13 NOVEMBER 2024. - Ministerieel besluit om een oproep voor de subsidiëring van vormingsplannen te lanceren

Werk, Economie, Wetenschap, Innovatie, Landbouw en Sociale Economie

Rechtsgronden Dit besluit is gebaseerd op: - het decreet van 28 juni 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 28/06/2013 pub. 12/09/2013 numac 2013204905 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het landbouw- en visserijbeleid sluiten betreffende het landbouw- en visserijbeleid, artikel 7, gewijzigd bij decreten van 8 juni 2018 en 29 maart 2024, artikel 12, tweede lid, vervangen bij het decreet van 8 juli 2022, en artikel 15, tweede lid, gewijzigd bij het decreet van 8 juli 2022; - het besluit van de Vlaamse Regering van 6 oktober 2023Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 06/10/2023 pub. 13/12/2023 numac 2023047750 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot toekenning van steun voor de uitwisseling van kennis en verspreiding van informatie in de landbouwsector sluiten tot toekenning van steun voor de uitwisseling van kennis en verspreiding van informatie in de landbouwsector, artikel 52, eerste en tweede lid, artikel 53, zevende lid, en artikel 54, tweede lid.

Vormvereisten De volgende vormvereisten zijn vervuld: - De Inspectie van Financiën heeft advies gegeven op 24 september 2024. - De Raad van State heeft advies 77.091/16 gegeven op 25 oktober 2024, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973.

DE VLAAMSE MINISTER VAN OMGEVING EN LANDBOUW BESLUIT:

Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder 1° besluit van 6 oktober 2023: het besluit van de Vlaamse Regering van 6 oktober 2023Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 06/10/2023 pub. 13/12/2023 numac 2023047750 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot toekenning van steun voor de uitwisseling van kennis en verspreiding van informatie in de landbouwsector sluiten tot toekenning van steun voor de uitwisseling van kennis en verspreiding van informatie in de landbouwsector;2° vormingsplan: het vormingsplan vermeld in artikel 52 van het besluit van 6 oktober 2023.

Art. 2.Er wordt een oproep gelanceerd om vormingsplannen te subsidiëren.

Art. 3.Het totale beschikbare subsidiebedrag voor de oproep bedraagt 3.508.000 euro.

Voor de vormingsplannen voor landbouw voor de algemene vormingscentra bedraagt het totale beschikbare subsidiebedrag 3.300.000 euro. Voor de vormingsplannen voor de bijenteelt bedraagt het totale beschikbare subsidiebedrag 208.000 euro.

Art. 4.Een vormingsplan bevat al de volgende elementen: 1° de naam, het adres, het telefoonnummer, het e-mailadres, het ondernemingsnummer en het rekeningnummer van het vormingscentrum;2° de invulling van het vormingsplan, namelijk: a) de vormingstypes;b) de thema's;c) het aantal vormingsactiviteiten;d) de duur van de vormingsactiviteiten;e) de timing van de vormingsactiviteiten;f) de onderwerpen van de vormingsactiviteiten;g) een beschrijving van de inhoud of de leerdoelen van de vormingsactiviteiten;h) de samenwerking met andere geregistreerde vormingscentra, lesgevers, de nodige partners en andere actoren;i) de doelgroepen;j) het bereik. De vormingsplannen worden via het e-loket ingediend.

