Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 22 december 2005
gepubliceerd op 30 december 2005

Ministerieel besluit tot vaststelling van de uitvoeringsbepalingen met betrekking tot de aanvullende maatregelen die getroffen worden in het kader van de controle op de aanwezigheid van nitraten en van residuen van gewasbeschermingsmiddelen in en op sommige groente- en fruitsoorten

bron
federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu en federale agentschap voor de veiligheid van de voedselketen
numac
2005023115
pub.
30/12/2005
prom.
22/12/2005
ELI
eli/besluit/2005/12/22/2005023115/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

22 DECEMBER 2005. - Ministerieel besluit tot vaststelling van de uitvoeringsbepalingen met betrekking tot de aanvullende maatregelen die getroffen worden in het kader van de controle op de aanwezigheid van nitraten en van residuen van gewasbeschermingsmiddelen in en op sommige groente- en fruitsoorten


De Minister van Volksgezondheid, Gelet op de wet van 28 maart 1975 betreffende de handel in landbouw-, tuinbouw- en zeevisserij producten, inzonderheid op artikel 3, gewijzigd bij de wetten van 29 december 1990 en 5 februari 1999 en bij het koninklijk besluit van 22 februari 2001;

Gelet op de wet van 24 januari 1977 betreffende de bescherming van de gezondheid van de verbruikers op het stuk van de voedingsmiddelen en andere producten, inzonderheid op artikel 2 en artikel 3, gewijzigd bij de wet van 22 maart 1989;

Gelet op de wet van 21 december 1998 betreffende de productnormen ter bevordering van duurzame productie- en consumptiepatronen en ter bescherming van het leefmilieu en de volksgezondheid, inzonderheid op artikel 9, gewijzigd bij de wet van 28 maart 2003;

Gelet op het koninklijk besluit van 15 februari 1989 tot vaststelling van het maximale gehalte aan nitraten in sommige groenten;

Gelet op het koninklijk besluit van 13 maart 2000 tot vaststelling van de maximumgehalten aan residuen van bestrijdingsmiddelen toegelaten in en op voedingsmiddelen;

Gelet op het koninklijk besluit van 22 december 2005 betreffende levensmiddelenhygiëne, inzonderheid op artikel 7 en artikel 12, § 2;

Gelet op het ministerieel besluit van 18 maart 1998 tot vaststelling van de uitvoeringsbepalingen met betrekking tot de aanvullende maatregelen die getroffen worden in het kader van de controle op de aanwezigheid van nitraten en van residuen van gewasbeschermingsmiddelen in en op sommige groente- en fruitsoorten, gewijzigd door de ministeriële besluiten van 9 juli 1999, 25 augustus 1999 en 3 september 1999;

Gelet op Verordening (EG) Nr. 466/2001 van de Commissie van 8 maart 2001 tot vaststelling van maximumgehalten aan bepaalde verontreinigingen in levensmiddelen;

Gelet op het overleg tussen de gewestregeringen en de federale overheid van 14 december 2005;

Gelet op het advies 39.409/3 van de Raad van State, gegeven op 6 december 2005, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, Besluit :

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° het Agentschap : het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen;2° de Minister : de Minister tot wiens bevoegdheid de Volksgezondheid behoort;3° het koninklijk besluit van 22 december 2005 : het koninklijk besluit van 22 december 2005 betreffende levensmiddelenhygiëne;4° telersvereniging : een telersvereniging in de zin van artikel 11 van Verordening (EG) nr.2200/96 van de Raad van 28 oktober 1996 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector groenten en fruit; 5° residuen : nitraten en resten van gewasbeschermingsmiddelen, alsmede hun actieve stoffen, hun metabolieten, afbraakproducten of reactieproducten daarvan, die aanwezig zijn als contaminanten in en op een voedingsmiddel;6° toegelaten maximumgehalten : de toegelaten maximumgehalten aan residuen van gewasbeschermingsmiddelen en aan nitraten zoals respectievelijk bepaald in Verordening (EG) Nr.396/2005 van het Europees Parlement en de Raad van 23 februari 2005 tot vaststelling van maximumgehalten aan bestrijdingsmiddelenresiduen in of op levensmiddelen en diervoeders van plantaardige en dierlijke oorsprong en houdende wijziging van Richtlijn 91/414/EEG van de Raad, het koninklijk besluit van 15 februari 1989 tot vaststelling van het maximale gehalte aan nitraten in sommige groenten en Verordening (EG) nr. 466/2001 van de Commissie van 8 maart 2001 tot vaststelling van maximumgehalten aan bepaalde verontreinigingen in levensmiddelen; 7° vóór-oogstcontrole : een overeenkomstig de bepalingen van het koninklijk besluit van 22 december 2005, door een erkende telersvereniging, door een erkend organisme of door het Agentschap, vóór de oogst uitgevoerde residucontrole van sommige groente- en fruitsoorten.Deze controle omvat de bemonstering van de partij, de ontleding van het monster in een laboratorium erkend voor de analyse van residuen, met het oog op het opsporen van de aanwezigheid van bepaalde residuen evenals ingeval van overschrijding van één of meer toegelaten maximumgehaltes, de verdere opvolging van de betrokken partij; 8° partij : de hoeveelheid planten of plantaardige producten in zijn oorspronkelijke samenstelling, behorend tot één perceel of kas of een deel ervan, geplant of gezaaid op nagenoeg hetzelfde tijdstip, op dezelfde wijze behandeld met meststoffen en gewasbeschermingsmiddelen en waarvan de oogst nog niet is aangevat.

