Etaamb.openjustice.be
Decreet van 27 mei 2004
gepubliceerd op 23 juni 2004

Decreet betreffende de gelijke behandeling inzake tewerkstelling en beroepsopleiding

bron
ministerie van het waalse gewest
numac
2004201982
pub.
23/06/2004
prom.
27/05/2004
ELI
eli/decreet/2004/05/27/2004201982/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

27 MEI 2004. - Decreet betreffende de gelijke behandeling inzake tewerkstelling en beroepsopleiding (1)


De Waalse Gewestraad heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt : HOOFDSTUK I. - Inleidende bepalingen Afdeling 1. - Algemeen

Artikel 1.Dit decreet regelt gedeeltelijk een aangelegenheid bedoeld in artikel 127, § 1, van de Grondwet overeenkomstig artikel 138 van de Grondwet.

Art. 2.Dit decreet beoogt het omzetten van Richtlijn 2000/43/EG van de Raad van 29 juni 2000 houdende toepassing van het beginsel van gelijke behandeling van personen ongeacht ras of etnische afstamming en van Richtlijn 2000/78/CE tot instelling van een algemeen kader voor gelijke behandeling in arbeid en beroep.

Art. 3.Dit decreet heeft tot doel het beginsel van gelijke behandeling inzake tewerkstelling en beroepsopleiding te waarborgen door elke discriminatie in de zin van dit decreet te verbieden. Afdeling 2. - Discriminatiecriteria

Art. 4.In de zin van dit decreet wordt onder « gelijke behandeling » verstaan de afschaffing van elke vorm van directe of indirecte discriminatie op grond van godsdienstige of filosofische overtuigingen, een handicap of een fysisch kenmerk, de huidige of toekomstige gezondheidstoestand, de leeftijd, de burgerlijke stand, het geslacht, de seksuele geaardheid, de nationale of etnische afstamming, de herkomst of de familiale of socio-economische toestand wat de tewerkstelling en de beroepsopleiding betreft.

Er is sprake van « directe discriminatie » wanneer een persoon een ongunstigere behandeling krijgt dan die een andere persoon in gelijkaardige omstandigheden krijgt, gekregen heeft of gekregen zou hebben.

Er is sprake van « indirecte discriminatie » wanneer een ogenschijnlijk neutrale maatregel, maatstaf of handelwijze een persoon t.o.v. een andere in gelijkaardige omstandigheden bijzonder benadeelt, tenzij die maatregel, maatstaf of handelwijze objectief wordt gerechtvaardigd door het nastreven van een legitieme doelstelling en de aangewende middelen voor het halen van die doelstelling evenredig zijn.

Art. 5.Een verschil in behandeling dat berust op één van de kenmerken in verband met één van de redenen bedoeld in artikel 4 is geen discriminatie indien bedoeld kenmerk wegens de aard van een beroepsactiviteit of van de context waarin ze wordt uitgevoerd, een wezenlijke en doorslaggevende beroepsvereiste vormt, voorzover de doelstelling legitiem en het vereiste evenredig is.

Wat meer bepaald de criteria in verband met de leeftijd of de socio-economische toestand betreft, is een verschil van behandeling geen discriminatie, inzonderheid wanneer zij de socio-professionele integratie bevordert of de personen beschermt die het voorwerp zijn van een positieve actie en wanneer de aangewende middelen voor het halen van die doelstelling evenredig zijn.

Art. 6.Teneinde te waarborgen dat het beginsel van gelijke behandeling met betrekking tot personen met een handicap nageleefd wordt, wordt voorzien in behoorlijke aanpassingen. Dit houdt in dat de operator, al naargelang de behoefte, in een concrete situatie passende maatregelen neemt om een persoon met een handicap toegang te verlenen tot een opleiding of tot elke socio-professionele integratiehulp, tenzij die maatregelen een overmatige last vormen voor de operator.

De Waalse Regering is bevoegd om het begrip behoorlijke aanpassing te definiëren en om de toepassingsmodaliteiten van het in het vorige lid bedoelde beginsel nader te bepalen.

Art. 7.Elke houding die aanzet tot discriminatie van personen op basis van één van de in artikel 4, eerste lid, genoemde gronden, wordt beschouwd als discriminatie in de zin van dit decreet. Afdeling 3. - Toepassingsveld

Art. 8.Binnen de grenzen van de aan het Gewest verleende bevoegdheid inzake tewerkstelling is dit decreet zowel in de overheidssector als in de particuliere sector van toepassing met betrekking tot de beroepskeuzevoorlichting, de socio-professionele integratie, de plaatsing van de werknemers en de hulpverlening voor de tewerkstellingsbevordering.