Art. 5.§ 1. Een vormingsplan voor landbouw kan georganiseerd en uitgevoerd worden voor de volgende thema's en subthema's: 1° het thema bevordering van een slimme, veerkrachtige en gediversifieerde landbouwsector om voedselzekerheid te garanderen.Dit thema bestaat uit de volgende subthema's: a) een leefbaar bedrijfsinkomen en veerkracht van de landbouwsector, voor een grotere voedselzekerheid op lange termijn, voor een meer diverse landbouw, en voor een economisch duurzame landbouwproductie;b) de vergroting van marktgerichtheid en concurrentievermogen van landbouwbedrijven op korte en op lange termijn, onder meer door meer aandacht voor onderzoek, technologie en digitalisering;c) de verbetering van de positie van de landbouwers in de waardeketen;2° het thema intensivering van milieuzorg en klimaatactie en bijdragen aan de verwezenlijking van de milieu- en klimaatgerelateerde doelstellingen van de Unie.Dit thema bestaat uit de volgende subthema's: a) de matiging van en de aanpassing aan klimaatverandering, onder meer door de uitstoot van broeikasgassen terug te dringen en meer koolstof vast te leggen, en door duurzame energie te bevorderen;b) de duurzame ontwikkeling en het efficiënte beheer van natuurlijke hulpbronnen, zoals water, bodem en lucht, onder meer door de afhankelijkheid van chemische middelen te verkleinen;c) de biodiversiteit, de versterking van ecosysteemdiensten en de instandhouding van habitats en landschappen;3° het thema versterking van het sociaaleconomische weefsel van de plattelandsgebieden.Dit thema bestaat uit de volgende subthema's: a) het aantrekken en behouden van jonge landbouwers en nieuwe landbouwers en de bevordering van duurzame bedrijfsontwikkeling in plattelandsgebieden;b) de bevordering van de werkgelegenheid, groei, gendergelijkheid, waaronder deelname van vrouwen in het boerenbedrijf, sociale inclusie en lokale ontwikkeling in plattelandsgebieden, ook in de circulaire bio-economie en de duurzame bosbouw;c) de maatschappelijke verwachtingen inzake voedsel en gezondheid, onder meer wat betreft hoogkwalitatief, veilig en voedzaam voedsel dat op duurzame wijze is geproduceerd, en de vermindering van de voedselverspilling, de verbetering van het dierenwelzijn en de bestrijding van antimicrobiële resistentie. Een vormingsplan voor landbouw kan georganiseerd en uitgevoerd worden voor de vormingstypes, vermeld in artikel 35, 1°, a), b) en c), 2°, 3°, 4°, 5°, 6° en 8°, van het besluit van 6 oktober 2023.

Een vormingsplan voor landbouw kan georganiseerd en uitgevoerd worden voor de doelgroepen, vermeld in artikel 34, eerste lid, 1°, 2°, 3°, 4°, 5°, 6°, 8°, 9°, 10°, 11° en 12°, van het voormelde besluit.

Een vormingsplan voor landbouw kan georganiseerd en uitgevoerd worden voor de doelgroep, vermeld in artikel 34, eerste lid, 7°, van het voormelde besluit, als al de volgende voorwaarden zijn vervuld: 1° het betreft een ingediende vormingsactiviteit die gericht is op bijenteelt;2° de deelnemers aan de vormingsactiviteit bestaan uitsluitend uit deelnemers als vermeld in artikel 34, eerste lid, 7°, van het voormelde besluit. § 2. Een vormingsplan voor de bijenteelt kan georganiseerd en uitgevoerd worden voor de volgende thema's: 1° de instroom van nieuwe imkers;2° de bijengezondheid;3° de imkermaterialen;4° de imkertechnieken;5° de bijenproducten;6° de belang van ecosystemen en landschapsbeheer. Een vormingsplan voor de bijenteelt kan georganiseerd en uitgevoerd worden voor de vormingstypes, vermeld in artikel 35, 1°, c), 3° en 6°, van het besluit van 6 oktober 2023.

Een vormingsplan voor de bijenteelt kan georganiseerd en uitgevoerd worden voor de doelgroepen, vermeld in artikel 34, eerste lid, 7°, 8°, 11° en 12°, van het besluit van 6 oktober 2023. § 3. De vormingsactiviteiten die worden uitgevoerd in het kader van de vormingsplannen beginnen tussen 1 januari 2025 en 31 december 2025. § 4. Als een algemeen vormingscentrum een vormingsplan voor landbouw indient, kan het geen vormingsplan voor bijenteelt indienen.

Art. 6.De vormingsplannen kunnen bij de bevoegde entiteit ingediend worden tot en met 22 november 2024.

Art. 7.Vormingsplannen zijn ontvankelijk als ze voldoen aan al de volgende voorwaarden: 1° het vormingsplan beantwoordt aan de ontvankelijkheidsvoorwaarden, vermeld in artikel 34, tweede lid, van het ministerieel besluit van 31 oktober 2023Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 31/10/2023 pub. 11/01/2024 numac 2023048719 bron vlaamse overheid Ministerieel besluit tot uitvoering van het besluit van de Vlaamse Regering van 6 oktober 2023 tot toekenning van steun voor uitwisseling van kennis en verspreiding van informatie in de landbouwsector sluiten tot uitvoering van het besluit van de Vlaamse Regering van 6 oktober 2023Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 06/10/2023 pub. 13/12/2023 numac 2023047750 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot toekenning van steun voor de uitwisseling van kennis en verspreiding van informatie in de landbouwsector sluiten tot toekenning van steun voor de uitwisseling van kennis en verspreiding van informatie in de landbouwsector;2° het vormingsplan wordt ingediend met een formulier dat de bevoegde entiteit ter beschikking stelt;3° het vormingsplan wordt ingediend via het e-loket.

Art. 8.De wegingsfactoren voor de verschillende selectiecriteria, vermeld in artikel 53, derde tot en met zesde lid, van het besluit van 6 oktober 2023, worden toegepast als volgt: 1° voor de voorstellen voor starterscursussen als vermeld in artikel 35, 1°, van het besluit van 6 oktober 2023, en voor de stages, vermeld in artikel 35, 2°, van het voormelde besluit: a) voor het selectiecriterium kwaliteit van het vormingsplan en de begroting, vermeld in artikel 53, derde lid, 1° van het voormelde besluit: 20%;b) voor het selectiecriterium samenwerking, vermeld in artikel 53, derde lid, 2°, van het voormelde besluit: 10%;c) voor het selectiecriterium trackrecord van de uitvoering van eerdere vormingsplannen, vermeld in artikel 53, derde lid, 3°, van het voormelde besluit: 70%, waarbij: 1) de mate waarin het benutte budget in verhouding staat tot de budgetten die zijn aangevraagd bij de indiening van de jaarprogramma's: 10%;2) de mate waarin het benutte budget in verhouding staat tot de budgetten die zijn toegekend: 10%;3) de mate waarin de deelnemers van starterscursussen en stages deelnemen aan de installatieproef: 10%;4) de mate waarin de geslaagden voor de installatieproeven actieve landbouwers worden: 10%;5) de mate waarin een hoog gemiddeld aantal deelnemers is bereikt per vorming: 10%;6) de mate waarin inbreuken op de regelgeving zijn vastgesteld: 10%;7) de mate waarin de uitvoering van het vormingsplan voldoet aan de bepalingen in de oproep: 10%;2° voor de voorstellen voor opleidingen als vermeld in artikel 35, 3°, van het besluit van 6 oktober 2023, voor de basisopleidingen fytolicentie P2 voor landbouwers, vermeld in artikel 35, 4°, van het voormelde besluit, voor de aanvullende opleidingen voor de fytolicentie, vermeld in artikel 35, 5°, van het voormelde besluit, en voor de bijscholingen, vermeld in artikel 35, 6°, van het voormelde besluit: a) voor het selectiecriterium relevantie, vermeld in artikel 53, vierde lid, 1°, van het voormelde besluit: 15%;b) voor het selectiecriterium bereik, vermeld in artikel 53, vierde lid, 2°, van het voormelde besluit: 15%;c) voor het selectiecriterium kwaliteit van het vormingsplan en de begroting, vermeld in artikel 53, vierde lid, 3°, van het voormelde besluit: 10%;d) voor het selectiecriterium vernieuwend karakter, vermeld in artikel 53, vierde lid, 4°, van het voormelde besluit: 10%;e) voor het selectiecriterium samenwerking, vermeld in artikel 53, vierde lid, 5°, van het voormelde besluit: 10%;f) voor het selectiecriterium trackrecord van de uitvoering van eerdere vormingsplannen, vermeld in artikel 53, vierde lid, 6°, van het voormelde besluit: 40%, waarbij: 1) de mate waarin het benutte budget in verhouding staat tot de budgetten die zijn aangevraagd bij de indiening van de jaarprogramma's: 7,5%;2) de mate waarin het benutte budget in verhouding staat tot de budgetten die zijn toegekend: 7,5%;3) de mate waarin een hoog gemiddeld aantal deelnemers is bereikt per vorming: 10%;4) de mate waarin inbreuken op de regelgeving zijn vastgesteld: 7,5%;5) de mate waarin de uitvoering van het vormingsplan voldoet aan de bepalingen in de oproep: 7,5%;3° voor de voorstellen voor lerende netwerken als vermeld in artikel 35, 8°, van het besluit van 6 oktober 2023: a) voor het selectiecriterium relevantie, vermeld in artikel 53, zesde lid, 1°, van het voormelde besluit: 30%;b) voor het selectiecriterium bereik, vermeld in artikel 53, zesde lid, 2°, van het voormelde besluit: 20%;c) voor het selectiecriterium kwaliteit van het lerend netwerk, vermeld in artikel 53, zesde lid, 3°, van het voormelde besluit: 30%;d) het selectiecriterium vernieuwend karakter, vermeld in artikel 53, zesde lid, 4°, van het voormelde besluit: 20%.

Art. 9.Alleen vormingsplannen die op basis van de behaalde score op de selectiecriteria overeenkomstig artikel 9, een minimumscore van 60% behalen, komen in aanmerking voor de subsidie, vermeld in artikel 3, eerste lid.

Art. 10.De geselecteerde vormingsplannen worden openbaar gemaakt.

Art. 11.Dit besluit treedt in werking op de dag van de ondertekening ervan.

Brussel, 13 november 2024.

De Vlaamse minister van Omgeving en Landbouw, J. BROUNS