Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 06 oktober 2023
gepubliceerd op 13 december 2023

Besluit van de Vlaamse Regering tot toekenning van steun voor de uitwisseling van kennis en verspreiding van informatie in de landbouwsector

bron
vlaamse overheid
numac
2023047750
pub.
13/12/2023
prom.
06/10/2023
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

6 OKTOBER 2023. - Besluit van de Vlaamse Regering tot toekenning van steun voor de uitwisseling van kennis en verspreiding van informatie in de landbouwsector


Rechtsgronden Dit besluit is gebaseerd op: - het decreet van 28 juni 2013Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 19/03/2013 pub. 16/04/2013 numac 2013024124 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Koninklijk besluit ter verwezenlijking van een duurzaam gebruik van gewasbeschermingsmiddelen en toevoegingsstoffen type koninklijk besluit prom. 19/03/2013 pub. 27/03/2013 numac 2013201636 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid en federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 20 maart 2007 tot uitvoering van het Hoofdstuk 8 van Titel IV van de programmawet van 27 december 2006 tot voorafgaande melding voor gedetacheerde werknemers en zelfstandigen type koninklijk besluit prom. 19/03/2013 pub. 03/10/2014 numac 2014022494 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid en federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 20 maart 2007 tot uitvoering van het Hoofdstuk 8 van Titel IV van de programmawet van 27 december 2006 tot voorafgaande melding voor gedetacheerde werknemers en zelfstandigen. - Addendum type koninklijk besluit prom. 19/03/2013 pub. 03/04/2013 numac 2013012107 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 november 2012, gesloten in het Paritair Comité voor de bewakings- en/of toezichtsdiensten, betreffende de overname van personeel ingevolge de overgang van een commercieel contract sluiten3 betreffende het landbouw- en visserijbeleid, artikel 9, eerste lid, 1° en 4°, en tweede lid, artikel 12, vervangen bij het decreet van 8 juli 2022, artikel 15, gewijzigd bij het decreet van 8 juli 2022, artikel 44, tweede lid, artikel 70 en 71; - het Programmadecreet van 8 juli 2022Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 29/05/2001 pub. 08/06/2001 numac 2001003263 bron ministerie van financien Ministerieel besluit tot goedkeuring van de marktregels van Euronext Brussels [en tot opheffing van het ministerieel besluit van 16 april 1996 tot goedkeuring van het marktreglement van de Beurs van Brussel] type ministerieel besluit prom. 29/05/2001 pub. 31/05/2001 numac 2001022350 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Ministerieel besluit tot wijziging van de lijst gevoegd bij het koninklijk besluit van 2 september 1980 tot vaststelling van de voorwaarden waaronder de verplichte ziekte- en invaliditeitsverzekering tegemoetkomt in de kosten van de farmaceutische specialiteiten en daarmee gelijkgestelde producten sluiten2 bij de aanpassing van de begroting 2022, artikel 22, eerste lid, 1°.

Vormvereisten De volgende vormvereisten zijn vervuld: - De Europese Commissie heeft het Vlaams Strategisch Plan voor het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid 2023 - 2027 goedgekeurd op 5 december 2022. - De Vlaamse minister, bevoegd voor het budgettair beleid, heeft zijn akkoord gegeven op 5 juli 2023. - De Vlaamse toezichtcommissie voor de verwerking van persoonsgegevens heeft advies nr. 2023/106 gegeven op 12 september 2023. - De Gegevensbeschermingsautoriteit heeft advies nr. 65/2023 gegeven op 4 augustus 2023. - Er is op 20 juli 2023 bij de Raad van State een aanvraag ingediend voor een advies binnen dertig dagen, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973. Deze termijn werd van rechtswege verlengd met vijftien dagen aangezien hij begint te lopen tussen 15 juli en 31 juli of wanneer hij verstrijkt tussen 15 juli en 15 augustus.

Het advies is niet meegedeeld binnen de vastgestelde termijn. Daarom wordt artikel 84, § 4, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, toegepast.

Initiatiefnemer Dit besluit wordt voorgesteld door de Vlaamse minister van Economie, Innovatie, Werk, Sociale Economie en Landbouw.

Na beraadslaging, DE VLAAMSE REGERING BESLUIT: HOOFDSTUK 1. - Definities en voorwerp

Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder: 1° aanvullende opleidingen over de fytolicentie: de aanvullende opleiding over de fytolicentie "Assistent professioneel gebruik", "Specifiek professioneel gebruik", "Professioneel gebruik", of "Distributie/Voorlichting", vermeld in artikel 38 van het koninklijk besluit van 19 maart 2013Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 19/03/2013 pub. 16/04/2013 numac 2013024124 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Koninklijk besluit ter verwezenlijking van een duurzaam gebruik van gewasbeschermingsmiddelen en toevoegingsstoffen type koninklijk besluit prom. 19/03/2013 pub. 27/03/2013 numac 2013201636 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid en federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 20 maart 2007 tot uitvoering van het Hoofdstuk 8 van Titel IV van de programmawet van 27 december 2006 tot voorafgaande melding voor gedetacheerde werknemers en zelfstandigen type koninklijk besluit prom. 19/03/2013 pub. 03/10/2014 numac 2014022494 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid en federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 20 maart 2007 tot uitvoering van het Hoofdstuk 8 van Titel IV van de programmawet van 27 december 2006 tot voorafgaande melding voor gedetacheerde werknemers en zelfstandigen. - Addendum type koninklijk besluit prom. 19/03/2013 pub. 03/04/2013 numac 2013012107 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 november 2012, gesloten in het Paritair Comité voor de bewakings- en/of toezichtsdiensten, betreffende de overname van personeel ingevolge de overgang van een commercieel contract sluiten;2° actieve landbouwer: de actieve landbouwer, vermeld in artikel 4, § 2, van het besluit van de Vlaamse Regering van 21 april 2023Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 29/05/2001 pub. 08/06/2001 numac 2001003263 bron ministerie van financien Ministerieel besluit tot goedkeuring van de marktregels van Euronext Brussels [en tot opheffing van het ministerieel besluit van 16 april 1996 tot goedkeuring van het marktreglement van de Beurs van Brussel] type ministerieel besluit prom. 29/05/2001 pub. 31/05/2001 numac 2001022350 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Ministerieel besluit tot wijziging van de lijst gevoegd bij het koninklijk besluit van 2 september 1980 tot vaststelling van de voorwaarden waaronder de verplichte ziekte- en invaliditeitsverzekering tegemoetkomt in de kosten van de farmaceutische specialiteiten en daarmee gelijkgestelde producten sluiten1 tot vaststelling van de voorschriften voor de rechtstreekse betalingen aan landbouwers in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid;3° advies: het onpartijdige advies dat gericht is aan een individuele actieve landbouwer, dat uitsluitend of hoofdzakelijk gericht is op het verbeteren van het huidige of het toekomstige bedrijfsfunctioneren en dat optimaal bijdraagt tot de versterking of transformatie van het bedrijf of het toepassen of het bevorderen van duurzame landbouwpraktijken met respect voor milieu en klimaat;4° adviesdienst: de adviesdienst die conform hoofdstuk 6 is geregistreerd;5° adviseur: de zaakvoerder, bestuurder, werknemer of onderaannemer van de adviesdienst die het advies verleent;6° algemeen vormingscentrum: het algemeen vormingscentrum dat conform hoofdstuk 6 is geregistreerd;7° bevoegde entiteit: het Departement Landbouw en Visserij van het Vlaams Ministerie van Landbouw en Visserij, vermeld in artikel 26, § 1, van het besluit van de Vlaamse Regering van 3 juni 2005Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 19/03/2013 pub. 16/04/2013 numac 2013024124 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Koninklijk besluit ter verwezenlijking van een duurzaam gebruik van gewasbeschermingsmiddelen en toevoegingsstoffen type koninklijk besluit prom. 19/03/2013 pub. 27/03/2013 numac 2013201636 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid en federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 20 maart 2007 tot uitvoering van het Hoofdstuk 8 van Titel IV van de programmawet van 27 december 2006 tot voorafgaande melding voor gedetacheerde werknemers en zelfstandigen type koninklijk besluit prom. 19/03/2013 pub. 03/10/2014 numac 2014022494 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid en federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 20 maart 2007 tot uitvoering van het Hoofdstuk 8 van Titel IV van de programmawet van 27 december 2006 tot voorafgaande melding voor gedetacheerde werknemers en zelfstandigen. - Addendum type koninklijk besluit prom. 19/03/2013 pub. 03/04/2013 numac 2013012107 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 november 2012, gesloten in het Paritair Comité voor de bewakings- en/of toezichtsdiensten, betreffende de overname van personeel ingevolge de overgang van een commercieel contract sluiten6 met betrekking tot de organisatie van de Vlaamse administratie;8° dagdeel: een aantal aansluitende uren vorming als vermeld in artikel 57, tweede lid;decreet van 28 juni 2013Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 19/03/2013 pub. 16/04/2013 numac 2013024124 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Koninklijk besluit ter verwezenlijking van een duurzaam gebruik van gewasbeschermingsmiddelen en toevoegingsstoffen type koninklijk besluit prom. 19/03/2013 pub. 27/03/2013 numac 2013201636 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid en federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 20 maart 2007 tot uitvoering van het Hoofdstuk 8 van Titel IV van de programmawet van 27 december 2006 tot voorafgaande melding voor gedetacheerde werknemers en zelfstandigen type koninklijk besluit prom. 19/03/2013 pub. 03/10/2014 numac 2014022494 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid en federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 20 maart 2007 tot uitvoering van het Hoofdstuk 8 van Titel IV van de programmawet van 27 december 2006 tot voorafgaande melding voor gedetacheerde werknemers en zelfstandigen. - Addendum type koninklijk besluit prom. 19/03/2013 pub. 03/04/2013 numac 2013012107 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 november 2012, gesloten in het Paritair Comité voor de bewakings- en/of toezichtsdiensten, betreffende de overname van personeel ingevolge de overgang van een commercieel contract sluiten3: het decreet van 28 juni 2013Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 19/03/2013 pub. 16/04/2013 numac 2013024124 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Koninklijk besluit ter verwezenlijking van een duurzaam gebruik van gewasbeschermingsmiddelen en toevoegingsstoffen type koninklijk besluit prom. 19/03/2013 pub. 27/03/2013 numac 2013201636 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid en federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 20 maart 2007 tot uitvoering van het Hoofdstuk 8 van Titel IV van de programmawet van 27 december 2006 tot voorafgaande melding voor gedetacheerde werknemers en zelfstandigen type koninklijk besluit prom. 19/03/2013 pub. 03/10/2014 numac 2014022494 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid en federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 20 maart 2007 tot uitvoering van het Hoofdstuk 8 van Titel IV van de programmawet van 27 december 2006 tot voorafgaande melding voor gedetacheerde werknemers en zelfstandigen. - Addendum type koninklijk besluit prom. 19/03/2013 pub. 03/04/2013 numac 2013012107 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 november 2012, gesloten in het Paritair Comité voor de bewakings- en/of toezichtsdiensten, betreffende de overname van personeel ingevolge de overgang van een commercieel contract sluiten3 betreffende het landbouw- en visserijbeleid;10° dienstverlener: de betrokken adviesdienst, het vormingscentrum, het algemeen vormingscentrum, het vormingscentrum voor bijenteelt of de kennisinstelling voor waarnemings- en waarschuwingssystemen;11° e-loket: het elektronische loket dat ontwikkeld en beheerd wordt door de bevoegde entiteit;12° fytolicentie P1: een fytolicentie "Assistent professioneel gebruik" als vermeld in het koninklijk besluit van 19 maart 2013Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 19/03/2013 pub. 16/04/2013 numac 2013024124 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Koninklijk besluit ter verwezenlijking van een duurzaam gebruik van gewasbeschermingsmiddelen en toevoegingsstoffen type koninklijk besluit prom. 19/03/2013 pub. 27/03/2013 numac 2013201636 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid en federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 20 maart 2007 tot uitvoering van het Hoofdstuk 8 van Titel IV van de programmawet van 27 december 2006 tot voorafgaande melding voor gedetacheerde werknemers en zelfstandigen type koninklijk besluit prom. 19/03/2013 pub. 03/10/2014 numac 2014022494 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid en federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 20 maart 2007 tot uitvoering van het Hoofdstuk 8 van Titel IV van de programmawet van 27 december 2006 tot voorafgaande melding voor gedetacheerde werknemers en zelfstandigen. - Addendum type koninklijk besluit prom. 19/03/2013 pub. 03/04/2013 numac 2013012107 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 november 2012, gesloten in het Paritair Comité voor de bewakings- en/of toezichtsdiensten, betreffende de overname van personeel ingevolge de overgang van een commercieel contract sluiten;13° fytolicentie P2: een fytolicentie "Professioneel gebruik" als vermeld in het koninklijk besluit van 19 maart 2013Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 19/03/2013 pub. 16/04/2013 numac 2013024124 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Koninklijk besluit ter verwezenlijking van een duurzaam gebruik van gewasbeschermingsmiddelen en toevoegingsstoffen type koninklijk besluit prom. 19/03/2013 pub. 27/03/2013 numac 2013201636 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid en federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 20 maart 2007 tot uitvoering van het Hoofdstuk 8 van Titel IV van de programmawet van 27 december 2006 tot voorafgaande melding voor gedetacheerde werknemers en zelfstandigen type koninklijk besluit prom. 19/03/2013 pub. 03/10/2014 numac 2014022494 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid en federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 20 maart 2007 tot uitvoering van het Hoofdstuk 8 van Titel IV van de programmawet van 27 december 2006 tot voorafgaande melding voor gedetacheerde werknemers en zelfstandigen. - Addendum type koninklijk besluit prom. 19/03/2013 pub. 03/04/2013 numac 2013012107 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 november 2012, gesloten in het Paritair Comité voor de bewakings- en/of toezichtsdiensten, betreffende de overname van personeel ingevolge de overgang van een commercieel contract sluiten;14° fytolicentie P3: een fytolicentie "Distributie/Voorlichting" als vermeld in het koninklijk besluit van 19 maart 2013Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 19/03/2013 pub. 16/04/2013 numac 2013024124 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Koninklijk besluit ter verwezenlijking van een duurzaam gebruik van gewasbeschermingsmiddelen en toevoegingsstoffen type koninklijk besluit prom. 19/03/2013 pub. 27/03/2013 numac 2013201636 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid en federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 20 maart 2007 tot uitvoering van het Hoofdstuk 8 van Titel IV van de programmawet van 27 december 2006 tot voorafgaande melding voor gedetacheerde werknemers en zelfstandigen type koninklijk besluit prom. 19/03/2013 pub. 03/10/2014 numac 2014022494 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid en federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 20 maart 2007 tot uitvoering van het Hoofdstuk 8 van Titel IV van de programmawet van 27 december 2006 tot voorafgaande melding voor gedetacheerde werknemers en zelfstandigen. - Addendum type koninklijk besluit prom. 19/03/2013 pub. 03/04/2013 numac 2013012107 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 november 2012, gesloten in het Paritair Comité voor de bewakings- en/of toezichtsdiensten, betreffende de overname van personeel ingevolge de overgang van een commercieel contract sluiten;15° gewasbeschermingsmiddelen: de bestrijdingsmiddelen voor landbouwkundig gebruik die erkend zijn conform het koninklijk besluit van 28 februari 1994 betreffende het bewaren, het op de markt brengen en het gebruiken van bestrijdingsmiddelen voor landbouwkundig gebruik;16° imker: een bijenhouder die bij het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen geregistreerd is conform artikel 17 van het koninklijk besluit van 16 januari 2006Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 16/01/2006 pub. 02/03/2006 numac 2005023114 bron federaal agentschap voor de veiligheid van de voedselketen Koninklijk besluit tot vaststelling van de nadere regels van de erkenningen, toelatingen en voorafgaande registraties afgeleverd door het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen sluiten tot vaststelling van de nadere regels van de erkenningen, toelatingen en voorafgaande registraties afgeleverd door het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen;17° kennisinstelling voor waarnemings- en waarschuwingssystemen: een adviesdienst als vermeld in artikel 9 van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 december 2014Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 19/03/2013 pub. 16/04/2013 numac 2013024124 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Koninklijk besluit ter verwezenlijking van een duurzaam gebruik van gewasbeschermingsmiddelen en toevoegingsstoffen type koninklijk besluit prom. 19/03/2013 pub. 27/03/2013 numac 2013201636 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid en federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 20 maart 2007 tot uitvoering van het Hoofdstuk 8 van Titel IV van de programmawet van 27 december 2006 tot voorafgaande melding voor gedetacheerde werknemers en zelfstandigen type koninklijk besluit prom. 19/03/2013 pub. 03/10/2014 numac 2014022494 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid en federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 20 maart 2007 tot uitvoering van het Hoofdstuk 8 van Titel IV van de programmawet van 27 december 2006 tot voorafgaande melding voor gedetacheerde werknemers en zelfstandigen. - Addendum type koninklijk besluit prom. 19/03/2013 pub. 03/04/2013 numac 2013012107 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 november 2012, gesloten in het Paritair Comité voor de bewakings- en/of toezichtsdiensten, betreffende de overname van personeel ingevolge de overgang van een commercieel contract sluiten8 houdende de toepassing van geïntegreerde gewasbescherming door professionele gebruikers van gewasbeschermingsmiddelen;18° kennisportefeuille: het subsidiebedrag dat een actieve landbouwer ter beschikking krijgt conform artikel 10;19° kmo-portefeuille: een elektronische portefeuille op naam van een onderneming aangemaakt op een webplatform als vermeld in artikel 21 van het besluit van de Vlaamse Regering van 26 februari 2016Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 19/03/2013 pub. 16/04/2013 numac 2013024124 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Koninklijk besluit ter verwezenlijking van een duurzaam gebruik van gewasbeschermingsmiddelen en toevoegingsstoffen type koninklijk besluit prom. 19/03/2013 pub. 27/03/2013 numac 2013201636 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid en federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 20 maart 2007 tot uitvoering van het Hoofdstuk 8 van Titel IV van de programmawet van 27 december 2006 tot voorafgaande melding voor gedetacheerde werknemers en zelfstandigen type koninklijk besluit prom. 19/03/2013 pub. 03/10/2014 numac 2014022494 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid en federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 20 maart 2007 tot uitvoering van het Hoofdstuk 8 van Titel IV van de programmawet van 27 december 2006 tot voorafgaande melding voor gedetacheerde werknemers en zelfstandigen. - Addendum type koninklijk besluit prom. 19/03/2013 pub. 03/04/2013 numac 2013012107 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 november 2012, gesloten in het Paritair Comité voor de bewakings- en/of toezichtsdiensten, betreffende de overname van personeel ingevolge de overgang van een commercieel contract sluiten9 tot toekenning van steun aan kleine en middelgrote ondernemingen voor ondernemerschapsbevorderende diensten en kmo-groeitrajecten;20° koninklijk besluit van 19 maart 2013Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 19/03/2013 pub. 16/04/2013 numac 2013024124 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Koninklijk besluit ter verwezenlijking van een duurzaam gebruik van gewasbeschermingsmiddelen en toevoegingsstoffen type koninklijk besluit prom. 19/03/2013 pub. 27/03/2013 numac 2013201636 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid en federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 20 maart 2007 tot uitvoering van het Hoofdstuk 8 van Titel IV van de programmawet van 27 december 2006 tot voorafgaande melding voor gedetacheerde werknemers en zelfstandigen type koninklijk besluit prom. 19/03/2013 pub. 03/10/2014 numac 2014022494 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid en federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 20 maart 2007 tot uitvoering van het Hoofdstuk 8 van Titel IV van de programmawet van 27 december 2006 tot voorafgaande melding voor gedetacheerde werknemers en zelfstandigen. - Addendum type koninklijk besluit prom. 19/03/2013 pub. 03/04/2013 numac 2013012107 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 november 2012, gesloten in het Paritair Comité voor de bewakings- en/of toezichtsdiensten, betreffende de overname van personeel ingevolge de overgang van een commercieel contract sluiten: het koninklijk besluit van 19 maart 2013Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 19/03/2013 pub. 16/04/2013 numac 2013024124 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Koninklijk besluit ter verwezenlijking van een duurzaam gebruik van gewasbeschermingsmiddelen en toevoegingsstoffen type koninklijk besluit prom. 19/03/2013 pub. 27/03/2013 numac 2013201636 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid en federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 20 maart 2007 tot uitvoering van het Hoofdstuk 8 van Titel IV van de programmawet van 27 december 2006 tot voorafgaande melding voor gedetacheerde werknemers en zelfstandigen type koninklijk besluit prom. 19/03/2013 pub. 03/10/2014 numac 2014022494 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid en federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 20 maart 2007 tot uitvoering van het Hoofdstuk 8 van Titel IV van de programmawet van 27 december 2006 tot voorafgaande melding voor gedetacheerde werknemers en zelfstandigen. - Addendum type koninklijk besluit prom. 19/03/2013 pub. 03/04/2013 numac 2013012107 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 november 2012, gesloten in het Paritair Comité voor de bewakings- en/of toezichtsdiensten, betreffende de overname van personeel ingevolge de overgang van een commercieel contract sluiten ter verwezenlijking van een duurzaam gebruik van gewasbeschermingsmiddelen en toevoegingsstoffen;21° minister: de Vlaamse minister, bevoegd voor de landbouw;22° onderaannemer: een natuurlijke persoon of rechtspersoon die in opdracht van een adviesdienst, vormingscentrum, algemeen vormingscentrum, vormingscentrum voor de bijenteelt of kennisinstelling voor waarnemings- en waarschuwingssystemen of een partner als vermeld in artikel 80, tweede lid, een advies verleent, een vorming geeft, of een waarnemings- of waarschuwingssysteem uitvoert;23° promotor: de kennisinstelling voor waarnemings- en waarschuwingssystemen die conform hoofdstuk 6 is geregistreerd, die de subsidie, vermeld in artikel 75, aanvraagt en die de verantwoordelijkheden, vermeld in artikel 81, tweede lid, draagt;24° verordening (EU) 2021/2115: verordening (EU) 2021/2115 van het Europees Parlement en de Raad van 2 december 2021 tot vaststelling van voorschriften inzake steun voor de strategische plannen die de lidstaten in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid opstellen (strategische GLB-plannen) en die uit het Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF) en het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (ELFPO) worden gefinancierd, en tot intrekking van Verordeningen (EU) nr.1305/2013 en (EU) nr. 1307/2013; 25° verordening (EU) 2021/2116: verordening (EU) 2021/2116 van het Europees Parlement en de Raad van 2 december 2021 inzake de financiering, het beheer en de monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van Verordening (EU) nr.1306/2013; 26° vorming: de opleiding die fysiek of op afstand wordt aangeboden, die georganiseerd wordt zonder commercieel karakter door een vormingscentrum, een algemeen vormingscentrum of een vormingscentrum voor bijenteelt, die gericht is op verschillende personen, die uitsluitend of hoofdzakelijk gericht is op het verbeteren van het huidige of het toekomstige bedrijfsfunctioneren en die optimaal bijdraagt tot de versterking of transformatie van het bedrijf of het toepassen of het bevorderen van duurzame landbouwpraktijken met respect voor milieu en klimaat;27° vormingscentrum: het vormingscentrum dat conform hoofdstuk 6 is geregistreerd;28° vormingscentrum voor bijenteelt: het vormingscentrum voor bijenteelt dat conform hoofdstuk 6 is geregistreerd.

Art. 2.Dit besluit voorziet in de gedeeltelijke uitvoering van: 1° verordening (EU) 2021/2115;2° verordening (EU) 2021/2116. HOOFDSTUK 2. - Verlenen van subsidies voor advies en vorming aan actieve landbouwers via een kennisportefeuille Afdeling 1. - Algemene bepaling

Art. 3.Binnen de grenzen van de begrotingskredieten die daarvoor bestemd zijn, kan de bevoegde entiteit, volgens de bepalingen die zijn vastgesteld in dit besluit en de uitvoeringsbesluiten ervan, een subsidie verlenen aan actieve landbouwers voor vorming of advies. Afdeling 2. - Specifieke voorwaarden voor het advies

Art. 4.Een advies komt in aanmerking voor subsidiëring als het voldoet aan al de volgende voorwaarden: 1° het advies wordt verleend door een adviesdienst;2° het advies draagt bij tot een of meer van de doelstellingen en thema's, vermeld in artikel 6, lid 1 en lid 2, en artikel 15, lid 4, van verordening (EU) 2021/2115;3° het advies vertrekt vanuit een concrete opportuniteit of probleemstelling die gelinkt is aan een of meer specifieke doelstellingen.Op basis van een analyse of onderzoek van het probleem worden er suggesties en aanbevelingen gedaan die de actieve landbouwer moeten helpen om de juiste beslissingen te nemen voor zijn bedrijf.