Art. 9.Binnen de grenzen van de aan het Gewest verleende bevoegdheid inzake beroepsomscholing en bijscholing is dit decreet zowel in de overheidssector als in de particuliere sector van toepassing met betrekking tot de socio-professionele integratie en de beroepsopleiding, met inbegrip van de validatie van de bevoegdheden. HOOFDSTUK II. - Positieve acties

Art. 10.Om de volle gelijkheid van de werknemers met of zonder werk te waarborgen, handhaaft of treft de Waalse Regering, om het beginsel van gelijke behandeling te waarborgen, specifieke maatregelen om de nadelen i.v.m. een van de in artikel 4, eerste lid, genoemde gronden te voorkomen of te compenseren. HOOFDSTUK III. - Opvolging en evaluatie van de gelijke behandeling inzake tewerkstelling en beroepsopleiding

Art. 11.§ 1. De Waalse Regering werkt een tweejarig actieplan uit in overleg met de « Conseil économique et social de la Région wallonne » (Sociaal-economische raad van het Waalse Gewest). § 2. Het « Institut wallon de l'évaluation, de la prospective et de la statistique » (Waals Instituut voor evaluatie, toekomstverwachting en statistiek), hierna IWEPS genoemd, heeft als opdracht : 1° het inzamelen, centraliseren en verspreiden van studies, analyses of informatie, anoniem gemaakt, betreffende de gelijke behandeling inzake tewerkstelling en beroepsopleiding;2° het jaarlijks overleggen aan de Waalse Regering van een activiteitenverslag en een evaluatie van het door haar gevoerde beleid om de gelijke behandeling inzake tewerkstelling en beroepsopleiding te bevorderen;3° desgevallend, de Waalse Regering vertegenwoordigen binnen de bevoegde nationale of supranationale instanties met betrekking tot de gelijke behandeling inzake tewerkstelling en beroepsopleiding. § 3. De « Conseil économique et social de la Région wallonne » is belast met het overleggen van voorstellen of adviezen, op eigen initiatief of op verzoek van de Waalse Regering, in verband met de te ondernemen acties om de gelijke behandeling inzake tewerkstelling en beroepsopleiding te verbeteren. § 4. De gewestelijke adviescommissie van het geïntegreerd stelsel inzake socio-professionele inschakeling, opgericht bij het decreet van 1 april 2004, is belast met de jaarlijkse organisatie, in samenwerking met het 'IWEPS', van een « ronde tafel » inzake gelijke behandeling. HOOFDSTUK IV. - Bemiddeling

Art. 12.§ 1. Eenieder die zich door niet-toepassing van het beginsel van gelijke behandeling benadeeld acht, mag beroep doen op een bemiddelingsdienst. De hoofdopdracht van die dienst bestaat erin klachten in ontvangst te nemen en het standpunt van de verzoeker overeen te brengen met dat van de betrokken personen of diensten.

De bemiddelingsdienst formuleert aanbevelingen of voorstellen ten opzichte van de betrokken partijen om de moeilijkheden terzake op te lossen en geeft de verzoeker bij gebrek aan bemiddeling desgevallend advies over de te ondernemen administratieve of gerechtelijke stappen.

De bemiddelingsdienst maakt een jaarlijks activiteitenverslag over aan de Waalse Regering waarin de identiteit van de verzoekers en de betrokken personen niet vermeld mag worden.

Bovendien mag hij tussentijdse verslagen overmaken indien hij zulks nuttig acht. De verslagen kunnen voorstellen bevatten om de gelijke behandeling inzake tewerkstelling en beroepsopleiding te verbeteren.

De bemiddelingsdienst mag weigeren een klacht te behandelen als deze duidelijk ongegrond is of buiten zijn bevoegdheden valt of als de feiten zich méér dan een jaar vóór het indienen van de klacht voorgedaan hebben of in het geval van een burgerlijke rechtsvordering of een strafrechterlijke procedure omtrent het voorwerp van de klacht. § 2. De Waalse Regering bepaalt aan welke van haar diensten zij de bemiddelingsopdracht toevertrouwt. § 3. De Waalse Regering is bevoegd om de uitvoeringsmodaliteiten van de bemiddelaarsopdracht te bepalen. HOOFDSTUK V. - Controle

Art. 13.De controle en het toezicht op de naleving van de bepalingen van dit decreet en, desgevallend, de uitvoeringsbesluiten ervan worden uitgeoefend door de diensten aangewezen door de Waalse Regering overeenkomstig het decreet van 5 februari 1998 houdende toezicht en controle op de naleving van de wetgeving betreffende het tewerkstellingsbeleid. HOOFDSTUK VI. - Strafbepalingen

Art. 14.Eenieder die zich vrijwillig of doelbewust schuldig maakt aan discriminerende daden in de zin van dit decreet wordt gestraft met een gevangenisstraf van acht dagen tot een jaar en met een geldboete van 100 tot 1 000 EUR of met slechts één van die straffen.

Bij herhaling kan de maximale straf bedoeld in het vorig lid verdubbeld worden.

Art. 15.Alle bepalingen van boek I van het Strafwetboek, hoofdstuk V uitgezonderd, zijn van toepassing op de overtredingen vastgesteld krachtens dit decreet. HOOFDSTUK VII. - Burgerrechtelijke bepalingen

Art. 16.Op verzoek van het slachtoffer van een discriminerende daad stelt de rechter het bestaan vast van een zelfs onder het strafrecht vallende daad waardoor dit decreet wordt overtreden en beveelt hij de staking ervan.

De rechter kan de opheffing van de staking bevelen zodra bewezen is dat een einde is gemaakt aan de overtredingen.

De procedure bedoeld in artikel 22 van de wet van 25 februari 2003 ter bestrijding van discriminatie en tot wijziging van de wet van 15 februari 1993 tot oprichting van een Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding is van toepassing op de vordering tot staking gegrond op dit artikel.

Art. 17.Wanneer het slachtoffer van de discriminatie of diens vertegenwoordiger voor het bevoegde gerecht feiten, zoals statistische gegevens of praktijktests, aanvoert die het bestaan van een directe of indirecte discriminatie kunnen doen vermoeden, valt de bewijslast dat er geen discriminatie is, ten laste van de verweerder.

Het bewijs van discriminatie kan worden geleverd met behulp van een praktijktest die kan worden uitgevoerd door een gerechtsdeurwaarder.

Art. 18.De rechter kan op verzoek van het slachtoffer van de discriminatie degene die de discriminatie heeft gepleegd, veroordelen tot de betaling van een dwangsom wanneer geen einde is gemaakt aan de discriminatie.

De rechter doet een uitspraak overeenkomstig de artikelen 1385bis tot 1385novies van het Gerechtelijk Wetboek. HOOFDSTUK VIII. - Slotbepalingen

Art. 19.In artikel 1 van het decreet van 5 februari 1998 houdende toezicht en controle op de naleving van de wetgeving betreffende het tewerkstellingsbeleid, gewijzigd bij het decreet van 6 mei 1999, wordt een punt 9° toegevoegd, luidend als volgt : « 9° het decreet betreffende de gelijke behandeling inzake tewerkstelling en beroepsopleiding. »

Art. 20.De Waalse Regering maakt volgens de modaliteiten die zij bepaalt, jaarlijks een verslag i.v.m. de uitvoering van dit decreet over aan de Waalse Gewestraad.

Art. 21.De Waalse Regering bepaalt de datum van inwerkingtreding van dit decreet.

Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Namen, 27 mei 2004.

De Minister-President, J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE De Minister van Economie, K.M.O.'s, Onderzoek en Nieuwe Technologieën, S. KUBLA De Minister van Vervoer, Mobiliteit en Energie, J. DARAS De Minister van Begroting, Huisvesting, Uitrusting en Openbare Werken, M. DAERDEN De Minister van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Leefmilieu, M. FORET De Minister van Landbouw en Landelijke Aangelegenheden, J. HAPPART De Minister van Binnenlandse Aangelegenheden en Ambtenarenzaken, Ch. MICHEL De Minister van Sociale Aangelegenheden en Gezondheid, Th. DETIENNE De Minister van Tewerkstelling, Vorming en Huisvesting, Ph. COURARD _______ Nota (1) Zitting 2003-2004. Stukken van de Raad 708 (2003-2004), nrs. 1 en 2.

Volledig verslag, openbare vergadering van 12 mei 2004.

Bespreking. Stemming.

^