gepubliceerd op 17 augustus 2020
Ministerieel besluit houdende een tijdelijk verbod op het verkeer in bossen om de verspreiding van Afrikaanse varkenspest te beperken
10 AUGUSTUS 2020. - Ministerieel besluit houdende een tijdelijk verbod op het verkeer in bossen om de verspreiding van Afrikaanse varkenspest te beperken
De Minister van Bossen, Gelet op het decreet van 15 juli 2008 betreffende het Boswetboek, inzonderheid op artikel 14;
Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 27 mei 2009 betreffende de inwerkingtreding en de uitvoering van het decreet van 15 juli 2008 betreffende het Boswetboek, artikel 19, lid 1, 5° ;
Gelet op het ministerieel besluit van 11 mei 2020 houdende een tijdelijk verkeersverbod in de bossen om de verspreiding van Afrikaanse varkenspest te beperken ;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, en 84, § 1, lid 1, 3° ;
Overwegende dat de dringende noodzakelijkheid verantwoord is door het feit dat de sanitaire crisis die de Afrikaanse varkenspest is, een ernstige, zeer snel evoluerende crisis is, die vereist dat beslissingen onmiddellijk dienen te worden genomen rekening houdend met de situatie op het terrein;
Dat er, om de virale besmettelijke dierlijke ziekte doeltreffend te bestrijden, talrijke vroegtijdige maatregelen (uitgebreid net van omheiningen), proactieve maatregelen (intensieve prospectie in het geïnfecteerd gebied van 30.333 ha - vandaag goed voor iets meer dan 50.000 uren onderzoek, verwijdering van kadavers van gedode of dood aangetroffen dieren) en drastische maatregelen (intensieve inspanning voor vernietiging door het uitzetten van vallen en nachtschoten, intensivering van de jacht, installatie van aandrijf- en voederpunten, bioveiligheidsmaatregelen, gevoelige verhoging van het ter beschikking gesteld bestrijdings- en vernietigingsmateriaal : specifieke karabijnen, ontplooiing van een grootschalig net van uitgezette cameratraps, inzet van nachtkijkers) door het Waals Gewest zijn aangenomen zodra het primair geval van Afrikaanse varkenspest is vastgesteld en die ingezet zijn naarmate de tijd en de ziekte vorderden in twee gebieden die zijn vastgesteld bij het besluit van de Waalse Regering van 16 juli 2020 houdende verscheidene tijdelijke maatregelen ter bestrijding van Afrikaanse varkenspest bij wilde zwijnen;
Dat door de deskundigen, voor het nastreven van het einddoel, namelijk de uitroeiing van de ziekte op Waals grondgebied, door experts geoordeeld wordt dat deze veelvuldige maatregelen onmogelijk gepaard kunnen gaan met het onbevoegd betreden van de bossen, omdat dit zowel de veiligheid van het personeel zou bedriegen dat de ziekte bestrijdt of helpt te bestrijden en de uitroeiing ervan beoogt, zowel als de veiligheid van degenen die recreatieve boswandelingen of maken of wegens andere doelen dan het beheer van de ziekte daar vertoeven ;
Dat er bovendien is geoordeeld dat het behoud van vrij verkeer in de bossen bovendien de verspreiding van de ziekte buiten het geïnfecteerde gebied zou kunnen vergroten, hetzij naar niet-geïnfecteerde beboste gebieden, hetzij door de ziekte in varkenshouderijen en verwante bedrijven of bij gedomesticeerde varkens te introduceren;
Overwegende dat er bijgevolg, bij opeenvolgende ministeriële besluiten, met als meest recente besluit het ministerieel besluit van 11 mei 2020 houdende een tijdelijk verkeersverbod in de bossen om de verspreiding van Afrikaanse varkenspest te beperken, een beslissing tot verbod op verkeer in de bossen is genomen;
Dat de combinatie van de aangenomen en uitgevoerde bestrijdingsmaatregelen met de opeenvolgende verbodsbepalingen voor het verkeer in de bossen als doeltreffend wordt beschouwd en verder beschouwd blijft, zowel door de Europese deskundigen, gespecialiseerd terzake, als door het Wetenschappelijk Comité bij het FAVV (Wetenschappelijk Comité van het FAVV - dringend advies nr. 09-2020 - Herbeoordeling van de risico's op verspreiding in de wilde fauna en op introductie van Afrikaanse varkenspest (AVP) in Belgische varkensbedrijven gebonden aan het voorwaardelijk hernemen van bosbouwwerkzaamheden in zone II) (dossier SciCom 2020/05);
Dat deze doeltreffenheid wordt aangetoond door enerzijds de massief dalende wilde zwijnenpopulatie in het geïnfecteerde gebied en anderzijds door de aanzienlijke afname van de schijnbare gevolgen van viropositieve gevallen bij wilde zwijnen sinds het aangetroffen primair geval van Afrikaanse varkenspest;
Dat sinds 11 augustus 2019 alleen beenderen worden aangetroffen van wilde zwijnen (de laatste dateren van 4 maart 2020 en wijzen op een sterfte 4 tot 6 maanden geleden door veterinaire deskundigen), waarvan de virologische analyses, uitgevoerd door het Belgisch referentielaboratorium Sciensano, aantonen dat ze positief reageren op het virus van de Afrikaanse varkenspest;
Overwegende dat deze vaststelling met name gedaan kon worden enerzijds na de periodes van intensiever onderzoek (prospectie) naar kadavers, eerst georganiseerd tussen 6 november 2019 en 10 december 2019 en vervolgens tussen 05 februari 2020 en 25 maart 2020 ; deze tweede prospectieperiode werd in stand gehouden, zij het in aangepaste vorm wegens de pandemie COVID-19 en de aangepaste bestrijdingsmaatregelen om de verspreiding ervan te voorkomen, en anderzijds ten gevolge van de activiteiten van onderzoek (prospectie) naar kadavers, die doorlopend door de Administratie werd georganiseerd en verricht sinds 1 april 2020, rekening houdend met de evolutie van de Afrikaanse varkenspestepidemie, de terreinwaarnemingen (aanwezigheid/afwezigheid van wilde zwijnen, vernietigingen door nachtschoten), evenals de voorkomingsmaatregelen ten opzichte van de pandemie COVID-19 ;
Overwegende dat, hoewel de verkregen resultaten bemoedigend zijn, nog steeds vaststaat dat de Afrikaanse varkenspest in geïnfecteerd gebied nog steeds rondwaart ; de epidemie is ni niet opgelost en dat zal pas het geval zijn wanneer de Europese Commissie zal achten dat België zijn AVP-vrij statuut teruggekregen zal hebben ;
Overwegende dat deze elementen een nieuwe evaluatie van de indamming van de ziekte voor de verschillende bosactiviteiten teweegbrengen, zonder evenwel het allereerste belang uit het oog te verliezen, namelijk de vrijwaring van het algemeen belang ;
Dat deze herevaluatie van de verschillende bosactiviteiten doorlopend moet gebeuren in het licht, niet alleen, van sneladvies 09-2020 dat het wetenschappelijk comité bij het FAVV op 20 maart 2020 (dossier SciCom 2020/05) overgemaakt en goedgekeurd heeft na de aanvraag door het Waals Gewest ingediend op 19 februari 2020, waarbij de verschillende bosactiviteiten beoordeeld worden op hun risico op verspreiding van het virus, en waarvan de inhoud besproken kon worden met de gewestelijke deskundigen op 10 april 2020, evenals op basis van advies 06-2020 dat het wetenschappelijk comité bij het FAVV op 20 maart 2020 (dossier SciCom 202019/11) overgemaakt en goedgekeurd heeft), waarbij een semi-kwantitatieve evaluatie opgemaakt wordt van de risico's in verband met de potentiële introductiewegen van Afrikaanse varkenspest van wilde fauna naar varkensfokkerijen en de verdere verspreiding, dan, in de varkensbedrijven, maar ook in het licht van de laatste gekende epidemiologische gegevens, namelijk van 3 augustus 2020;Overwegende dat de laatste AVP-positief aangetroffen beenderen op 9 juni door Sciensano, op aanvraag van het FAVV, naar het Europees referentielaboratorium « INIA » te Madrid zijn gestuurd, om via kweek vast te stellen of virale elementen die in deze beenderen aanwezig zijn, besmettelijk blijken voor andere wilde zwijnen, Overwegende dat de resultaten van deze analyses, gekregen op 7 juli 2020, erop wijzen dat dit niet meer het geval is daar de kweek negatief bleek te zijn ;