Het advies bevat een stappenplan en concrete acties die de actieve landbouwer kan volgen om het advies te implementeren; 4° het advies is voor iedereen toegankelijk tegen een uniforme en marktconforme prijs voor dezelfde prestaties.De prijs maakt geen onderscheid tussen leden en niet-leden van de adviesdienst of een organisatie die eraan is verbonden, of tussen gesubsidieerde en niet-gesubsidieerde actieve landbouwers; 5° het advies is verantwoord in het kader van de huidige en toekomstige landbouwactiviteiten van de actieve landbouwer;6° de adviseur die het advies verleent, is een derde ten aanzien van de actieve landbouwer.De adviseur wordt niet beschouwd als een derde in de volgende twee gevallen: a) de zaakvoerders of bestuurders en de adviseur zijn ingeschreven op hetzelfde adres;b) de adviseur is een werknemer, zaakvoerder of bestuurder van de actieve landbouwer. De minister kan bepalen welke adviezen niet in aanmerking komen voor subsidiëring. Afdeling 3. - Specifieke voorwaarden voor vorming via een

kennisportefeuille

Art. 5.Een vorming via een kennisportefeuille komt in aanmerking voor subsidiëring als ze voldoet aan al de volgende voorwaarden: 1° de vorming wordt georganiseerd door een vormingscentrum;2° het thema van de vorming draagt bij tot een of meer van de doelstellingen, vermeld in artikel 6, lid 1 en lid 2, van verordening (EU) 2021/2115;3° de vorming vindt plaats in het Nederlandse taalgebied of in het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad, met uitzondering van een vorming die op afstand wordt gegeven;4° de vorming is voor iedereen toegankelijk tegen een uniforme en marktconforme prijs voor dezelfde prestaties.De inschrijvingsprijs maakt geen onderscheid tussen leden en niet-leden van een vormingscentrum of een organisatie die eraan verbonden is, of tussen gesubsidieerde en niet-gesubsidieerde deelnemers; 5° de vorming is verantwoord in het kader van de huidige en toekomstige landbouwactiviteiten van de actieve landbouwer;6° de lesgever en de deelnemers zijn niet uitsluitend werknemers van dezelfde onderneming. De minister kan bepalen welke vormingen niet in aanmerking komen voor subsidiëring via een kennisportefeuille.

Art. 6.Een vorming met als inhoud een basisopleiding over de fytolicentie P1, P2 of P3 komt alleen in aanmerking voor subsidiëring als ze voldoet aan de volgende voorwaarden: 1° de vorming heeft betrekking op activiteiten als vermeld in artikel 3, § 1, eerste lid, 1°, 2° of 8°, van het decreet van 28 juni 2013Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 19/03/2013 pub. 16/04/2013 numac 2013024124 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Koninklijk besluit ter verwezenlijking van een duurzaam gebruik van gewasbeschermingsmiddelen en toevoegingsstoffen type koninklijk besluit prom. 19/03/2013 pub. 27/03/2013 numac 2013201636 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid en federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 20 maart 2007 tot uitvoering van het Hoofdstuk 8 van Titel IV van de programmawet van 27 december 2006 tot voorafgaande melding voor gedetacheerde werknemers en zelfstandigen type koninklijk besluit prom. 19/03/2013 pub. 03/10/2014 numac 2014022494 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid en federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 20 maart 2007 tot uitvoering van het Hoofdstuk 8 van Titel IV van de programmawet van 27 december 2006 tot voorafgaande melding voor gedetacheerde werknemers en zelfstandigen. - Addendum type koninklijk besluit prom. 19/03/2013 pub. 03/04/2013 numac 2013012107 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 november 2012, gesloten in het Paritair Comité voor de bewakings- en/of toezichtsdiensten, betreffende de overname van personeel ingevolge de overgang van een commercieel contract sluiten3;2° de vorming voldoet aan de voorwaarden, vermeld in artikel 33 van het koninklijk besluit van 19 maart 2013Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 19/03/2013 pub. 16/04/2013 numac 2013024124 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Koninklijk besluit ter verwezenlijking van een duurzaam gebruik van gewasbeschermingsmiddelen en toevoegingsstoffen type koninklijk besluit prom. 19/03/2013 pub. 27/03/2013 numac 2013201636 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid en federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 20 maart 2007 tot uitvoering van het Hoofdstuk 8 van Titel IV van de programmawet van 27 december 2006 tot voorafgaande melding voor gedetacheerde werknemers en zelfstandigen type koninklijk besluit prom. 19/03/2013 pub. 03/10/2014 numac 2014022494 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid en federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 20 maart 2007 tot uitvoering van het Hoofdstuk 8 van Titel IV van de programmawet van 27 december 2006 tot voorafgaande melding voor gedetacheerde werknemers en zelfstandigen. - Addendum type koninklijk besluit prom. 19/03/2013 pub. 03/04/2013 numac 2013012107 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 november 2012, gesloten in het Paritair Comité voor de bewakings- en/of toezichtsdiensten, betreffende de overname van personeel ingevolge de overgang van een commercieel contract sluiten;3° in geval van fytolicentie P2: de vorming wordt georganiseerd voor een van de volgende thema's: a) landbouw - gangbare productie;b) landbouw - biologische productie;c) groenvoorziening;4° de vorming omvat de volgende inhoud en het volgende aantal lesuren: a) in geval van fytolicentie P1: 1) alle relevante wetgeving: één lesuur;2) gewasbeschermingsmiddelen: één lesuur;3) correct gebruik van gewasbeschermingsmiddelen: vijf lesuren;4) risico's van gewasbeschermingsmiddelen: vijf lesuren;5) toegepaste gewasbescherming met voornaamste ziekten en plagen: vier lesuren;b) in geval van fytolicentie P2: 1) alle relevante wetgeving: tien lesuren;2) gewasbescherming: tien lesuren;3) gewasbeschermingsmiddelen: tien lesuren;4) correct gebruik van gewasbeschermingsmiddelen: tien lesuren;5) risico's van gewasbeschermingsmiddelen: tien lesuren;6) toegepaste gewasbescherming: tien lesuren;c) in geval van fytolicentie P3: 1) alle relevante wetgeving: tien lesuren;2) gewasbescherming: twintig lesuren;3) gewasbeschermingsmiddelen: twintig lesuren;4) correct gebruik van gewasbeschermingsmiddelen: vijftien lesuren;5) risico's van gewasbeschermingsmiddelen: vijftien lesuren;6) toegepaste gewasbescherming: veertig lesuren;5° de vorming wordt gegeven door een lesgever die in het bezit is van een fytolicentie P3, of door een lesgever in een instelling voor basisonderwijs, secundair onderwijs, hoger onderwijs, volwassenenonderwijs of deeltijds kunstonderwijs die door de Vlaamse Gemeenschap is erkend, gefinancierd of gesubsidieerd, of in centra voor vorming van zelfstandigen en kleine en middelgrote ondernemingen, wat de leertijd betreft. Een opleiding waarin de verschillende thema's, vermeld in het eerste lid, 3°, gecombineerd worden, is niet toegestaan. Bij de aankondiging wordt duidelijk opgenomen op welk thema de vorming zich richt.

De bevoegde entiteit kan aan een vormingscentrum een afwijking toestaan van de voorwaarde, vermeld in het eerste lid, 5°, voor onderwerpen die niet gelinkt zijn met de toepassing van gewasbeschermingsmiddelen. In het voormelde geval bezorgt het vormingscentrum een motivering aan de bevoegde entiteit en beslist de bevoegde entiteit over het toestaan van de afwijking. De voormelde onderwerpen kunnen worden gegeven door experten in het thema in kwestie.

De minister kan de voorwaarden, de modaliteiten en de minimale inhoud waaraan de basisopleidingen fytolicentie P1, P2 en P3 moeten voldoen, nader bepalen.

De minister beslist of de opleidingen gevalideerd worden als basisopleiding over de fytolicentie.

De geslaagde deelnemers van de gevalideerde basisopleidingen over de fytolicentie worden doorgegeven aan de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu.

Art. 7.Een vorming met als inhoud een aanvullende opleiding over de fytolicentie komt alleen in aanmerking voor subsidiëring als ze voldoet aan al de volgende voorwaarden: 1° de vorming voldoet aan de voorwaarden, vermeld in artikel 38 van het koninklijk besluit van 19 maart 2013Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 19/03/2013 pub. 16/04/2013 numac 2013024124 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Koninklijk besluit ter verwezenlijking van een duurzaam gebruik van gewasbeschermingsmiddelen en toevoegingsstoffen type koninklijk besluit prom. 19/03/2013 pub. 27/03/2013 numac 2013201636 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid en federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 20 maart 2007 tot uitvoering van het Hoofdstuk 8 van Titel IV van de programmawet van 27 december 2006 tot voorafgaande melding voor gedetacheerde werknemers en zelfstandigen type koninklijk besluit prom. 19/03/2013 pub. 03/10/2014 numac 2014022494 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid en federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 20 maart 2007 tot uitvoering van het Hoofdstuk 8 van Titel IV van de programmawet van 27 december 2006 tot voorafgaande melding voor gedetacheerde werknemers en zelfstandigen. - Addendum type koninklijk besluit prom. 19/03/2013 pub. 03/04/2013 numac 2013012107 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 november 2012, gesloten in het Paritair Comité voor de bewakings- en/of toezichtsdiensten, betreffende de overname van personeel ingevolge de overgang van een commercieel contract sluiten;2° minimaal een dagdeel gaat over de onderwerpen, vermeld in bijlage 3 bij het koninklijk besluit van 19 maart 2013Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 19/03/2013 pub. 16/04/2013 numac 2013024124 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Koninklijk besluit ter verwezenlijking van een duurzaam gebruik van gewasbeschermingsmiddelen en toevoegingsstoffen type koninklijk besluit prom. 19/03/2013 pub. 27/03/2013 numac 2013201636 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid en federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 20 maart 2007 tot uitvoering van het Hoofdstuk 8 van Titel IV van de programmawet van 27 december 2006 tot voorafgaande melding voor gedetacheerde werknemers en zelfstandigen type koninklijk besluit prom. 19/03/2013 pub. 03/10/2014 numac 2014022494 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid en federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 20 maart 2007 tot uitvoering van het Hoofdstuk 8 van Titel IV van de programmawet van 27 december 2006 tot voorafgaande melding voor gedetacheerde werknemers en zelfstandigen. - Addendum type koninklijk besluit prom. 19/03/2013 pub. 03/04/2013 numac 2013012107 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 november 2012, gesloten in het Paritair Comité voor de bewakings- en/of toezichtsdiensten, betreffende de overname van personeel ingevolge de overgang van een commercieel contract sluiten;3° minimaal 45 minuten van de vorming wordt toegelicht door een lesgever die geen werknemer is of zaakvoerder van een onderneming die gewasbeschermingsmiddelen verkoopt. De minister kan beslissen dat specifieke onderwerpen in de aanvullende opleidingen moeten opgenomen worden.

De minister kan de doelgroepen bepalen waarvoor de aanvullende opleidingen georganiseerd worden.

De minister beslist of de opleidingen gevalideerd worden als aanvullende opleiding over de fytolicentie.

De deelnemerslijsten van de gevalideerde aanvullende opleidingen over de fytolicentie worden doorgegeven aan de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu.

Art. 8.Een actieve landbouwer komt in aanmerking voor de subsidie voor vorming via een kennisportefeuille als de vorming gevolgd wordt door: 1° een actieve landbouwer die een natuurlijke persoon is;2° de bestuurders van de actieve landbouwer, als die een rechtspersoon is;3° de personen die ingeschreven zijn op hetzelfde adres als de actieve landbouwer;4° de personen die een basisopleiding met betrekking tot landbouw of tuinbouw gericht op het uitvoeren van een landbouwactiviteit volgen of gevolgd hebben of die een starterscursus vermeld in artikel 35, 1°, volgen of gevolgd hebben;5° de werknemers van de actieve landbouwer. De personen vermeld in het eerste lid, 3° en 4°, mogen niet meer leerplichtig zijn overeenkomstig de wet van 29 juni 1983Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/06/1983 pub. 25/01/2011 numac 2011000012 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de leerplicht. - Duitse vertaling sluiten betreffende de leerplicht.

Art. 9.De minister bepaalt de voorwaarden en de modaliteiten waaraan de vormingen op afstand moeten voldoen. Afdeling 4. - Subsidiebedrag

Art. 10.Elke actieve landbouwer beschikt over een kennisportefeuille die ingezet kan worden voor de subsidie, vermeld in artikel 3.

De minister bepaalt: 1° het maximale totale bedrag van de kennisportefeuille per actieve landbouwer en de geldigheidsduur ervan;2° het subsidiepercentage;3° de verdeling van het bedrag van de kennisportefeuille dat gaat naar bepaalde doelstellingen en thema's, vermeld in artikel 6, lid 1 en lid 2, en artikel 15, lid 4, van verordening (EU) 2021/2115. De minister kan de volgende elementen bepalen: 1° de minimale kostprijs van het advies of de vorming die in aanmerking komt voor de subsidie, vermeld in artikel 3;2° het minimale subsidiebedrag waarvoor een steunaanvraag als vermeld in artikel 19, via de kennisportefeuille ingediend kan worden.

Art. 11.De volgende kosten voor het verlenen van een advies komen in aanmerking voor de subsidie, vermeld in artikel 3: 1° de personeelskosten van de adviesdienst voor het verlenen van het advies;2° de werkingskosten van de adviesdienst voor het verlenen van het advies;3° de verplaatsingskosten van de adviseur of adviseurs;4° in geval van onderaanneming de kosten voor de externe prestaties die verricht zijn in het kader van het geven van het advies. De kosten die in aanmerking komen, vermeld in het eerste lid, worden berekend exclusief btw.

Art. 12.Om een vorming te geven via de kennisportefeuille, komen de volgende kosten in aanmerking voor de subsidie, vermeld in artikel 3: 1° de personeelskosten van het vormingscentrum voor het organiseren van de vorming;2° de werkingskosten van het vormingscentrum voor het organiseren van de vorming;3° de vergoeding voor de lesgever of de lesgevers;4° de verplaatsingskosten van de personeelsleden van het vormingscentrum en van de lesgever of de lesgevers naar en van de vorming;5° in geval van onderaanneming de kosten voor de externe prestaties die verricht zijn in het kader van het organiseren en het geven van de vorming. De kosten die in aanmerking komen, vermeld in het eerste lid, worden berekend exclusief btw.

Art. 13.De minister kan bepalen welke kosten niet in aanmerking komen voor de subsidie, vermeld in artikel 3. Afdeling 5. - Procedure

Art. 14.De adviesdiensten stellen vanuit hun expertise een adviesvoorstel op en dienen dat adviesvoorstel in via een aanvraag in het e-loket bij de bevoegde entiteit.

De vormingscentra stellen vanuit hun expertise een vormingsvoorstel op en dienen dat vormingsvoorstel in via een aanvraag in het e-loket bij de bevoegde entiteit.

De minister bepaalt welke elementen aanwezig moeten zijn in het advies- en vormingsvoorstel, vermeld in het eerste en tweede lid.

Art. 15.De bevoegde entiteit kent na goedkeuring van de aanvraag, vermeld in artikel 14, een registratienummer toe aan de adviesvoorstellen en vormingsvoorstellen die conform artikel 14 zijn ingediend, en maakt ze via haar e-loket beschikbaar voor de actieve landbouwers. De bevoegde entiteit brengt de adviesdiensten en de vormingscentra op de hoogte van de voormelde beschikbaarstelling.

Art. 16.De bevoegde entiteit kan op elk ogenblik een onderzoek instellen of bijkomende informatie of stukken opvragen om te controleren of de adviesvoorstellen of vormingsvoorstellen die conform artikel 14 zijn ingediend, voldoen aan de voorwaarden, vermeld in dit besluit en de uitvoeringsbesluiten ervan.

Als blijkt dat de adviesvoorstellen of vormingsvoorstellen die conform artikel 14 zijn ingediend, niet voldoen aan de voorwaarden, vermeld in dit besluit en de uitvoeringsbesluiten ervan, komen die adviesvoorstellen of vormingsvoorstellen niet in aanmerking voor de subsidie, vermeld in artikel 3.

Art. 17.De actieve landbouwer die een advies of vorming wil verkrijgen, vermeld in artikel 3, neemt contact op met een adviesdienst of een vormingscentrum.

De adviesdienst of het vormingscentrum informeert aan de hand van het advies- of vormingsvoorstel, vermeld in artikel 14, de actieve landbouwer over de inhoud, de modaliteiten, de prijs en de timing van het advies of de vorming.

Als de adviesdienst of het vormingscentrum beslist dat er geen advies of vorming aangeboden kan worden die voldoet aan de vragen van de actieve landbouwer, brengt die adviesdienst of dat vormingscentrum de bevoegde entiteit daarvan op de hoogte.

Art. 18.Om een steunaanvraag als vermeld in artikel 19, te kunnen indienen, registreert de actieve landbouwer die nog niet geïdentificeerd is bij de bevoegde entiteit, zijn onderneming en de personen die hem kunnen vertegenwoordigen in het e-loket van de bevoegde entiteit.

De minister bepaalt de vormvereisten en de inhoudelijke bepalingen van de steunaanvraag, vermeld in artikel 19.

Art. 19.De bevoegde entiteit controleert tijdens de indiening van de steunaanvraag, vermeld in het tweede lid, of de actieve landbouwer nog voldoende budget in zijn kennisportefeuille heeft en of het minimale subsidiebedrag, vermeld in artikel 10, derde lid, 2°, gerespecteerd is.

Als de bevoegde entiteit beslist dat de voorwaarden, vermeld in het eerste lid, zijn vervuld, kan de actieve landbouwer een steunaanvraag indienen.

Art. 20.Door de steunaanvraag, vermeld in artikel 19, in te dienen in het e-loket, gaat de actieve landbouwer akkoord met het advies- of vormingsvoorstel, vermeld in artikel 17.

De adviesdienst of het vormingscentrum kan geen steunaanvraag als vermeld in artikel 19, indienen via een volmacht van de actieve landbouwer.

Art. 21.De steunaanvraag, vermeld in artikel 19, wordt ingediend voor de prestaties van start gaan voor het leveren van het advies of voor het begin van de vorming.

Art. 22.Het advies wordt verleend of de vorming start uiterlijk zes maanden na de indiening van de steunaanvraag, vermeld in artikel 19.

Art. 23.Een actieve landbouwer kan de steunaanvraag, vermeld in artikel 19, annuleren zolang er geen betalingsaanvraag als vermeld in artikel 27, ingediend is.

Art. 24.De adviseur licht elk advies mondeling toe aan de actieve landbouwer. Afhankelijk van de noodzakelijkheid van de mondelinge toelichting, die volgt uit de specifieke vraagstelling van de actieve landbouwer, kan de voormelde toelichting tijdens een bedrijfsbezoek of via een online videovergadering gegeven worden.

De minister kan bepalen aan welke voorwaarden de mondelinge toelichting moet voldoen en de praktische modaliteiten van een bedrijfsbezoek.

Art. 25.Na afloop van het advies ontvangt de actieve landbouwer een schriftelijk en gepersonaliseerd adviesrapport.

De minister bepaalt de inhoud van het adviesrapport, vermeld in het eerste lid.

Art. 26.Als de prestaties, vermeld in het vormingsvoorstel, vermeld in artikel 14, niet of maar gedeeltelijk worden geleverd, of als de data of de locatie van de vorming wijzigen, annuleert of wijzigt het vormingscentrum onmiddellijk het ingediende vormingsvoorstel in het e-loket en brengt het de actieve landbouwers die al zijn ingeschreven, daarvan op de hoogte.

Art. 27.Nadat het advies is verleend of na afloop van de vorming dient de actieve landbouwer een betalingsaanvraag in bij de bevoegde entiteit.

De minister bepaalt de inhoud van de betalingsaanvraag, vermeld in het eerste lid, en de termijn waarin die betalingsaanvraag ingediend moet worden.

Als de actieve landbouwer geen betalingsaanvraag indient binnen de termijn, vermeld in het tweede lid, annuleert de bevoegde entiteit automatisch de steunaanvraag, vermeld in artikel 19, en verliest de landbouwer het aangevraagde subsidiebedrag uit de kennisportefeuille.

Art. 28.De adviesdiensten bevestigen op verzoek van de bevoegde entiteit de identiteit van de adviseurs die adviezen verleend hebben in het kader van dit besluit.

Art. 29.De minister kan bepalen waaraan de facturen moeten voldoen die de adviesdienst of het vormingscentrum aan de actieve landbouwer aanbiedt.

Art. 30.De adviesdiensten bewaren de facturen en het adviesrapport, vermeld in artikel 25, gedurende tien jaar na de start van de prestaties.

De vormingscentra bewaren het bewijs van inschrijving en de aanwezigheidslijst van de vorming, vermeld in artikel 31, gedurende tien jaar na de startdatum van de vorming.

Art. 31.Het vormingscentrum houdt per vorming een aanwezigheidslijst bij waarop de deelnemer zijn aanwezigheid bevestigt.

De deelnemer van een vorming die gespreid is over meerdere kalenderdagen moet ten minste 75% van de lesuren aanwezig zijn geweest.

De minister kan de inhoud en modaliteiten van de aanwezigheidslijst, vermeld in het eerste lid, bepalen.

Art. 32.De vormingscentra bevestigen op verzoek van de bevoegde entiteit de identiteit van de lesgevers die vormingen gegeven hebben in het kader van dit besluit. HOOFDSTUK 3. - Verlenen van subsidies voor vorming aan algemene vormingscentra en vormingscentra voor bijenteelt via een vormingsprogramma Afdeling 1. - Algemene bepaling

Art. 33.Binnen de grenzen van de begrotingskredieten die daarvoor bestemd zijn, kan de bevoegde entiteit volgens de bepalingen die zijn vastgesteld in dit besluit en de uitvoeringsbesluiten ervan, een subsidie verlenen voor vorming via een vormingsprogramma. Afdeling 2. - Deelnemers

Art. 34.De volgende deelnemers aan de vormingen vallen onder het toepassingsgebied van de subsidie, vermeld in artikel 33 van dit besluit: 1° de actieve landbouwer die een natuurlijke persoon is;2° bestuurders van de actieve landbouwer, als die laatste een rechtspersoon is;3° personen die ingeschreven zijn op hetzelfde adres als de actieve landbouwer;4° werknemers van de actieve landbouwer;5° zaakvoerders of werknemers van loonwerkers;6° personen die zich voorbereiden om actieve landbouwer te worden;7° imkers;8° personen die zich voorbereiden om imker te worden;9° professionele gebruikers, distributeurs en voorlichters als vermeld in artikel 2, 7°, 9° en 10°, van het koninklijk besluit van 19 maart 2013Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 19/03/2013 pub. 16/04/2013 numac 2013024124 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Koninklijk besluit ter verwezenlijking van een duurzaam gebruik van gewasbeschermingsmiddelen en toevoegingsstoffen type koninklijk besluit prom. 19/03/2013 pub. 27/03/2013 numac 2013201636 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid en federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 20 maart 2007 tot uitvoering van het Hoofdstuk 8 van Titel IV van de programmawet van 27 december 2006 tot voorafgaande melding voor gedetacheerde werknemers en zelfstandigen type koninklijk besluit prom. 19/03/2013 pub. 03/10/2014 numac 2014022494 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid en federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 20 maart 2007 tot uitvoering van het Hoofdstuk 8 van Titel IV van de programmawet van 27 december 2006 tot voorafgaande melding voor gedetacheerde werknemers en zelfstandigen. - Addendum type koninklijk besluit prom. 19/03/2013 pub. 03/04/2013 numac 2013012107 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 november 2012, gesloten in het Paritair Comité voor de bewakings- en/of toezichtsdiensten, betreffende de overname van personeel ingevolge de overgang van een commercieel contract sluiten van gewasbeschermingsmiddelen die erkend zijn voor professioneel gebruik en toevoegingsstoffen;10° personen die zich voorbereiden om professioneel gebruiker te worden in verband met professionele gewasbeschermingsmiddelen en die actieve landbouwer zijn of een starterscursus als vermeld in artikel 39 van dit besluit, volgen of gevolgd hebben;11° lesgevers die voldoen aan de voorwaarden, vermeld in artikel 64 van dit besluit;12° adviseurs die geregistreerd zijn bij de bevoegde entiteit. In het eerste lid, 5°, wordt verstaan onder loonwerker: een natuurlijke persoon of een rechtspersoon die voor professionele doeleinden werkzaamheden uitvoert bij land- en tuinbouwers, waarvan de activiteit betrekking heeft op een activiteit van de NACE-BEL-codes 01.610, 01.620 of 01.630 voor de btw-activiteiten.

De deelnemers, vermeld in het eerste lid, die bij de aanvang van de activiteiten niet meer leerplichtig zijn conform de wet van 29 juni 1983Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/06/1983 pub. 25/01/2011 numac 2011000012 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de leerplicht. - Duitse vertaling sluiten betreffende de leerplicht, komen in aanmerking voor de subsidie, vermeld in artikel 33 van dit besluit.

