gepubliceerd op 16 oktober 1998
Besluit van de Waalse Regering tot oprichting van een Waarnemingscentrum inzake werkgelegenheid
10 SEPTEMBER 1998. - Besluit van de Waalse Regering tot oprichting van een Waarnemingscentrum inzake werkgelegenheid
De Waalse Regering, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, inzonderheid op artikel 87, § 1, gewijzigd bij de bijzondere wet van 16 juli 1993;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 17 februari 1998;
Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting, gegeven op 2 maart 1998;
Gelet op de beslissing van de Waalse Regering van 4 juni 1998 over de aanvraag om advies binnen de termijn van één maand;
Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 20 augustus 1998, overeenkomstig artikel 84, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op de voordracht van de Minister-President van de Waalse Regering, belast met Economie, Buitenlandse Handel, KMO's, Toerisme en Patrimonium, en van de Minister van Begroting en Financiën, Tewerkstelling en Vorming, Besluit :
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° Minister : de Minister van Tewerkstelling; 2° D.S.S. : de Dienst Studiën en Statistiek van het Ministerie van het Waalse Gewest; 3° Afdeling : de Afdeling Tewerkstelling van de Algemene Directie Economie en Tewerkstelling van het Ministerie van het Waalse Gewest.
Art. 2.Er wordt een Waarnemingscentrum inzake werkgelegenheid opgericht dat met name met de volgende opdrachten belast wordt : 1° een reeks indicatoren opstellen en bijwerken die de werking van de arbeidsmarkt weergeven, met inbegrip van alle toe- en uittredingsbewegingen, onderzoek verrichten naar de vooruitzichten op die markt, waardoor kan worden geanticipeerd op de behoeften aan arbeidskrachten en aan soorten kwalificaties en waardoor de behandelde informatie doorlopend kan worden verspreid;2° de evaluatie organiseren en doorvoeren of laten doorvoeren van de verschillende maatregelen die een weerslag hebben op de evolutie van de arbeidsmarkt en op de werkloosheidsvermindering. Het Waarnemingscentrum inzake werkgelegenheid bestaat uit twee organen die ermee belast zijn aanbevelingen en adviezen te verstrekken : een Comité voor het Waarnemingscentrum inzake werkgelegenheid, hierna « Comité » genoemd, en een Raad voor het Waarnemingscentrum inzake werkgelegenheid, hierna « Raad » genoemd.
Art. 3.Het Comité bestaat uit : 1° twee vertegenwoordigers van de Minister;2° een vertegenwoordiger van de Minister van Economie;3° een vertegenwoordiger van de Minister van Uitrusting;4° een vertegenwoordiger van de Minister van Ambtenarenzaken;5° een vertegenwoordiger van de Minister van Technologische Ontwikkeling en Onderzoek; 6° een vertegenwoordiger van de D.S.S.; 7° twee vertegenwoordigers van de Algemene Directie Economie en Tewerkstelling, onder wie een vertegenwoordiger van de Afdeling;8° een vertegenwoordiger van de FOREM;9° een vertegenwoordiger van de Algemene Directie Technologische Ontwikkeling, Onderzoek en Energie. Het Comité neemt vertegenwoordigers van andere inrichtingen of instellingen op wanneer dit nuttig wordt geacht voor een efficiënte uitvoering van diens werkzaamheden.
Alleen de vertegenwoordigers van de Ministers zijn stemgerechtigd; de anderen hebben een raadgevende stem.
Het voorzitterschap van het Comité wordt door één van de vertegenwoordigers van de Minister waargenomen.
Het secretariaat van het Comité wordt door een personeelslid van de D.S.S. waargenomen.
Art. 4.Het Comité voert de volgende opdrachten uit : 1° over de goede werking van het Waarnemingscentrum inzake werkgelegenheid waken en de Minister aanbevelingen daaromtrent verstrekken;2° het meerjarenprogramma van de taken die door het Waarnemingscentrum inzake werkgelegenheid moeten worden uitgevoerd, na overleg met de « Conseil économique et social de la Région wallonne » (Sociaal-economische Raad van het Waalse Gewest), aan de Minister overleggen, samen met het advies van de Raad;3° over het goede verloop van het meerjarenprogramma waken en een verslag over de uitvoering ervan jaarlijks opmaken ten behoeve van de Minister; 4° nagaan of de bestelde studie- en onderzoeksopdrachten die de D.S.S. niet bij machte is alleen uit te voeren en waarvoor een overheidsopdracht moest worden uitgeschreven, verantwoord zijn.