Art. 2.De soorten bedoeld in artikel 8 van het koninklijk besluit van 22 december 2005 die aan vóór-oogstcontrole onderworpen zijn, zijn opgesomd in bijlage I.

Art. 3.De gegevens van het register over het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen en biociden bedoeld in artikel 7, § 1, van het koninklijk besluit van 22 december 2005 moeten zo snel mogelijk en uiterlijk de zondag volgend op de behandeling ingeschreven worden.

Art. 4.De monsters die in het kader van de regeling van de vóór-oogstcontrole genomen worden, worden samengesteld uit planten of vruchten die op tenminste zes verschillende plaatsen, gelijkmatig over de volledige te bemonsteren partij verdeeld, willekeurig genomen worden. De producten worden marktklaar gemaakt zoals dit normalerwijze bij de commercialisatie van de betrokken producten gebeurt. Ieder monster moet ten minste de respectievelijk in de bijlage II opgegeven hoeveelheid producten, bevatten.

Op verzoek van de producent kan een monster voor tegenanalyse genomen worden.

De monsters worden verzegeld en van een ondubbelzinnig identificatienummer voorzien.

Het resultaat van de tegenanalyse wordt slechts in aanmerking genomen mits deze binnen de drie werkdagen na de monsterneming wordt uitgevoerd in een erkend laboratorium. In dit geval wordt de uiteindelijke beslissing gebaseerd op het gemiddelde van de twee analyseresultaten.

Art. 5.Overtredingen van de bepalingen van dit besluit worden opgespoord en vastgesteld overeenkomstig de bepalingen van het koninklijk besluit van 22 februari 2001 houdende organisatie van de controles die worden verricht door het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen en tot wijziging van de diverse bepalingen en bestraft overeenkomstig de bepalingen van de wet van 28 maart 1975 betreffende de handel in landbouw-, tuinbouw- en zeevisserij producten.

Art. 6.Het ministerieel besluit van 18 maart 1998 tot vaststelling van de uitvoeringsbepalingen met betrekking tot de aanvullende maatregelen die getroffen worden in het kader van de controle op de aanwezigheid van nitraten en van residuen van gewasbeschermingsmiddelen in en op sommige groente- en fruitsoorten wordt opgeheven.

Gegeven te Brussel, 22 december 2005.

De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, R. DEMOTTE

BIJLAGE I Soorten die aan de vóór-oogstcontroles onderworpen zijn De kasgroenten : sla, ijsbergsla, romeinse sla, eikeblad, Lollo rossa, Lollo bionda, andijvie, krulandijvie, Radicchio en selder.

Gezien om te worden gevoegd bij het ministerieel besluit van 22 december 2005 tot vaststelling van de uitvoeringsbepalingen met betrekking tot de aanvullende maatregelen die getroffen worden in het kader van de controle op de aanwezigheid van nitraten en van residuen van gewasbeschermingsmiddelen in en op sommige groente- en fruitsoorten.

R. DEMOTTE

BIJLAGE II Minimale hoeveelheid waaruit de monsters, genomen in het kader van de vóór-oogstcontroles, moeten bestaan Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij het ministerieel besluit van 22 december 2005 tot vaststelling van de uitvoeringsbepalingen met betrekking tot de aanvullende maatregelen die getroffen worden in het kader van de controle op de aanwezigheid van nitraten en van residuen van gewasbeschermingsmiddelen in en op sommige groente- en fruitsoorten R. DEMOTTE .

^