De minister kan omtrent de bepalingen van dit artikel nadere voorwaarden en regels bepalen. Afdeling 3. - Types vormingen via vormingsprogramma

Art. 35.De vormingen via een vormingsprogramma worden in de volgende acht vormingstypes onderverdeeld: 1° starterscursussen: cursussen die de noodzakelijke beroepsbekwaamheid bij een eerste vestiging op een landbouwbedrijf of als imker verstrekken.Er zijn drie soorten starterscursussen: a) starterscursussen type A (algemene starterscursussen), die bestaan uit de volgende vier modules: 1) wetgeving en structuren;2) financieel inzicht, fiscaliteit en bedrijfseconomie;3) ondernemerschap;4) overname, opstart en sociale aspecten;b) starterscursussen type B (bijzondere starterscursussen), die bestaan uit een aanvullende specifieke module die betrekking heeft op een of twee deelsectoren van de landbouw;c) starterscursussen voor bijenteelt, die bestaan uit een basisprogramma;2° stages: de praktische opleidingen op een stagebedrijf met als doel werkervaring op te doen, de kennis die in de starterscursussen, vermeld in punt 1°, is opgedaan, in praktijk te brengen en inzicht te krijgen in de eigen sterktes en zwaktes;3° opleidingen: bijeenkomsten die bestaan uit een of meer lesactiviteiten voor dezelfde groep deelnemers waarin onderwerpen onder leiding van een lesgever worden uitgediept;4° basisopleidingen fytolicentie P2 voor landbouwers;5° aanvullende opleidingen over de fytolicentie;6° bijscholingen: bijeenkomsten met als doel de vorming van de lesgevers en de adviseurs, vermeld in artikel 34, eerste lid, 11° en 12° ;7° vormingsprojecten: de voorbereiding of implementatie van een geheel van vormingen;8° lerende netwerken rond bepaalde landbouwthema's. Afdeling 4. - Specifieke voorwaarden voor vormingen via een

vormingsprogramma Onderafdeling 1. - Algemene bepalingen

Art. 36.Een vorming via een vormingsprogramma komt alleen in aanmerking voor een subsidie als vermeld in artikel 33 van dit besluit, als ze voldoet aan de volgende voorwaarden: 1° de vorming draagt bij tot een of meer van de doelstellingen, vermeld in artikel 6, lid 1 en lid 2, van verordening (EU) 2021/2115;2° de vorming vindt plaats in het Nederlandse taalgebied of in het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad, met uitzondering van een vorming die op afstand wordt gegeven;3° de vorming is voor iedereen toegankelijk tegen dezelfde bijdrage van de deelnemer;4° de lesgever en de deelnemers aan de vorming zijn niet uitsluitend werknemers van dezelfde onderneming;5° de vorming vindt niet plaats op een zondag of een wettelijke feestdag. De minister kan bepalen welke vormingen niet in aanmerking komen voor subsidiëring via een vormingsprogramma.

Art. 37.De vormingen via een vormingsprogramma kunnen op afstand aangeboden worden, met uitzondering van stages en lerende netwerken rond bepaalde landbouwthema's.

De minister bepaalt de voorwaarden en de modaliteiten waaraan de vormingen op afstand, vermeld in het eerste lid, moeten voldoen.

Art. 38.Het kunstmatig opsplitsen van vormingen om subsidies te maximaliseren of het creëren van andere kunstmatige voorwaarden om extra voordelen te verkrijgen die niet in overeenstemming zijn met de doelstellingen van de subsidie, vermeld in artikel 36, eerste lid, 1°, is niet toegestaan.

Onderafdeling 2. - Starterscursussen

Art. 39.Starterscursussen type A als vermeld in artikel 35, 1°, a), komen in aanmerking voor een subsidie als vermeld in artikel 33, als ze aan al de volgende voorwaarden voldoen: 1° ze worden georganiseerd en aangevraagd door een algemeen vormingscentrum;2° ze worden modulair georganiseerd.Dat betekent dat de afzonderlijke modules op zichzelf kunnen staan; 3° ze omvatten minstens één en maximaal twee dagdelen per dag. De minister bepaalt nader de inhoud en de duur van de modules die in het programma moeten worden opgenomen en het minimumaantal geldige deelnemers.

Art. 40.Starterscursussen type B als vermeld in artikel 35, 1°, b), komen in aanmerking voor een subsidie als vermeld in artikel 33, als ze aan al de volgende voorwaarden voldoen: 1° ze worden georganiseerd en aangevraagd door een algemeen vormingscentrum;2° ze worden minstens één en maximaal twee dagdelen per dag. De minister bepaalt nader de inhoud en de duur van de module die in het programma moet worden opgenomen, en het minimumaantal geldige deelnemers.

Art. 41.Starterscursussen voor bijenteelt als vermeld in artikel 35, 1°, c), komen in aanmerking voor een subsidie als vermeld in artikel 33, als ze aan al de volgende voorwaarden voldoen: 1° ze worden georganiseerd en aangevraagd door een algemeen vormingscentrum of door een vormingscentrum voor bijenteelt;2° ze worden minstens één en maximaal twee dagdelen per dag. De minister bepaalt nader de inhoud en de duur van het basisprogramma dat in de starterscursussen voor bijenteelt moet worden opgenomen, en het minimumaantal geldige deelnemers.

Art. 42.De deelnemers aan een starterscursus als vermeld in artikel 35, 1°, a), b) en c), georganiseerd tijdens verschillende kalenderdagen, zijn ten minste 75% van de lesuren aanwezig om als geldige deelnemer te worden beschouwd.

De minister kan de voorschriften vastleggen om een vrijstelling te verlenen voor bepaalde modules van een starterscursus type A of een starterscursus type B als vermeld in artikel 35, 1°.

Onderafdeling 3. - Stages

Art. 43.Stages als vermeld in artikel 35, 2°, komen in aanmerking voor een subsidie als vermeld in artikel 33, als ze aan al de volgende voorwaarden voldoen: 1° ze worden georganiseerd en aangevraagd door een algemeen vormingscentrum;2° ze bestaan uit minimaal twee stageperiodes met elk minimaal 80 stage-uren;3° ze vinden plaats onder toezicht van een stagebegeleider die voldoet aan de voorwaarden, vermeld in artikel 66;4° ze vinden plaats op een stagebedrijf dat voldoet aan de voorwaarden, vermeld in artikel 67. De stageperiodes, vermeld in het eerste lid, 2°, vinden plaats op twee verschillende stagebedrijven.

Er kunnen maximaal vier stageperiodes van maximaal 80 stage-uren voor dezelfde persoon in rekening gebracht worden voor een subsidie als vermeld in artikel 33.

De minister kan de voorwaarden en de modaliteiten nader bepalen waaraan de voormelde stages moeten voldoen.

Art. 44.De minister kan de voorschriften vastleggen om een vrijstelling voor een stage te verlenen.

Art. 45.De stagiair heeft een starterscursus type A als vermeld in artikel 39, met vrucht gevolgd.

De stagiair volbrengt alle stage-uren die in het stageplan zijn vastgelegd.

De stagiair maakt een stageverslag en een evaluatieverslag op. De minister bepaalt de gegevens die in het voormelde stageverslag en het voormelde evaluatieverslag opgenomen moeten worden.

Onderafdeling 4. - Opleidingen

Art. 46.Opleidingen als vermeld in artikel 35, 3°, van dit besluit, komen in aanmerking voor een subsidie als vermeld in artikel 33 van dit besluit, als ze aan al de volgende voorwaarden voldoen: 1° ze worden georganiseerd en aangevraagd door een algemeen vormingscentrum of een vormingscentrum voor bijenteelt;2° ze duren minstens een dagdeel, met uitzondering van opleidingen op afstand die minstens een uur duren;3° ze omvatten minstens een en maximaal twee dagdelen per dag;4° opleidingen die uit verschillende dagdelen bestaan die gespreid worden over verschillende kalenderdagen, zijn afgelopen binnen zes maanden na de startdatum van de opleiding;5° ze dragen bij tot een of meer van de doelstellingen, vermeld in artikel 6, lid 1 en lid 2, van verordening (EU) 2021/2115. De deelnemers aan een opleiding als vermeld in artikel 35, 3°, georganiseerd tijdens verschillende kalenderdagen, zijn ten minste 75% van de lesuren aanwezig om als geldige deelnemer te worden beschouwd.

De voormelde deelnemers slagen voor een cursustest.

De minister kan de voorwaarden en de modaliteiten nader bepalen waaraan de opleidingen moeten voldoen en het minimumaantal geldige deelnemers.

Onderafdeling 5. - Basisopleidingen fytolicentie P2

Art. 47.Basisopleidingen fytolicentie P2 als vermeld in artikel 35, 4°, van dit besluit, komen in aanmerking voor een subsidie als vermeld in artikel 33 van dit besluit, als ze voldoen aan de volgende voorwaarden: 1° de vorming heeft betrekking op activiteiten als vermeld in artikel 3, § 1, eerste lid, 1°, 2° of 8°, van het decreet van 28 juni 2013Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 19/03/2013 pub. 16/04/2013 numac 2013024124 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Koninklijk besluit ter verwezenlijking van een duurzaam gebruik van gewasbeschermingsmiddelen en toevoegingsstoffen type koninklijk besluit prom. 19/03/2013 pub. 27/03/2013 numac 2013201636 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid en federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 20 maart 2007 tot uitvoering van het Hoofdstuk 8 van Titel IV van de programmawet van 27 december 2006 tot voorafgaande melding voor gedetacheerde werknemers en zelfstandigen type koninklijk besluit prom. 19/03/2013 pub. 03/10/2014 numac 2014022494 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid en federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 20 maart 2007 tot uitvoering van het Hoofdstuk 8 van Titel IV van de programmawet van 27 december 2006 tot voorafgaande melding voor gedetacheerde werknemers en zelfstandigen. - Addendum type koninklijk besluit prom. 19/03/2013 pub. 03/04/2013 numac 2013012107 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 november 2012, gesloten in het Paritair Comité voor de bewakings- en/of toezichtsdiensten, betreffende de overname van personeel ingevolge de overgang van een commercieel contract sluiten3;2° de vorming voldoet aan de voorwaarden, vermeld in artikel 33 van het koninklijk besluit van 19 maart 2013Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 19/03/2013 pub. 16/04/2013 numac 2013024124 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Koninklijk besluit ter verwezenlijking van een duurzaam gebruik van gewasbeschermingsmiddelen en toevoegingsstoffen type koninklijk besluit prom. 19/03/2013 pub. 27/03/2013 numac 2013201636 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid en federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 20 maart 2007 tot uitvoering van het Hoofdstuk 8 van Titel IV van de programmawet van 27 december 2006 tot voorafgaande melding voor gedetacheerde werknemers en zelfstandigen type koninklijk besluit prom. 19/03/2013 pub. 03/10/2014 numac 2014022494 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid en federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 20 maart 2007 tot uitvoering van het Hoofdstuk 8 van Titel IV van de programmawet van 27 december 2006 tot voorafgaande melding voor gedetacheerde werknemers en zelfstandigen. - Addendum type koninklijk besluit prom. 19/03/2013 pub. 03/04/2013 numac 2013012107 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 november 2012, gesloten in het Paritair Comité voor de bewakings- en/of toezichtsdiensten, betreffende de overname van personeel ingevolge de overgang van een commercieel contract sluiten;3° de vorming wordt georganiseerd voor een van de volgende thema's: a) landbouw - gangbare productie;b) landbouw - biologische productie;4° de vorming omvat de volgende inhoudelijke onderdelen, die elk minstens voor tien lesuren worden onderricht: a) alle relevante wetgeving;b) gewasbescherming;c) gewasbeschermingsmiddelen;d) correct gebruik van gewasbeschermingsmiddelen;e) risico's van gewasbeschermingsmiddelen;f) toegepaste gewasbescherming;5° de vorming wordt gegeven door een lesgever die in het bezit is van een fytolicentie P3, of door een lesgever in een instelling voor basisonderwijs, secundair onderwijs, hoger onderwijs, volwassenenonderwijs of deeltijds kunstonderwijs die door de Vlaamse Gemeenschap is erkend, gefinancierd of gesubsidieerd, of in centra voor vorming van zelfstandigen en kleine en middelgrote ondernemingen, wat de leertijd betreft. Een opleiding voor een combinatie van de thema's, vermeld in het eerste lid, 3°, is niet toegestaan. Bij de aankondiging wordt duidelijk opgenomen op welk thema de vorming zich richt.

De bevoegde entiteit kan een afwijking toestaan van de voorwaarde, vermeld in het eerste lid, 5°, voor onderwerpen die niet gelinkt zijn aan de toepassing van gewasbeschermingsmiddelen. In het voormelde geval bezorgt het algemeen vormingscentrum een motivering aan de bevoegde entiteit en beslist de bevoegde entiteit over het toestaan van de afwijking. De voormelde onderwerpen kunnen worden gegeven worden door experten in het thema in kwestie.

De deelnemer aan een basisopleiding fytolicentie P2 als vermeld in artikel 35, 4°, is ten minste 75% van de lesuren aanwezig om als geldige deelnemer te worden beschouwd. De voormelde deelnemer slaagt voor een cursustest.

De minister kan de voorwaarden, de modaliteiten en het minimumaantal deelnemers nader bepalen waaraan de voormelde basisopleidingen fytolicentie P2 moeten voldoen.

De geslaagde deelnemers aan de voormelde basisopleidingen fytolicentie P2 die zijn gevalideerd, worden doorgegeven aan de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu op voorwaarde dat ze geldige deelnemers zijn, zoals vermeld in het vierde lid.

Onderafdeling 6. - Aanvullende opleidingen over de fytolicentie

Art. 48.De aanvullende opleidingen over de fytolicentie, vermeld in artikel 35, 5°, van dit besluit, die aan al de volgende voorwaarden voldoen, komen in aanmerking voor de subsidiëring, vermeld in artikel 33 van dit besluit: 1° de vorming voldoet aan de voorwaarden, vermeld in artikel 38 van het koninklijk besluit van 19 maart 2013Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 19/03/2013 pub. 16/04/2013 numac 2013024124 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Koninklijk besluit ter verwezenlijking van een duurzaam gebruik van gewasbeschermingsmiddelen en toevoegingsstoffen type koninklijk besluit prom. 19/03/2013 pub. 27/03/2013 numac 2013201636 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid en federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 20 maart 2007 tot uitvoering van het Hoofdstuk 8 van Titel IV van de programmawet van 27 december 2006 tot voorafgaande melding voor gedetacheerde werknemers en zelfstandigen type koninklijk besluit prom. 19/03/2013 pub. 03/10/2014 numac 2014022494 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid en federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 20 maart 2007 tot uitvoering van het Hoofdstuk 8 van Titel IV van de programmawet van 27 december 2006 tot voorafgaande melding voor gedetacheerde werknemers en zelfstandigen. - Addendum type koninklijk besluit prom. 19/03/2013 pub. 03/04/2013 numac 2013012107 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 november 2012, gesloten in het Paritair Comité voor de bewakings- en/of toezichtsdiensten, betreffende de overname van personeel ingevolge de overgang van een commercieel contract sluiten;2° minimaal twee uur van het dagdeel gaat over de onderwerpen, vermeld in bijlage 3 bij het koninklijk besluit van 19 maart 2013Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 19/03/2013 pub. 16/04/2013 numac 2013024124 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Koninklijk besluit ter verwezenlijking van een duurzaam gebruik van gewasbeschermingsmiddelen en toevoegingsstoffen type koninklijk besluit prom. 19/03/2013 pub. 27/03/2013 numac 2013201636 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid en federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 20 maart 2007 tot uitvoering van het Hoofdstuk 8 van Titel IV van de programmawet van 27 december 2006 tot voorafgaande melding voor gedetacheerde werknemers en zelfstandigen type koninklijk besluit prom. 19/03/2013 pub. 03/10/2014 numac 2014022494 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid en federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 20 maart 2007 tot uitvoering van het Hoofdstuk 8 van Titel IV van de programmawet van 27 december 2006 tot voorafgaande melding voor gedetacheerde werknemers en zelfstandigen. - Addendum type koninklijk besluit prom. 19/03/2013 pub. 03/04/2013 numac 2013012107 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 november 2012, gesloten in het Paritair Comité voor de bewakings- en/of toezichtsdiensten, betreffende de overname van personeel ingevolge de overgang van een commercieel contract sluiten;3° gedurende minimaal 45 minuten van de vorming wordt een toelichting gegeven door een lesgever die geen werknemer of zaakvoerder is van een onderneming die gewasbeschermingsmiddelen verkoopt. De minister kan de volgende elementen bepalen: 1° specifieke onderwerpen die opgenomen moeten worden in de opleiding;2° doelgroepen waarvoor de opleidingen georganiseerd worden;3° het minimumaantal deelnemers;4° de nadere voorwaarden en modaliteiten. De minister beslist of de opleidingen gevalideerd worden als aanvullende opleiding over de fytolicentie als vermeld in artikel 35, 5°.

De deelnemerslijsten van de aanvullende opleidingen over de fytolicentie, vermeld in artikel 35, 5°, die de bevoegde entiteit heeft gevalideerd, worden doorgegeven aan de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu.

Onderafdeling 7. - Bijscholingen

Art. 49.Bijscholingen als vermeld in artikel 35, 6°, van dit besluit, die aan al de volgende voorwaarden voldoen, komen in aanmerking voor de subsidiëring, vermeld in artikel 33 van dit besluit: 1° ze worden aangevraagd door een algemeen vormingscentrum of een vormingscentrum voor bijenteelt;2° ze duren minstens een dagdeel, met uitzondering van bijscholingen op afstand die minstens één uur moeten duren;3° door het thema van de bijscholing dragen ze bij tot een of meer van de doelstellingen, vermeld in artikel 6, lid 1 en lid 2, van verordening (EU) 2021/2115. De minister kan de voorwaarden, de modaliteiten en het minimumaantal deelnemers nader bepalen waaraan de bijscholingen moeten voldoen.

Onderafdeling 8. - Vormingsprojecten

Art. 50.Vormingsprojecten als vermeld in artikel 35, 7°, van dit besluit, die aan al de volgende voorwaarden voldoen, komen in aanmerking voor de subsidiëring, vermeld in artikel 33 van dit besluit: 1° ze hebben een van de volgende doelen: a) een vormingsaanbod op maat ontwikkelen of aanpassen dat zich richt op een specifiek thema of een specifieke doelgroep;b) vernieuwende, innovatieve vormingstypes of leervormen opzetten;2° ze worden aangevraagd door een algemeen vormingscentrum of een vormingscentrum voor bijenteelt;3° ze dragen bij tot een of meer van de doelstellingen, vermeld in artikel 6, lid 1 en lid 2, van verordening (EU) 2021/2115;4° uiterlijk drie maanden na afloop van het vormingsproject dient het algemeen vormingscentrum of vormingscentrum voor bijenteelt een financieel en een functioneel verslag in. De minister kan de voorwaarden en de modaliteiten nader bepalen waaraan de vormingsprojecten moeten voldoen.

Onderafdeling 9. - Lerende netwerken

Art. 51.Een lerend netwerk als vermeld in artikel 35, 8°, van dit besluit, dat voldoet aan al de volgende voorwaarden, komt in aanmerking voor de subsidiëring, vermeld in artikel 33 van dit besluit: 1° het wordt aangevraagd door een algemeen vormingscentrum;2° het wordt opgericht voor de duur van een jaar;3° het komt minstens vier keer per jaar minstens een dagdeel samen;4° er worden onder begeleiding van een lesgever of adviseur kennis en ervaringen gedeeld en inzichten uitgewisseld over de bedrijfsvoering of specifieke vragen rond de doelstellingen, vermeld in artikel 6, lid 1 en lid 2, van verordening (EU) 2021/2115;5° het lerend netwerk dient een functioneel verslag in op het einde van het werkingsjaar. De minister kan de voorwaarden, de modaliteiten en het minimumaantal deelnemers nader bepalen waaraan de lerende netwerken moeten voldoen. Afdeling 5. - Procedure

Art. 52.De minister kan jaarlijks een of meer oproepen lanceren voor de subsidiëring van een vormingsplan.

De minister kan bij elke oproep, vermeld in het eerste lid, het volgende bepalen: 1° de inhoud van het vormingsplan en de wijze waarop het ingediend moet worden;2° voor welke beleidsthema's en doelgroepen vormingen georganiseerd en uitgevoerd kunnen worden, en welke vormingstypes daarvoor in aanmerking komen;3° het beschikbare budget per vormingstype of per thema;4° de projectperiode;5° de datum waarop het vormingsplan uiterlijk ingediend moet worden;6° de wijze waarop de steunaanvragen ingediend worden;7° de ontvankelijkheidscriteria waaraan steunaanvragen getoetst worden. De bevoegde entiteit maakt de oproep, vermeld in het eerste lid, bekend. De bevoegde entiteit stelt een sjabloon ter beschikking om het vormingsplan in te dienen.

Er wordt in een apart budget voorzien voor vormingsplannen voor de bijenteelt.

Algemene vormingscentra kunnen een vormingsplan indienen.

Vormingscentra voor bijenteelt kunnen alleen een vormingsplan indienen voor de bijenteelt. Elk vormingscentrum kan maar één vormingsplan per oproep indienen.

In afwijking van het vijfde lid kunnen in het jaar 2023 niet-geregistreerde algemene vormingscentra en niet-geregistreerde vormingscentra voor bijenteelt toch een vormingsplan indienen, op voorwaarde dat de registratie conform artikel 97 en 98 voltooid is op de datum van het toekenningsbesluit vermeld in artikel 54.

De bevoegde entiteit onderzoekt of de vormingsplannen, vermeld in het eerste lid, ontvankelijk zijn conform de ontvankelijkheidscriteria, vermeld in tweede lid, 7°, en stelt een lijst op met alle ontvankelijke vormingsplannen.

Art. 53.De vormingsplannen, vermeld in artikel 52, die conform artikel 52, zevende lid, ontvankelijk zijn, worden beoordeeld door een beoordelingscommissie die de bevoegde entiteit samenstelt en die minstens bestaat uit drie personeelsleden van de bevoegde entiteit.

De beoordelingscommissie beoordeelt de vormingsplannen, vermeld in artikel 52, die conform artikel 52, zevende lid, ontvankelijk zijn, aan de hand van een evaluatierooster, dat de bevoegde entiteit ter beschikking stelt.

