Etaamb.openjustice.be
Decreet van 14 december 2006
gepubliceerd op 05 januari 2007

Decreet betreffende de erkenning en de subsidiëring van de "Initiatives de développement de l'emploi dans le secteur des services de proximité à finalité sociale" , afgekort : "I.D.E.S.S." (1)

bron
ministerie van het waalse gewest
numac
2006204246
pub.
05/01/2007
prom.
14/12/2006
ELI
eli/decreet/2006/12/14/2006204246/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

14 DECEMBER 2006. - Decreet betreffende de erkenning en de subsidiëring van de "Initiatives de développement de l'emploi dans le secteur des services de proximité à finalité sociale" (Initiatieven tot ontwikkeling van de werkgelegenheid in de sector van de buurtdiensten met een maatschappelijk doel), afgekort : "I.D.E.S.S." (1)


Het Waals Parlement heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt : HOOFDSTUK I. - Begripsomschrijving en doel

Artikel 1.In de zin van dit decreet wordt verstaan onder : 1° "Initiative de développement de l'emploi dans le secteur des services de proximité à finalité sociale (I.D.E.S.S.)" : één van de volgende instellingen : a. een vereniging zonder winstoogmerk;b. een vennootschap met een sociaal oogmerk zoals bedoeld in artikel 661 van het Wetboek van vennootschappen;c. een openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn;d. een vereniging bedoeld in artikel 118 van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, die buurtdiensten met een maatschappelijk doel ontwikkelen; 2° "buurtdiensten met een maatschappelijk doel" : de diensten die op het grondgebied van het Waalse Gewest door een "I.D.E.S.S." worden ontwikkeld om in te spelen op erkende of opkomende behoeften van particulieren of collectiviteiten, waaraan niet wordt tegemoetgekomen via de markt, de overheid of de gesubsidieerde instellingen en met de bedoeling werkgelegenheid te creëren en de sociale cohesie te versterken; 3° "werknemer" : persoon die : a.de dag vóór zijn indienstneming bij "I.D.E.S.S." voldoet aan de voorwaarden die vastliggen in de regelgeving betreffende de herinschakeling in de sociale inschakelingseconomie (SINA) van zeer moeilijk te plaatsen werklozen, genomen krachtens artikel 7, § 1, derde lid, m., van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders; b. of in dienst genomen is krachtens artikel 60, § 7, van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn;c. of in dienst genomen is krachtens artikel 61 van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn; 4° "begunstigde" : natuurlijke of rechtspersoon bedoeld in artikel 17, § 2, van de wet van 27 juni 1921 op de verenigingen zonder winstoogmerk, de internationale verenigingen zonder winstoogmerk en de stichtingen die een beroep doet op een "I.D.E.S.S." om in aanmerking te komen voor één of meer buurtdiensten met een maatschappelijk doel, rekening houdend met de omvang van zijn inkomsten; 5° "hoofdzetel van de activiteiten" : plaats waar voortdurend menselijke hulpkrachten aangesteld zijn en waar buurtdiensten met een maatschappelijk doel ontwikkeld worden;6° "FOREm" : Dienst ingesteld bij het decreet van 6 mei 1999 betreffende de "Office wallon de la Formation professionnelle et de l'Emploi" (Waalse Dienst voor Beroepsopleiding en Arbeidsbemiddeling); 7° "Commissie" : de Commissie tot erkenning en opvolging van de "I.D.E.S.S." bedoeld in artikel 9.

De Regering kan de definities uit het eerste lid, 2° tot 4°, enkel aanpassen op grond van eventuele wijzigingen aangebracht in : 1° de wet van 20 juli 2001 tot bevordering van buurtdiensten en -banen en de desbetreffende uitvoeringsbesluiten;2° de regelgeving betreffende de herinschakeling in de sociale inschakelingseconomie (SINA) van zeer moeilijk te plaatsen werklozen, genomen krachtens artikel 7, § 1, derde lid, m, van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders;3° de wet van 26 mei 2002 betreffende het recht op maatschappelijke integratie;4° de wet van 2 april 1965 betreffende het ten laste nemen van de steun verleend door de openbare centra voor maatschappelijk welzijn;5° de wet van 12 juni 1991 op het consumentenkrediet en, voor het Waalse Gewest, het decreet van 7 juli 1994 betreffende de erkenning van de instellingen voor schuldbemiddeling en de desbetreffende uitvoeringsbesluiten;6° het Wetboek van de inkomstenbelastingen (WIB.92); 7° de bepalingen van de wet van 5 juni 2002 betreffende de maximumfactuur in de verzekering voor geneeskundige verzorging wat betreft de rechthebbenden op de verhoogde tegemoetkoming;8° de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn;9° de wetgeving en de regelgeving aangenomen op initiatief van de leden van de Regering voor wat betreft : a.de ondergeschikte besturen zoals bedoeld in artikel 6, § 1, VIII, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, hierna "de wet" genoemd; b. de sociale economie of het werkgelegenheidsbeleid zoals bedoeld in artikel 6, § 1, IX, van de wet;c. de bijstand aan personen, zoals bedoeld in artikel 3, 7°, van decreet II van 22 juli 1993 betreffende de overheveling van sommige bevoegdheden van de Franse Gemeenschap naar het Waalse Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie; de begunstigden bedoeld in het eerste lid, 4°, worden nader bepaald door de Regering, rekening houdend met de bepalingen opgenomen in het tweede lid, 3° tot 9°.

Art. 2.De Regering kan, onder de voorwaarden van dit decreet, een "I.D.E.S.S." erkennen dat één of meer buurtdiensten met een maatschappelijk doel ontwikkelt in de volgende activiteitsdomeinen : 1° kleine onderhoudswerken, herstellingen en wooninrichting;2° de aanleg en het onderhoud van groene ruimtes;3° het sociaal vervoer;4° het sociaal waslokaal;5° de sociale winkels;6° de schoonmaak van lokalen van de rechtspersonen bedoeld in artikel 17, § 2, van bovengenoemde wet van 27 juni 1921. De Regering bepaalt welke diensten erkend kunnen worden met inachtneming van de bepalingen opgenomen in artikel 1, eerste lid, 1° en 2°. HOOFDSTUK II. - Erkenning Afdeling I. - Draagwijdte en duur van de erkenning

Art. 3.De erkenning wordt toegekend aan het "I.D.E.S.S." voor één of meer activiteitsdomeinen zoals bedoeld in artikel 2.

De erkenning wordt voor maximum twee jaar toegekend. Na afloop van die periode kan de erkenning verleend worden voor hernieuwbare periodes van vier jaar.

Vanaf de derde erkenning kan deze erkenning echter voor een onbepaalde duur worden toegekend. Afdeling II. - Erkenningsvoorwaarden

