Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 18 maart 1998
gepubliceerd op 07 mei 1998

Ministerieel besluit tot vaststelling van de uitvoeringsbepalingen met betrekking tot de aanvullende maatregelen die getroffen worden in het kader van de controle op de aanwezigheid van nitraten en van residuen van gewasbeschermingsmiddelen in en op sommige groente- en fruitsoorten

bron
ministerie van middenstand en landbouw
numac
1998016082
pub.
07/05/1998
prom.
18/03/1998
ELI
eli/besluit/1998/03/18/1998016082/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

18 MAART 1998. - Ministerieel besluit tot vaststelling van de uitvoeringsbepalingen met betrekking tot de aanvullende maatregelen die getroffen worden in het kader van de controle op de aanwezigheid van nitraten en van residuen van gewasbeschermingsmiddelen in en op sommige groente- en fruitsoorten


De Minister van Landbouw en de Kleine en Middelgrote Ondernemingen, Gelet op de wet van 11 juli 1969 betreffende de bestrijdingsmiddelen en de grondstoffen voor de landbouw, tuinbouw, bosbouw en veeteelt;

Gelet op de wet van 28 maart 1975 betreffende de handel in landbouw-, tuinbouw- en zeevisserij-produkten, gewijzigd bij de wetten van 11 april 1983 en 29 december 1990, inzonderheid op artikel 3;

Gelet op het koninklijk besluit van 15 februari 1989 tot vaststelling van het maximale gehalte aan nitraten in sommige groenten;

Gelet op het koninklijk besluit van 21 april 1994 tot vaststelling van de maximumgehalten aan residuen van bestrijdingsmiddelen toegelaten in en op voedingsmiddelen;

Gelet op het koninklijk besluit van 29 januari 1996 betreffende de erkenning van de laboratoria die voedingsmiddelen en andere produkten ontleden;

Gelet op het koninklijk besluit van 16 januari 1998 houdende aanvullende maatregelen met betrekking tot de controle op de aanwezigheid van nitraten en van residuen van gewasbeschermingsmiddelen in en op sommige groente- en fruitsoorten;

Gelet op Verordening (EG) Nr. 2200/96 van de Raad van 28 oktober 1996 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector groenten en fruit;

Gelet op Verordening (EG) Nr. 194/97 van de Commissie van 31 januari 1997 tot vaststelling van maximumgehalten aan bepaalde verontreinigingen in levensmiddelen;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wetten van 9 augustus 1980, 16 juni 1989, 4 juli 1989, 6 april 1995 en 4 augustus 1996;

Gelet op het overleg met de Gewestregeringen;

Overwegende dat de noodzaak om onverwijld uitvoeringsbepalingen vast te stellen met betrekking tot de aanvullende maatregelen die in het kader van de controle op de aanwezigheid van nitraten en van residuen van gewasbeschermingsmiddelen in en op sommige groente- en fruitsoorten getroffen worden, voortvloeit uit enerzijds de vaststelling dat de voorschriften inzake het gebruik van deze middelen onvoldoende gerespecteerd worden en de zorg om een beter respect van de voorschriften dienaangaande te kunnen afdwingen en dit in het belang van de producenten en de verbruikers van deze producten en anderzijds de verplichting de nodige maatregelen te treffen ter uitvoering van Verordening (EG) Nr. 194/97, Besluit :

Artikel 1.Voor toepassing van dit besluit wordt onder « Het koninklijk besluit van 16 januari 1998 » verstaan : het koninklijk besluit van 16 januari 1998 houdende aanvullende maatregelen met betrekking tot de controle op de aanwezigheid van nitraten en van residuen van gewasbeschermingsmiddelen in en op sommige groente- en fruitsoorten.

De definities bepaald in artikel 1 van het koninklijk besluit van 16 januari 1998, zijn ook voor dit besluit van toepassing.

Art. 2.De gewasbeschermingsmiddelen aangewend in de teelten opgesomd in bijlage I van dit besluit, moeten door de producent in een register ingeschreven worden.

Art. 3.Het register moet alle gegevens bevatten overeenkomstig het model in bijlage II van dit besluit.

De gegevens moeten zo snel mogelijk en uiterlijk de zondag volgend op de behandeling in het register ingeschreven worden.

Art. 4.De teelten die zoals bedoeld in artikel 3 van het koninklijk besluit van 16 januari 1998, aan de regeling van de vóór-oogstcontrole onderworpen zijn, zijn opgesomd in bijlage III van dit besluit.

Art. 5.De monsters die in het kader van de regeling van de vóór oogstcontrole genomen worden, worden samengesteld uit op tenminste zes verschillende plaatsen, gelijkmatig over de volledige te bemonsteren partij verdeeld, willekeurig te nemen planten of vruchten. De producten worden marktklaar gemaakt zoals dit normalerwijze bij de commercialisatie van de betrokken producten gebeurt. Ieder monster moet ten minste de respectievelijk in bijlage IV van dit besluit opgegeven hoeveelheid producten, bevatten.