De beoordelingscommissie beoordeelt de voorstellen voor starterscursussen als vermeld in artikel 35, 1°, en voor de stages, vermeld in artikel 35, 2°, op basis van de volgende mogelijke selectiecriteria: 1° kwaliteit van het vormingsplan en de begroting: dat is de mate waarin het plan inhoudelijk goed opgebouwd, realistisch en haalbaar is, waarbij de kosten efficiënt worden ingezet en realistisch zijn ingeschat;2° samenwerking: dat is de mate waarin de nodige partners, lesgevers, andere geregistreerde vormingscentra en andere actoren betrokken worden voor een degelijke en efficiënte organisatie en uitvoering van de vormingen;3° trackrecord van de uitvoering van eerdere vormingsplannen, dat is: a) de mate waarin het benutte budget in verhouding staat tot de budgetten die zijn aangevraagd bij de indiening van de jaarprogramma's;b) de mate waarin het benutte budget in verhouding staat tot de budgetten die zijn toegekend;c) de mate waarin de deelnemers aan starterscursussen en stages deelnemen aan de installatieproef;d) de mate waarin de geslaagden voor de installatieproeven actieve landbouwers worden;e) de mate waarin een hoog gemiddeld aantal deelnemers is bereikt per vorming;f) de mate waarin inbreuken op de regelgeving zijn vastgesteld;g) de mate waarin de uitvoering van het vormingsplan voldeed aan de bepalingen in de oproep. De beoordelingscommissie beoordeelt de voorstellen voor opleidingen als vermeld in artikel 35, 3°, voor de basisopleidingen fytolicentie P2 voor landbouwers, vermeld in artikel 35, 4°, voor de aanvullende opleidingen voor de fytolicentie, vermeld in artikel 35, 5°, en voor de bijscholingen, vermeld in artikel 35, 6°, op basis van de volgende mogelijke selectiecriteria: 1° relevantie: dat is de mate waarin het vormingsplan bijdraagt tot de realisatie van de thema's die in de oproep zijn opgelegd;2° bereik: dat is de mate waarin de vorming een groot aantal deelnemers kan bereiken;3° kwaliteit van het vormingsplan en de begroting: dat is de mate waarin het plan inhoudelijk goed opgebouwd, realistisch en haalbaar is, waarbij de kosten efficiënt worden ingezet en realistisch zijn ingeschat;4° vernieuwend karakter: dat is de mate waarin de vormingen inhoudelijk en vormelijk nieuw zijn voor de landbouwbedrijven en voor de landbouwsector;5° samenwerking: dat is de mate waarin de nodige partners, lesgevers, andere geregistreerde vormingscentra en andere actoren betrokken worden voor een degelijke en efficiënte organisatie en uitvoering van de vormingen;6° trackrecord van de uitvoering van eerdere vormingsplannen, dat is: a) de mate waarin het benutte budget in verhouding staat tot de budgetten die zijn aangevraagd bij de indiening van de jaarprogramma's;b) de mate waarin het benutte budget in verhouding staat tot de budgetten die zijn toegekend;c) de mate waarin een hoog gemiddeld aantal deelnemers is bereikt per vorming;d) de mate waarin inbreuken op de regelgeving zijn vastgesteld;e) de mate waarin de uitvoering van het vormingsplan voldeed aan de bepalingen in de oproep. De beoordelingscommissie beoordeelt de voorstellen voor vormingsprojecten als vermeld in artikel 35, 7°, op basis van de volgende mogelijke selectiecriteria: 1° relevantie: dat is de mate waarin het vormingsproject bijdraagt tot de realisatie van de thema's die in de oproep zijn opgelegd;2° kwaliteit van het vormingsproject: dat is de mate waarin het plan van aanpak goed opgebouwd, realistisch en haalbaar is;3° vernieuwend karakter: dat is de mate waarin het vormingsproject vernieuwend is voor de landbouwbedrijven en voor de landbouwsector;4° bereik: dat is de mate waarin het vormingsproject een groot aantal deelnemers kan bereiken en waarin het vormingsproject impact heeft op de competentieverhoging van de doelgroepen en op de bedrijfsvoering in de landbouw;5° de redelijkheid van de kosten: dat is de verhouding tussen de kostprijs en het resultaat;6° samenwerking: dat is de mate waarin de nodige partners, lesgevers, andere geregistreerde vormingscentra en andere actoren betrokken worden voor de uitvoering van het vormingsproject. De beoordelingscommissie beoordeelt de voorstellen voor lerende netwerken als vermeld in artikel 35, 8°, op basis van de volgende mogelijke selectiecriteria: 1° relevantie: dat is de mate waarin het lerend netwerk bijdraagt tot de realisatie van de thema's die in de oproep zijn opgelegd;2° bereik: dat is de mate waarin de resultaten van het lerend netwerk opschaalbaar zijn naar een ruimere doelgroep in Vlaanderen;3° kwaliteit van het lerend netwerk: dat is de mate waarin het lerend netwerk goed is samengesteld en het plan van aanpak goed opgebouwd, realistisch en haalbaar is;4° vernieuwend karakter: dat is de mate waarin het thema van het lerend netwerk inhoudelijk nieuw is voor de betrokken landbouwbedrijven en voor de landbouwsector. De minister bepaalt de wegingsfactoren voor de verschillende selectiecriteria, vermeld in het derde tot en met het zesde lid.

De beoordelingscommissie rangschikt per vormingstype en, als dat relevant is, per thema de vormingsplannen, vermeld in artikel 52, die conform artikel 52, zevende lid, ontvankelijk zijn, op basis van de behaalde score op de selectiecriteria. De minister kan de selectiecriteria in de oproep nader bepalen.

De bevoegde entiteit maakt het verslag van de beoordeling en bezorgt het aan de minister.

Voor ieder beoordeeld vormingsplan geeft de bevoegde entiteit een beknopte motivatie op basis van de selectiecriteria, vermeld in het derde tot en met het zesde lid.

Art. 54.De minister beslist over de toekenning van de subsidies, vermeld in artikel 33, voor de uitvoering van de vormingsplannen per vormingstype, beleidsthema en doelgroep, rekening houdend met: 1° de beschikbare begrotingskredieten;2° de selectiecriteria, vermeld in artikel 53, derde tot en met het zesde lid;3° het verslag van de bevoegde entiteit, vermeld in artikel 53, negende lid. Alleen vormingsplannen die de minimumscore behalen die de minister bij de oproep vaststelt, komen in aanmerking voor steun.

In het toekenningsbesluit, vermeld in het eerste lid, kan de minister binnen de grenzen van de bepalingen van dit besluit en de uitvoeringsbesluiten ervan de volgende elementen bepalen: 1° de vormingstypes, beleidsthema's en doelgroepen waarvoor de subsidie, vermeld in artikel 33, wordt toegekend;2° de kosten die al dan niet in rekening kunnen worden gebracht bij de verantwoording van de subsidie, en specifieke voorwaarden voor de uitvoering van de vormingsprojecten.

Art. 55.Nadat de minister conform artikel 54 heeft beslist welke vormingen uit het vormingsplan in aanmerking komen voor subsidiëring, melden de algemene vormingscentra en de vormingscentra voor bijenteelt de goedgekeurde vormingsactiviteiten via het e-loket voor de aanvang ervan.

De minister bepaalt: 1° de wijze waarop en de termijn waarin de goedgekeurde vormingen via een vormingsprogramma meegedeeld moeten worden;2° de gegevens die de melding moet bevatten.

Art. 56.Het algemeen vormingscentrum en het vormingscentrum voor bijenteelt dienen na afloop van de vorming via een vormingsprogramma een betalingsaanvraag in bij de bevoegde entiteit via het e-loket.

De minister bepaalt de volgende elementen voor de voormelde betalingsaanvraag: 1° de inhoud van de betalingsaanvraag;2° de stukken die toegevoegd moeten worden;3° de termijn waarin de betalingsaanvraag ingediend moet worden. Afdeling 6. - Subsidiebedrag

Art. 57.De subsidies voor vormingen via een vormingsprogramma worden per tijdseenheid vorming, afhankelijk van het vormingstype, vermeld in artikel 35, toegekend als volgt: 1° starterscursussen, opleidingen, basisopleidingen betreffende de fytolicentie P2 voor landbouwers, aanvullende opleidingen betreffende de fytolicentie en bijscholingen, vermeld in artikel 35, 1°, 3°, 4°, 5° en 6°, per halfuur of per uur vorming en/of per dagdeel;2° stages, vermeld in artikel 35, 2° per stage, stage-uur of per stagedag;3° lerende netwerken, vermeld in artikel 35, 8° per lerend netwerk. Een dagdeel als vermeld in het eerste lid, bestaat uit minimaal twee en maximaal vier aaneensluitende lesuren. Een dagdeel als vermeld in het eerste lid, kan plaatsvinden binnen de volgende tijdsblokken: 1° in de voormiddag: tussen 8 en 13 uur;2° in de namiddag: tussen 13 en 18 uur;3° in de avond: tussen 18 en 22 uur. Tussen twee dagdelen op dezelfde dag wordt er een pauze van minimaal één uur gehouden.

De subsidies, vermeld in het eerste lid, bestaan uit een vergoeding aan de lesgever of lesgevers en een forfaitaire werkingssubsidie voor de algemene vormingscentra en de vormingscentra voor bijenteelt.

Art. 58.De minister bepaalt het bedrag van de subsidie, vermeld in artikel 33, dat is bedoeld voor de vergoeding aan de lesgevers, vermeld in artikel 57, vierde lid.

De subsidie voor de vergoeding aan de lesgevers, vermeld in artikel 57, vierde lid, wordt aan de algemene vormingscentra en de vormingscentra voor bijenteelt uitbetaald. De voormelde vormingscentra zorgen voor de regelmatige en tijdige betaling van de ontvangen vergoedingen aan de lesgevers. De minister kan de periode waarbinnen de ontvangen vergoedingen aan de lesgevers worden uitbetaald, bepalen.

De minister kan bepalen in welke gevallen er geen vergoeding aan de lesgevers, vermeld in artikel 57, vierde lid, kan toegekend worden.

Art. 59.De forfaitaire werkingssubsidie, vermeld in artikel 57, vierde lid, kan door de algemene vormingscentra en de vormingscentra voor bijenteelt aangevraagd worden per afgeronde vorming.

De forfaitaire werkingssubsidie, vermeld in het eerste lid, is bestemd voor: 1° de administratieve kosten voor de organisatie van de vorming;2° de huur van lokalen;3° het onderschrijven van de nodige aansprakelijkheidsverzekeringen;4° in geval van een stage, een vergoeding voor het stagebedrijf. De minister bepaalt: 1° het bedrag van de subsidie, vermeld in artikel 33, dat is bedoeld voor de forfaitaire werkingssubsidie voor de algemene vormingscentra en de vormingscentra voor bijenteelt;2° het maximumaantal forfaitaire werkingssubsidies die per dag kunnen worden aangevraagd voor dezelfde vorming. De minister kan een minimumbedrag bestemd voor de vergoeding voor het stagebedrijf, vermeld in het tweede lid, 4°, bepalen.

Art. 60.De bedragen van de subsidies, vermeld in artikel 33, die de minister conform artikel 58 en 59 bepaalt, worden jaarlijks aangepast op basis van het indexcijfer van de consumptieprijzen van 1 november.

Art. 61.Bij de vormingsprojecten, vermeld in artikel 35, 7°, komen de volgende kosten in aanmerking voor subsidiëring: 1° personeelskosten van personeel dat betrokken is bij de uitvoering van het vormingsproject;2° overheadkosten voor maximaal 15% van de aanvaarde personeelskosten;3° werkingskosten;4° kosten voor externe prestaties. Afdeling 7. - Specifieke verplichtingen van algemene vormingscentra,

vormingscentra voor bijenteelt, lesgevers, stagebegeleiders en stagebedrijven

Art. 62.Het algemeen vormingscentrum en het vormingscentrum voor bijenteelt registreren bij elke vorming via een vormingsprogramma de aanwezigheid van de deelnemers.

De minister bepaalt de modaliteiten van de registratie van deelnemers.

Art. 63.Het algemeen vormingscentrum en het vormingscentrum voor bijenteelt treffen alle technische en organisatorische beveiligingsmaatregelen die nodig zijn om persoonsgegevens te beveiligen.

De minister kan de maatregelen, vermeld in het eerste lid, nader bepalen.

Art. 64.Het algemeen vormingscentrum of het vormingscentrum voor bijenteelt registreert de lesgever bij de bevoegde entiteit. De lesgever bezit kennis over of ervaring in de materie waarover hij lesgeeft.

Na goedkeuring wordt er aan de lesgever een lesgeversnummer toegekend.

Een lesgever die binnen het kader van dit besluit gedurende drie opeenvolgende jaren niet lesgegeven heeft, wordt ambtshalve geschrapt.

De minister kan de voorwaarden en regels voor de registratie van lesgevers nader bepalen.

De minister kan bepalen welke categorieën van personen niet als lesgever kunnen worden geregistreerd.

Art. 65.Het algemeen vormingscentrum oefent de volgende taken uit bij een stage als vermeld in artikel 35, 2° : 1° samen met het voorstel van vormingsplan een lijst van vaste stagebedrijven in verschillende sectoren indienen waarop tijdens het werkingsjaar een beroep gedaan zal worden;2° een stagebedrijf toewijzen aan de stagiair;3° de wettelijke voorschriften voor de verzekeringen van de stagiair en de verplichtingen inzake sociale zekerheid naleven;4° zorgen voor een adequate opvang en begeleiding van de stagiair, en daarvoor een stagebegeleider aanstellen;5° een stageovereenkomst met het stagebedrijf opmaken, uiterlijk op het moment van de aanvang van de stage, vermeld in artikel 35, 2° ;6° een logboek van de stage, vermeld in artikel 35, 2°, opmaken. In uitzonderlijke gevallen kan het algemeen vormingscentrum in de loop van het jaar aan de bevoegde entiteit verzoeken om een stagebedrijf te laten toevoegen op de lijst van vaste stagebedrijven, vermeld in het eerste lid, 1°, op voorwaarde dat het algemeen vormingscentrum die toevoeging voldoende motiveert. De bevoegde entiteit beslist daarover en maakt die beslissing bekend aan het algemeen vormingscentrum.

De minister bepaalt de gegevens die in de lijst van vaste stagebedrijven, vermeld in het eerste lid, 1°, in de stageovereenkomst, vermeld in het eerste lid, 5°, en in het logboek van de stage, vermeld in het eerste lid, 6°, opgenomen moeten worden.

Het algemeen vormingscentrum is ervoor verantwoordelijk dat het stagebedrijf de voorwaarden en de engagementen, vermeld in artikel 67, naleeft.

Art. 66.De stagebegeleider, vermeld in artikel 43, eerste lid, 3°, voldoet aan de volgende voorwaarden: 1° als lesgever geregistreerd zijn bij de bevoegde entiteit;2° competent zijn in de materie van de stage;3° aan de stagiair minstens tien uren per stageperiode besteden, waarvan vier uren op het stagebedrijf;4° een evaluatieverslag van de stage, vermeld in artikel 35, 2°, opmaken;5° als het stagebedrijf een actieve landbouwer is, de bedrijfseconomische resultaten en de technische kengetallen van het stagebedrijf bespreken met de stagiair. De minister kan de voorwaarden voor de stagebegeleider nader bepalen.

Art. 67.Een actieve landbouwer die of een praktijkcentrum dat aan de volgende voorwaarden voldoet, komt in aanmerking als stagebedrijf als vermeld in artikel 43, eerste lid, 4°, van dit besluit: 1° de actieve landbouwer heeft op basis van de controleresultaten van de recentst beschikbare campagne geen ernstige inbreuken begaan op de conditionaliteit, vermeld in het besluit van de Vlaamse Regering van 21 april 2023Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 29/05/2001 pub. 08/06/2001 numac 2001003263 bron ministerie van financien Ministerieel besluit tot goedkeuring van de marktregels van Euronext Brussels [en tot opheffing van het ministerieel besluit van 16 april 1996 tot goedkeuring van het marktreglement van de Beurs van Brussel] type ministerieel besluit prom. 29/05/2001 pub. 31/05/2001 numac 2001022350 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Ministerieel besluit tot wijziging van de lijst gevoegd bij het koninklijk besluit van 2 september 1980 tot vaststelling van de voorwaarden waaronder de verplichte ziekte- en invaliditeitsverzekering tegemoetkomt in de kosten van de farmaceutische specialiteiten en daarmee gelijkgestelde producten sluiten1 tot vaststelling van de voorschriften voor de rechtstreekse betalingen aan landbouwers in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid;2° het praktijkcentrum is een praktijkcentrum als vermeld in het besluit van de Vlaamse Regering van 12 februari 2021Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 29/05/2001 pub. 08/06/2001 numac 2001003263 bron ministerie van financien Ministerieel besluit tot goedkeuring van de marktregels van Euronext Brussels [en tot opheffing van het ministerieel besluit van 16 april 1996 tot goedkeuring van het marktreglement van de Beurs van Brussel] type ministerieel besluit prom. 29/05/2001 pub. 31/05/2001 numac 2001022350 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Ministerieel besluit tot wijziging van de lijst gevoegd bij het koninklijk besluit van 2 september 1980 tot vaststelling van de voorwaarden waaronder de verplichte ziekte- en invaliditeitsverzekering tegemoetkomt in de kosten van de farmaceutische specialiteiten en daarmee gelijkgestelde producten sluiten0 tot subsidiëring van praktijkcentra die actief zijn in het onderzoek, de voorlichting en de ontwikkeling van de plantaardige productie, gedurende maximaal een stageperiode per deelnemer. De bedrijfsleider van het stagebedrijf maakt een evaluatieverslag op van de stage, vermeld in artikel 35, 2°.

Het stagebedrijf neemt in het kader van de uitvoering van de stage, vermeld in artikel 35, 2°, de volgende engagementen op: 1° het stagebedrijf biedt een veilige werkplaats met een infrastructuur die up-to-date is;2° het stagebedrijf maakt voldoende tijd, ruimte en middelen vrij voor het goede verloop van de stage;3° het stagebedrijf laat de stagiair uitgebreid kennismaken met het vakgebied, zodat de stagiair de kans krijgt om bij te leren en kennis en vaardigheden op te doen;4° het stagebedrijf betrekt de stagiair bij de landbouwactiviteiten en laat de stagiair zelf opdrachten uitvoeren die zo goed mogelijk aansluiten bij de inhoud van de starterscursussen;5° de tijd die de stagiair doorbrengt op het stagebedrijf is gevuld met leerzame activiteiten in het perspectief van het toekomstige bedrijfsleven, met maar in beperkte mate ruimte voor routinematige activiteiten;6° het stagebedrijf geeft goede en eerlijke feedback over de competenties van de stagiair, zodat de stagiair zijn kwaliteiten en aandachtspunten kan ontdekken.De voormelde feedback maakt deel uit van het evaluatieverslag, vermeld in het tweede lid; 7° het stagebedrijf bespreekt zijn bedrijfseconomische resultaten en technische kengetallen met de stagiair. De minister kan de voorwaarden voor en de engagementen van een stagebedrijf, vermeld in het eerste tot en met het derde lid, nader bepalen.

Art. 68.Wijzigingen van gemelde vormingsactiviteiten zijn alleen toegestaan als ze op voorhand of onmiddellijk als ze zich voordoen, via het e-loket meegedeeld worden, als ze degelijk gemotiveerd worden en de organisatie van controles niet bemoeilijken.

Als door onvoorziene omstandigheden een activiteit verplaatst wordt, worden de nodige aanwijzingen aangebracht om het de controleur van de bevoegde entiteit mogelijk te maken de nieuwe locatie te vinden.

Tijdens elke vormingsactiviteit moet een algemene verantwoordelijke ter plaatse zijn of telefonisch te bereiken zijn.

Art. 69.Voor de vormingen via een vormingsprogramma worden lokalen gebruikt die geschikt zijn voor de uitvoering van de activiteiten. Het algemeen vormingscentrum of het vormingscentrum voor bijenteelt dekt zijn burgerlijke aansprakelijkheid met een verzekering. HOOFDSTUK 4. - Installatieproeven en fytolicentieproeven Afdeling 1. - Installatieproeven

Art. 70.De bevoegde entiteit organiseert installatieproeven die bestaan uit een schriftelijke en een mondelinge cursustest, om de noodzakelijke vakbekwaamheid te toetsen.

De bevoegde entiteit stelt een huishoudelijk reglement op over de praktische organisatie van de schriftelijke cursustest.

De mondelinge cursustest, vermeld in het eerste lid, worden voor al de kandidaten van de verschillende vormingscentra samen georganiseerd, in aanwezigheid van een jury en maximaal één vertegenwoordiger per algemeen vormingscentrum als waarnemer. De voormelde vertegenwoordiger is geregistreerd als lesgever bij de bevoegde entiteit.

De jury, vermeld in het derde lid, is samengesteld uit minimaal twee personeelsleden van de bevoegde entiteit, waaronder een voorzitter.

De bevoegde entiteit kan bij de samenstelling van de jury, vermeld in het derde lid, een beroep doen op experten naargelang van de behoefte aan expertise in bepaalde thema's.

De minister bepaalt de nadere toelatingsvoorwaarden voor het examen en kan een examenreglement opstellen.

Art. 71.De minister kan bepalen voor welke diploma's een vrijstelling van de toelatingsvoorwaarden bij de installatieproeven verleend kan worden voor bepaalde modules van een starterscursus type A en type B als vermeld in artikel 35, 1°, a) en b). Afdeling 2. - Fytolicentieproeven

Art. 72.De bevoegde entiteit organiseert fytolicentieproeven om de basisopleidingen fytolicentie P1, P2 en P3 af te sluiten.

Art. 73.De fytolicentieproeven, vermeld in artikel 72, bestaan uit een schriftelijke cursustest, waarvan de vragen opgesteld worden door de bevoegde entiteit.

De bevoegde entiteit stelt een huishoudelijk reglement op over de praktische organisatie van de schriftelijke cursustest.

De minister kan bepalen voor welke basisopleidingen fytolicentie er een bijkomende mondelinge test georganiseerd moet worden, en legt de praktische organisatie van die mondelinge test vast.

Art. 74.De deelnemers aan de fytolicentieproeven, vermeld in artikel 72, hebben voorafgaand een basisopleiding fytolicentie gevolgd.

De minister kan bepalen in welke gevallen een vrijstelling verleend kan worden van de voorwaarde, vermeld in het eerste lid. HOOFDSTUK 5. - Subsidiëring van een waarnemings- en waarschuwingsdienst Afdeling 1. - Algemene bepaling

Art. 75.Binnen de grenzen van de begrotingskredieten die daarvoor bestemd zijn, kan de minister, volgens de bepalingen die zijn vastgesteld in dit besluit en de uitvoeringsbesluiten ervan, een subsidie verlenen om een waarnemings- en waarschuwingsdienst te organiseren en uit te voeren. Afdeling 2. - Waarnemings- en waarschuwingsdienst die in aanmerking

komt voor een subsidie

Art. 76.Een waarnemings- en waarschuwingsdienst komt in aanmerking voor een subsidie als vermeld in artikel 75 van dit besluit, als hij voldoet aan al de volgende voorwaarden: 1° de waarnemings- en waarschuwingsdienst draagt bij tot een of meer van de doelstellingen, vermeld in artikel 6, lid 1, a), e), f) en i), van verordening (EU) 2021/2115;2° de waarnemings- en waarschuwingsdienst verwittigt op basis van veldwaarnemingen en modellen op welk tijdstip een ziekte of plaag in een bepaalde teelt kan optreden, op welke wijze die waargenomen kan worden, en wat mogelijke geïntegreerde bestrijdingsmethoden zijn;3° de waarnemings- en waarschuwingsdienst is toegankelijk voor alle professionele gebruikers van gewasbeschermingsmiddelen en andere actoren die interesse hebben in de waarnemings- en waarschuwingsdienst of die de waarnemings- en waarschuwingsdienst willen gebruiken;4° lidmaatschap van de kennisinstelling voor waarnemings- en waarschuwingssystemen of van een andere organisatie kan geen voorwaarde zijn om toegang tot de waarnemings- en waarschuwingsdienst te krijgen.Eventuele bijdragen van niet-leden in de kosten van de betrokken kennisinstelling zijn beperkt tot de kosten van de waarnemings- en waarschuwingsdienst; 5° de waarnemings- en waarschuwingsdienst bestrijkt de teelten of teeltgroepen en ziekten en plagen, vermeld in de oproep, vermeld in artikel 79 van dit besluit;6° de waarnemings- en waarschuwingsdienst komt de duurzame landbouw in het Vlaamse Gewest ten goede. Afdeling 3. - Subsidiebedrag

Art. 77.De subsidie, vermeld in artikel 75, bedraagt maximaal 60% van de totale aanvaarde kosten.

De maximale subsidie voor een waarnemings- en waarschuwingsdienst wordt in de oproep, vermeld in artikel 79, bepaald.

Art. 78.De volgende kosten komen in aanmerking voor de subsidie, vermeld in artikel 75: 1° personeelskosten;2° overheadkosten voor maximaal 15% van de aanvaarde personeelskosten;3° werkingskosten;4° investeringskosten als al de volgende voorwaarden zijn vervuld: a) het gaat om de volgende investeringen: 1) investeringen in onroerende goederen;2) investeringen in installaties, machines en uitrusting;3) investeringen in software en sturingsprogramma's;b) het gaat om investeringen om het project efficiënter uit te voeren;c) de investering wordt gerealiseerd in het Vlaamse Gewest;d) er is een omgevingsvergunning verleend als de investering dat vereist;e) tot vijf jaar nadat de subsidie, vermeld in artikel 75, is uitbetaald, blijft het goed verbonden aan het bedrijf dat de voormelde subsidie heeft verkregen, of aan de overnemer van dat bedrijf.Het goed wordt niet doorverkocht en blijft in gebruik; 5° kosten voor externe prestaties. De belasting over de toegevoegde waarde komt niet in aanmerking voor subsidiëring, behalve als ze niet terugvorderbaar is.

De minister kan per oproep, vermeld in artikel 79, afwijken van het percentage, vermeld in het eerste lid, 2°.

De volgende investeringen komen niet voor de subsidie, vermeld in artikel 75 van dit besluit, in aanmerking: 1° de investeringskosten, vermeld in artikel 73, lid 3, van verordening (EU) 2021/2115;2° de aankoop van grond. De subsidie, vermeld in artikel 75, wordt herrekend en in verhouding teruggevorderd voor de periode waarin de voorwaarden, vermeld in het eerste lid, 4°, e), niet meer vervuld zijn, vanaf de eerste dag die volgt op de uitbetaling van de voormelde subsidie. De voormelde voorwaarden zijn minstens één jaar vervuld nadat de voormelde subsidie is uitbetaald. Afdeling 4. - De indiening van een steunaanvraag

Art. 79.De minister kan een oproep lanceren voor de subsidiëring van een waarnemings- en waarschuwingsdienst.

Naast de elementen, vermeld in 77, tweede lid, artikel 78, derde lid, artikel 82, derde lid, artikel 84, zesde lid, en artikel 91, tweede lid, kan de minister bij elke oproep de volgende elementen bepalen: 1° voor welke teelten of teelgroepen en welke ziekten en plagen er een waarnemings- en waarschuwingsdienst georganiseerd en uitgevoerd moet worden;2° de projectperiode;3° de termijn waarin en de wijze waarop de steunaanvragen ingediend worden;4° de ontvankelijkheidscriteria waaraan steunaanvragen getoetst worden. De bevoegde entiteit maakt de oproep bekend.

Art. 80.De kennisinstellingen voor waarnemings- en waarschuwingssystemen die in aanmerking willen komen voor de subsidie, vermeld in artikel 75, vormen een partnerschap en maken een gezamenlijke steunaanvraag op.

De kennisinstellingen voor waarnemings- en waarschuwingssystemen kunnen samenwerken met andere partners om de waarnemings- en waarschuwingsdienst te organiseren en uit te voeren. De voormelde partners hoeven geen kennisinstellingen voor waarnemings- en waarschuwingssystemen te zijn.

De samenwerking tussen de kennisinstellingen voor waarnemings- en waarschuwingssystemen en, in voorkomend geval, andere partners, vermeld in het eerste en tweede lid, wordt geformaliseerd met een samenwerkingsovereenkomst tussen alle partners.

De promotor bezorgt de samenwerkingsovereenkomst, vermeld in het derde lid, samen met de steunaanvraag aan de bevoegde entiteit.

Art. 81.Uitsluitend kennisinstellingen voor waarnemings- en waarschuwingssystemen die geregistreerd zijn conform hoofdstuk 6, kunnen een steunaanvraag als vermeld in artikel 80, eerste lid, indienen.

De promotor is de eindverantwoordelijke voor de uitvoering van het hele project en is het aanspreekpunt voor de subsidiërende overheid.

Conform artikel 73 van de Vlaamse Codex Overheidsfinanciën van 29 maart 2019 kan de promotor hoofdelijk en onverdeeld aansprakelijk worden gesteld bij alle betwistingen over of terugvorderingen van de toegekende subsidie.

Art. 82.De gezamenlijke steunaanvraag, vermeld in artikel 80, eerste lid, bevat al de volgende elementen: 1° de volgende gegevens van de promotor: a) de naam, het adres, de rechtsvorm, het telefoonnummer, het e-mailadres en het rekeningnummer;b) het btw-statuut en het btw-nummer;c) de naam, de functie, het telefoonnummer en het e-mailadres van een contactpersoon;d) de naam, het telefoonnummer en het e-mailadres van de budgettair verantwoordelijke en van de verantwoordelijke voor de praktische uitvoering van het project;2° de volgende gegevens van elke partner: a) de naam en het adres;b) het btw-statuut en het btw-nummer;c) de naam, de functie, het telefoonnummer en het e-mailadres van een contactpersoon;3° de situering en de doelstellingen;4° het doelpubliek en het bereik;5° een werkplan;6° de verwachte resultaten;7° een kostenopgave;8° de samenstelling van de stuur- en projectgroep, vermeld in artikel 86. Bij de gezamenlijke steunaanvraag, vermeld in artikel 80, eerste lid, verbindt de promotor zich ertoe: 1° de waarnemings- en waarschuwingsdienst, zoals omschreven in de steunaanvraag, uit te voeren en wijzigingen die betrekking hebben op de gegevens van die steunaanvraag, aan de bevoegde entiteit ter goedkeuring voor te leggen;2° een aparte projectboekhouding en administratie te voeren tijdens de looptijd van het project en op verzoek van de bevoegde entiteit alle inlichtingen te verstrekken;3° tijdens en na afloop van het project de nodige schikkingen te treffen om controle en toezicht op de uitvoering van het project mogelijk te maken;4° op eenvoudig verzoek van de bevoegde entiteit medewerking te verlenen aan onderzoeken in het kader van de evaluatie van de waarnemings- en waarschuwingsdienst;5° de verantwoordingsstukken, vermeld in artikel 88, 89 en 90, in te dienen;6° als dat van toepassing is, de regelgeving over overheidsopdrachten na te leven;7° de communicatieverplichtingen, vermeld in artikel 112, na te leven;8° de waarschuwingen te bezorgen aan de bevoegde entiteit. De minister kan per oproep, vermeld in artikel 79, bepalen dat de gezamenlijke steunaanvraag, vermeld in artikel 80, eerste lid, bijkomende elementen of stukken moet bevatten. Afdeling 5. - De beoordeling van de steunaanvragen

Art. 83.De bevoegde entiteit onderzoekt of de gezamenlijke steunaanvragen, vermeld in artikel 80, eerste lid, ontvankelijk zijn conform de ontvankelijkheidscriteria, vermeld in artikel 79, tweede lid, 4°, en stelt een projectenlijst op met alle ontvankelijke steunaanvragen.

Art. 84.De ontvankelijke steunaanvragen, vermeld in artikel 83 van dit besluit, worden beoordeeld door een beoordelingscommissie die de bevoegde entiteit samenstelt en die minimaal uit de volgende leden bestaat: 1° drie personeelsleden van het beleidsdomein Landbouw en Visserij, vermeld in artikel 26, § 1, van het besluit van de Vlaamse Regering van 3 juni 2005Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 19/03/2013 pub. 16/04/2013 numac 2013024124 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Koninklijk besluit ter verwezenlijking van een duurzaam gebruik van gewasbeschermingsmiddelen en toevoegingsstoffen type koninklijk besluit prom. 19/03/2013 pub. 27/03/2013 numac 2013201636 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid en federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 20 maart 2007 tot uitvoering van het Hoofdstuk 8 van Titel IV van de programmawet van 27 december 2006 tot voorafgaande melding voor gedetacheerde werknemers en zelfstandigen type koninklijk besluit prom. 19/03/2013 pub. 03/10/2014 numac 2014022494 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid en federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 20 maart 2007 tot uitvoering van het Hoofdstuk 8 van Titel IV van de programmawet van 27 december 2006 tot voorafgaande melding voor gedetacheerde werknemers en zelfstandigen. - Addendum type koninklijk besluit prom. 19/03/2013 pub. 03/04/2013 numac 2013012107 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 november 2012, gesloten in het Paritair Comité voor de bewakings- en/of toezichtsdiensten, betreffende de overname van personeel ingevolge de overgang van een commercieel contract sluiten6 met betrekking tot de organisatie van de Vlaamse administratie;2° één vertegenwoordiger van het beleidsdomein Economie, Wetenschap en Innovatie, vermeld in artikel 21, § 1, van het voormelde besluit. De bevoegde entiteit kan bij de samenstelling van de beoordelingscommissie een beroep doen op externe experten naargelang van de behoefte aan expertise in een bepaalde teelt, teeltgroep, ziekte of plaag.

De beoordelingscommissie beoordeelt de ontvankelijke steunaanvragen, vermeld in artikel 83, aan de hand van een evaluatierooster, dat de bevoegde entiteit ter beschikking stelt, en op basis van al de volgende selectiecriteria: 1° de kwaliteit van het projectplan;2° het verwachte bereik;3° de redelijkheid van de kosten: de verhouding tussen de kostprijs en het resultaat;4° de geschiktheid van de projectuitvoerders en het samenwerkingsverband. De beoordelingscommissie rangschikt de ontvankelijke steunaanvragen volgens de rangorde van beoordeling. Voor ieder beoordeeld project wordt een beknopte motivatie gegeven op basis van de selectiecriteria, vermeld in het derde lid.

De bevoegde entiteit maakt het verslag van de beoordeling en bezorgt het aan de minister.

De minister kan de selectiecriteria, vermeld in het derde lid, per oproep, vermeld in artikel 79, nader bepalen.

Art. 85.De minister beslist welk project geselecteerd wordt en kent de subsidie, vermeld in artikel 75, toe, rekening houdend met: 1° de beschikbare begrotingskredieten;2° de selectiecriteria, vermeld in artikel 84, derde lid;3° het verslag van de bevoegde entiteit, vermeld in artikel 84, vijfde lid. In het toekenningsbesluit, vermeld in het eerste lid, kan de minister binnen de grenzen van de bepalingen van dit besluit en de uitvoeringsbesluiten ervan, de volgende elementen bepalen: 1° de activiteiten waarvoor de subsidie wordt toegekend;2° het maximale subsidiebedrag dat voor die activiteiten kan worden toegekend;3° de kosten die al dan niet in rekening kunnen worden gebracht bij de verantwoording van de subsidie, vermeld in artikel 75;4° specifieke voorwaarden voor de uitvoering van de waarnemings- en waarschuwingsdienst;5° de termijn waarin de schuldvordering, de tussentijdse, de functionele en de financiële verantwoording, vermeld in artikel 91, eerste lid, 1° en 2°, ingediend moeten worden. De bevoegde entiteit brengt de promotor op de hoogte van het toekenningsbesluit, vermeld in het eerste lid. Afdeling 6. - Opvolging

Art. 86.De promotor nodigt altijd een personeelslid van de bevoegde entiteit uit om de vergaderingen van een projectgroep en van een stuurgroep bij te wonen.

De projectgroep, vermeld in het eerste lid, bestaat uit de projectuitvoerders.

De stuurgroep, vermeld in het eerste lid, bestaat minimaal uit de volgende leden: 1° de projectuitvoerders;2° de landbouworganisaties;3° de organisaties die een financiële bijdrage leveren voor de waarnemings- en waarschuwingsdienst. De stuurgroep, vermeld in het eerste lid, vervult de volgende taken: 1° de voortgang van het project opvolgen;2° op regelmatige basis de projectresultaten beoordelen;3° de kwalitatieve levering van de producten ondersteunen;4° adviezen geven over eventuele bijsturingen van het project;5° tussenkomen en ondersteuning bieden om knelpunten op te lossen.

Art. 87.De promotor en de partners voeren de waarnemings- en waarschuwingsdienst uit zoals die goedgekeurd is in het toekenningsbesluit, vermeld in artikel 85. Eventuele wijzigingen zijn alleen mogelijk nadat de promotor een gemotiveerde aanvraag heeft ingediend bij de bevoegde entiteit en nadat de bevoegde entiteit de aanvraag heeft goedgekeurd. Afdeling 7. - Verantwoording en uitbetaling van de subsidie

Art. 88.De promotor dient een tussentijdse verantwoording in van de subsidie, vermeld in artikel 75, die bestaat uit al de volgende elementen: 1° een overzicht van de gerealiseerde activiteiten ten opzichte van de voorziene activiteiten;2° een bondig verslag van de uitgevoerde acties;3° een tussentijdse financiële afrekening waarin alle kosten en opbrengsten van de gesubsidieerde activiteiten zijn opgenomen, en de bewijstukken. De promotor en de partners maken het overzicht en het verslag, vermeld in het eerste lid, 1° en 2°, op in onderling overleg. Elke partner bezorgt aan de promotor al de stukken, vermeld in het eerste lid, 3°.

Art. 89.De promotor dient een functionele verantwoording in van de subsidie, vermeld in artikel 75. In de voormelde functionele verantwoording wordt aangetoond dat, of in welke de mate, de activiteiten waarvoor de voormelde subsidie is toegekend, gerealiseerd zijn. De functionele verantwoording bestaat uit de volgende elementen: 1° een activiteitenverslag met een overzicht van de gerealiseerde waarnemings- en waarschuwingsdiensten;2° een evaluatie van het project;3° in voorkomend geval de omgevingsvergunning voor de gerealiseerde investeringen als het project investeringskosten omvat en de investering een vergunning vereist. De promotor en de partners maken de functionele verantwoording, vermeld in het eerste lid, op in onderling overleg.

Art. 90.De promotor dient een financiële verantwoording in van de subsidie, vermeld in artikel 75. In de financiële verantwoording wordt aangetoond welke kosten zijn gemaakt om de activiteiten waarvoor de subsidie is toegekend, te realiseren en welke opbrengsten in het kader van die activiteiten zijn verworven, uit de activiteiten zelf of uit andere bronnen. De voormelde financiële verantwoording bestaat uit al de volgende elementen: 1° een verzamelstaat met een globaal overzicht van alle kosten en opbrengsten voor de gesubsidieerde periode voor de gesubsidieerde activiteiten van de promotor en van elke partner;2° een resultatenrekening van de promotor en van elke partner waarin alle kosten en opbrengsten voor de gesubsidieerde periode zijn opgenomen voor de gesubsidieerde activiteiten.Eventuele bijkomende subsidies van de Vlaamse overheid of andere overheden voor dezelfde activiteiten worden ook opgenomen in de voormelde resultatenrekening; 3° de bewijsstukken van de promotor en van elke partner. Elke partner bezorgt aan de promotor al de stukken, vermeld in het eerste lid, 2° en 3°.

Art. 91.De subsidie, vermeld in artikel 75, wordt op de volgende wijze uitbetaald: 1° een jaarlijkse schijf nadat de volgende stukken zijn ingediend bij de bevoegde entiteit en de bevoegde entiteit de stukken heeft beoordeeld: a) een ondertekende schuldvordering;b) de tussentijdse verantwoording, vermeld in artikel 88;2° het resterende saldo, nadat de volgende stukken zijn ingediend bij de bevoegde entiteit en de bevoegde entiteit de stukken heeft beoordeeld: a) een ondertekende schuldvordering;b) de functionele verantwoording, vermeld in artikel 89;c) de financiële verantwoording, vermeld in artikel 90. De minister bepaalt bij de oproep, vermeld in artikel 79, het percentage van de schijven en het saldo, vermeld in het eerste lid.

De schuldvordering en de tussentijdse verantwoording, vermeld in het eerste lid, 1°, worden jaarlijks ingediend in de periode van de zevende tot en met de twaalfde maand, tenzij de minister in het toekenningsbesluit, vermeld in artikel 85, een andere termijn bepaalt.

De schuldvordering, de functionele en financiële verantwoording, vermeld in het eerste lid, 2°, worden uiterlijk zes maanden na de einddatum van het project ingediend, tenzij de minister in het toekenningsbesluit, vermeld in artikel 85, een andere termijn bepaalt.

De subsidie, vermeld in artikel 75, wordt uitbetaald aan de promotor.

De promotor stort in voorkomend geval de deelbudgetten aan de partners, vermeld in de gezamenlijke steunaanvraag, vermeld in artikel 80, eerste lid. De promotor bezorgt de volgende stukken aan de bevoegde entiteit uiterlijk zes maanden na de datum waarop de bevoegde entiteit de voormelde subsidie heeft uitbetaald: 1° de schuldvorderingen van de partners aan de promotor;2° het bewijs dat de promotor de deelbudgetten heeft uitbetaald aan de partners.

Art. 92.De stukken, vermeld in artikel 91, worden ingediend conform de instructies van de bevoegde entiteit. De bevoegde entiteit kan modelformulieren ter beschikking stellen die gebruikt moet worden voor de voormelde indiening. Afdeling 8. - Resultaten

Art. 93.De Vlaamse overheid kan de resultaten gebruiken die zijn gerealiseerd in het kader van de activiteiten die conform dit hoofdstuk zijn gesubsidieerd, zonder dat ze eventuele kosten moet betalen of aan andere verplichtingen moet voldoen. HOOFDSTUK 6. - Registratie van adviesdiensten, vormingscentra, algemene vormingscentra, vormingscentra voor bijenteelt en promotoren Afdeling 1. - Voorwaarden voor de registratie

Art. 94.Aanvragers van de registratie als adviesdienst, vormingscentrum, algemeen vormingscentrum, vormingscentrum voor bijenteelt of promotor die nog niet geïdentificeerd zijn bij de bevoegde entiteit, identificeren hun onderneming en de personen die hen kunnen vertegenwoordigen, in het e-loket van de bevoegde entiteit om een aanvraag als vermeld in artikel 100, te kunnen indienen.

Art. 95.Een aanvrager kan geregistreerd worden als adviesdienst als de aanvrager aan de volgende voorwaarden voldoet: 1° een natuurlijke persoon zijn met ondernemingsnummer of een rechtspersoon;2° geregistreerd zijn om advies te verlenen binnen de kmo-portefeuille;3° onpartijdig zijn.De aanvrager is namelijk geen onderneming die landbouwproducten, gewasbeschermingsmiddelen, diervoeders, landbouwmechanisatieproducten of meststoffen verkoopt.

De volgende organisaties kunnen niet geregistreerd worden als adviesdienst: 1° de Vlaamse administratie, vermeld in artikel I.3, 2°, van het Bestuurs decreet van 7 december 2018Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 19/03/2013 pub. 16/04/2013 numac 2013024124 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Koninklijk besluit ter verwezenlijking van een duurzaam gebruik van gewasbeschermingsmiddelen en toevoegingsstoffen type koninklijk besluit prom. 19/03/2013 pub. 27/03/2013 numac 2013201636 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid en federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 20 maart 2007 tot uitvoering van het Hoofdstuk 8 van Titel IV van de programmawet van 27 december 2006 tot voorafgaande melding voor gedetacheerde werknemers en zelfstandigen type koninklijk besluit prom. 19/03/2013 pub. 03/10/2014 numac 2014022494 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid en federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 20 maart 2007 tot uitvoering van het Hoofdstuk 8 van Titel IV van de programmawet van 27 december 2006 tot voorafgaande melding voor gedetacheerde werknemers en zelfstandigen. - Addendum type koninklijk besluit prom. 19/03/2013 pub. 03/04/2013 numac 2013012107 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 november 2012, gesloten in het Paritair Comité voor de bewakings- en/of toezichtsdiensten, betreffende de overname van personeel ingevolge de overgang van een commercieel contract sluiten4; 2° de externe overheden, vermeld in artikel I.3, 8°, van het voormelde decreet.

Art. 96.Een aanvrager kan geregistreerd worden als vormingscentrum als de aanvrager aan de volgende voorwaarden voldoet: 1° een natuurlijke persoon zijn met ondernemingsnummer of een rechtspersoon;2° geregistreerd zijn voor vorming binnen de kmo-portefeuille.

Art. 97.Een aanvrager kan geregistreerd worden als algemeen vormingscentrum als de aanvrager voldoet aan de volgende voorwaarden: 1° een vereniging zonder winstoogmerk zijn met als statutair doel om vorming in de landbouw te organiseren;2° geregistreerd zijn voor vorming binnen de kmo-portefeuille;3° zijn vormingsactiviteiten aanbieden over het volledige grondgebied van het Vlaamse Gewest;4° ervaring hebben met het organiseren van starterscursussen en stages.

Art. 98.Een aanvrager kan geregistreerd worden als vormingscentrum voor bijenteelt als de aanvrager voldoet aan de volgende voorwaarden: 1° een vereniging zonder winstoogmerk zijn met als statutair doel om vorming voor bijenteelt te organiseren;2° geregistreerd zijn voor vorming binnen de kmo-portefeuille.

Art. 99.Een aanvrager kan geregistreerd worden als promotor als de aanvrager voldoet aan de volgende voorwaarden: 1° een adviesdienst zijn als vermeld in artikel 9 van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 december 2014Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 19/03/2013 pub. 16/04/2013 numac 2013024124 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Koninklijk besluit ter verwezenlijking van een duurzaam gebruik van gewasbeschermingsmiddelen en toevoegingsstoffen type koninklijk besluit prom. 19/03/2013 pub. 27/03/2013 numac 2013201636 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid en federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 20 maart 2007 tot uitvoering van het Hoofdstuk 8 van Titel IV van de programmawet van 27 december 2006 tot voorafgaande melding voor gedetacheerde werknemers en zelfstandigen type koninklijk besluit prom. 19/03/2013 pub. 03/10/2014 numac 2014022494 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid en federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 20 maart 2007 tot uitvoering van het Hoofdstuk 8 van Titel IV van de programmawet van 27 december 2006 tot voorafgaande melding voor gedetacheerde werknemers en zelfstandigen. - Addendum type koninklijk besluit prom. 19/03/2013 pub. 03/04/2013 numac 2013012107 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 november 2012, gesloten in het Paritair Comité voor de bewakings- en/of toezichtsdiensten, betreffende de overname van personeel ingevolge de overgang van een commercieel contract sluiten8 houdende de toepassing van geïntegreerde gewasbescherming door professionele gebruikers van gewasbeschermingsmiddelen;2° geregistreerd zijn om advies te verlenen binnen de kmo-portefeuille. Afdeling 2. - Procedure

Art. 100.Een aanvraag tot registratie als adviesdienst, vormingscentrum, algemeen vormingscentrum, vormingscentrum voor bijenteelt of promotor wordt ingediend in het e-loket bij de bevoegde entiteit.

De minister bepaalt de inhoud van de aanvraag, vermeld in het eerste lid.

Art. 101.De bevoegde entiteit beslist of de registratie, vermeld in artikel 100, verleend wordt.

Art. 102.In de volgende gevallen kan de bevoegde entiteit de registratie als adviesdienst, vormingscentrum, algemeen vormingscentrum, vormingscentrum voor bijenteelt of promotor weigeren: 1° de aanvrager voldoet niet aan de voorwaarden, vermeld in dit besluit of de uitvoeringsbesluiten ervan;2° een eerdere registratie van de aanvrager is geschorst of opgeheven.

Art. 103.De geldigheidsduur van de registratie als adviesdienst, vormingscentrum, algemeen vormingscentrum of vormingscentrum voor bijenteelt komt overeen met de geldigheidsduur van de registratie binnen de kmo-portefeuille.

De registratie als promotor geldt zolang de twee volgende voorwaarden zijn vervuld: 1° de registratie binnen de kmo-portefeuille is geldig;2° de aanvrager is een adviesdienst als vermeld in artikel 9 van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 december 2014Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 19/03/2013 pub. 16/04/2013 numac 2013024124 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Koninklijk besluit ter verwezenlijking van een duurzaam gebruik van gewasbeschermingsmiddelen en toevoegingsstoffen type koninklijk besluit prom. 19/03/2013 pub. 27/03/2013 numac 2013201636 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid en federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 20 maart 2007 tot uitvoering van het Hoofdstuk 8 van Titel IV van de programmawet van 27 december 2006 tot voorafgaande melding voor gedetacheerde werknemers en zelfstandigen type koninklijk besluit prom. 19/03/2013 pub. 03/10/2014 numac 2014022494 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid en federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 20 maart 2007 tot uitvoering van het Hoofdstuk 8 van Titel IV van de programmawet van 27 december 2006 tot voorafgaande melding voor gedetacheerde werknemers en zelfstandigen. - Addendum type koninklijk besluit prom. 19/03/2013 pub. 03/04/2013 numac 2013012107 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 november 2012, gesloten in het Paritair Comité voor de bewakings- en/of toezichtsdiensten, betreffende de overname van personeel ingevolge de overgang van een commercieel contract sluiten8 houdende de toepassing van geïntegreerde gewasbescherming door professionele gebruikers van gewasbeschermingsmiddelen.

Art. 104.De bevoegde entiteit publiceert op haar website een lijst van geregistreerde dienstverleners. Afdeling 3. - Algemene voorwaarden voor en verplichtingen van

adviesdiensten, vormingscentra, algemene vormingscentra, vormingscentrum voor bijenteelt en kennisinstellingen voor waarnemings- en waarschuwingssystemen

Art. 105.Alleen tijdens de geldigheidsduur van zijn registratie kan een dienstverlener zich op de markt profileren als dienstverlener in het kader van dit besluit.

Art. 106.De dienstverleners en de partners, vermeld in artikel 80, tweede lid, kunnen een beroep doen op onderaannemers om de gesubsidieerde activiteiten te leveren, op voorwaarde dat ze een overeenkomst sluiten met de onderaannemers en op voorwaarde dat ze de eindverantwoordelijkheid blijven dragen voor de volgende elementen: 1° de organisatie van de dienstverlening;2° de communicatie;3° de facturatie;4° de kwaliteit van de dienstverlening en de eventuele klachten;5° de naleving van dit besluit en de uitvoeringsbepalingen ervan;6° voor adviesdiensten: de naleving van de overeenkomst voor het verlenen van advies;7° voor vormingscentra, algemene vormingscentra en vormingscentra voor bijenteelt: de voorwaarden die verbonden zijn aan een vorming. Bij het verlenen van een advies is de onderaannemer geen onderneming die landbouwproducten, gewasbeschermingsmiddelen, diervoeders, landbouwmechanisatieproducten of meststoffen verkoopt.

De dienstverleners bewaren de overeenkomst, vermeld in het eerste lid, gedurende tien jaar. De minister kan nadere regels bepalen over de inhoud van die overeenkomst.

Art. 107.De dienstverleners delen hun naamswijziging, een wijziging van hun juridische vorm of een wijziging van hun ondernemingsnummer onmiddellijk mee aan de bevoegde entiteit.

Als de organisatie of de structuur van de dienstverleners verandert, delen ze dat onmiddellijk mee aan de bevoegde entiteit. Afdeling 4. - Stopzetting, opheffing, schorsing en uitsluiting

Art. 108.Als een dienstverlener de registratie wil stopzetten voor het einde van de geldigheidsduur, vraagt die dienstverlener de stopzetting aan bij de bevoegde entiteit. De bevoegde entiteit gaat dan over tot opheffing van de registratie.

Art. 109.In de volgende gevallen kan de bevoegde entiteit de registratie als adviesdienst, vormingscentrum, algemeen vormingscentrum, vormingscentrum voor bijenteelt of promotor schorsen: 1° er bestaan ernstige vermoedens dat een van de volgende gevallen zich voordoet: a) de dienstverlener leeft dit besluit of de uitvoeringsbesluiten ervan niet na;b) de dienstverlener heeft de registratie verkregen op basis van valse, onvolledige of onjuiste verklaringen;c) de dienstverlener heeft een veroordeling opgelopen wegens bedrieglijk onvermogen, valsheid in geschrifte, misbruik van vertrouwen, oplichting, omkoping of bedrog;2° de registratie van de dienstverlener binnen de kmo-portefeuille. De maatregel, vermeld in het eerste lid, is een bewarende maatregel die geldt tot er een beslissing wordt genomen over de opheffing of uitsluiting van de registratie van de dienstverlener. De dienstverlener wordt op de hoogte gebracht van de beslissing tot schorsing en kan de redenen tot schorsing gemotiveerd weerleggen of ongedaan maken door maatregelen te nemen binnen de vooropgestelde schorsingstermijn.

De bevoegde entiteit kan per schorsing de modaliteiten vaststellen.

Art. 110.In de volgende gevallen kan de bevoegde entiteit de registratie van de dienstverlener opheffen of uitsluiten: 1° de dienstverlener voldoet niet meer aan de voorwaarden voor de registratie, vermeld in artikel 95 tot en met 99;2° de dienstverlener is eerder geschorst en de schorsingstermijn is verstreken zonder weerlegging of zonder dat er afdoende corrigerende maatregelen zijn genomen om de schorsing op te heffen;3° de dienstverlener leeft dit besluit of de uitvoeringsbesluiten ervan niet na;4° de dienstverlener heeft de registratie verkregen op basis van valse, onvolledige of onjuiste verklaringen;5° de dienstverlener heeft een veroordeling opgelopen wegens bedrieglijk onvermogen, valsheid in geschrifte, misbruik van vertrouwen, oplichting, omkoping of bedrog.

Art. 111.Vanaf de dag waarop de schorsing, de opheffing of de uitsluiting van de registratie van kracht wordt, kan de dienstverlener geen nieuwe gesubsidieerde dienstverlening in het kader van dit besluit meer aanvatten.

De bevoegde entiteit bepaalt, in het belang van de burger, de onderneming of de derde-organisatie voor wie de dienst wordt verricht, onder welke voorwaarden de dienstverlener de toestemming krijgt om de lopende dienstverlening verder uit te voeren. HOOFDSTUK 7. - Communicatieverplichtingen

Art. 112.In geval van financiering uit de uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap vermelden de algemene vormingscentra, de vormingscentra voor bijenteelt en de kennisinstellingen voor waarnemings- en waarschuwingssystemen en hun partners het logo van de Vlaamse overheid in alle communicatievormen over de gesubsidieerde activiteiten.

In geval van financiering uit het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling geven de algemene vormingscentra, de vormingscentra voor bijenteelt en de kennisinstelling voor waarnemings- en waarschuwingssystemen en hun partners blijk van de ontvangen financiële steun door de verplichtingen, vermeld in artikel 123, lid 2, j, van verordening (EU) 2021/2115, en de uitvoeringsbepalingen ervan, na te leven.

De bevoegde entiteit kan materiaal ter beschikking stellen en instructies geven over de communicatieverplichtingen, vermeld in het eerste en tweede lid. HOOFDSTUK 8. - Controles en sancties

Art. 113.De bevoegde entiteit is verantwoordelijk voor de coördinatie en voor de uitvoering van de controles, vermeld in verordening (EU) 2021/2115, verordening (EU) 2021/2116 en de gedelegeerde en uitvoeringsverordeningen ervan.

De controles, vermeld in het eerste lid, bestaan uit: 1° de administratieve controles, met inbegrip van controles op het terrein in het kader van de administratieve controles die voor elk dossier kunnen plaatsvinden;2° de controles ter plaatse die plaatsvinden op basis van een steekproef;3° de controles achteraf op de naleving van de voorwaarden, vermeld in artikel 78, eerste lid, 4°, e), die plaatsvinden op basis van een steekproef. De bevoegde entiteit kan het voorwerp van de steun- of betalingsaanvraag en de aanvraag tot registratie controleren en kan de nodige vaststellingen doen over de nakoming van de voorwaarden, vermeld in dit besluit en de uitvoeringsbesluiten ervan.

De bevoegde entiteit kan rekening houden met de vaststellingen van andere bevoegde autoriteiten bij de uitoefening van de opdrachten die hun wettelijk toegewezen zijn.

De bevoegde entiteit kan de controles overdragen aan derden.

Art. 114.Controles ter plaatse kunnen worden aangekondigd op voorwaarde dat het doel of de doeltreffendheid ervan daardoor niet in het gedrang komt. De periode tussen de aankondiging en de controle wordt beperkt tot het noodzakelijke minimum en bedraagt niet meer dan veertien dagen.

Art. 115.De begunstigde houdt alle bewijsstukken die in dit besluit en de uitvoeringsbesluiten ervan worden opgelegd, ter beschikking voor controle tot minimaal tien jaar na de laatste betaling of na het aflopen van de laatste verbintenis, als de laatste betaling eerder heeft plaatsgevonden.

Art. 116.De bevoegde entiteit kan op elk ogenblik bijkomende stukken of informatie opvragen in het kader van beleidsevaluaties en om de controles, vermeld in artikel 113, uit te voeren. In dat geval bezorgt de begunstigde de gevraagde stukken of informatie onmiddellijk aan de bevoegde entiteit.

Art. 117.§ 1. De bevoegde entiteit legt de administratieve sancties vast, vermeld in de verordening (EU) 2021/2115, verordening (EU) 2021/2116 en de gedelegeerde en uitvoeringshandelingen ervan. § 2. In de volgende gevallen kan de bevoegde entiteit een of meer administratieve sancties als vermeld in paragraaf 1, opleggen: 1° de voorwaarden waaronder de subsidies, vermeld in artikel 3, 33 en 75, worden niet nageleefd;2° de subsidie wordt niet aangewend voor de doeleinden waarvoor zij werd verleend;3° de controle, vermeld in artikel 113, wordt verhinderd;4° de begunstigde beschikt niet over de vereiste bewijsstukken, die correct en volledig zijn;5° de begunstigde bezorgt de bevoegde entiteit de vereiste bewijsstukken of informatie niet of niet binnen de bepaalde termijn;6° de begunstigde heeft valse informatie verstrekt om de subsidie, vermeld in artikel 3, 33 of 75, te ontvangen;7° de begunstigde heeft op kunstmatige wijze een vorming opgesplitst of heeft andere kunstmatige voorwaarden gecreëerd om voordelen te verkrijgen die niet in overeenstemming zijn met de doelstellingen van de subsidie, vermeld in artikel 3 en 33;8° het bedrag in de betalingsaanvraag, vermeld in artikel 27, 56 of 91, eerste lid, 1° en 2°, of de som van de bedragen in de betalingsaanvragen als er verschillende ingediend worden, is minstens 10% hoger dan het bedrag dat na een onderzoek naar de subsidiabiliteit van de uitgaven in de betalingsaanvraag subsidiabel bevonden is. § 3. De administratieve sancties, vermeld in paragraaf 1, kunnen een van de volgende vormen aannemen: 1° een vermindering van het subsidiebedrag voor de steun- of betalingsaanvraag waarop de niet-naleving van toepassing is, dan wel op de volgende aanvragen;2° ingeval van een stage vermeld in artikel 35, 2°, een verhoging van de minimale stageperiode vermeld in artikel 43;3° een vermindering van het bedrag in de kennisportefeuille of van het bedrag dat toegekend is in het toekenningsbesluit, vermeld in artikel 54;4° de uitsluiting van het recht om aan de steunmaatregel, vermeld in dit besluit, of andere steunmaatregelen deel te nemen of ze te verkrijgen;5° de schorsing, opheffing of uitsluiting van een registratie, vermeld in artikel 109 en 110. § 4. Als de begunstigde geen recht heeft op de subsidie, vermeld in artikel 3, 33 of 75, en de subsidie al is uitbetaald, vordert de bevoegde entiteit de subsidie die al is uitbetaald, volledig of gedeeltelijk terug.

De ingevorderde bedragen worden binnen maximaal zestig dagen betaald.

De betalingstermijn wordt opgenomen in de invorderingsbrief.

De rente over de ingevorderde bedragen, vermeld in het tweede lid, wordt berekend voor de periode tussen de datum waarop de betalingstermijn in de invorderingsbrief, vermeld in het tweede lid, verstrijkt, en de datum van de terugbetaling.

Om de rente, vermeld in het derde lid, te berekenen, wordt de wettelijke rentevoet, vermeld in artikel 2 van de wet van 5 mei 1865Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/05/1865 pub. 06/09/2011 numac 2011000565 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de lening tegen intrest sluiten betreffende de lening tegen interest, toegepast. § 5. De administratieve sancties, vermeld in paragraaf 1, zijn doeltreffend, evenredig en afschrikkend en staan in verhouding tot de ernst, de omvang, het permanente karakter en de herhaling van de geconstateerde niet-naleving overeenkomstig artikel 59 van verordening (EU) 2021/2116 binnen de volgende grenzen: 1° de sanctie, vermeld in paragraaf 3, 1° en 2°, is niet hoger dan 100% van het bedrag in de betalingsaanvraag, vermeld in artikel 27, 56 of 91, eerste lid, 1° en 2°, of 100% van de som van de bedragen in de betalingsaanvragen als er verschillende ingediend worden;2° de uitsluiting, vermeld in de paragraaf 3, 4°, beslaat ten hoogste een periode van twee opeenvolgende jaren, namelijk het jaar van de vaststelling en het jaar nadien;3° de uitsluiting van een registratie, vermeld in paragraaf 3, 5°, beslaat ten hoogste een periode van twee opeenvolgende jaren die in geval van een nieuwe niet-naleving kan worden verlengd;4° in het geval, vermeld in paragraaf 2, 8°, is het bedrag van de sanctie gelijk aan het verschil tussen het bedrag in de betalingsaanvraag, vermeld in artikel 27, 56 of 91, eerste lid, 1° en 2°, of de som van de bedragen in de betalingsaanvragen als er verschillende ingediend worden, en het bedrag dat na een onderzoek naar de subsidiabiliteit van de uitgaven in de voormelde betalingsaanvragen subsidiabel bevonden is, maar gaat de administratieve sanctie niet verder dan de volledige intrekking van de steun.

Art. 118.De bevoegde entiteit onderzoekt de betalingsaanvragen, vermeld in artikel 27, 56 of 91, eerste lid, 1° en 2°, die ze van de begunstigde heeft ontvangen, en bepaalt de subsidiabele bedragen.

Art. 119.De bevoegde entiteit kan, boven op de administratieve sancties, vermeld in artikel 117, administratieve sancties opleggen conform artikel 56 van het decreet van 28 juni 2013Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 19/03/2013 pub. 16/04/2013 numac 2013024124 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Koninklijk besluit ter verwezenlijking van een duurzaam gebruik van gewasbeschermingsmiddelen en toevoegingsstoffen type koninklijk besluit prom. 19/03/2013 pub. 27/03/2013 numac 2013201636 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid en federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 20 maart 2007 tot uitvoering van het Hoofdstuk 8 van Titel IV van de programmawet van 27 december 2006 tot voorafgaande melding voor gedetacheerde werknemers en zelfstandigen type koninklijk besluit prom. 19/03/2013 pub. 03/10/2014 numac 2014022494 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid en federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 20 maart 2007 tot uitvoering van het Hoofdstuk 8 van Titel IV van de programmawet van 27 december 2006 tot voorafgaande melding voor gedetacheerde werknemers en zelfstandigen. - Addendum type koninklijk besluit prom. 19/03/2013 pub. 03/04/2013 numac 2013012107 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 november 2012, gesloten in het Paritair Comité voor de bewakings- en/of toezichtsdiensten, betreffende de overname van personeel ingevolge de overgang van een commercieel contract sluiten3. HOOFDSTUK 9. - Bezwaarprocedure

Art. 120.§ 1. De bevoegde entiteit behandelt bezwaren tegen beslissingen die rechtsgevolgen tot stand brengen ter uitvoering van dit besluit, de uitvoeringsbesluiten ervan, verordening (EU) 2021/2115 en (EU) 2021/2116 en de gedelegeerde en uitvoeringshandelingen ervan. § 2. Het bezwaar, vermeld in paragraaf 1, wordt binnen dertig dagen vanaf de kennisgeving van de beslissing met een bezwaarschrift ingediend bij de bevoegde entiteit. De bevoegde entiteit beslist over het bezwaar. Het bezwaarschrift voldoet aan al de volgende ontvankelijkheidsvoorwaarden: 1° het wordt op schriftelijke wijze ingediend;2° het vermeldt de naam en de woonplaats van de indiener van het bezwaar.Als woonplaatskeuze wordt gedaan bij een raadsman, wordt dat in het bezwaarschrift aangegeven; 3° het is ondertekend door de indiener van het bezwaar of zijn raadsman.Een schriftelijke machtiging wordt bijgevoegd, tenzij de raadsman ingeschreven is als advocaat of advocaat-stagiair; 4° het vermeldt het voorwerp van het bezwaar, met een omschrijving van de ingeroepen argumenten. § 3. Als het bezwaar, vermeld in paragraaf 1, niet voldoet aan de voorwaarden, vermeld in paragraaf 2, wordt het bezwaar onontvankelijk verklaard. § 4. De bezwaarindiener of zijn vertegenwoordiger wordt binnen honderdtwintig dagen op de hoogte gebracht van de beslissing van de bevoegde entiteit over het bezwaar, vermeld in paragraaf 1. De voormelde termijn wordt gerekend vanaf de dag na de dag waarop de termijn voor de indiening van het voormelde bezwaar verstreken is.

Tegen de voormelde beslissing staat geen nieuwe bezwaarmogelijkheid open.

De termijn, vermeld in het eerste lid, kan één keer verlengd worden met een nieuwe termijn van honderdtwintig dagen die begint op de dag nadat de eerste termijn, vermeld in het eerste lid, is verstreken. De bevoegde entiteit brengt de bezwaarindiener of zijn vertegenwoordiger op de hoogte van de voormelde verlenging voor de eerste termijn van honderdtwintig dagen is verstreken, en vermeldt de reden of de redenen van de verlenging.

Als de bevoegde entiteit bij de bezwaarindiener of via derden informatie of bewijzen opvraagt, wordt de termijn van honderdtwintig dagen, vermeld in het eerste lid, geschorst tot op de datum dat de informatie of het bewijs ontvangen is. De bevoegde entiteit meldt de schorsing, die het gevolg is van het inwinnen van informatie of het opvragen van bewijzen bij derden, aan de bezwaarindiener of zijn vertegenwoordiger en vermeldt de reden van de schorsing. Om het bezwaar te behandelen, kan rekening gehouden worden met informatie die van derden verkregen is. HOOFDSTUK 1 0. - Gegevensverwerking

Art. 121.De bevoegde entiteit is verwerkingsverantwoordelijke als vermeld in artikel 4, 7), van verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming).

De persoonsgegevens van de volgende categorieën betrokkenen kunnen worden verwerkt: 1° de adviesdiensten, de vormingscentra, de kennisinstellingen voor waarnemings- en waarschuwingssystemen, partners, externe dienstverleners en hun contactpersonen;2° de actieve landbouwers die een subsidie aanvragen voor advies of vorming;3° de personen die de actieve landbouwers, de adviesdiensten, de vormingscentra en de kennisinstellingen voor waarnemings- en waarschuwingssystemen kunnen vertegenwoordigen in het e-loket van de bevoegde entiteit;4° de leden van de project- en stuurgroepen, vermeld in artikel 86;5° de adviseurs;6° de lesgevers;7° de deelnemers aan de vormingen. Voor de uitvoering van dit besluit kunnen de volgende categorieën van persoonsgegevens verwerkt worden: 1° de identificatiegegevens;2° de financiële gegevens;3° de gegevens over opleiding en vorming;4° de gegevens over beroep en betrekking;5° het rijksregisternummer. De verwerking van de gegevens, vermeld in het derde lid, is noodzakelijk om een taak van algemeen belang te vervullen als vermeld in artikel 6, lid 1, e), van de voormelde verordening.

Het doel van de gegevensverwerking is het verlenen van subsidies en alle activiteiten die daarmee verband houden HOOFDSTUK 1 1. - Reservevorming en dubbele subsidiëring

Art. 122.Reservevorming ten laste van de subsidies, vermeld in dit besluit, wordt niet aanvaard.

Art. 123.Kosten waarvoor met toepassing van andere regelingen vanwege de Vlaamse overheid of andere overheden subsidies worden ontvangen, komen niet in aanmerking voor de toekenning van de subsidie op grond van dit besluit als dat ertoe leidt dat die kosten dubbel worden gesubsidieerd. HOOFDSTUK 1 2. - Europese regelgeving

Art. 124.De subsidies, vermeld in artikel 3, 33 en 75 van dit besluit, worden verleend onder de voorwaarden, vermeld in artikel 78 van verordening (EU) 2021/2115. HOOFDSTUK 1 3. - Uitwisseling van berichten

Art. 125.De uitwisseling van berichten ter uitvoering van dit besluit gebeurt op elektronische wijze. Tenzij in dit besluit of de uitvoeringsbepalingen ervan al een bepaalde elektronische procedure bepaald is, kiest de bevoegde entiteit de te volgen elektronische procedure en maakt die bekend. De bevoegde entiteit kan daarbij beperkingen en technische eisen opleggen.

Artikel II.23 van het Bestuurs decreet van 7 december 2018Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 19/03/2013 pub. 16/04/2013 numac 2013024124 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Koninklijk besluit ter verwezenlijking van een duurzaam gebruik van gewasbeschermingsmiddelen en toevoegingsstoffen type koninklijk besluit prom. 19/03/2013 pub. 27/03/2013 numac 2013201636 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid en federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 20 maart 2007 tot uitvoering van het Hoofdstuk 8 van Titel IV van de programmawet van 27 december 2006 tot voorafgaande melding voor gedetacheerde werknemers en zelfstandigen type koninklijk besluit prom. 19/03/2013 pub. 03/10/2014 numac 2014022494 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid en federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 20 maart 2007 tot uitvoering van het Hoofdstuk 8 van Titel IV van de programmawet van 27 december 2006 tot voorafgaande melding voor gedetacheerde werknemers en zelfstandigen. - Addendum type koninklijk besluit prom. 19/03/2013 pub. 03/04/2013 numac 2013012107 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 november 2012, gesloten in het Paritair Comité voor de bewakings- en/of toezichtsdiensten, betreffende de overname van personeel ingevolge de overgang van een commercieel contract sluiten4 is van toepassing voor het tijdstip van verzending en ontvangst van berichten die op elektronische wijze worden uitgewisseld.

Als voor bepaalde berichten bepaald is dat ze voor een bepaalde datum meegedeeld of ingediend moeten worden bij de bevoegde entiteit, zijn de berichten die elektronisch uitgewisseld worden, op die datum ontvangen door de bevoegde entiteit. Berichten die op papier uitgewisseld worden, worden op die datum verzonden aan de bevoegde entiteit. De datum van de poststempel geldt daarbij als tijdstip waarop een bericht verzonden is.

Voor elektronische verzendingen die uitgaan van de bevoegde entiteit, geldt de dag na de dag van verzending als begindatum van de termijnen die worden opgelegd in het kader van procedures ter uitvoering van dit besluit.

In afwijking van het eerste lid kunnen terugvorderingen ook op papier verstuurd worden door de bevoegde entiteit. In dat geval geldt de dag na de dag van de verzending als begindatum van de bezwaartermijn, vermeld in artikel 120.

In afwijking van het eerste lid kunnen de bezwaren, vermeld in artikel 120, ook op papier ingediend worden. HOOFDSTUK 1 4. - Voorafgaande controle door de Inspectie van Financiën bij de toekenning van de subsidies

Art. 126.De oproep, vermeld in artikel 52 en 79, wordt voor advies aan de Inspectie van Financiën voorgelegd.

Als de Inspectie van Financiën gunstig advies verleent over de voormelde oproep, worden de toekenningsbesluiten, vermeld in artikel 54 en 85, niet meer voor advies aan de Inspectie van Financiën voorgelegd, tenzij de Inspectie van Financiën anders adviseert in het advies over de oproep in kwestie. HOOFDSTUK 1 5. - Slotbepalingen

