Etaamb.openjustice.be
Decreet van 01 april 2004
gepubliceerd op 01 juni 2004

Decreet betreffende het geïntegreerd stelsel inzake socio-professionele inschakeling

bron
ministerie van het waalse gewest
numac
2004201568
pub.
01/06/2004
prom.
01/04/2004
ELI
eli/decreet/2004/04/01/2004201568/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

1 APRIL 2004. - Decreet betreffende het geïntegreerd stelsel inzake socio-professionele inschakeling (1)


De Waalse Gewestraad heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt :

Artikel 1.Dit decreet regelt krachtens artikel 138 van de Grondwet een aangelegenheid bedoeld in artikel 127, § 1, ervan. De bepalingen betreffende deze aangelegenheid zijn toepasselijk op het grondgebied van het Franse taalgebied.

Art. 2.§ 1. Er wordt een geïntegreerd stelsel inzake socio-professionele inschakeling opgericht, hierna "het stelsel" genoemd, dat tussen verschillende operatoren geïntegreerde en gecoördineerde vormings- en inschakelingsacties organiseert voor de in artikel 3 bedoelde rechthebbenden om hen een duurzame kwaliteitsbetrekking te verschaffen.

Het stelsel biedt zowel gemeenschappelijk als individueel een geheel van specifieke, bijkomende en gecoördineerde diensten via de vormings- en inschakelingsoperatoren, alsmede via de onthaal-, informatie-, en opvolgingsinstanties bedoeld in artikel 9. § 2. In het kader van dit decreet worden beschouwd als vormings- en inschakelingsoperatoren : 1° De "Office wallon de la Formation professionnelle et de l'Emploi" (Waalse Dienst voor Beroepsopleiding en Arbeidsbemiddeling), hierna de "Dienst" genoemd, als "openbare vormingsoperator", zoals bepaald bij artikel 1bis, 9°, van het decreet van 6 mei 1999, gewijzigd bij het decreet van 13 maart 2003 betreffende de "Office wallon de la Formation professionnelle et de l'Emploi";2° de door de Dienst opgerichte vormingscentra, alsmede de instellingen waarmee hij inzake vorming en socio-professionele inschakeling een partnerschapsovereenkomst heeft gesloten krachtens artikel 7 van bovenvermeld decreet van 6 mei 1999;3° de instellingen voor socio-professionele inschakeling en bedrijven voor vorming door arbeid, zoals bepaald bij het decreet van 12 februari 2004 betreffende de erkenning en de subsidiëring van de instellingen voor socio-professionele inschakeling en de bedrijven voor vorming door arbeid;4° de gewestelijke zendingen voor arbeidsbemiddeling, zoals bepaald bij het decreet van 3 maart 2004 betreffende de erkenning en de subsidiëring van de gewestelijke zendingen voor arbeidsbemiddeling;5° de centra voor de bekrachtiging van de bevoegdheden, zoals bepaald bij het decreet van 13 november 2003 houdende instemming met het samenwerkingsakkoord van 24 juli 2003 betreffende de bekrachtiging van de bevoegdheden op het gebied van de voortgezette beroepsopleiding, gesloten tussen de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie;6° het "Institut wallon de formation en alternance et des indépendants et petites et moyennes entreprises" (Waals instituut voor alternerende opleiding, zelfstandigen en kleine en middelgrote ondernemingen);7° de vormingscentra van het "Institut wallon de formation en alternance et des indépendants et petites et moyennes entreprises";8° de openbare centra voor maatschappelijk welzijn;9° de buurtregies;10° het "Agence wallonne pour l'Intégration des Personnes handicapées" (Waals Agentschap voor de Integratie van Gehandicapte Personen) en de door hem erkende en gesubsidieerde vormingscentra;11° de inrichtingen van het onderwijs voor sociale promotie;12° de centra voor alternerende opleiding en onderwijs. § 3. Met inachtneming van de opdrachten die hem overeenkomstig zijn organieke wetgeving worden toegekend, zorgt elke vormings- en inschakelingsoperator : 1° voor de doorzichtigheid van zijn vormings- en inschakelingsaanbod, met name door de entiteit "regisseur-ensemblier" van de Dienst te informeren;2° voor de opvolging van de rechthebbende gedurende de vormings- en inschakelingsactie alsmede, desnoods, tussen bedoelde actie en de volgende in het kader van de studiekeuzen en overstapmogelijkheden tussen vormings- en inschakelingsoperatoren;3° in nauwe samenspraak met de rechthebbende, voor de formatieve evaluatie van zijn verworvenheden in het kader van de gevoerde vormings- en inschakelingsactie alsmede, met zijn uitdrukkelijke instemming, voor de kennisgeving aan de bijzondere adviseur bedoeld in artikel 5 van het resultaat van die evaluatie, met inachtneming van de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens;4° voor deelneming aan de gewestelijke adviescommissie of aan de subregionale commissies door een actieve aanwezigheid of door het verstrekken van informatie en voorstellen met het oog op een optimale werking van het stelsel. § 4. De Waalse Regering kan de in § 3 van dit artikel bedoelde maatregelen nader bepalen en de modaliteiten voor de uitvoering ervan vastleggen.

Art. 3.§ 1. Het stelsel betreft de werkzoekenden die als dusdanig bij de Dienst ingeschreven staan en die niet meer leerplichtig zijn.

Op grond van het advies van de in artikel 32 van bovenvermeld decreet van 6 mei 1999 bedoelde Adviescommissie van het geïntegreerd inschakelingsstelsel, hierna de "Adviescommissie" genoemd, bepaalt de Waalse Regering onder de werkzoekenden bedoeld in het eerste lid, de categorieën personen, hierna "de rechthebbenden" genoemd, die bij voorrang in aanmerking komen voor het stelsel, rekening houdende met de mate waarin ze van de arbeidsmarkt verwijderd zijn. § 2. De toegang tot het stelsel is vrij en gratis voor alle rechthebbenden.

Art. 4.§ 1. Om in aanmerking te komen voor het stelsel, sluiten de rechthebbenden met de entiteit "regisseur-ensemblier" van de Dienst een opvolgings- en bijstandscontract inzake de socio-professionele inschakeling, hierna "inschakelingskrediet-contract" genoemd,.

Het "inschakelingskrediet-contract" loopt maximum twee jaar, met inbegrip van de maximumduur van zes maanden die nodig zou zijn voor de begeleiding van de rechthebbenden na hun inschakeling in het arbeidsproces.

Bovendien verleent het "inschakelingskrediet-contract" via de Dienst aan de rechthebbende die een beroepsopleiding volgt bij één van de vormingsoperatoren van het stelsel, de premies en voordelen waarvan de toekenningsmodaliteiten door de Waalse Regering worden bepaald.

Het inschakelingskrediet-contract waarborgt de rechthebbende ook een geïndividualiseerde opvolging en een bijstand bij de inschakeling in het arbeidsproces, met name door het opmaken van een preliminaire persoonlijke beroepsbalans, alsmede door een continue formatieve evaluatie, door een voortdurend aanbod aan diensten inzake vorming en socio-professionele inschakeling, door een vlottere totstandbrenging van opleidingsmogelijkheden en door de formalisering van overstapmogelijkheden tussen de verschillende actoren van het stelsel en tussen de verschillende acties ondernomen door en met de rechthebbende zodat hij zo spoedig en doeltreffend mogelijk zijn doelstellingen inzake vorming en tewerkstelling kan halen. § 2. Op voorstel van de Adviescommissie bepaalt de Waalse Regering de gegevens die in het "inschakelingskrediet-contract" vermeld moeten worden.

Art. 5.Elke rechthebbende op het stelsel wordt tijdens de hele duur van het "inschakelingskrediet-contract" opgevolgd door een bijzondere adviseur van de Dienst.

De Waalse Regering kan de modaliteiten voor de uitvoering van de opvolging van de rechthebbende nader bepalen op voorstel van het beheerscomité van de Dienst.

Art. 6.Krachtens artikel 3, § 1, van bovenvermeld decreet van 6 mei 1999 vervult de entiteit "regisseur-ensemblier" van de Dienst de volgende opdrachten : 1° het stelstel op touw zetten, coördineren en bevorderen;2° het stelsel sturen in samenwerking met de Adviescommissie en de in artikel 42 van bovenvermeld decreet van 6 mei 1999 bedoelde subregionale commissies van het geïntegreerd inschakelingsstelsel, hierna de "Subregionale commissies" genoemd;3° alle gegevens over de rechthebbenden centraliseren, onder voorbehoud van de toepassing van de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens;4° de Adviescommissie en de Subregionale commissies financieren of cofinancieren;5° instaan voor het onthaal, de informatie en de opvolging van de rechthebbenden door het coördineren van de in artikel 9 bedoelde instellingen die die diensten verstrekken;6° elke strategie die met name op grond van de voorstellen van de adviesorganen van het stelsel bepaald wordt, uitvoeren die volgens hem de gerechtigde een kwaliteitsdienst inzake de socio-professionele inschakeling waarborgt;7° het initiatief nemen tot overstapmogelijkheden en partnerschappen tussen de vormings- en inschakelingsoperatoren;8° een globale evaluatie maken van de "inschakelingskrediet-contracten", de adviescommissie kennis geven van de resultaten van de evaluatie en ze aan de Waalse Regering overmaken. De Waalse Regering kan de modaliteiten voor de uitvoering van de in het eerste lid bedoelde opdrachten nader bepalen.

Art. 7.In het kader van zijn opdrachten bedoeld in artikel 33 van bovenvermeld decreet van 6 mei 1999 maakt de Adviescommissie na advies van het Beheerscomité van de Dienst de volgende gegevens over aan de Waalse Regering : 1° een voorstel van jaarlijks actieplan, met inbegrip van een advies betreffende de prioritaire rechthebbenden;2° op eigen initiatief of op haar verzoek, een advies over de uitvoering van het stelsel door de entiteit "regisseur-ensemblier" van de Dienst;3° een advies over de actieplannen die hem door de subregionale commissies worden overgelegd;4° op eigen initiatief of op haar verzoek, voorstellen om de werking en het beheer van het stelsel te verbeteren. De Adviescommissie verstrekt de Subregionale commissies ook alle nuttige informatie over het stelsel.

De Waalse Regering kan de modaliteiten voor de uitvoering van de in de vorige leden bedoelde opdrachten nader bepalen.

Art. 8.In het kader van zijn opdrachten bedoeld in artikel 42, tweede lid, van bovenvermeld decreet van 6 mei 1999 worden de Subregionale commissies ermee belast : 1° jaarlijkse actieplannen in samenwerking met de gewestelijke directies van de entiteit "regisseur-ensemblier" van de Dienst uit te werken en voor advies aan de Adviescommissie voor te leggen, meer bepaald : a) het op touw zetten van overstap- en opleidingsmogelijkheden tussen de vormings- en inschakelingsoperatoren, alsmede tussen de acties tot stand gebracht door elk van hen;b) de adequatie tussen het vormings- en dienstenaanbod van de vormings- en inschakelingsoperatoren en de vraag van de rechthebbenden, enerzijds, en tussen het bevoegdhedenaanbod van de rechthebbenden en de behoeften van de bedrijven, anderzijds;2° de uitvoering van de actieplannen te superviseren en de effecten ervan te beoordelen;3° wat de subregionale actoren betreft, informatie over het beheer van het stelsel te verspreiden met het oog op een optimale doeltreffendheid ervan ten opzichte van de behoeften van de rechthebbenden;4° de begeleidings- en deelnemingsstructuren van de rechthebbenden op touw te zetten en te beheren en de Adviescommissie tegelijkertijd kennis te geven van de ontwikkeling daarvan. De Waalse Regering kan de modaliteiten voor de uitvoering van de in het eerste lid bedoelde opdrachten nader bepalen.

Art. 9.Krachtens dit decreet worden beschouwd als instanties die instaan voor het onthaal, de informatie en de opvolging van de rechthebbenden : 1° onder de gedecentraliseerde entiteiten bedoeld in artikel 26, eerste lid, van bovenvermeld decreet van 6 mei 1999, diegene die als dusdanig worden aangewezen door het beheerscomité van de Dienst;2° de gewestelijke directies van de Dienst;3° de diensten belast met het onthaal en de informatie van de vormings- en inschakelingsoperatoren.

Art. 10.De bedrijven worden via de vertegenwoordigers van de representatieve werknemers- en werkgeversorganisaties binnen de gewestelijke en subregionale adviescommissies met het stelsel geassocieerd als erkende actoren ervan. In dat opzicht zorgen ze er met name voor : 1° het werkaanbod voor laaggeschoolde doelgroepen zichtbaarder en toegankelijker te maken;2° hun deelneming aan de structuren die de socio-professionele inschakeling bevorderen, te intensiveren;3° het begeleidingsproces te vergemakkelijken inzake de tewerkstelling van de rechthebbenden door de aanwijzing van een mentor en door de deelneming aan de opvolging en aan de beoordeling van de uitvoering gedurende de fase van de onderdompeling in het bedrijf van het met de rechthebbende gesloten inschakelingskrediet-contract.

Art. 11.Het Waarnemingscentrum inzake werkgelegenheid bedoeld in het besluit van de Waalse Regering van 10 september 1998 tot oprichting van een Waarnemingscentrum inzake werkgelegenheid maakt jaarlijks een kwalitatieve en kwantitatieve evaluatie van het stelsel en deelt de resultaten aan de Waalse Regering mee na advies van de Adviescommissie. De Waalse Regering maakt ze aan de Waalse Gewestraad over binnen hoogstens één maand na ontvangst ervan.

Art. 12.§ 1. De Waalse Regering richt binnen de door haar aangewezen diensten een beroepscommissie op, hierna "de Commissie" genoemd. De Commissie moet met name advies uitbrengen over elk beroep dat door een rechthebbende of een vormings- en inschakelingsoperator wordt ingediend.

Het beroep wordt bij de Commissie ingesteld binnen een maand na kennisgeving van de beslissing waarmee de aanvrager niet kan instemmen. Als het beroep niet binnen die termijn ingesteld wordt, is de beslissing definitief.

De Commissie brengt advies uit binnen drie maanden na instelling van het beroep. De voorzitter kan die termijn met een niet-verlengbare duur van één maand verlengen op grond van een gemotiveerde beslissing.

Het advies wordt gelijktijdig meegedeeld aan de aanvrager en aan de Minister van Vorming, die zich vervolgens definitief over het beroep uitspreekt. § 2. De Commissie bestaat uit : 1° een voorzitter die de Waalse Regering vertegenwoordigt;2° vier leden die de representatieve werknemers- en werkgeversorganisaties vertegenwoordigen;3° twee leden die de Dienst in zijn functie van "regisseur-ensemblier" vertegenwoordigen;4° twee leden die het Directoraat-generaal Economie en Tewerkstelling van het Ministerie van het Waalse Gewest vertegenwoordigen. De Waalse Regering benoemt de gewone leden van de Commissie alsmede hun plaatsvervangers voor een periode van vier jaar.

De leden bedoeld in 1° en 4°, eerste lid, van deze paragraaf worden rechtstreeks door de Waalse Regering aangewezen.

De leden bedoeld in 2° en 3° van hetzelfde lid worden door de Waalse Regering aangewezen op voorstel van het beheerscomité van de Dienst en na overlegging van een dubbeltal door de Sociaal-economische Raad van het Waalse Gewest. § 3. Het is elk lid, met inbegrip van de voorzitter, verboden zitting te hebben wanneer het een rechtstreeks belang heeft bij het voorwerp van de beraadslaging, hetzij persoonlijk, hetzij als tussenpersoon, hetzij als gelastigde.

De aanvrager of zijn plaatsvervanger, eventueel door een adviseur bijgestaan, kan door de Commissie gehoord worden.

De Commissie kan verzoeken om de overlegging van aanvullende stukken, inlichtingen, documenten en gegevens die ze nuttig acht. § 4. De Commissie stelt haar huishoudelijk reglement op en legt het ter goedkeuring voor aan de Waalse Regering.

Art. 13.De Waalse Regering bepaalt de datum van inwerkingtreding van dit decreet.

Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Namen, 1 april 2004.

De Minister-President, J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE De Minister van Economie, K.M.O.'s, Onderzoek en Nieuwe Technologieën, S. KUBLA De Minister van Vervoer, Mobiliteit en Energie, J. DARAS De Minister van Begroting, Huisvesting, Uitrusting en Openbare Werken, M. DAERDEN De Minister van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Leefmilieu, M. FORET De Minister van Landbouw en Landelijke Aangelegenheden, J. HAPPART De Minister van Binnenlandse Aangelegenheden en Ambtenarenzaken, Ch. MICHEL De Minister van Sociale Aangelegenheden en Gezondheid, Th. DETIENNE Minister van Tewerkstelling en Vorming, Ph. COURARD _______ Nota (1) Zitting 2003-2004. Stukken van de Raad 671 (2003-2004) nrs. 1 tot 5.

Volledig verslag. Openbare vergadering van 31 maart 2004.

Bespreking en stemming.

^