Overwegende dat dit elementen een heronderzoek in de belangenafweging op sanitair, economisch en sociaal vlak verantwoordt ;
Overwegende dat de instandhouding van het principe van verkeersverbod in het bosmilieu ondanks deze resultaten altijd verantwoord en bepalend voorkomt zolang België niet AVP-vrij verklaard wordt, maar dat dit verbod evenwel versoepeld kan worden, om beter tegemoet te komen aan de economische en sociale belangen zonder ze overdreven te bezwaren gelet op het verslag, ontvangen op 7 juli 2020, over de besmettelijkheid van de aangetroffen beenderen ;
Overwegende dat deze verschillende parameters, om redenen inherent aan de evolutie van de ziekte, aan de uitgestrektheid van het betrokken gebied, aan de laatst ingewonnen wetenschappelijke en epidemiologische gegevens, constant evolueren en niet volledig daarop geanticipeerd kan worden ;
Bijgevolg zouden de gegevens reeds voorbijgestreefd zijn en het broze evenwicht dat tussen de sanitaire, economische en sociale belangen gebroken zijn bij het inachtnemen van een termijn van dertig dagen voor het aanvragen van het advies van de afdeling wetgeving van de Raad van State ;
Dat deze nieuwe elementen een aanpassing van de beslissingen en maatregelen aangenomen door het Waalse Gewest of de aanneming van nieuwe maatregelen vereisen;
De ingeroepen dringende noodzakelijkheid is vervuld ;
Gelet op advies 67.921 van de Raad van State, gegeven op 7 augustus 2020, overeenkomstig artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Overwegende dat, overeenkomstig Richtlijn 2002/60 van de Raad van 27 juni 2002 houdende specifieke bepalingen voor de bestrijding van Afrikaanse varkenspest en houdende wijziging van Richtlijn 92/119/EEG met betrekking tot gecontamineerde varkensverlamming (Teschenerziekte) en Afrikaanse varkenspest, sinds de bevestiging, op 13 september 2018, van een primair geval van Afrikaanse varkenspest onder wilde zwijnen het Waalse Gewest ertoe verplicht werd, onmiddellijk meerdere drastische maatregelen in het geïnfecteerde gebied te nemen om, in de eerste plaats, de verspreiding van de ziekte naar niet-geïnfecteerde bosgebieden en het introduceren van de ziekte in varkensfokkerijen af te remmen en te voorkomen, en daarna, het virus op zijn grondgebied uit te roeien;
Dat deze maatregelen gestalte hebben gekregen en nog steeds worden uitgevoerd, met name door het uitvoeren en voortzetten van grootschalige vernietigingsverrichtingen bij het zetten van vallen en verrichten van nachtschoten, door het mobiliseren van een belangrijk personeelsmechanisme (aangepast ten gevolge van de COVID-19 pandemie) en materiële middelen (aankoop en terbeschikkingstelling van specifieke karabijnen, ontplooiing van een grootschalig net van cameratraps, verhoging van het aantal spotters van het type nachtkijkers) door het uitvoeren en voortzetten van intense opsporings- en afvoeringsverrichtingen van karkassen en beenderen van wilde zwijnen, het oprichten en het onderhoud van meer dan 300 km lange omheiningen, de bewustmaking voor, de uitvoering van en de opleiding in bioveiligheidsmaatregelen, en de installatie van een aanzienlijke afschietinstallatie met talrijke aandrijf- en voederpunten in de nabijheid van verharde wegen in het geïnfecteerd gebied;
Dat deze talrijke vroegtijdige, proactieve en drastische maatregelen tegen de ziekte worden aangepast en aangevuld naarmate de gezondheidstoestand evolueert en in overeenstemming met de aanbevelingen van regionale, nationale en Europese deskundigen en wetenschappers die gespecialiseerd zijn in het beheer van AVP;
Dat deze bestrijdingsmaatregelen niet mogen worden belemmerd door verstoringen die verband houden met het vrije verkeer in de bossen in de zin van het decreet van 15 juli 2008 betreffende het Boswetboek, waardoor de doeltreffendheid ervan aanzienlijk zou kunnen worden verminderd of zelfs in gevaar zou kunnen komen;
Overwegende dat het leefmilieu en het leefgebied van de soort wild zwijn, als enige wildsoort die besmet kan worden met het virus van de Afrikaanse varkenspest, hoofdzakelijk het bosmilieu is (zie GUBERTI, S. KHOMENKO, M. MASIULIS et S. KERBA, Handbook on ASF in wild boar and biosecurity during hunting, GF-TADs, 25/09/2018, blz. 8);
Overwegende dat het virus dat de ziekte bij wilde zwijnen heeft teweeggebracht, niet alleen naar zijn of haar soortgenoten maar ook naar varkensfokkerijen kan overslaan;
Overwegende dat de bestaande wetenschappelijke documentatie over de verspreiding van de Afrikaanse varkenspest aantoont dat menselijke activiteit deze verspreiding tussen dieren die de ziekte zouden kunnen ontwikkelen, ook bevordert (V. GUBERTI, S. KHOMENKO, M. MASIULIS en S. KERBA, Handbook on ASF in wild boar and biosecurity during hunting, GF-TADs, 25/09/2018, blz. 7);
Overwegende dat er, bij toepassing van deze doctrine, van uit kan worden gegaan dat het behoud van het verkeer in het bosmilieu wegens enerzijds het verstoren van de zieke wilde dieren en anderzijds de (onrechtstreekse) mechanische virusoverdracht ten gevolge van een contact met een kadaver van wild zwijn of biologische stoffen uit geïnfecteerde wilde zwijnen een risico inhoudt op verspreiding van het virus naar niet-geïnfecteerde beboste gebieden en naar varkensfokkerijen;
Overwegende dat, om het risico op verspreiding van het virus maximaal te beperken, de menselijke activiteiten die volledig toegelaten of tijdelijk in de bossen verboden kunnen worden wegens het verspreidingsrisico dus beoordeeld dienen te worden op grond van wetenschappelijk onderzoek;
Overwegende dat een onaangepast beheer van de ziekte en een slechte beoordeling van het risico dat de ziekte overslaat naar varkensfokkerijen rampzalige en catastrofale economische gevolgen zouden hebben voor het gehele Waalse grondgebied en ruimer voor het Koninkrijk België en zelfs voor andere lidstaten ;
Overwegende dat het, als de indamming van de ziekte dus niet gewaarborgd kan worden en de gevreesde verspreiding plaats vindt, weinig waarschijnlijk is dat de ziekte ondanks de aangenomen bestrijdingsmaatregelen kan worden beheerd;
Overwegende dat het Waalse Gewest om te handelen als normaal voorzichtige en naarstige beheerder van het algemeen nut, veiligheid en voorzichtigheid moet voorstaan door de epidemie in te sluiten en bestrijdingsmaatregelen in die zin aan te nemen;
Overwegende dat dit een zaak is van bescherming van het algemeen nut;
Overwegende dat er, bijgevolg, en om de doeltreffendheid en de bestendigheid van bovenvermelde bepalingen te waarborgen, met het oog op de bescherming van het algemeen belang, opeenvolgende ministeriële besluiten zijn genomen houdende een tijdelijk verbod op verkeer in de bossen om de verspreiding van Afrikaanse varkenspest te beperken, w.o. de recentste het ministerieel besluit van 11 mei 2020 is tot tijdelijk verkeersverbod in de bossen om de verspreiding van Afrikaanse varkenspest te beperken;