Art. 5.Het personeelslid van de D.S.S. dat het secretariaat van het Comité waarneemt, is bovendien met de volgende opdrachten belast : 1° het binnen de D.S.S. opgestelde voorstel van meerjarenprogramma van de taken die het Waarnemingscentrum moet uitvoeren, aan het Comité overleggen; 2° het Comité driemaandelijks verslag uitbrengen over de stand van zaken in verband met de verwezenlijking van het programma. Het meerjarenprogramma van de taken waarmee het Waarnemingscentrum belast is, wordt uitgevoerd door de D.S.S. die daartoe wetenschappelijk samenwerkt met de Afdeling, de FOREM, de Subregionale Comités voor Arbeidsbemiddeling en Vorming en de verschillende sectoren van de bedrijfswereld.
Elke administratie of dienst die binnen het Comité vertegenwoordigd wordt, werkt actief mee aan het verzamelen en het opslaan van de gegevens die nodig zijn voor het analyseren van de stand van zaken op de arbeidsmarkt en gedraagt zich daartoe naar de bepalingen en de methodologische regels die door de D.S.S. worden vastgelegd met inachtneming van de door de Raad bepaalde richtlijnen.
Art. 6.De Raad bestaat uit veertien leden, die voor vier jaar benoemd worden door de Waalse Regering, namelijk : 1° zes leden die binnen de Franstalige inrichtingen voor universitair onderwijs gekozen zijn, 2° vier belangrijke persoonlijkheden die bij het sociaal-economische leven betrokken zijn;3° twee deskundigen inzake werkgelegenheid;4° de twee leden van de Hoge Raad voor Tewerkstelling die door de Waalse Regering aangewezen zijn. Een vertegenwoordiger van het Comité woont de vergaderingen van de Raad met raadgevende stem bij.
Bovendien kan de Raad vertegenwoordigers van andere inrichtingen of instellingen opnemen wanneer dat nuttig wordt geacht voor een efficiënte uitvoering van diens werkzaamheden. Ook zij zetelen met raadgevende stem.
De Raad maakt zijn huishoudelijk reglement op waarin de voorwaarden bepaald worden voor de aanwijzing van een voorzitter en van twee vice-voorzitters die uit zijn midden gekozen worden.
Het secretariaat van de Raad wordt door de secretaris van het Comité waargenomen.
Art. 7.Noch het ambt van lid van de Raad, noch de deelname aan diens werkzaamheden worden vergoed. De reis- en verblijfkosten wordt evenwel terugbetaald aan degenen die niet tot een bestuur behoren. Daartoe worden ze gelijkgesteld met ambtenaren met een graad van rang A3.
Art. 8.De Raad voert de volgende opdrachten uit : 1° advies uitbrengen over het meerjarenprogramma van de taken die het Waarnemingscentrum moet uitvoeren;2° de algemene evaluatie van het meerjarenprogramma doorvoeren en de resultaten analyseren van de in dit verband verrichte werkzaamheden ten behoeve van het Comité;3° nagaan in welke mate de door de overheid getroffen beslissingen van invloed zijn op de werkgelegenheid en de werkloosheid; 4° advies uitbrengen over de vragen van wetenschappelijke aard die de Minister, het Comité of de D.S.S. hem overleggen.
De aanbevelingen en adviezen van de Raad op het algemene gebied van de statistiek moeten rekening houden met de beslissingen van de « Conseil wallon de la Statistique « (Waalse Raad van de Statistiek). Bij grote meningsverschillen kunnen de voorzitters van beide raden overeenkomen om een vergadering te beleggen om die meningsverschillen te bespreken.
Art. 9.Het besluit van de Waalse Regering van 14 oktober 1993 betreffende de delegaties van bevoegdheden eigen aan het Ministerie van het Waalse Gewest is van toepassing op de begrotingsbeslissingen die nuttig zijn voor de werking van het Waarnemingscentrum inzake werkgelegenheid.
Art. 10.De Minister van Economie en de Minister van Tewerkstelling zijn belast, ieder wat hem betreft, met de uitvoering van dit besluit.
Namen, 10 september 1998.
De Minister-President van de Waalse Regering, belast met Economie, Buitenlandse Handel, KMO's, Toerisme en Patrimonium, R. COLLIGNON De Minister van Begroting en Financiën, Tewerkstelling en Vorming, J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE