingen in verband met de opdrachten van de Commissie bedoeld in de §§ 2 tot 3 indien sommige subregionale aspecten hen rechtstreeks aanbelangen. De nadere regels voor de organisatie van die vergaderingen worden vastgesteld in het huishoudelijk reglement van de Commissie. § 5. De Commissie en het beheerscomité van de Dienst kunnen samen werkvergaderingen beleggen. HOOFDSTUK VI. - Beoordeling van de regeling

Art. 17.De Regering voorziet in een globale beoordeling van de regeling om de drie jaar waarbij zij zich meer bepaald baseert op de informatie van het beheerscomité van de Dienst en de Commissie van operatoren, die de informatie bedoeld in artikel 15, lid 2, opneemt.

Die beoordeling wordt aan het Parlement overgemaakt en medegedeeld aan de "Conseil économique et social de la Wallonie" (Sociaal-economische Raad van Wallonië). HOOFDSTUK VII. - Overgangs- en slotbepalingen Afdeling 1. - Overgangsbepalingen

Art. 18.Het decreet van 1 april 2004Relevante gevonden documenten type decreet prom. 01/04/2004 pub. 01/06/2004 numac 2004201568 bron ministerie van het waalse gewest Decreet betreffende het geïntegreerd stelsel inzake socio-professionele inschakeling sluiten betreffende het geïntegreerd stelsel inzake socio-professionele inschakeling wordt opgeheven behoudens de artikelen 20 en 21 van dit besluit.

Art. 19.De Regering is gemachtigd om, indien dit nodig blijkt bij de uitvoering of de samenhang van dit decreet, volgende vervangingen door te voeren in de geldende decreet- en regelgevende bepalingen : 1° de woorden « decreet van 1 april 2004Relevante gevonden documenten type decreet prom. 01/04/2004 pub. 01/06/2004 numac 2004201568 bron ministerie van het waalse gewest Decreet betreffende het geïntegreerd stelsel inzake socio-professionele inschakeling sluiten betreffende het geïntegreerd stelsel inzake socio-professionele inschakeling » te vervangen door de verwijzing naar dit decreet;2° de woorden « partnerovereenkomst » te vervangen door « samenwerkingscontract »;3° de woorden « Commission consultative régionale (Gewestelijke adviescommissie) van het decreet van 1 april 2004Relevante gevonden documenten type decreet prom. 01/04/2004 pub. 01/06/2004 numac 2004201568 bron ministerie van het waalse gewest Decreet betreffende het geïntegreerd stelsel inzake socio-professionele inschakeling sluiten betreffende het geïntegreerd stelsel inzake socio-professionele inschakeling » te vervangen door de verwijzing naar de Commissie bedoeld in artikel 16 van dit decreet;4° de woorden « inschakelingskredietcontract » te vervangen door de woorden « actieplan ». De Regering is daarnaast gemachtigd om te verwijzingen naar de woorden bedoeld in lid 1, 1° tot 4°, op te heffen in de geldende decreet- of regelgevende bepalingen indien dat nodig blijkt voor de uitvoering of de samenhang van dit decreet. Afdeling 2. - Overgangsbepalingen

Art. 20.Bij wijze van overgang voert de "Commission consultative régionale (Gewestelijke adviescommissie) van het decreet van 1 april 2004Relevante gevonden documenten type decreet prom. 01/04/2004 pub. 01/06/2004 numac 2004201568 bron ministerie van het waalse gewest Decreet betreffende het geïntegreerd stelsel inzake socio-professionele inschakeling sluiten betreffende het geïntegreerd stelsel inzake socio-professionele inschakeling" verder haar opdrachten uit totdat de Commissie bedoeld in artikel 16 geïnstalleerd is, waarbij die installatie een einde maakt aan de toepassing van deze bepaling.

Art. 21.Bij wijze van overgang voeren de « Commissions consultatives sous-régionales (Subregionale adviescommissies) van het decreet van 1 april 2004Relevante gevonden documenten type decreet prom. 01/04/2004 pub. 01/06/2004 numac 2004201568 bron ministerie van het waalse gewest Decreet betreffende het geïntegreerd stelsel inzake socio-professionele inschakeling sluiten betreffende het geïntegreerd stelsel inzake socio-professionele inschakeling » verder hun opdrachten uit tot de datum vastgesteld door de Regering, waarbij dit een einde maakt aan de toepassing van deze bepaling. Afdeling 3. - Overgangsbepaling

Art. 22.Dit decreet treedt in werking op de datum die door de Regering bepaald wordt.

Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Namen, 12 januari 2012.

De Minister-President, R. DEMOTTE De Minister van Duurzame Ontwikkeling en Ambtenarenzaken, J.-M. NOLLET De Minister van Begroting, Financiën, Tewerkstelling, Vorming en Sport, A. ANTOINE De Minister van Economie, K.M.O.'s, Buitenlandse Handel en Nieuwe Technologieën, J.-C. MARCOURT De Minister van de Plaatselijke Besturen en de Stad, P. FURLAN De Minister van Gezondheid, Sociale Actie en Gelijke Kansen, Mevr. E. TILLIEUX De Minister van Leefmilieu, Ruimtelijke Ordening en Mobiliteit, Ph. HENRY De Minister van Openbare Werken, Landbouw, Landelijke Aangelegenheden, Natuur, Bossen en Erfgoed, C. DI ANTONIO _______ Nota (1) Zitting 2011-2012. Stukken van het Waals Parlement 505 (2011-2012), nrs 1 tot 4.

Volledig verslag, openbare vergadering van 11 januari 2012 Bespreking.

Stemming.

^