Overwegende dat deze ministeriële besluiten, rekening houdend met de evolutie van de ziekte, evenwel bepaalde versoepelingen hebben voorzien voor de uitoefening van sommige met naam vermelde activiteiten, middels inachtneming van (bio)veiligheidsmaatregelen ;
Overwegende dat de verschillende in het geding zijnde belangen en hun potentiële impact op de verspreiding van de ziekte in overweging zijn genomen om de versoepelingen te bepalen, met inbegrip van de particuliere belangen, maar dat de globale beoordeling van de potentiële risico's van elke activiteit in termen van waarschijnlijkheid dat de ziekte zich verspreidt volgens het kwestieus geval ertoe leidt dat ze ofwel geweigerd ofwel toegelaten worden volgens modaliteiten en voorwaarden die nu eens gelijkaardig en dan weer van elkaar verschillend zijn ;
Overwegende dat de gelijktijdige uitvoering van de indamming van de epidemie door het verkeersverbod in de bossen en van de bestrijdings- en uitroeiingsbepalingen, tot dan aangenomen door het Waals Gewest, door de gewestelijke, nationale en internationale deskundigen doeltreffend wordt geacht : niet alleen wordt de verspreiding van de ziekte beperkt tot het geïnfecteerd gebied, maar uit de laatste tellingen van levende wilde zwijnen, op het terrein uitgevoerd via prospectieverrichtingen (zoals de prospectiekaarten van 9 maart 2020 uitwijzen) en de virologische analyses, uitgevoerd door het Belgisch referentielaboratorium Sciensano op de krengen of karkassen van, bij diezelfde verrichtingen, gedode of dood aangetroffen wilde zwijnen blijkt ook dat, in het geïnfecteerd gebied, sinds de ontdekking van het primair geval van Afrikaanse varkenspest de concentratie van op de ziekte positief reagerende wilde zwijnen gedaald is ;
Dat het, hoewel het om bemoedigende resultaten gaat, nog steeds een vaststaand feit is dat de Afrikaanse varkenspest aanwezig blijft in het geïnfecteerd gebied ;
Dat een terugkeer naar de volledige toepassing van de bepalingen vervat in het decreet van 15 juli 2008 betreffende het Boswetboek alsnog als voortijdig wordt beschouwd en dat dit zo zal blijven tot dat België opnieuw AVP-vrij verklaard is;
Overwegende dat bijgevolg geacht wordt dat het verkeersverbod in de bossen buiten de wegen een doeltreffende, evenredige oplossing blijft die behouden moet worden, zowel om de bestrijdingsbepalingen en -beslissingen te garanderen die het Waals Gewest heeft aangenomen om de ziekte uit te roeien ;
Overwegende dat het verkeersverbod in de bossen met het oog op de indamming van de ziekte en het voorkomen van de verspreiding ervan naar niet-besmette wilde fauna en van het overslaan ervan op varkensfokkerijen evenwel bepaalde inrichtingen vereist ten opzichte van de evolutie van de ziekte, van de terreingegevens ingezameld naar aanleiding van de opeenvolgende door het Waalse Gewest aangenomen bepalingen en beslissingen, evenals de risicobeoordeling door het Wetenschappelijk Comité bij het FAVV, vorm gegeven door diens laatste adviezen (sneladvies 09-2020 en advies 06-2020) ten opzichte van sommige bosactiviteiten, en van de laatste analyses van het gespecialiseerd Europees referentielaboratorium « INIA » te Madrid, waarbij het niet besmettelijk karakter van de laatste viropositief aangetroffen beenderen wordt bevestigd, waarvan de geruststellende resultaten op 7 juli 2020 werden medegedeeld ;
Overwegende dat deze versoepeling, waarbij het principe van verkeersverbod in de bossen beperkt wordt tot de toegangen buiten de wegen om en tot nachtelijk verkeer, niet tegen de aanbevelingen van het Wetenschappelijk comité bij het FAVV ingaat daar laatstgenoemde achtte dat de epidemiologische toestand voor AVP bij wilde fauna in gunstige zin evolueerde en achtte dat de ogenschijnlijke effecten van de gevallen, op grond van de gegevens die het in zijn bezit had, verlaagd was (geen verse viropositief aangetroffen kadavers meer, geen viropositief gebleken afgeschoten of gevangen genomen wilde zwijnen sinds augustus 2019) ; Overwegende dat het Wetenschappelijk comité bij het FAVV immers het risico op verspreiding van het AVP-virus bij wilde fauna als « laag » inschatte, en het risico op introductie van het AVP-virus in tamme varkensfokkerijen als « zeer laag » (Wetenschappelijk comité bij het FAVV - sneladvies 09-2020 - Herbeoordeling van de risico's op verspreiding bij wilde fauna en introductie van AVP in Belgische varkenskwekerijen, gepaard gaand met een aan voorwaarden gebonden hervatting van de verschillende bosactiviteiten - Dossier SciCom 2020/05, blz. 9) ;
Overwegende dat de conclusies en aanbevelingen die in deze adviezen te lezen staan in rekening worden genomen om de afweging van de in het geding zijnde belangen te herbeoordelen en de aanpassingen vast te stellen voor het verkeersverbod in de bossen ;
Overwegende dat het Wetenschappelijk comité bij het FAVV in zijn sneladvies (09-2020) rekening houdend met de gezamenlijke drastische maatregelen die het Waals Gewest aangenomen en uitgevoerd heeft acht dat de verspreiding van de ziekte heden in geïnfecteerd gebied gestabiliseerd is ;
Overwegende dat niettemin, gelet op de economische risico's die gelopen worden, voorzichtigheid evenwel geboden blijft en dat de overheid dient te overwegen dat de toestand in geïnfecteerd gebied kritiek zal blijven tot en met de volledige uitroeiing van de ziekte ;
Overwegende dat het Waals Gewest, om de toestandig onder volledige controle te houden, de gezamenlijke bestrijdingsmaatregelen die tot dan waren aangenomen, onder voorbehoud van de toestand toe te schrijven aan COVID-19, aanhoudt, daar zij doeltreffend zijn gebleken en een positief effect blijken te hebben op de ziektebeheersing ;
Overwegende dat het dus op grond van de analyse en de overwegingen in het sneladvies (09-2020) van het Wetenschappelijk Comité bij het FAVV (Dossier SciCom 2020/05) past, bij absolute voorrang de depopulatie van wilde zwijnen in geïnfecteerd gebied in stand te houden om iedere nieuwe infectie in geïnfecteerd gebied, evenals daarbuiten, te voorkomen;
Overwegende dat het sanitair vacuüm door de jagers en de beambten van de Waalse administratie (op ongewone uren, dagen en plaatsen) in stand gehouden dient te worden in het gezamenlijke geïnfecteerd gebied, en meer bepaald op plaatsen waar recent sporen zijn aangetroffen van ronddolende wilde zwijnen, om de uitroeiing van de ziekte te garanderen ;
Overwegende dat dit tevens opgaat voor verrichtingen voor de prospectie en de afvoer van kadavers van wilde zwijnen, wat het dubbel voordeel oplevert dat de sylvatische cyclus onderbroken wordt en dat een datum gezet kan worden op de kadavers van wilde zwijnen ;
Overwegende dat, hoewel de dichtheid in de wilde zwijnenpopulatie en dus de aanwezigheid van het virus in het geïnfecteerd gebied afgenomen is, de sporadische aanwezigheid van levende wilde zwijnen desalniettemin in geïnfecteerd gebied is bewezen, dankzij de rechtstreekse (nachtrondgangen en automatische fototoestellen) of onrechtstreekse (sporen) terreinwaarnemingen ;