Art. 4.Om erkend te worden moet het "I.D.E.S.S." aan de volgende voorwaarden voldoen : 1° de ontwikkeling van één of meer buurtdiensten met een maatschappelijke finaliteit als doel hebben;2° de maatschappelijke zetel en de hoofdzetel van de activiteiten zijn gevestigd op het grondgebied van het Waalse Gewest;3° buurtdiensten met een maatschappelijk doel ontwikkelen;4° de meerwaarde van het project aantonen ten opzichte van de diensten die door de markt, de overheid en de gesubsidieerde instellingen worden voorgesteld; 5° een partnerschap sluiten met, o.a. andere operatoren die één of verscillende soorten buurtdiensten ontwikkelen; 6° de boekhouding of de boekhoudkundige functie is specifiek voor de ontwikkeling van buurtdiensten met een maatschappelijk doel, los van elke andere activiteit die het "I.D.E.S.S." ontwikkelt; 7° een project inzake sociale integratie en inschakeling in het arbeidsproces voorleggen aan de werknemers;8° de werknemers en de begunstigden bij het beheer van het project betrekken;9° een overeenkomst met de "FOREm" sluiten waarbij in voorkomend geval gezorgd zal worden voor de opvolging van de opleidingen georganiseerd voor de werknemers door de dienstverlenende structuur of waarbij de overgang naar de betrokken sectoren van de arbeidsmarkt bevorderd zal worden; 10° één of meer partnerschappen sluiten met de actoren bedoeld in artikel 2, § 2, van het decreet van 1 april 2004 betreffende het geïntegreerd stelsel inzake socio-professionele inschakeling "Dispositif intégré d'insertion socioprofessionnelle" (D.I.I.S.P.) met het oog op : a. een vlotte opbouw van het geïndividualiseerde actieprogramma bedoeld in artikel 2, § 3, van het besluit van de Waalse Regering van 22 december 2005 tot uitvoering van het bovengenoemde decreet van 1 april 2004;b. een grotere doelmatigheid van de opleidings- en inschakelingsacties die de begunstigden dichter bij de arbeidsmarkt moeten brengen;c. de organisatie van overstapmogelijkheden "opleiding/tewerkstelling";11° de economische leefbaarheid en de relevantie van het project aantonen;12° zich ertoe verbinden aan te tonen dat de ontwikkelde buurtdiensten met een maatschappelijk doel bestemd zijn voor een voldoend aantal begunstigden teneinde het terwerkstellingsvolume aanzienlijk te verhogen; 13° wat betreft het "I.D.E.S.S." bedoeld in artikel 1, eerste lid, 1°, b, niet in staat van concordaat, faillissement of insolventie verkeren en wat betreft het "I.D.E.S.S." bedoeld in artikel 1, eerste lid, 1°, a., niet in staat van vereffening verkeren; 14° onder de bestuurders, beheerders, mandatarissen of andere personen die bevoegd zijn om het "I.D.E.S.S." te verbinden geen personen tellen die : 14° a.gedurende de periode van vijf jaar die voorafgaat aan het verzoek om erkenning of om hernieuwing van de erkenning verantwoordelijk zijn gehouden voor de verbintenissen of de schulden van een faillietverklaarde vennootschap, overeenkomstig de artikelen 229, 5°, 265, 315, 456, 4°, en 530 van het Wetboek der vennootschappen; 14° b.gedurende de periode van vijf jaar die voorafgaat aan het verzoek om erkenning of om hernieuwing van de erkenning veroordeeld werden voor elke overtreding begaan op fiscaal of sociaal vlak of op het gebied van de wettelijke of reglementaire bepalingen betreffende de uitoefening van het maatschappelijk doel van het "I.D.E.S.S."; 15° niet in strijd zijn met de wettelijke of reglementaire bepalingen betreffende de uitoefening van zijn activiteit inzake ontwikkeling van buurtdiensten met een maatschappelijk doel;16° geen achterstallige belastingen verschuldigd zijn, noch achterstallige bijdragen te innen door de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid of door de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten, al naar gelang het geval, of door een fonds voor bestaanszekerheid of voor rekening van dat fonds, waarbij de sommen waarvoor een behoorlijk in acht genomen aanzuiveringsplan bestaat niet als achterstallen worden beschouwd;17° de verbintenis aangaan om, wat betreft de werknemers, het begrip van passende dienstbetrekking in acht te nemen in de zin van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering op het handvest van de sociaal verzekerde en van het ministerieel besluit van 26 november 1991 houdende toepassingsregelen van de werkloosheidsreglementering op het handvest van de sociaal verzekerde. De voorwaarde bedoeld in het eerste lid, 1°, wordt niet gesteld voor de dienstverlenende structuren bedoeld in artikel 1, eerste lid, 1°, c. en d. De voorwaarden bedoeld in het eerste lid, 5°, 8°, 9° en 10°, kunnen nader bepaald worden door de Regering. Afdeling III. - Toekenning, hernieuwing, opschorting en intrekking van

de erkenning

Art. 5.De erkenning van het "I.D.E.S.S." wordt door de Regering verleend en hernieuwd na gemotiveerd advies van de Commissie en na behandeling door de diensten die zij aanwijst.

Het advies van de Commissie betreffende een aanvraag tot hernieuwing wordt gemotiveerd o.a. op grond van de voorwaarden bepaald bij artikel 4.

De beslissing tot toekenning en hernieuwing van de erkenning wordt volgens de door de Regering bepaalde modaliteiten genomen uiterlijk binnen vier maanden na de datum van indiening van het volledige dossier. Na afloop van die termijn wordt de beslissing geacht gunstig te zijn.

De procedure tot toekenning en tot hernieuwing wordt bepaald door de Regering met inachtneming van de beginselen van de administratieve vereenvoudiging.

Art. 6.Als een "I.D.E.S.S." niet meer voldoet aan één van de bij of krachtens dit decreet gestelde voorwaarden, kan de erkenning voor een bepaalde periode opgeschort worden opdat de "I.D.E.S.S." orde op zaken zou kunnen stellen, of ingetrokken worden door de Regering op voorstel van de diensten die zij aanwijst en na gemotiveerd advies van de Commissie. Afdeling IV. - Beroepen tegen de beslissingen tot weigering van

toekenning, weigering van hernieuwing, opschorting of intrekking van de erkenning

Art. 7.Bij weigering, opschorting of intrekking van de erkenning kan het "I.D.E.S.S." volgens de door de Regering bepaalde modaliteiten een schorsend beroep instellen bij de diensten die zij aanwijst. De Commissie wordt verzocht om een gemotiveerd advies en kan de "I.D.E.S.S." horen.

Art. 8.De Regering doet volgens de door haar bepaalde modaliteiten uitspraak over de schorsende beroepen bedoeld in artikel 7 binnen een termijn van vier maanden, die ingaat op de datum waarop de beroepen zijn ingesteld.

Bij gebrek aan uitspraak binnen vier maanden wordt de beslissing van de Commissie bevestigd. Afdeling V. - Commissie

Art 9. Er wordt een Commissie tot erkenning en opvolging van de "I.D.E.S.S." opgericht, hierna "de Commissie" genoemd. De Commissie zal : 1° volgens de modaliteiten die de Regering bepaalt een gemotiveerd advies uitbrengen over de toekenning, hernieuwing, opschorting of intrekking van de erkenning, alsook over de desbetreffende beroepen; 2° op verzoek of op eigen initiatief advies geven i.v.m. elk vraagstuk betreffende de "Initiatives de développement de l'emploi dans le secteur des services de proximité à finalité sociale".

Art. 10.De Commissie is samengesteld uit : 1° een voorzitter en een plaatsvervanger van de voorzitter die de Minister van Economie vertegenwoordigt;2° vier leden en vier plaatsvervangers die de Regering vertegenwoordigen, onder wie een lid en een plaatsvervanger die de Minister van Tewerkstelling vertegenwoordigen, een lid en een plaatsvervanger die de Minister van Economie vertegenwoordigen, een lid en een plaatsvervanger die de Minister van Vorming vertegenwoordigen en een lid en een plaatsvervanger die de Minister van Sociale Actie vertegenwoordigen;3° twee leden en twee plaatsvervangers die de representatieve werknemersorganisaties vertegenwoordigen;4° twee leden en twee plaatsvervangers die de representatieve werkgeversorganisaties vertegenwoordigen; 5° twee leden en twee plaatsvervangers ter vertegenwoordiging van de vereniging zonder winstoogmerk "Union des villes et communes de Wallonie" (Vereniging van steden en gemeenten van Wallonië), onder wie een lid en een plaatsvervanger van de "Fédération des C.P.A.S. de Wallonie" (Federatie van de O.C.M.W.'s van Wallonië); 6° twee leden en twee plaatsvervangers die de sociale economie vertegenwoordigen;7° een lid en een plaatsvervanger die de "FOREm" vertegenwoordigen;8° een lid en een plaatsvervanger ter vertegenwoordiging van de regeringsdiensten die de Regering aanwijst. Alleen de leden bedoeld in het eerste lid, 1° tot 6°, zijn stemgerechtigd.

De adviezen van de Commissie worden aangenomen bij consensus of, in voorkomend geval, bij gewone meerderheid van de stemgerechtigde leden.

Art. 11.§ 1. De Regering benoemt de voorzitter en de in artikel 10, 2° tot 7° bedoelde leden van de Commissie op de voordracht van hun opdrachtgevers. De leden worden benoemd voor vier jaar. Hun mandaat is hernieuwbaar en loopt tot de hernieuwing ervan.

Het vervalt : 1° in geval van ontslag;2° als de opdrachtgever die een lid heeft voorgedragen om diens vervanging vraagt;3° als een lid de hoedanigheid verliest die zijn mandaat rechtvaardigde;4° als een lid in de loop van een verstreken kalenderjaar minstens de helft van de vergaderingen niet heeft kunnen bijwonen. Het lid dat zijn mandaat neerlegt vóór de normale verstrijkdatum wordt vervangen door zijn plaatsvervanger, die het mandaat voleindigt. In dat geval wordt een nieuwe plaatsvervanger aangewezen. § 2. De Commissie vergadert minstens vier keer per jaar na oproeping door haar voorzitter. Ze stelt haar huishoudelijk reglement op met inachtneming van de aanbevelingen van de "Conseil économique et social de la Région wallonne" (Sociaal-Economische Raad van het Waalse Gewest) en legt het ter goedkeuring voor aan de Regering. HOOFDSTUK III. - Subsidies

Art. 12.De Regering kan volgens de door haar bepaalde modaliteiten onder de voorwaarden van dit decreet en binnen de perken van de beschikbare begrotingsmiddelen de volgende subsidies aan de "I.D.E.S.S." verlenen : 1° een subsidie ter gedeeltelijke dekking van haar werkingskosten;2° een subsidie ter gedeeltelijke dekking van de bezoldiging van de in artikel 1, eerste lid, 3°, a.en c., bedoelde werknemers, in dienst genomen middels een arbeidscontract en berekend in voltijds equivalent.

Het totaalbedrag van de subsidies bedoeld in het eerste lid mag niet hoger zijn dan 100.000 euro per jaar en per activiteitsdomein zoals bedoeld in artikel 2.

Art. 13.De Regering kan de "I.D.E.S.S." ook een tegemoetkoming verlenen die berekend wordt op grond van het aantal werknemers om de bezoldiging van het begeleidingspersoneel gedeeltelijk te dekken, zoals bedoeld in artikel 14 van het decreet van 25 april 2002 betreffende de tegemoetkomingen ter bevordering van de indienstneming van niet-werkende werkzoekenden door de plaatselijke, gewestelijke en gemeenschapsoverheden, door bepaalde werkgevers in de niet-commerciële sector, het onderwijs en de commerciële sector en andere wetsbepalingen.

Overeenkomstig de bepalingen van bovengenoemd decreet van 25 april 2002 en de uitvoeringsbesluiten ervan wordt deze subsidie op maximum 24 punten per "I.D.E.S.S." vastgelegd bovenop de punten toegekend op grond van het referentiebestand zoals bedoeld in artikel 15, tweede lid.

Art. 14.De Regering bepaalt de modaliteiten voor de uitbetaling van de subsidies bedoeld in artikel 12.

Art. 15.De subsidies bedoeld in artikel 12 kunnen slechts toegekend worden aan werknemers in dienst genomen door de "I.D.E.S.S." die, volgens de door de Regering bepaalde modaliteiten, bijkomende werknemers zijn t.o.v. het referentiebestand.

Onder referentiebestand wordt verstaan het in voltijds equivalent uitgedrukte aantal werknemers die ingeschreven zijn bij de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid, hierna "RSZ" genoemd.

Art. 16.Het geheel van de tegemoetkomingen en subsidies verleend aan de "I.D.E.S.S." in het kader van dit decreet, gecumuleerd met alle andere geldende vormen van steun of verminderingen van de bijdragen van de sociale zekerheid, mogen niet hoger zijn dan het totaalbedrag van de kosten i.v.m. de verlening van buurtdiensten door de "I.D.E.S.S." De Regering bepaalt de berekeningsmodaliteiten aan de hand waarvan het totaalbedrag van de tegemoetkomingen vergeleken kan worden met de kosten i.v.m. het verstrekken van buurtdiensten met een maatschappelijk doel. HOOFDSTUK IV. - Opvolging, controle, toezicht, evaluatie en sancties

Art. 17.Na afloop van elk boekjaar van de lopende erkenning bezorgt de "I.D.E.S.S." de regeringsdiensten die de Regering aanwijst en de Commissie een verslag waarin op zijn minst de volgende gegevens voorkomen : 1° de activiteitenbalans;2° de modaliteiten inzake deelname van de werknemers en begunstigden in het beheer van het project bedoeld in artikel 4, eerste lid, 8°; 3° de specifieke rekeningen of boekhoudkundige functies i.v.m. het verstrekken van buurtdiensten, waarbij melding wordt gemaakt van het gebruik van de ontvangen subsidies en tegemoetkoming.

De "I.D.E.S.S." wordt door de regeringsdiensten die de Regering aanwijst en door de Commissie geëvalueerd o.a. op grond van de volgende gegevens : 1° het aantal gecreëerde banen en de kwaliteit ervan; 2° het aantal werknemers die de "I.D.E.S.S." verlaten hebben voor een duurzame en kwaliteitsvolle betrekking in de zin van artikel 2, § 1, van het decreet van 1 april 2004 betreffende het geïntegreerd stelsel inzake socio-professionele inschakeling; 3° de omvang en de kwaliteit van de verstrekte buurtdiensten met een maatschappelijk doel; 4° de positionering van de activiteiten ontwikkeld door de "I.D.E.S.S." in vergelijking met die geboden door de privésector; 5° de efficiëntie van de ontwikkelde diensten inzake kosten-baten analyse. De Regering bepaalt de modaliteiten van de evaluatie op grond van deze gegevens.

Art. 18.De controle en het toezicht op de naleving van dit decreet en de uitvoeringsbesluiten ervan worden uitgevoerd door de regeringsdiensten die de Regering aanwijst.

De inachtneming van de punten 13° en 16° van artikel 4, eerste lid, wordt toevallig gecontroleerd.

Het geheel van de "I.D.E.S.S." wordt over een periode van drie jaar gecontroleerd.

Art. 19.De Regering maakt volgens de modaliteiten die zij bepaalt een verslag over aan het Waalse Parlement i.v.m. de uitvoering van dit decreet.

Art. 20.Overeenkomstig de artikelen 13 en volgende van de wet van 16 mei 2003 tot vaststelling van de algemene bepalingen die gelden voor de begrotingen, de controle op de subsidies en voor de boekhouding van de gemeenschappen en de gewesten, alsook voor de organisatie van de controle door het Rekenhof kan de Regering de terugbetaling opeisen van de ten onrechte betaalde subsidies bedoeld in artikel 12.

De Regering kan evenwel op behoorlijk gemotiveerd verzoek van de "I.D.E.S.S." de som van de terug te betalen bedragen aanpassen naar gelang van de ernst van het niet nakomen van de bij of krachtens dit decreet gestelde voorwaarden.

De Regering wijst de diensten aan die de ten onrechte gestorte subsidies met alle rechtsmiddelen moeten invorderen. HOOFDSTUK V. - Wijzigings-, overgangs- en slotbepalingen

Art. 21.Artikel 3, § 1, eerste lid, van het decreet van 25 april 2002 betreffende de tegemoetkomingen ter bevordering van de indienstneming van niet-werkende werkzoekenden door de plaatselijke, gewestelijke en gemeenschapsoverheden, door bepaalde werkgevers in de niet-commerciële sector, het onderwijs en de commerciële sector en andere wettelijke bepalingen wordt aangevuld als volgt : « 5° de dienstverlenende structuren bedoeld bij het decreet van 14 december 2006 betreffende de erkenning en de subsidiëring van de "Initiatives de développement de l'emploi dans le secteur des services de proximité à finalité sociale", afgekort : "I.D.E.S.S." »

Art. 22.De buurtdiensten die op de datum van inwerkingtreding van dit decreet subsidies genieten in het kader van het Samenwerkingsakkoord van 30 mei 2005 tussen de federale Staat, de Gewesten en de Duitstalige Gemeenschap betreffende de meerwaardeneconomie en waarmee ingestemd werd bij decreet van 16 maart 2006 blijven in aanmerking komen voor deze subsidies volgens de modaliteiten bepaald door de Regering tot ze in voorkomend geval erkend worden krachtens dit decreet en op voorwaarde dat zij hun aanvraag tot erkenning als "I.D.E.S.S." indienen binnen zes maanden na de inwerkingtreding van dit decreet.

Art. 23.De datum waarop dit decreet in werking treedt wordt door de Regering vastgelegd op uiterlijk op 30 juni 2007.

Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Namen, 14 december 2006.

De Minister-President, E. DI RUPO De Minister van Huisvesting, Vervoer en Ruimtelijke Ontwikkeling, A. ANTOINE De Minister van Begroting en Financiën, Uitrusting en Patrimonium, M. DAERDEN De Minister van Vorming, Mevr. M. ARENA De Minister van Binnenlandse Aangelegenheden en Ambtenarenzaken, Ph. COURARD De Minister van Onderzoek, Nieuwe Technologieën en Buitenlandse Betrekkingen, Mevr. M.-D. SIMONET De Minister van Economie, Tewerkstelling en Buitenlandse Handel, J.-C. MARCOURT De Minister van Gezondheid, Sociale Actie en Gelijke Kansen, Mevr. Ch. VIENNE De Minister van Landbouw, Landelijke Aangelegenheden, Leefmilieu en Toerisme, B. LUTGEN _______ Nota (1) Zitting 2006-2007. Stukken van het Waals Parlement 477 (2006-2007), nrs. 1 tot 8.

Volledig verslag, openbare vergadering van 6 december 2006.

Bespreking. Stemmingen.

^