Op verzoek van de producent kan een monster voor tegenanalyse genomen worden.

De monsters worden verzegeld en van een ondubbelzinnig identificatienummer voorzien.

Het resultaat van de tegenanalyse zal slechts in aanmerking genomen worden mits deze binnen de drie werkdagen na de monsterneming, in een erkend laboratorium uitgevoerd wordt. In voorkomend geval zal de uiteindelijke beslissing gebaseerd worden op het gemiddelde van de twee analyseresultaten.

Art. 6.Het Bestuur kan iedere telersvereniging die aan volgende voorwaarden voldoet, erkennen om vóór-oogstcontroles bij haar leden uit te voeren. 1° Bij het Bestuur daartoe een aanvraag, gestaafd met alle nodige bewijsstukken indient, waarbij inzonderheid beschreven worden: - de organisatie en de lijst van de aangesloten leden; - de identiteit van een fysiek persoon, aangesteld door de telersvereniging voor de opvolging van de vóór-oogstcontroles; - de identiteit van de personen die belast zullen worden met de uitvoering van de monsternemingen; - de taken met betrekking tot de uitvoering van de vóór-oogstcontroles die aan een derde zullen toevertrouwd worden. In voorkomend geval moet een afschrift van een met deze derde afgesloten overeenkomst aan de aanvraag toegevoegd worden waarin deze taken en de identiteit van de personen belast met de uitvoering ervan duidelijk omschreven worden en waarin uitdrukkelijk bepaald wordt dat de derde aan dezelfde voorwaarden en controles als de telersvereniging onderworpen is. 2° Zich ertoe verbinden om voor alle partijen van de in artikel 4 van dit besluit bedoelde teelten die via de erkende telersvereniging gecommercialiseerd worden, de voorschriften bepaald in artikel 6, §§ 2 tot 4 van het koninklijk besluit van 16 januari 1998 en in artikel 5 van dit besluit, na te leven.3° Zich ertoe verbinden het Bestuur onmiddellijk in kennis te stellen van de analyseresultaten van de partijen waarbij één of meerdere toegelaten maximumgehalten overschreden worden en van de respectievelijk opgelegde maatregelen.

Art. 7.§ 1. De erkende telersverenigingen staan onder het toezicht van het bevoegd personeel van het Bestuur dat zowel aan de telersverenigingen als aan de producenten, alle nuttige informatie met betrekking tot de vóór-oogstcontroles kan opvragen. § 2. Producenten die de maatregelen, opgelegd in het kader van de regeling voor de vóór-oogstcontroles hetzij door het Bestuur, hetzij door een erkende telersvereniging, niet opvolgen, kunnen door het Bestuur van de vóór-oogstcontroles uitgevoerd door de erkende telersvereniging, uitgesloten worden. In voorkomend geval moet de producent de oogst van iedere partij van de in artikel 4 bedoelde teelten, rechtstreeks aan het Bestuur melden.

Art. 8.Overtredingen van de bepalingen van dit besluit worden opgespoord, vastgesteld en gestraft overeenkomstig de bepalingen van de wet van 28 maart 1975 betreffende de handel in landbouw-, tuinbouw- en zeevisserij produkten.

Brussel, 18 maart 1998.

K. PINXTEN

Bijlage 1 Teelten voor dewelke het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen geregistreerd moet worden De kasgroenten: sla, ijsbergsla, romeinse sla, eikeblad, Lollo rossa, Lollo bionda, andijvie, krulandijvie, Radicchio en selder.

Gezien om te worden gevoegd bij het ministerieel besluit van 18 maart 1998.

De Minister van Landbouw en de Kleine en Middelgrote Ondernemingen, K. PINXTEN

Bijlage 2 Model van register voor registratie van de aangewende gewasbeschermingsmiddelen Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij het ministerieel besluit van 18 maart 1998.

De Minister van Landbouw en de Kleine en Middelgrote Ondernemingen, K. PINXTEN

Bijlage 3 Teelten die aan de vóór-oogstcontrole onderworpen zijn De kasgroenten: sla, ijsbergsla, romeinse sla, eikeblad, Lollo rossa, Lollo bionda, andijvie, krulandijvie, Radicchio en selder.

Gezien om te worden gevoegd bij het ministerieel besluit van 18 maart 1998.

De Minister van Landbouw en de Kleine en Middelgrote Ondernemingen, K. PINXTEN

Bijlage 4 Minimale hoeveelheid waaruit de monsters, genomen in het kader van de vóór-oogstcontroles, moeten bestaan Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij het ministerieel besluit van 18 maart 1998.

De Minister van Landbouw en de Kleine en Middelgrote Ondernemingen, K. PINXTEN

^