Overwegende dat de instandhouding van deze regeling, om overduidelijke redenen van veiligheid van personen en van risico op verstoring van het wild, onverenigbaar is met niet-essentieel verkeer in de bossen in verband met het beheer van de ziekte in geïnfecteerd gebied ;
Overwegende dat het verkeer in de bossen bij nacht (meer bepaald één uur voor zonsondergang tot één uur na zonsopgang volgens de dagelijkse uren van zonsopgang en zonsondergang) in ieder geval met het oog op de veiligheid verboden moet worden ;
Overwegende dat de uitvoering van iedere versoepelingsmaatregel inherent aan de hervatting van bosactiviteiten in geïnfecteerd gebied op voorhand onderworpen moet worden aan een onderzoek dat moet vaststellen of dit in overeenstemming is met de uitoefening van de bestrijdingsmaatregelen, aangenomen door het Waals Gewest ;
Overwegende dat rekening houdend met het voorgaande, zelfs als de beoordeling van het wetenschappelijk comité van het FAVV bemoedigend van inhoud is, het evenwel niet mogelijk is te besluiten dat de ziekte verdwenen is zolang de Europese Commissie niet officieel heeft erkend dat België zijn status van AVP-vrij land teruggekregen heeft;
Overwegende dat om die verschillende redenen de toegang tot geïnfecteerd gebied gemachtigd moet worden voor de personen belast met de bestrijding en uitvoering van maatregelen aangenomen tegen deze ziekte ;
Overwegende dat er eveneens, mits enige voorzorgsmaatregelen op vlak van (bio)veiligheid, met zorg voor de openbare veiligheid en om redenen van economische of sociale aard, een afwijking dient te worden voorzien van het verbod op vrij verkeer in de bossen voor een beperkt aantal rechthebbenden ;
Overwegende dat deze inrichtingen personen en activiteiten beogen die niet verband houden met het beheer van Afrikaanse varkenspest ;
Overwegende dat deze afwijking dus strikt beoordeeld moet worden ten opzichte van de potentiële risicograad van verspreiding van Afrikaanse varkenspest die zij tot gevolg zou kunnen hebben bij het overslaan naar niet-geïnfecteerde beboste gebieden en varkensfokkerijen;
Overwegende dat de mogelijkheid tot toekenning van afwijkingen van individuele aard in dat opzicht geëvalueerd en beoordeeld wordt met de laatste adviezen van het Wetenschappelijk comité bij het FAVV en ten opzichte van de evolutie van de ziekte zonder dat dit nadelig mag zijn voor de door het Waalse Gewest aangenomen bepalingen en -beslissingen ter bestrijding van de verspreiding van het virus met het oog op de bescherming van het algemeen belang;
Overwegende dat de afweging van de in het geding zijnde belangen, rekening houdend met de risicograad, dus uitgevoerd dient te worden en dat resulteert in het toelaten van sommige activiteiten en andere niet, hoewel zij gelijkaardig zijn, of tenzij mits het uitvoeren van aanpassingen wegens het type omgeving waarin zij plaatsvinden;
Overwegende dat het wetenschappelijk comité bij het FAVV in sneladvies 09-2020 (Dossier SciCom 2020/05) op blz. 4 aanstipt dat het Wetenschappelijk comité bij het FAVV acht dat de epidemiologische toestand voor de AVP bij wilde fauna in gunstige zin evolueerde sinds het laatste advies (sneladviezen 09-2019 en 10-2019), waaraan wordt toegevoegd dat het wetenschappelijk Comité heden acht dat de verspreiding van het virus van de Afrikaanse varkenspest bij wilde fauna als "laag" wordt ingeschat en dat de waarschijnlijkheid da het virus overslaat naar varkensfokkerijen als "zeer laag" wordt ingeschat; "De gevolgen van het voorkomen van een dergelijk geval zouden evenwel ernstig zijn gelet op de economische impact van het verlies van de officieel AVP-vrije status," aldus nog het advies. ;
Overwegende dat het Wetenschappelijk comité bij het FAVV, om zijn herbeoordeling van het risico op een hervatting van verschillende bosactiviteiten in geïnfecteerd gebied te ondersteunen, zich gebaseerd heeft op de gezamenlijke geconsolideerde gegevens uit de intensieve verderzetting van de prospectie-activiteiten gevoerd van 06 november 2019 tot 10 december 2019 en vanaf 5 februari 2020, op de geconsolideerde gegevens van 17 februari 2020 voor de vernietiging van de wilde zwijnenpopulaties, de campagne van onderzoek van het fotografisch materiaal in het net van vallen uitgezet in geïnfecteerd gebied, evenals op alle vroegtijdige, proactieve en drastische maatregelen tot dan aangenomen door het Waalse Gewest (Wetenschappelijk comité bij het FAVV, sneladvies 09-2020 - Herbeoordeling van de risico's op verspreiding onder wilde fauna en overslaan van Afrikaanse varkenspest naar varkensfokkerijen, gepaard gaan met een voorwaardelijke hervatting van verschillende bosactiviteiten, SciCom 2020/05, blz. 22-23) ;
Overwegende dat er, op grond van bedoeld sneladvies (09-2020), reeds in overweging genomen in het ministerieel besluit van 11 mei 2020, en in het licht van de verkregen resultaten van het laboratorium « INIA » in verband met de besmettelijkheid van de laatste aangetroffen viropositieve beenderen van uitgegaan wordt dat, in geïnfecteerd gebied, handmatige boswerkzaamheden of met handwerktuigen, evenals de gemechaniseerde bosuitbatingen, voortgezet kunnen worden, evenals dat het vermalen met een tolbreker en het schilderen hervat mogen worden mits de toepassing van de bioveiligheidsmaatregelen, evenals het reinigen van gebruikt schoeisel en gebruikte kledij, materieel en voertuigen (daaronder inbegrepen, aanhangwagens, quads enz.), gebruikt voor deze verschillende bosactiviteiten en de ontsmetting, door de diensten van de Regering van het Waalse Gewest, van de gemotoriseerde uitbatingstuigen die enkel door professionals mogen worden gebruikt voor bosuitbatingen op grond van de overheidsopdracht die de Waalse Overheidsdienst aan een gespecialiseerde firma is toegewezen ;
Overwegende dat er immers, rekening houdend met de huidige evolutie van de ziekte, met de aangenomen maatregelen en de verminderde besmettelijkheid van de organische stoffen die alsnog aangetroffen zouden worden, van uitgegaan wordt dat een ontsmetting bij het verlaten van het geïnfecteerd gebied, en niet meer na afloop van iedere interventie zoals bepaald in de voorgaande ministeriële besluiten, het mogelijk zou moeten maken om de gelopen risico's onder controle te houden en tegelijk de lasten die deze ontsmettingsmaatregelen vormen voor alle personen aan wie ze opgelegd worden, te verminderen ;
Dat met handmatige bosbouwwerkzaamheden of met handgereedschap wordt bedoeld, zoals in het ministerieel besluit van 11 mei 2020, de verrichtingen van inventarisatie en markering van hout, vrijmaking, aanplantingen, snoeien, de uitvoering van dunningen alsook het onderhoud van de jachtvoorzieningen met alle conventionele handgereedschappen en, indien nodig, met gemechaniseerde handgereedschappen die uitsluitend beperkt zijn tot de bosmaaier en de kettingzaag ;
Dat deze beperking gerechtvaardigd is omdat het gebruik van andere werktuigen of gemechaniseerde tuigen bij contact de aanwezige potentieel positieve beenderen of karkassen zou kunnen verspreiden;
Overwegende dat de voorbereidings- en dunningswerken via vermalen met een tolbreker en het schilderen, daar zij meer risico inhouden op het verspreiden van het virus, aan een machtiging worden onderworpen, eerder dan een kennisgeving ; het machtigen van dit type werkzaamheden ondanks het verhoogd risico dat zij teweegbrengen aan terugkerende aanvragen van de bossector beantwoorden en nu enkel te overwegen valt dankzij de geruststellende resultaten van het laboratorium INIA over de besmettelijkheid van de sinds januari 2020 viropositief aangetroffen beenderen ; het betreft dus een compromis waarbij de percelen voorbereid zullen kunnen worden voor de aanplantingsverrichtingen van herfst, evenals voor de schootslijnen voor het nieuwe jachtjaar waarvan de openingsdatum vastgesteld is op 15 september 2020 ;
Overwegende dat de gemotoriseerde tuigen die voor bosbouwactiviteiten worden gebruikt evenals de eventuele diepladers gebruikt om de tuigen binnen het besmette gebied te verplaatsen, op kosten van de diensten van de Regering van het Waalse Gewest moeten worden ontsmet op basis van de overheidsopdracht die de Waalse overheidsdienst met een gespecialiseerd bedrijf heeft gesloten, voordat ze het besmette gebied verlaten ; vanaf heden zijn verplaatstingen in geïnfecteerd gebied, met inbegrip van de wegen, dus mogelijk zijn zonder voorafgaandelijke ontsmetting ;
Overwegende dat conventioneel handgereedschap, gemechaniseerd handgereedschap, voertuigen en apparatuur die voor de bosuitbating worden gebruikt, aan dezelfde regels voor reiniging en ontsmetting worden onderworpen als de regels voorzien voor de bosbouwactiviteiten;
Dat, om de bosactiviteiten te waarborgen en om te voldoen aan de aanbevelingen van het Wetenschappelijk Comité bij het FAVV in zijn sneladvies (09-2020), de bosbouwwerkzaamheden en de bosuitbatingen worden onderworpen aan een administratieve procedure voorafgaand aan de uitvoering ervan, namelijk de indiening van een kennisgeving voor handmatige bosbouwwerkzaamheden of met handwerktuigen en de indiening van een vergunningsaanvraag voor bosbouwwerkzaamheden via vermalen met een tolbreker en het schilderen en voor bosuitbatingen, met het oog op controle, bij de territoriaal bevoegde houtvester, Dat deze documenten specifieke informatie bevat die hem moeten worden overgemaakt en verlengbaar zijn, behoudens als de toegangsvoorwaarden en de (bio)veiligheidsmaatregelen door betrokkenen niet worden nageleefd ;
Dat de aard van het over te leggen document gerechtvaardigd is in het licht van het soort risico dat verbonden is aan de uit te voeren bosbouwactiviteiten ;
Dat bij de indiening van de kennisgeving en de vergunningsaanvraag, de professionele of particuliere uitbater, de boseigenaar of de jager voor wat het onderhoud van de jachtvoorziening betreft, ook een attest van gevolgde opleiding inzake bioveiligheidsmaatregelen verstrekt door het Waals Gewest zullen toevoegen, alsook een verbintenis, op erewoord, om de voorziene veiligheids- en bioveiligheidsmaatregelen strikt toe te passen ;
Dat aan het einde van de ontsmettingsoperatie die wordt uitgevoerd op de gemotoriseerde voertuigen die gebruikt worden voor de bosuitbating door een professional, het attest van uitvoering van de ontsmetting die door de gespecialiseerde firma wordt uitgevoerd, door de interveniënt aan de boswachter zal worden overhandigd ;
Dat deze verschillende documenten, met uitzondering van het attest van uitvoering van de ontsmetting van het uitbatingsmaterieel door de door de diensten van de Regering van het Waalse Gewest ingehuurde gespecialiseerde firma, dat moet worden voorgelegd aan de territoriaal bevoegde houtvester, en de inhoud ervan, zijn opgenomen in de bijlage bij dit ministerieel besluit;
Overwegende dat, tot nu toe, enkel de beroepsmatige bosexploitanten gemachtigd waren om deze uitbatingen uit te voeren, maar dat aanzienlijke hoeveelheden kavels stookhout uitgebaat of afgevoerd dienen te worden in en uit het geïnfecteerd gebied ;
Overwegende dat, gelet op het verlaagd risico op besmetting zoals lijkt te worden bevestigd, en rekening houdend met de noodzaak, voor een deel van de bevolking, om gebruik te kunnen maken van de kavels stookhout die ze hebben aangekocht voor aanvang van de AVP-crisis, de uitbatingen van kavels stookhout door particulieren weer gemachtigd zouden kunnen worden, mits toepassing van de bioveiligheidsmaatregelen ;
Overwegende dat de kostenovername voor de ontsmetting van de machines voor bosuitbatingen voor deze kavels evenwel voorbehouden is voor de professionals, die het meest aangewezen zijn om deze machines uit het geïnfecteerd gebieden te halen ; de particulieren moeten de machines dan op eigen kosten ontsmetten om ze uit dit gebied weg te halen ;
Overwegende dat de ontsmetting van het materieel, gebruikt door de jagers voor de voorbereiding van de jachten, eveneens op hun kosten dient te gebeuren ;
Overwegende dat het, ten opzichte van de woonsten en tweede verblijven, evenals ten opzichte van de landbouw-, visteelt of ontginningsactiviteiten, omsloten door bossen en wouden, niet meer nodig is in een afwijking te voorzien daar het verkeer op bospaden en -wegen van het geïnfecteerd gebied niet meer verboden is ;
Overwegende dat het nulrisico voor de verspreiding van AVP door verkeer op deze paden en wegen niet gewaarborgd kan worden, maar dat risico als heden uiterst laag kan worden beschouwd wegens de persistentie en de resistentie van het virus op dat type oppervlaktes en wegens het beperkt aantal nog aangetroffen viropositieve dieren ;
Overwegende dat het Wetenschappelijk comité bij het FAVV wat de activiteiten in de toeristische sector betreft (voetgangers), de naleving van enkele essentiële voorwaarden aanbeveelt, namelijk de bioveiligheidsmaatregelen zoals het wisselen van kleren en schoeisel na een boswandeling, niet afwijken van de verharde wegen en niet diep in het bos doordringen, behoudens op bebakende wegen en het verbod op de aanwezigheid van honden bij deze wandelingen in stand houden. (Wetenschappelijk Comité bij het FAVV - sneladvies (09-2020), - herevaluatie van de risico's van verspreiding in de wilde fauna en van de introductie van Afrikaanse varkenspest in Belgische in varkensbedrijven gelinkt aan het hernemen van bosbouwwerkzaamheden, SciCom 2020/05, blz. 33) ;
Overwegende dat deze aanbevelingen in overweging zijn genomen en beoordeeld zijn om de in dit besluit vastgelegde maatregelen vast te stellen ;
Overwegende dat blijkt dat een versoepeling van de verbodsmaatregelen betreffende bosverkeer, om het verkeer overdag op wegen overeenkomstig de regels van het Boswetboek mogelijk te maken, niet van aard is om tegen de absoluut voorrang houdende omschreven doelstelling van uitroeiing van de ziekte in te gaan ; dat om redenen van veiligheid, gelet op de zich verderzettende nachtschoten, en met zorg voor een homogene handhaving met de jachtreglementering, het bosverkeer op wegen en paden niettemin verboden blijft vanaf het officiële uur van zonsondergang tot het officiële uur van zonsopgang volgens de dagelijkse uren van zonsopgang en zonsondergang, behoudens op de plaatsen waar de boswegen en -paden de enige rechtstreekse toegang tot een gebouw zijn (woonst, tweede verblijf, camping, restaurant, cultureel centrum enz) ;
Gelet op het significante risico op verspreiding van het virus van Afrikaanse varkenspest door binnendringen in het bos voor het plukken van bosproducten zoals paddestoelen, bloemen, wilde aromatische en medicinale planten, of het nemen van foto's, waardoor het verbod ten opzichte van deze activiteiten in stand gehouden wordt ;
Overwegende dat het binnendringen in het woud voor het beoefenen van de jacht daarentegen vanaf heden toegelaten wordt daar wildregulering voor ander wild dan wild zwijn in geïnfecteerd gebied onontbeerlijk wordt, met name om te voorkomen dat bestanden en teelten schade lijden ;
Overwegende dat de maatregelen, aangenomen bij huidig ministerieel besluit, tot 31 maart 2021 in werking blijven ;
Overwegende dat dit verantwoord is wegens het feit dat de ziekte, hoewel deze minder aanwezig is door de aanzienlijke vermindering van het aantal wilde zwijnen in geïnfecteerd gebied, tot op heden actief blijft in het bosmilieu en onopgelost blijft ;
Overwegende dat het Waals Gewest tegen die datum, behoudens het opnieuw aantreffen van verse positieve gevallen, het dossier op Europees niveau ingediend zou moeten hebben met het oog op het verkrijgen van de « AVP-vrije status » en dat de Europese beslissing dienaangaande de opheffing van huidig besluit mogelijk zou moeten maken ;
Besluit :
Artikel 1.In de zin van dit besluit dient te worden verstaan onder: 1° handmatige bosbouwwerkzaamheden of met handgereedschap : de verrichtingen van inventarisatie en markering van hout, vrijmaking, aanplantingen, snoeien, de uitvoering van dunningen, alsook het onderhoud van de jachtinfrastructuur met alle conventionele handgereedschappen en, indien nodig, met gemechaniseerde handgereedschappen die uitsluitend beperkt zijn tot de bosmaaier en de kettingzaag ;2° bosuitbating : het deel van de uitbating in de zin van artikel 3, 10°, van het decreet van 15 juli 2008 betreffende het Boswetboek, beperkt tot het omhakken, uitslepen en weghalen van rondhout of kruinen van naald- en loofbomen, en de dringende kapping in de zin van artikel 3, 8°, van het decreet van 15 juli 2008 betreffende het Boswetboek; 3° bedrijfstuigen: mechanische tuigen die specifiek bestemd zijn voor de bosuitbating, zoals velmachines, uitsleepmachines, uitrijwagens, enz.. ; 4° baan : de baan in de zin van artikel 3, 24°, van het decreet van 15 juli 2008 betreffende het Boswetboek;5° weg : de weg in de zin van artikel 3, 7°, van het decreet van 15 juli 2008 betreffende het Boswetboek;6° pad : het pad in de zin van artikel 3, 25°, van het decreet van 15 juli 2008 betreffende het Boswetboek;7° Boswetboek : het decreet van 15 juli 2008 betreffende het Boswetboek ;
Art. 2.In afwijking van de artikelen 19 tot 23 en 27 van het Boswetboek is het éénieder verboden zich in de bossen en wouden te verplaatsen buiten de banen, wegen en paden in de bossen en wouden in de zin van artikel 2 van het Boswetboek aan de binnenkant van de buitengrenzen van het geïnfecteerd gebied zoals omschreven in de bijlage bij het besluit van het Waals Gewest van 16 juli 2020 houdende verscheidene tijdelijke maatregelen ter bestrijding van Afrikaanse varkenspest bij wilde zwijnen.
De eventuele toegangsmachtigingen, buiten de banen, wegen en paden om, verkregen op grond van voornoemde artikelen voor de datum van bevestiging van het eerste geval van Afrikaanse varkenspest in het Waalse Gewest, ofte 13 september 2018, worden opgeschort.
Gemachtigd tot afwijking van het verbod van lid 1 zijn enkel, binnen de perken van de handelingen die strikt nodig zijn voor de beheersing van Afrikaanse varkenspest, o.a. het opsporen van nieuwe haarden, de vernietiging van wilde zwijnen en het verwijderen van karkassen van dood of gedood aangetroffen wilde zwijnen, en op voorwaarde dat zij de aanbevolen bioveiligheidsmaatregelen in acht nemen als bedoeld in artikel 1, eerste lid, 4°, van het besluit van de Waalse Regering van 16 juli 2020 houdende verscheidene tijdelijke maatregelen ter bestrijding van Afrikaanse varkenspest bij wilde zwijnen en dat zij de ontsmetting uitvoeren zoals bedoeld in artikel 8 van dit besluit om de verspreiding van de ziekte te voorkomen : het personeel van het Departement Natuur en Bossen en van het Departement Onderzoek naar het Natuurlijk en Landbouwmilieu van de Waalse Overheidsdienst en iedere persoon, gemandateerd door deze departementen, de jachtrechthouders en hun beëdigde opzichters, de eigenaren, het personeel van het Sanitair toezichtsnet voor Wild in Wallonië, het personeel van de burgerbescherming, het personeel van de diensten van de sanitaire ordehandhaving, het personeel van federale en lokale politie, het personeel van de administraties of van gespecialiseerde ondernemingen, belast met het installeren van een omheining om de verplaatsingen van wilde zwijnen in het gecontamineerde gebied te beperken.
Die personen is het verboden, een varkensfokkerij te betreden of in aanraking te komen met tamme varkens binnen de tweeënzeventig uur volgend op de in artikel 8 bedoelde renigings- en ontsmettingsmaatregelen. Voor al deze personen geldt dat geen enkel materiaal (schoeisel, kleding, uitrustingen, voertuigen) dat in het besmette gebied wordt gebruikt, een varkenshouderij of een gebied waar tamme varkens worden gehouden, mag binnenkomen.
Art. 3.In afwijking van artikel 2 worden de interventies die niet verband houden met de beheersing van Afrikaanse varkenspest en die een toegang, buiten de wegen om, tot de bossen en wouden van het gecontamineerde gebied vereisen, tegen volgende voorwaarden toegelaten: 1° de interventie wordt verricht in de uitoefening van hun ambt door de hulpdiensten, door de burgerbescherming, de politiediensten, de beambten en beheerders van de watertoevoernetten of gas- of elektriciteitsnetten, door de beambten van Infrabel en door de werknemers van mobiele telefonie-operatoren, door de beambten of afgevaardigden van gemeenschapsinfrastructuren of infrastructuren van openbaar nut en door het personeel van het wegenonderhoud;2° behoudens spoedeisende gevallen waarbij mensenlevens in gevaar zijn, wordt van de interventie vooraf kennis gegeven aan de territoriaal bevoegde houtvester van het Departement Natuur en Bossen;3° de toegang tot de plaats van interventie gebeurt zoveel mogelijk op de verharde wegen;4° de voertuigen, het materieel, het schoeisel en de uitrusting van betrokken actoren, gebruikt voor de interventie, die de wegen verlaten hebben worden gereinigd en ontsmet door betrokkenen overeenkomstig artikel 8 ;5° bij het aantreffen van een kadaver of een karkas van wild zwijn, mag dit geenszins benaderd of aangeraakt worden en het telefoonnummer van de territoriaal bevoegde boswachter of bij gebrek het nummer 1718 wordt onmiddellijk verwittigd;6° voor de betrokkenen is het verboden een varkensfokkerij te betreden of in aanraking te komen met tamme varkens binnen de tweeënzeventig uur volgend op de reinigings- en ontsmettingsmaatregelen of iedere interventie in geïnfecteerd gebied;7° materialen, machines, uitrusting, werkkleding, schoeisel, voertuigen, tuigen, enz.die in het besmet gebied worden gebruikt, mogen niet op een varkensfokkerij worden binnengebracht.
Als het Departement Natuur en Bossen vaststelt dat één van bovenvermelde voorwaarden niet is nageleefd, kan betrokkenen de toegang ontzegd worden.
Art. 4.In afwijking van artikel 2 kan het verkeer buiten de wegen in de bossen en wouden in de zin van artikel 2 van het Boswetboek, voor de bosuitbating, tegen volgende voorwaarden toegelaten worden: 1° de toegang tot de jachtplaats gebeurt zoveel mogelijk op de verharde wegen;2° voorafgaand aan elke interventie in de besmette zone volgen de betrokkenen een specifieke door Wallonië verstrekte opleiding in bioveiligheid;4° er wordt geen enkele toegang toegelaten tussen de periode vervat tussen het officieel uur van zonsondergang tot het officieel uur van zonsopgang, behoudens voor het opsporen van gewond wild mits voorafgaandelijk contact met de houtvester ;4° de voertuigen, het materieel, het schoeisel en de uitrusting van betrokken actoren, gebruikt voor de interventie, die de wegen verlaten hebben worden gereinigd en ontsmet door betrokkenen overeenkomstig artikel 8 ;5° bij het aantreffen van een kadaver of een karkas van wild zwijn, mag dit geenszins benaderd of aangeraakt worden en het telefoonnummer van de territoriaal bevoegde boswachter of bij gebrek het nummer 1718 wordt onmiddellijk verwittigd;6° voor de betrokkenen is het verboden een varkensfokkerij te betreden of in aanraking te komen met tamme varkens binnen de tweeënzeventig uur volgend op de reinigings- en ontsmettingsmaatregelen of iedere interventie in geïnfecteerd gebied;7° materialen, machines, uitrusting, werkkleding, schoeisel, voertuigen, tuigen, enz.die in het besmet gebied worden gebruikt, mogen niet op een varkensfokkerij worden binnengebracht.
Art. 5.§ 1. In afwijking van artikel 2 kan het verkeer buiten de wegen in de bossen en wouden in de zin van artikel 2 van het Boswetboek, voor het verrichten van handmatige bosbouwwerkzaamheden of werkzaamheden met handgereedschap tegen volgende minimumvoorwaarden toegelaten worden: 1° een voorafgaandelijke kennisgeving die overeenstemt met het model van bijlage I wordt door de professionele bosuitbater, de boseigenaar of diens gemachtigde, de jager of diens gemachtigde, overgemaakt aan de territoriaal bevoegde houtvester van het Departement Natuur en Bossen, minstens 3 werkdagen vóór aanvang van de handmatige bosbouwwerkzaamheden of werkzaamheden met handgereedschap;deze kennisgeving dekt een toegangsperiode van maximaal een maand vanaf de datum van toezending ervan; een nieuwe kennisgeving kan ten minste 3 werkdagen voor het einde van deze periode worden verzonden om het toegangsrecht te verlengen; 2° de toegang tot de plaats van de bosbouwwerkzaamheden gebeurt zoveel mogelijk op de verharde wegen;3° voorafgaand aan elke interventie in de besmette zone volgen de betrokkenen een specifieke door Wallonië verstrekte opleiding in bioveiligheid;4° er is geen toegang toegestaan in de periode tussen een uur vóór de officiële zonsondergang en een uur na de officiële zonsopgang;5° aan het einde van elke interventie worden de voertuigen, het materieel, het schoeisel en de uitrusting van de betrokkenen voor handmatige bosbouwwerkzaamheden die de verharde wegen hebben verlaten, gereinigd en ontsmet door de betrokkenen overeenkomstig artikel 8;6° bij het aantreffen van een kadaver of een karkas van wild zwijn, mag dit geenszins benaderd of aangeraakt worden en het telefoonnummer van de territoriaal bevoegde boswachter of bij gebrek het nummer 1718 wordt onmiddellijk verwittigd;7° voor de betrokkenen is het verboden een varkensfokkerij te betreden of in aanraking te komen met tamme varkens binnen de tweeënzeventig uur volgend op de reinigings- en ontsmettingsmaatregelen of iedere interventie in geïnfecteerd gebied;8° materialen, machines, uitrusting, werkkleding, schoeisel, voertuigen, tuigen, enz.die tijdens handmatige bosbouwwerkzaamheden in het besmet gebied worden gebruikt, mogen niet op een varkensfokkerij worden binnengebracht. § 2. In afwijking van artikel 2 kan het verkeer buiten de wegen in de bossen en wouden in de zin van artikel 2 van het Boswetboek, voor de uitvoering van voorbereidende werkzaamheden en het uitdunnen via vermalen met een tolbreker of het schilderen met inbegrip van schootslijnen voor de jacht, tegen volgende minimumvoorwaarden toegelaten worden: 1° een voorafgaandelijke vergunningsaanvraag die overeenstemt met het model van bijlage II wordt door de professionele bosuitbater, de boseigenaar of diens gemachtigde overgemaakt aan de territoriaal bevoegde houtvester van het Departement Natuur en Bossen;2° de territoriaal bevoegde houtvester stelt de interveniënt zo spoedig mogelijk en uiterlijk tien werkdagen na de datum van verzending van de aanvraag in kennis van zijn beslissing over de ingediende aanvraag;de vergunning geldt voor een toegangsperiode van maximaal één maand vanaf de datum van afgifte van de vergunning; vóór het einde van deze termijn kan een nieuwe vergunningsaanvraag worden ingediend met het oog op een verzoek om verlenging van het toegangsrecht; 3° de toegang tot de plaats van de bosbouwwerkzaamheden gebeurt zoveel mogelijk op de verharde wegen;4° voorafgaand aan elke interventie in de besmette zone volgen de betrokkenen een specifieke door Wallonië verstrekte opleiding in bioveiligheid;5° er is geen toegang toegestaan in de periode tussen een uur vóór de officiële zonsondergang en een uur na de officiële zonsopgang;6° het schoeisel en de uitrusting van de betrokkenen, evenals de voertuigen en de uitrusting die de verharde wegen verlaten hebben, gebruikt voor de het vermalen met een tolbreker of het schilderen, gereinigd en ontsmet door de betrokkenen overeenkomstig artikel 8;7° bij het aantreffen van een kadaver of een karkas van wild zwijn, mag dit geenszins benaderd of aangeraakt worden en het telefoonnummer van de territoriaal bevoegde boswachter of bij gebrek het nummer 1718 wordt onmiddellijk verwittigd;8° voor de betrokkenen is het verboden een varkensfokkerij te betreden of in aanraking te komen met tamme varkens binnen de tweeënzeventig uur volgend op de reinigings- en ontsmettingsmaatregelen of iedere interventie in geïnfecteerd gebied;9° materialen, machines, uitrusting, werkkleding, schoeisel, voertuigen, tuigen, enz.die tijdens het vermalen met een tolbreker of het schilderen in bos of woud, in het besmet gebied worden gebruikt, mogen niet op een varkensfokkerij worden binnengebracht. § 3. Als het Departement Natuur en Bossen vaststelt dat één van bovenvermelde voorwaarden niet in acht worden genomen door de persoon die de kennisgeving heeft ingediend, kan de indiening van iedere nieuwe kennisgeving voor de uitvoering van de werken bedoeld in dit artikel verboden worden, en van iedere afwijking van het verkeersverbod buiten de wegen, paden en wegels in AVP-geïnfecteerd gebied bedoeld bij dit besluit tot dat België de status AVP-vrij teruggekregen heeft.