Art. 127.§ 1. De volgende regelingen over subsidiëring van naschoolse opleidingsinitiatieven in de landbouwsector worden opgeheven: 1° het besluit van de Vlaamse Regering van 4 juni 2004Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 19/03/2013 pub. 16/04/2013 numac 2013024124 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Koninklijk besluit ter verwezenlijking van een duurzaam gebruik van gewasbeschermingsmiddelen en toevoegingsstoffen type koninklijk besluit prom. 19/03/2013 pub. 27/03/2013 numac 2013201636 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid en federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 20 maart 2007 tot uitvoering van het Hoofdstuk 8 van Titel IV van de programmawet van 27 december 2006 tot voorafgaande melding voor gedetacheerde werknemers en zelfstandigen type koninklijk besluit prom. 19/03/2013 pub. 03/10/2014 numac 2014022494 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid en federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 20 maart 2007 tot uitvoering van het Hoofdstuk 8 van Titel IV van de programmawet van 27 december 2006 tot voorafgaande melding voor gedetacheerde werknemers en zelfstandigen. - Addendum type koninklijk besluit prom. 19/03/2013 pub. 03/04/2013 numac 2013012107 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 november 2012, gesloten in het Paritair Comité voor de bewakings- en/of toezichtsdiensten, betreffende de overname van personeel ingevolge de overgang van een commercieel contract sluiten5 betreffende de toekenning van subsidies voor naschoolse opleidingsinitiatieven in de landbouwsector, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 19 december 2014;2° het ministerieel besluit van 22 september 2005Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 22/09/2005 pub. 28/10/2005 numac 2005022867 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Ministerieel besluit houdende benoeming van de leden van de Commissie van Toezicht op de reclame voor geneesmiddelen type ministerieel besluit prom. 22/09/2005 pub. 07/10/2005 numac 2005000502 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Ministerieel besluit houdende graad- en loonschaaltoewijzing aan bepaalde personeelsleden van het middenkader van de federale politie en van de algemene inspectie van de federale politie en van de lokale politie type ministerieel besluit prom. 22/09/2005 pub. 05/10/2005 numac 2005022815 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Ministerieel besluit tot benoeming van de leden van de Commissie belast met het beheer van het vermogen van de rechtspersoonlijkheid van het Centrum voor Onderzoek in Diergeneeskunde en Agrochemie sluiten tot erkenning van Landwijzer vzw als algemeen centrum voor landbouwvorming in het kader van de subsidiëring van naschoolse opleidingsinitiatieven in de landbouwsector;3° het ministerieel besluit van 13 december 2005Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 13/12/2005 pub. 06/01/2006 numac 2005031466 bron gemeenschappelijke gemeenschapscommissie van het brussels hoofdstedelijk gewest Ministerieel besluit tot bepaling van de voorwaarden tot het gebruik van de digitale mammografie voor borstkankeropsporing in het tweetalig gebied van Brussel-Hoofdstad type ministerieel besluit prom. 13/12/2005 pub. 22/12/2005 numac 2005010000 bron federale overheidsdienst justitie Ministerieel besluit houdende benoeming van de leden van de Commissies van Toezicht sluiten tot erkenning van Imkerfederatie Antwerpse Noordelijke Gemeenten als gewestelijk centrum voor landbouwvorming in het kader van de subsidiëring van naschoolse opleidingsinitiatieven in de landbouwsector;4° het ministerieel besluit van 13 december 2005Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 13/12/2005 pub. 06/01/2006 numac 2005031466 bron gemeenschappelijke gemeenschapscommissie van het brussels hoofdstedelijk gewest Ministerieel besluit tot bepaling van de voorwaarden tot het gebruik van de digitale mammografie voor borstkankeropsporing in het tweetalig gebied van Brussel-Hoofdstad type ministerieel besluit prom. 13/12/2005 pub. 22/12/2005 numac 2005010000 bron federale overheidsdienst justitie Ministerieel besluit houdende benoeming van de leden van de Commissies van Toezicht sluiten tot erkenning van Praktijkcentrum voor Land- en Tuinbouw vzw als algemeen centrum voor landbouwvorming in het kader van de subsidiëring van naschoolse opleidingsinitiatieven in de landbouwsector;5° het ministerieel besluit van 13 december 2005Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 13/12/2005 pub. 06/01/2006 numac 2005031466 bron gemeenschappelijke gemeenschapscommissie van het brussels hoofdstedelijk gewest Ministerieel besluit tot bepaling van de voorwaarden tot het gebruik van de digitale mammografie voor borstkankeropsporing in het tweetalig gebied van Brussel-Hoofdstad type ministerieel besluit prom. 13/12/2005 pub. 22/12/2005 numac 2005010000 bron federale overheidsdienst justitie Ministerieel besluit houdende benoeming van de leden van de Commissies van Toezicht sluiten tot erkenning van Vzw Inagro als gewestelijk centrum voor landbouwvorming in het kader van de subsidiëring van naschoolse opleidingsinitiatieven in de landbouwsector;6° het ministerieel besluit van 19 december 2005Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 19/12/2005 pub. 29/12/2005 numac 2005014205 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 23 juli 2001 betreffende de inschrijving van voertuigen type ministerieel besluit prom. 19/12/2005 pub. 21/12/2005 numac 2005023103 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Ministerieel besluit tot wijziging van de lijst gevoegd bij het koninklijk besluit van 21 december 2001 tot vaststelling van de procedures, termijnen en voorwaarden inzake de tegemoetkoming van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen in de kosten van farmaceutische specialiteiten type ministerieel besluit prom. 19/12/2005 pub. 22/12/2005 numac 2005023107 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 7 oktober 2005 houdende benoeming van de leden en de voorzitter van het Algemeen Beheerscomité voor het sociaal statuut van de zelfstandigen sluiten tot erkenning van Nationaal Agrarisch Centrum vzw als algemeen centrum voor landbouwvorming in het kader van de subsidiëring van naschoolse opleidingsinitiatieven in de landbouwsector;7° het ministerieel besluit van 19 december 2005Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 19/12/2005 pub. 29/12/2005 numac 2005014205 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 23 juli 2001 betreffende de inschrijving van voertuigen type ministerieel besluit prom. 19/12/2005 pub. 21/12/2005 numac 2005023103 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Ministerieel besluit tot wijziging van de lijst gevoegd bij het koninklijk besluit van 21 december 2001 tot vaststelling van de procedures, termijnen en voorwaarden inzake de tegemoetkoming van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen in de kosten van farmaceutische specialiteiten type ministerieel besluit prom. 19/12/2005 pub. 22/12/2005 numac 2005023107 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 7 oktober 2005 houdende benoeming van de leden en de voorzitter van het Algemeen Beheerscomité voor het sociaal statuut van de zelfstandigen sluiten tot erkenning van Nationaal Centrum voor Beroepsvorming in de Landbouw vzw (AgroCampus) als algemeen centrum voor landbouwvorming in het kader van de subsidiëring van naschoolse opleidingsinitiatieven in de landbouwsector: 8° het ministerieel besluit van 19 december 2005Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 19/12/2005 pub. 29/12/2005 numac 2005014205 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 23 juli 2001 betreffende de inschrijving van voertuigen type ministerieel besluit prom. 19/12/2005 pub. 21/12/2005 numac 2005023103 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Ministerieel besluit tot wijziging van de lijst gevoegd bij het koninklijk besluit van 21 december 2001 tot vaststelling van de procedures, termijnen en voorwaarden inzake de tegemoetkoming van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen in de kosten van farmaceutische specialiteiten type ministerieel besluit prom. 19/12/2005 pub. 22/12/2005 numac 2005023107 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 7 oktober 2005 houdende benoeming van de leden en de voorzitter van het Algemeen Beheerscomité voor het sociaal statuut van de zelfstandigen sluiten tot erkenning van Vlaamse Vaste Planten Vereniging vzw als gewestelijk centrum voor landbouwvorming in het kader van de subsidiëring van naschoolse opleidingsinitiatieven in de landbouwsector;9° het ministerieel besluit van 22 december 2005Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 22/12/2005 pub. 17/02/2006 numac 2006200497 bron ministerie van het waalse gewest Ministerieel besluit houdende overdracht van kredieten tussen programma 07 van organisatieafdeling 30 en programma 01 van organisatieafdeling 11 van de algemene uitgavenbegroting van het Waalse Gewest voor het begrotingsjaar 2005 type ministerieel besluit prom. 22/12/2005 pub. 17/02/2006 numac 2006200503 bron ministerie van het waalse gewest Ministerieel besluit houdende overdracht van kredieten tussen programma 03 van organisatieafdeling 10 en programma 03 van organisatieafdeling 19 van de algemene uitgavenbegroting van het Waalse Gewest voor het begrotingsjaar 2005 type ministerieel besluit prom. 22/12/2005 pub. 30/12/2005 numac 2005023115 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu en federale agentschap voor de veiligheid van de voedselketen Ministerieel besluit tot vaststelling van de uitvoeringsbepalingen met betrekking tot de aanvullende maatregelen die getroffen worden in het kader van de controle op de aanwezigheid van nitraten en van residuen van gewasbeschermingsmiddelen in en op sommige groente- en fruitsoorten type ministerieel besluit prom. 22/12/2005 pub. 17/02/2006 numac 2006200498 bron ministerie van het waalse gewest Ministerieel besluit houdende overdracht van kredieten tussen programma's 03 en 04 van organisatieafdeling 50 van dezelfde organisatieafdeling van de algemene uitgavenbegroting van het Waalse Gewest voor het begrotingsjaar 2005 type ministerieel besluit prom. 22/12/2005 pub. 28/12/2005 numac 2005012756 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg federale overheidsdienst sociale zekerheid Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 14 oktober 2005 tot vaststelling van het model, de toekenningsvoorwaarden en de wijze van bijhouden van een gelegenheidsformulier in de tuinbouwsector, de landbouwsector en de sector van het hotelbedrijf type ministerieel besluit prom. 22/12/2005 pub. 17/02/2006 numac 2006200500 bron ministerie van het waalse gewest - Ministerieel besluit houdende overdracht van kredieten tussen programma's 03 en 04 van organisatieafdeling 50 van dezelfde organisatieafdeling van de algemene uitgavenbegroting van het Waalse Gewest voor het begrotingsjaar 2005 type ministerieel besluit prom. 22/12/2005 pub. 19/01/2006 numac 2006035029 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Ministerieel besluit tot opheffing van het ministerieel besluit van 2 juni 2004 tot implementatie van een fokprogramma ter verkrijging van resistentie tegen overdraagbare spongiforme encefalopathieën bij schapen, en tot implementatie van een regeling tot erkenning van de OSE-resistente status van koppels schapen type ministerieel besluit prom. 22/12/2005 pub. 17/02/2006 numac 2006200502 bron ministerie van het waalse gewest Ministerieel besluit houdende overdracht van kredieten tussen programma's 01 en 03 van organisatieafdeling 19 en 10 van de algemene uitgavenbegroting van het Waalse Gewest voor het begrotingsjaar 2005 sluiten tot erkenning van Koninklijke Oostvlaamse Imkersvereniging vzw als gewestelijk centrum voor landbouwvorming in het kader van de subsidiëring van naschoolse opleidingsinitiatieven in de landbouwsector;10° het ministerieel besluit van 22 december 2005Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 22/12/2005 pub. 17/02/2006 numac 2006200497 bron ministerie van het waalse gewest Ministerieel besluit houdende overdracht van kredieten tussen programma 07 van organisatieafdeling 30 en programma 01 van organisatieafdeling 11 van de algemene uitgavenbegroting van het Waalse Gewest voor het begrotingsjaar 2005 type ministerieel besluit prom. 22/12/2005 pub. 17/02/2006 numac 2006200503 bron ministerie van het waalse gewest Ministerieel besluit houdende overdracht van kredieten tussen programma 03 van organisatieafdeling 10 en programma 03 van organisatieafdeling 19 van de algemene uitgavenbegroting van het Waalse Gewest voor het begrotingsjaar 2005 type ministerieel besluit prom. 22/12/2005 pub. 30/12/2005 numac 2005023115 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu en federale agentschap voor de veiligheid van de voedselketen Ministerieel besluit tot vaststelling van de uitvoeringsbepalingen met betrekking tot de aanvullende maatregelen die getroffen worden in het kader van de controle op de aanwezigheid van nitraten en van residuen van gewasbeschermingsmiddelen in en op sommige groente- en fruitsoorten type ministerieel besluit prom. 22/12/2005 pub. 17/02/2006 numac 2006200498 bron ministerie van het waalse gewest Ministerieel besluit houdende overdracht van kredieten tussen programma's 03 en 04 van organisatieafdeling 50 van dezelfde organisatieafdeling van de algemene uitgavenbegroting van het Waalse Gewest voor het begrotingsjaar 2005 type ministerieel besluit prom. 22/12/2005 pub. 28/12/2005 numac 2005012756 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg federale overheidsdienst sociale zekerheid Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 14 oktober 2005 tot vaststelling van het model, de toekenningsvoorwaarden en de wijze van bijhouden van een gelegenheidsformulier in de tuinbouwsector, de landbouwsector en de sector van het hotelbedrijf type ministerieel besluit prom. 22/12/2005 pub. 17/02/2006 numac 2006200500 bron ministerie van het waalse gewest - Ministerieel besluit houdende overdracht van kredieten tussen programma's 03 en 04 van organisatieafdeling 50 van dezelfde organisatieafdeling van de algemene uitgavenbegroting van het Waalse Gewest voor het begrotingsjaar 2005 type ministerieel besluit prom. 22/12/2005 pub. 19/01/2006 numac 2006035029 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Ministerieel besluit tot opheffing van het ministerieel besluit van 2 juni 2004 tot implementatie van een fokprogramma ter verkrijging van resistentie tegen overdraagbare spongiforme encefalopathieën bij schapen, en tot implementatie van een regeling tot erkenning van de OSE-resistente status van koppels schapen type ministerieel besluit prom. 22/12/2005 pub. 17/02/2006 numac 2006200502 bron ministerie van het waalse gewest Ministerieel besluit houdende overdracht van kredieten tussen programma's 01 en 03 van organisatieafdeling 19 en 10 van de algemene uitgavenbegroting van het Waalse Gewest voor het begrotingsjaar 2005 sluiten tot erkenning van Limburgse Imkersbond vzw als gewestelijk centrum voor landbouwvorming in het kader van de subsidiëring van naschoolse opleidingsinitiatieven in de landbouwsector;11° het ministerieel besluit van 22 december 2005Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 22/12/2005 pub. 17/02/2006 numac 2006200497 bron ministerie van het waalse gewest Ministerieel besluit houdende overdracht van kredieten tussen programma 07 van organisatieafdeling 30 en programma 01 van organisatieafdeling 11 van de algemene uitgavenbegroting van het Waalse Gewest voor het begrotingsjaar 2005 type ministerieel besluit prom. 22/12/2005 pub. 17/02/2006 numac 2006200503 bron ministerie van het waalse gewest Ministerieel besluit houdende overdracht van kredieten tussen programma 03 van organisatieafdeling 10 en programma 03 van organisatieafdeling 19 van de algemene uitgavenbegroting van het Waalse Gewest voor het begrotingsjaar 2005 type ministerieel besluit prom. 22/12/2005 pub. 30/12/2005 numac 2005023115 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu en federale agentschap voor de veiligheid van de voedselketen Ministerieel besluit tot vaststelling van de uitvoeringsbepalingen met betrekking tot de aanvullende maatregelen die getroffen worden in het kader van de controle op de aanwezigheid van nitraten en van residuen van gewasbeschermingsmiddelen in en op sommige groente- en fruitsoorten type ministerieel besluit prom. 22/12/2005 pub. 17/02/2006 numac 2006200498 bron ministerie van het waalse gewest Ministerieel besluit houdende overdracht van kredieten tussen programma's 03 en 04 van organisatieafdeling 50 van dezelfde organisatieafdeling van de algemene uitgavenbegroting van het Waalse Gewest voor het begrotingsjaar 2005 type ministerieel besluit prom. 22/12/2005 pub. 28/12/2005 numac 2005012756 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg federale overheidsdienst sociale zekerheid Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 14 oktober 2005 tot vaststelling van het model, de toekenningsvoorwaarden en de wijze van bijhouden van een gelegenheidsformulier in de tuinbouwsector, de landbouwsector en de sector van het hotelbedrijf type ministerieel besluit prom. 22/12/2005 pub. 17/02/2006 numac 2006200500 bron ministerie van het waalse gewest - Ministerieel besluit houdende overdracht van kredieten tussen programma's 03 en 04 van organisatieafdeling 50 van dezelfde organisatieafdeling van de algemene uitgavenbegroting van het Waalse Gewest voor het begrotingsjaar 2005 type ministerieel besluit prom. 22/12/2005 pub. 19/01/2006 numac 2006035029 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Ministerieel besluit tot opheffing van het ministerieel besluit van 2 juni 2004 tot implementatie van een fokprogramma ter verkrijging van resistentie tegen overdraagbare spongiforme encefalopathieën bij schapen, en tot implementatie van een regeling tot erkenning van de OSE-resistente status van koppels schapen type ministerieel besluit prom. 22/12/2005 pub. 17/02/2006 numac 2006200502 bron ministerie van het waalse gewest Ministerieel besluit houdende overdracht van kredieten tussen programma's 01 en 03 van organisatieafdeling 19 en 10 van de algemene uitgavenbegroting van het Waalse Gewest voor het begrotingsjaar 2005 sluiten tot erkenning van Permanente Agrarische Vorming Antwerpen vzw als gewestelijk centrum voor landbouwvorming in het kader van de subsidiëring van naschoolse opleidingsinitiatieven in de landbouwsector;12° het ministerieel besluit van 22 december 2005Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 22/12/2005 pub. 17/02/2006 numac 2006200497 bron ministerie van het waalse gewest Ministerieel besluit houdende overdracht van kredieten tussen programma 07 van organisatieafdeling 30 en programma 01 van organisatieafdeling 11 van de algemene uitgavenbegroting van het Waalse Gewest voor het begrotingsjaar 2005 type ministerieel besluit prom. 22/12/2005 pub. 17/02/2006 numac 2006200503 bron ministerie van het waalse gewest Ministerieel besluit houdende overdracht van kredieten tussen programma 03 van organisatieafdeling 10 en programma 03 van organisatieafdeling 19 van de algemene uitgavenbegroting van het Waalse Gewest voor het begrotingsjaar 2005 type ministerieel besluit prom. 22/12/2005 pub. 30/12/2005 numac 2005023115 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu en federale agentschap voor de veiligheid van de voedselketen Ministerieel besluit tot vaststelling van de uitvoeringsbepalingen met betrekking tot de aanvullende maatregelen die getroffen worden in het kader van de controle op de aanwezigheid van nitraten en van residuen van gewasbeschermingsmiddelen in en op sommige groente- en fruitsoorten type ministerieel besluit prom. 22/12/2005 pub. 17/02/2006 numac 2006200498 bron ministerie van het waalse gewest Ministerieel besluit houdende overdracht van kredieten tussen programma's 03 en 04 van organisatieafdeling 50 van dezelfde organisatieafdeling van de algemene uitgavenbegroting van het Waalse Gewest voor het begrotingsjaar 2005 type ministerieel besluit prom. 22/12/2005 pub. 28/12/2005 numac 2005012756 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg federale overheidsdienst sociale zekerheid Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 14 oktober 2005 tot vaststelling van het model, de toekenningsvoorwaarden en de wijze van bijhouden van een gelegenheidsformulier in de tuinbouwsector, de landbouwsector en de sector van het hotelbedrijf type ministerieel besluit prom. 22/12/2005 pub. 17/02/2006 numac 2006200500 bron ministerie van het waalse gewest - Ministerieel besluit houdende overdracht van kredieten tussen programma's 03 en 04 van organisatieafdeling 50 van dezelfde organisatieafdeling van de algemene uitgavenbegroting van het Waalse Gewest voor het begrotingsjaar 2005 type ministerieel besluit prom. 22/12/2005 pub. 19/01/2006 numac 2006035029 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Ministerieel besluit tot opheffing van het ministerieel besluit van 2 juni 2004 tot implementatie van een fokprogramma ter verkrijging van resistentie tegen overdraagbare spongiforme encefalopathieën bij schapen, en tot implementatie van een regeling tot erkenning van de OSE-resistente status van koppels schapen type ministerieel besluit prom. 22/12/2005 pub. 17/02/2006 numac 2006200502 bron ministerie van het waalse gewest Ministerieel besluit houdende overdracht van kredieten tussen programma's 01 en 03 van organisatieafdeling 19 en 10 van de algemene uitgavenbegroting van het Waalse Gewest voor het begrotingsjaar 2005 sluiten tot erkenning van PIBO-campus vzw als gewestelijk centrum voor landbouwvorming in het kader van de subsidiëring van naschoolse opleidingsinitiatieven in de landbouwsector;13° het ministerieel besluit van 22 december 2005Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 22/12/2005 pub. 17/02/2006 numac 2006200497 bron ministerie van het waalse gewest Ministerieel besluit houdende overdracht van kredieten tussen programma 07 van organisatieafdeling 30 en programma 01 van organisatieafdeling 11 van de algemene uitgavenbegroting van het Waalse Gewest voor het begrotingsjaar 2005 type ministerieel besluit prom. 22/12/2005 pub. 17/02/2006 numac 2006200503 bron ministerie van het waalse gewest Ministerieel besluit houdende overdracht van kredieten tussen programma 03 van organisatieafdeling 10 en programma 03 van organisatieafdeling 19 van de algemene uitgavenbegroting van het Waalse Gewest voor het begrotingsjaar 2005 type ministerieel besluit prom. 22/12/2005 pub. 30/12/2005 numac 2005023115 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu en federale agentschap voor de veiligheid van de voedselketen Ministerieel besluit tot vaststelling van de uitvoeringsbepalingen met betrekking tot de aanvullende maatregelen die getroffen worden in het kader van de controle op de aanwezigheid van nitraten en van residuen van gewasbeschermingsmiddelen in en op sommige groente- en fruitsoorten type ministerieel besluit prom. 22/12/2005 pub. 17/02/2006 numac 2006200498 bron ministerie van het waalse gewest Ministerieel besluit houdende overdracht van kredieten tussen programma's 03 en 04 van organisatieafdeling 50 van dezelfde organisatieafdeling van de algemene uitgavenbegroting van het Waalse Gewest voor het begrotingsjaar 2005 type ministerieel besluit prom. 22/12/2005 pub. 28/12/2005 numac 2005012756 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg federale overheidsdienst sociale zekerheid Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 14 oktober 2005 tot vaststelling van het model, de toekenningsvoorwaarden en de wijze van bijhouden van een gelegenheidsformulier in de tuinbouwsector, de landbouwsector en de sector van het hotelbedrijf type ministerieel besluit prom. 22/12/2005 pub. 17/02/2006 numac 2006200500 bron ministerie van het waalse gewest - Ministerieel besluit houdende overdracht van kredieten tussen programma's 03 en 04 van organisatieafdeling 50 van dezelfde organisatieafdeling van de algemene uitgavenbegroting van het Waalse Gewest voor het begrotingsjaar 2005 type ministerieel besluit prom. 22/12/2005 pub. 19/01/2006 numac 2006035029 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Ministerieel besluit tot opheffing van het ministerieel besluit van 2 juni 2004 tot implementatie van een fokprogramma ter verkrijging van resistentie tegen overdraagbare spongiforme encefalopathieën bij schapen, en tot implementatie van een regeling tot erkenning van de OSE-resistente status van koppels schapen type ministerieel besluit prom. 22/12/2005 pub. 17/02/2006 numac 2006200502 bron ministerie van het waalse gewest Ministerieel besluit houdende overdracht van kredieten tussen programma's 01 en 03 van organisatieafdeling 19 en 10 van de algemene uitgavenbegroting van het Waalse Gewest voor het begrotingsjaar 2005 sluiten tot erkenning van Proef- en Vormingscentrum voor de Landbouw vzw als gewestelijk centrum voor landbouwvorming in het kader van de subsidiëring van naschoolse opleidingsinitiatieven in de landbouwsector;14° het ministerieel besluit van 22 december 2005Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 22/12/2005 pub. 17/02/2006 numac 2006200497 bron ministerie van het waalse gewest Ministerieel besluit houdende overdracht van kredieten tussen programma 07 van organisatieafdeling 30 en programma 01 van organisatieafdeling 11 van de algemene uitgavenbegroting van het Waalse Gewest voor het begrotingsjaar 2005 type ministerieel besluit prom. 22/12/2005 pub. 17/02/2006 numac 2006200503 bron ministerie van het waalse gewest Ministerieel besluit houdende overdracht van kredieten tussen programma 03 van organisatieafdeling 10 en programma 03 van organisatieafdeling 19 van de algemene uitgavenbegroting van het Waalse Gewest voor het begrotingsjaar 2005 type ministerieel besluit prom. 22/12/2005 pub. 30/12/2005 numac 2005023115 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu en federale agentschap voor de veiligheid van de voedselketen Ministerieel besluit tot vaststelling van de uitvoeringsbepalingen met betrekking tot de aanvullende maatregelen die getroffen worden in het kader van de controle op de aanwezigheid van nitraten en van residuen van gewasbeschermingsmiddelen in en op sommige groente- en fruitsoorten type ministerieel besluit prom. 22/12/2005 pub. 17/02/2006 numac 2006200498 bron ministerie van het waalse gewest Ministerieel besluit houdende overdracht van kredieten tussen programma's 03 en 04 van organisatieafdeling 50 van dezelfde organisatieafdeling van de algemene uitgavenbegroting van het Waalse Gewest voor het begrotingsjaar 2005 type ministerieel besluit prom. 22/12/2005 pub. 28/12/2005 numac 2005012756 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg federale overheidsdienst sociale zekerheid Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 14 oktober 2005 tot vaststelling van het model, de toekenningsvoorwaarden en de wijze van bijhouden van een gelegenheidsformulier in de tuinbouwsector, de landbouwsector en de sector van het hotelbedrijf type ministerieel besluit prom. 22/12/2005 pub. 17/02/2006 numac 2006200500 bron ministerie van het waalse gewest - Ministerieel besluit houdende overdracht van kredieten tussen programma's 03 en 04 van organisatieafdeling 50 van dezelfde organisatieafdeling van de algemene uitgavenbegroting van het Waalse Gewest voor het begrotingsjaar 2005 type ministerieel besluit prom. 22/12/2005 pub. 19/01/2006 numac 2006035029 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Ministerieel besluit tot opheffing van het ministerieel besluit van 2 juni 2004 tot implementatie van een fokprogramma ter verkrijging van resistentie tegen overdraagbare spongiforme encefalopathieën bij schapen, en tot implementatie van een regeling tot erkenning van de OSE-resistente status van koppels schapen type ministerieel besluit prom. 22/12/2005 pub. 17/02/2006 numac 2006200502 bron ministerie van het waalse gewest Ministerieel besluit houdende overdracht van kredieten tussen programma's 01 en 03 van organisatieafdeling 19 en 10 van de algemene uitgavenbegroting van het Waalse Gewest voor het begrotingsjaar 2005 sluiten tot erkenning van Provinciale Pomologische Vereniging Oost-Vlaanderen vzw als gewestelijk centrum voor landbouwvorming in het kader van de subsidiëring van naschoolse opleidingsinitiatieven in de landbouwsector;15° het ministerieel besluit van 22 december 2005Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 22/12/2005 pub. 17/02/2006 numac 2006200497 bron ministerie van het waalse gewest Ministerieel besluit houdende overdracht van kredieten tussen programma 07 van organisatieafdeling 30 en programma 01 van organisatieafdeling 11 van de algemene uitgavenbegroting van het Waalse Gewest voor het begrotingsjaar 2005 type ministerieel besluit prom. 22/12/2005 pub. 17/02/2006 numac 2006200503 bron ministerie van het waalse gewest Ministerieel besluit houdende overdracht van kredieten tussen programma 03 van organisatieafdeling 10 en programma 03 van organisatieafdeling 19 van de algemene uitgavenbegroting van het Waalse Gewest voor het begrotingsjaar 2005 type ministerieel besluit prom. 22/12/2005 pub. 30/12/2005 numac 2005023115 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu en federale agentschap voor de veiligheid van de voedselketen Ministerieel besluit tot vaststelling van de uitvoeringsbepalingen met betrekking tot de aanvullende maatregelen die getroffen worden in het kader van de controle op de aanwezigheid van nitraten en van residuen van gewasbeschermingsmiddelen in en op sommige groente- en fruitsoorten type ministerieel besluit prom. 22/12/2005 pub. 17/02/2006 numac 2006200498 bron ministerie van het waalse gewest Ministerieel besluit houdende overdracht van kredieten tussen programma's 03 en 04 van organisatieafdeling 50 van dezelfde organisatieafdeling van de algemene uitgavenbegroting van het Waalse Gewest voor het begrotingsjaar 2005 type ministerieel besluit prom. 22/12/2005 pub. 28/12/2005 numac 2005012756 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg federale overheidsdienst sociale zekerheid Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 14 oktober 2005 tot vaststelling van het model, de toekenningsvoorwaarden en de wijze van bijhouden van een gelegenheidsformulier in de tuinbouwsector, de landbouwsector en de sector van het hotelbedrijf type ministerieel besluit prom. 22/12/2005 pub. 17/02/2006 numac 2006200500 bron ministerie van het waalse gewest - Ministerieel besluit houdende overdracht van kredieten tussen programma's 03 en 04 van organisatieafdeling 50 van dezelfde organisatieafdeling van de algemene uitgavenbegroting van het Waalse Gewest voor het begrotingsjaar 2005 type ministerieel besluit prom. 22/12/2005 pub. 19/01/2006 numac 2006035029 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Ministerieel besluit tot opheffing van het ministerieel besluit van 2 juni 2004 tot implementatie van een fokprogramma ter verkrijging van resistentie tegen overdraagbare spongiforme encefalopathieën bij schapen, en tot implementatie van een regeling tot erkenning van de OSE-resistente status van koppels schapen type ministerieel besluit prom. 22/12/2005 pub. 17/02/2006 numac 2006200502 bron ministerie van het waalse gewest Ministerieel besluit houdende overdracht van kredieten tussen programma's 01 en 03 van organisatieafdeling 19 en 10 van de algemene uitgavenbegroting van het Waalse Gewest voor het begrotingsjaar 2005 sluiten tot erkenning van Verbond van Vlaams-Brabantse Imkersverenigingen vzw als gewestelijk centrum voor landbouwvorming in het kader van de subsidiëring van naschoolse opleidingsinitiatieven in de landbouwsector;16° het ministerieel besluit van 22 december 2005Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 22/12/2005 pub. 17/02/2006 numac 2006200497 bron ministerie van het waalse gewest Ministerieel besluit houdende overdracht van kredieten tussen programma 07 van organisatieafdeling 30 en programma 01 van organisatieafdeling 11 van de algemene uitgavenbegroting van het Waalse Gewest voor het begrotingsjaar 2005 type ministerieel besluit prom. 22/12/2005 pub. 17/02/2006 numac 2006200503 bron ministerie van het waalse gewest Ministerieel besluit houdende overdracht van kredieten tussen programma 03 van organisatieafdeling 10 en programma 03 van organisatieafdeling 19 van de algemene uitgavenbegroting van het Waalse Gewest voor het begrotingsjaar 2005 type ministerieel besluit prom. 22/12/2005 pub. 30/12/2005 numac 2005023115 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu en federale agentschap voor de veiligheid van de voedselketen Ministerieel besluit tot vaststelling van de uitvoeringsbepalingen met betrekking tot de aanvullende maatregelen die getroffen worden in het kader van de controle op de aanwezigheid van nitraten en van residuen van gewasbeschermingsmiddelen in en op sommige groente- en fruitsoorten type ministerieel besluit prom. 22/12/2005 pub. 17/02/2006 numac 2006200498 bron ministerie van het waalse gewest Ministerieel besluit houdende overdracht van kredieten tussen programma's 03 en 04 van organisatieafdeling 50 van dezelfde organisatieafdeling van de algemene uitgavenbegroting van het Waalse Gewest voor het begrotingsjaar 2005 type ministerieel besluit prom. 22/12/2005 pub. 28/12/2005 numac 2005012756 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg federale overheidsdienst sociale zekerheid Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 14 oktober 2005 tot vaststelling van het model, de toekenningsvoorwaarden en de wijze van bijhouden van een gelegenheidsformulier in de tuinbouwsector, de landbouwsector en de sector van het hotelbedrijf type ministerieel besluit prom. 22/12/2005 pub. 17/02/2006 numac 2006200500 bron ministerie van het waalse gewest - Ministerieel besluit houdende overdracht van kredieten tussen programma's 03 en 04 van organisatieafdeling 50 van dezelfde organisatieafdeling van de algemene uitgavenbegroting van het Waalse Gewest voor het begrotingsjaar 2005 type ministerieel besluit prom. 22/12/2005 pub. 19/01/2006 numac 2006035029 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Ministerieel besluit tot opheffing van het ministerieel besluit van 2 juni 2004 tot implementatie van een fokprogramma ter verkrijging van resistentie tegen overdraagbare spongiforme encefalopathieën bij schapen, en tot implementatie van een regeling tot erkenning van de OSE-resistente status van koppels schapen type ministerieel besluit prom. 22/12/2005 pub. 17/02/2006 numac 2006200502 bron ministerie van het waalse gewest Ministerieel besluit houdende overdracht van kredieten tussen programma's 01 en 03 van organisatieafdeling 19 en 10 van de algemene uitgavenbegroting van het Waalse Gewest voor het begrotingsjaar 2005 sluiten tot erkenning van Vlaams-Nederlandse Imkersfederatie vzw als gewestelijk centrum voor landbouwvorming in het kader van de subsidiëring van naschoolse opleidingsinitiatieven in de landbouwsector;17° het ministerieel besluit van 27 maart 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/05/1865 pub. 06/09/2011 numac 2011000565 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de lening tegen intrest sluiten0 tot erkenning van Koninklijke Vlaamse Imkersbond als gewestelijk centrum voor landbouwvorming in het kader van de subsidiëring van naschoolse opleidingsinitiatieven in de landbouwsector.18° het ministerieel besluit van 29 oktober 2008Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/05/1865 pub. 06/09/2011 numac 2011000565 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de lening tegen intrest sluiten1 tot erkenning van Vzw DLV Agri Business Center als gewestelijk centrum voor landbouwvorming in het kader van de subsidiëring van naschoolse opleidingsinitiatieven in de landbouwsector;19° het ministerieel besluit van 3 februari 2009Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/05/1865 pub. 06/09/2011 numac 2011000565 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de lening tegen intrest sluiten2 tot erkenning van vzw Koninklijk Westvlaamse Imkersbond als gewestelijk centrum voor landbouwvorming in het kader van de subsidiëring van naschoolse opleidingsinitiatieven in de landbouwsector;20° het ministerieel besluit van 3 februari 2009Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/05/1865 pub. 06/09/2011 numac 2011000565 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de lening tegen intrest sluiten2 tot erkenning van Vzw Studiekring Guvelingen als gewestelijk centrum voor landbouwvorming in het kader van de subsidiëring van naschoolse opleidingsinitiatieven in de landbouwsector;21° het ministerieel besluit van 26 november 2017 betreffende de toekenning van subsidies voor naschoolse opleidingsinitiatieven in de landbouwsector, het laatst gewijzigd bij het ministerieel besluit van 15 oktober 2021;22° het ministerieel besluit van 9 mei 2017Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 16/01/2006 pub. 02/03/2006 numac 2005023114 bron federaal agentschap voor de veiligheid van de voedselketen Koninklijk besluit tot vaststelling van de nadere regels van de erkenningen, toelatingen en voorafgaande registraties afgeleverd door het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen sluiten0 tot erkenning van de vzw Plantentuin `De Kleine Boerderij' Merksplas als centrum voor hobbylandbouwvorming in het kader van de subsidiëring van naschoolse opleidingsinitiatieven in de landbouwsector;23° het ministerieel besluit van 19 juni 2017Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 16/01/2006 pub. 02/03/2006 numac 2005023114 bron federaal agentschap voor de veiligheid van de voedselketen Koninklijk besluit tot vaststelling van de nadere regels van de erkenningen, toelatingen en voorafgaande registraties afgeleverd door het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen sluiten1 tot erkenning van de vzw CRV Vlaanderen als gewestelijk centrum voor landbouwvorming in het kader van de subsidiëring van naschoolse opleidingsinitiatieven in de landbouwsector;24° het ministerieel besluit van 2 september 2019Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 16/01/2006 pub. 02/03/2006 numac 2005023114 bron federaal agentschap voor de veiligheid van de voedselketen Koninklijk besluit tot vaststelling van de nadere regels van de erkenningen, toelatingen en voorafgaande registraties afgeleverd door het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen sluiten3 tot erkenning van de vzw Federaal Imkersverbond als gewestelijk centrum voor landbouwvorming in het kader van de subsidiëring van naschoolse opleidingsinitiatieven in de landbouwsector; 25° het ministerieel besluit van 10 september 2019Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 16/01/2006 pub. 02/03/2006 numac 2005023114 bron federaal agentschap voor de veiligheid van de voedselketen Koninklijk besluit tot vaststelling van de nadere regels van de erkenningen, toelatingen en voorafgaande registraties afgeleverd door het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen sluiten2 tot erkenning van de vzw ZwarteBij.org als gewestelijk centrum voor landbouwvorming in het kader van de subsidiëring van naschoolse opleidingsinitiatieven in de landbouwsector; 26° het ministerieel besluit van 24 oktober 2019Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 16/01/2006 pub. 02/03/2006 numac 2005023114 bron federaal agentschap voor de veiligheid van de voedselketen Koninklijk besluit tot vaststelling van de nadere regels van de erkenningen, toelatingen en voorafgaande registraties afgeleverd door het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen sluiten4 tot erkenning als centrum voor hobbylandbouwvorming en tot opheffing van de erkenning als gewestelijk centrum voor landbouwvorming van de vzw Nationale Boomgaardenstichting in het kader van de subsidiëring van naschoolse opleidingsinitiatieven in de landbouwsector;27° het ministerieel besluit van 5 december 2019Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 16/01/2006 pub. 02/03/2006 numac 2005023114 bron federaal agentschap voor de veiligheid van de voedselketen Koninklijk besluit tot vaststelling van de nadere regels van de erkenningen, toelatingen en voorafgaande registraties afgeleverd door het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen sluiten5 tot erkenning van de vzw Middelbare Landbouwschool als gewestelijk centrum voor landbouwvorming in het kader van de subsidiëring van naschoolse opleidingsinitiatieven in de landbouwsector;28° het ministerieel besluit van 10 augustus 2020Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 16/01/2006 pub. 02/03/2006 numac 2005023114 bron federaal agentschap voor de veiligheid van de voedselketen Koninklijk besluit tot vaststelling van de nadere regels van de erkenningen, toelatingen en voorafgaande registraties afgeleverd door het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen sluiten8 tot erkenning van Vlaams Bijeninstituut vzw als gewestelijk centrum voor landbouwvorming in het kader van de subsidiëring van naschoolse opleidingsinitiatieven in de landbouwsector;29° het ministerieel besluit van 21 december 2021Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 19/03/2013 pub. 16/04/2013 numac 2013024124 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Koninklijk besluit ter verwezenlijking van een duurzaam gebruik van gewasbeschermingsmiddelen en toevoegingsstoffen type koninklijk besluit prom. 19/03/2013 pub. 27/03/2013 numac 2013201636 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid en federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 20 maart 2007 tot uitvoering van het Hoofdstuk 8 van Titel IV van de programmawet van 27 december 2006 tot voorafgaande melding voor gedetacheerde werknemers en zelfstandigen type koninklijk besluit prom. 19/03/2013 pub. 03/10/2014 numac 2014022494 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid en federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 20 maart 2007 tot uitvoering van het Hoofdstuk 8 van Titel IV van de programmawet van 27 december 2006 tot voorafgaande melding voor gedetacheerde werknemers en zelfstandigen. - Addendum type koninklijk besluit prom. 19/03/2013 pub. 03/04/2013 numac 2013012107 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 november 2012, gesloten in het Paritair Comité voor de bewakings- en/of toezichtsdiensten, betreffende de overname van personeel ingevolge de overgang van een commercieel contract sluiten2 tot erkenning van de vzw Antwerpse Provinciale Imkers Federatie als gewestelijk centrum voor landbouwvorming in het kader van de subsidiëring van naschoolse opleidingsinitiatieven in de landbouwsector;30° het ministerieel besluit van 21 december 2022Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 19/03/2013 pub. 16/04/2013 numac 2013024124 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Koninklijk besluit ter verwezenlijking van een duurzaam gebruik van gewasbeschermingsmiddelen en toevoegingsstoffen type koninklijk besluit prom. 19/03/2013 pub. 27/03/2013 numac 2013201636 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid en federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 20 maart 2007 tot uitvoering van het Hoofdstuk 8 van Titel IV van de programmawet van 27 december 2006 tot voorafgaande melding voor gedetacheerde werknemers en zelfstandigen type koninklijk besluit prom. 19/03/2013 pub. 03/10/2014 numac 2014022494 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid en federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 20 maart 2007 tot uitvoering van het Hoofdstuk 8 van Titel IV van de programmawet van 27 december 2006 tot voorafgaande melding voor gedetacheerde werknemers en zelfstandigen. - Addendum type koninklijk besluit prom. 19/03/2013 pub. 03/04/2013 numac 2013012107 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 november 2012, gesloten in het Paritair Comité voor de bewakings- en/of toezichtsdiensten, betreffende de overname van personeel ingevolge de overgang van een commercieel contract sluiten0 tot erkenning van de vzw Kempisch Vormingscentrum voor Land- en Tuinbouw als gewestelijk centrum voor landbouwvorming in het kader van de subsidiëring van naschoolse opleidingsinitiatieven in de landbouwsector;31° het ministerieel besluit van 21 december 2022Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 19/03/2013 pub. 16/04/2013 numac 2013024124 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Koninklijk besluit ter verwezenlijking van een duurzaam gebruik van gewasbeschermingsmiddelen en toevoegingsstoffen type koninklijk besluit prom. 19/03/2013 pub. 27/03/2013 numac 2013201636 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid en federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 20 maart 2007 tot uitvoering van het Hoofdstuk 8 van Titel IV van de programmawet van 27 december 2006 tot voorafgaande melding voor gedetacheerde werknemers en zelfstandigen type koninklijk besluit prom. 19/03/2013 pub. 03/10/2014 numac 2014022494 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid en federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 20 maart 2007 tot uitvoering van het Hoofdstuk 8 van Titel IV van de programmawet van 27 december 2006 tot voorafgaande melding voor gedetacheerde werknemers en zelfstandigen. - Addendum type koninklijk besluit prom. 19/03/2013 pub. 03/04/2013 numac 2013012107 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 november 2012, gesloten in het Paritair Comité voor de bewakings- en/of toezichtsdiensten, betreffende de overname van personeel ingevolge de overgang van een commercieel contract sluiten0 tot erkenning van de vzw Mellifera als gewestelijk centrum voor landbouwvorming in het kader van de subsidiëring van naschoolse opleidingsinitiatieven in de landbouwsector. § 2. De volgende regelingen over subsidiëring van bedrijfsadvisering in de biologische landbouw worden opgeheven: 1° het besluit van de Vlaamse Regering van 8 november 2013Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 19/03/2013 pub. 16/04/2013 numac 2013024124 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Koninklijk besluit ter verwezenlijking van een duurzaam gebruik van gewasbeschermingsmiddelen en toevoegingsstoffen type koninklijk besluit prom. 19/03/2013 pub. 27/03/2013 numac 2013201636 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid en federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 20 maart 2007 tot uitvoering van het Hoofdstuk 8 van Titel IV van de programmawet van 27 december 2006 tot voorafgaande melding voor gedetacheerde werknemers en zelfstandigen type koninklijk besluit prom. 19/03/2013 pub. 03/10/2014 numac 2014022494 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid en federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 20 maart 2007 tot uitvoering van het Hoofdstuk 8 van Titel IV van de programmawet van 27 december 2006 tot voorafgaande melding voor gedetacheerde werknemers en zelfstandigen. - Addendum type koninklijk besluit prom. 19/03/2013 pub. 03/04/2013 numac 2013012107 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 november 2012, gesloten in het Paritair Comité voor de bewakings- en/of toezichtsdiensten, betreffende de overname van personeel ingevolge de overgang van een commercieel contract sluiten7 houdende de subsidiëring van bedrijfsadvisering in de biologische landbouw, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 19 december 2014 en 14 september 2018;2° het ministerieel besluit van 29 mei 2001Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 29/05/2001 pub. 08/06/2001 numac 2001003263 bron ministerie van financien Ministerieel besluit tot goedkeuring van de marktregels van Euronext Brussels [en tot opheffing van het ministerieel besluit van 16 april 1996 tot goedkeuring van het marktreglement van de Beurs van Brussel] type ministerieel besluit prom. 29/05/2001 pub. 31/05/2001 numac 2001022350 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Ministerieel besluit tot wijziging van de lijst gevoegd bij het koninklijk besluit van 2 september 1980 tot vaststelling van de voorwaarden waaronder de verplichte ziekte- en invaliditeitsverzekering tegemoetkomt in de kosten van de farmaceutische specialiteiten en daarmee gelijkgestelde producten sluiten betreffende de erkenning van de vzw Vlaams Agrarisch Centrum voor bedrijfsbegeleiding in de biologische landbouw;3° het ministerieel besluit van 8 mei 2003Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 08/05/2003 pub. 19/03/2004 numac 2004200748 bron ministerie van het waalse gewest Ministerieel besluit houdende afwijking van de bepalingen van artikel 590, titel III, van het ARAB houdende het dichtheidsonderzoek van de opslagruimtes voor ontvlambare vloeistoffen door het invoeren van een nieuwe onderzoekstechniek : de onderdruktest sluiten betreffende de erkenning van het Provinciaal Proefcentrum voor de Groenteteelt Oost-Vlaanderen voor bedrijfsbegeleiding in de biologische landbouw;4° het ministerieel besluit van 13 september 2011Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/05/1865 pub. 06/09/2011 numac 2011000565 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de lening tegen intrest sluiten3 betreffende de erkenning van INAGRO vzw als centrum voor bedrijfsbegeleiding in de biologische landbouw;5° het ministerieel besluit van 22 november 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/05/1865 pub. 06/09/2011 numac 2011000565 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de lening tegen intrest sluiten4 betreffende de voorwaarden tot het subsidiëren van bedrijfsadvisering in de biologische landbouw, gewijzigd bij de ministeriële besluiten van 24 februari 2015 en 19 februari 2019;6° het ministerieel besluit van 25 maart 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/05/1865 pub. 06/09/2011 numac 2011000565 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de lening tegen intrest sluiten5 tot erkenning van de heer Wim Govaerts als bedrijfsadviseur in het kader van de subsidiëring van bedrijfsadvisering in de biologische landbouw;7° het ministerieel besluit van 25 maart 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/05/1865 pub. 06/09/2011 numac 2011000565 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de lening tegen intrest sluiten5 tot erkenning van de heer Ignace Deroo als bedrijfsadviseur in het kader van de subsidiëring van bedrijfsadvisering in de biologische landbouw;8° het ministerieel besluit van 25 maart 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/05/1865 pub. 06/09/2011 numac 2011000565 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de lening tegen intrest sluiten5 tot erkenning van de heer Lieven Delanote als bedrijfsadviseur in het kader van de subsidiëring van bedrijfsadvisering in de biologische landbouw;9° het ministerieel besluit van 31 maart 2014 tot erkenning van de heer Daniel Vandebeeck als bedrijfsadviseur in het kader van de subsidiëring van bedrijfsadvisering in de biologische landbouw;10° het ministerieel besluit van 20 mei 2015Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/05/1865 pub. 06/09/2011 numac 2011000565 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de lening tegen intrest sluiten6 tot erkenning van mevrouw Ilse Leenknegt als bedrijfsadviseur in het kader van de subsidiëring van bedrijfsadvisering in de biologische landbouw;11° het ministerieel besluit van 15 juni 2015Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/05/1865 pub. 06/09/2011 numac 2011000565 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de lening tegen intrest sluiten7 tot erkenning van Proefstation voor de Groenteteelt Sint-Katelijne-Waver in het kader van de subsidiëring van bedrijfsadvisering in de biologische landbouw;12° het ministerieel besluit van 26 februari 2016 tot erkenning van de heer Stijn Pauwelyn als bedrijfsadviseur in het kader van de subsidiëring van bedrijfsadvisering in de biologische landbouw;13° het ministerieel besluit van 14 november 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/05/1865 pub. 06/09/2011 numac 2011000565 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de lening tegen intrest sluiten8 tot erkenning van de heer Luc De Reycke als bedrijfsadviseur in het kader van de subsidiëring van bedrijfsadvisering in de biologische landbouw;14° het ministerieel besluit van 14 november 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/05/1865 pub. 06/09/2011 numac 2011000565 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de lening tegen intrest sluiten8 tot erkenning van de heer Guy De Praetere als bedrijfsadviseur in het kader van de subsidiëring van bedrijfsadvisering in de biologische landbouw;15° het ministerieel besluit van 5 december 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/05/1865 pub. 06/09/2011 numac 2011000565 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de lening tegen intrest sluiten9 tot erkenning van het Algemeen Boerensyndicaat vzw in het kader van de subsidiëring van bedrijfsadvisering in de biologische landbouw;16° het ministerieel besluit van 29 januari 2020Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 16/01/2006 pub. 02/03/2006 numac 2005023114 bron federaal agentschap voor de veiligheid van de voedselketen Koninklijk besluit tot vaststelling van de nadere regels van de erkenningen, toelatingen en voorafgaande registraties afgeleverd door het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen sluiten6 tot erkenning van mevrouw Renske Petré als bedrijfsadviseur in het kader van de subsidiëring van bedrijfsadvisering in de biologische landbouw;17° het ministerieel besluit van 15 mei 2020Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 16/01/2006 pub. 02/03/2006 numac 2005023114 bron federaal agentschap voor de veiligheid van de voedselketen Koninklijk besluit tot vaststelling van de nadere regels van de erkenningen, toelatingen en voorafgaande registraties afgeleverd door het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen sluiten7 betreffende de erkenning van Proefcentrum Fruitteelt vzw als centrum voor bedrijfsbegeleiding in de biologische landbouw;18° het ministerieel besluit van 28 januari 2021Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 16/01/2006 pub. 02/03/2006 numac 2005023114 bron federaal agentschap voor de veiligheid van de voedselketen Koninklijk besluit tot vaststelling van de nadere regels van de erkenningen, toelatingen en voorafgaande registraties afgeleverd door het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen sluiten9 tot erkenning van mevrouw Stefanie De Groote als bedrijfsadviseur in het kader van de subsidiëring van bedrijfsadvisering in de biologische landbouw;19° het ministerieel besluit van 31 augustus 2021Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 19/03/2013 pub. 16/04/2013 numac 2013024124 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Koninklijk besluit ter verwezenlijking van een duurzaam gebruik van gewasbeschermingsmiddelen en toevoegingsstoffen type koninklijk besluit prom. 19/03/2013 pub. 27/03/2013 numac 2013201636 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid en federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 20 maart 2007 tot uitvoering van het Hoofdstuk 8 van Titel IV van de programmawet van 27 december 2006 tot voorafgaande melding voor gedetacheerde werknemers en zelfstandigen type koninklijk besluit prom. 19/03/2013 pub. 03/10/2014 numac 2014022494 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid en federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 20 maart 2007 tot uitvoering van het Hoofdstuk 8 van Titel IV van de programmawet van 27 december 2006 tot voorafgaande melding voor gedetacheerde werknemers en zelfstandigen. - Addendum type koninklijk besluit prom. 19/03/2013 pub. 03/04/2013 numac 2013012107 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 november 2012, gesloten in het Paritair Comité voor de bewakings- en/of toezichtsdiensten, betreffende de overname van personeel ingevolge de overgang van een commercieel contract sluiten1 tot erkenning van Boerenbond vzw als centrum voor bedrijfsadvisering in de biologische landbouw.

Art. 128.De regelingen, vermeld in artikel 127, zoals van kracht op 31 december 2023, blijven van toepassing op de subsidies die zijn of worden toegekend conform de voormelde regelingen.

Art. 129.Vanaf 1 januari 2024 kunnen geen contracten voor bedrijfsadvisering meer gesloten worden conform de regelingen, vermeld in artikel 127, § 2, 1° en 5°.

Voor de contracten voor bedrijfsadvisering die zijn gesloten voor 1 januari 2024 conform de regelingen, vermeld in artikel 127, § 2, 1° en 5°, vindt het laatste bedrijfsbezoek in het kader van een omschakelingsadvies, een startersadvies en een bedrijfsadvies uiterlijk 30 juni 2024 plaats en in het kader van een biobedrijfsplan uiterlijk 31 december 2024.

Art. 130.Artikel 7 tot en met 9 van het Programmadecreet van 8 juli 2022Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 29/05/2001 pub. 08/06/2001 numac 2001003263 bron ministerie van financien Ministerieel besluit tot goedkeuring van de marktregels van Euronext Brussels [en tot opheffing van het ministerieel besluit van 16 april 1996 tot goedkeuring van het marktreglement van de Beurs van Brussel] type ministerieel besluit prom. 29/05/2001 pub. 31/05/2001 numac 2001022350 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Ministerieel besluit tot wijziging van de lijst gevoegd bij het koninklijk besluit van 2 september 1980 tot vaststelling van de voorwaarden waaronder de verplichte ziekte- en invaliditeitsverzekering tegemoetkomt in de kosten van de farmaceutische specialiteiten en daarmee gelijkgestelde producten sluiten2 bij de aanpassing van de begroting 2022 treden in werking op de datum van inwerkingtreding van dit besluit.

Art. 131.Dit besluit treedt in werking op de dag van de goedkeuring ervan door de Vlaamse Regering, met uitzondering van hoofdstuk 2 en artikel 127, die in werking treden op 1 januari 2024.

Art. 132.De Vlaamse minister, bevoegd voor de landbouw, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 6 oktober 2023.

De minister-president van de Vlaamse Regering, J. JAMBON De Vlaamse minister van Economie, Innovatie, Werk, Sociale Economie en Landbouw, J. BROUNS

^