Etaamb.openjustice.be
Beschikking van 29 maart 2012
gepubliceerd op 13 april 2012

Ordonnantie houdende de integratie van de genderdimensie in de beleidslijnen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest

bron
brussels hoofdstedelijk gewest
numac
2012031171
pub.
13/04/2012
prom.
29/03/2012
ELI
eli/ordonnantie/2012/03/29/2012031171/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

29 MAART 2012. - Ordonnantie houdende de integratie van de genderdimensie in de beleidslijnen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (1)


Het Brusselse Hoofdstedelijke Parlement heeft aangenomen en Wij, Executieve, bekrachtigen, het geen volgt :

Artikel 1.Deze ordonnantie regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 39 van de Grondwet en zet gedeeltelijk Richtlijn 2006/54/EG betreffende de toepassing van het beginsel van gelijke kansen en gelijke behandeling van mannen en vrouwen in arbeid en beroep om overeenkomstig artikel 33 van voornoemde richtlijn.

Art. 2.§ 1. De Brusselse Hoofdstedelijke Regering waakt over de tenuitvoerlegging van de doelstellingen van de Vierde Wereldvrouwenconferentie die in september 1995 te Peking heeft plaatsgehad, en meer in het bijzonder over de integratie van de genderdimensie in het geheel van haar beleidslijnen, maatregelen, begrotingsvoorbereidingen of acties en dit met het oog op het vermijden of corrigeren van eventuele ongelijkheden tussen vrouwen en mannen. Daartoe definieert zij, in het begin van de legislatuur, ter gelegenheid van de regeringsverklaring, voor het geheel van de beleidsvlakken, de strategische doelstellingen die zij in de loop ervan wil verwezenlijken, in overeenstemming met de doelstellingen van de Vierde Wereldvrouwenconferentie die in september 1995 in Peking werd gehouden en, in de mate van het mogelijke, met de conclusies die werden geformuleerd door het Forum van niet-gouvernementele organisaties dat tegelijkertijd met de Wereldvrouwenconferentie in China heeft plaatsgevonden. § 2. De kredieten met betrekking tot de acties om gelijkheid van mannen en vrouwen te verwezenlijken, worden per opdracht uiteengezet in een gendernota die als bijlage wordt gevoegd bij elk ontwerp van algemene uitgavenbegroting. § 3. De Brusselse Hoofdstedelijke Regering werkt een methode uit om de genderdimensie te integreren in het geheel van de begrotingscyclus.

Art. 3.Elke minister en staatssecretaris integreert de genderdimensie in alle beleidslijnen, maatregelen en acties die onder zijn bevoegdheden vallen. Daartoe : 1° waakt hij of zij over de tenuitvoerlegging van de in artikel 2, § 1, bepaalde strategische doelstellingen en van de integratie van de genderdimensie in alle nieuwe beheersplannen, in alle nieuwe beheerscontracten en in elk ander instrument voor strategische planning van de Brusselse overheidsdiensten en de Brusselse instellingen van openbaar nut die onder zijn bevoegdheid vallen. Daartoe keurt hij of zij de relevante genderindicatoren goed die het mogelijk maken om het proces van de integratie van de genderdimensie en de realisatie van de strategische doelstellingen te meten; 2° stelt hij of zij voor elk wetgevend of reglementair ontwerp een evaluatieverslag op van de impact ervan op de respectieve situatie van vrouwen en mannen. De Brusselse Hoofdstedelijke Regering kan het model-evaluatieverslag van de impact, « gendertest » genaamd regelen; 3° waakt hij of zij, in het kader van de procedures voor de toekenning van overheidsopdrachten en de toekenning van subsidies, over het in aanmerking nemen van de gelijkheid van vrouwen en mannen en de integratie van de genderdimensie.

Art. 4.Naast de maatregelen vervat in artikel 3 van deze ordonnantie, ziet elke minister en staatssecretaris, in de domeinen die onder zijn of haar bevoegdheden vallen, erop toe dat de statistieken die de Brusselse overheidsdiensten en de Brusselse instellingen van openbaar nut in hun actiedomein produceren, verzamelen en bestellen, naar geslacht opgesplitst worden en dat er genderindicatoren worden opgesteld wanneer dit relevant is.

Art. 5.§ 1. De Brusselse Hoofdstedelijke Regering legt aan het Brussels Hoofdstedelijk Parlement een tussentijds verslag en een verslag op het eind van de legislatuur voor over het beleid dat werd gevoerd overeenkomstig de doelstellingen van de Vierde Wereldvrouwenconferentie die in september 1995 in Peking heeft plaatsgehad. Deze verslagen integreren de voortgang inzake integratie van de genderdimensie en het specifieke beleid inzake de gelijkheid van vrouwen en mannen. § 2. Het tussentijdse verslag gaat over het volgen van de vorderingen die werden verwezenlijkt met het oog op het bereiken van de in artikel 2 vastgelegde doelstellingen, waarbij de eventuele ondervonden moeilijkheden worden beschreven, alsook de voorstellen die men voorziet om deze hinderpalen te verhelpen.

Het wordt aan het Parlement overgezonden binnen een termijn van 60 dagen volgend op de indiening van het tweede ontwerp van algemene uitgavenbegroting van de lopende legislatuur. § 3. Het verslag op het einde van de legislatuur is een diagnostische nota waarin de situatie aan het begin van de legislatuur wordt vergeleken met die op het einde van de legislatuur. Het wordt aan het Parlement overgezonden binnen een termijn van 60 dagen volgend op de indiening van het vijfde ontwerp van algemene uitgavenbegroting.

Art. 6.Om de tenuitvoerlegging van deze ordonnantie te waarborgen, wordt een gewestelijke coördinatiegroep opgericht van personen door de Regering gekozen binnen de diensten van elke minister en staatssecretaris, de diensten van de Regering en de instellingen van openbaar nut van het Gewest.

Art. 7.De Brusselse Hoofdstedelijke Regering duidt aan wie belast is met de begeleiding en de ondersteuning van het proces van de integratie van de genderdimensie in de beleidslijnen, maatregelen en de acties van de overheid.

Art. 8.De Brusselse Hoofdstedelijke Regering bepaalt de uitvoeringsmodaliteiten van deze ordonnantie, in het bijzonder door sommige vormelijke en inhoudelijke regels te verduidelijken, die moeten worden nageleefd bij de opstelling van de verslagen bedoeld in artikel 5, door een zeker niveau van minimale kwalificaties te waarborgen bij de aanwijzing van de personen binnen de diensten van elke minister en staatssecretaris, de diensten van de regering en de instellingen van openbaar nut van het Gewest, die de gewestelijke coördinatiegroep bedoeld in artikel 6 vormen en door de regels te verduidelijken die verband houden met de oprichting en de werking van deze laatste.

Art. 9.Deze ordonnantie treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad, met uitzondering van de artikelen 2, 3 en 5, die in werking treden vanaf de eerste dag van de nieuwe legislatuur die volgt op de legislatuur die loopt op het moment van de inwerkingtreding van deze ordonnantie.

Tot het einde van de legislatuur zal de opstelling van de verslagen blijven gebeuren conform de voorschriften van de ordonnantie van 20 april 2006 betreffende het opstellen, door de Regering, van een jaarlijks evaluatieverslag over haar beleid inzake gelijkheid tussen vrouwen en mannen. Bij wijze van afwijking zullen deze verslagen, bepaald in de voormelde ordonnantie, ook de vooruitgang beschrijven en evalueren die werd geboekt bij de uitvoering van artikel 4 van deze ordonnantie.

Art. 10.De ordonnantie van 20 april 2006 betreffende het opstellen, door de Regering, van een jaarlijks evaluatieverslag over haar beleid, wordt opgeheven vanaf de eerste dag van het begin van de legislatuur die volgt op de legislatuur die loopt op het moment van de inwerkingtreding van deze ordonnantie.

Kondigen deze ordonnantie af, bevelen dat ze in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Brussel, 29 maart 2012.

De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Openbare Netheid en Ontwikkelingssamenwerking, Ch. PICQUE De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën, Begroting, Openbaar Ambt en Externe Betrekkingen, G. VANHENGEL De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Leefmilieu, Energie, Waterbeleid, Stadsvernieuwing, Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp en Huisvesting, Mevr. E. HUYTEBROECK De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Openbare Werken en Vervoer, Mevr. B. GROUWELS De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Tewerkstelling, Economie en Wetenschappelijk Onderzoek, B. CEREXHE _______ Nota (1) Gewone zitting 2010-2011. Documenten van het Parlement. - Ontwerp van ordonnantie, A-191/1.

Gewone zitting 2011-2012.

Documenten van het Parlement. - Verslag, A-191/2.

Integraal verslag. - Bespreking en aanneming. Vergadering van vrijdag 16 maart 2012.

^