Art. 6.In afwijking van artikel 2 kan het verkeer buiten de banen, wegen en paden in de bossen en wouden in de zin van artikel 2 van het Boswetboek, voor de bosuitbating, daaronder inbegrepen de uitbating van stookhout door particulieren, tegen volgende minimumvoorwaarden toegelaten worden: 1° een voorafgaandelijke vergunningsaanvraag die overeenstemt met het model van bijlage II wordt door de professionele bosuitbater, de boseigenaar of diens gemachtigde, of de particulier die kavel stookhout in geïnfecteerd gebied heeft aangekocht, overgemaakt aan de territoriaal bevoegde houtvester van het Departement Natuur en Bossen;2° de territoriaal bevoegde houtvester stelt de interveniënt zo spoedig mogelijk en uiterlijk tien werkdagen na de datum van verzending van de aanvraag in kennis van zijn beslissing over de ingediende aanvraag;de vergunning geldt voor een toegangsperiode van maximaal één maand vanaf de datum van afgifte van de vergunning; vóór het einde van deze termijn kan een nieuwe vergunningsaanvraag worden ingediend met het oog op een verzoek om verlenging van het toegangsrecht; 3° de toegang tot de bestanden gebeurt zoveel mogelijk op de verharde wegen;4° voorafgaand aan elke interventie in de besmette zone volgen de betrokkenen een specifieke door Wallonië verstrekte opleiding in bioveiligheid;5° er is geen toegang toegestaan in de periode tussen een uur vóór de officiële zonsondergang en een uur na de officiële zonsopgang;6° het schoeisel en de uitrusting van de betrokkenen, evenals de voertuigen en de uitrusting die de verharde wegen verlaten hebben, gebruikt voor de bosuitbating, worden gereinigd en ontsmet door de betrokkenen overeenkomstig artikel 8;7° de ontsmetting van de bedrijfstuigen van de professionele bosuitbaters en van de eventuele diepladers gebruikt om bedrijfstuigen binnen het besmette gebied te verplaatsen is verplicht en wordt en wordt uitgevoerd, voordat het besmette gebied wordt verlaten, op kosten van de diensten van de Regering van het Waalse Gewest, op basis van de overheidsopdracht dat de SPW (Waalse Overheidsdienst) met een gespecialiseerd bedrijf heeft gesloten;een attest van voltooiing van de ontsmetting van de bedrijfstuigen wordt door het gespecialiseerde bedrijf verstrekt en wordt door de betrokkene aan het einde van de ontsmettingsprocedure aan de administratie overhandigd; 8° bij het aantreffen van een kadaver of een karkas van wild zwijn, mag dit geenszins benaderd of aangeraakt worden en het telefoonnummer van de territoriaal bevoegde boswachter of bij gebrek het nummer 1718 wordt onmiddellijk verwittigd;9° voor de betrokkenen is het verboden een varkensfokkerij te betreden of in aanraking te komen met tamme varkens binnen de tweeënzeventig uur volgend op de reinigings- en ontsmettingsmaatregelen of iedere interventie in geïnfecteerd gebied;10° materialen, machines, uitrusting, werkkleding, schoeisel, voertuigen, andere bedrijfstuigen, enz.die voor de bosuitbating in het besmette gebied worden gebruikt, mogen niet op een varkensfokkerij worden binnengebracht.
Aangezien uitbatingen in vochtige gebieden als meer risicovol worden beschouwd, gelden voor hen de volgende aanvullende voorwaarden: 1° in een strook van vijfentwintig meter rondom bronnen en sijpelingszones, een strook van honderd meter rond winputten of een strook van honderd meter rond stuwdammeren, alsook op veenachtige en paraveenachtige bodems zoals bepaald op de bodemkundige kaart van Wallonië, kan alleen de uitbating van de door schorskevers aangetaste sparrenbestanden of windworp van sparrenbestanden worden toegestaan;2° op een strook van vijfentwintig meter aan weerszijden van waterlopen, en op hydromorfe bodems met een permanente grondwatertafel zoals afgebakend op de pedologische kaart van Wallonië, kan elke uitbating worden toegestaan, ter beoordeling van de territoriaal bevoegde houtvester en onder de door hem bepaalde voorwaarden. De niet-nakoming van de in dit artikel bedoelde verplichtingen heeft tot gevolg dat elke verdere aanvraag tot machtiging en afwijking van het verbod op het verkeer buiten de wegen en paden in het met Afrikaanse varkenspest besmette gebied wordt geweigerd totdat België zijn status als vrij van Afrikaanse varkenspest terugkrijgt.
Art. 7.Verkeer over de wegen en paden die door bossen en wouden heen lopen, gelegen aan de binnenkant van de omtrek van het gecontamineerd gebied zoals omschreven in de bijlage bij het besluit van de Waalse Regering van 16 juli 2020 houdende verscheidene tijdelijke maatregelen ter bestrijding van Afrikaanse varkenspest bij wilde zwijnen wordt toegelaten mits naleving van de volgende voorwaarden: 1° behoudens in de hypotheses van de artikelen 2 en 3 of bij rechtstreekse toegang tot een gebouw zoals een woonst, een tweede verblijf, een camping, een vakantiewoning, een restaurant, een museum, een kasteel of een erfgoedsite wordt geen enkel verkeer gemachtigd tijdens de periode vervat tussen het officieel uur van zonsondergang en het officieel uur van zonsopgang ;2° bij het aantreffen van een kadaver of een karkas van wild zwijn, mag dit geenszins benaderd of aangeraakt worden en het telefoonnummer van de territoriaal bevoegde boswachter of bij gebrek het nummer 1718 wordt onmiddellijk verwittigd;3° voor de in dit artikel bedoelde gebruikers is het verboden een varkensfokkerij te betreden of in aanraking te komen met tamme varkens binnen de tweeënzeventig uur volgend op het bezoek aan het besmette gebied;4° honden of andere gezelschapsdieren die uitgelaten werden in het geïnfecteerd gebied, evenals trek, last, rij of fokdieren, materialen, machines, fietsen, aanhangwagens, uitrusting, kleding, schoeisel, voertuigen, gereedschap enz.die door de in dit artikel bedoelde gebruikers in het geïnfecteerd gebied worden gebruikt, mogen niet op een varkensfokkerij worden binnengebracht.
Als het Departement Natuur en Bossen vaststelt dat één van bovenvermelde voorwaarden niet is nageleefd, kan bedoeld Departement de toegang van de betrokken personen in het met Afrikaanse varkenspest besmette gebied verbieden totdat België zijn status als vrij van deze ziekte terugkrijgt.
Art. 8.Wanneer dit besluit een desinfectie oplegt, zijn volgende minimummaatregelen van toepassing : 1° voor het materieel en de voertuigen (in het begrip van voertuigmatten, wielen en carrosseriebodem) wordt de ontsmetting, bij toegang buiten de wegen, op volgende wijze uitgevoerd v~~r het uitrijden van het geïnfecteerd gebied : a) elk spoor van aarde wordt verwijderd, indien nodig met de borstel ;b) er wordt een eerste keer met zeepwater gereinigd ;c) de eigenlijke desinfectie gebeurt dan met een besproeiing met een oplossing met virusdodende middelen toegelaten volgens Verordening nr. 528/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2012 betreffende het op de markt aanbieden en het gebruik van biociden waarvan de doeltreffendheid in de bestrijding van het virus veroorzaker van de Afrikaanse varkenspest is bewezen ; 2° laarzen en schoeisel worden, naast gereinigd en ontsmet, opgeslagen in het voertuig in een daartoe voorziene plastic zak of doos : daarna worden ze een hele nacht in een tegen 10% verdunde oplossing ondergedompeld van zuiver natriumhypochloriet (NaClO) in een zout/wateroplossing (NaCl) (type bleekwater) ;3° voor de personen : a) zo snel mogelijk wordt een douche genomen ;b) de gedragen kledij wordt op een hoge temperatuur gewassen : als de prospectie over meerdere opeenvolgende dagen gespreid wordt, kan het wassen van de kledij op het einde van de periode gebeuren, maar de kledij wordt enkel voor de prospectie gebruikt ;c) bij aanraking met een wild zwijn wordt de gedragen kledij de dag zelf op minstens 60° gewassen.
Art. 9.Het ministerieel besluit van 11 mei 2020 houdende een tijdelijk verkeersverbod in de bossen om de verspreiding van Afrikaanse varkenspest te beperken, wordt opgeheven.
Art. 10.Niet vervallen vergunningen die zijn afgegeven op basis van het ministerieel besluit van 11 mei 2020 houdende een tijdelijk verbod op het verkeer in bossen om de verspreiding van Afrikaanse varkenspest te beperken, blijven geldig tot hun vervaldatum, zonder dat ze op basis van dit besluit hoeven te worden verlengd.
Art. 11.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt en houdt van kracht te zijn op 31 maart 2021.
Namen, 10 augustus 2020.
C. TELLIER
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld